04.09.2013 Views

Over Unentse soldaten overzee - t schoor udenhout - biezenmortel

Over Unentse soldaten overzee - t schoor udenhout - biezenmortel

Over Unentse soldaten overzee - t schoor udenhout - biezenmortel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

zetelden planters, administrateurs, ambtenaren, gegoede burgers, KNIL-officieren etc. Het<br />

lag 12 km van de haven, was hoger gelegen en dunner bevolkt. Het was daar veel<br />

aangenamer wonen. <strong>Over</strong>al in de stad, waar maar enige ruimte was, waren aan steegjes<br />

rijen bamboehuisjes gebouwd, soms letterlijk en figuurlijk aan elkaar geplakt, met weinig<br />

tussenruimte. Naast de inlandse bewoners liepen er nog kippen, ganzen, eenden, katten,<br />

straathonden en ongedierte (ratten) rond. Op straat liepen vrouwen met manden<br />

levensmiddelen op hun hoofd naar de markt of met aangekochte producten naar huis.<br />

Kippen werden met de poten samengebonden en ondersteboven meegedragen naar of van<br />

de markt. Was in Nederland de pruimtabak kauwende en spugende man verleden tijd aan<br />

het worden, hier zag je vooral sirihbladeren kauwende vrouwen met routinegebaren rode<br />

flatsen op straat uitspuwen. Sirihpruimtabak wordt gemaakt van betelbladeren, een<br />

peperachtige slingerplant. In smalle stegen stonden soms bordjes met de tekst: dilarang<br />

keras masoek (streng verboden naar binnen te gaan). Daar huisden vrouwen met minder<br />

eerbare bedoelingen die het juist op militairen ver van huis gemunt hadden.<br />

Het linkse verkeer was een warwinkel. Naast voetgangers reden er ook wat fietsers, maar<br />

vooral betjah’s. Dat waren driewielige taxifietsen, met voorop een open instap met overdekte<br />

tweezitsbank voor passagiers. Daarachter op het zadel zat een inlander die gutsend van het<br />

zweet ook tegen de hellingen op moest fietsen. Hij was veelal slechts huurder van zo’n<br />

betjah en werkte dagelijks voor een laag loon in de gloeiende hitte. Ook waren er koetsiers<br />

met paardenkarren voor passagiers, maar vooral voor vervoer van barang (goederen).<br />

Daarnaast reden er personen- en vrachtauto’s van groot en klein formaat. Door de stad<br />

liepen er langs belangrijke wegen trams, ook langs de kali (rivier). Bij de deels met<br />

damwanden gekanaliseerde kali zag je mensen die gehurkt boven het water hangend hun<br />

behoefte deden en vrouwen die enkele meters verder, staande in de kali nabij de trappen, de<br />

dagelijkse was deden. Weer anderen stonden zich in te zepen en te wassen en kinderen,<br />

hoe klein ook, zwommen in hetzelfde water.<br />

Veel mensen kwamen van het platteland naar de stad om werk te vinden en armoede te<br />

ontlopen. Bij gebrek aan onderkomen sliepen ze ’s nachts op het trottoir, onder een krant of<br />

een stuk karton om ook de muskieten van het lijf te houden. In het begin zagen we dat er ’s<br />

morgens wel eens doden op het trottoir waren achtergebleven. Dan kwam er een<br />

vrachtwagen van de gemeente die zo’n lijk meenam. De Nederlandse <strong>soldaten</strong> reageerden<br />

verbaasd: “mensen, mensen wat een wereld, je zult zo moeten leven, dat kan toch niet!”.<br />

In grote lijnen gezien waren het daar de blanke Europeanen die er als planters, zakenlieden<br />

en overheidsvertegenwoordigers, al of niet met grote auto’s met chauffeur, de baas waren.<br />

De handel was hoofdzakelijk in handen van Chinezen en Brits-Indiërs. Indo’s behoorden<br />

veelal tot het administratieve personeel en de inlandse bevolking vormde veelal de<br />

arbeidende klasse. Een ander gegeven was dat bepaalde delen van de stad in handen<br />

waren van de al uitgeroepen, maar door Nederland nog niet erkende Republiek Indonesië.<br />

Terugkijkend hadden de Nederlandse <strong>soldaten</strong> de eerste weken vanaf de inscheping in<br />

Nederland tot nu vol verbazing rondgekeken in een wereld die ze niet kenden en die heel<br />

anders was dan de zoete plaatjes van de missiekalenders die in Udenhout jaarlijks deur aan<br />

deur verkocht werden.<br />

De beschrijving van Batavia geeft in grote lijnen ook de situatie aan in andere grote steden<br />

op Java en Sumatra.<br />

De militairen kregen soldij. Een geoefend soldaat kreeg ƒ1,40 per dag. Een korporaal<br />

ontving ƒ2,10 per dag en een sergeant ƒ2,45 per dag. Alle drie de groepen ontvingen<br />

bovendien nog een oorlogstoelage van ƒ0,30 per dag. Via Welfare (Welzijnsverzorging)<br />

kregen de <strong>soldaten</strong> maandelijks Engelse sigaretten. In het legerrantsoen zaten ruime<br />

aantallen sigaretten en 5 flessen Amstel bier van de bierbrouwer uit Batavia. De niet-rokers<br />

konden hun sigaretten goed verkopen op de pasar en gingen van dat geld soms eens lekker<br />

24

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!