Doorlichting partijstuctuur ChristenUnie.pdf - AA Planadvies
Doorlichting partijstuctuur ChristenUnie.pdf - AA Planadvies
Doorlichting partijstuctuur ChristenUnie.pdf - AA Planadvies
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong><br />
in het perspectief van de toekomst.<br />
- Er is meer dan voorheen in de wereld te doen -<br />
(J.R. Thorbecke)<br />
door ing. G.C.A. Schouwstra B.Pm.<br />
Eerste begeleider: J.P.E. van Leeuwen<br />
Tweede begeleider: H. Woudstra<br />
Eindscriptie<br />
Bestuurskunde & Overheidsmanagement<br />
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden.<br />
m.m.v. <strong>ChristenUnie</strong>, Amersfoort.<br />
Turijn (Avigliana),<br />
Lauterbrunnen (Stechelberg),<br />
Sneek,<br />
8 september 2009
Samenvatting/Leeswijzer<br />
In deze afstudeerscriptie wordt de partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> eerst vergeleken met<br />
die van andere politieke partijen en vervolgens geplaatst in een perspectief van steeds<br />
opeenvolgende generaties. De partij mag zich in een toenemende belangstelling verheugen<br />
wat leidt tot instroom van nieuwe leden die tevens nieuwe ideeën met zich meebrengen. Dit<br />
heeft geleid tot vragen over de organisatiestructuur die binnen de partij zijn gaan leven.<br />
Na de beschrijving in hoofdstuk 2 van de doel- en vraagstelling wordt in hoofdstuk 3 vanuit<br />
een historisch perspectief de ontwikkeling van de democratie in Nederland geschetst tot aan<br />
het ontstaan van de politieke partijen. Vervolgens worden de huidige partijen beschreven en<br />
de verenigingstructuur toegelicht.<br />
In hoofdstuk 4 worden de onderzoeksresultaten neergezet en beschouwd. Van negen partijen<br />
is de structuur doorgelicht en vastgelegd in de bijlagen 1 t/m 9. Vervolgens is gekeken naar de<br />
wijze van organisatie en de fundamentele verschillen. Bij trends en ontwikkelingen is vooral<br />
veel aandacht besteed aan de generatieverschillen en nieuwkomers van buiten de<br />
reformatorische traditie. Ondersteund met interviews en een enquête onder het partijkader<br />
wordt verder specifiek ingegaan op de wijze waarop de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong><br />
hierop moet aansluiten.<br />
In hoofdstuk 5 komen de verschillende conclusies bij elkaar en worden enkele stellingen ter<br />
discussie neergezet. In hoofdstuk 6 volgen de evaluatie van de totstandkoming van het<br />
schrijfproces en een aantal concrete aanbevelingen, gevolgd door de literatuurlijst in<br />
hoofdstuk 7.<br />
Uiteindelijk ligt er een – verre van compleet – product, dat voor het komende jaar als aanzet<br />
kan dienen voor discussie en planvorming binnen de <strong>ChristenUnie</strong>. Daarnaast kan het enige<br />
tijd een functie hebben als achtergronddocument, waarbij de houdbaarheid beperkt is, omdat<br />
de ontwikkelingen niet stil staan.<br />
De genummerde bijlagen 1 t/m 14 bestaan uit door de schrijver samengestelde gegevens, die<br />
als belangrijke bronnen voor de scriptie worden gebruikt. Supplement A bestaat uit een<br />
verzameling onbewerkt bronnenmateriaal en behoort feitelijk niet bij de scriptie.<br />
Noot van de auteur:<br />
Na het succesvol afstuderen op 28 augustus is deze scriptie tot 8 september aangevuld met de<br />
laatste resultaten van de enquête. Tegelijkertijd zijn enkele, overwegend taalkundige,<br />
onvolkomenheden verholpen. Daarna is de scriptie vrijgegeven voor publicatie.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 2 8 september 2009
Inhoudsopgave<br />
Samenvatting/Leeswijzer........................................................................................................2<br />
Inhoudsopgave .......................................................................................................................3<br />
Voorwoord .............................................................................................................................4<br />
1 Inleiding ..............................................................................................................................5<br />
1.1 Keuze onderwerp..........................................................................................................5<br />
2 De doel- en vraagstelling. ....................................................................................................6<br />
2.1 De doelstelling van deze afstudeeropdracht...................................................................6<br />
2.2 Centrale vraagstelling. ..................................................................................................6<br />
2.3 Afgeleide vragen...........................................................................................................6<br />
2.4 Gebruikte werkwijze en methodologie. .........................................................................7<br />
3 Inhoudelijke oriëntatie.......................................................................................................12<br />
3.1 Historisch perspectief..................................................................................................12<br />
3.2 De vorming van politieke partijen. ..............................................................................14<br />
3.3 Ontwikkeling naar de politieke partijen van vandaag. .................................................15<br />
3.4 Partijen actief in de nationale politiek. ........................................................................16<br />
3.5 De politieke partij als vereniging.................................................................................17<br />
4 Onderzoeksresultaten.........................................................................................................19<br />
4.1 Hoe zijn de verschillende politieke partijen georganiseerd?.........................................19<br />
4.2 Wat zijn de fundamentele verschillen tussen deze organisaties? ..................................20<br />
4.3 Hoe ontwikkelen de verschillende generaties zich en waarom is dit relevant voor de<br />
partijstructuur? .................................................................................................................25<br />
4.4 Hoe heeft de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong> zich ontwikkeld?..................................32<br />
4.5 Wat zijn de kansen en bedreigingen voor de <strong>ChristenUnie</strong>? ........................................41<br />
5 Conclusies en discussie......................................................................................................47<br />
5.1 Analyse.......................................................................................................................47<br />
5.2 Synthese. ....................................................................................................................49<br />
5.3 Discussie (stellingen)..................................................................................................50<br />
6 Evaluatie en aanbevelingen................................................................................................51<br />
6.1 Evaluatie.....................................................................................................................51<br />
6.2 Aanbevelingen............................................................................................................52<br />
7 Literatuurlijst.....................................................................................................................54<br />
Bijlage 1 – De partijstructuur van het CDA. .........................................................................55<br />
Bijlage 2 – De partijstructuur van de PvdA...........................................................................60<br />
Bijlage 3 – De partijstructuur van de SP. ..............................................................................63<br />
Bijlage 4 – De partijstructuur van de VVD. ..........................................................................66<br />
Bijlage 5 – De partijstructuur van de PVV............................................................................71<br />
Bijlage 6 – De partijstructuur van GroenLinks......................................................................74<br />
Bijlage 7 – De partijstructuur van D66..................................................................................78<br />
Bijlage 8 – De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong>. ..............................................................82<br />
Bijlage 9 – De partijstructuur van de SGP.............................................................................85<br />
Bijlage 10 – Interview met Arno Brok (VVD). .....................................................................89<br />
Bijlage 11 – Interview met Hans van den Broek en Andries Ekhart (PvdA). .........................92<br />
Bijlage 12 – Tweegesprek met Jouke-Jan de Groot (<strong>ChristenUnie</strong>).......................................99<br />
Bijlage 13 – Vragenlijst kaderleden <strong>ChristenUnie</strong>...............................................................103<br />
Bijlage 14 – Metadata vragenlijst kaderleden <strong>ChristenUnie</strong>. ...............................................115<br />
Supplement A – Losse bundel met statuten en reglementen. ...............................................130<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 3 8 september 2009
Voorwoord<br />
Deze afstudeeropdracht is bijzonder. Eerder dit voorjaar was ik op de NHL al afgestudeerd in<br />
de richting Built Environment (verkeerskunde), net voordat de school de gebouwen aan de<br />
Vondelstraat gaat verlaten. Het was in 1980, nu bijna dertig jaar geleden, dat ik op de HTS in<br />
Leeuwarden als student werktuigbouwkunde in de schoolbanken zat. Inmiddels is die school<br />
opgegaan in de NHL, de gebouwen zijn uitgebreid en het aantal studenten is verveelvoudigd.<br />
Toch ademt het gebouw voor mij nog iets bekends uit, iets van vroeger. Nog even, want<br />
binnen een jaar zal de school deze zo vertrouwde plek verlaten om er nooit meer terug te<br />
keren.<br />
Na twee jaren van vruchteloze pogingen, kwam ik tot de conclusie dat het traditionele<br />
studeren niet zo goed bij mij paste. Ik ben daarop mijn eigen weg gegaan en dat ging goed. Na<br />
een lange en afwisselende carrière werk ik nu als beleidsadviseur Verkeer & Vervoer bij de<br />
provincie Fryslân. Daarnaast ben ik al jaren actief binnen de <strong>ChristenUnie</strong>, het laatste jaar ook<br />
als lid van het Landelijke Betuur. Geïnspireerd door mijn omgeving ben ik gaan nadenken<br />
over mijn verdere persoonlijke ontwikkeling. De Covey-cursus 1 en de cursus Excellent<br />
Onderhandelen 2 hebben beide in belangrijke mate aan dat proces bij gedragen.<br />
In overleg met en op kosten van mijn werkgever ben ik daarom in het voorjaar van 2008 een<br />
tweetal EVC-procedures (Erkenning van Verworven Competenties) gestart. Dit heeft geleid<br />
tot een dubbele afstudeeropdracht in 2009, waarvan dit de laatste is.<br />
Mijn eerste onderwerpkeuze was “Interpretaties van integriteit” met een focus op mijn eigen<br />
organisatie. Ne enkele maanden bleek deze keuze toch te veel risico’s met zich mee te<br />
brengen. Na een periode van bezinning heb ik de draad weer opgepakt en ben met een nieuw<br />
onderwerp gestart. Ik heb daarbij opnieuw gekozen voor de partijstructuur van de<br />
<strong>ChristenUnie</strong>, een onderwerp wat dichtbij mij staat. In 1979 werd ik voor het eerst lid van een<br />
politieke partij en wel D66. Midden jaren tachtig voelde ik mij meer thuis bij de christelijke<br />
EVP, maar ik wilde uiteindelijk de overstap naar GroenLinks niet volgen. In 1994 werd ik<br />
actief voor de RPF in Sneek en daar ben ik sindsdien gebleven. Sinds 2008 ben ik ook lid van<br />
het Landelijk bestuur van de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />
Ik wil mijn collega’s, degenen die meewerkten aan de interviews en gesprekken, de<br />
begeleidende docenten en mijn vrouw Nienke bedanken voor hun inbreng en steun bij het<br />
gehele proces. Om na zo’n lange tijd de terminologieën van een onderwijsomgeving weer op<br />
te pakken valt niet mee. Er zijn grote culturele verschillen tussen een leer- en een<br />
werkomgeving. En als je als laatstejaars nog uitgelegd moet worden wat een “propedeuse”<br />
inhoudt, is er nog een hele kloof te overbruggen.<br />
Met het uitvoeren van deze opdracht heb ik voldaan aan het eindniveau van de<br />
bacheloropleiding Bestuurskunde / Overheidsmanagement. Ik spreek daarbij de hoop uit dat<br />
dit document ook binnen de <strong>ChristenUnie</strong> een rol mag gaan vervullen als aanzet voor een<br />
verder bewustwording- en veranderingsproces. Veel leesplezier daarbij gewenst.<br />
Gert Schouwstra.<br />
1 Stephen R. Covey, De 7 Eigenschappen van Effectief Leiderschap, 1993.<br />
2 Roger Fischer, William Ury & Bruce Patton, Excellent Onderhandelen (The Harvard Negotiation Project)<br />
1981.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 4 8 september 2009
1 Inleiding<br />
In het voorjaar van 2008 is door mij een EVC-procedure gevolgd. De eindcompetenties van<br />
de opleiding Bestuurskunde / Overheidsmanagement zijn vergeleken met een door mij<br />
opgesteld portfolio. Om het diploma te kunnen behalen is het hieronder staande concrete<br />
ontwikkeladvies afgegeven:<br />
“Het uitvoeren van een afstudeeropdracht op advanced niveau volgens de syllabus afstuderen,<br />
met een daaraan gekoppeld onderzoek. Dit onderzoek moet het niveau hebben zoals is<br />
opgenomen in het studieprogramma deeltijd Bestuurskunde en Overheidsmanagement.”<br />
Om te kunnen afstuderen, zal aan deze eisen voldaan moeten worden. Hiervoor heb ik een<br />
plan van aanpak geschreven. Dit plan van aanpak is in mei 2009 voorgelegd aan twee<br />
begeleiders van de NHL, de heren J.P.E. van Leeuwen en H. Woudstra en aan twee externe<br />
begeleiders van de <strong>ChristenUnie</strong>, de heren M van Hulst en J.J. de Groot. Na het verwerken<br />
van de commentaren is het plan van aanpak uitgewerkt tot deze scriptie.<br />
1.1 Keuze onderwerp<br />
Gekozen is voor het onderwerp “De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van<br />
de toekomst”. Binnen de <strong>ChristenUnie</strong> zal naar mijn verwachting binnenkort behoefte<br />
ontstaan aan een evaluatie van de structuur en werkwijze. De huidige bestuursvorm is vooral<br />
historisch gegroeid en datzelfde geldt voor de structuur van de vereniging. Andere politieke<br />
partijen zijn soms heel anders georganiseerd.<br />
Gekozen is voor een aanpak waarbij de scriptie in feite in twee delen uiteenvalt. In het eerste<br />
deel wordt ingegaan op het ontstaan van het politieke bestuurssysteem met de bijbehorende<br />
partijstructuren. Daarbij worden negen politieke partijen in Nederland met elkaar vergeleken.<br />
In het tweede deel wordt de ontwikkeling van verschillende generaties geschetst als zijnde<br />
relevant voor de politiek-maatschappelijke ontwikkelingen. Daarna wordt de partijstructuur<br />
van de <strong>ChristenUnie</strong> uitgelicht en geanalyseerd. Hieraan is ook een onderzoek in de vorm van<br />
een enquête onder kaderleden van de partij verbonden. Vervolgens worden de onderdelen bij<br />
elkaar gebracht, conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan voor de toekomstige<br />
partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />
Dit onderzoek is niet geschreven in opdracht van de <strong>ChristenUnie</strong> of iemand anders, maar<br />
geheel vanuit de persoonlijke interesse van de schrijver. Belangrijke onderdelen, zoals het<br />
uitzetten van de enquête, zijn wel door het partijbureau van de <strong>ChristenUnie</strong> gefaciliteerd.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 5 8 september 2009
2 De doel- en vraagstelling.<br />
2.1 De doelstelling van deze afstudeeropdracht<br />
Het doel van deze afstudeeropdracht is om vast te stellen of de organisatievorm van de<br />
<strong>ChristenUnie</strong> toekomstvast is in het perspectief van de komende generaties.<br />
Dit doel wordt bereikt door de verenigingstructuren van politieke partijen met elkaar te<br />
vergelijken en daar de meest onderscheidende verschillen uit te destilleren, door de trends en<br />
ontwikkelingen van de verschillende generaties te onderscheiden en door een enquête uit te<br />
voeren onder de kaderleden van de <strong>ChristenUnie</strong>. Met de gevonden verschillen en andere<br />
verzamelde gegevens wordt inzicht verkregen in het functioneren van de verenigingsstructuur<br />
van de <strong>ChristenUnie</strong>, waarmee deze geëvalueerd en verbeterd kan worden.<br />
De resultaten van de scriptie zullen in het najaar van 2009 ook ter informatie aangeboden<br />
worden aan het <strong>ChristenUnie</strong> bestuur. De uit het onderzoek voortkomende conclusies en<br />
aanbevelingen zullen zijn gericht op de ontwikkelingsmogelijkheden voor de <strong>ChristenUnie</strong> als<br />
organisatie.<br />
2.2 Centrale vraagstelling.<br />
Is de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong> toekomstvast in het licht van de komende generaties?<br />
Moet het beleid worden aangepast en is het wenselijk de huidige partijstructuur te<br />
veranderen? Deze vragen zullen worden beantwoord in hoofdstuk 5.<br />
2.3 Afgeleide vragen.<br />
Om de centrale vraag te kunnen beantwoorden, zullen eerst de hieronder staande vragen<br />
moeten worden beantwoord. Hieronder wordt ingegaan op de vraagstelling en de toegepaste<br />
methode. De beantwoording van deze vragen vindt plaats in hoofdstuk 4.<br />
2.3.1 Hoe zijn de verschillende politieke partijen georganiseerd?<br />
Het gaat hier om het verzamelen of opstelen van organigrammen, en benoemen van de taken<br />
en bevoegdheden van de geledingen, enz. Hoe lopen de lijnen van de individuele leden (of<br />
betrokken kiezers) naar de top van de organisatie? Is er naast een formele ook nog een<br />
informele structuur?<br />
Methode:<br />
o Literatuuronderzoek (vooral internet)<br />
o Documentenonderzoek (statuten en reglementen, en organigrammen).<br />
o Open interviews met vertegenwoordigers van politieke partijen.<br />
2.3.2 Wat zijn de fundamentele verschillen tussen deze organisaties?<br />
In feite is deze vraag afgeleid van vraag 2.3.1. Lijken de partijen op elkaar of niet? Wat zijn<br />
de bepalende kenmerken? Het gaat hier om een nadere analyse van de verschillen.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 6 8 september 2009
Methode:<br />
o Beleidsanalyse van de verzamelde gegevens.<br />
2.3.3 Hoe ontwikkelen de verschillende generaties zich en waarom is dit relevant voor de<br />
partijstructuur?<br />
De maatschappij verandert voortdurend. De individualisering en mondigheid nemen nog<br />
steeds toe en de collectiviteit en de organisatiegraad nemen af. Ook is de bindingsgraad per<br />
partij verschillend. De behoeften van verschillende generaties lijken steeds te veranderen.<br />
Politieke partijen moeten hier op inspelen en hun organisatie aanpassen om te kunnen<br />
overleven. Maar welke trends zijn relevant?<br />
Methode:<br />
o Literatuuronderzoek.<br />
o Half gestructureerde interviews.<br />
o Beleidsanalyse van de verzamelde gegevens.<br />
2.3.4 Hoe heeft de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong> zich ontwikkeld?<br />
Na de fusie van GPV en RPF heeft de <strong>ChristenUnie</strong> zich verbreed tot een principiële sociaalchristelijke<br />
partij. Hierdoor zijn er nieuwe kiezers bijgekomen, o.a. uit de evangelische en<br />
rooms-katholieke hoek. Ook de maatschappelijke trend om meer te democratiseren gaat niet<br />
aan de partij voorbij. Welke verbeteringen zijn gewenst? En welke zijn mogelijk? Dit moet<br />
vooral blijken door de in interviews en enquête gesignaleerde knelpunten uit te werken.<br />
Methode:<br />
o Half gestructureerde interviews.<br />
o Vragenlijst (enquête kaderleden via internet) met data-analyse.<br />
o Beleidsanalyse van de verzamelde gegevens.<br />
2.3.5 Wat zijn de kansen en bedreigingen voor de <strong>ChristenUnie</strong> als organisatie?<br />
Wat zijn de sterke en zwakke kanten van de partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong>? Is er iets te<br />
leren van de vergelijking met de structuur van de andere partijen of de resultaten van de<br />
enquête? En als blijkt dat dit zo is, gaat het dan om bijstellen, of een fundamentele wijziging<br />
van de organisatie? In feite worden alle verzamelde data en verkregen antwoorden hier<br />
samengebracht, waarna de centrale vraag beantwoord kan worden.<br />
Methode:<br />
o Half gestructureerde interviews.<br />
o Beleidsanalyse van de verzamelde gegevens.<br />
2.4 Gebruikte werkwijze en methodologie.<br />
2.4.1 Welke politieke partijen worden bij de vergelijking betrokken?<br />
Bij het onderzoek naar partijstructuren moest in deze studie een beperking worden<br />
aangebracht in het aantal partijen. Vanwege het grote aanbod was het niet wenselijk om elke<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 7 8 september 2009
partij in het onderzoek te betrekken. Belangrijk is om te weten of partijen qua structuur<br />
onderscheidend zijn ten opzichte van elkaar. Om dit te weten te komen is gebruik gemaakt<br />
van literatuuronderzoek (vooral internet), documentenonderzoek (statuten en reglementen) en<br />
interviews met kaderleden van de partij. Redenerend vanuit partijgrootte, zich<br />
onderscheidende partijstructuren en politieke relevantie is een voorlopige keuze gemaakt.<br />
Bestuurservaring en bewezen stabiliteit zijn ook factoren die bij deze selectie hebben<br />
meegewogen. Op deze mnier zijn er naast de <strong>ChristenUnie</strong> nog 7 partijen geselecteerd, te<br />
weten: CDA, PvdA, SP, VVD, PVV, GroenLinks en D66. Dit omdat binnen deze groep<br />
partijen de meest voorkomende verschillen kunnen worden verwacht. Vanwege de door velen<br />
ervaren ideologische verwantschap met de <strong>ChristenUnie</strong>, het historisch perspectief en het feit<br />
dat het om de oudste nog bestaande politieke partij in Nederland gaat, is ook de SGP als 9 e<br />
partij meegenomen.<br />
Niet alle partijen zijn meegenomen. Zo waren de ééndagsvliegen Leefbaar Nederland en LPF<br />
in 2007 en 2008 al opgeheven. Ook TON, die net heeft aangekondigd mee te zullen doen met<br />
de gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam, maar verder aan een interne strijd ten onder lijkt<br />
te gaan, is in het onderzoek niet meegenomen.<br />
In de loop van dit onderzoek bleek dat ook Andre Krouwel c.s. bij zijn onderzoek in 2008<br />
voor dezelfde negen politieke partijen had gekozen en deze naar typering in een model had<br />
gezet. Op zich zegt de politieke typering links/rechts niet veel over de verenigingsstructuur.<br />
Bij de typering progressief/conservatief zou het heel goed kunnen zijn dat deze typering niet<br />
alleen in de politieke opvattingen weerklinkt, maar ook zijn weerslag vindt in de vormgeving<br />
van de interne partijstructuren.<br />
Afbeelding 1: Model van de Nederlandse politieke ruimte – A. Krouwel en K. van Kersbergen (2008)<br />
2.4.2 Wetenschappelijk onderzoek versus argumentatie?<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 8 8 september 2009
Een onderzoek behoort op wetenschappelijk verantwoorde wijze te worden uitgevoerd.<br />
Meestal gebeurt dat door onderzoeksgegevens te analyseren en de uitkomsten samen te<br />
voegen tot conclusies. Bij het schrijven van een scriptie over een politiek onderwerp is die<br />
wetenschappelijke benadering heel moeilijk. In de politiek gaat het immers om opvattingen,<br />
om redeneringen, die niet altijd langs wetenschappelijk logisch lijnen lopen en desondanks<br />
een grote waarde in het maatschappelijk leven vertegenwoordigen. Politiek is bijna nooit<br />
wetenschappelijk verantwoord, maar wordt wel vaak met zware argumenten onderbouwd. De<br />
benadering en de focus zijn geheel anders. Mogelijk ligt hier het grote onderscheid tussen<br />
bestuurskunde en politicologie.<br />
“Bestuurskunde (engels: Public Administration) is een wetenschappelijke discipline die zich<br />
bezighoudt met de wijze waarop het openbaar bestuur functioneert, zowel intern als extern.<br />
Bestuurskundigen houden zich bezig met de beschrijving, verklaring en oplossing van<br />
praktische vraagstukken die te maken hebben met het bestuur de organisatie en het beleid van<br />
organisaties in het openbaar bestuur, in relatie tot de omgeving.” 3<br />
Bestuurskundigen houden zich dus vooral bezig met de organisatie van het openbare bestuur.<br />
Duwen en trekken en maken van beleid om maatschappelijke problemen op te lossen of<br />
doelen te verwezenlijken. Ze gebruiken veelal aanvaarde empirische of formele<br />
wetenschappelijke methoden. Het gaat in deze wetenschap om algehele kennis van het<br />
functioneren van de overheid, om public management.<br />
“Politicologie, ook wel politieke wetenschappen genoemd, is een discipline binnen de sociale<br />
wetenschappen die zich bezighoudt met het bestuderen van politiek. De huidige politicologie<br />
is in vergelijking met andere wetenschappen opmerkelijk omdat zij niet één methode hanteert<br />
en er niet één eenduidige definitie van het vakgebied te geven is.” 4<br />
Politicologen beschouwen het openbare bestuur dus op een geheel andere wijze: er wordt<br />
gewerkt met eigen methoden en normatieve aannames. De politicologie onderscheidt zich<br />
daarmee van andere vakken. Het ontbreken van een eenduidige definitie van het vakgebied,<br />
zonder vaste methode of theoretisch kader, maar daarbij wel doen van normatieve aannames<br />
is zeer ongebruikelijk. De niet zo vaak gebruikte term “normatieve wetenschap” 5 zou hier<br />
heel goed van toepassing kunnen zijn, omdat uit deze benaming het contradictionaire karakter<br />
naar voren komt. Wetenschap die een norm bevat of stelt, is immers uitzonderlijk.<br />
Binnen de verenigingsstructuur van een politieke partij komt het vaak voor dat de<br />
bestuurskundige en de politicologische invalshoek in elkaar overlopen. Deze werkwijze is<br />
goed te verklaren. Dat er behoefte is aan een goede organisatiestructuur binnen een politieke<br />
partij moge duidelijk zijn. De politici fungeren hierbij zelf als opdrachtgevers en laten de<br />
uitvoering en het ontwerpen van de structuren wijselijk over aan professionals, maar ze<br />
drukken natuurlijk wel hun stempel bij de uiteindelijke besluitvorming. Hierdoor ontstaat een<br />
mix, die resulteert in een bijzondere eigen cultuur. Op deze wijze onderscheiden politieke<br />
verenigingen zich van elke andere vereniging.<br />
Bij het beschouwen van een politieke organisatiestructuur is de wetenschappelijke<br />
bestuurskundige benadering misschien niet de beste en zeker niet de enige methode. De<br />
3 Definitie overgenomen uit Wikipedia.<br />
4 Definitie overgenomen uit Wikipedia.<br />
5 D. Batens, Menselijke kennis - pleidooi voor een bruikbare rationaliteit (Garant 2004)<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 9 8 september 2009
politicologische insteek (geen vaste methode, maar wel goed beargumenteren en beredeneren)<br />
zou hier wel eens beter kunnen werken. Dat oordeel moet echter door de lezer gegegeven<br />
worden.<br />
In ieder geval wordt deze benadering wel ondersteund: Professor Michiel Herweijer schreef<br />
hierover: “Wie de houdbaarheid van een bepaalde stelling wil aantonen, wordt uitgedaagd<br />
om te argumenteren. /……/ Voor de diverse stappen in de redenering zullen argumenten<br />
moeten worden gegeven. Een consistent en logisch verhaal vertrekkend vanuit algemeen<br />
geaccepteerde aannames heeft overtuigingskracht. De houdbaarheid van de claim zal echter<br />
moeten worden vastgesteld door anderen.” 6<br />
Om het doel te bereiken, namelijk het beantwoorden van de vraag of de organisatie van de<br />
<strong>ChristenUnie</strong> toekomstvast is in het licht van de komende generaties, wordt dus gekozen voor<br />
een dubbele aanvliegroute. Bij het vergelijken van partijstructuren is gekozen voor een meer<br />
methodische benadering. Bij het doorvertalen van de generatieverschillen en de uitkomsten<br />
van de enquête is gekozen voor een beschouwende, wat normatieve redeneerlijn welke zo<br />
veel mogelijk met argumenten wordt ondersteund.<br />
Soms gaan dingen anders dan gedacht. Of met deze werkwijze de juiste benadering is<br />
gekozen mag de lezer uitmaken. Elsschot schreef het al in een gedicht: “Want tussen droom<br />
en daad staan wetten in de weg, en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand<br />
kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.” 7<br />
2.4.3 Gekozen werkwijze bij de diverse onderdelen.<br />
Bij de verschillende onderdelen, die overigens behoorlijk door elkaar heen lopen, is gekozen<br />
voor diverse werkwijzen. De reden hiervoor is uitgelegd in de vorige paragraaf.<br />
Voor de vergelijking van de partijstructuren is vooral gebruik gemaakt van<br />
literatuuronderzoek. Nadat was bepaald welke partijen relevant waren voor het onderzoek,<br />
zijn de verschillende statuten en reglementen van de betreffende partijen naast elkaar gelegd<br />
en uitgeplozen. Vervolgens is een vergelijking gemaakt en systematisch uitgeschreven in<br />
factsheets. Deze factsheets zijn als bijlagen 1 t/m 9 toegevoegd.<br />
Voor de generatievergelijking is gebruik gemaakt van bestaande literatuur en veel<br />
commentaren op internet. Hierin is een verhaallijn aangebracht die aansluit bij het onderwerp<br />
en er zijn enkele conclusies aan verbonden.<br />
Aan de interviews met burgemeester Brok (VVD) en wethouders Van den Broek en Ekhart<br />
(PvdA) die integraal zijn opgenomen in bijlage 10 en 11, is op zichzelf niet veel betekenis te<br />
geven. Ze leveren wel een belangrijke ondersteuning voor de gevonden resultaten. Gekozen is<br />
voor een open interview over de ontwikkeling van de partijstructuren en culturele verschillen.<br />
Het tweegesprek met de heer de Groot (<strong>ChristenUnie</strong>) heeft een belangrijke bijdrage geleverd<br />
bij het opstellen van de redeneerlijnen. De gesprekslijn hiervan is puntsgewijs opgenomen in<br />
bijlage 12.<br />
6 M. Herweijer, Normen en rechtshandelingen, rechtswetenschap als interpreteren en observeren (2003)<br />
7 Willem Elsschot, Het Huwelijk (1910)<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 10 8 september 2009
Tijdens het gesprek met de heer de Groot is het idee geboren om in plaats van een beperkte<br />
algemene ledenpoll (1 vraag, met maximaal 7 antwoorden) een uitgebreidere enquête onder<br />
alleen de kaderleden te houden. Gekozen is voor stellingen waarbij op een schaal van 1 tot 5<br />
kon worden aangegeven in hoeverre men het met de stelling eens was. De stellingen hadden<br />
betrekking op knelpunten die in de diverse gesprekken naar voren waren gebracht. De<br />
resultaten zijn opgenomen in de bijlagen 13 en 14.<br />
De <strong>ChristenUnie</strong> wilde de enquête faciliteren via haar website en door een bericht naar de<br />
ruim 1800 kaderleden te versturen. Bijzonder was dat er geen compleet mailbestand van het<br />
kader bleek te zijn. Er waren wel aparte adressenbestanden van de bestuurdersvereniging (alle<br />
volksvertegenwoordigers en bestuurders) en van de secretarissen van de lokale verenigingen.<br />
Van alle overige bestuursleden, staffunctionarissen en schaduwfractieleden waren geen<br />
digitale adressenbestanden beschikbaar. Daarom is aan de secretarissen verzocht de<br />
vragenlijst binnen hun vereniging door te zenden. In hoeverre dat ook is gebeurd, kan niet<br />
worden nagegaan.<br />
Nadat alle gegevens zijn verzameld, zijn de hierboven beschreven onderdelen samengevoegd<br />
en is met behulp van argumenten een redeneerlijn neergezet, met de daarbij behorende<br />
conclusies. Hiermee is het geheel een logisch en duidelijk verhaal geworden.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 11 8 september 2009
3 Inhoudelijke oriëntatie<br />
De diepte in over het onderwerp partijstructuren en verwante zaken. Algemene theorie over<br />
de organisatie van het openbaar bestuur en politieke partijen in Nederland. Hoe werkt het<br />
systeem?<br />
In onze moderne democratieën kennen wij partijenstelsels. In sommige landen met twee of<br />
drie partijen, in andere landen met veel meer partijen. Daarnaast komt ook het personenstelsel<br />
voor. Het Nederlandse woord democratie stamt af van de Griekse woorden “dèmos” (volk) en<br />
“kratein” (heersen, regeren). De kern van een moderne democratie is dat het volk<br />
