Over Unentse soldaten overzee - t schoor udenhout - biezenmortel
Over Unentse soldaten overzee - t schoor udenhout - biezenmortel
Over Unentse soldaten overzee - t schoor udenhout - biezenmortel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Na een half jaar begon de dagelijkse sleur ver van huis ook het <strong>soldaten</strong>leven te beheersen.<br />
Het kampement in Mr. Cornelis (een klein dorpje bij Batavia aan de weg naar Buitenzorg)<br />
bestond uit een doodlopende zijstraat van 200 m lang met aan beide zijden stenen huizen.<br />
Het kamp was rondom afgezet met een zware prikkeldraadomheining. Voor aan de straat<br />
was een slagboom aangebracht. Een soldaat uit Oirschot was op een snikhete dag de<br />
wachtpost. Hij werd geacht daar staand met het geweer aan de voet of aan de schouder<br />
oplettend bezig te zijn, zodat niemand ongezien vanaf de hoofdweg het kamp zou betreden.<br />
Hij had voor het openen en neerlaten van de slagboom de beschikking over koelie<br />
Mohammed. Die man had een klein zelfgemaakt houten bankje en kon dus zittend met een<br />
touw in zijn hand het werk doen. Het was die middag echt snikheet en de soldaat wilde tegen<br />
de regels in ook wel eens gaan zitten, twee uur staan is immers niet prettig. Hij gebaarde<br />
naar de koelie dat hij zelf op dat bankje wilde gaan zitten. Mohammed moest maar gaan<br />
staan. Even later kwam een groene stafauto van het leger voor de poort gereden, de soldaat<br />
bleef rustig op het bankje zitten en gebaarde naar de koelie de slagboom te openen. Na<br />
enkele meters stopte de stafauto en er stapte een verontwaardigde commandant van de 7-<br />
Decemberdivisie, generaal-majoor Dürst Britt, herkenbaar aan de officierspet met rode band,<br />
uit. Hij eiste van de wachtpost dat die in de houding ging staan en de verplichte groet bracht.<br />
De soldaat stond wat onverschillig op en salueerde slapjes. De generaal vroeg aan hem:<br />
“Weet je wel wie hier voor je staat?” De soldaat zei het niet te weten. De intussen door<br />
anderen gewaarschuwde opperwachtmeester kwam aangesneld, maar het kwaad was<br />
geschied. De soldaat kreeg een week celstraf en ook daar lag de soldaat niet wakker van.<br />
Het kon hem zover van huis “allemaal niks meer verdommen”. Hij moest zijn straf uitzitten in<br />
de voorkamer van het eerste huis van waaruit hij overdag, zonder veters in zijn schoenen, op<br />
een bankje naast de wachtcommandant zat. Eten en drinken werden bij hem gebracht en vrij<br />
van wacht kon hij comfortabel het verkeer in het kampement en op de doorgaande weg en<br />
op de naastliggende spoorlijn volgen.<br />
Maar het kon ook nog anders. Al eerder was afgekondigd dat behalve de baboes (de<br />
wasvrouwen) er geen vrouwen in het kampement toegelaten mochten worden. Een soldaat<br />
stond die avond in het donker aan de poort op wacht als de opperwachtmeester met een<br />
inlandse vrouw naar zijn kamer in het kamp wil. De soldaat weigerde haar de toegang. De<br />
opper eiste als meerdere dat hij op zijn bevel haar moest toelaten. De soldaat reageerde<br />
hierop door te zeggen dat hij van dit feit melding zou maken in het aantekenboek van de<br />
wachtcommandant. En dat deed hij ook. Hij heeft nooit meer iets over dit voorval gehoord.<br />
Omdat vele militairen als gevolg van muskietenplagen malaria kregen en tijdelijk als<br />
wachtposten uitvielen, moest eens een administratief medewerker wachtlopen. De eerste de<br />
beste keer was het raak. Er werd geschoten, er waren in de achterliggende kampongs<br />
vijandelijke bewegingen geconstateerd, zo meende de wacht. Het bleken echter vuurvliegjes<br />
te zijn in plaats van vijandelijke zaklampen. Zo zie je maar, alles moet geleerd worden.<br />
In de Benedenstad van Batavia met veel moerasachtige gebieden waren muskietenplagen<br />
een ware ramp. Het aantal malariagevallen steeg zeer snel, er moest wat gebeuren. De<br />
oplossing was, dat vliegtuigjes met sproeiapparatuur aan boord het zeer giftige middel DDT<br />
over het gebied verspreidden. De muskieten overleefden het niet, de militairen wel. Ruim tien<br />
jaren later werd het middel over de hele wereld verboden, met uitzondering voor de grote<br />
sprinkhanenplagen in Afrika.<br />
Een soldaat had op Eerste Paasdag van 1947 de wacht tot acht uur ’s avonds. Er zou die<br />
avond om zes uur door de koks een feestelijke maaltijd verstrekt worden. Men zou porties<br />
bewaren voor de wachtposten zodat die na afloop van de wacht alsnog aan hun trekken<br />
zouden komen. De koks hadden echt hun best gedaan, de laatste gang bestond uit pudding<br />
met rum. Toen de soldaat na de wacht in de keuken kwam, bleek de pudding nagenoeg op,<br />
maar het restant dreef wel in een flinke hoeveelheid rum. De soldaat had nog nooit van rum<br />
gehoord, maar het was wel lekker. Hoe het die paasdag verder was gegaan heeft de soldaat<br />
niet meer geweten.<br />
32