05.09.2013 Views

'DE' JONGERE BESTAAT NIET - Marije Cornelissen

'DE' JONGERE BESTAAT NIET - Marije Cornelissen

'DE' JONGERE BESTAAT NIET - Marije Cornelissen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

vallen. De adolescentie is een periode waarin jongeren zich los moeten maken van de<br />

ouders. Zij moeten hun definitieve autonomie winnen en gaan langzamerhand zelf<br />

over hun eigen leven beslissen. Door dit losmakingsproces verandert de aard van de<br />

relatie met de ouders. De invloed van leeftijdgenoten wordt belangrijker, en jongeren<br />

leren meer met anderen om te gaan op basis van gelijkwaardigheid. Lange tijd is men<br />

er in de sociologie van uit gegaan dat deze periode per definitie met conflict gepaard<br />

gaat; dat de invloed van ouders en leeftijdgenoten tegenstrijdig is. Inmiddels is echter<br />

gebleken dat dit niet het geval is. Ouders en leeftijdsgenoten beïnvloeden jongeren op<br />

manieren die niet tegenstrijdig (hoeven te) zijn. De relatie met de ouders is vooral van<br />

invloed op het algemene welbevinden van jongeren. Dit algemene welbevinden is een<br />

basisgegeven in de ontwikkeling van kinderen en blijft op dezelfde wijze bestaan in de<br />

adolescentie. Dit welbevinden is dus geen levensfasegebonden factor. De<br />

identiteitsontwikkeling, die hierboven ook al even genoemd werd in verband met<br />

jongerenculturen, is wel verbonden met de puberfase. Hierop hebben leeftijdsgenoten<br />

veel meer invloed. Zij zitten immers gezamenlijk in het<br />

identiteitsontwikkelingsproces. 22<br />

Adolescenten zetten zich dus niet per definitie af tegen hun ouders. Ouders blijven<br />

een grote invloed hebben op het leven van jongeren, alleen komt daarnaast de invloed<br />

van leeftijdsgenoten erbij. Uit onderzoek van Wim Meeus is gebleken dat de invloed<br />

van ouders en leeftijdsgenoten niet strijdig met elkaar is, maar eerder neutraal of in<br />

overeenstemming. Verreweg de meeste jongeren (78%) kunnen goed opschieten met<br />

hun ouders en maken geen zware identiteitscrisis door. Van de jongeren die in de<br />

puberteit wel een problematische relatie met hun ouders hebben, had 65% ook als<br />

kind al een conflictueuze verhouding met hen. Het negatieve beeld dat deze jongeren<br />

over volwassenen hebben vindt zijn basis in de slechte relatie die zij met hun ouders<br />

hebben.<br />

Een andere factor die meespeelt voor jongeren die een conflictueuze puberteit<br />

doormaken is hun maatschappelijke positie. Jongeren uit een lagere sociale klasse met<br />

een lager opleidingsniveau zetten zich gemiddeld meer af tegen de wereld van<br />

volwassenen dan hoger opgeleide jongeren uit een hogere sociale klasse. 23<br />

Helaas zijn er in het onderzoek van Meeus geen gegevens opgenomen over mogelijke<br />

verschillen tussen autochtone en allochtone jongeren. Deze differentiatie kan hier dus<br />

niet geboden worden.<br />

Op individueel niveau ervaren jongeren in het algemeen dus geen generatieconflict<br />

tussen zichzelf en de oudere generatie. Voor degenen die dit conflict wel ervaren is<br />

niet zozeer hun leeftijd/levensfase van belang als wel de relatie met hun ouders die al<br />

eerder slecht was.<br />

Toch is de beeldvorming over het bestaan van een generatiekloof tussen jongeren en<br />

de generatie vlak boven hen zeer hardnekkig. Dit valt terug te voeren op het feit dat<br />

met name volwassenen deze kloof zien. Zoals in hoofdstuk twee werd beschreven<br />

hebben zowel jongeren als volwassenen een negatiever beeld over jongeren dan over<br />

volwassenen. Jongeren zijn dus kritischer over zichzelf dan over volwassenen, terwijl<br />

25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!