vertegenwoordigers kiest om wetten te maken en het land te regeren. Maar het kon ook<br />
anders: in het oude Athene stemde het volk zelf rechtstreeks over de wetten.<br />
We kunnen dus onderscheid maken tussen een directe democratie en een representatieve<br />
democratie. In een directe democratie kan iedereen die aan een wet moet gehoorzamen in<br />
gelijke mate meebeslissen over die wet. Vanwege praktische bezwaren wordt dit systeem in<br />
zijn oorspronkelijke vorm nergens meer toegepast.<br />
De representatieve democratie is ontstaan toen bevolkingsgroepen uitdijden en er steeds<br />
grotere gebieden bestuurd moesten worden. In een representatieve democratie draagt het volk<br />
een aantal nauwkeurig gedefinieerde bevoegdheden voor een beperkte tijd over aan een aantal<br />
afgevaardigden welke het volk 'representeren' en de wil van het volk uitvoeren. De invoering<br />
had zeker praktische redenen: directe democratie was voor een dorp met een paar honderd<br />
inwoners nog wel goed te organiseren, maar voor een heel land en verstoken van onze<br />
moderne communicatiemiddelen was het ondoenlijk. Een goed voorbeeld van een<br />
representatieve democratie is onze parlementaire democratie. Belangrijk aandachtspunt bij<br />
een representatieve democratie is wel dat er regelmatig verkiezingen moeten worden<br />
gehouden om te voorkomen dat de bevoegdheden permanent uit handen van het volk gaan.<br />
Directe democratie in een moderne context houdt in dat er instrumenten bestaan waarmee het<br />
volk macht kan uitoefenen, bijvoorbeeld door een bindend referendum op volksinitiatief.<br />
Nederland is ook een representatieve democratie, maar dat is niet altijd zo geweest,<br />
bijvoorbeeld in de Middeleeuwen. De Nederlandse democratie heeft wel een lange<br />
geschiedenis. Opmerkelijk is daarbij dat Nederland langer een republiek dan een monarchie is<br />
geweest.<br />
3.1 Historisch perspectief.<br />
Nederland ontwikkelde zich direct na de middeleeuwen als een zelfstandige natie.<br />
In 1568 begon de tachtigjarige oorlog doordat de Nederlandse gewesten gezamenlijk in<br />
opstand tegen de Spaanse koning kwamen. Onderling waren ze echter zo verdeeld dat ze niet<br />
gezamenlijk konden optrekken. Pas in 1579 verenigden de Noordelijke gewesten zich binnen<br />
de Unie van Utrecht die in de jaren daarna nog verder werd uitgebreid. Twee jaar later<br />
verklaarden de gewesten zich zelfstandig 8 en werd er een zoektocht opgezet naar een nieuwe<br />
landvoogd die het gebied wilde besturen. Dat wilde om politieke redenen niet zo goed slagen<br />
8 Plakkaat van Verlatinghe, 26 juli 1581, deze acte heeft enkele opvallende parallellen met de Amerikaanse<br />
Onafhankelijkheidsverklaring van 1776.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 12 8 september 2009
en daarom werd besloten om zelfstandig verder te gaan. In 1588 werd de Republiek der Zeven<br />
Verenigde Nederlanden opgericht. Deze kende een Staten-Generaal en een stadhouder uit het<br />
huis van Oranje als staatshoofd van de Republiek. Pas bij de vrede van Münster in 1648 werd<br />
het land erkend door de omliggende staten. Met zijn ongeveer tweeëneenhalf miljoen<br />
inwoners was Nederland geen grote staat, maar economisch en politiek gezien werd het in de<br />
Gouden Eeuw een wereldmacht.<br />
Dan komen er opnieuw rumoerige tijden. Na ruim 200 jaar, in 1795, werd door Frankrijk een<br />
einde gemaakt aan de zelfstandige republiek. Daarbij werden grote staatkundige<br />
hervormingen doorgevoerd. Na een militaire inval van Napoleon werd in Nederland de<br />
Bataafsche Republiek gesticht. Op 1 mei 1798 werd de eerste Grondwet 9 voor Nederland<br />
vastgesteld. Deze zogenaamde Staatsregeling heeft niet lang standgehouden. Na een<br />
structuurwijziging werd in 1806 de Bataafse Republiek opgeheven en werd ons land het<br />
“Koningrijk Holland” (geen spelfout), een constitutionele monarchie met Lodewijk Napoleon<br />
Bonaparte als heersend vorst. Ook deze heeft niet lang standgehouden, in 1810 werd de<br />
Grondwet opzij geschoven, het “Koningrijk Holland” geannexeerd en onderdeel gemaakt van<br />
Frankrijk.<br />
In 1813 werd Napoleon verslagen en werden door de overwinnaars grote staatkundige<br />
hervormingen doorgevoerd. Nederland haalde opnieuw een lid van het huis van Oranje<br />
binnen, maar nu als soeverein vorst. Nederland is dan nog even een prinsdom. Het Koninkrijk<br />
der Nederlanden werd in 1815 uitgeroepen waarbij Willem Frederik, de zoon van stadhouder<br />
Willem V, als koning Willem I op de troon kwam. Vanaf dat moment werd Nederland<br />
opnieuw een constitutionele monarchie. Hieraan is, met uitzondering van de periode 1940-<br />
1945, niet veel meer gewijzigd, wel zijn er andere belangrijke staatsrechtelijke wijzigingen<br />
geweest. In 1830 kwamen de Zuidelijke Nederlanden in opstand en stichtten een jaar later het<br />
nieuwe koninkrijk België. Ook het groothertogdom Luxemburg kwam hierdoor iets verder<br />
van Nederland te staan en werd in 1890 helemaal zelfstandig. Het hertogdom Limburg werd<br />
al in 1867 opgeheven en als provincie aan Nederland toegevoegd.<br />
Omdat er geen draagvlak meer was voor een product van de Franse revolutie, werd door de<br />
prins van Oranje in 1813 direct opdracht gegeven om een nieuwe Grondwet 10 op te stellen. In<br />
deze wet, die in 1814 gereed kwam, is de basis gelegd voor de huidige constitutionele<br />
monarchie. In artikel 52 van de Grondwet werd de volgende tekst opgenomen: De Staaten<br />
Generaal vertegenwoordigen het geheele Nederlandsche volk.” Hiermee werd volledig<br />
gebroken met de soevereiniteit van de provincies zoals die voor 1795 bestond.<br />
Al in 1815 besluit koning Willem 1 tot het vernieuwen van de Grondwet 11 . Hierbij werden de<br />
Staten-Generaal gesplitst in twee kamers: de Eerste Kamer, die werd benoemd door de<br />
Koning, mocht alleen ja of nee zeggen tegen een wetsvoorstel, de Tweede Kamer mocht<br />
stemmen over alle wetsvoorstellen en ze ook indienen. De koning behield veel macht en kon<br />
desgewenst de beide Kamers omzeilen. In 1840 werd de Grondwet opnieuw herzien en de<br />
afsplitsing van België eindelijk geregeld.<br />
In 1848 braken overal in Europa revoluties uit, wat er waarschijnlijk aan heeft meegewerkt<br />
dat koning Willem II aan Johan Rudolf Thorbecke de opdracht gaf om de Grondwet<br />
ingrijpend te herzien en te liberaliseren. Hiermee werd de grondslag gelegd voor onze huidige<br />
9 Staatsregeling van 1798 / Grondwet van de Bataafse Republiek (1 mei 1798)<br />
10 Grondwet voor de Vereenigde Nederlanden (29 maart 1814)<br />
11 Grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden (24 augustus 1915)<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 13 8 september 2009
parlementaire democratie. De macht van de koning werd flink ingeperkt en niet hij, maar de<br />
ministers werden vanaf dat moment verantwoordelijk voor het gevoerde beleid. De Tweede<br />
Kamer werd rechtstreeks gekozen en kreeg meer invloed. Wel was nog lang niet iedereen<br />
stemgerechtigd, alleen mannen die belasting betaalden mochten stemmen.<br />
Bij de herziening van de Grondwet in 1848 12 wordt de basis gelegd voor de bestuurlijke<br />
inrichting die we het “Huis van Thorbecke” noemen. Hierin worden de rollen en<br />
bevoegdheden van Koning, Staten-Generaal, Provincies en Gemeenten (Staatshoofd en 3<br />
bestuurslagen) beschreven.<br />
In latere jaren 13 volgen nog meer wijzigingen: het kiesrecht wordt<br />
aan steeds meer groepen toegekend, het districtenstelsel wordt<br />
vervangen door een systeem van evenredige vertegenwoordiging en<br />
in 1922 werd als laatste grote wijziging het vrouwenkiesrecht in de<br />
Grondwet verankerd. In 1983 vond een Algehele herziening van de<br />
Grondwet plaats. Hierbij werd de inhoud van de wet niet<br />
fundamenteel gewijzigd, wel werd de tekst geheel herzien,<br />
verouderde passages geschrapt en werden enkele nieuwe<br />
grondrechten toegevoegd. De Grondwet is dus beslist niet statisch,<br />
ook na 1983 zijn nog veel kleine wijzigingen doorgevoerd. 14<br />
3.2 De vorming van politieke partijen.<br />
Afbeelding 2: J.R. Thorbecke<br />
Een politieke partij is een organisatie die er op gericht is om door middel van deelname aan<br />
verkiezingen invloed uit te oefenen op het overheidsbeleid. Dat kan lokaal, regionaal, of<br />
nationaal zijn (binnen het huis van Thorbecke) en sinds de grondwetsherziening van 1983 ook<br />
binnen Europa.<br />
De vorming van politieke partijen in Nederland is betrekkelijk laat op gang gekomen. Een<br />
redelijke verklaring hiervoor lijkt te vinden te zijn in de ontwikkelingsgeschiedenis. In de 19 e<br />
eeuw moesten de leden van de beide Kamers van de Staten-Generaal niets van partijvorming<br />
hebben, omdat ze bang waren dat hierdoor hun persoonlijke positie zou worden aangetast.<br />
Tijdens de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden waren de Staten-Generaal nog niet<br />
de volksvertegenwoordiging zoals die we nu kennen. Het was meer een congres van<br />
afgezanten van de soevereine Provinciën. Deze werkwijze had grote gevolgen voor de<br />
besluitvorming. Voordat ergens overeenstemming over kon worden bereikt, moest iedere<br />
gewestelijke afvaardiging meestal eerst overleggen met de hun lastgevende Provinciale<br />
Staten.<br />
Bij de nieuwe Grondwet van 1814 werd met dit systeem gebroken en kregen de leden van de<br />
Staten-Generaal een volksvertegenwoordigende functie. Ze moesten vanaf dat moment<br />
stemmen zonder “last en ruggespraak”. Toch duurde het nog tot ver na de grote herziening<br />
van Thorbecke voordat er landelijke politieke partijen werden gevormd. Pas in 1879 werd<br />
door Abraham Kuiper de Anti-Revolutionaire Partij opgericht. Er werd toen nog steeds met<br />
12 Op 3 november 1848.<br />
13 In de jaren 1887, 1917, 1922, 1938, 1946, 1948, 1954, 1956, 1963 en 1971.<br />
14 In de jaren 1987, 1995, 1999, 2000, 2002, 2005, 2006 en 2008.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 14 8 september 2009
een districtenstelsel gewerkt. Vooral bij de liberalen bestond nog veel weerstand tegen het<br />
idee van partijvorming. Geleidelijk ontstonden binnen de districten toch allerlei<br />
kiesverenigingen, die vervolgens elkaar opzochten en steeds meer gingen samenwerken. Ook<br />
op nationaal niveau ontstond meer toenadering. Geestverwante partijen zochten elkaar op en<br />
gingen samenwerken. Vanwege het absolute meerderheidsstelsel ontstonden er twee blokken<br />
die met wisselend succes met elkaar streden om de parlementaire meerderheid. In het<br />
linkerblok opereerden de liberalen en later ook de socialisten. Het rechterblok werd gevormd<br />
door de Protestants-Christelijken en de Rooms-Katholieken.<br />
In 1917 werd het districtenstelsel opgeheven en daarvoor in de plaats werd een stelsel van<br />
evenredige vertegenwoordiging ingevoerd. De vaste samenwerkingsverbanden vielen uit<br />
elkaar wat het definitieve einde betekende van de twee ‘blokken’. Elke partij ging zijn eigen<br />
koers. Uiteindelijk ontstonden er drie hoofdstromingen: confessioneel, liberaal en sociaaldemocratisch.<br />
De meeste wijzigingen bestonden vanaf dat moment uit afsplitsingen en<br />
samenvoegingen binnen deze hoofdstromingen. De oudste nu nog bestaande partij van<br />
Nederland is de Staatkundig Gereformeerde Partij, opgericht in 1918.<br />
Het woord “partij” werd overigens zo veel mogelijk vermeden vanwege gevoeligheden bij de<br />
afschaffing van het districtenstelsel. Die gevoeligheid is er nu al lang niet meer, maar werkt in<br />
onze tijd nog wel steeds door. Ook in de huidige Kieswet 15 komt het woord “partij” niet voor<br />
en wordt in plaats daarvan de term “politieke groepering” gebruikt.<br />
Politieke partijen ontstonden doordat volksvertegenwoordigers op basis van (h)erkenning met<br />
elkaar gingen samenwerken. De behoefte om zich gezamenlijk te profileren werd daardoor<br />
steeds sterker en er ontstonden groeperingen. Deze kregen behoeften om zich te conformeren<br />
aan gezamenlijke beginselen en visies. Daarmee ontstond spanning met het in de Grondwet<br />
verankerde principe om te handelen “zonder last en zonder ruggespraak”. De woorden<br />
“fractiediscipline”, “partijstandpunt”, “dissidenten” en “afsplitsing” werden politieke<br />
begrippen. Omdat er in partijverband wel veel behoefte aan overleg en afstemming was,<br />
werden in 1983 de woorden “en zonder ruggespraak” uit de tekst van de Grondwet geschrapt.<br />
3.3 Ontwikkeling naar de politieke partijen van vandaag.<br />
Tot in het midden van de jaren 60 konden politieke partijen rekenen op een vaste aanhang.<br />
Daarna begon de maatschappij te ontzuilen en deconfessionaliseren. Idealen raakten naar de<br />
achtergrond en de traditionele binding van de kiezers met de politieke partijen verdween, met<br />
als gevolg steeds heftiger fluctuaties in de verkiezingsuitslagen. Dit betekende een veel<br />
grotere inspanning voor de partijen om de gunst van de kiezer te verwerven. De partijen<br />
gingen daarin steeds meer op elkaar lijken en moesten op zoek naar thema’s waarin ze zich<br />
nog konden onderscheiden, de zogenaamde “kroonjuwelen”. Opvallend is dat de rol van<br />
politieke leiders als het gezicht van de partij daarbij steeds belangrijker is geworden.<br />
15 Kieswet, 28 september 1989.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 15 8 september 2009
Het is ondoenlijk om alle politieke partijen die in Nederland actief zijn uitgebreid te<br />
beschrijven. Het merendeel van de partijen en groeperingen is alleen op lokaal niveau actief.<br />
En omdat zij gericht zijn op lokale thema’s en belangen komen de meesten niet tot<br />
samenwerking en zijn daardoor niet actief op nationaal niveau. Een aardige uitzondering<br />
daarop is de SP, die van een lokale beweging is uitgegroeid tot een stabiele nationale partij.<br />
Ook Leefbaar Nederland was een goed voorbeeld van lokale partijen die tot samenwerking<br />
zijn gekomen, zij het dat de partij werd gekenmerkt door onderlinge ruzies en afsplitsingen<br />
waardoor deze vrij snel weer is opgeheven.<br />
Bij de Europese verkiezingen werken de politieke partijen van verschillende landen samen om<br />
zo tot fractievorming in het Europese parlement te komen. Een Europese fractie moet bestaan<br />
uit tenminste 25 parlementsleden uit 7 verschillende lidstaten. Opvallend is dat aan deze<br />
verkiezingen ook politieke partijen meedoen die niet op nationaal niveau actief zijn.<br />
Afbeelding 3: Politieke partijen in Nederland. (Stichting Libertarisch centrum Nederland)<br />
3.4 Partijen actief in de nationale politiek.<br />
Welke politieke partijen zijn er anno 2009 in Nederland actief op nationaal niveau?<br />
Dat lijkt een vrij eenvoudige vraag, maar zoals bij veel vragen is het antwoord heel erg<br />
afhankelijk van de criteria die er gesteld worden. We kunnen onderscheid maken in drie<br />
categorieën: Partijen vertegenwoordigd in de Tweede Kamer, partijen vertegenwoordigd in de<br />
Eerste Kamer en partijen die (nog) nergens zijn vertegenwoordigd. Deze laatste categorie is<br />
het moeilijkst te onderscheiden. Hieronder volgt een korte opsomming.<br />
Politieke partijen vertegenwoordigd in de Tweede Kamer zijn:<br />
Christen Democratisch Appel (CDA) 41 zetels<br />
Partij van de Arbeid (PvdA) 33 zetels<br />
Socialistische Partij (SP) 25 zetels<br />
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) 21 zetels<br />
Partij voor de Vrijheid (PVV) 9 zetels<br />
GroenLinks 7 zetels<br />
<strong>ChristenUnie</strong> 6 zetels<br />
Democraten ‘66 (D66) 3 zetels<br />
Partij voor de Dieren 2 zetels<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 16 8 september 2009
Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) 2 zetels<br />
Trots op Nederland (TON) 1 zetel<br />
Totaal: 150 zetels<br />
Politieke partijen vertegenwoordigd in de Eerste Kamer zijn:<br />
Christen Democratisch Appel (CDA) 21 zetels<br />
Partij van de Arbeid (PvdA) 14 zetels<br />
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) 14 zetels<br />
Socialistische Partij (SP) 12 zetels<br />
GroenLinks 4 zetels<br />
<strong>ChristenUnie</strong> 4 zetels<br />
Democraten ‘66 (D66) 2 zetels<br />
Partij voor de Dieren 1 zetel<br />
Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) 2 zetels<br />
Onafhankelijke Senaatsfractie (OSF) 1 zetel<br />
Totaal: 75 zetels<br />
Voorbeelden van politieke partijen die niet vertegenwoordigd zijn in de Staten-Generaal:<br />
Centrum Democraten (slapende partij), De Conservatieven.nl, De Groenen, Groen Vrij, Islam Democraten,<br />
Natuurwetpartij, Libertas, Liberaal Democraten, Leefbaar Nederland, Lijst Pim Fortuin, Nieuwe<br />
Communistische Partij Nederland, Nederland transparant, Partij van de Toekomst, Partij voor Nederland,<br />
Republikeinse Volkspartij, Tamara’s Open Partij, Verenigde Senioren Partij, Vooruitstrevende Integratie partij.<br />
Enz. enz.<br />
3.5 De politieke partij als vereniging.<br />
De Kieswet schrijft voor dat een politieke partij een vereniging met rechtsbevoegdheid is.<br />
Wie dus in Nederland een politieke partij wil beginnen, moet eerst een vereniging oprichten.<br />
Zo 'n vereniging moet voldoen aan de vereisten die het Burgerlijk Wetboek stelt. Verder moet<br />
de politieke partij nog in het verenigingenregister worden ingeschreven. Ook Trots op<br />
Nederland (TON) van Rita Verdonk en de PVV van Geert Wilders moeten zich voegen<br />
binnen de kieswet en zijn dus georganiseerd als een vereniging. TON stelt zich daarbij<br />
ruimhartig op, laat leden toe en moedigt deze aan om te participeren in de partij. De PVV<br />
voldoet alleen aan de minimum eisen die in het Burgerlijk Wetboek aan een vereniging<br />
worden gesteld en laat geen leden toe.<br />
Afbeelding 4: verkiezingen<br />
Voordat een politieke partij aan de verkiezingen kan deelnemen, moeten er nog een paar<br />
stappen worden gezet. De naam moet worden vastgelegd bij de Kiesraad, een orgaan van<br />
zeven door de Kroon benoemde leden. Deze Kiesraad geeft de minister van Binnenlandse<br />
Zaken en het parlement adviezen over de uitvoeringstechnische zaken rond verkiezingen en<br />
het kiesrecht.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 17 8 september 2009
Voordat een partij kan worden opgenomen in het Register van politieke groeperingen zal de<br />
Kiesraad om bewijzen vragen dat zij een geregistreerde vereniging met volledige<br />
rechtsbevoegdheid is. Rechtsbevoegdheid wil zeggen dat de vereniging zelfstandig drager van<br />
rechten en verplichtingen is, dit is vergelijkbaar met de rechten en verplichtingen van iedere<br />
volwassen burger van ons land.<br />
Een vereniging krijgt de gewenste volledige rechtsbevoegdheid nadat zij statuten heeft<br />
vastgesteld en die vervolgens door de notaris heeft laten passeren. Ook moet er door de leden<br />
van de vereniging een bestuur zijn gekozen. Een politieke vereniging wordt ook wel<br />
kiesvereniging genoemd. Een politieke partij bestaat uit een kiesvereniging als basis met<br />
daaromheen andere structuren. Deze hebben vaak hun eigen rechtspersoon. Voorbeelden zijn<br />
het partijbureau, instituten, verenigingen, (vaak zonder eigen rechtsbevoegdheid) fracties, enz.<br />
Afbeelding 5: politieke partijen in verkiezingsstrijd (Europese verkiezingen 2009).<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 18 8 september 2009
4 Onderzoeksresultaten.<br />
In dit hoofdstuk worden de volgende deelvragen uit hoofdstuk 2 beantwoord:<br />
4.1 Hoe zijn de verschillende politieke partijen georganiseerd?<br />
4.2 Wat zijn de fundamentele verschillen tussen deze organisaties?<br />
4.3 Hoe ontwikkelen de verschillende generaties zich en waarom is dit relevant<br />
voor de partijstructuur?<br />
4.4 Hoe heeft de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong> zich ontwikkeld?<br />
4.5 Wat zijn de kansen en bedreigingen voor de <strong>ChristenUnie</strong>?<br />
4.1 Hoe zijn de verschillende politieke partijen georganiseerd?<br />
Aan het begin van dit onderzoek zijn alle politieke partijen schriftelijk benaderd met het<br />
verzoek om informatie te verstrekken. Hierop is door CDA, VVD, D66 en de <strong>ChristenUnie</strong><br />
positief gereageerd. De vijf andere partijen hebben niet gereageerd op het verzoek. Een<br />
mogelijke verklaring hiervoor kan zijn dat het verzoek kort na de Europese verkiezingen is<br />
gedaan, een moment waarop de focus mogelijk niet helemaal gericht meer was op het<br />
electoraat. Dat was geen groot probleem want het voordeel van dit onderzoeksonderwerp is<br />
dat veel informatie openbaar is. Vrijwel alle statuten, reglementen en visies worden door de<br />
partijen gepubliceerd op hun eigen websites. Ook de Rijksuniversiteit Groningen heeft een<br />
grote verzameling statuten, reglementen en beginselprogramma’s van politieke partijen<br />
gepubliceerd op internet. Daarnaast is er veel gepubliceerd over dit onderwerp.<br />
Van al deze politieke partijen is literatuuronderzoek gedaan, in het bijzonder door de statuten,<br />
huishoudelijke reglementen, beginselprogramma’s en organigrammen met elkaar te<br />
vergelijken. Hiervan zijn factsheets gemaakt die als onderzoeksresultaat inhoudelijk op deze<br />
plaats thuis zouden horen, maar vanwege hun grote omvang en steeds repeterende<br />
verschijningsvorm als bijlage 1 t/m 9 zijn opgenomen. Deze bijlagen maken nadrukkelijk deel<br />
uit van dit onderzoek.<br />
Anders is het met de organigrammen. Alleen de PvdA, SP en GroenLinks publiceren een<br />
uitgebreid organigram op internet. De SGP houdt het op de website alleen bij een beknopt<br />
organigram. Vanuit de VVD en de <strong>ChristenUnie</strong> werd door het partijbureau een niet-officieel<br />
organigram verstrekt. Het CDA gaf aan niet over een organigram te beschikken. Ook de PVV<br />
heeft geen organigram, maar de reden hiervoor is dat er geen partijorganisatie is en de<br />
kiesvereniging alleen maar pro-forma bestaat. Voor de partijen waarvan geen organigram<br />
beschikbaar was, is op basis van de statuten en reglementen een organigram samengesteld en<br />
opgenomen in de betreffende factsheet. De factsheet van de PVV wijkt sterk af omdat van<br />
deze partij geen statuten gepubliceerd zijn.<br />
Opvallend is dat sommige partijen kiezen voor het zo volledig mogelijk vastleggen van hun<br />
structuur in de statuten (SP, <strong>ChristenUnie</strong> en SGP) en dat andere partijen uitgaan van<br />
minimale statuten met veel uitwerking in het huishoudelijke reglement. De VVD gaat hier het<br />
verst in. Voor de organisatie van het lokaal en regionaal niveau is bij de VVD niets<br />
opgenomen en wordt direct verwezen naar het huishoudelijke reglement.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 19 8 september 2009
4.2 Wat zijn de fundamentele verschillen tussen deze organisaties?<br />
Naast grote culturele verschillen (de VVD schijnt bijvoorbeeld volgens het interview heel<br />
gezellig te zijn) en ideologische verschillen, zijn er grote verschillen in de manier waarop de<br />
partijen zich hebben georganiseerd. Over dit laatste aspect gaat deze studie. Voor een<br />
onderlinge vergelijking dienen de verschillen vooral onderscheidend ten opzichte van elkaar<br />
te zijn. Bij sommige partijen, zoals D66, SGP, PVV en SP zijn dit soort verschillen zelfs<br />
verworden tot een eigen handelsmerk en deel gaan uitmaken van de identiteit van de partij.<br />
In dit onderzoek is gekeken naar een viertal onderscheidende factoren:<br />
• Veerkracht van de organisatie.<br />
• Medezeggenschap leden / partijdemocratie.<br />
• Interne cultuur van de organisatie. Top-down / bottom-up.<br />
• Gelaagdheid, dan wel versnippering van de organisatie.<br />
In onze maatschappij vinden veranderingen steeds sneller plaats. Generaties volgen elkaar<br />
steeds sneller op (zie verderop in dit hoofdstuk). Daarom wordt hier ingegaan op de wijze<br />
waarop de partij is ingericht en kan inspelen op maatschappelijke behoeften. Is de<br />
partijstructuur strak of zijn er speelse manieren om snel in te spelen op de behoeften van de<br />
leden? Hoe gemakkelijk is het om iets in de partij te veranderen? En zijn die behoeften er wel<br />
bij de achterban? Of vraagt de achterban juist om een heel ander geluid? De volgorde van de<br />
partijen hieronder is bepaald door de grootte van de Tweede Kamerfracties.<br />
4.2.1 CDA<br />
Het CDA 16 bestaat uit één vereniging die op Europees, nationaal en regionaal niveau<br />
opereert. De leden zijn georganiseerd in afdelingen en kunnen zowel de plaatselijke,<br />
provinciale, als landelijke vergadering (het Partijcongres) bezoeken en daar hun volledige<br />
rechten uitoefenen. De statuten zijn vrij algemeen geformuleerd en worden nader uitgewerkt<br />
in het Huishoudelijk Reglement wat ook door het Partijcongres wordt vastgesteld. Op het<br />
Partijcongres zijn alle leden stemgerechtigd en hebben de provinciale afdelingen en<br />
bijzondere organisaties extra stemrecht (totaal ca 200 extra stemmen).<br />
Het CDA is een echte bestuurderspartij, de partij is democratisch georganiseerd maar nogal<br />
gezagsgetrouw, er wordt goed geluisterd naar de partijleiding. In de cultuur is hier en daar<br />
nog steeds de spanning tussen de oude drie partijen terug te vinden. Door de vlakke<br />
organisatie is het relatief gemakkelijk om veranderingen door te voeren, maar hier is intern<br />
niet veel behoefte aan. De partijleiding heeft een centrale positie. De partij leunt nog steeds op<br />
de oude zuilen en heeft net als de meeste kerken te maken met een gestage terugloop in het<br />
ledental. De aanhang bestaat voor een groot deel uit mensen vanuit de middenklasse, vaak<br />
met christelijke wortels.<br />
4.2.2 PvdA<br />
De PvdA 17 bestaat uit één vereniging die op Europees, nationaal en regionaal niveau<br />
opereert. De leden zijn georganiseerd in afdelingen en hebben daar spreek- en stemrecht.<br />
Leden hebben ook spreekrecht op de provinciale vergadering (het Gewest). Vanuit de afdeling<br />
vindt een afvaardiging plaats naar zowel de provinciale, als landelijke vergadering (het<br />
16 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 1.<br />
17 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 2.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 20 8 september 2009
Congres). Er is een onafhankelijk congrespresidium. Er bestaat ook nog een Adviesraad<br />
Verenigingszaken die het partijbestuur adviseert. De basisstructuur van de partij is vastgelegd<br />
in de Statuten en wordt nader uitgewerkt in de Huishoudelijke Reglementen welke ook door<br />
het Congres worden vastgesteld. Door de getrapte structuur is een grote gelaagdheid ontstaan,<br />
waardoor de afstanden binnen de partij vrij groot zijn. De leden hebben geen directe<br />
zeggenschap op hogere niveaus. Daarom is het instrument van een directe (digitale)<br />
ledenraadpleging ingevoerd.<br />
Ook de PvdA is een echte bestuurderspartij, die jaren op de oude zuilen kon vertrouwen.<br />
Vanouds was er een grote actiebereidheid en solidariteit onder de leden. De leden waren<br />
mondiger dan bij het CDA en gewend zich te organiseren via de vakorganisaties. Leiders<br />
spraken de taal van de leden en kwamen voor hen op. Maar ook deze vanzelfsprekendheid<br />
verdween en het ledental is in de afgelopen twintig jaar gehalveerd. De ooit stabiele<br />
prognoses moesten plaats maken voor dagkoersen. De partijleiding heeft een centrale positie.<br />
De PvdA is zich bewust van haar regenteske imago en doet serieuze pogingen om dit te<br />
verbeteren. De aanhang bestaat voor een gedeelte uit de traditionele arbeidersklasse en voor<br />
een deel uit de middelklasse.<br />
4.2.3 SP<br />
De SP 18 bestaat uit één vereniging die op Europees, nationaal en regionaal niveau opereert.<br />
De leden zijn georganiseerd in afdelingen en hebben daar spreek- en stemrecht. Alle<br />
afdelingsvoorzitters worden gekozen en zijn lid van de Partijraad. Vanuit elke afdeling vindt<br />
een afvaardiging plaats naar zowel de regionale, als landelijke vergadering (het Congres).<br />
Vanuit deze drie vergaderingen wordt het partijbestuur gekozen. Het partijbestuur kan op zijn<br />
beurt weer afdelingen en afdelingsbesturen schorsen. De leden hebben geen directe<br />
zeggenschap op hogere partijniveaus.<br />
De SP is een actieve partij, die zich richt op de sociaal zwakkeren en misstanden in onze<br />
maatschappij. De partij verlangt van zijn leden veel inzet: de afdelingen hebben de<br />
verplichting tot het ontwikkelen van activiteiten en moeten daarover maandelijks rapporteren<br />
aan het partijbestuur. Door deze grote collectieve inzet worden leden extra verbonden aan het<br />
gedachtegoed van de partij. Het ledental benadert dan ook dat van de PvdA. De achterban<br />
bestaat veelal uit idealisten en activisten vanuit de arbeidersklasse. Vanouds werd gemikt op<br />
het binnenhalen van proteststemmen, vandaar de tomaat in het partijlogo.<br />
4.2.4 VVD<br />
De VVD 19 bestaat uit één vereniging die op Europees, nationaal en regionaal niveau opereert.<br />
De leden zijn georganiseerd in afdelingen en kunnen zowel de plaatselijke, provinciale, als<br />
landelijke vergadering (de Algemene Vergadering) bezoeken en daar hun volledige rechten<br />
uitoefenen. In de statuten is alleen het hoogstnodige opgenomen, de gehele structuur wordt<br />
verder uitgewerkt in een huishoudelijk reglement. Er wordt vergaderd in afdelingen en<br />
centrales. De Algemene Vergadering is gesplitst: er is een ledenvergadering over algemene<br />
onderwerpen waar alle leden stemgerechtigd zijn. Tegelijkertijd is er een vergadering van<br />
afgevaardigden die uitsluitend gaat over reglementen en statuten. Er is een Partijraad die door<br />
de leden wordt benoemd en het bestuur adviseert. Daarnaast kan er over specifieke<br />
onderwerpen een ledenraadpleging worden gehouden of een flitscongres worden<br />
georganiseerd.<br />
18 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 3.<br />
19 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 4.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 21 8 september 2009
De VVD heeft van de democratische partijen verreweg de meest flexibele organisatie. De<br />
wisselende perioden van bestuursverantwoordelijkheid en oppositie leidden tot fluctuerende<br />
ledentallen en werden steeds weer gevolgd door aanpassingen van de organisatie. Uiteindelijk<br />
heeft dat geleid tot de keuze voor een minimale basisstructuur in de statuten Het grootste deel<br />
van de landelijke structuur en de volledige regionale en lokale structuur wordt nu geregeld in<br />
het huishoudelijke reglement. Dat betekent dat de organisatie zeer eenvoudig aan te passen is<br />
aan veranderende maatschappelijke eisen. De nadruk ligt binnen de partij bijzonder op<br />
zelfbeschikking en het informele netwerk. De aanhang bestaat vooral uit de middenklasse en<br />
hogere klasse.<br />
4.2.5 PVV<br />
De PVV 20 bestaat uit één vereniging die Europees, nationaal en in enkele steden opereert.<br />
Omdat er geen leden worden toegelaten, is de structuur van de PVV is zeer eenvoudig. Dat<br />
heeft te maken met de afwijzing van de democratie binnen de partij. Één persoon beslist over<br />
alles. Daarmee is deze partij in potentie het meest flexibel. In theorie is daarmee elke<br />
verandering op elk moment mogelijk. Of dit in de toekomstige praktijk ook zo zal uitpakken<br />
moet blijken. In augustus 2009 maakte Wilders bekend dat zijn PVV bij de<br />
gemeenteraadsverkiezingen van 2010 alleen zal meedoen in Almere en Den Haag. “We<br />
hebben onvoldoende mensen gevonden voor wie ik mijn handen in het vuur steek. Als je dan<br />
toch meedoet, loop je het risico dat je in je eigen voet schiet.” aldus Wilders in zijn<br />
persverklaring. 21<br />
Opvallend is dat de PVV niet als doel heeft om zo breed mogelijk vertegenwoordigd te zijn in<br />
alle geledingen van het openbaar bestuur. De afwikkeling van gemeenteraadsverkiezingen van<br />
2010 vormen een risico voor de landelijke verkiezingen in 2011. Wanneer er veel stemmen<br />
worden binnengehaald zullen deze moeten worden gevolgd door collegeonderhandelingen en<br />
andere voor Wilders oncontroleerbare processen met daarbij mogelijke imagoschade. In zijn<br />
verklaring geeft Wilders aan dat hij met zijn besluit “LPF-achtige toestanden en het risico op<br />
bedrijfsongevallen wil voorkomen.” 22<br />
De politieke beweging is een vreemde eend in de politieke bijt. Niet nieuw, maar wel<br />
belangrijk. De PVV onderscheidt zich van andere partijen omdat het categorisch de<br />
