opportuun - Openbaar Ministerie

16 OM-CONGRES
Ybo Buruma
Hans Boutellier
Siem Eikelenboom
> Redelijke wezens
‘Wat ik u in reactie op de voorstudies van
de voorgaande hoogleraren ga voorleggen
is een voorlopig standpunt’, zegt Harm
Brouwer.
‘Buruma verwoordt dat de burger permanent
het handelen van de overheid beoordeelt.
Daarbij maakt de burger gebruik van
technologie en kan de speurende burger
zijn bevindingen eenvoudig wereldkundig
maken. De overheid betrekt de burger
steeds meer bij haar taakvervulling.
Boutellier verklaart die zoektocht van de
overheid naar de burger uit het ontbreken
van een referentiekader. Beiden leggen de
nadruk op de wisselwerking tussen burger
en overheid. De burger is een redelijk
wezen en op zoek naar een even redelijke
overheid. De participerende burger wil
niet de plaats van de rechter en de offi cier
van justitie innemen. Hij wil als serieuze
gesprekspartner behandeld worden.
Burgerparticipatie dient zich ergens midden
tussen twee ongewenste uitersten af
te spelen: de ideeënbus enerzijds en het
toegeven aan de volkswil anderzijds.’
‘Het College is inderdaad van plan door
te gaan met het consulteren van burgers’,
vertelt Harm Brouwer de toehoorders. ‘We
denken aan een soort klankbordgroep die
een nog in te stellen interne Landelijke
Commissie Strafvorderingsrichtlijnen bij
gaat staan. En er wordt nagedacht over het
consulteren van burgers en belangengroepen
over voorgenomen beleid.
Eigenlijk is het verbazingwekkend hoe
naar binnen gekeerd onze beleidsvorming
altijd plaats heeft gevonden. Jan en alleman
wordt geconsulteerd bij de totstandkoming
van nieuwe beleidsregels, maar
dan alleen Jan en alleman voor zover zij
in de justitiehoek werkzaam zijn. De rest
van Nederland mag de beleidsregels in
de Staatscourant lezen. Dat kan echt niet
meer anno 2008.’
In de middag
Op twee verschillende locaties in het
fi lmtheater worden in het middagdeel
parallelsessies gehouden. De genodigden
hebben vooraf kunnen kiezen
naar welke spreker ze willen luisteren.
Zo neemt Diederik Greive, voorzitter
van de Landelijke Selectiecommissie
Opsporingsberichtgeving en hoofdoffi cier
in Middelburg, zijn toehoorders mee in
de wereld van Web 2.0 / 3.0. Greive schetst
de verregaande consequenties van deze
technische mogelijkheden voor de burger
als opspoorder.
In een andere zaal schetsen de landelijk
programmamakers Politie Nederland
Johan Bodrij en Jan Biemolt de gevolgen
die de veranderende maatschappij op het
politiebeleid heeft. De burger is geen klant
meer, maar partner van de politie geworden.
En het alarmnummer 112 ‘daar red je
levens mee’ zal veranderen in ‘daar vang je
boeven mee.’
Even kunnen de benen gestrekt worden,
daarna moet worden gekozen. Men kan
luisteren naar de secretaris criminaliteit
bij Midden en Klein Bedrijf Nederland Els
Prins die wijst op de afstand tussen ondernemers
en justitie. Ze pleit fel voor samenwerking.
‘Eigenrichting door ondernemers
komt voort uit boosheid en frustratie. Daar
waar afspraken gemaakt worden over
gegevens delen en uitwisselen blijkt veiligheid
toe te nemen.’
Óf men hoort Siem Eikelenboom aan. De
verslaggever van Het Financieele Dagblad
pleit voor uiterste terughoudendheid
van verborgen camera’s en microfoons.
‘Programma’s die stellen ”misstanden”
te onthullen zijn verworden tot amusementsprogramma’s.’
En wie zal deze trend
stoppen, vraagt hij zich af. ‘We zullen zelf
als journalisten onderling de discussie
moeten starten.’
Die discussie volgt direct daarop.
Congresgangers beamen dat het gebruik
van verborgen camera’s de pan uit rijst,
maar begrijpen dat die trend niet is te
stoppen.
Zoals fungerend hoofdoffi cier Chris van
Dam uitlegt: ‘Ik was van plan Peter R. de
Vries een pittige brief te schrijven, verontwaardigd
als ik was over wat hij had
gedaan. Maar na vandaag denk ik daar
anders over. Je kan er van in de stress raken,
maar het gebeurt gewoon. Misschien dat ik
eens in het algemeen met hem wil praten
over of dit nu de goede weg is.’
Tekst: Thea van der Geest
Voortaan wordt jaarlijks een OM-congres
gehouden. Gericht op iedereen met een professionele
belangstelling voor de strafrechtpraktijk
en de wisselwerking daarvan met
de samenleving.