democratie als intern instrument afwijst en tegelijkertijd wel gebruik wil maken van de<br />
parlementaire democratie als publiek spreekgestoelte. Kenmerkend is dat de PVV zich<br />
manifesteert op een beperkt aantal issues zoals immigratie en zich daarin consequent<br />
populistisch opstelt. Op andere dossiers is veel minder consistentie en lijken de standpunten<br />
niet echt ter zake doende. Het oprichten van lokale afdelingen wordt geblokkeerd. Ondanks<br />
deze werkwijze is een grote aanhang verworven, vooral onder islamofoben, activisten en<br />
extreem rechts.<br />
4.2.6 GroenLinks<br />
GroenLinks 23 bestaat uit één vereniging die op Europees, nationaal en regionaal niveau<br />
opereert. De leden zijn georganiseerd in afdelingen en kunnen zowel de plaatselijke,<br />
provinciale, als landelijke vergadering (het Congres) bezoeken en daar hun volledige rechten<br />
20 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 5.<br />
21 Geert Wilders, persverklaring aan het ANP, 15 augustus 2009.<br />
22 Geert Wilders, persverklaring aan het ANP, 15 augustus 2009.<br />
23 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 6.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 22 8 september 2009
uitoefenen. De statuten zijn vrij algemeen geformuleerd en worden nader uitgewerkt in het<br />
Huishoudelijk Reglement. Op het Congres zijn alleen de leden stemgerechtigd. Er is een<br />
onafhankelijk congrespresidium. Daarnaast is er een gekozen Partijraad die controleert en<br />
gedelegeerde bevoegdheden heeft. De partijraad legt verantwoording af aan de afdelingen. Er<br />
kan een ledenraadpleging of referendum worden gehouden. Congresbesluiten kunnen met een<br />
referendum worden gecorrigeerd.<br />
Landelijk is GroenLinks geen echte bestuurderspartij, vanuit de oppositie wordt meestal een<br />
kritisch geluid ten gehore gebracht. Lokaal kan dit enorm verschillen. De organisatie van<br />
GroenLinks kenmerkt zich door een grote mate van ledendemocratie. Er zijn zelfs vrije<br />
structuren als werkgroepen die, na erkenning als collectief, het recht hebben om stukken op<br />
het Congres in te dienen. Meestal zijn deze werkgroepen gebonden aan thema’s als<br />
bewapening, milieu en diversiteit en hebben nog een verbinding met de oorspronkelijke<br />
doelen: pacifisme, radicaalevangelisch, opkomen voor zwakkeren en milieu. De moeite die<br />
GroenLinks soms heeft met het formuleren van een eigen ideologie, komt vooral voort uit het<br />
grote zelfbewustzijn van de leden en de ruimte die de partij geeft voor interne discussie. De<br />
aanhang bestaat vooral uit de middenklasse.<br />
4.2.7 D66<br />
D66 24 bestaat uit één vereniging die op Europees, nationaal en regionaal niveau opereert. De<br />
leden zijn georganiseerd in afdelingen en kunnen zowel de plaatselijke, provinciale, als<br />
landelijke vergadering (het Congres) bezoeken en daar hun volledige rechten uitoefenen. De<br />
statuten zijn vrij algemeen geformuleerd en worden nader uitgewerkt in het Huishoudelijk<br />
Reglement. Op het Congres zijn alleen de leden stemgerechtigd. Er is een onafhankelijke<br />
besluitvormingscommissie (congrespresidium). Ieder bestuur kan een ledenraadpleging<br />
houden en elke ledenvergadering kan een referendum houden.<br />
D66 kende, net als de VVD, wisselende perioden van bestuursverantwoordelijkheid en<br />
oppositie en fors fluctuerende ledentallen. De organisatie lijkt erg op die van GroenLinks, (of<br />
is het juist andersom?) waarbij twee elementen onderscheidend zijn: er is geen partijraad en<br />
geen correctief referendum. D66 kent platforms, die vergelijkbaar zijn met werkgroepen.<br />
D66 profileert zich door de jaren heen consequent als een bestuurlijke vernieuwer, een thema<br />
wat door de kiezer niet altijd op waarde wordt geschat. De aanhang bestaat vooral uit de<br />
midden- en hogere klasse.<br />
4.2.8 <strong>ChristenUnie</strong><br />
De <strong>ChristenUnie</strong> 25 is in feite een federatie van samenwerkende kiesverenigingen. De partij<br />
kent geen afdelingen, maar autonome kiesverenigingen die de naam <strong>ChristenUnie</strong> mogen<br />
voeren nadat ze de landelijk vastgestelde statuten en reglementen hebben overgenomen. De<br />
kiesverenigingen werken samen in een landelijke Unie, onder andere om op Europees en<br />
nationaal niveau te kunnen opereren. Op het Uniecongres komen afgevaardigden van de<br />
kiesverenigingen bijeen en wordt gewogen naar grootte gestemd. De voorzitter van het<br />
landelijke bestuur is tevens voorzitter van het congres. Ook regionaal wordt op een<br />
vergelijkbare manier in een Provinciale Unie samengewerkt. Leden kunnen hun volledige<br />
rechten uitoefenen binnen de plaatselijke kiesvereniging en op het landelijke Ledencongres,<br />
dit houdt zich bezig met bezinning op maatschappelijke onderwerpen. Er zijn aparte statuten<br />
24 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 7.<br />
25 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 8.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 23 8 september 2009
voor iedere kiesvereniging en iedere Unie. Deze zijn vrij gedetailleerd en worden aangevuld<br />
met Huishoudelijk Reglementen.<br />
De <strong>ChristenUnie</strong> heeft zich in de laatste jaren meer ontwikkeld in de richting van een<br />
bestuurderspartij. De hele vormgeving als samenwerkingsverband is historisch bepaald. We<br />
vinden deze figuur terug bij de rechtsvoorgangers GPV (als verbond) en RPF (als federatie),<br />
bij de SGP en bij de ideologisch verwante ARP, die in 1971 de overstap maakte van federatie-<br />
naar ledenpartij. Bij de vorming van de <strong>ChristenUnie</strong> in 2000 heeft de partij het imago van<br />
“klein-rechts” bewust ingeruild voor “christelijk-sociaal”. Hierdoor heeft de achterban zich<br />
verbreed. De nieuwe positie van de partij vraagt steeds vaker om slagvaardigheid.<br />
4.2.9 SGP<br />
De SGP 26 bestaat ook uit juridisch zelfstandige kiesverenigingen, die opereren onder de<br />
vleugels van een hoofdbestuur. Statuten en reglementen moeten worden goedgekeurd door het<br />
hoofdbestuur. De kiesverenigingen komen samen in een landelijke Algemene Vergadering,<br />
onder andere om op Europees en nationaal niveau te kunnen opereren. Met uitzondering van<br />
de Jaarvergadering zijn de Algemene Vergaderingen niet toegankelijk voor leden. Op deze<br />
vergadering komen afgevaardigden van de kiesverenigingen bijeen en wordt gewogen naar<br />
grootte gestemd. Voorstellen van lokale kiesverenigingen kunnen worden geagendeerd, maar<br />
hiervoor gelden veel beperkingen en strikte voorwaarden. Er is een Raad van advies, bestaand<br />
uit vertrouwensmannen.<br />
Ook de SGP heeft een eenvoudige structuur omdat algemene democratie in principe wordt<br />
afgewezen. Alle afdelingen staan onder directe controle van het hoofdbestuur. Onder druk van<br />
intrekking van subsidies kunnen vrouwen sinds kort ook lid worden van de SGP. Dit betekent<br />
niet zonder meer dat ze binnen de partij stemrecht hebben en actief kunnen zijn. In de statuten<br />
wordt verwezen naar het beginselprogramma, waarin dit wordt uitgesloten.<br />
4.2.10 Omvang van statuten en reglementen<br />
Alhoewel de omvang van de statuten en reglementen waarschijnlijk meer zegt over de<br />
uitvoerigheid van het gebezigde taalgebruik dan over de inhoud, is het wel interessant om<br />
hierover een vergelijking te maken. De statuten van alle partijen zijn niet ouder dan 5 jaar en<br />
zouden dus actueel moeten zijn. Bij deze vergelijking zijn alle statuten en reglementen<br />
beschouwd die betrekking hebben op de landelijke en regionale verenigingsstructuur. 27<br />
Statuten en reglementen van de fractie, jongerenvereniging, bestuurdersvereniging, enz. van<br />
de partij zijn niet meegenomen.<br />
1. CDA 24.084 woorden<br />
2. D66 23.000 woorden<br />
3. <strong>ChristenUnie</strong> 18.845 woorden (inclusief lokale statuten)<br />
4. VVD 14.630 woorden<br />
5. GroenLinks 12.737 woorden<br />
6. PvdA 12.508 woorden<br />
7. SGP 7.544 woorden (exclusief lokale statuten)<br />
8. SP 7.410 woorden<br />
9. PVV omvang onbekend<br />
Wat betekent dit nu? Onderzocht is of er een evenredigheid bestaat tussen de omvang van de<br />
statuten en reglementen en de medezeggenschap binnen de partij. Als die evenredigheid<br />
26 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 9.<br />
27 De meeste van deze statuten en reglementen zijn opgenomen in Supplement A.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 24 8 september 2009
estaat zou een partij met uitgebreide statuten een grote mate van medezeggenschap moeten<br />
hebben. En in het geval dat er omgekeerde evenredigheid bestaat moet juist een partij met<br />
summiere statuten de meeste ruimte aan zijn leden bieden. Beide redeneringen lijken soms te<br />
kloppen, wat nogal tegenstrijdig is. Voor deze hypothese is in algemene zin dus geen bewijs<br />
gevonden.<br />
4.2.11 Nog enkele overeenkomsten en verschillen<br />
Wat alle politieke partijen gemeen hebben is dat ze voldoen aan de wettelijk verplichte<br />
verenigingsstructuur en vanuit die organisatie om de gunst van de kiezer strijden. De grote<br />
uitzondering daarop is de PVV, daar dient de verenigingsstructuur geen enkel doel en is<br />
vergelijkbaar met een lege BV.<br />
Voor wat betreft de verenigingsstructuur, blijkt er qua inrichting van de organisatie een<br />
enorme verscheidenheid te zijn. Nederlanders zijn een inventief volkje als het gaat om het<br />
verzinnen van spelregels. Een aanname hierover zou kunnen zijn dat de structuur bepalend is<br />
voor de hoeveelheid leden en kiezers. Hiervoor zijn geen bewijzen gevonden. Het<br />
tegenovergestelde hiervan zou zijn dat leden de partijstructuur een ver aan de ideologie<br />
onderschikt onderwerp blijken te vinden. Ook hiervoor zijn geen bewijzen gevonden.<br />
Een andere hypothese die overblijft is dat het niet uitmaakt welke structuur wordt gekozen,<br />
als deze maar onderdeel wordt van de identiteit van de partij. Deze hypothese is veelbelovend,<br />
maar wordt hier niet verder onderzocht. Het is ook goed denkbaar dat structuur en ideologie<br />
zo nauw met elkaar verweven blijken te zijn dat hierin geen onderscheid wordt gemaakt.<br />
4.3 Hoe ontwikkelen de verschillende generaties zich en waarom is<br />
dit relevant voor de partijstructuur?<br />
Uit statistische gegevens van 2006 valt af te leiden dat er bij Nederlanders een rechtstreeks<br />
verband is tussen hun politieke betrokkenheid en hun leeftijd. 28 Opvallend is daarbij dat bij<br />
sterk ideologische partijen als GroenLinks en de <strong>ChristenUnie</strong> een veel groter aandeel van de<br />
achterban aangeeft lid te zijn van de partij dan dat bij andere partijen het geval is. Volledig<br />
betrouwbaar zijn dit soort statistische gegevens overigens nooit: 2% van de PVV-stemmers<br />
geeft aan tevens lid te zijn van deze partij, dit zou 0% moeten zijn omdat deze partij geen<br />
leden toelaat.<br />
Na de 2 e Wereldoorlog zijn demografen en sociologen begonnen om generaties te benoemen.<br />
Deze generaties vormen samen de maatschappij: de verzameling van huidige en toekomstige<br />
kiezers, politici en bestuurders. Het beschrijven van de verschillende generaties en hun<br />
onderlinge conflict vergroot het inzicht in de ontwikkeling van het electoraat en is daarom<br />
relevant.<br />
28 CBS-Statline, Betrokkenheid nieuws en politiek (2006)<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 25 8 september 2009
Persoonskenmerken<br />
% Intensief campagne volgend<br />
18 tot 25 jaar 25 9 16 41 2<br />
25 tot 35 jaar 21 6 16 45 2<br />
35 tot 45 jaar 28 10 21 57 4<br />
45 tot 55 jaar 30 12 30 56 5<br />
55 tot 65 jaar 35 17 37 53 6<br />
65 tot 75 jaar 34 15 43 57 6<br />
75 jaar of ouder 31 20 50 47 7<br />
CDA 33 11 37 63 5<br />
PvdA 38 16 39 57 6<br />
VVD 36 15 37 68 5<br />
GroenLinks 43 17 39 72 9<br />
SP 33 13 19 57 2<br />
<strong>ChristenUnie</strong> 25 14 45 74 13<br />
PVV 25 6 6 51 2<br />
Afbeelding 6: betrokkenheid nieuws en politiek (bron: CBS-Statline 2006)<br />
% Politiek zeer geïnteresseerd<br />
% Aanhanger politieke partij<br />
4.3.1 Beschrijving van generaties.<br />
Generaties volgen elkaar steeds sneller op. Met een generatie wordt hier een groep mensen<br />
van dezelfde leeftijdcategorie bedoeld, die met dezelfde problemen in de levensloop te<br />
kampen krijgen. Volgens deze omschrijving omvatte een generatie vroeger vaak meerdere<br />
decennia. Tegenwoordig verandert de maatschappij zo snel dat sommige sociologen al durven<br />
stellen dat er elke vijf jaar sprake is van een totaal nieuwe generatie.<br />
” Culturele integratie staat in het centrum van de belangstelling. Daardoor blijft er nog maar<br />
weinig tijd en energie over voor een minstens even groot integratieprobleem: dat tussen de<br />
protestgeneratie en de netwerkgeneratie.<br />
De sterk toegenomen snelheid van technologische ontwikkelingen in de geavanceerde<br />
economieën van het noorden, zorgt ervoor dat de levenscycli van generaties alsmaar korter<br />
worden. Steeds meer leeftijdsgroepen met sterk verschillende vaardigheden en<br />
waardenoriëntaties zijn met elkaar in interactie en hebben steeds meer moeite om elkaar te<br />
begrijpen.<br />
Momenteel is die kloof het grootst tussen de babyboomers van de protestgeneratie en de<br />
screenagers van de netwerkgeneratie. Een generatie-integratiedebat is geboden, willen beide<br />
groepen niet structureel van elkaar vervreemden en mogelijkheden om van elkaar te leren<br />
definitief verdwijnen.” 29<br />
29 Pentascopekrant no1, jaargang 1, A great place to live.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 26 8 september 2009<br />
% Aangetrokken tot politieke partij<br />
% Lidmaatschap politieke partij
Afbeelding 7: Karakteristieken van de generaties – bron: Generatie Einstein - door Inez Groen<br />
De in de generatieleer nog altijd gezaghebbende socioloog Karl Mannheim stelde in 1928 al<br />
een definitie op met drie eisen 30 waaraan moet worden voldaan voordat van een generatie kan<br />
worden gesproken. Eerst is er de Generationslagerung (generatiegrondslag): de demografische<br />
positie van een groep mensen moet gelijk zijn - ze moeten ongeveer in hetzelfde jaar zijn<br />
geboren. Dan komt de Generationseinheit (generatie-eenheid) – ze moeten zich verbonden<br />
voelen. Als laatste is er de Generationszusammenhang (generatiesamenhang) – ze moeten<br />
gebeurtenissen (ervaringen) gemeenschappelijk hebben meegemaakt. Dat is een vrij<br />
duidelijke definitie. In latere jaren ontstaat binnen de sociologie steeds meer verwarring,<br />
generaties worden verschillend gedefinieerd, definities en perioden gaan elkaar vaker<br />
overlappen. Sander Pleij en Peter Vermaas 31 vroegen zich op een gegeven moment zelfs af of<br />
er volgens de definitie van Mannheim nog wel nieuwe generaties konden ontstaan, vanwege<br />
het ontbreken van hevige gebeurtenissen die collectief worden beleefd.<br />
Om het onderscheid enigszins te kunnen maken volgt hieronder per generatie een korte<br />
beschrijving. Enkele voorbeelden van voor die generatie bepalende gebeurtenissen zijn<br />
daarbij beschreven. De generaties hebben betrekking op de Engelssprekende landen en West-<br />
Europa.<br />
Protestgeneratie (geboren tussen ca. 1945 en 1955)<br />
Onderdeel van de naoorlogse generatie van Babyboomers. Deze generatie is idealistisch en<br />
gedreven, is zoekend om draagvlak en heeft een voorkeur voor herstructureren. The sky was<br />
the limit. Bepalend voor de generatie waren de Wederopbouw, de Koude Oorlog, de brede<br />
introductie van telefonie en televisie, radiopiraten, de seksuele revolutie en het ontstaan van<br />
het Hippietijdperk met moderne popmuziek.<br />
30 Karl Mannheim, Ideology and Utopia, (1929)<br />
31 S. Pleij & P. Vermaas, Blaffen op commando - de Groene Amsterdammer (3 nov. 1999)<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 27 8 september 2009
Verloren Generatie (geboren tussen ca. 1955 en 1969)<br />
Ook wel de generatie Jones genoemd. Dit is de 2 e helft van de Babyboomers, die zich daar<br />
eigenlijk niet meer zo bij thuis voelt. Dit deel van deze generatie groeide op met dezelfde<br />
grote verwachtingen, maar werd bij hun volwassenheid in de jaren ‘70 geconfronteerd met<br />
een andere realiteit. Werkloosheid en snel veranderde maatschappelijke waarden leidden vaak<br />
tot teleurstellingen. Bepalend voor deze generatie waren het doorschieten van de<br />
consumptiemaatschappij, de seksuele revolutie, het hoogtepunt van de Koude Oorlog,<br />
internationaal terrorisme, hardrock-, soul- en discomuziek, de eerste Yuppies.<br />
Generatie X (geboren tussen ca. 1969 en 1980)<br />
Deze generatie wordt ook wel de Pragmatische generatie, Babybust of Generation Next<br />
genoemd. Het zijn de kinderen van de Protestgeneratie. Generatie X is over het algemeen<br />
bescheiden, nuchter en gericht op snel resultaat, het benutten van kennis, netwerken en is<br />
procesgeoriënteerd. Bepalend waren het beëindigen van de Koude oorlog, de introductie van<br />
de eerste computers, Desert Storm, de komst van AIDS, MTV, Grunge en Hiphop. Internet en<br />
mobiele telefonie zijn na invoering vanzelfsprekende onderdelen van hun wereld geworden.<br />
Generatie Y (geboren tussen ca. 1981 – 1993)<br />
Ook wel bekend als Millenium Generatie, Echo Boomers of Generatie Yer. Dit zijn over het<br />
algemeen de kinderen van de generatie Jones. Ze neigen er eerder toe hun omgeving aan te<br />
passen aan henzelf, dan andersom. Bepalend voor deze generatie was rond 1995 de komst van<br />
internet, e-mail en mobiele telefonie. Hierdoor werd vrijwel elk kennisveld onbegrensd<br />
ontsloten. Vanwege hun natuurlijke voorsprong was het gebruik van deze technologie vaak<br />
iets waarmee ze zich tegen hun ouders konden afzetten.<br />
Vanaf generatie Y wordt er volkomen vanzelfsprekend gebruik gemaakt van digitale<br />
communicatiekanalen als Blogs, Hyves, Facebook, Msn, Twitter, SMS, EMS, MMS,<br />
Youtube, enz. Deze generatie leest vrijwel geen papieren kranten, maar wel de digitale<br />
versies. De mogelijkheden en daarmee de populariteit van deze communicatiemiddelen<br />
veranderen jaarlijks en er komen steeds nieuwe bij. Grenzeloze communicatie is voor deze<br />
generaties verworden tot een primaire behoefte. Papier wordt daarbij nog nauwelijks gebruikt.<br />
Generatie C (geboren tussen ca. 1988 – 1993)<br />
Onderdeel van generatie Y. De C staat hierbij voor Content, hiermee<br />
wordt de inhoudelijke informatie op het internet bedoeld. Deze<br />
specifieke groep wordt onder meer door Inez Groen 32 ook wel<br />
generatie Einstein of door anderen Screenagers genoemd. Ze zijn<br />
slim, zelfbewust, grenzeloos actief en authentieke multi-taskers. Ze<br />
willen zich graag overal en snel thuis voelen. Generatie C is vooral<br />
verantwoordelijk voor de overvloed van beelden, teksten, audio- en<br />
videomateriaal op het net. Kenmerkend is dat internet wordt gezien<br />
als ‘open source”, een vrijwel onbeperkte bron van informatie, waarop<br />
doelbewust kennis met elkaar gedeeld wordt. Generatie C kan via<br />
internet beelden, creaties en content aan een miljoenenpubliek tonen.<br />
Afbeelding 8: Generatie Einstein, door Inez Groen<br />
Generatie Z (geboren vanaf ca. 1993)<br />
32 Inez Groen & Jeroen Boschma, Generatie Einstein (2006)<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 28 8 september 2009
Ook bekend als Generatie I, internet Generatie of i-Generatie. Dit zijn de kinderen van de<br />
jongste Baby Boomers, generatie X en de oudste generatie Y. Crèche, peuterspeelzaal,<br />
buitenschoolse opvang en opgroeien in eenoudergezinnen, tweeverdieners, of ouders van<br />
gelijk geslacht zijn een vanzelfsprekend onderdeel van hun wereld. Deze generatie is<br />
natuurlijk nog zeer jong, maar de eerste theorieën zijn in de maak. Kenmerkend is dat deze<br />
kinderen al gedurende hun hele leven kennis hebben van digitale communicatiemiddelen. Ze<br />
delen daarom het gebruik van de moderne technologie als mobiele telefonie, computers en<br />
internet met hun ouders.<br />
Generatie M (benadering vanuit een andere definitie)<br />
Het zoeken naar nieuwe beschrijvingen van generaties gaat door. Volgens de traditionele<br />
beschrijving van Karl Mannheim zijn generaties onder andere verbonden door hun<br />
geboortejaren. Umair Haque, directeur van Havas Media Lab, vroeg zich af hoe het zit als<br />
mensen zich juist door andere elementen aan elkaar verbonden weten? Hij noemde dit<br />
verschijnsel Gen M en plaatse een manifest op de website van Harvard Buisiness. Gen M<br />
definieert zich volgens de schrijver niet door een bepaalde leeftijd, maar door bepaalde<br />
opvattingen vervat in 4 M’s: “a Movement that does Meaningful stuff that Matters the<br />
Most”. 33 Gen M wil dus waarde creëren, dingen doen die er toe doen en “we want to<br />
humanize life”.<br />
Bijzonder is dat ook Gen X-ers en Baby Boomers onder de definitie van Gen M kunnen<br />
vallen, wanneer zij deze opvattingen delen. In zekere zin hebben we het hier dus niet langer<br />
over een generatie. Het gaat meer om een maatschappelijke beweging die gaat in de richting<br />
van zingeving. Van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, het cradle-to-cradle principe<br />
en CO2 neutraal produceren.<br />
4.3.2. Kloof tussen generaties<br />
Volgens de generatietheorie dreigt tussen alle generaties een kloof te ontstaan, ze zijn immers<br />
allemaal onderscheidend van elkaar? Voor bedrijven en maatschappelijke organisaties is het<br />
van belang om dit verschijnsel goed te onderkennen als ze hun positie willen behouden. Ook<br />
politieke partijen die verbonden willen zijn met hun achterban kunnen deze culturele<br />
verschillen tussen generaties niet ontkennen.<br />
De topposities in de maatschappij worden nu gedomineerd door de protestgeneratie: in de<br />
politiek, op de ministeries, als bestuurder van grote ondernemingen, in de journalistiek, etc.<br />
De verloren generatie volgt in hun kielzog. Deze protestgeneratie is over het algemeen niet<br />
echt geïnteresseerd in het debat, het gaat vooral om planning & control en beheersing van de<br />
macht. Met veel strijd hebben ze nieuwe maatschappelijke waarden ingevoerd en nu<br />
verdedigen ze hun moeizaam verworven posities. Daarbij roepen ze nog steeds vaak dat het<br />
niet goed gaat, zonder zich te realiseren dat ze daar nu zelf verantwoordelijk voor zijn. Ze<br />
vormen samen een gesloten systeem, waar de screenagers vrolijk omheen surfen. Die zien<br />
niets in politiek, publieke omroepen, kranten of theater. De protestgeneratie, die binnen tien<br />
jaar het maatschappelijk toneel zal hebben verlaten, ziet dat wel, maar doet er meestal het<br />
zwijgen toe. Ze is overtuigd van haar eigen gelijk en blijft dat uitdragen tot het einde.<br />
Vanuit die positie worden maatregelen verzonnen om de nieuwe generaties weer op het rechte<br />
pad te krijgen. Vaak komt dat er op neer dat de jongeren zich moeten aanpassen aan de<br />
maatschappij zoals die er volgens de protestgeneratie zou moeten uitzien. De boodschap<br />
33 Umair Haque, The generation M manifesto (juli 2009)<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 29 8 september 2009
wordt herhaald, opnieuw verpakt en nog eens herhaald: meer voorlichting, regels, toetsen,<br />
procedures, enz. Niet lang daarna volgt dan een debat over de efficiency van de bedachte<br />
maatregelen. Alle energie blijft zo in het kringetje van de protestgeneratie. De boodschap zelf<br />
bereikt de netwerkgeneratie meestal niet.<br />
De screenagers kiezen voor een autonome positie binnen een wereld met weinig hiërarchie.<br />
Ze zijn niet tegen luisteren of discussiëren, maar het moet wel een doel hebben. Autoriteit en<br />
senioriteit zegt hen niet zo veel. Ze leven in een wereld waarin alle informatie onder<br />
handbereik is en ervaring met één muisklik ontsloten kan worden. Hun doorzettingsvermogen<br />
is beperkt omdat problemen met gebruikmaking van technologie vaak eenvoudig omzeild of<br />
vermeden kunnen worden. Ze zijn tegelijkertijd lid van verschillende netwerken en culturen<br />
en maken snel een overstap. Dat wordt door de babyboomers vaak uitgelegd als lastig, niet<br />
loyaal, egoïstisch en zwak. Als het moeilijk wordt haken ze af.<br />
Belangrijk voor screenagers is dat ze zichzelf kunnen zijn en dat ze zich goed mogen voelen.<br />
Hun basisvaardigheid is multi-tasking/parallel processing en ze hebben daarbij het vermogen<br />
om 24 uur per dag en zeven dagen per week te communiceren in steeds wisselende<br />
netwerken. Ze zijn niet links of rechts, niet conservatief of progressief, maar maken voor ieder<br />
te bereiken doel een eigen persoonlijke keuze. Algemene normen, waarden en ideologieën<br />
zeggen hun niet zo veel. Dat wil niet zeggen dat ze geen normen en waarden hebben. De<br />
populaire standaardgroet: respect! is wat dat betreft veelzeggend. Persoonlijke waardering en<br />
(h)erkenning van het individu zijn belangrijk. Daarbij hebben ze de tekstcultuur van de vorige<br />
generaties ingeruild voor een klank- en beeldcultuur.<br />
Een exemplarisch voorbeeld van de verschillende denkbeelden aan beide zijden van de<br />
generatiekloof was te zien bij het neerstorten van Turkish Airlines bij Schiphol op 25 februari<br />
2009. Aan boord waren 135 personen, waarvan er negen om het leven kwamen. De<br />
hulpverlening in het dichtbevolkte gebied kwam onmiddellijk op gang. Aan het eind van de<br />
eerste dag bleek het voor de autoriteiten echter onmogelijk om een slachtofferlijst samen te<br />
stellen, o.a. om familie te kunnen informeren. Een belangrijke oorzaak hiervan was dat veel<br />
passagiers zelf actie hadden ondernomen. Ze hadden niet afgewacht, maar direct hun<br />
mobieltje gepakt en de rampplaats verlaten. Sommigen hadden een taxi gebeld, waren naar<br />
het ziekenhuis of een hotel gereden en hadden persoonlijk vrienden of familie op de hoogte<br />
gebracht. Ze beschouwden zichzelf niet als slachtoffer. Deze doelgerichtheid en eigen<br />
autonomie, geholpen door moderne communicatiemiddelen, is tekenend voor de nieuwe<br />
generatie. 34<br />
Een heel ander voorbeeld van effecten van de netwerksamenleving wordt beschreven door<br />
professor Roel in ’t Veld: “Neem een gewoon probleem, bijvoorbeeld een tienermoeder op het<br />
ROC. Ze dreigt af te haken, want ze heeft schulden. Dat is niet het enige, ze heeft een seksueel<br />
overdraagbare aandoening en ze woont ook nog eens slecht. Wil je haar echt helpen – dat wil<br />
zeggen de kans op een succesvol bestaan zo maximaal mogelijk maken – dan moet er worden<br />
samengewerkt door de woningcorporatie, de school, de gezondheidszorg en de<br />
schuldhulpverlening. Dan begint het probleem, want de gelden die aan die instellingen zijn<br />
verstrekt, zijn niet bedoeld voor integrale samenwerking. Besteed je als organisatie je geld<br />
buiten je eigenlijke doel, dan heb je een probleem. Je loopt het grote risico dat de raden van<br />
34 De poldercrash van 25 februari 2009, rapportage van het IOOV & IG.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 30 8 september 2009
toezicht moeilijk gaan doen omdat de departementen geld terugvorderen, want je kreeg het<br />
namelijk voor een bepaald doel en samenwerking stond niet in de taakstelling.” 35<br />
De combinatie van overheidssturing en de netwerksamenleving kan dus ook tot een enorme<br />
versnippering van taken leiden.<br />
4.3.3 Samenwerking van de generaties<br />
In deze studie is het niet de bedoeling om richtinggevende voorspellingen te doen en te<br />
schetsen hoe de komende generaties zich gaan ontwikkelen. Dat zou overigens voor de<br />
inrichting van een politieke partij wel heel erg gemakkelijk zijn. Elke vier jaar zijn er immers<br />
weer nieuwe verkiezingen, waarbij steeds een vrijwel nieuwe generatie kiezers wordt<br />
toegevoegd. Met behulp van te ontwikkelen generatie-scenario’s zou een organisatie zich<br />
beter kunnen voorbereiden om deze groepen aan zich te binden.<br />
Is de kloof onoverbrugbaar? Vanuit de protestgeneratie komen de geluiden dat het<br />
waarschijnlijk wel meevalt. De meeste jongeren uit de verloren generatie en de generaties X<br />
en Y blijken zich uiteindelijk te hebben gesetteld, ze hebben kinderen gekregen en zijn alsnog<br />
“brave burgers” geworden. Dat zegt waarschijnlijk veel over hun aanpassingvermogen, maar<br />
de vraag is of het ook maatgevend is voor de mate van participatie en integratie in de<br />
maatschappij die gerund wordt door de oudere generaties. Toch is enige nuance wel op zijn<br />
plaats. De mens is geen statisch wezen, maar een veelzijdige creatie, die in staat is zich op<br />
heel verschillende manieren te ontwikkelen.<br />
Elke generatie heeft zo zijn bijzondere kwaliteiten. Als we in staat zijn die samen te brengen<br />
door in elkaars wereld te kruipen en nieuwsgierig naar de ander te zijn, is de kans groot dat<br />
we er allemaal beter van worden. Het generatie M concept zou daar, afhankelijk van hoe het<br />
zich gaat ontwikkelen, best een voorbeeld van kunnen zijn.<br />
Professor in ’t Veld, die ooit nog 10 dagen staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen<br />
voor de PvdA was, onderkent ook de kwaliteiten van de nieuwe generaties en is vrij expliciet<br />
in zijn uitspraken: “Ons land heeft een uitermate regenteske traditie. We moeten de burger<br />
een andere rol geven, plek voor hem maken in het openbaar bestuur. Dat betekent hem niet<br />
alleen inzetten als adviseur, maar hem ook mee laten beslissen”. en “Kenniseconomie is het<br />
smalspoor van het marktdenken.” In een kennisdemocratie is er volgens hem een grotere rol<br />
mogelijk voor burgers als onderzoekers. Het vraagt tegelijk om meer bescheidenheid van de<br />
bestuurder, wat de redding van de democratie kan zijn. 36<br />
De in de vorige paragraaf beschreven verschillen tussen de generaties maken onze<br />
maatschappij complex en interessant. Als iedere generatie zijn eigen weg blijft gaan, ontstaan<br />
er verschillende culturen die weinig of niets meer gemeen hebben. Voor de protestgeneratie<br />
die nu aan de macht is, is dat scenario een bestuurlijke nachtmerrie, want ook de verloren<br />
generatie dreigt vervroegd af te zwaaien. En hoe zit het eigenlijk met generatie X? Die laat<br />
niets van zich horen en kiest haar eigen weg. Maar generatie X is toch de beoogde<br />
troonopvolger, die straks de leiderschapsposities in de maatschappij moet gaan innemen? Of<br />
niet?<br />
Nadat de protestgeneratie over enkele jaren het toneel heeft verlaten, kunnen nieuwe leiders in<br />
principe uit elke generatie voortkomen als ze maar in staat zijn de onderlinge verschillen te<br />
35 R. in ’t Veld in “Bekwame burger redt democratie”, artikel in Binnenlands Bestuur. (21 augustus 2009)<br />
36 R. in ’t Veld in “Bekwame burger redt democratie”, artikel in Binnenlands Bestuur. (21 augustus 2009)<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 31 8 september 2009
overbruggen en zich aan te passen aan de cultuur van de anderen. De leiders van vandaag<br />
kunnen dat voorbereiden door persoonlijk en echt te zijn. Door nieuwsgierig te zijn naar de<br />
ander en door te vragen, waarbij verschillen gerespecteerd worden. Door niet te denken in<br />
problemen maar in de mogelijkheden die een probleem kan bieden.<br />
Berthold Günster noemt dit proces het omdenken. Omdenken betekent vanuit een positieve<br />
benadering nieuwe mogelijkheden zien en samen tot een oplossing komen. Daarbij kan het<br />
probleem zelf heel goed een onderdeel van de oplossing zijn. Het probleem is daarmee in feite<br />
de bedoeling. “Voor de pessimist is het glas half leeg. Voor de optimist is het glas half vol.<br />
Dit boek gaat uit van een derde benadering: waar is de kraan? Dit boek gaat over de<br />
overgang van een ja-maar naar een ja-én manier van denken. Van het denken in termen van<br />
problemen naar het denken in termen van mogelijkheden. De techniek die dit boek daartoe<br />
aanreikt is die van het omdenken”, aldus Günster in zijn boek. 37<br />
4.4 Hoe heeft de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong> zich ontwikkeld?<br />
4.4.1 Ontwikkeling van de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />
De <strong>ChristenUnie</strong> is een relatief jonge partij, ontstaan als het product van een fusie tussen GPV<br />
(1948) en RPF (1975). Anders dan bij de fusie van GroenLinks hoefden er geen enorme<br />
cultuurverschillen overbrugd te worden. Ook de structuren van beide partijen leken op elkaar.<br />
Bij de oprichting van het GPV was gekeken naar de ARP, die toen nog een federatief model<br />
had. Bij de oprichting van de RPF is gekeken naar zowel ARP als GPV. Het was dan ook<br />
geen wonder dat beide organisaties met relatief kleine aanpassingen in elkaar geschoven<br />
konden worden. Verbond en Federatie smolten in 2000 samen tot Unie.<br />
Omdat de <strong>ChristenUnie</strong> direct na de vorming toenam in populariteit is veel energie gaan zitten<br />
in het politieke “gezicht” van de partij. Van een bezinning op de organisatiestructuur kwam<br />
niet zo veel terecht, er was ook niet veel behoefte aan. Langzaam maar zeker begint hier<br />
verandering in te komen. De oude verschillen tussen GPV en RPF vervagen en de kaderleden,<br />
maar ook de gewone leden, vragen zich af of met de vroeger zo vertrouwde werkwijze nog<br />
steeds het doel van de partij wordt gediend. Het professionaliseren van de partij krijgt zo meer<br />
prioriteit.<br />
De fusie tot <strong>ChristenUnie</strong> heeft ook geleid tot verbreding van de achterban. Was die bij het<br />
GPV en ook grotendeels bij de RPF nog beperkt tot enkele “confessionele” denominaties, na<br />
de fusie werden christenen en soms ook niet-christenen uit alle geledingen van de<br />
samenleving aangetrokken. Dat beperkt zich niet alleen tot kiezers en leden. Een kwart van<br />
het geïnterviewde partijkader geeft aan nooit tot één van de oude partijen te hebben behoord.<br />
Het tij is nog niet aan het verlopen, maar er lijkt wel een kentering op handen te zijn.<br />
En als dan nu de vraag wordt gesteld of de <strong>ChristenUnie</strong> met de huidige organisatie de<br />
toekomst in kan? Ongeacht hoe de organisatie er nu uitziet kan hier, na de verhandeling over<br />
de verschillen tussen generaties in het vorige hoofdstuk, eigenlijk maar één antwoord<br />
uitkomen: Nee, dat kan niet. Het is onmogelijk om nu al een organisatie in te richten die<br />
helemaal klaar is voor ontwikkelingen die nog niet zijn te overzien.<br />
4.4.2 Doel en inhoud van de enquête.<br />
37 Berthold Günster, Ja maar, ……HUH? De techniek van het omdenken. (2008)<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 32 8 september 2009
Natuurlijk is bovenstaande conclusie enkel en alleen op basis van algemene demografische<br />
ontwikkelingen veel te gemakkelijk. Daarom is een enquête gehouden onder de 1802 bekende<br />
leden van het <strong>ChristenUnie</strong>kader. Deze groep omvat alle secretarissen van de<br />
kiesverenigingen, raadsleden en bestuurders. Aan deze groep is gevraagd om de vragenlijst<br />
door te sturen naar de andere lokale bestuursleden binnen hun vereniging.<br />
Het doel van de enquête was om te weten te komen of de veronderstelde problemen met de<br />
structuur worden herkend. De vragen waren gericht op het functioneren van de lokale,<br />
regionale en landelijke structuren en de wijze waarop de leden kunnen participeren. Verder<br />
was er een open veld waarop de ondervraagden hun specifieke opmerkingen konden<br />
meegeven. De vragen zijn niet geheel objectief opgesteld, bij de vraagstelling is uitgegaan van<br />
het bestaan van de veronderstelde problemen. Deze hypothese lijkt te worden bevestigd.<br />
De uitkomsten van de enquête zijn opgenomen in de bijlagen 38 . De respons is ondanks de<br />
vakantieperiode ruim 19% Dit is een prima opkomst en met 344 respondenten is het goed<br />
mogelijk om hierover valide uitspraken te doen. Vanwege de vakantieperiode heeft de<br />
enquête na het formele afstuderen nog enkele weken doorgelopen. In deze versie zijn de<br />
uitkomsten van de enquête volledig meegenomen.<br />
Helaas zijn van de aangeschreven doelgroep “Kaderleden van de <strong>ChristenUnie</strong>” geen verdere<br />
statistische gegevens beschikbaar. Van de respondenten zijn wel enkele basisgegevens<br />
gevraagd die hieronder worden weergegeven.<br />
1) Wat is uw leeftijd?<br />
1% < 20 jaar (generatie C, Y en Z)<br />
14% 20-35 jaar (generatie X + Y)<br />
30% 35-50 jaar (verloren generatie)<br />
47% 50-65 jaar (protestgeneratie)<br />
9% > 65 jaar (vooroorlogse generatie)<br />
2) Bent u een man of een vrouw?<br />
77% man<br />
23% vrouw<br />
3) Bent u al lang lid van de <strong>ChristenUnie</strong> of haar voorgangers?<br />
11% < 5 jaar<br />
19% 5 tot 10 jaar<br />
28% 10 tot 20 jaar<br />
42% > 20 jaar<br />
4) Van welke partij was u eerder lid?<br />
33% GPV<br />
41% RPF<br />
24% Geen<br />
3% Andere partij, nl CDA (5x), SGP (2x), EVP (1x)<br />
Zoals te verwachten was, is de protestgeneratie in de enquête goed vertegenwoordigd. Ook de<br />
verloren generatie is zeer aanwezig. De jongere generaties doen het veel minder goed,<br />
waarschijnlijk vooral omdat ze niet in kaderposities verkeren. Nog geen kwart van de reacties<br />
38 Bijlage 13 - enquête <strong>ChristenUnie</strong> / Bijlage 14 – Metadata enquête.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 33 8 september 2009
is gegeven door vrouwen, politiek is blijkbaar nog steeds een mannenzaak. Opvallend is ook<br />
dat ruim een kwart van de kaderleden nooit lid is geweest van de voorgangers GPV en RPF.<br />
4.4.3 De antwoorden uit de enquête.<br />
Bij het opstellen van de vragen is gekozen voor een driedeling: de lokale kiesvereniging, de<br />
provinciale unie en de verenigingsstructuur als geheel. De vragen zijn niet altijd neutraal<br />
geformuleerd. Zoals één van de geënquêteerden al opmerkte ligt de mening van de<br />
vraagsteller er soms min of meer in opgesloten. Sommige vragen zijn ronduit suggestief en<br />
verwijzen naar eerder binnen de partij gesignaleerde vraagstukken. Anderzijds zijn er ook<br />
vragen die tegenovergesteld zijn geformuleerd. De ondervraagden zijn allemaal betrokken als<br />
kaderlid van de <strong>ChristenUnie</strong> die mogen worden geacht voldoende kennis van zaken te<br />
hebben om dit onderscheid te kunnen maken. Gewone leden zijn niet ondervraagd.<br />
Over de lokale kiesvereniging:<br />
1. Ik ben erg tevreden over het functioneren van mijn eigen kiesvereniging.<br />
5% absoluut mee eens<br />
45% mee eens<br />
16% neutraal / weet niet<br />
28% niet mee eens<br />
6% absoluut niet mee eens<br />
Over het functioneren van de eigen lokale kiesvereniging is dus de helft van de kaderleden<br />
tevreden. Toch geeft ook meer dan een derde deel op deze algemene vraag aan dat de<br />
vereniging niet goed functioneert. Dat is een vrij groot aantal en dit kan veel verschillende<br />
oorzaken hebben. In de hierna volgende vragen worden een paar mogelijke oorzaken<br />
genoemd.<br />
2. Mijn vereniging heeft een actief en kundig bestuur.<br />
5% absoluut mee eens<br />
49% mee eens<br />
21% neutraal / weet niet<br />
21% niet mee eens<br />
5% absoluut niet mee eens<br />
Ruim de helft van de kaderleden acht het eigen bestuur kundig en actief. Dat is positief te<br />
noemen. Zorgwekkend is dat meer dan een kwart van de ondervraagden het hier niet mee eens<br />
is en het eigen bestuur dus niet actief en/of niet kundig vindt. Dat is een hoog percentage.<br />
3. Mijn vereniging heeft voldoende bestuursleden.<br />
6% absoluut mee eens<br />
34% mee eens<br />
9% neutraal / weet niet<br />
38% niet mee eens<br />
13% absoluut niet mee eens<br />
Dat verenigingsbesturen hier en daar kwijnende zijn was bekend. Slechts in twee van de vijf<br />
gevallen wordt aangegeven dat het eigen bestuur op sterkte is. Ruim de helft van het kader<br />
geeft aan dat er niet voldoende mensen in het bestuur zitten.<br />
4. Mijn vereniging vergadert minstens twee keer per jaar.<br />
23% absoluut mee eens<br />
49% mee eens<br />
3% neutraal / weet niet<br />
21% niet mee eens<br />
4% absoluut niet mee eens<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 34 8 september 2009
Statutair moet de kiesvereniging minstens één vergadering per jaar houden. Een actieve<br />
vereniging zou echter vaker bij elkaar moeten komen, bijvoorbeeld voor het organiseren van<br />
verkiezingen of ter voorbereiding van het congres. Bijna driekwart van de ondervraagden<br />
geeft aan dat de vereniging inderdaad minstens 2x per jaar vergadert. En een kwart geeft aan<br />
dat dit niet zo is. Dat komt redelijk overeen met het antwoord in vraag 1.<br />
5. Ik verwacht dat het steeds moeilijker zal worden om geschikte bestuursleden te vinden.<br />
26% absoluut mee eens<br />
51% mee eens<br />
13% neutraal / weet niet<br />
10% niet mee eens<br />
1% absoluut niet mee eens<br />
Kijkend naar de toekomst verwacht ruim driekwart dat het in de komende jaren moeilijker zal<br />
worden om geschikte bestuursleden te vinden. Slechts 11% verwacht geen problemen.<br />
6. In mijn vereniging is het geen probleem om goede mensen te vinden voor een<br />
programma- en selectiecommissie.<br />
4% absoluut mee eens<br />
31% mee eens<br />
17% neutraal / weet niet<br />
35% niet mee eens<br />
12% absoluut niet mee eens<br />
Iets minder somber dan voor bestuursfuncties zijn de verwachtingen voor het bemensen van<br />
een programma- en selectiecommissie. Bijna de helft verwacht ook hier problemen, een derde<br />
ziet geen problemen. Kanttekening hierbij vanuit de praktijk is dat veel verenigingen niet met<br />
dit soort commissies werken. Veel fracties schrijven het programma zelf en veel besturen<br />
doen de selectie van kandidaten in overleg met de zittende fractie.<br />
7. In mijn vereniging bereidt het bestuur zich goed voor op de discussies over thema’s op het<br />
Uniecongres.<br />
1% absoluut mee eens<br />
22% mee eens<br />
29% neutraal / weet niet<br />
35% niet mee eens<br />
13% absoluut niet mee eens<br />
Het Uniecongres, waar de kiesvereniging moet worden vertegenwoordigd en gezamenlijke<br />
besluiten worden genomen, moet worden voorbereid. Er moet een afgevaardigde worden<br />
aangewezen die namens de kiesvereniging zijn stem(men) op het congres gaat uitbrengen.<br />
Nog geen kwart van de kaderleden is van mening dat het eigen bestuur deze voorbereiding<br />
goed oppakt. Bijna de helft vindt dat het Uniecongres door het lokale verenigingsbestuur niet<br />
goed wordt voorbereid. Wat dit precies betekent is niet uitgewerkt. Het zou kunnen inhouden<br />
dat de stukken niet worden voorbesproken, dat afgevaardigden geen specifieke opdracht<br />
meekrijgen naar het Uniecongres of dat de kiesvereniging in het geheel niet vertegenwoordigd<br />
wordt.<br />
8. In mijn vereniging betrekt het bestuur de leden bij de voorbereiding van het Uniecongres.<br />
1% absoluut mee eens<br />
13% mee eens<br />
18% neutraal / weet niet<br />
47% niet mee eens<br />
22% absoluut niet mee eens<br />
Het getrapte systeem van de Uniestructuur veronderstelt dat de leden bij de voorbereiding van<br />
de besluitvorming op een Uniecongres worden betrokken. Op deze manier wordt de<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 35 8 september 2009
vertegenwoordiging naar het congres gelegitimeerd. Dit zou kunnen op een ledenvergadering<br />
of door een andere vorm van raadpleging. Maar 14% van het kader kan aangeven dat dit ook<br />
zo gebeurt. En 69% van de ondervraagden geeft aan dat de leden niet in dit proces worden<br />
betrokken. Opvallend is dat de groep die vraag 7 positief beantwoordt, veel groter is dan bij<br />
vraag 8. Een goede voorbereiding is dus voor deze groep niet hetzelfde als het betrekken van<br />
de leden bij de besluitvorming.<br />
Over de Provinciale Unie:<br />
9. De Provinciale Unie is het samenwerkingsverband van de plaatselijke verenigingen.<br />
7% absoluut mee eens<br />
37% mee eens<br />
28% neutraal / weet niet<br />
22% niet mee eens<br />
7% absoluut niet mee eens<br />
De provinciale Unie is statutair ingesteld als het samenwerkingsverband van de lokale<br />
kiesverenigingen. Van kaderleden zou verwacht mogen worden dat ze dit allemaal weten,<br />
maar nog niet eens de helft van de ondervraagden herkent dit als zodanig. Dat is een vreemde<br />
uitkomst. Van de kaderleden weet een groot deel niet aan te geven wat de provinciale Unie<br />
inhoudt en daarnaast is er nog een aanzienlijk deel die denkt dat het iets heel anders is. Omdat<br />
de Provinciale Unie een belangrijk element in de partijstructuur vormt is deze uitkomst nogal<br />
zorgwekkend. Er zijn meerdere denkrichtingen mogelijk. Het kan zijn dat de provinciale Unie<br />
niet herkend wordt als een verband, iets waarvoor de gezamenlijke verenigingen samen<br />
verantwoordelijk zijn. Dit beeld kan bijvoorbeeld ontstaan als de provinciale Unie zich als een<br />
zelfstandig orgaan opstelt tegenover lokale kiesverenigingen. Een andere mogelijkheid is dat<br />
de provinciale Unie zo onbekend is, dat bij de beantwoording van de vraag de mogelijkheid<br />
dat het met de eigen kiesvereniging te maken heeft, gelijk wordt uitgesloten.<br />
10. Ik weet goed welke taken de Provinciale Unie heeft.<br />
8% absoluut mee eens<br />
36% mee eens<br />
23% neutraal / weet niet<br />
27% niet mee eens<br />
5% absoluut niet mee eens<br />
In consistentie met de vorige vraag geeft ook hier nog niet de helft van de kaderleden aan te<br />
weten welke taken de provinciale Unie heeft. Dat betekent dat ruim de helft van de<br />
kaderleden niet weet wat de provinciale Unie doet.<br />
11. Ik ben erg tevreden over het functioneren van het Provinciale Uniebestuur.<br />
3% absoluut mee eens<br />
22% mee eens<br />
56% neutraal / weet niet<br />
17% niet mee eens<br />
3% absoluut niet mee eens<br />
Het provinciale Uniebestuur is het bestuur van samenwerkende lokale kiesverenigingen.<br />
Naast het organiseren van provinciale politieke activiteiten, moet het bestuur de lokale<br />
verenigingen ondersteunen en soms ook vertegenwoordigen. Slechts een kwart van de<br />
ondervraagden geeft aan hier tevreden over te zijn. Meer dan helft weet het niet,<br />
waarschijnlijk omdat ze er geen zicht op hebben. Een vijfde deel is ontevreden over<br />
functioneren van het PU-bestuur.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 36 8 september 2009
12. Het Provinciale Uniebestuur bevordert de samenhang tussen de lokale verenigingen.<br />
2% absoluut mee eens<br />
21% mee eens<br />
35% neutraal / weet niet<br />
33% niet mee eens<br />
9% absoluut niet mee eens<br />
Statutair is aan het bestuur van de provinciale Unie opgedragen om de samenhang tussen de<br />
lokale kiesverenigingen te bevorderen. Nog geen kwart van de ondervraagden herkent dit en<br />
geeft aan dat deze taak wordt uitgevoerd. 42% van het kader geeft aan dat dit niet gebeurt.<br />
13. Ik weet welke taken en bevoegdheden het Unieconvent (de vergadering van de provinciale<br />
voorzitters) heeft.<br />
4% absoluut mee eens<br />
15% mee eens<br />
29% neutraal / weet niet<br />
39% niet mee eens<br />
13% absoluut niet mee eens<br />
Het Unieconvent is de zelfstandige vergadering van provinciale voorzitters. Dit orgaan heeft<br />
vooral als taak om het landelijke bestuur te adviseren over niet politieke vraagstukken en<br />
onderling contact tussen regio en landelijk bestuur te bevorderen. Van de ondervraagde<br />
kaderleden geeft 19% bekend te zijn met deze taken. En 81% weet het dus niet. Het mag zelfs<br />
niet worden uitgesloten, dat veel kaderleden niet eens van het bestaan van het dit orgaan op de<br />
hoogte zijn. Het Unieconvent is in elk geval het minst bekende orgaan binnen de<br />
partijorganisatie.<br />
14. Eén van de bevoegdheden van het Unieconvent is dat zij de kandidatenlijst voor de Eerste<br />
Kamer vaststelt. Ik vind dat niet het Unieconvent, maar het Uniecongres de bevoegdheid<br />
moet krijgen om de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer vast te stellen.<br />
11% absoluut mee eens<br />
35% mee eens<br />
28% neutraal / weet niet<br />
21% niet mee eens<br />
5% absoluut niet mee eens<br />
Dat het Unieconvent de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer vaststelt zal voor veel<br />
ondervraagden een verrassing zijn geweest. Over de mogelijkheid om deze kandidatenlijst,<br />
net als de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer, door het Uniecongres te laten vaststellen is<br />
46% positief. Er is ook een groep van 26% die het hier niet mee eens is en 28% die het<br />
gewoon niet weet. Tussen de verschillende leeftijdsgroepen zaten bij de beantwoording geen<br />
significante verschillen.<br />
15. Ik vind dat niet het Unieconvent, maar het Ledencongres de bevoegdheid moet krijgen<br />
om de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer vast te stellen.<br />
7% absoluut mee eens<br />
27% mee eens<br />
25% neutraal / weet niet<br />
34% niet mee eens<br />
7% absoluut niet mee eens<br />
Deze vraag was eigenlijk concurrerend met de vorige vraag. Dat kan verwarrend hebben<br />
gewerkt. De bedoeling was om te peilen hoe de kaderleden staan tegenover directe<br />
verkiezingen van kandidaten door de leden. In dit geval is concreet voorgesteld om de<br />
kandidatenlijst voor de Eerste Kamer door het Ledencongres te laten vaststellen. Hierop<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 37 8 september 2009
eageert dan nog steeds 34% positief. De groep die het er niet mee eens is, is wel fors groter,<br />
namelijk 41%.<br />
16. In mijn Provinciale Unie is het geen probleem om voldoende mensen te vinden voor een<br />
programma- en selectiecommissie.<br />
1% absoluut mee eens<br />
8% mee eens<br />
68% neutraal / weet niet<br />
19% niet mee eens<br />
4% absoluut niet mee eens<br />
Kijkend naar de toekomst verwacht 23% van de kaderleden dat het in de komende jaren<br />
moeilijker zal worden om geschikte medewerkers te vinden. Slechts een optimistische 9%<br />
verwacht geen problemen. Het grootste gedeelte heeft er geen zicht op.<br />
Over de landelijke verenigingstructuur:<br />
17. Ik vind dat de huidige verenigingsstructuren goed functioneren.<br />
3% absoluut mee eens<br />
52% mee eens<br />
25% neutraal / weet niet<br />
19% niet mee eens<br />
1% absoluut niet mee eens<br />
Over het functioneren van de huidige verenigingsstructuur is meer dan de helft tevreden. Er is<br />
ook 20% die niet tevreden is. Dat is een hoog percentage voor een algemene vraag. Waarin<br />
deze onvrede zit, wordt in deze algemene vraag niet duidelijk, alhoewel er wel voorbeelden<br />
van worden gegeven bij de antwoorden op vraag 30.<br />
18. Ik vind dat de huidige verenigingsstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> om te veel menskracht<br />
vraagt.<br />
2% absoluut mee eens<br />
24% mee eens<br />
34% neutraal / weet niet<br />
37% niet mee eens<br />
2% absoluut niet mee eens<br />
Op de vraag of de huidige structuur teveel menskracht vraagt antwoordt ruim een kwart<br />
bevestigend. Een grotere groep van ruim een derde vindt ziet deze relatie absoluut niet. Deze<br />
vraag is natuurlijk suggestief. Een politieke vereniging vraagt altijd om veel menskracht en de<br />
gevraagde inzet is afhankelijk van heel veel factoren en meestal onafhankelijk van de<br />
structuur.<br />
19. Ik vind de lokale autonomie van de verenigingen belangrijk, want deze benadrukt de<br />
verscheidenheid binnen de partij.<br />
17% absoluut mee eens<br />
57% mee eens<br />
11% neutraal / weet niet<br />
14% niet mee eens<br />
1% absoluut niet mee eens<br />
De lokale autonomie van de kiesverenigingen is één van de pijlers van de <strong>ChristenUnie</strong>. Deze<br />
vraag is ook nogal suggestief vanwege de gemaakte koppeling naar het benadrukken van de<br />
verscheidenheid binnen de partij. En ook die verscheidenheid wordt best als belangrijk<br />
ervaren. Driekwart van de ondervraagden stemt dan ook met de stelling in. Slechts 15% is het<br />
met de stelling niet eens.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 38 8 september 2009
20. Ik vind dat de huidige verenigingsstructuur ons soms belemmert om snel op de<br />
maatschappelijke actualiteiten en veranderingen in te spelen.<br />
2% absoluut mee eens<br />
18% mee eens<br />
26% neutraal / weet niet<br />
50% niet mee eens<br />
5% absoluut niet mee eens<br />
De huidige verenigingsstructuur wordt door ruim de helft van de kaderleden niet als<br />
belemmerend gezien om snel op maatschappelijke actualiteiten en veranderingen in te spelen.<br />
Een op de vijf ervaart die belemmering wel. Onduidelijk is waaruit die belemmering zou<br />
moeten bestaan. Er wordt bij de beantwoording van vraag 30 wel meerdere malen aangegeven<br />
dat de lokale vereniging en de landelijke organisatie ver bij elkaar weg staan.<br />
21. Doordat alle kiesverenigingen hun eigen statuten en inschrijving moeten hebben, is een<br />
starre organisatie ontstaan die ons veel geld en energie kost.<br />
6% absoluut mee eens<br />
51% mee eens<br />
25% neutraal / weet niet<br />
17% niet mee eens<br />
1% absoluut niet mee eens<br />
Deze stelling wordt door 57% van de kaderleden onderschreven. Slechts een klein deel van<br />
18% is het hier niet mee eens. Er wordt dus duidelijk onderscheid gemaakt tussen de interne<br />
slagvaardigheid en de maatschappelijke slagvaardigheid uit vraag 20.<br />
22. Ik vind de huidige verenigingsstructuur iets waar goed over is nagedacht en wat je niet<br />
zomaar moet veranderen.<br />
3% absoluut mee eens<br />
20% mee eens<br />
33% neutraal / weet niet<br />
39% niet mee eens<br />
5% absoluut niet mee eens<br />
Maar 23% geeft aan dat over de huidige verenigingsstructuur goed is nagedacht en dat deze<br />
niet zomaar veranderd mag worden. De groep die openstaat voor verandering is met 44%<br />
twee keer zo groot.<br />
23. Ik vind dat de leden meer directe invloed moeten hebben. Belangrijke onderwerpen<br />
moeten op het Ledencongres worden besproken in plaats van op het Uniecongres.<br />
3% absoluut mee eens<br />
40% mee eens<br />
21% neutraal / weet niet<br />
32% niet mee eens<br />
4% absoluut niet mee eens<br />
Het geven van meer directe invloed aan de leden door taken van het Uniecongres naar het<br />
Ledencongres te verschuiven is een idee wat door 43% van het kader wordt omarmd. Er<br />
bestaat ook een iets kleinere groep van 36% die dit idee niet zien zitten. Bijzonder opvallend<br />
is dat bij de kaderleden van 50 jaar en ouder er twee keer zo veel voorstanders als<br />
tegenstanders zijn. Bij de kaderleden jonger dan 35 jaar ligt die verhouding net andersom.<br />
24. De huidige partijstructuur is toekomstvast.<br />
2% absoluut mee eens<br />
35% mee eens<br />
40% neutraal / weet niet<br />
21% niet mee eens<br />
1% absoluut niet mee eens<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 39 8 september 2009
37% van de ondervraagden geeft aan dat de huidige partijstructuur toekomstvast is. Een<br />
kleinere groep van 22% is het daar niet mee eens. De rest weet het blijkbaar niet.<br />
25. Van mij mag de <strong>ChristenUnie</strong> veranderen van een partij met losse verenigingen die<br />
samenwerken in een Unie, naar een ledenpartij waarbij iedereen lid is van dezelfde<br />
vereniging.<br />
7% absoluut mee eens<br />
33% mee eens<br />
24% neutraal / weet niet<br />
30% niet mee eens<br />
6% absoluut niet mee eens<br />
Deze vraag wordt door 40% van het kader met instemming beantwoord. Er is ook een iets<br />
kleiner deel van 36% wat het er niet mee eens is. Een kwart de kaderleden heeft hierover geen<br />
mening. Deze percentages zijn normaal verdeeld over de leeftijdgroepen. Dit is een vraagstuk<br />
waar de meningen vrij uitgesproken tegenover elkaar staan. Opmerkelijk is toch dat veel van<br />
de kaderleden zich onmiddellijk uitspreken voor een ledenpartij zonder dat daar een brede<br />
inhoudelijke discussie aan vooraf is gegaan. Dat maakt dit tot een belangrijk item.<br />
26. Ik weet wat de taken van het Landelijk Bestuur zijn.<br />
4% absoluut mee eens<br />
60% mee eens<br />
27% neutraal / weet niet<br />
8% niet mee eens<br />
1% absoluut niet mee eens<br />
De taken van het landelijke bestuur zijn bij tweederde van de ondervraagden bekend. 9%<br />
geeft heel expliciet aan deze niet te kennen.<br />
27. Ik ben erg tevreden over het functioneren van het Landelijk Bestuur.<br />
3% absoluut mee eens<br />
57% mee eens<br />
35% neutraal / weet niet<br />
5% niet mee eens<br />
1% absoluut niet mee eens<br />
Ook geeft 60% aan tevreden te zijn over het functioneren van het landelijke bestuur. Slecht<br />
6% is hier niet tevreden over.<br />
28. Het Landelijk Bestuur bemoeit zich te weinig met de regio.<br />
4% absoluut mee eens<br />
33% mee eens<br />
40% neutraal / weet niet<br />
21% niet mee eens<br />
2% absoluut niet mee eens<br />
Er is een groep van 36% die aangeeft dat het landelijke bestuur zich te weinig met de regio<br />
bemoeit. Mogelijk ligt hier een relatie met vraag 17. Bijna een kwart heeft juist positieve<br />
ervaringen.<br />
29. Het Landelijk Bestuur zou zich moeten laten adviseren door een gekozen brede partijraad,<br />
zoals dat in andere partijen ook het geval is.<br />
5% absoluut mee eens<br />
38% mee eens<br />
40% neutraal / weet niet<br />
15% niet mee eens<br />
2% absoluut niet mee eens<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 40 8 september 2009
De Partijraad is een onbekend fenomeen binnen de <strong>ChristenUnie</strong>, maar wel bekend vanuit<br />
andere partijen. Een grote groep kaderleden van 43% zou graag een gekozen brede partijraad<br />
zien fungeren als adviseur voor het landelijke bestuur. Een bijna even grote groep heeft geen<br />
mening. Een klein van 17% deel wil deze Partijraad niet. Opmerkelijk is dat veel van de<br />
kaderleden zich onmiddellijk uitspreken voor een gekozen Partijraad zonder dat ze daar een<br />
concreet voorstel over hebben gezien. Dat maakt dit tot een belangrijk item.<br />
30. Ik zou over dit onderwerp nog graag het volgende willen meegeven:<br />
Bij vraag 30 zijn nog 80 losse reacties gegeven als toelichting. Hierin zit een enorme variatie<br />
aan opvattingen die zeer interessant zijn maar niet allemaal stuk voor stuk behandeld worden.<br />
Bij het opstellen van de conclusies en aanbevelingen zijn deze reacties wel zoveel mogelijk<br />
betrokken.<br />
Uit de gehouden enquête blijkt wel dat over de toekomstvastheid van de organisatie bij een<br />
belangrijk deel van de kaderleden twijfels bestaan. Dat volgt niet zozeer uit de hoofdvraag 39 ,<br />
maar vooral uit de afgeleide vragen. Gelukkig is het allemaal niet zo zwart-wit. Organisaties<br />
en werkwijzen veranderen door de jaren heen. Een veel belangrijker achterliggende vraag is<br />
of de organisatie soepel de metamorfose kan maken naar datgene wat in de toekomst<br />
gevraagd zal worden. Er lijkt een verschuiving wenselijk te zijn van een formele organisatie<br />
naar een meer organische structuur.<br />
4.5 Wat zijn de kansen en bedreigingen voor de <strong>ChristenUnie</strong>?<br />
Redenerend vanuit de generatieverschillen is het logisch dat de beschreven maatschappelijke<br />
trends ook binnen de <strong>ChristenUnie</strong> verder door zullen zetten. Van generatie Y (personen met<br />
geboortejaar vanaf 1981) en de generaties daaropvolgend kan vanuit de generatietypering<br />
worden verwacht dat ze minder binding zullen hebben met de ooit door de protestgeneratie<br />
geformuleerde Uniefundering en bijbehorende reglementen. Actievelingen binnen deze<br />
generatie zien zich vaak veel meer als overtuigde christenen, die hun persoonlijke visie<br />
bereiken door in een netwerk samen te werken. Zo’n persoonlijk doel kan overigens heel<br />
nobel wezen, maar is minder gedreven vanuit de collectieve gedachte. Deze andere<br />
maatschappijbenadering zal naar verwachting ook steeds meer doorwerking gaan krijgen<br />
binnen de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />
Vooral voor de protestgeneratie kan een proces van aanpassing van de partijstructuren worden<br />
verward met het ter discussie stellen van het ideologische gedachtegoed van de partij. Enkele<br />
geënquêteerden spreken zich daar ook zo concreet over uit. 40 Die zorg zou ook nog best eens<br />
terecht kunnen zijn. Juist binnen een organische structuur zal de persoonlijke identiteit van de<br />
leden een belangrijker plaats innemen. Voor de aanstormende generatie kan het straks zelfs<br />
nog heel anders uitpakken, de trend is dat ideologieën lijken te gaan vervagen. Dat zal dan<br />
ook merkbaar worden binnen de leden van de <strong>ChristenUnie</strong>. De door de voorvaderen ooit<br />
bevochten kerkelijke zuilen nemen in belangrijkheid af en worden niet meer als zodanig<br />
(h)erkend. Als kerkelijke denominaties zijn verworden tot een interessant historisch gegeven<br />
kan daardoor het vanzelfsprekende collectieve gevoel voor deze groep verdwijnen.<br />
39 Enquête vraag 24. (zie bijlage 13)<br />
40 Enquête vraag 30, antwoord 4, 12, 14, 26, 53 (zie bijlage 13)<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 41 8 september 2009
De vraag is dan wel wat daar voor in de plaats moet komen, een politieke partij is nu eenmaal<br />
een collectieve beweging. Moet dit veranderingsproces worden vertraagd, of moet er juist<br />
worden meebewogen? Is er een plaatsvervangend element wat samenbindt en een appél kan<br />
blijven doen op de collectieve gevoelens van de achterban? Wat is de gemeenschappelijke<br />
factor? De <strong>ChristenUnie</strong> profileert zich sinds de oprichting als een christelijk-sociale partij.<br />
Christelijk en sociaal, dat zijn twee krachtige elementen die voldoende potentie hebben om<br />
mensen samen te binden. De algemene tendens daarbij is dat netwerken in belangrijkheid<br />
zullen toenemen, waarbij het er om zal gaan wie je bent en wat je meebrengt in jouw netwerk.<br />
Het is dus niet ondenkbaar dat de persoonlijke relaties met God en met mensen de enige<br />
overblijvende bindende factoren voor de <strong>ChristenUnie</strong> van de toekomst zullen zijn.<br />
4.5.1 Groei en verandering achterban.<br />
Van de <strong>ChristenUnie</strong> kan worden gezegd dat het een dynamische partij is met een zeer trouwe<br />
en betrokken achterban. Volgens de eerder genoemde CBS-statistieken over 2006 was in dat<br />
jaar 13% van de stemmers ook lid van de partij. Dat is een hoog percentage. Daarvoor is een<br />
vergelijking gemaakt met de verkiezingsuitslag van 2002 waarbij 204.694 stemmen op de<br />
<strong>ChristenUnie</strong> werden uitgebracht. Bij de verkiezingen van 22 november 2006 boekte de partij<br />
een flinke winst, 390.969 stemmen, maar het aantal leden nam nauwelijks toe. Als die cijfers<br />
worden doorvertaald, zou het CBS-cijfer moeten worden bijgesteld naar 7%.<br />
De trouwe achterban is dus vrijwel gelijk in aantal gebleven, maar er zijn meer stemmers<br />
bijgekomen. Er is een natuurlijke behoefte van de partij om deze nieuwe kiezers aan zich te<br />
binden door een lidmaatschap. Deze nieuwe leden zijn vaak erg gemotiveerd en worden actief<br />
binnen de partij. Ze brengen vaak ook nieuwe ideeën met zich mee en breiden hun invloed uit.<br />
Dit kan leiden tot ideologische verschuivingen, iets wat door de oude garde kan worden<br />
uitgelegd of ervaren als afglijden. Voor een principiële partij als de <strong>ChristenUnie</strong> past het<br />
veranderen in een democratische middenpartij niet in de partijvisie.<br />
Vanuit de komende generaties en vanuit nieuwe kiezers als evangelischen of roomskatholieken,<br />
wordt steeds vaker de vraag gesteld of de huidige grondslag van de partij nog<br />
wel de juiste vlag is om de lading te dekken. Bij enkele van deze groepen is behoefte aan een<br />
nog veel directer geformuleerde grondslag, rechtstreeks vanuit de relatie met Jezus Christus.<br />
De verwijzing in de Uniefundering naar belangrijke documenten uit de reformatie als de Drie<br />
Formulieren van Eenheid heeft voor hen nauwelijks meerwaarde en wordt door sommigen<br />
zelfs als kwetsend ervaren. De later toegevoegde Unieverklaring sluit veel meer aan bij het<br />
gedachtegoed van deze nieuwe kiezers, omdat deze veel meer ruimte geeft.<br />
De toenadering tot andersoortige christenen is een proces waar een deel van het kader van de<br />
<strong>ChristenUnie</strong> bewust aan werkt, terwijl een ander deel er moeite mee heeft. Deze verbreding<br />
kan immers, afhankelijk van de kant van de medaille die bekeken wordt, leiden tot zowel een<br />
verarming als een verrijking. De inbreng van nieuwe groepen kan leiden tot een andere balans<br />
tussen Bijbelse waarden. Voeg daar nog het element van de komende generaties aan toe die<br />
hun christen-zijn binnen een heel andere context beleven. En samen vormen deze ingrediënten<br />
een proces met een onzekere uitkomst. Hier ligt een enorme uitdaging voor de partij.<br />
4.5.2. Vergrijzing en komst van nieuwe generaties<br />
Ondanks het bestaan van een actieve jongerenorganisatie, is de gemiddelde leeftijd van het<br />
<strong>ChristenUnie</strong>kader hoog 41 . Meer dan de helft van de geënquêteerden is ouder dan 50 jaar.<br />
41 Enquête vraag 1 (zie hiervoor bijlage 13)<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 42 8 september 2009
Daarmee is ze overigens niet onderscheidend van andere politieke partijen. Binnen een tiental<br />
jaren zullen een groot aantal van deze kaderleden uit de protestgeneratie uitstromen en<br />
vervangen moeten worden. Uit de enquête komt duidelijk naar voren dat er zorgen zijn of<br />
hiervoor wel voldoende mensen gevonden zullen kunnen worden 42 .<br />
De maatschappelijke ontwikkeling van de nieuwe generaties gaat de <strong>ChristenUnie</strong> zeker niet<br />
voorbij. Deze ontwikkeling manifesteert zich wel minder sterk dan bij andere partijen,<br />
waarschijnlijk omdat de <strong>ChristenUnie</strong> een meer ideologische partij is. Het maatschappelijk<br />
netwerk waarbinnen de partij zijn aanhangers vindt, valt grotendeels samen met dat van de<br />
kerken, waardoor deze ongewild als een soort zeef fungeren. Kerken worstelen dan ook met<br />
dezelfde problematiek. Hoe combineer je het laten aansluiten van de boodschap met de wens<br />
tot meer eigen beleving? Jongeren die de ruimte krijgen hun eigen cultuur te creëren blijven<br />
binnen de kerk. Dat geldt ook voor jongeren die zich aanpassen en voegen binnen de cultuur<br />
van de ouderen. Beide groepen vormen grotendeels het potentiële <strong>ChristenUnie</strong>kader voor de<br />
toekomst. Een ander deel van de jongeren vertrekt uit de kerk of blijft gewoon weg. Niet<br />
zelden wordt de christelijke identiteit afgewezen vanwege teleurstellingen. Beleving en<br />
echtheid zijn immers belangrijk voor de nieuwe generaties? Daarmee wordt deze laatste groep<br />
haast onbereikbaar voor de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />
Volgens de generatietheorie staan de nieuwe generaties open voor idealen en ideeën, maar ze<br />
moeten wel doelgericht bezig kunnen zijn en grenzeloos kunnen opereren binnen hun<br />
netwerken. Jongeren die daarvoor de ruimte krijgen, uiten hun denkbeelden eerder in hun<br />
snelle gesprekken op msn, hun getuigenissen op hyves, hun muziek- en beeldkeuze op<br />
youtube, dan door zich aan te sluiten bij een politieke partij met een tekst- en vergadercultuur<br />
en geschreven regels. Er is ook een verschuiving gaande van hiërarchie naar authenticiteit.<br />
Posities zijn niet vanzelfsprekend en worden ondergeschikt gemaakt aan inhoud. De uitdaging<br />
voor de <strong>ChristenUnie</strong> kan zijn om optimaal gebruik te maken van de sterke kanten van deze<br />
netwerken.<br />
De kloof tussen de generaties is zeker overbrugbaar. Dat kan door eigen dogma’s opzij te<br />
zetten en een zuivere identiteit (echtheid) te laten zien. Voorbeeld van een gezaghebbende<br />
bruggenbouwer tussen generaties is Prof. Dr. Ir. Egbert Schuurman (1937) die als Eerste<br />
Kamerlid actief is en binnen de partij veel met jongeren werkt. Een ander voorbeeld is Prof.<br />
Dr. Willem J. Ouweneel (1944) die vooral buiten de partij actief is. Zij kunnen zich in een<br />
grote populariteit bij de jongere generaties verheugen, omdat ze steeds de moeite nemen die<br />
andere wereld in te stappen, waarbij hun eigen identiteit overigens volkomen authentiek blijft.<br />
Onderbelicht is de mogelijkheid van het bestaan van een financiële drempel, die vooral voor<br />
jongeren geldt. Om deze drempel uit te sluiten heeft het CDA heeft ervoor gekozen om de<br />
contributie voor jongeren tot 25 jaar vast te stellen op € 0,-. Daarmee is de entree heel<br />
laagdrempelig geworden en krijgen jongeren de tijd om de partij in te groeien. Op deze<br />
manier kan de oudere generatie laten zien dat ze willen investeren in jongeren, wat ook als<br />
een handreiking mag worden beschouwd.<br />
42 Enquête vragen 5, 6, 16. 18 en enkele losse antwoorden bij vraag 30 (zie hiervoor bijlage 13)<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 43 8 september 2009
4.5.3. De structuur van de <strong>ChristenUnie</strong><br />
Voorzichtig begint zich een behoefte aan vernieuwing van de structuur af te tekenen. 43<br />
Slechts een derde van de geënquêteerden geeft aan de huidige structuur nog als toekomstvast<br />
te beschouwen. 44 De oorzaak zou kunnen liggen in het feit dat er bij het ontstaan van de partij<br />
niet gekozen is voor een geheel nieuwe structuur, maar voor het zoveel mogelijk behouden<br />
van de structuren van de oude partijen, die immers erg op elkaar leken. Statutair bestaat de<br />
Uniestructuur daardoor uit autonome kiesverenigingen die met elkaar samenwerken. Bij GPV<br />
en RPF werd deze samenwerking vroeger een verbond of een federatie genoemd.<br />
Deze lokale autonomie wordt door de geënquêteerden als zeer waardevol ervaren 45 , maar is<br />
in feite veel beperkter dan bij de meeste andere partijen waar met afdelingen wordt gewerkt.<br />
Een lokale kiesvereniging is formeel wel autonoom, maar kan eigenlijk niet kiezen om af te<br />
wijken van de structuur en grondslag. In de partijstatuten is namelijk opgenomen dat een<br />
kiesvereniging in dat geval afstand moet doen van de naam <strong>ChristenUnie</strong>. En daarmee heeft<br />
een kiesvereniging precies dezelfde autonomie als een afdeling bij de meeste andere partijen.<br />
Doordat elke vereniging zijn eigen statuten en inschrijving bij de Kamer van Koophandel<br />
moet hebben, vergt een kleine aanpassing van die statuten een enorme operatie. Eerst moet er<br />
een besluit door het Uniecongres worden genomen, daarna moeten alle verenigingen die<br />
wijziging in een ledenvergadering verplicht doorvoeren (hoezo lokale autonomie?) en laten<br />
vastleggen bij de notaris. Kiesverenigingen die het niet met een door het congres vastgestelde<br />
wijziging eens zijn, of “vergeten” hiermee dit bij hun notaris te laten vastleggen, kunnen<br />
daardoor formeel geen onderdeel van de <strong>ChristenUnie</strong> meer uitmaken. Dit probleem wordt<br />
door de geënquêteerden breed onderkend 46 . Vanwege de vraagstelling is niet helemaal<br />
duidelijk of de bezwaren zich alleen richten tegen de starheid van het systeem of ook tegen de<br />
kosten van de wijzigingen. x<br />
De versnippering van de <strong>ChristenUnie</strong>-structuur uit zich in een veelheid aan documenten, er<br />
zijn maar liefst 5 statuten, 14 reglementen, 1 protocol en 1 gedragscode. De meeste andere<br />
partijen regelen hetzelfde met twee of drie documenten. Voorwaarde hiervoor is wel dat de<br />
partij bestaat uit één vereniging. Qua omvang van de teksten valt het mee en behoort de<br />
<strong>ChristenUnie</strong> tot de middengroep. Uit de partijvergelijking komt dat enkele andere partijen,<br />
zoals GroenLinks, kiezen voor meer sobere statuten. Hierin worden doel en grondslag<br />
vastgelegd en is de structuur verder zo min mogelijk is uitgewerkt. De uitwerking vindt dan<br />
plaats in een huishoudelijk reglement, wat met een eenvoudige procedure kan worden<br />
aangepast. Hier komt de notaris niet aan te pas.<br />
4.5.4. Vertegenwoordigende of directe democratie?<br />
Een ander vraagstuk binnen de partijstructuur is die van de wijze waarop leden hun invloed<br />
kunnen uitoefenen. Daarbij worden verschillende systemen onderscheiden.<br />
<strong>ChristenUnie</strong>, SP en PvdA werken met vertegenwoordigende democratie. Dit is een getrapt<br />
systeem: de leden kiezen een bestuur, het bestuur kiest een vertegenwoordiger (afgevaardigde<br />
naar congres of provinciale Unie), de vertegenwoordigers kiezen weer een bestuur, enz. Dit<br />
systeem is een afgeleide van het getrapte kiesstelsel uit 1848 en werkt op zich goed als alle<br />
43 Enquête vraag 30, reacties in antwoorden nrs. 5, 11, 30, 36, 57, 59, 61, 64, 66, 71, 74, 76, 78, 80 (zie hiervoor<br />
bijlage 13)<br />
44 Enquête vraag 24 (zie bijlage 13)<br />
45 Enquête vraag 19 (zie bijlage 13)<br />
46 Enquête vraag 21 (zie bijlage 13)<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 44 8 september 2009
schakels goed functioneren. De afgevaardigden naar het Uniecongres handelen formeel<br />
zonder last, maar het is wel de bedoeling dat zij hun kiesvereniging zo goed mogelijk<br />
vertegenwoordigen. Uit onder andere de enquête blijkt dat het systeem nu niet zo<br />
functioneert. Uniecongressen en provinciale vergaderingen worden bijna niet in samenspraak<br />
met de leden voorbereid. In de enquête wordt ook aangegeven dat er een grote afstand wordt<br />
ervaren tussen de geledingen van de partij.<br />
Naast het systeem van de vertegenwoordigende democratie staat dat van de directe<br />
democratie. Leden stemmen dan rechtstreeks op het ledencongres over alle belangrijke issues.<br />
GroenLinks, VVD en D66 werken al jaren met dit systeem en houden zo tevens hun netwerk<br />
in stand.<br />
Het CDA kent een interessante mengvorm van vertegenwoordigende en directe democratie.<br />
De leden kunnen direct stemrecht uitoefenen in alle organen op alle niveaus. Daarnaast<br />
hebben de organen zelf ook een aantal stemmen toegewezen gekregen. Collectief en individu<br />
worden zo in één vergadering verenigd.<br />
Een ledenpartij levert per definitie niet een flexibeler organisatiestructuur op dan een<br />
federatieve partij. Flexibiliteit is dus geen argument om de leden meer invloed te geven.<br />
Waarom zou de <strong>ChristenUnie</strong> dan toch moeten overwegen om een ledenpartij te worden? Een<br />
belangrijk argument hiervoor wordt gegeven door de wens om de eigen autonomie te<br />
behouden 47 . Ook al gaat het in de enquête om de positie van de lokale vereniging, hiermee<br />
wordt onderstreept hoe belangrijk het is dat beslissingen laag in de organisatie genomen<br />
worden. <strong>ChristenUnie</strong> leden willen graag dichtbij de beslissingen van hun partij staan en deze<br />
beslissingen zelf kunnen nemen. De huidige wijze van vertegenwoordiging wordt door leden<br />
nauwelijks meer herkend als iets van henzelf. Het ledenmodel zal, als het op de juiste manier<br />
wordt vormgegeven, waarschijnlijk meer aansluiten bij de wens van eigen autonomie.<br />
Uit de enquête blijkt dat dit vraagstuk aandacht behoeft en dat hierover zeer verdeeld wordt<br />
gedacht 48 . Dat geeft te denken omdat de vraag om meer ledeninvloed binnen de partij<br />
momenteel eigenlijk nauwelijks onderwerp van gesprek is. Interessant is dat de antwoorden in<br />
de enquête een heel gepolariseerd beeld opleveren. Er tekenen zich heel duidelijk twee totaal<br />
verschillende opvattingen binnen de partij af en beide groepen zijn ongeveer even groot.<br />
4.5.5. Unieconvent, themagroepen of Partijraad?<br />
Binnen de partijstructuur is het Unieconvent (de vergadering van provinciale voorzitters) het<br />
minst bekend. Dat is ook niet zo vreemd, wat binnen de partij is het Unieconvent een<br />
zelfstandig orgaan wat vanwege de getrapte structuur het verst verwijderd staat van de leden.<br />
Het Unieconvent treedt ook nauwelijks op de voorgrond. De belangrijkste taak, adviseur en<br />
sparringpartner van het Landelijk bestuur en verbindingsschakel tussen Landelijk bestuur en<br />
regio’s, heeft zich nooit echt als zodanig ontwikkeld. Als adviseur zou het Unieconvent zich<br />
bezig moeten houden met bestuurlijke aangelegenheden. In zekere zin zou het Unieconvent de<br />
rol van een Partijraad kunnen vervullen. Dat zouden de leden trouwens zelf ook graag zo zien<br />
(en dan niet al te politiek-inhoudelijk). Het vaststellen van een kandidatenlijst voor de Eerste<br />
Kamer lukt wel, maar dit proces voltrekt zich vrijwel geheel buiten het zicht van de rest van<br />
de partij.<br />
47 Enquête vraag 19 (zie bijlage 13)<br />
48 Enquête vraag 25 en vraag 30, reacties in antwoorden nrs. 2, 4, 10, 16, 21, 26, 34, 36, 44, 46, 55, 64, 65, 66,<br />
70, 76. (zie bijlage 13)<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 45 8 september 2009
Voor adviezen over inhoudelijke dossiers heeft het Landelijk bestuur besloten om<br />
themagroepen in te stellen die in principe een tijdelijk karakter hebben en overal over kunnen<br />
gaan. De eerste groepen, waarin mensen op persoonlijk titel plaatsnemen, moeten nog starten.<br />
Deze denktanks gaan in tegenstelling tot het Unieconvent wel aan de slag met gedetailleerde<br />
politiek-inhoudelijke thema’s en adviseren dus meer in de richting van de politici. Met de<br />
themagroepen is nog onvoldoende ervaring opgedaan om er een uitspraak over te kunnen<br />
doen.<br />
De suggestie om een gekozen Partijraad 49 als adviseur van het Landelijk bestuur in te stellen<br />
is in de enquête opvallend positief ontvangen. Voor een onderwerp wat nooit eerder is<br />
geagendeerd en nooit eerder in discussies is meegenomen, is het aantal kaderleden wat<br />
primair positief reageert erg hoog. Blijkbaar leeft dit onderwerp onderhuids vrij sterk. Wie er<br />
in zo’n Partijraad zouden moeten zitten en hoe groot deze zou moeten zijn, is niet verder<br />
uitgewerkt. Ook wat de taken zouden moeten zijn en hoe die raad gekozen zou moeten<br />
worden is in het midden gelaten. Het zou heel goed kunnen gaan om een samenvoeging van<br />
de taken van het Unieconvent en de themagroepen. Het lijkt zeker de moeite waard te zijn om<br />
hier eens nader naar te kijken. Bij de andere partijen varieert de grootte van een Partijraad<br />
tussen de 29 (SGP) en 183 (SP) personen. Ook de inhoudelijke taken zijn verschillend.<br />
Sommige partijen werken met zogenaamde platforms (D66) of werkgroepen (GroenLinks).<br />
Deze richten zichzelf op met een zelfgekozen doel, worden daarna door het partijbestuur<br />
erkend en opereren vervolgens autonoom binnen de partij. Bij GroenLinks opereren ze naast<br />
de Partijraad. De werkwijze is meestal digitaal, bijvoorbeeld via een internet community. In<br />
feite gaat het om specialisten op een of meer thema’s die samen binnen een vrije structuur een<br />
denktank vormen. Ze kunnen zo vraagstukken bestuderen, besluitvorming voorbereiden en<br />
voorstellen indienen. Deze manier van werken is bijzonder flexibel.<br />
Indien wordt besloten tot het instellen van een gekozen Partijraad zal dit met de nodige<br />
zorgvuldigheid moeten gebeuren. Hiervoor moeten dan nog veel vragen worden beantwoord.<br />
Moet het alleen om bestuurlijke of ook om politiek-inhoudelijke onderwerpen gaan? Moeten<br />
de themagroepen een eigen status krijgen? Of moeten ze integreren in de Partijraad? Als er<br />
gekozen moet worden, hoe moet dat dan?<br />
49 Enquête vraag 29 (zie bijlage 13)<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 46 8 september 2009
5 Conclusies en discussie.<br />
In dit hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten uit het vorige hoofdstuk bijeen gebracht en<br />
conclusies getrokken. De centrale vraagstelling daarbij luidt: Is de organisatie van de<br />
<strong>ChristenUnie</strong> toekomstvast in het licht van de komende generaties? Moet het beleid worden<br />
aangepast en is het wenselijk de huidige partijstructuur te veranderen?<br />
Omdat in de paragrafen van hoofdstuk 4 ook al veel deelresultaten zijn geanalyseerd, waarbij<br />
al heel wat conclusies zijn getrokken, worden hier alleen nog de hoofdlijnen neergezet.<br />
5.1 Analyse<br />
Nederland kent al ruim 400 jaar een vorm van democratie met sterk verschillende<br />
bestuursvormen. Het huidige bestuurssysteem heeft zich pas vanaf 1917 ontwikkeld tot een<br />
meerpartijen- en uiteindelijk een multipartijenstelsel. Vanuit het historisch perspectief is<br />
duidelijk dat Nederland er eeuwen over heeft gedaan om naar dit politieke stelsel toe te<br />
groeien. Veel van de huidige structuren zijn historisch bepaald en worden gevoelsmatig<br />
verbonden aan specifieke waarden uit de Reformatie omdat ze dezelfde ontstaansgeschiedenis<br />
hebben.<br />
Nederlanders hebben behoefte om elkaar de maat te nemen. Die kritische grondhouding ten<br />
opzichte van elkaar is tevens de kracht waardoor de natie is ontstaan. Vanaf het begin van het<br />
ontstaan werd de Republiek der Nederlanden regelmatig meegesleept in een of ander<br />
opgelaaid intern machtsconflict of godsdiensttwist. De afsplitsing van België was de laatste<br />
strijd waarin dit nog met enig militair geweld gepaard ging. Daarna werd het gevecht meer<br />
geciviliseerd hetgeen merkbaar was aan een golf van kerkscheuringen en het ontstaan van de<br />
grote zuilen binnen de maatschappij. Splitsen bij onenigheid werd iets volkseigens, een<br />
gebruik wat uiteindelijk werd doorgezet in de oprichting van een bijna ontelbare hoeveelheid<br />
politieke partijen.<br />
De organisatiestructuren van de politieke partijen zijn allemaal verschillend evenals het<br />
democratische gehalte. Er zijn partijen met directe en indirecte zeggenschap voor de leden. Er<br />
zijn ook partijen waarbij invloed van leden niet of nauwelijks mogelijk is. De structuur van de<br />
organisatie kan heel plat of heel gelaagd zijn. Er is geen samenhang gevonden tussen het<br />
aantal leden of kiezers en de organisatiestructuur. De ideologie en de politieke boodschap<br />
lijken daarvoor toch het meest relevant te zijn.<br />
Door de introductie van o.a. de moderne media werd de wereld in nog geen 50 jaar ontsloten<br />
voor het westerse volk. Radio en televisie werden vanaf eind jaren zestig gemeengoed<br />
waardoor Nederlanders steeds meer in contact kwamen met andere (meest westerse) culturen.<br />
Communicatie werd steeds sneller door de invoering van telex en fax, internationale<br />
verbindingen per trein en vliegtuig. Door de introductie van het internet en mobiele telefonie<br />
werd de wereld uiteindelijk een dorp. Mensen zijn deel gaan uitmaken van wereldwijde<br />
netwerken. Ook de 2 e en grote delen van de 3 e wereld gaan daar nu in toenemende mate deel<br />
van uit maken. Door deze verbetering van de eigen positie en de mondiale oriëntatie<br />
vermindert de behoefte van mensen om door anderen vertegenwoordigd te worden. De<br />
organisatiegraad neemt af.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 47 8 september 2009
Het huidige systeem van de vertegenwoordigende democratie is beproefd. Het stamt uit de<br />
tijd dat het grootste deel van de bevolking nog analfabeet was en niet mocht stemmen, dat de<br />
postkoets en trekschuit snelle vervoerswijzen waren en dat de uitvinding van de telefoon nog<br />
op zich moest laten wachten. Vertegenwoordiging was de enige manier om de stemmen van<br />
het volk bijeen te brengen. Er waren geen andere opties. Die andere opties zijn er nu wel.<br />
Fysieke afstanden betekenen niets meer. We stappen in de auto of trein, een brief wordt<br />
binnen een dag bezorgd en via mobiele telefoon en e-mail zijn we altijd bereikbaar.<br />
De mens is in de laatste decennia individueler en zelfredzamer geworden. Oude zuilen en<br />
waarden sneeuwen onder op het internationale toneel en zijn niet langer onderscheidend.<br />
Links en rechts vloeien in elkaar over. Politieke partijen sluiten als collectief niet meer aan bij<br />
een behoefte en zien een teruggang in het ledenbestand en kiezers. Bij de komende generaties<br />
zal die behoefte waarschijnlijk alleen nog maar afnemen. Hoe ver deze ontwikkeling door zal<br />
zetten is de vraag. In het meest extreme geval kan het betekenen dat het huidige<br />
bestuurssysteem met politieke partijen en lidmaatschappen weer gaat verdwijnen en plaats zal<br />
maken voor een ander soort structuur. Door de eeuwen heen is dat immers vaker gebeurd.<br />
Het belang van macht en autoriteit nemen af en maken plaats voor authenticiteit, echtheid en<br />
doelgerichtheid. Ook vindt er steeds meer een verschuiving plaats van formele organisaties<br />
naar informele netwerken. Binnen die netwerken kunnen mensen elkaar op één of meer<br />
thema’s opzoeken. Nogmaals professor Roel in ’t Veld: “Ze weten van elkaars bestaan af en<br />
zoeken ook verhoudingen. In zo’n netwerk is empathie de centrale waarde. Het draait om<br />
rekening houden met. Maar ja, dan heb je het openbaar bestuur waarin dat netwerk is<br />
opgehangen. En ons openbaar bestuur is gebaseerd op verantwoordingsrelaties, zowel<br />
verticaal als horizontaal. Hiërarchie kan de omgang met complexiteit, die karakteristiek is<br />
voor het functioneren van netwerken, niet aan.” 50<br />
Een populistische partij als de PVV weet hier op een heel slimme manier op in te spelen. Zij<br />
kiest bewust voor het opereren binnen een netwerk met vrijwilligers en steekt geen energie in<br />
het opzetten van een organisatie en het werven van leden.<br />
De drie belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen waar de <strong>ChristenUnie</strong> mee te maken<br />
heeft zijn:<br />
o de (gewenste) instroom van nieuwe generaties.<br />
o de instroom van leden met een niet- traditioneel-reformatorische achtergrond<br />
o de uitstroom van oudere generaties uit actieve functies.<br />
Uit de enquête blijkt dat het kader de <strong>ChristenUnie</strong> zich bewust is van de toekomst. Er wordt<br />
nagedacht over de positie van de partij en de invloeden die nieuwe groepen kiezers, waarmee<br />
men zich verbonden weet, met zich meebrengen. Opvolging van het zittende kader is een<br />
groot aandachtspunt, evenals de huidige organisatiestructuur. De partij lijkt een beetje<br />
overgeorganiseerd. Er zijn ook een aantal interne structuren die niet (meer) functioneren en<br />
die langzamerhand ter discussie komen te staan. Gelukkig is de achterban bovengemiddeld<br />
betrokken en laat het kader zich niet tegenhouden door het woud van regels. De keuze voor<br />
het vertegenwoordigende systeem is binnen de partij niet langer vanzelfsprekend. Er is een<br />
toenemend draagvlak voor meer ledeninvloed en voor de invoering van een direct gekozen<br />
Partijraad.<br />
50 R. in ’t Veld in “Bekwame burger redt democratie”, artikel in Binnenlands Bestuur. (21 augustus 2009)<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 48 8 september 2009
5.2 Synthese.<br />
Binnen de <strong>ChristenUnie</strong> is men zich bewust dat maatschappij verandert. Ook intern worden<br />
ontwikkelingen herkend en opgepakt. De stijl van <strong>ChristenUnie</strong> is daarbij niet die van een<br />
revolutie maar die van het volgen van een geleidelijk proces. Een aantal oude spelregels wordt<br />
al lang niet meer volgens het boekje gevolgd. De opvolgingsproblematiek wordt steeds<br />
actueler. De veranderde wijze van communiceren bij de nieuwe generaties zal mogelijk<br />
binnen enkele jaren om aanpassing van de werkwijze en de partijstructuur vragen. Nieuwe<br />
leden van buiten de reformatorische richting leveren nieuwe ideeën en waarden, maar stellen<br />
ook oude ter discussie. Een (terechte) zorg daarbij welke ook in de enquête is geuit, is of het<br />
ideologische gedachtegoed van de partij hierdoor zal veranderen.<br />
Een deel van het partijkader associeert het bewaren van het gedachtegoed nog met het behoud<br />
van de bestaande organisatiestructuur, vanwege de gezamenlijke ontstaansgeschiedenis.<br />
Daarbij moet wel worden bedacht dat de partij in feite niet meer dan 60 jaar bestaat en<br />
opereert in een systeem wat nog maar 130 jaar oud is. Het christendom bestaat al bijna 2000<br />
jaar en de verwachting, zeker die van leden van de <strong>ChristenUnie</strong>, is dat dit tot aan het einde<br />
der tijden zo zal blijven. In dat licht bekeken is het zeer waarschijnlijk dat ook de huidige<br />
<strong>ChristenUnie</strong> een kind van zijn tijd zal blijken te zijn en dat komende generaties weer<br />
behoefte zullen hebben aan andere formuleringen en structuren. Deze laatste conclusie geldt<br />
overigens voor alle politieke partijen.<br />
De belangrijkste vraag voor de <strong>ChristenUnie</strong> is hoe de partij zich klaar moet maken voor de<br />
komende generaties. Wanneer de oudere generaties hun posities gaan verlaten zal dat niet in<br />
één keer gebeuren. Lang nadat ze hun functies hebben opgegeven zullen ze als gewoon lid<br />
nog extra betrokken blijven en de partij (hopelijk) kritisch blijven volgen. Deze betrokkenheid<br />
wordt binnen de partij enorm gewaardeerd en maakt tevens veranderingsprocessen extra<br />
complex. Het “hoe” antwoord kan hier niet gegeven worden, omdat dit moet plaatsvinden<br />
vanuit een intern proces. Als handreiking hiervoor wordt in het volgende hoofdstuk een aantal<br />
richtinggevende aanbevelingen gedaan.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 49 8 september 2009
5.3 Discussie (stellingen)<br />
1. Alle politieke partijen zijn een kind van hun tijd. Binnen eeuwenoude democratieën zoals<br />
in Nederland vormen ze een tijdelijk verschijnsel en hebben in hun huidige vorm hun<br />
langste tijd alweer gehad.<br />
2. Er zullen altijd generatiekloven en ideologische verschillen zijn, net als leiders en volgers.<br />
Er is geen enkele aanleiding om hier nu meer dan normale aandacht aan te schenken.<br />
3. Informele netwerken zullen door de ontwikkeling van moderne communicatiemiddelen<br />
snel in belangrijkheid toenemen. De positie van het openbaar bestuur zal hierdoor sterk<br />
verschuiven en in belangrijkheid afnemen.<br />
4. Omdat de <strong>ChristenUnie</strong> een authentiek eigen profiel en doel heeft, zou het makkelijker<br />
moeten zijn om aansluiting te vinden bij de behoeften van nieuw komende generaties, dan<br />
bij andere meer algemeen georiënteerde partijen.<br />
5. De instroom van leden uit de nieuwe generaties of zonder traditioneel-reformatische<br />
achtergrond vormen geen bedreiging, maar zijn juist een verrijking van de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 50 8 september 2009
6 Evaluatie en aanbevelingen.<br />
In dit hoofdstuk wordt eerst teruggekeken op het proces van totstandkoming van deze scriptie.<br />
Is alles gegaan zoals voorzien? Zijn er bijzondere wendingen geweest? Vervolgens worden er<br />
specifieke aanbevelingen opgesteld die de <strong>ChristenUnie</strong> zou kunnen gebruiken om de<br />
partijstructuur aan te passen.<br />
6.1 Evaluatie.<br />
Het schrijven van een scriptie, naast het hebben van een volledige baan en vele<br />
maatschappelijke activiteiten is een zware opgave gebleken. Het aan het papier toevertrouwen<br />
van gedachten en deze steeds weer herformuleren vergt tijd en heeft menig nachtelijk uur<br />
opgeslokt. En als je denkt halverwege te zijn en je dan gedwongen voelt het onderzoek af te<br />
breken en opnieuw te binnen, kan de moed je in de schoenen zinken.<br />
Bij de keuze van een nieuw onderwerp is bewust gekozen voor een opgave buiten de<br />
werksfeer. Als lid van het landelijke bestuur van de <strong>ChristenUnie</strong> en raadscommissielid in<br />
Sneek lag het huidige onderwerp binnen handbereik. De oorspronkelijke doelstelling was om<br />
onderlinge partijstructuren te vergelijken. Tijdens het schrijven van de scriptie werden daar de<br />
context van het historisch perspectief en de komst en ontwikkeling van nieuwe generaties aan<br />
toegevoegd. Vanuit deze context kon een stevige verbinding naar de organisatiestructuur van<br />
de <strong>ChristenUnie</strong> worden gemaakt. De oorspronkelijke doelstelling om partijstructuren te<br />
vergelijken verdween naar de achtergrond en werd een middel om tot een nieuw doel te<br />
komen. De focus werd steeds meer direct gericht op de <strong>ChristenUnie</strong>. Zo veranderden titel en<br />
doelstelling en groeide het document.<br />
Het schrijfproces heeft ongeveer 5 weken geduurd binnen de periode van 1 juli t/m 20<br />
augustus. In de maand daarvoor was al ruw materiaal verzameld, de enquête uitgezet en<br />
waren drie interviews gehouden. Het echte schrijfproces begon op een camping in Avigliana<br />
(Italië), in een zeer inspirerende omgeving met uitzicht over een groot meer. Hier werd, in de<br />
buitenlucht en bij een temperatuur van ruim 30°C, de romp van de scriptie neergezet en zagen<br />
de eerste versies van de hoofdstukken 1 t/m 3 met de bijlagen 1 t/m 9 en 13 het daglicht.<br />
In Lauterbrunnen (Zwitserland) werd de eerste versie van hoofdstuk 4 geschreven, net als<br />
bijlagen 10 en 11 en een aanzet voor de hoofdstukken 5 en 6. In augustus werden de laatste<br />
onderdelen in Nederland toegevoegd en kwamen de tekstherzieningen en correcties. Laag na<br />
laag werd zo de scriptie opgebouwd en geholpen door commentaren van meelezers steeds<br />
krachtiger en puntiger gemaakt.<br />
Het ontbreken van een echte opdrachtgever was ook wel een aandachtspunt. De <strong>ChristenUnie</strong><br />
wilde zeker aan het onderzoek meewerken, maar een opdrachtgeverrol lag niet direct voor de<br />
hand, daarvoor was het onderwerp te prematuur. Deze onderwerpkeuze was veel meer een<br />
persoonlijke, en daar lag dan ook de oplossing. Vanuit de positie van lid van het Landelijk<br />
Bestuur lag een persoonlijk opdrachtgeverschap immers binnen handbereik. Zo werden auteur<br />
en opdrachtgever verenigd.<br />
De inzet van de enquête als instrument, in combinatie met gesprekken en interviews en eigen<br />
kennis van de organisatie en algemene politiek, leverden meer dan voldoende materiaal op.<br />
De feedback vanuit het partijbureau en van sommige personen rondom mij hebben dit<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 51 8 september 2009
esultaat opgeleverd. De enquête heeft na het voltooien van deze scriptie nog doorgelopen tot<br />
7 september en deze resultaten zijn in de publicatieversie alsnog meegenomen.<br />
Verrassend was het verschijnen van een interview 51 over een vergelijkbaar onderwerp met<br />
professor Roel in ’t Veld in Binnenlands Bestuur, vlak voor het inleveren van deze scriptie. In<br />
dit opiniërende achtergrondartikel trok hij vanuit zijn eigen PvdA achtergrond ongeveer<br />
parallelle conclusies. Dat leverde een enorm stuk herkenning op.<br />
6.2 Aanbevelingen.<br />
Als het gaat om aanbevelingen voor de <strong>ChristenUnie</strong> is het onmogelijk om een kant-en-klaar<br />
product te leveren. Over dit onderwerp zou immers een bibliotheek vol geschreven kunnen<br />
worden en zeer waarschijnlijk is dat ook al eens gedaan.<br />
Uit het onderzoek komen wel een aantal concrete verbeterpunten voor de partij naar voren,<br />
waarvan sommige eenvoudig uit te voeren zijn en andere een uitgebreid nader onderzoek of<br />
de start van een intern proces zullen vergen. Hieronder is een lijst met aanbevelingen<br />
opgenomen. Omdat het gaat om een democratisch proces zal het aan de leden van de partij<br />
zijn om hierover, al dan niet rechtstreeks, een besluit te nemen.<br />
6.2.1 Aanbevelingen over de partijstructuur.<br />
1. De bestuurslast voor de lokale verenigingen is soms te zwaar. In navolging van andere<br />
partijen zouden in die situaties de taken overgenomen moeten kunnen worden door de<br />
provinciale vereniging of de naburige vereniging.<br />
2. Zorg zo snel mogelijk dat de vertegenwoordiging van leden op het Uniecongres is<br />
gewaarborgd door de lokale vereniging en de afvaardiging naar het congres te laten<br />
functioneren zoals is bedoeld.<br />
3. Onderzoek of het mogelijk is de partijstatuten sterk te vereenvoudigen, met<br />
gebruikmaking van een overgangsregeling zodat de kiesverenigingen niet gelijk<br />
gedwongen worden hun eigen statuten te wijzigen. Neem zo veel mogelijk zaken op in het<br />
huishoudelijk reglement en maak de partijstructuur zo flexibel mogelijk.<br />
4. Het Unieconvent staat door zijn werkwijze en wijze van benoemen van de leden zover van<br />
de (kader)leden af dat de legitimatie van dit orgaan ter discussie moet worden gesteld.<br />
Onderzoek of het Unieconvent als orgaan nog wel bestaansrecht heeft. Mogelijke opties<br />
naast opheffen zijn het moderniseren van het Unieconvent of het laten opgaan in een<br />
Partijraad.<br />
5. Laat de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer vaststellen door het Uniecongres.<br />
6. Maak, naar voorbeeld van GroenLinks of D66, nieuwe werkvormen mogelijk via<br />
werkgroepen of platforms, die los binnen de partij kunnen opereren, adviezen kunnen<br />
opstellen en voorstellen kunnen indienen.<br />
7. Onderzoek of en hoe een rechtstreeks gekozen Partijraad kan worden ingesteld. Bepaal<br />
daarbij hoe groot deze Partijraad zou moeten zijn en welke taken deze zou moeten hebben.<br />
Kijk verder of benoeming van de leden mogelijk is door het Uniecongres en/of het<br />
Ledencongres.<br />
8. Start een proces om te onderzoeken of en zo ja wanneer en hoe het beëindigen van de<br />
federatieve structuur gewenst is. Onderzoek wat de voor- en nadelen zijn van een<br />
partijmodel met meer rechtstreekse invloed van leden. Belangrijk hierbij is wel dat de<br />
51 R. in ’t Veld in “Bekwame burger redt democratie”, artikel in Binnenlands Bestuur. (21 augustus 2009)<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 52 8 september 2009
lokale autonomie behouden blijft of mogelijk zelfs kan worden versterkt.<br />
Kiesverenigingen en provinciale Unies zouden hiervoor bijvoorbeeld tot afdelingen met<br />
veel eigen zeggenschap kunnen worden omgevormd.<br />
9. Onderzoek of de huidige situatie met een Unie- en een Ledencongres voor de partij(leden)<br />
het meest optimale is. Er is een tweedeling tussen voor- en tegenstanders van uitbreiding<br />
van de bevoegdheden van het Ledencongres. Een mengvorm van invloed van leden en<br />
kiesverenigingen zoals bij het CDA, kan daarbij ook een interessante optie zijn.<br />
6.2.2 Aanbevelingen over de aansluiting naar komende generaties<br />
10. Durf te veranderen. Houd ontwikkelingen in de gaten en maak contact. Doe tijdig een stap<br />
terug en geef nieuwe generaties de ruimte. Het partijkader lijkt hiervoor voldoende open<br />
te staan. Bouw aan een informeel (digitaal) netwerk/ community rondom de partij.<br />
Werkvorm of structuren zijn daarbij niet van belang. Authenticiteit wel.<br />
11. De kern van de boodschap is goed verwoord in de Unieverklaring. Onderzoek of in de<br />
Uniefundering meer ruimte kan worden gegeven voor nieuwe groepen als Evangelischen<br />
en Rooms-katholieken. Omdat dit een statutenwijziging vraagt is het goed dit proces in<br />
samenhang met aanbeveling 3 te beschouwen.<br />
12. Stel, in navolging van het CDA, de contributie voor jongeren tot 25 jaar vast op nul euro.<br />
6.2.3 Aanbevelingen over de eigen organisatie<br />
13. Leg een uitgebreider (mail-)adressenbestand aan van alle kaderleden ten behoeve van het<br />
bouwen van een netwerk, het houden van enquêtes, enz.<br />
14. Denk na of de partij op de lange termijn alleen moet bestaan uit een vereniging met leden<br />
of dat de achterban waarmee een verbinding gewenst is, ook op een andere manier aan de<br />
partij verbonden kan zijn.<br />
Dit zijn de belangrijkste aanbevelingen. Er zijn nog tal van kleinere verbeterpunten te<br />
destilleren uit o.a. bijlage 12 (tweegesprek) en bijlage 13 (vooral de antwoorden op vraag 30)<br />
of door de vergelijking met andere partijen. Daarbij geldt ook dat deze aanbevelingen slechts<br />
onderdeel zijn van een momentopname en dat de tijd gewoon doortikt. Het uitvoeren van de<br />
hierboven geformuleerde of andere verbeterpunten, mag nooit een doel op zichzelf zijn.<br />
Het gaat juist om het proces wat daar toe leidt, de zoektocht naar de ander. Een bekende<br />
Romeins-Joodse ethicus heeft het ooit zo geformuleerd: “Handel niet uit geldingsdrang of<br />
eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf. Heb niet alleen<br />
uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander.” 52<br />
Met dit citaat sluit ik deze scriptie af.<br />
52 Apostel Paulus, Brief aan de Filippenzen, hoofdstuk 2: 3-4. (ca. 62 na Chr.) – vertaling NBV.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 53 8 september 2009
7 Literatuurlijst.<br />
• Inleiding constitutioneel recht, door C.A.J.M. Kortmann & P.P.T. Boven d'Eert.<br />
• Inleiding tot het Staatsrecht en het Bestuursrecht, door J.M. de Meij & mw. I.C. van der Vlies.<br />
• De moderne democratie, door Meindert Fennema & H. Ronden.<br />
• Kieswet – 28 september 1989.<br />
• Onderzoek – de basis, door H. van Buuren en H. Hummel – 1997.<br />
• De hedendaagse politieke partij, door F.R. Ankersmit – 2000.<br />
• De noodzakelijke heruitvinding van de vertegenwoordigende democratie, door C.W. de Vries – 2000.<br />
• Interne partijdemocratie en representatie, door R.A. Koole – 2000.<br />
• Politieke partijen en de Civil society, door P. Kalma – 2000.<br />
• Representatie zonder partijen, door A.P.M. Lucardie – 2000.<br />
• Het kader van de <strong>ChristenUnie</strong>, door A.P.M. Lucardie, J. Hippe, W.H. van Schuur en G. Voerman – 2001.<br />
• Normen en rechtshandelingen, rechtswetenschap als interpreteren en observeren, M. Herweyer – 2003<br />
• Plebiscitaire partijen (vernieuwing van partijorganisaties), door Gerrit Voerman – 2004.<br />
• Het verzinsel van de partijdemocratie, door Bert Middel – 2004.<br />
• De SGP onder vuur, door A.H.M. Dolle – 2005.<br />
• A Great place to live, artikel van Mathieu Weggeman in Pentascopekrant nr 1, jaargang 01.<br />
• Feminisering van de <strong>ChristenUnie</strong>? door M. Jager-Vreugdenhil en M. Leyenaar – 2006.<br />
• Generatie Einstein op de werkvloer, door Inez Groen – 2006.<br />
• Ja maar,…. HUH? De theorie van het omdenken, door Berthold Günster – 2008.<br />
• Portfolio EVC-procedure Bestuurskunde, door G.C.A. Schouwstra – 2008<br />
• Persbericht Documentatiecentrum Nederlandse politieke Partijen – 15 januari 2009.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 54 8 september 2009
Bijlage 1 – De partijstructuur van het CDA.<br />
Opgericht in: 1980<br />
Type partij: Ledenpartij<br />
Organisatiestructuur: 440 afdelingen<br />
Ledental per 1 januari 2009: 68.102<br />
Voorlopers: KVP, ARP en CHU<br />
Grootte statuten en huishoudelijk reglement 24084 woorden<br />
De historie van de voorlopers van het CDA:<br />
o Anti Revolutionaire Partij (1879-1980)<br />
o Vrije Antirevolutionaire Partij (1897-1903), Christelijk Historische Kiezersbond (1898-1903), Friese Bond<br />
(1898-1908), Christelijk-Historische Partij (1903-1908), Christelijk-Historische Unie (1908-1980)<br />
o Algemene Bond van RK-kiesverenigingen (1904-1926), Rooms-Katholieke Staatspartij (1926-1945),<br />
Katholieke Volkspartij (1945-1980)<br />
1.1 Partijgrondslag en -doelstelling:<br />
Het CDA aanvaardt de Heilige Schrift als richtsnoer voor het politiek handelen. Het CDA<br />
streeft naar een maatschappij waarin de bijbelse gerechtigheid gestalte krijgt, de<br />
mens zijn vrijheid en verantwoordelijkheid kan beleven en waarin het welzijn van allen<br />
wordt gediend; zij legt haar politieke overtuiging vast in een Program van Uitgangspunten 53<br />
en haar concrete doeleinden in een verkiezingsprogram, waarmee zij zich uitdrukkelijk<br />
richt tot de gehele Nederlandse samenleving zonder onderscheid naar geloofsovertuiging<br />
of maatschappelijke groepering. (Statuten art 2 en 3.)<br />
1.2 Organigram:<br />
Een organigram was bij het partijbureau van het CDA is niet beschikbaar. Daarom staat<br />
hieronder een niet-officieel, vereenvoudigd organigram, afgeleid van de Statuten en het<br />
Huishoudelijk Reglement 54 van het CDA.<br />
Afbeelding 9: Organigram CDA (Gert Schouwstra 2009).<br />
53 Program van Uitgangspunten CDA – 1993.<br />
54 Statuten en Huishoudelijk reglement van het CDA – 1 november 2003.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 55 8 september 2009
1.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />
De totstandkoming van het CDA heeft een lange voorbereidingstijd gekend. Vanaf 1967 werd<br />
al samengewerkt en het eerste gezamenlijke verkiezingsprogramma kwam in 1971. Twee jaar<br />
later kwam het besluit om te gaan fuseren.<br />
Deze fusie naar één verenigingsstructuur was niet gemakkelijk. Er moesten grote politieke en<br />
culturele verschillen overbrugd worden. Met name de KVP, die stond voor een brede<br />
volkspartij, en de ARP met een evangelisch-radicale vleugel waren de twee uitersten die bij<br />
elkaar gebracht moesten worden. Uiteindelijk werd in 1975 de gezamenlijke grondslag<br />
vastgesteld. Het CDA bestaat uit één landelijke vereniging, met lokale afdelingen. Iedere<br />
Nederlander of Nederlandse ingezetene die 14 jaar of ouder is, kan lid worden van het CDA.<br />
Voor het uitoefenen van stemrecht is voldoen van de contributie een voorwaarde. Leden van<br />
het CDJA zijn tot 25 jaar vrijgesteld van contributie.<br />
1.3.1. Gemeentelijke afdelingen<br />
Alle leden woonachtig binnen de grenzen van een gemeente, vormen samen een<br />
gemeentelijke afdeling. Iedere gemeentelijke afdeling heeft een bestuur, waarvan de leden<br />
worden verkozen door de Algemene Vergadering die twee keer per jaar bijeenkomt en het<br />
hoogste orgaan van de afdeling is. Gemeentelijke afdelingen kunnen ook wijk- of<br />
dorpsafdelingen omvatten. Een afdeling komt pas tot stand na erkenning door het dagelijks<br />
bestuur van de partij. Het afdelingsbestuur bestaat uit tenminste 5 leden. Er kan een dagelijks<br />
bestuur zijn. Te verdelen taken zijn: voorzitter, penningmeester, secretaris, communicatie en<br />
voorlichting, vorming en scholing. Het jaarverslag wordt verzonden naar het partijbureau en<br />
het financiële verslag naar de provinciale afdeling. Standaardreglementen worden vastgesteld<br />
door het Partijbestuur dat ook controle uitoefent en aan afdelingen rechten kan ontnemen. Bij<br />
onregelmatigheden kan het Partijbestuur ingrijpen en de taken van een afdeling volledig<br />
overnemen. Deze taken zijn:<br />
o het op basis van de grondslag van de partij bijdragen aan en bevorderen van de<br />
verwezenlijking van de doelstelling van de partij.<br />
o het bevorderen van de deelneming aan het werk van en de onderlinge samenwerking van<br />
de leden in de partij, onder meer door de bevordering van de participatie van vrouwen en<br />
jongeren.<br />
o de bespreking en toetsing van het (gevoerde) politieke beleid.<br />
o de activiteiten die de gemeentelijke afdeling onder meer ter bereiking van de doelstelling<br />
ten dienste staan, deze zijn omschreven in het standaardreglement. (verkiezingen,<br />
gemeentelijke fractie, enz.)<br />
o voldoen aan de financiële verplichtingen naar de partij.<br />
o na voldoening financiële verplichtingen één lid en verder één lid per honderd leden af te<br />
vaardigen naar de algemene vergadering van de provinciale afdeling. De afgevaardigden<br />
worden aangewezen door de algemene vergadering.<br />
1.3.2 Provinciale afdelingen<br />
Alle leden woonachtig binnen de grenzen van een provincie, vormen tezamen een provinciale<br />
afdeling. Provinciale afdelingen kunnen regio’s omvatten. Iedere provinciale afdeling heeft<br />
een bestuur dat wordt gekozen door de Algemene Vergadering van de provinciale afdeling.<br />
De Algemene Vergadering is het hoogste orgaan van de afdeling, hier heeft ieder lid toegang.<br />
Het afdelingsbestuur bestaat uit tenminste 11 leden. Er kan een dagelijks bestuur zijn. Te<br />
verdelen taken zijn: voorzitter, penningmeester, secretaris, communicatie en voorlichting,<br />
vorming en scholing. Het jaarverslag wordt verzonden naar het partijbureau en het financiële<br />
verslag naar de provinciale afdeling. Standaardreglementen worden vastgesteld door het<br />
Partijbestuur die ook controle uitoefent en aan afdelingen rechten kan ontnemen. Bij<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 56 8 september 2009
onregelmatigheden kan het Partijbestuur ingrijpen en de taken van een provinciale afdeling<br />
volledig overnemen. Deze taken zijn:<br />
o in overleg met DB aan afdeling toewijzen van leden uit gemeenten zonder eigen afdeling.<br />
o voorbespreken van te behandelen zaken voor het partijcongres.<br />
o indienen amendementen en voorstellen voor het partijcongres.<br />
o gemeentelijke amendementen en voorstellen voor het partijcongres voorzien van een<br />
advies.<br />
o (mede) zorgen voor alle organisatorische belangen van de partij in het werkgebied.<br />
(statenverkiezingen, provinciale fractie, enz.)<br />
o zorg voor de public relations en communicatie en het (mede) coördineren van de public<br />
relations en communicatie en activiteiten van de afdelingen binnen het werkgebied.<br />
o toezicht op de gemeentelijke afdelingen binnen het werkgebied.<br />
o bespreking van het politieke beleid in de provincie en van de partij in het bijzonder.<br />
o politiek vormings- en scholingswerk, het jongerenwerk en het vrouwenwerk.<br />
o verkiezing van de afgevaardigden naar het partijcongres alsmede de afgevaardigde naar<br />
het partijbestuur en zijn plaatsvervanger.<br />
1.3.3. Partijcongres<br />
Het hoogste besluitvormende orgaan binnen het CDA is het Partijcongres. Het Partijcongres<br />
is toegankelijk voor alle leden. Leden die ten minste acht weken lid zijn en hun contributie<br />
hebben betaald, hebben stemrecht op bijeenkomsten van het Partijcongres. Extra stemrecht op<br />
een bijeenkomst van het Partijcongres hebben: het CDJA (de CDA-jongeren) (10 extra<br />
stemmen), het CDAV (het CDA-Vrouwenberaad) (10 extra stemmen) en iedere provinciale<br />
afdeling (10 extra stemmen plus één stem per 500 leden) Via dit extra stemrecht worden op<br />
een gemiddelde bijeenkomst van het Partijcongres zo’n 200 extra stemmen uitgebracht.<br />
iedereen kan voorstellen, amendementen en resoluties indienen. Er kan gewerkt worden met<br />
deelraden. Op het partijcongres worden alleen zaken besproken die tevoren op de agenda zijn<br />
geplaatst, met uitzondering van actualiteiten en toevoegingen op voordracht van het<br />
partijbestuur of dagelijks bestuur. Tenzij anders afgesproken, is de partijvoorzitter ook<br />
voorzitter van het congres. Taken van het Partijcongres zijn:<br />
o bespreking en toetsing van het politieke beleid, vooral landelijk en europees.<br />
o aannemen van schriftelijke resoluties en doen van uitspraken, zowel over vraagstukken<br />
van politiek beleid als over organisatorische zaken.<br />
o besluiten tot het houden van een schriftelijke ledenraadpleging.<br />
o behandeling en vaststelling van de jaarverslagen van de partijorganen en bijzondere<br />
organen en organisaties.<br />
o behandeling en vaststelling van de balans en rekening van baten en lasten, alsmede de<br />
begroting van partij, bijzondere organen en organisaties die ondersteuning ontvangen.<br />
o de vaststelling en wijziging van reglementen en statuten van de partij.<br />
o goedkeuring van de statuten en reglementen van de bijzondere organisaties.<br />
o vaststelling van program ten behoeve van de verkiezingen van de leden van de Tweede<br />
Kamer der Staten-Generaal en van de leden van het Europees Parlement.<br />
o vaststelling en wijziging van het Program van Uitgangspunten.<br />
o vaststelling van de uitslag van de verkiezing van het partijbestuur door de leden.<br />
o verkiezing dan wel aanwijzing van de lijsttrekker(s) voor de verkiezing van de leden van<br />
de Tweede Kamer der Staten-Generaal respectievelijk het Europees Parlement.<br />
o benoeming van ereleden op voorstel van het partijbestuur.<br />
o vaststelling van de in te dienen kandidatenlijst voor de verkiezingen van Eerste en Tweede<br />
kamer en het Europees Parlement.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 57 8 september 2009
o verkiezing van de voorzitters van de bijzondere organen en van het Wetenschappelijk<br />
Instituut en van het Vrouwenberaad.<br />
o verkiezing van de leden en plaatsvervangende leden van de Commissie van Beroep, de<br />
Toetsingscommissie, de Royementscommissie en de Financiële Commissie.<br />
o nemen van beslissingen over alle voorstellen van organisatorische en financiële aard.<br />
o vaststellen van een reglement van orde van het partijcongres.<br />
1.3.4. Het Partijbestuur<br />
Het Partijbestuur is belast met de leiding over en voorbereiding van alle politieke en<br />
organisatorische activiteiten van en binnen de partij. Het Partijbestuur komt ten minste zes<br />
maal per jaar bijeen. De voorzitter van het partijbestuur wordt door de leden gekozen (d.m.v.<br />
een stemming per internet, post of telefoon) na een meervoudige voordracht door het<br />
partijbestuur. Leden en afdelingen kunnen met voldoende steun kandidaten toevoegen. Een<br />
soortgelijke procedure is er voor de twee vice-voorzitters en maximaal negen overige<br />
bestuursleden, maar deze worden gekozen op het Partijcongres. Verder zitten in het<br />
partijbestuur de voorzitters van de twaalf provinciale afdelingen die zijn gekozen door hun<br />
Algemene Vergadering, de voorzitter van het CDJA en de voorzitter van het CDAV. Totaal<br />
26 personen. Daarnaast zijn er nog 5 vaste adviseurs. Taken zijn:<br />
o leiding geven aan alle politieke en organisatorische activiteiten van en binnen de partij.<br />
o voorbereiding van de besluitvorming en uitvoering van de besluiten van het partijcongres.<br />
o zorg voor de handhaving van de statuten en de bijbehorende reglementen.<br />
o vaststelling van een leidraad voor het program voor de verkiezingen van de leden van de<br />
Provinciale Staten en de gemeenteraad.<br />
o bespreking van het politieke beleid van de landelijke en Europese fracties.<br />
o voorbereiding en organisatie van de landelijke en Europese verkiezingen.<br />
o instellen van campagnecommissie en aanstellen campagneleider.<br />
o beleggen van partijconferenties ter behandeling van actuele vraagstukken.<br />
o het uitgeven van de partijbladen.<br />
o zorg voor het beheer van de geldmiddelen en eigendommen van de partij.<br />
o nemen van beslissingen in spoedeisende gevallen en in alle gevallen waarin door statuten<br />
en reglementen niet is voorzien.<br />
o instellen en opheffen van commissies, alsmede de benoeming van de leden hiervan.<br />
o vaststelling van reglementen en/of richtlijnen voor deze commissies.<br />
o verkiezing van de secretaris en de penningmeester en twee overige leden van het dagelijks<br />
bestuur binnen het Partijbestuur.<br />
o vaststelling van een meervoudige voordracht voor de verkiezing van de voorzitter door de<br />
leden van de partij en voor de verkiezing van de beide vice-voorzitters en de vrijgekozen<br />
leden van het partijbestuur door het partijcongres.<br />
1.3.5. Het Dagelijks Bestuur.<br />
Het Dagelijks Bestuur bestaat uit: de Partijvoorzitter; de twee vice-voorzitters en maximaal<br />
vier overige leden van het Partijbestuur. De leiding van het dagelijks bestuur berust bij de<br />
voorzitter. Hij bepaalt de orde van de vergaderingen van het dagelijks bestuur. Het Dagelijks<br />
Bestuur komt ten minste twaalf maal per jaar bijeen. Taken zijn:<br />
o leiding van het partijbestuur, onder goedkeuring van het partijbestuur.<br />
o dagelijkse leiding van alle politieke en organisatorische activiteiten binnen de partij.<br />
o voorbereiding van de besluitvorming en uitvoering van de besluiten van het partijbestuur.<br />
o nemen van beslissingen in spoedeisende gevallen, namens het partijbestuur.<br />
o bijeenroepen van het partijcongres.<br />
o benoeming, de schorsing en het ontslag van personeel.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 58 8 september 2009
o vertegenwoordigen van de partij, dit kan ook door de voorzitter alleen of een van de beide<br />
vice-voorzitters tezamen met de secretaris of zijn plaatsvervanger.<br />
o handhaving van de bepalingen in statuten en/of reglementen.<br />
1.3.6. Landelijk Bureau<br />
Het landelijke CDA-bureau ondersteunt alle structuren. Hier werken ca 55 medewerkers.<br />
Bijzondere organen van de partij zijn: het Scholingsinstituut, de Commissie Buitenland,<br />
de Eduardo Frei Stichting, het Intercultureel Beraad, de Commissie van Beroep, de<br />
Royementscommissie, de Toetsingscommissie, de Financiële Commissie, de Redactieraad.<br />
Op voorstel van het partijbestuur kan het partijcongres andere bijzondere organen instellen. Er<br />
zijn verder nog diverse andere bijzondere organisaties (zoals het Wetenschappelijk Instituut<br />
en de CDA-Bestuurdersvereniging).<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 59 8 september 2009
Bijlage 2 – De partijstructuur van de PvdA.<br />
Opgericht: 9 februari 1946<br />
Type partij: Verenigingspartij<br />
Organisatiestructuur: afdelingen en gewesten<br />
Ledental per 1 januari 2009: 56.507<br />
Voorgangers: SDAP (1897), VDB (1901) & CDU (1926)<br />
Grootte statuten en huishoudelijk reglement 12508 woorden<br />
2.1 Partijdoelstelling:<br />
In artikel 2 van de Statuten 55 is opgenomen “De Partij van de Arbeid is een sociaaldemocratische<br />
partij, die zich inspant om haar beginselen te verwezenlijken zoals deze nader<br />
zijn omschreven in het door het congres vastgestelde beginselprogram”.<br />
In het oude Beginselprogram 56 stond die doelstelling nog een heel concreet: “Het<br />
demokratisch-socialisme stelt zich een zodanige herverdeling van kennis, arbeid, inkomen en<br />
macht ten doel dat alle mensen in staat zijn zich zelfstandig te ontwikkelen en in vrijheid te<br />
ontplooien”. In het nieuwe Beginselmanifest 57 staat deze doelstelling niet meer zo concreet<br />
beschreven, maar worden de beginselen langs de volgende drie gedachtelijnen verder<br />
uitgewerkt: - Idealen, - Beginselen in een moderne tijd, - Verlangens.<br />
2.2 Organigram:<br />
Afbeelding 10: Organigram PvdA - bron: website PvdA 2009.<br />
2.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />
Iedere ingezetene van Nederland van 16 jaar en ouder, kan lid zijn van de PvdA en daardoor<br />
binnen een afdeling en een gewest lidmaatschapsrechten uitoefenen. Een dubbel lidmaatschap<br />
55 Statuten en Huishoudelijk reglement van de PvdA – 13 juni 2008.<br />
56 Beginselprogramma Partij van de Arbeid – 1977.<br />
57 Beginselmanifest Partij van de Arbeid – 29 januari 2005.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 60 8 september 2009
met een andere politieke partij is niet toegestaan. De Statuten, het Huishoudelijk Reglement<br />
en het Beginselmanifest zijn voor alle geledingen van de partij onverkort van toepassing.<br />
2.3.1 De Afdeling:<br />
De partij bestaat uit afdelingen met een bestuur wat tenminste uit 3 personen bestaat. De<br />
afdelingsvergadering is het hoogste gezag binnen de afdeling. Grote afdelingen met meer dan<br />
500 leden kunnen toestemming krijgen om te experimenteren met de bestuurlijkorganisatorische<br />
inrichting van de partij in hun regio. Taken van de afdeling zijn:<br />
o voorbereiding en deelname aan het congres (o.a. benoemen afvaardiging).<br />
o voorbereiding en deelname aan de gewestelijke vergadering (o.a. benoemen afvaardiging).<br />
o werven van leden voor bestuurlijke en vertegenwoordigende functies.<br />
o organiseren van deelname aan lokale verkiezingen.<br />
o adviseren van gemeenteraadsfractie over toetreding tot het college van B&W.<br />
o adviseren van gemeenteraadsfractie over lokale politiek.<br />
o bij meer dan 500 leden: deelnemen in de Adviesraad Verenigingszaken<br />
2.3.2 Het Gewest:<br />
Alle afdelingen binnen een Provincie vormen een gewest met een bestuur wat tenminste uit 3<br />
personen bestaat. De gewestelijke vergadering is het hoogste gezag binnen het gewest. Deze<br />
bestaat uit afgevaardigden van de afdelingen en uit het gewestelijk bestuur. Alle leden<br />
woonachtig binnen het gewest hebben spreekrecht. Een gewest kan worden onderverdeeld in<br />
regio’s. Taken van het gewest zijn:<br />
o bevorderen van deelname van de leden in het gewest aan de provinciale politiek.<br />
o werven van leden voor bestuurlijke en vertegenwoordigende functies.<br />
o organiseren van deelname aan Provinciale-Statenverkiezingen.<br />
o adviseren van statenfractie over toetreding tot het college van GS.<br />
o adviseren van statenfractie over provinciale politiek.<br />
2.3.3 Het Congres:<br />
Het congres is het hoogste gezag binnen de PvdA. Het congres is openbaar en bestaat uit de<br />
afgevaardigden van de afdelingen en de leden van het partijbestuur. Een afgevaardigde<br />
handelt zonder last of ruggespraak maar verantwoordt zich desgevraagd wel aan zijn afdeling.<br />
Een afgevaardigde vertegenwoordigt maximaal 500 personen en heeft 1 stem per 50 personen.<br />
Belangrijke taken van het congres zijn:<br />
o vaststellen beginselprogram (op voordracht van het partijbestuur).<br />
o op hoofdlijnen vaststellen verkiezingsprogram Tweede Kamer en Europees Parlement.<br />
o vaststellen kandidatenlijsten voor de Eerste en Tweede Kamer en het Europees Parlement<br />
(op voordracht van het partijbestuur).<br />
o besluiten over een lijstverbinding en lijstencombinatie.<br />
o beslissen over eindresultaat onderhandelingen kabinetsformatie en deelname aan een<br />
kabinet.<br />
o tweejaarlijks verkiezen van het partijbestuur.<br />
o onderzoeken financiële rekening van het partijbestuur. Goedkeuring algemeen jaarverslag<br />
over het gevoerde beleid en financiële verslag.<br />
o vaststellen welke functies worden vervuld door bezoldigde bestuurders.<br />
o beslissen over een voorstel tot ontbinding van de partij en tot wijziging van de statuten.<br />
2.3.4 Het congrespresidium:<br />
De 9 leden die elke twee jaar door het congres worden gekozen adviseren het partijbestuur<br />
over de voorbereiding van het congres en wijzen de technische voorzitters voor alle<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 61 8 september 2009
deelsessies van het congres aan. Ze bereiden de congresagenda voor en delen de spreektijd<br />
toe. Samen met het partijbestuur wordt bepaald welke moties en amendementen van een<br />
preadvies worden voorzien. Leden van het congrespresidium mogen geen andere kaderfunctie<br />
op het congres hebben.<br />
2.3.5 Partijbestuur:<br />
Dit bestaat uit een voorzitter, vice-voorzitter, internationaal secretaris, penningmeester en 7<br />
overige leden. Er is geen rooster van aftreden, elke twee jaar wordt collectief een nieuw<br />
bestuur voor 2 jaar benoemd. Op voorstel van het partijbestuur en op advies van de<br />
Adviesraad Verenigingszaken stelt het congres een jaar van tevoren een profiel vast voor het<br />
te verkiezen partijbestuur. Kandidaten kunnen solliciteren, dan wel worden voorgedragen. Het<br />
partijbestuur heeft een aantal vaste adviseurs. Er is geen DB. Taken van het partijbestuur zijn:<br />
o het bestuur en de algemene leiding van de partij, het beheer van de partijorganisatie en het<br />
uitvoeren van alle overige toegewezen taken en bevoegdheden.<br />
o uitvoeren van besluiten van het congres uit en toezicht houden op de naleving van de<br />
statuten en reglementen.<br />
o bijeenroepen van het Politiek Forum en de Adviesraad Verenigingszaken.<br />
o bemiddelen bij het voorkomen of beslechten van conflicten binnen de partij.<br />
o bevorderen van de deelname van de leden aan het politieke debat en de besluitvorming<br />
door middel van het organiseren van bijeenkomsten, manifestaties en ledenraadpleging.<br />
o onderhouden van contacten met maatschappelijke groepen en organisaties.<br />
o voorlichting over en in de partij en met de campagnevoering.<br />
o vaststellen van de begroting en beheer geldmiddelen en eigendommen van de partij.<br />
o onderhouden contacten met door de partij gesubsidieerde neveninstellingen<br />
o actief in het werven, selecteren, opleiden en begeleiden partijkaderleden en ambtsdragers.<br />
Naast de algemene bepalingen die gelden volgens het Burgerlijk Wetboek wordt de partij<br />
vertegenwoordigd door de voorzitter en de penningmeester. Bij afwezigheid wordt de<br />
voorzitter vervangen door de vice-voorzitter.<br />
2.3.6 Politiek Forum:<br />
Het politiek forum is meningsvormend en opiniërend en vergadert drie keer per jaar over de<br />
sociaal-democratische agenda. Op deze vergadering verantwoorden partijbestuur, kamerleden,<br />
europarlementariërs zich over het gevoerde beleid. Ook de bewindspersonen zijn aanwezig.<br />
Het politiek forum geeft gevraagd en ongevraagd advies. De 25 grootste afdelingen vaardigen<br />
elk 1 deelnemer af. Amsterdam en Rotterdam en alle gewesten vaardigen twee deelnemers af.<br />
Verder zijn er nog 30 deelnemers vanuit vakgebieden en twee leden per speciale doelgroep en<br />
de wetenschappelijke stichtingen van de partij. Totaal heeft het politiek forum dus ongeveer<br />
100 deelnemers. Zij worden steeds voor twee jaar benoemd.<br />
2.3.7 Adviesraad Verenigingszaken:<br />
Deze raad bestaat uit de dagelijkse besturen van de gewesten en de afdelingen met meer dan<br />
500 leden, aangevuld met twee leden van het Partijbestuur. De adviesraad houdt zich bezig<br />
met organisatorische zaken en verenigingszaken en adviseert daarin het partijbestuur. Verder<br />
heeft de raad adviesrecht en instemmingbevoegdheid over het werkplan van het partijbestuur<br />
en de begroting. Er wordt 6 keer per jaar vergaderd onder voorzitterschap van het<br />
congrespresidium.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 62 8 september 2009
Bijlage 3 – De partijstructuur van de SP.<br />
Opgericht: 22 oktober 1972<br />
Type partij: Verenigingspartij<br />
Organisatiestructuur: ruim150 afdelingen<br />
Ledental per 1 januari 2009: 50.444<br />
Voorlopers: geen<br />
Grootte statuten en huishoudelijk reglement 4481 + 2929 = 7410 woorden<br />
3.1 Organigram:<br />
Afbeelding 11: Organigram Socialistische Partij – bron website SP 2009.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 63 8 september 2009
3.2 Partijdoelstelling:<br />
De vereniging stelt zich ten doel het verwezenlijken van een socialistische maatschappij in<br />
Nederland, een maatschappij waarin de menselijke waardigheid, de gelijkwaardigheid van<br />
mensen en de solidariteit tussen mensen daadwerkelijk gestalte krijgen.<br />
3.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />
Iedereen die in Nederland woont en 16 jaar of ouder is, kan lid zijn van de SP. Een dubbel<br />
lidmaatschap met een andere politieke partij is niet toegestaan. De Statuten 58 , het<br />
Huishoudelijk Reglement 59 en het Beginselmanifest 60 zijn voor alle geledingen van de partij<br />
onverkort van toepassing.<br />
3.3.1 De Afdeling:<br />
Een afdeling bestaat uit tenminste 50 leden en wordt ingesteld door de Partijraad. De afdeling<br />
draagt zorg voor het organiseren van de plaatselijke activiteiten van de vereniging en voert de<br />
besluiten van de partijraad, het congres en het partijbestuur uit. De afdelingsvergadering<br />
vergadert tenminste 1 keer per jaar en is het hoogste gezag binnen de afdeling. Het<br />
afdelingsbestuur bestaat uit tenminste 5 personen en is belast met het besturen van de<br />
afdeling. De voorzitter van de afdeling wordt in die functie gekozen en is als zodanig ook lid<br />
van de Partijraad. Er wordt maandelijks schriftelijk gerapporteerd aan het partijbestuur over<br />
de stand van zaken. Het Partijbestuur heeft de bevoegdheid een afdeling of afdelingsbestuur te<br />
schorsen. De Partijraad beslist dan over het vervolg.<br />
3.3.2 De Regio:<br />
De Partijraad stelt regio’s in en wijst afdelingen daaraan toe. De voor twee jaar gekozen<br />
regiobestuurder maakt deel uit van het Partijbestuur. In een periodieke regionale conferentie<br />
ontmoeten de vertegenwoordigers van afdelingen en partijbestuur elkaar. Taken van de<br />
regionale conferentie zijn:<br />
o vaststellen van de verkiezingslijst voor Provinciale Staten.<br />
o beoordelen van het jaarverslag van de zittende Statenfractie.<br />
o adviseren aan de Partijraad. (opiniërend)<br />
o de regiobestuurder is sparringpartner voor de afdelingen, ontvangt maandverslagen en<br />
rapporteert periodiek binnen het partijbestuur.<br />
3.3.3 De Partijraad:<br />
De Partijraad bestaat uit de voorzitters van de afdelingen en de leden van het partijbestuur. Zij<br />
vormen het hoogste gezag binnen de vereniging. Taken zijn:<br />
o het vaststellen van de algemene politieke lijn van de vereniging.<br />
o benoemen van een financiële controlecommissie.<br />
o vaststellen van de door de individuele leden aan de vereniging te betalen contributie.<br />
o vaststellen van de financiële bijdrage van de vereniging aan de afzonderlijke afdelingen.<br />
o vaststellen van de begroting en jaarrekening van de vereniging.<br />
o vaststellen van de verkiezingslijst voor de Eerste Kamer en het Europees Parlement, op<br />
voordracht van de kandidatencommissie.<br />
o vaststellen van de verkiezingslijst voor de Tweede Kamer, tenzij het Congres dit doet.<br />
58 Statuten van de SP – 2003.<br />
59 Huishoudelijk reglement van de SP – ongedateerd.<br />
60 Heel de mens, kernvisie van de SP – 18 december 1999.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 64 8 september 2009
De Partijraad vergadert onder voorzitterschap van het partijbestuur. Voorzitters van<br />
afdelingen hebben per 50 leden één stem. De leden van het partijbestuur hebben 1 stem.<br />
3.3.4 Het Congres:<br />
Het congres vergadert tenminste 1 maal per vier jaar en wordt bijeengeroepen door het<br />
Partijbestuur. Leden kunnen verzoeken om een congres. De afdeling stuurt per 50 leden een<br />
afgevaardigde. Taken van het congres zijn:<br />
o bespreken van de algemene politieke situatie en nemen van besluiten over te volgen<br />
politieke lijn.<br />
o vaststellen van het verslag van het partijbestuur.<br />
o vaststellen van de kandidatenlijst en het verkiezingsprogramma in verband met de<br />
verkiezingen voor de Tweede Kamer.<br />
o het opmaken van bindende voordrachten terzake van de benoeming van de door de<br />
partijraad te benoemen leden van het partijbestuur.<br />
3.3.5 Het Partijbestuur<br />
Het partijbestuur bestaat uit de regiobestuurders, de voorzitters van de fracties in Tweede<br />
Kamer, Eerste Kamer en Europees Parlement, en uit ten minste 9 leden benoemd door de<br />
partijraad. De voorzitter en algemeen secretaris worden direct gekozen. Taken zijn:<br />
o de leiding en het besturen van de vereniging. Het partijbestuur kiest uit zijn midden een<br />
dagelijks bestuur.<br />
o het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse leiding van de vereniging.<br />
o zorgdragen voor de voorbereiding van de vergaderingen van de partijraad en het congres<br />
en uitvoeren van de besluiten van de partijraad en het congres.<br />
o toezicht houden op de afdelingen en regionale conferenties en zo nodig geven van hulp en<br />
aanwijzingen.<br />
o verantwoording afleggen aan de partijraad omtrent het gevoerde en te voeren beleid.<br />
o bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten.<br />
Ieder bestuurslid kan een extra bestuursvergadering bijeenroepen.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 65 8 september 2009
Bijlage 4 – De partijstructuur van de VVD.<br />
Opgericht: 24 januari 1948<br />
Type partij: Ledenpartij<br />
Organisatiestructuur: 428 afdelingen, 19 regio’s<br />
Ledental per 1 januari 2009: 37.703<br />
Voorlopers: Liberale unie (1885), Vrijzinnig-Democratische Bond<br />
(1901), Liberale Staatspartij de Vrijheidbond (1926),<br />
Partij van de Vrijheid (1945)<br />
Grootte statuten en huishoudelijk reglement 6121 + 8509 = 14630 woorden<br />
4.1 Partijdoelstelling:<br />
De VVD stelt zich ten doel de toepassing te bevorderen van de liberale beginselen zoals nader<br />
omschreven in de algemene vergadering vastgestelde beginselverklaring 61 . De VVD streeft<br />
dit doel na door alle wettige middelen die aan het doel bevorderlijk zijn, in het bijzonder door:<br />
Het verder ontwikkelen, verdiepen en verbreiden van de liberale beginselen en het vergroten<br />
van hun invloed op onder andere de nationale en internationale politiek en het bevorderen van<br />
de verkiezing van leden van de VVD in de vertegenwoordigende lichamen.<br />
4.2 Organigram:<br />
Afbeelding 12: Organigram VVD – (Algemeen Secretariaat VVD).<br />
De partijstructuur is verder vastgelegd in de Statuten 62 en het Huishoudelijk reglement 63 .<br />
Vanwege de complexiteit van bovenstaand organigram, is hieronder nog een vereenvoudigde<br />
versie opgenomen.<br />
61 Liberaal manifest VVD “Om de vrijheid” – september 2005.<br />
62 Statuten VVD – 29 oktober 2007.<br />
63 Huishoudelijk reglement VVD – 15 september 2007.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 66 8 september 2009
Afbeelding 13: Vereenvoudigd organigram VVD – (Gert Schouwstra).<br />
4.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />
Iedereen die in Nederland woont en 18 jaar of ouder is, kan lid zijn van de VVD. De leden,<br />
verenigd in ongeveer 428 afdelingen van de VVD, vormen de basis van de partij. Elk<br />
voorlopig besluit, genomen aan de basis, vindt zijn definitieve beslissing bij het hoogste<br />
gezagsorgaan van de VVD: de algemene ledenvergadering. De VVD is democratisch<br />
georganiseerd op meerdere niveaus. Leden hebben spreekrecht in hun afdelingsvergadering,<br />
centralevergadering en de algemene vergadering.<br />
4.3.1 De afdeling<br />
In elke gemeente, waarin ten minste zeven leden van de VVD wonen, kan een afdeling<br />
worden opgericht. Er zijn zelfs zes afdelingen in het buitenland. Ook in de afdeling ligt bij de<br />
ledenvergadering, die ten minste één maal per jaar moet worden gehouden, de uiteindelijke<br />
beslissingsbevoegdheid<br />
Verder kunnen leden door inhoudelijke discussies meepraten over de liberale koers, zich<br />
inzetten voor het voeren van een permanente campagne, werven van leden en het organiseren<br />
van cursussen, politiek cafés en andere activiteiten. Uiteraard is het gemeentelijk beleid één<br />
van de meest naar voren springende onderwerpen waar de afdeling zich mee bezighoudt.<br />
De taken van de afdeling worden niet geregeld in de statuten, maar in het huishoudelijk<br />
reglement. Bestuursleden worden door de afdelingsvergadering benoemd op voordracht van<br />
het zittende bestuur of 10% van de leden. De taken, rechten en verplichtingen van (het bestuur<br />
van) een afdeling zijn:<br />
o al hetgeen voortvloeit uit de statuten en de reglementen van de VVD.<br />
o het meewerken aan de kandidaatstelling voor alle vertegenwoordigende lichamen op de<br />
wijze als nader geregeld in reglementen van de VVD.<br />
o het binnen haar gebied bevorderen van alle activiteiten, die dienstig zijn aan de<br />
doelstellingen van de VVD.<br />
o al hetgeen haar door het hoofdbestuur is opgedragen.<br />
o al hetgeen overigens bevorderlijk is aan het doel van de VVD.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 67 8 september 2009
4.3.2 De regio<br />
Met ingang van 1 januari 2005 zijn de ondercentrales als bestuurslaag afgeschaft. Op<br />
vrijwillige basis kunnen afdelingen besluiten om samen te werken in regionaal verband. De<br />
leden van het regiobestuur worden door het regiocontact uit de leden van de aangesloten<br />
afdelingen benoemd. De regio heeft ondermeer taken op het terrein van coördinatie van PR,<br />
ledenwerving en opleiding en training.<br />
4.3.3 De provinciecentrale of statencentrale<br />
Eenmaal in de vier jaar treedt de provinciecentrale op. Leden worden hiervoor opgeroepen.<br />
Bestuursleden worden door de centrale vergadering benoemd op voordracht van het zittende<br />
bestuur of de ledenvergadering van één van de afdelingen. Als het gebied van de<br />
provinciecentrale samenvalt met dat van een kamercentrale, delen ze hetzelfde bestuur. Als er<br />
meerdere kamercentrales zijn benoemt de ledenvergadering van de provinciecentrale het<br />
bestuur. De taken, rechten en verplichtingen van (het bestuur van) een provinciecentrale zijn:<br />
o het bevorderen van de rol van de VVD in de provinciale politiek.<br />
o de kandidaatstelling voor leden van de provinciale staten.<br />
o het bevorderen van de verkiezing van de gestelde kandidaten.<br />
4.3.4 De waterschapscentrale:<br />
Eenmaal in de vier jaar treedt de waterschapscentrale op. Leden worden hiervoor opgeroepen.<br />
Bestuursleden worden door de centrale vergadering benoemd op voordracht van het zittende<br />
bestuur of de ledenvergadering van één van de afdelingen. Als het gebied van de<br />
waterschapscentrale samenvalt met dat van een kamercentrale, delen ze hetzelfde bestuur. Als<br />
er meerdere kamercentrales zijn benoemt de ledenvergadering van de waterschapscentrale het<br />
bestuur. Taken, rechten en verplichtingen van (het bestuur van) een waterschapscentrale zijn:<br />
o het bevorderen van de rol van de VVD in de waterschapsbesturen.<br />
o de kandidaatstelling voor de leden van waterschapsbesturen.<br />
o het bevorderen van de verkiezingen van de gestelde kandidaten.<br />
4.3.5 De kamercentrale<br />
Voor verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer heeft Nederland volgens de Kieswet<br />
negentien rijkskieskringen. De VVD telt echter geen negentien maar zeventien<br />
kamercentrales, omdat de kamercentrale Gelderland en de kamercentrale Brabant zich<br />
uitstrekken over het gebied van ieder twee rijkskieskringen.<br />
Evenals in de afdelingen berust het hoogste gezag bij de ten minste één maal per jaar te<br />
houden centralevergadering. Alle VVD-leden hebben toegang tot deze vergadering, mogen<br />
het woord voeren en hebben stemrecht. De centralevergadering kiest het bestuur van hun<br />
kamercentrale. Dat bestaat uit een voorzitter (die tevens lid is van de Partijraad), één of meer<br />
vice-voorzitters, de secretaris, de penningmeester en één of meer andere leden voor het<br />
vervullen van bepaalde taken (zoals PR, jongerenbeleid, talentmanagement en opleiding en<br />
training). Allen worden in functie benoemd. De taken, rechten en verplichtingen van (het<br />
bestuur van) een kamercentrale zijn:<br />
o het binnen haar gebied bevorderen en stimuleren van de oprichting van afdelingen.<br />
o het bevorderen en stimuleren van het goede verloop van de werkzaamheden in de<br />
afdelingen binnen haar gebied.<br />
o het bevorderen en stimuleren van de uitvoering van het door de algemene vergadering<br />
vastgestelde beleid van het hoofdbestuur.<br />
o het benoemen van leden in de partijraad.<br />
o de kandidaatstelling voor de Tweede Kamer.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 68 8 september 2009
o meewerken aan de kandidaatstelling voor andere vertegenwoordigende lichamen.<br />
o bevorderen van werkzaamheden in de afdelingen en statencentrale(s) in haar gebied.<br />
o verzorgen van PR-, opleidings- en trainingsactiviteiten.<br />
o begeleiden van talent.<br />
o benoemen van leden van de partijraad.<br />
o vertegenwoordiging in het Liberaal Vrouwen Netwerk.<br />
4.3.6 De algemene vergadering<br />
De belangrijkste beslissingen van de VVD worden genomen in het hoogste partijorgaan: de<br />
algemene vergadering. De leden worden hiervoor schriftelijk uitgenodigd. De algemene<br />
vergadering wordt twee keer per jaar georganiseerd en bestaat uit twee kamers die<br />
tegelijkertijd vergaderen: de algemene vergadering van afgevaardigden en de algemene<br />
ledenvergadering. Besluitvorming over een agendapunt vindt altijd maar in één van deze twee<br />
kamers plaats.<br />
In de algemene vergadering van afgevaardigden heeft iedere afgevaardigde van een afdeling<br />
op basis van het ledental van de desbetreffende afdeling één of meerdere stemmen (voor<br />
iedere 50 leden 1 stem). Taak van de algemene vergadering van afgevaardigden is:<br />
o besluitvorming over statuten en reglementen.<br />
In de algemene ledenvergadering vindt hoofdelijke stemming plaats. Taak van de algemene<br />
ledenvergadering is:<br />
o besluitvorming over politieke onderwerpen, het verlenen van eretitels en het besluit tot<br />
een ledenraadpleging over politieke onderwerpen.<br />
o besluitvorming over de overige onderwerpen.<br />
Er kan ook besloten worden door middel van een ledenraadpleging. Hierbij krijgt iedere<br />
stemgerechtigde gedurende een bepaalde periode de gelegenheid om over een onderwerp,<br />
kandidatenlijst of te vervullen functie een aanbeveling uit te brengen.<br />
4.3.7 Het hoofdbestuur<br />
Het hoofdbestuur (HB) bestaat uit 7 tot 13 leden, één door ledenraadpleging gekozen<br />
voorzitter, één of meerdere vice-voorzitters, een penningmeester, algemeen secretaris en<br />
overige leden die de taken verdelen. De vergaderingen van het HB worden met adviserende<br />
stem bijgewoond door de voorzitters van de Kamerfracties, een vertegenwoordiger van de<br />
VVD-fractie in het EP, een vertegenwoordiger van de VVD-leden in de Raad van Ministers<br />
(bij regeringsdeelname), de voorzitter van de VVD Bestuurdersvereniging en de vicevoorzitter<br />
van de JOVD. De hoofdbestuursleden worden door de algemene vergadering voor<br />
de tijd van drie jaar verkozen en zijn één maal herkiesbaar.<br />
Tenminste één HB-lid is in het bijzonder belast met de organisatie van de partij, één met de<br />
politiekinhoudelijke discussie, één met de in- en externe communicatie, één met de<br />
opleidings- en trainingsactiviteiten van de Haya van Somerenstichting en één met het<br />
onderhouden van contacten met buitenlandse liberale partijen. Het hoofdbestuur wordt<br />
ondersteund door bezoldigde medewerkers. Zij vormen onder leiding van de directeur het<br />
Algemeen Secretariaat, gevestigd in het Thorbeckehuis in Den Haag. Taken van het HB zijn:<br />
o de algemene leiding van de VVD en het uitvoeren van besluiten van de algemene<br />
vergadering.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 69 8 september 2009
o periodiek overleg met de voorzitters van de besturen van de kamercentrales over de<br />
begroting, de jaarplannen, de adviezen inzake kandidatenlijsten, de belangrijke te<br />
vervullen vacatures, en belangrijke organisatorische en huishoudelijke aangelegenheden.<br />
o aangaan van overeenkomsten.<br />
o benoemen en ontslaan van de directeur van het algemeen secretariaat.<br />
o laten uitvoeren van taakonderdelen door partijcommissies, landelijke commissies of ad<br />
hoc commissies zoals in het huishoudelijk reglement bepaald.<br />
o bepalen van de manier waarop een ledenraadpleging plaatsvindt.<br />
4.3.8 Partijraad<br />
De Partijraad bestaat uit 86 stemgerechtigde leden en heeft in politiek opzicht een adviserende<br />
en stimulerende taak. Het komt voor dat de partijraad politieke uitspraken doet en politieke<br />
besluiten neemt namens de VVD. Een voorbeeld hiervan is het besluit tot het houden van een<br />
ledenraadpleging over een politiek onderwerp. De partijraad kan gevraagd en ongevraagd<br />
adviezen geven aan de algemene vergadering, het hoofdbestuur, de fracties in de Eerste en<br />
Tweede Kamer der Staten-Generaal en de VVD-leden in het Europees Parlement. De<br />
algemene vergadering kan te allen tijde uitspraken en standpunten van de partijraad wijzigen,<br />
welke vanaf dan gelden als het standpunt van de vereniging. De stemgerechtigde leden van de<br />
Partijraad worden voor drie jaar benoemd door de jaarlijkse ledenvergadering van de<br />
kamercentrale. De kamercentrale regelt hoe de vergaderingen van de partijraad worden<br />
voorbereid en hoe de door haar benoemde leden van de partijraad verantwoording afleggen<br />
aan de ledenvergadering. Het stemrecht in de partijraad is persoonlijk en niet overdraagbaar.<br />
Het hoofdbestuur roept de partijraad bij elkaar en zorgt in samenwerking met het Algemeen<br />
Secretariaat voor de voorbereiding, leiding en administratieve ondersteuning. Dit gebeurt zo<br />
vaak als wenselijk is op verzoek van ten minste tien leden van de partijraad, in beginsel is dit<br />
viermaal per jaar.<br />
De onderwerpen van de Partijraad worden door het hoofdbestuur in samenwerking met oa.<br />
landelijke partijcommissies van advies en de kamercentrales (met name de Landelijke<br />
Commissie Inhoudelijk Debat) vastgesteld. De wijze van behandeling kan variëren per<br />
bijeenkomst. Kamercentrales zijn verantwoordelijk voor de eigen voorbereiding van de<br />
Partijraad. Ieder lid van de VVD kan de vergaderingen van de partijraad bijwonen en heeft<br />
hierin spreekrecht, maar geen stemrecht.<br />
Adviserende leden van de partijraad<br />
Naast de stemgerechtigde leden bestaan er ook leden van advies. Deze adviserende leden<br />
hebben alleen een adviserende stem: de ereleden, maximaal 10 het hoofdbestuur benoemde<br />
leden, VVD-leden in de Staten-Generaal en het Europees Parlement, de leden van het<br />
hoofdbestuur, één aangewezen lid van elk bestuur van een kamercentrale, de voorzitters van<br />
partijcommissies, de voorzitters van de VVD-bestuurdersvereniging en de voorzitter en de<br />
directeur van de prof. mr. B.M. Teldersstichting.<br />
Themabijeenkomsten & Flitscongressen<br />
Met enige regelmaat worden op landelijk niveau Themabijeenkomsten georganiseerd die tot<br />
doel hebben om maatschappelijke kwesties of bestuurlijk problemen binnen de samenleving<br />
centraal te stellen en liberale antwoorden hierop te formuleren. Voor urgente zaken en om in<br />
te kunnen spelen op de landelijke politieke actualiteit worden de zogeheten Flitscongressen<br />
georganiseerd. Ieder VVD-lid kan hieraan deelnemen.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 70 8 september 2009
Bijlage 5 – De partijstructuur van de PVV.<br />
Opgericht: 22 februari 2006<br />
Type partij: Politieke beweging<br />
Organisatiestructuur: geen formele structuur<br />
Ledental per 1 januari 2007: 1 (alleen de bestuurder)<br />
Voorlopers: geen<br />
Grootte statuten en huishoudelijk reglement onbekend<br />
5.1 Partijdoelstelling:<br />
Doel van de PVV is politiek bedrijven en op te komen voor een vrij welvarend en<br />
onafhankelijk Nederland. Daarnaast zijn er veel politieke doelen vastgelegd. De statuten van<br />
de vereniging Groep Wilders/PVV zijn niet voor onderzoek beschikbaar. Wel beschikbaar is<br />
de onafhankelijkheidsverklaring 64 van de Groep Wilders. In deze verklaring wordt uitgelegd<br />
wat de politieke standpunten zijn en hoe het losmakingproces van de VVD heeft<br />
plaatsgevonden.<br />
5.2 Organigram:<br />
Afbeelding 14: Organigram van de PVV – bron NRC Handelsblad 2007.<br />
64 Geert Wilders, Onafhankelijkheidsverklaring (13 maart 2005)<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 71 8 september 2009
Vanwege zijn afwijkende structuur is er geen organigram van de PVV beschikbaar. De<br />
structuur is wel beschreven door derden, onder ander door NRC Handelsblad. In feite gaat het<br />
hier om een beweging die is ingepast in het politieke systeem.<br />
5.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />
Het is interessant om op te merken hoe de PVV zich qua structuur onderscheidt van bestaande<br />
partijen. De PVV kent geen leden. De rechtspersoon die in de Tweede Kamer<br />
vertegenwoordigd is onder de naam PVV is de Vereniging Groep Wilders. Deze vereniging<br />
bestaat uit dhr. Wilders en de Stichting Groep Wilders. Zowel de Vereniging Groep Wilders<br />
als de Stichting Groep Wilders hebben maar 1 lid en een bestuur dat bestaat uit 1 persoon:<br />
Geert Wilders. Noch de stichting, noch de vereniging laten leden toe.<br />
Zeer opvallend is de parallel met de geschiedenis van de Nationaal Socialistische Beweging<br />
in Nederland. Deze politieke partij heeft bestaan tot 1945. Op 14 december 1931 vond de<br />
oprichtingsvergadering plaats, maar ook deze beweging werd pas een jaar later, op 4<br />
november 1932, bij notariële acte als stichting ingeschreven. De statuten van de stichting 65<br />
bepaalden dat het bestuur werd gevormd door één persoon: Ir A.A. Mussert, die de titel<br />
Algemeen Leider mocht voeren. De Algemeen Leider benoemde een Algemene Raad van<br />
minstens vijf personen, maar deze raad had geen bevoegdheid. De statuten bepaalden<br />
namelijk: alle besluiten neemt de Algemeen Leider, al of niet de Raad gehoord hebbende. De<br />
Algemeen Leider kon de leden van de Raad naar believen ontslaan en benoemen. Om zich te<br />
onderscheiden noemde de NSB zich consequent een beweging<br />
in plaats van een politieke partij. Afschaffing van het<br />
individueel kiesrecht, arbeidsplicht en beperking persvrijheid<br />
waren enkele voorbeelden van de partijdoelstelling. Bijzonder<br />
is dat gekozen werd voor de weg van de parlementaire<br />
democratie om deze doelen te verwezenlijken. Verder is het<br />
opvallend dat zowel NSB als PVV, hebben gekozen voor een<br />
zwart-rood-witte meeuw als logo.<br />
Afbeelding 15: Logo’s van PVV en NSB.<br />
Natuurlijk moet hier ook worden vermeld dat de PVV afstand neemt van de standpunten van<br />
de NSB. De NSB nam destijds duidelijk anti-joodse standpunten in en radicaliseerde daar<br />
steeds meer in. Wilders sympathiseert juist met Israël en noemt het land: “De eerste<br />
verdedigingslinie van het Westen”. En de PVV verzet zich specifiek tegen wat zij “de<br />
islamisering van Nederland” noemt, maar verwacht daarin zelf niet verder te zullen<br />
radicaliseren.<br />
De werkwijze van de PVV is niet om met volledig uitgeschreven programma’s te komen.<br />
Puntsgewijs worden de zaken opgesomd waar de PVV duidelijk voor of tegen is. Dit gebeurt<br />
in het Verkiezingspamflet 66 . De basis van het verkiezingspamflet wordt gevormd door de<br />
stukken: Een Nieuwe Gouden Eeuw 67 , Klare Wijn 68 , een Nieuw-realistische Visie 69 en de<br />
eerder genoemde Onafhankelijkheidsverklaring.<br />
65 Statuten van de stichting Nationaal Socialistische Beweging – 4 november 1932.<br />
66 Groep Wilders, verkiezingspamflet (25 augustus 2006)<br />
67 Groep Wilders / Partij voor de Vrijheid, Een nieuwe gouden Eeuw, economisch manifest (26 april 2006)<br />
68 Geert Wilders, Klare Wijn, verkiezingsmanifest (21 maart 2006)<br />
69 Geert Wilders, Een nieuw-realistische visie, ideologisch manifest (21 maart 2006)<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 72 8 september 2009
De PVV kent veel vrijwilligers en donateurs, maar geen leden. Dat wil niet zeggen dat<br />
Wilders niet luistert naar de mensen om hem heen. Hij luistert juist heel goed en speelt in op<br />
levende sentimenten. Maar hij doet dat vanuit een autoritaire en niet-democratische positie.<br />
Op die manier verschaft hij duidelijkheid binnen de politieke arena en daar is bij een deel van<br />
kiezers zeker behoefte aan. Opvallend is dat de PVV zich in die duidelijkheid beperkt tot<br />
enkele thema’s. Omdat Wilders alles zelf in de hand wil houden verzet hij zich tegen<br />
inhoudelijke en personele verbreding van de partij. De vraag is of hij dat kan volhouden. Op<br />
de voor hun achterban minder belangrijke dossiers kan men de woordvoerders van de partij<br />
regelmatig op inconsistentie betrappen.<br />
Dat het loont om openlijk tegen de gevestigde politiek in te gaan is meermalen bewezen. D66<br />
is hier redelijk succesvol in geweest en tijdelijk konden ook de LPF, Leefbaar Nederland en<br />
TON op een grote sympathie rekenen. Bewegingen en partijen die het Haagse wereldje<br />
wakker willen schudden zijn meer dan welkom binnen de Nederlandse politiek. Alleen als zij<br />
het gehele politieke systeem ter discussie stellen door te verkondigen dat stelsel eigenlijk een<br />
lachertje is, wordt dat bedreigend wanneer zij door grote groepen van de bevolking serieus<br />
worden genomen. De PVV wil eigenlijk geen politieke partij wil zijn, maar wordt gedwongen<br />
om het spel gedeeltelijk mee te spelen. Hierdoor ontstaat grote spanning met de, al dan niet<br />
geschreven, spelregels.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 73 8 september 2009
Bijlage 6 – De partijstructuur van GroenLinks.<br />
Opgericht: 24 november 1990<br />
Type partij: Ledenpartij<br />
Organisatiestructuur: afdelingen<br />
Ledental per 1 januari 2009: 20.815<br />
Voorlopers: CPN, EVP, PPR en PSP<br />
Grootte statuten en huishoudelijk reglement 12737 woorden<br />
6.1 Partijdoelstelling:<br />
De Vereniging heeft als doelstelling het bedrijven van GroenLinkse politiek 70 . In haar<br />
programma's wordt omschreven wat onder GroenLinkse politiek wordt verstaan.<br />
6.2 Organigram:<br />
Afbeelding 16: Organigram GroenLinks – bron website GL 2009.<br />
6.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />
In de Statuten 71 is opgenomen dat iedereen die ouder is dan 16 jaar, lid kan worden van<br />
GroenLinks. Leden kunnen zich kandidaat stellen voor alle functies wanneer ze gesteund<br />
worden door tenminste 15 andere leden. Besturen bestaan uit tenminste 3 leden en hebben een<br />
zittingsduur van twee jaar met maximaal twee verlengingen.<br />
70 Uitgangspunten van de GroenLinkse politiek -1992.<br />
71 Statuten & Huishoudelijk reglement GroenLinks – maart 2009.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 74 8 september 2009
6.3.1 de Afdeling:<br />
Ieder lid van de vereniging behoort bij een afdeling. Deze kan een of meer gemeenten<br />
omvatten en wordt vastgesteld door het partijbestuur. Een afdeling kan ook een deelgemeente<br />
omvatten en vormt dan samen met de andere afdelingen binnen die gemeente een federatie.<br />
Een afdeling moet tenminste 15 leden hebben en minstens 2 keer per jaar vergaderen. Ieder<br />
lid heeft binnen de afdeling en binnen de federatie één stem. Taken zijn:<br />
o het benoemen van een bestuur om de belangen van GroenLinks te behartigen.<br />
o besluiten over deelname gemeentelijke verkiezingen en lijstverbindingen.<br />
o zorgdragen voor deelname aan de verkiezing van de leden van de gemeenteraad.<br />
o beoordelen van het beleid van de fractie van GroenLinks in de gemeenteraad.<br />
Blijft een afdelingsbestuur op een of andere wijze in gebreke, bijvoorbeeld door het niet<br />
uitschrijven van een ledenvergadering, dan worden haar taken overgenomen door het<br />
provinciale bestuur. In gevallen dat de interventie langer dan een jaar duurt, besluit het<br />
partijbestuur over wijziging van de afdelingsgrenzen in het gebied.<br />
6.3.2 de Provinciale vergadering:<br />
Alle leden binnen een provincie vormen de provinciale vergadering. Taken van deze<br />
vergadering zijn:<br />
o het benoemen van een bestuur om de belangen van GroenLinks te behartigen.<br />
o zorgdragen voor deelname aan de verkiezing van de leden van Provinciale Staten.<br />
o beoordelen van het beleid van de fractie van GroenLinks in Provinciale Staten.<br />
6.3.3 Het Provinciaal bestuur:<br />
o organisatie en voorbereiding van Provinciale Ledenvergadering<br />
o stimuleren van de oprichting van afdelingen binnen de provincie.<br />
o op verzoek ondersteunen van afdelingen en bemiddelen bij conflicten.<br />
o tijdelijk overnemen van de taken van een afdelingsbestuur dat in gebreke blijft.<br />
o betrekken van afdelingen bij provinciaal-politieke activiteiten.<br />
o organiseren van de kandidaatstelling en verkiezingscampagne voor de Provinciale<br />
Statenverkiezingen.<br />
6.3.4 Partijbestuur:<br />
Het partijbestuur heeft de dagelijkse leiding over de partij. Het partijvoorzitterschap is een<br />
betaalde functie voor vier dagen in de week. Het partijbestuur wordt gevormd door de<br />
voorzitter en zes leden die verantwoordelijk zijn voor inhoudelijke ontwikkeling, voor<br />
internationale contacten en –beleid, voor Europese contacten en –beleid, voor het financieel<br />
beleid, voor partijontwikkeling, voor publiciteit en campagnes en voor personeel en<br />
organisatie. De leden van het partijbestuur worden in functie gekozen. Het partijbestuur legt<br />
verantwoording af aan de partijraad en het Congres. Taken zijn:<br />
o algemene leiding geven aan de partij en het landelijk bureau.<br />
o uitvoeren van besluiten van het Congres.<br />
o beleid ontwikkelen op basis van de congresbesluiten<br />
o opstellen van begroting en jaarstukken.<br />
o aangaan van overeenkomsten namens de partij.<br />
o bepalen afdelingsgrenzen, na overleg met de betrokken leden.<br />
o afdelingen, federaties en provincies stimuleren en daartoe de nodige politieke en<br />
organisatorische initiatieven nemen.<br />
o goedkeuren van reglementen van afdelingen en andere onderdelen van de partij.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 75 8 september 2009
o toepassen hardheidsclausule statuten en reglementen en besluiten nemen in gevallen waar<br />
deze niet in voorzien (dit altijd met mededeling aan de partijraad).<br />
Het partijbestuur wordt ondersteund door de afdeling Bestuursondersteuning van het<br />
Landelijk Bureau van GroenLinks. Op het Landelijk Bureau werken 40 medewerkers.<br />
6.3.5 Het Congres:<br />
Het Congres is het hoogste orgaan binnen GroenLinks en wordt gevormd door de aanwezige<br />
stemgerechtigde partijleden. Het wordt tenminste 1 keer per jaar bijeengeroepen door het<br />
partijbestuur of 10% van de leden. Taken van het Congres zijn.<br />
o alle bevoegdheden die niet bij wet, statuten of reglementen aan anderen zijn opgedragen.<br />
o op hoofdlijnen bepalen van het beleid van het partijbestuur en beoordelen van de<br />
uitvoering van het beleid door het partijbestuur.<br />
o vaststellen/wijzigen huishoudelijk reglement en statuten.<br />
o benoemen kascommissie.<br />
o beoordelen van het beleid van de fracties van GroenLinks in de Eerste en in de Tweede<br />
Kamer der Staten-Generaal en van de delegatie in het Europese Parlement.<br />
o aanwijzen kandidaten aan voor de verkiezingen van de leden van de Eerste en Tweede<br />
Kamer der Staten-Generaal en van het Europese Parlement.<br />
o vaststelling van politieke programma's en van verkiezingsprogramma's voor de<br />
verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer en van het Europese Parlement.<br />
o het Congres kan besluiten tot het organiseren van een besluitvormend referendum.<br />
o besluiten van het Congres kunnen aan een correctief referendum worden onderworpen.<br />
o voor interne verkiezingen kan een ledenreferendum worden georganiseerd<br />
Referendum:<br />
Een referendum wordt schriftelijk gehouden onder de leden van de vereniging, die 4 weken de<br />
tijd hebben om hun besluit kenbaar te maken. Een referendum geldt als een partijbesluit bij<br />
een deelname van 50% of meer van de leden.<br />
6.3.6 Congrespresidum:<br />
Het congrespresidium draagt zorg voor het voorzitterschap en het secretariaat van het Congres<br />
en voor de overige organisatie. Het wordt benoemd door het Congres en bestaat uit 5 - 9<br />
personen. Kandidaatstelling kan plaatsvinden door het zittende presidium, de partijraad, of<br />
een groep van 15 leden. Het partijbestuur voegt hier een adviseur aan toe. De voorzitter en<br />
secretaris van het partijbestuur en hun vervangers treden niet op als voorzitter of secretaris<br />
van het Congres. Jaarlijks wordt verantwoord aan de partijraad. Taken zijn:<br />
o voorzitterschap en secretariaat van het Congres en van eventuele aparte onderdelen.<br />
o vaststelling van de dagorde van het Congres.<br />
o samenstelling van de agenda en het tijdschema, na overleg met het partijbestuur.<br />
o organisatorische voorbereiding van het Congres, na overleg met het partijbestuur.<br />
o uitreiken van stemkaarten, stembiljetten, enz. aan stemgerechtigde congresdeelnemers.<br />
o benoemen van een stembureau bestaande uit ten minste drie partijleden.<br />
o doen van een voorstel aan het Congres voor de afhandeling van de agenda.<br />
o verdelen spreektijd.<br />
o een zo rustig en ordelijk mogelijk verloop van de besluitvorming op het Congres.<br />
o vaststellen van notulen van het Congres en het binnen vier weken na het Congres<br />
toezenden daarvan aan het partijbestuur.<br />
o gevraagd en ongevraagd adviseren van het partijbestuur met betrekking tot het Congres.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 76 8 september 2009
6.3.7 De partijraad<br />
De partijraad bestaat uit 80 leden en komt gemiddeld vier keer per jaar bijeen. De leden van<br />
de partijraad worden elke twee jaar gekozen door de afdelingsvergaderingen. De leden leggen<br />
verantwoording af aan de lokale of provinciale vergadering van waaruit ze zijn gekozen.<br />
Taken 72 van de partijraad zijn:<br />
o controle op het beleid van de fracties van GroenLinks in de Eerste en in de Tweede Kamer<br />
der Staten-Generaal en van de delegatie in het Europese Parlement.<br />
o controle op het beleid van het partijbestuur, onverminderd de bevoegdheid van het<br />
Congres.<br />
o wijzigen huishoudelijk reglement (ook bevoegdheid van congres)<br />
o het doen van politieke uitspraken, al of niet op voorstel van het partijbestuur.<br />
o het toezicht op uitvoering van de congresbesluiten tussen de Congressen door<br />
o het nemen van beslissingen in alle gevallen die het partijbestuur of het Congres aan de<br />
partijraad voorlegt.<br />
o het vaststellen van de jaarverslagen en de jaarrekening van verbonden instellingen.<br />
o het instellen van kandidatencommissies voor de verkiezingen<br />
6.3.8 Werkgroepen:<br />
Een werkgroep is een eigenstandige organisatie van mensen binnen de vereniging die een<br />
gedeelde belangstelling voor een thema hebben en daar mee bezig zijn. Een werkgroep kan<br />
tevens worden gevormd door mensen die zich specifiek voelen aangetrokken door één van de<br />
inspiratiebronnen van GroenLinks en zich daarop nader willen bezinnen. Een werkgroep<br />
werkt volgens een door het partijbestuur vastgesteld protocol en regelt verder zijn eigen<br />
werkwijze. Een werkgroep heeft het recht moties, amendementen en voorstellen voor het<br />
Congres in te dienen.<br />
72 GroenLinks, Handboek partijraad 2008-2010.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 77 8 september 2009
Bijlage 7 – De partijstructuur van D66.<br />
Opgericht: 14 oktober 1966<br />
Type partij: Ledenpartij<br />
Organisatiestructuur: 250-300 afdelingen, 12 regio’s<br />
Ledental per 1 januari 2009: 12.432<br />
Voorlopers: geen<br />
Grootte statuten en aanvullend reglement 20923 + 12077 = 23000 woorden<br />
7.1 Partijdoelstelling:<br />
De partij stelt zich als sociaal-liberale partij ten doel een politiek te bedrijven waarin zij de<br />
mens centraal stelt: vrij, betrokken, gelijkwaardig en mondig en streeft naar een<br />
democratische, duurzame en open samenleving. 73<br />
7.2 Organigram:<br />
Afbeelding 17: Organigram D66 – (Gert Schouwstra 2009).<br />
In de statuten 74 en reglementen zijn de structuur en taken en bevoegdheden vastgelegd. Er zijn<br />
ook nog aanvullende reglementen 75 .<br />
7.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />
Leden die in een bepaalde plaats wonen 'vallen' onder de afdeling waaronder deze plaats is<br />
ingedeeld en vervolgens onder de betreffende regio. Er wordt onderscheid gemaakt tussen<br />
gewone leden en lokale leden. Er zijn 3 niveaus met drie bestuurslagen. De besturen zorgen er<br />
o.a. voor dat begroting, jaarstukken en voorstellen over reglementen en politieke<br />
programma’s op de agenda van de ledenvergaderingen komen. Alle niet bij wet of statuten en<br />
reglementen toegekende bevoegdheden komen toe aan de ledenvergaderingen.<br />
7.3.1 de Afdeling<br />
73 D66 Uitgangspunten – 25 maart 2000.<br />
74 D66 Statuten en Huishoudelijk reglement – februari 2008.<br />
75 D66 LB set aanvullende reglementen en procedures – februari 2008.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 78 8 september 2009
De afdelingen volgen over het algemeen de grenzen van een of meerdere gemeenten. Een<br />
aantal van de afdelingen kent deelafdelingen, Leden uit een afdeling kiezen hun<br />
afdelingsbestuur; hetzelfde geldt voor het regiobestuur. Taken zijn:<br />
o besluiten over begroting, jaarstukken en voorstellen over afdelingsreglementen en<br />
politieke programma’s.<br />
o besluiten over de toelating van lokale leden tot de vereniging en bepalen van de hoogte<br />
van hun contributie.<br />
o zorgdragen voor het voeren van lokale verkiezingscampagnes.<br />
7.3.2 de Regio<br />
De partij is landelijk opgedeeld in twaalf regio's (de provincies)<br />
Binnen de regio's kent de partij een aantal sub-regio's. Taken zijn:<br />
o besluiten over begroting, jaarstukken en voorstellen over afdelingsreglementen en<br />
politieke programma’s.<br />
o zorgdragen voor het voeren van lokale verkiezingscampagnes.<br />
o indeling van de regio in dekkende afdelingen.<br />
7.3.3 het Congres<br />
Het hoogste orgaan binnen de partij is de landelijke ledenvergadering of Congres. Dit wordt<br />
in de regel twee maal per jaar gehouden. Taken zijn:<br />
o het kiezen van de leden van het Landelijk Bestuur en de commissies van de<br />
ledenvergadering.<br />
o het vaststellen van de landelijke verkiezingsprogramma’s.<br />
o het kiezen van de lijsttrekker bij landelijke en Europese verkiezingen.<br />
o het al dan niet bevestigen van de door een fractie in de Staten-Generaal of de delegatie in<br />
het Europees Parlement gekozen voorzitter, indien deze niet bij de daaraan voorafgaande<br />
verkiezingen tot lijsttrekker is gekozen.<br />
o het vaststellen van de begroting, alsmede het goedkeuren van de jaarrekening en voorts<br />
overige politieke, organisatorische en financiële besluiten te nemen.<br />
o het kiezen van de leden van het Geschillencollege op een wijze als nader bij of krachtens<br />
dit reglement geregeld.<br />
o het vaststellen van de statuten en het huishoudelijk reglement.<br />
o het vaststellen van de jaarlijkse contributieverplichting en het vaststellen van de jaarlijkse<br />
verdeling van de financiële bijdrage van het Landelijk Bestuur over de regio’s en<br />
afdelingen.<br />
o het op voorstel van het Landelijk Bestuur besluiten tot het aangaan of beëindigen van het<br />
lidmaatschap van andere verenigingen, daaronder begrepen internationale verenigingen<br />
van partijen en Europese politieke partijen.<br />
Referendum:<br />
Een referendum wordt na een besluit van de ledenvergadering schriftelijk gehouden onder de<br />
leden van de vereniging, die 4 weken de tijd hebben om hun besluit kenbaar te maken. Het<br />
mag niet gaan over personen, de begroting, wijziging van statuten of reglementen. Een<br />
referendum is geldig als tenminste 10% van de leden heeft deelgenomen. Het resultaat geldt<br />
als een besluit van de ledenvergadering.<br />
Ledenraadpleging:<br />
Ieder bestuur kan over gaan tot een ledenraadpleging en stelt daar zelf een regeling voor op.<br />
7.3.4 de Landelijke Besluitvormingscommissie<br />
Deze commissie bereidt de besluitvorming voor het congres voor. Taken zijn:<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 79 8 september 2009
o advisering van het Landelijk Bestuur omtrent op te nemen agendapunten.<br />
o bewaking van procedures inzake besluitvorming, zoals tijdige publicatie door Bestuur.<br />
o het toetsen van moties en amendementen, gevolgd door toelating, weigering of aanpassing<br />
van de redactie.<br />
o vaststellen van besluiten van het congres ten behoeve van het Landelijk Bestuur en deze<br />
verwerken in actiepuntenlijsten.<br />
o bewaken van de uitvoering van besluiten van het congres door het Landelijk Bestuur.<br />
o schorsen van besluiten van het congres die in strijd zijn met de statuten of het<br />
huishoudelijk reglement. Als hiertegen geen beroep wordt aangetekend, dan is het besluit<br />
van het congres nietig verklaard.<br />
o instrueren van regio’s en afdelingen omtrent besluitvormingsprocedures, zoals<br />
zorgdragen, dat amendementen zich richten op essentiële punten van besluitvorming.<br />
o bewaken samenhang statuten en huishoudelijk reglement.<br />
o beslissent ter vergadering, indien wordt gestemd over een niet schriftelijk vastgesteld<br />
voorstel, over de formulering daarvan.<br />
o vaststellen van de notulen van het congres of de uitkomst van het referendum.<br />
o bewaking van de statuten en het huishoudelijk reglement voor de gehele partij.<br />
7.3.5 het Landelijk Bestuur<br />
Het hoogste bestuursorgaan in de partij is het landelijk bestuur. Dit bestaat uit 5 tot 11 leden.<br />
Alle leden kunnen leden voor het landelijk bestuur kiezen of kunnen daarin verkozen worden.<br />
Taken zijn:<br />
o de algemene leiding van de partij.<br />
o de uitvoering van de besluiten van het congres.<br />
o beslissen over de toelating tot de vereniging als gewoon lid.<br />
o indelen van het land in dekkende regio’s.<br />
o vaststellen aanvullende reglementen voor huishoudelijke en politieke vergaderingen.<br />
o ingrijpen bij afdelingen of regio’s waar een onwerkbare situaties is ontstaan.<br />
o het voorbereiden van het congres inhoudende: het vervaardigen beschikbaar stellen aan de<br />
leden van de concept voorstellen, tijdig vaststellen en publiceren van een<br />
congresreglement, het organiseren van het besluitvormingsproces, waaronder begrepen de<br />
tijdige consultatie van de landelijke Besluitvormingscommissie.<br />
o het aanwijzen van een oneven aantal voorzitters van het congres.<br />
o congres voorstellen maken voor het politieke programma.<br />
o beheer financiën, waaronder begroting en jaarrekening.<br />
o initiatieven nemen en randvoorwaarden creëren om tot een goed politiek debat te komen.<br />
o de partij te vertegenwoordigen bij de fractie en de vinger aan de pols te houden in de<br />
uitvoering van het verkiezingsprogramma en andere politieke keuzes.<br />
o bevorderen dat er zich voldoende en goed gekwalificeerde kandidaten voor vacatures<br />
binnen en namens de partij aanmelden.<br />
o organiseren van politieke evenementen van algemene strekking, zoals spreekbeurten en<br />
verkiezingsbijeenkomsten.<br />
o zorgdragen voor het voeren van een verkiezingscampagne en betrekken van de fractie en<br />
kandidaten.<br />
o verantwoording afleggen aan het congres d.m.v. verslag van zijn werkzaamheden.<br />
Het Landelijk Bureau van D66 is gevestigd in Den Haag en is onder meer belast met het<br />
voeren van de ledenadministratie, ondersteuning van het landelijk bestuur en verschillende<br />
commissies, partijvoorlichting en organisatie van de congressen en andere landelijke<br />
bijeenkomsten.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 80 8 september 2009
7.3.6 De financiële commissie<br />
Deze commissie is belast met het financiële toezicht op het bestuur. Taken zijn:<br />
o rapporteren aan de ledenvergadering over het gevoerde financiële beheer.<br />
o uitvaardigen van richtlijnen voor het financiële toezicht van de hele partij.<br />
7.3.7. Het Platform:<br />
Leden van D66 kunnen zich verenigen in een platform met een gemeenschappelijke<br />
doelstelling of thema. Bij minimaal 20 leden kan aanmelding bij het Landelijk Bestuur<br />
plaatsvinden waarna erkenning volgt. Een platform kan gevraagd en ongevraagd adviseren en<br />
mag op het Congres voorstellen, moties en amendementen indienen.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 81 8 september 2009
Bijlage 8 – De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />
Opgericht: 22 januari 2000<br />
Type partij: Federatieve verenigingspartij<br />
Organisatiestructuur: 220 gemeentelijke en 11 provinciale verenigingen<br />
Ledental per 1 januari 2009: 26.745<br />
Voorlopers: GPV (1948) en RPF (1975)<br />
Grootte statuten en reglementen 3407 + 3126 + 2242 + 1428 + 2367 + 2960<br />
+ 973 + 2342 = 18845 woorden<br />
8.1. Partijgrondslag en -doelstelling:<br />
De grondslag van de <strong>ChristenUnie</strong> is statutair vastgelegd in de Uniefundering. Deze is later<br />
aangevuld met de Unieverklaring. Omdat de <strong>ChristenUnie</strong> een specifiek onderwerp van dit<br />
onderzoek is, zijn beide documenten relevant en hier onverkort opgenomen:<br />
Uniefundering:<br />
“De <strong>ChristenUnie</strong> erkent Gods heerschappij over het staatkundig leven, dat de overheid door<br />
God is gegeven en in zijn dienst staat en dat christenen de verantwoordelijkheid hebben actief<br />
te zijn in de samenleving. Zij fundeert haar politieke overtuiging op de Bijbel, het<br />
geïnspireerde en gezaghebbende Woord van God, die door de Drie Formulieren van Eenheid<br />
wordt nagesproken en die ook voor het staatkundig leven wijsheid bevat.”<br />
Unieverklaring:<br />
“Wij, leden van de <strong>ChristenUnie</strong>, hebben ons verenigd om vanuit ons christelijk geloof<br />
invloed uit te oefenen op het bestuur van ons land en in de samenleving. Gelovig luisterend<br />
naar het Woord van God en met een open oog voor de werkelijkheid zoeken wij naar zijn wil.<br />
We laten ons daarbij aansporen door Gods opdracht om Hem lief te hebben en ook onze<br />
medemensen. We willen dat de overheid de geestelijke en politieke vrijheden waarborgt,<br />
opdat God naar zijn Woord gediend kan worden.<br />
Van die vrijheden willen we gebruikmaken om onze christelijke overtuiging in de politiek en<br />
in de maatschappij uit te dragen. Wij zijn ervan overtuigd dat de God die wij belijden en<br />
willen dienen, ook door de overheid en in de samenleving gehoorzaamd en geëerd behoort te<br />
worden. Een overheid die Gods geboden in praktijk brengt, dient het welzijn van de<br />
samenleving. God heeft alles volmaakt geschapen. De wereld is echter aangetast door de<br />
ongehoorzaamheid van de mens. Daarom heeft de samenleving gezag nodig, dat het kwaad<br />
indamt en tegengaat.<br />
Vanuit onze overtuiging komen wij op voor het recht van allen die deel uitmaken van onze<br />
samenleving en ook streven wij naar gerechtigheid in internationale betrekkingen. Deze<br />
overtuiging plaatst de actuele politiek in het perspectief van Jezus Christus, wie alle macht is<br />
gegeven in hemel en op aarde. Door Hem is er uitzicht op een leven over de grenzen van de<br />
huidige wereld heen. Vanuit dit vertrouwen zoeken wij gedreven naar de steun van allen die<br />
met ons deze politiek willen steunen en bevorderen. We doen dit alles in het besef dat we<br />
afhankelijk zijn van God en bidden om de leiding van de Heilige Geest.”<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 82 8 september 2009
8.2 Organigram:<br />
Afbeelding 18: Organigram <strong>ChristenUnie</strong> – bron: partijbureau <strong>ChristenUnie</strong> 2009.<br />
8.3. Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />
In de partijstatuten 76 is opgenomen dat alle natuurlijke personen ouder dan 18 jaar als lid van<br />
de <strong>ChristenUnie</strong> kunnen worden toegelaten. De partij is federatief opgebouwd, dat wil zeggen<br />
dat elke lokale <strong>ChristenUnie</strong> een autonome vereniging is met een eigen inschrijving bij de<br />
notaris en de Kamer van Koophandel. De leden van de landelijke vereniging worden gevormd<br />
door de lokale verenigingen. Natuurlijke personen kunnen dus niet rechtstreeks lid zijn van de<br />
landelijke <strong>ChristenUnie</strong>.<br />
76 Statuten <strong>ChristenUnie</strong> – 17 november 2007.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 83 8 september 2009
8.3.1 lokale kiesvereniging<br />
Elke lokale <strong>ChristenUnie</strong> heeft een verenigingsbestuur van drie tot negen personen met eigen<br />
statuten 77 , reglement 78 en, als men meedoet met de gemeenteraadsverkiezingen, een fractie.<br />
De leden kiezen het lokale bestuur 79 . Het bestuur is verantwoordelijk voor de samenstelling<br />
van de lijst voor de verkiezingen. De raadsfractie, met medewerkers, functioneert zelfstandig<br />
maar is verantwoording schuldig aan de leden en het bestuur. Ook is er overleg tussen bestuur<br />
en fractie. Elke lokale <strong>ChristenUnie</strong> kan een afvaardiging sturen naar het Uniecongres, het<br />
hoogste orgaan binnen de <strong>ChristenUnie</strong>. Het aantal stemmen is afhankelijk van het aantal<br />
leden dat de lokale <strong>ChristenUnie</strong> heeft.<br />
8.3.2 de provinciale Unie<br />
Per provincie is er een provinciale Unie. Deze is opgebouwd uit de lokale <strong>ChristenUnie</strong>s op<br />
het grondgebied van de betreffende provincie. Het provinciebestuur wordt gekozen door de<br />
afgevaardigden van de lokale unies en heeft een eigen reglement 80 . Het provinciale bestuur is<br />
verantwoordelijk voor de kandidatenlijst voor de provinciale Statenverkiezingen. De fractie<br />
van de <strong>ChristenUnie</strong> in de provincie opereert zelfstandig, maar is wel verantwoording<br />
schuldig aan de leden (dat zijn de lokale <strong>ChristenUnie</strong>s). De voorzitters van alle<br />
provinciebesturen zijn verenigd in het Unieconvent, wat een zelfstandig bestuursorgaan is met<br />
een eigen reglement 81 , dit orgaan heeft een adviserende rol ten opzichte van het landelijk<br />
bestuur.<br />
8.3.3 het Uniecongres<br />
Het Uniecongres is het hoogste orgaan van de <strong>ChristenUnie</strong> en beslist over bestuurlijke zaken.<br />
Leden hebben geen direct stemrecht, maar worden vertegenwoordigd door afgevaardigden<br />
namens de lokale <strong>ChristenUnie</strong>. Het congres kent een eigen reglement 82 .<br />
8.3.4 het Ledencongres<br />
Het Ledencongres is de vergadering van de leden van de kiesverenigingen. Het houdt zich<br />
bezig met de bezinning op en meningsvorming over politieke en maatschappelijke<br />
vraagstukken. Het mag hierover uitspraken te doen en is zo adviseur van de verschillende<br />
fracties over de politieke koers. Over politieke zaken leggen de fracties van de Eerste Kamer,<br />
de Tweede Kamer en het Europees Parlement verantwoording af aan het ledencongres. Ook<br />
het ledencongres heeft zijn eigen reglement 83 .<br />
8.3.5 het landelijke Bestuur<br />
Het landelijke Bestuur legt bestuurlijke verantwoording af aan het Uniecongres.<br />
77 Modelstatuten kiesvereniging <strong>ChristenUnie</strong> – 1 januari 2004.<br />
78 Modelreglement lokale <strong>ChristenUnie</strong> – 1 januari 2004.<br />
79 Reglement kandidaatstelling en verkiezingen – 17 november 2007.<br />
80 Reglement Provinciale Unie – 1 januari 2004.<br />
81 Reglement Unieconvent <strong>ChristenUnie</strong> – 1 januari 2004.<br />
82 Reglement Uniecongres – 17 november 2007.<br />
83 Reglement Ledencongres – 17 november 2007.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 84 8 september 2009
Bijlage 9 – De partijstructuur van de SGP.<br />
Opgericht in: 1914 (inschrijving 24 april 1918)<br />
Type partij: Verenigingspartij<br />
Organisatiestructuur: losse verenigingen<br />
Ledental per 1 januari 2009: 26.940<br />
Voorlopers: geen<br />
Grootte statuten en huishoudelijk reglement 4463 + 3081+ onbekend = tenminste 7544 woorden<br />
9.1 Partijgrondslag en -doelstelling:<br />
“De partij stelt zich op de grondslag van Gods Woord, zoals daarvan belijdenis gedaan wordt<br />
in de artikelen 2 tot en met 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Zij onderschrijft geheel<br />
en onvoorwaardelijk de Drie Formulieren van Enigheid, zoals deze zijn vastgesteld in de<br />
Nationale Synode, gehouden te Dordrecht in de jaren 1618-1619. Zij belijdt mitsdien het<br />
absoluut gezag van Gods Woord (naar de zuivere Statenvertaling) over alle terreinen van het<br />
leven en derhalve mede over het terrein van het staatkundige en maatschappelijke leven zoals<br />
nader uitgewerkt in het Program van Beginselen. De partij stelt zich ten doel de beginselen<br />
van Gods Woord op staatkundig terrein tot meerdere erkenning te brengen in den lande<br />
overeenkomstig haar grondslag. Derhalve is haar streven erop gericht dat Gods Woord als<br />
norm aanvaard wordt voor het politieke en maatschappelijke leven. Zij tracht dit doel met<br />
name te bereiken door met een op voormelde grondslag gebaseerd verkiezingsprogram deel te<br />
nemen aan de verkiezingen voor de Staten-Generaal, Staten en Raden. Haar streven is niet<br />
zozeer gericht op een meerderheid van kiezers, als wel op de handhaving en doorwerking van<br />
de beginselen door haar beleden.”<br />
9.2 Organigram:<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 85 8 september 2009
Afbeelding 19: Organigram SGP – bron: website SGP 2009.<br />
Afbeelding 20: Aanvullend organigram SGP – (Gert Schouwstra) 2009<br />
9.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />
Overeenkomstig de statuten 84 kan iedereen die achttien jaar of ouder is en de partijbeginselen<br />
onderschrijft, zich aansluiten bij een lokale kiesvereniging. De partij is opgebouwd uit<br />
afdelingen die tevens de lokale verenigingen zijn. De partij valt op doordat zij onderscheid<br />
maakt tussen de posities van mannen en vrouwen. In het Program van Beginselen worden<br />
man en vrouw als gelijkwaardig, maar met verschillende roepingen beschouwd.<br />
Vrouwenkiesrecht wordt beschouwd als strijdig met de roeping van de vrouw, maar het is aan<br />
de vrouw zelf om hierover te beslissen. Actieve deelname van vrouwen in politieke of<br />
bestuursorganen wordt in het beginselprogram ook uitgesloten.<br />
Tot in de jaren ’90 was het binnen de SGP vanzelfsprekend dat het politieke handwerk<br />
exclusief aan mannen was voorbehouden. Aan die vanzelfsprekendheid kwam in de jaren 90<br />
geleidelijk een einde, toen vrouwen zich bewuster van hun positie werden. Daarom werden in<br />
1996 de statuten gewijzigd, waarbij het lidmaatschap alleen nog maar voor mannen werd<br />
opengesteld. Voor vrouwen werd een buitengewoon lidmaatschap gecreëerd, wat inhield dat<br />
ze intern geen stemrecht hadden en van alle vertegenwoordigende- en bestuursfuncties<br />
werden uitgesloten. In 2005 kwam de SGP vanwege deze statuten onder vuur te liggen en<br />
werd de Nederlandse overheid gedwongen om de partijsubsidie in te trekken. Om aan de<br />
subsidie-eisen te voldoen werden in 2007 de statuten aangepast en het lidmaatschap<br />
opengesteld voor alle personen. Het bijzondere lidmaatschap verdween. De uitsluitingen van<br />
vrouwen in het beginselprogram 85 , waarnaar in de statuten wordt verwezen, bleven wel<br />
bestaan.<br />
9.3.1. Gemeentelijke kiesvereniging.<br />
Deze kan bestaan uit één maar ook uit meer plaatselijke kiesverenigingen die dan samen de<br />
gemeentelijke kiesvereniging vormen. Het besluit tot oprichting van een plaatselijke<br />
kiesvereniging vindt plaats door de leden en moet goedgekeurd worden door het<br />
Hoofdbestuur. Dit gebeurt na raadpleging van diverse geledingen. Kiesverenigingen regelen<br />
hun eigen bevoegdheden en hebben eigen statuten die moeten zijn goedgekeurd door het<br />
84 Statuten van de Staatkundig Gereformeerder Partij (SGP) – 31 maart 2007.<br />
85 Program van Beginselen (SGP) – 26 februari 2000.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 86 8 september 2009
Hoofdbestuur. Hierin mogen geen strijdigheden zijn met de landelijke statuten opgenomen en<br />
grondslag en doel moeten worden aanvaard. Plaatselijke kiesverenigingen zijn autonoom,<br />
maar tevens gebonden aan uitspraken van de algemene Vergadering. Besluiten die hier van<br />
afwijken kunnen door het Hoofdbestuur worden vernietigd.<br />
9.3.2. Provinciale verenigingen<br />
De gemeentelijke kiesverenigingen vormen samen een provinciale vereniging. De provinciale<br />
verenigingen kiezen hun eigen bestuur en regelen hun werkzaamheden bij huishoudelijk<br />
reglement, dat geen bepalingen mag bevatten die in strijd zijn met deze Statuten, het<br />
Algemeen Reglement of besluiten van de partij. Er kunnen binnen het werkgebied kringen<br />
worden ingesteld. Het bestuur stelt de conceptkandidatenlijst vast op advies van een<br />
selectiecommissie. De ledenvergadering brengt hierover advies uit, waarna het bestuur beslist.<br />
De leden van Provinciale Staten mogen het Hoofdbestuur adviseren over kandidaten voor de<br />
Eerste Kamer.<br />
9.3.3.a Algemene Vergadering<br />
Toegang, spreek- en stemrecht tot de Algemene Vergadering hebben de aangewezen<br />
afgevaardigden van de plaatselijke kiesverenigingen, het Hoofdbestuur, de algemeen<br />
secretaris en eventueel de aangewezen adviseurs. De vergadering vindt plaats wanneer het<br />
Hoofdbestuur dit wenselijk vindt of als 10% van de stemgerechtigden hierom verzoekt. Taken<br />
zijn:<br />
o voorstellen van het Hoofdbestuur behandelen.<br />
o wijzigingen van Statuten, algemeen Reglement of Program van Beginselen vaststellen.<br />
o kiezen lijsttrekker (het Hoofdbestuur kan een voordracht doen)<br />
o uitbrengen van advies aan het Hoofdbestuur over de conceptkandidatenlijst.<br />
Kiesverenigingen die een voorstel willen indienen voor de Algemene Vergadering sturen dat<br />
een half jaar tevoren naar het Hoofdbestuur. Voorstellen die in de drie jaren daarvoor al<br />
eerder waren behandeld, worden terzijde gelegd. Het Hoofdbestuur voorziet het voorstel van<br />
een preadvies en legt het voor aan de Provinciale afdeling, waar het in stemming wordt<br />
gebracht. Bij een positief besluit mag het voorstel door naar de Algemene Vergadering.<br />
9.3.3.b Jaarvergadering<br />
Dit is een bijzondere Algemene Vergadering die in maart wordt gehouden. Op deze<br />
vergadering hebben ook alle leden toegang. Spreek- en stemrecht hebben alleen de<br />
aangewezen afgevaardigden van de plaatselijke kiesverenigingen. In deze vergadering komt<br />
aan de orde:<br />
o het jaarverslag en de rekening en verantwoording.<br />
o vervulling van de vacatures in het Hoofdbestuur.<br />
o voorstellen van het Hoofdbestuur of van de plaatselijke kiesverenigingen, aangekondigd<br />
bij de oproeping voor de vergadering.<br />
9.3.4 de Raad van Advies<br />
Deze bestaat uit 29 vertrouwensmannen die op basis van de laatste verkiezingsuitslag een<br />
evenredige vertegenwoordiging van het land zijn. Bij belangrijke partijaangelegenheden<br />
consulteert het Hoofdbestuur de Raad van Advies. De gegeven adviezen hebben geen bindend<br />
karakter.<br />
9.3.5 Hoofdbestuur<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 87 8 september 2009
Het partijbestuur bestaat uit 9 tot 15 leden, die worden benoemd door de Algemene<br />
Vergadering. De zittingsduur is vijf jaar en bestuursleden zijn onbeperkt herkiesbaar. Het<br />
Hoofdbestuur wijst zelf een partijvoorzitter voor de Algemene Vergadering, een algemeen<br />
voorzitter voor het Hoofdbestuur, een secretaris en een penningmeester en hun<br />
plaatsvervangers aan. Taken zijn:<br />
o de algemene leiding van de partij en met de uitvoering van de besluiten van de algemene<br />
vergadering.<br />
o bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten namens de vereniging.<br />
o zonder goedkeuring van de algemene vergadering aangaan van rechtshandelingen, mits<br />
die een bedrag of waarde € 226.890,11 niet te boven gaan.<br />
o vaststellen van de conceptkandidatenlijst voor verkiezingen na advies van een<br />
selectiecommissie. De ledenvergadering brengt hierover advies uit, waarna het<br />
Hoofdbestuur de definitieve lijst vaststelt.<br />
o Vaststellen kandidatenlijst voor de Eerste Kamer.<br />
9.3.6 Dagelijks Bestuur<br />
Het Hoofdbestuur wijst een Dagelijks Bestuur van 3-5 personen aan. Dit is te allen tijde<br />
verantwoording schuldig van zijn beleid aan het Hoofdbestuur. Notulen en besluiten van het<br />
dagelijks bestuur worden toegezonden aan de leden van het Hoofdbestuur. Taken zijn:<br />
o voorbereidingen van de vergaderingen van het Hoofdbestuur, de algemene vergaderingen<br />
en de vergaderingen van het Hoofdbestuur met de Raad van Advies.<br />
o de uitvoering van besluiten.<br />
o afwikkelen van lopende zaken in opdracht van het Hoofdbestuur.<br />
o afdoen van zaken die een beslissing op korte termijn vragen en niet van zodanig<br />
belangrijke aard zijn, dat zij vooraf aan het oordeel van het Hoofdbestuur zouden moeten<br />
worden onderworpen.<br />
9.3.7 Algemeen Secretaris<br />
De algemeen secretaris heeft een bezoldigde functie en wordt benoemd door het<br />
Hoofdbestuur. Hij wordt als regel uitgenodigd voor alle vergaderingen en heeft daar een<br />
adviserende stem. De algemeen secretaris mag zaken afwikkelen die door het Hoofdbestuur<br />
aan hem zijn gemandateerd.<br />
9.3.8 Overige geledingen<br />
Er is nog een Commissie van Beroep, die zich specifiek bezighoudt met opzegging en<br />
ontzetting uit het lidmaatschap van de partij. Verder nog een jongerenorganisatie en een<br />
Studiecentrum. Door het hoofdbestuur kunnen ook specifieke commissies worden ingesteld<br />
die alleen tot taak hebben het Hoofdbestuur te adviseren en niet mogen afwijken van hun<br />
opdracht.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 88 8 september 2009
Bijlage 10 – Interview met Arno Brok (VVD).<br />
Interview met de heer Arno Brok (1968), burgemeester van Sneek en vice-voorzitter van de<br />
bestuurdersvereniging van de VVD. (14 minuten – integrale transcriptie)<br />
GS U bent oud-Thorbeckestudent en VVD politicus, dus<br />
het onderwerp “vergelijking van<br />
verenigingsstructuren van politieke partijen” zal u<br />
wel aanspreken. Kunt u me iets vertellen over de<br />
verenigingsstructuur van de VVD?<br />
AB Landelijk hebben we zo’n 45.000 leden. We hebben<br />
een kamercentralebestuur, die vallen veelal samen<br />
met Provinciale besturen. Soms zijn er ook<br />
verschillende kamercentrales in een provincie. Bijv<br />
in Noord-Holland heb je Noord-Holland Noord,<br />
Kennemerland en Amsterdam. In Zuid-Holland heb<br />
je Dordrecht, Rotterdam, Den Haag, Leiden, dus wel<br />
4 of 5. Maar in Brabant heb je er een, dat waren er<br />
twee. Meestal zijn er 1 of 2 kamercentrales per<br />
provincie. En dan heb je daaronder de afdelingen,<br />
die zijn doorgaans gegroepeerd per gemeente, dan<br />
heb je ook nog regio’s. Wta je tegenwoordig bij<br />
onze partij ook meer ziet, door ledenschaarste, veroudering, enz. is dat afdelingen die<br />
wat teruglopen gaan samenbundelen in regio’s maar dat ze dan wel 1 x in de vier jaar<br />
met een afzonderlijke lijst opstellen voor hun gemeente en daarvoor dan een<br />
lijstvormende vergadering hebben. En daar zie je ook wel in clusteren.<br />
We hebben een hoofdbestuur dat de landelijke dingen oppakt en congressen<br />
organiseert. De provinciale besturen faciliteren vooral de afdelingen en bemoeien zich<br />
met statenverkiezingen en provinciale politiek. Hier in Fryslân, waar ik 9 jaar<br />
voorzitter van het provinciale bestuur ben geweest zijn ze heel ondersteunend aan de<br />
afdelingen, trouble-shooting, helpen met recruteren, en dat soort dingen<br />
In de partijorganisatie is naast de organisatie ook een bestuurdersvereniging. We<br />
hebben ook de Haya van Somerenstichting, die doet alles met vorming en scholing. In<br />
de bestuurdersvereniging, waar ik ondervoorzitter van ben, ressorteren alle<br />
Kamerleden, alle burgemeesters, wethouders, kaderleden, waterschapsbestuurders,<br />
raadsleden, statenleden. De bestuurdersvereniging organiseert vooral dingen die niet<br />
politiek zijn, maar wel ondersteunend aan het werk; scholing, samenkomsten,<br />
themalezingen, enz. Het is een hele inhoudelijke vereniging en het is echt heel leuk.<br />
We hebben een congres in november en een voorjaarsvergadering in april.<br />
De bestuurdersvereniging heeft een hoofdbestuur en een algemeen bestuur en daar zit<br />
van iedere provincie één bij. In het Algemeen Bestuur van de bestuurdersvereniging<br />
zitten 12 mensen, plus dan het DB.<br />
GS Zitten die 12 mensen daar als afgevaardigde?<br />
AB Ja, ze zijn afgevaardigde van de provinciale vereniging, zo proberen we een linking<br />
pin te hebben. Onderdeel van de bestuurdersvereniging is ook de ledenkring, dat zijn<br />
de waterschapsbestuurders, maar ook het Professor Oud-gezelschap, dat zijn de<br />
burgemeesters. Dan hebben we ook nog de Schepenenbank, dat zijn alle wethouders.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 89 8 september 2009
Die treffen elkaar dan, dat is vooral ook een meet-and-greet, om van elkaar te leren en<br />
elkaar op te zoeken.<br />
GS Die 12 afgevaardigden, zijn dat leden van het provinciaal bestuur die ook in het<br />
hoofdbestuur zitten?<br />
AB Nee, de provincies zitten alleen in de bestuurdersvereniging, niet in het hoofdbestuur.<br />
Vroeger hadden we dat wel, toen had iedere provincie iemand in het hoofdbestuur,<br />
maar dan kreeg je zo’n hele grote stoffige vergadering. Dat hebben we jaren geleden<br />
afgeschaft. Wat we nog wel hebben is een Partijraad. Die adviseert het Hoofdbestuur<br />
gevraagd en ongevraagd over tal van zaken aangaande de partij. Dus die congresseren<br />
niet, maar ze houden wel bijeenkomsten om de partij spiegels voor te houden.<br />
GS Hoe groot is die Partijraad?<br />
AB Daar zitten tientallen mensen in. Ik denk zo’n 40 á 50. Niet direct prominenten, maar<br />
mensen die lokaal goed verankerd zijn. Op dit moment voeren we een discussie hoe<br />
die Partijraad goed de toekomst in moet. Is het nog wel effectief genoeg, is het<br />
instrument nog wel van deze tijd?<br />
GS Hebben de afdelingen ook hun eigen bestuur, en met eigen autonomie?<br />
AB Ja, die hebben hun eigen bestuur. Ze eigenlijk in alles autonoom. Ze moeten 1x per<br />
jaar een ledenvergadering houden en de jaarverslagen opsturen. Doen ze dat niet of<br />
niet op tijd, dan krijgen ze de contributieafdracht niet. Het is zo dat een groot deel van<br />
de contributie gaat naar het hoofdbestuur, een substantieel deel naar de afdeling en een<br />
heel klein deel naar de provincie. Daarnaast hebben we nog fondswervingsacties,<br />
waarvan één actie in het bijzonder gericht is om de afdelingen te spekken.<br />
GS Als je naar die autonome afdelingen kijkt, zijn jullie dan een ledenpartij of een<br />
verenigingspartij? Is er één VVD, of zijn er allemaal kleine VVD-tjes die samen de<br />
partij vormen?<br />
AB Ja, er is één VVD, er zijn wat uitzonderingen, dat heeft met de statutaire<br />
mogelijkheden te maken, dan hebben we het over Brussel, de Antillen, enz. Die<br />
hebben soms een wat andere structuur gekozen. Maar eigenlijk is het één partij.<br />
GS Heeft iedere afdeling zijn eigen inschrijving en statuten en zo?<br />
AB Nee, absoluut niet. Uniformiteit staat voorop. Alle<br />
statuten en reglementen zijn landelijk vastgelegd.<br />
GS Hebben jullie ook moeite met de bemensing binnen<br />
de partij? We zien de tendens dat er steeds minder<br />
mensen lid willen worden van een politieke partij.<br />
De PVV anticipeert hierop, daar kun je geen eens<br />
meer lid van worden. Hoeveel last heeft de VVD<br />
van dit verschijnsel?<br />
AB Dat ligt heel verschillend. Iedere partij heeft hier<br />
last van. Het gaat nu meer naar het cafetariamodel:<br />
wat levert het mij op, in plaats van gedrevenheid.<br />
GS Zijn jullie daar ook mee bezig? De houdbaarheid van het huidige verenigingsmodel<br />
bekijken?<br />
AB Nee, we zijn daar niet in die zin mee bezig. Wat wel in de afgelopen tijd meer gebeurt,<br />
is dat de rekrutering van mensen voor politieke lichamen, (vroeger moest je een jaar<br />
voor de kandidaatstelling al lid van de VVD zijn om op een lijst te kunnen staan) daar<br />
wordt tegenwoordig allemaal dispensatie voor gegeven. Dus als je zegt, mijn<br />
groenteboer is een echte liberaal, die heeft zijn hele leven al VVD gestemd maar hij is<br />
nog nooit lid geworden en hij wil nu op de lijst, daar is dan wel wat meer ruimte en<br />
flexibiliteit in gekomen. Dat is ook meer wat deze tijd van ons vraagt. Als je alleen<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 90 8 september 2009
maar naar de reglementen zou kijken, dan zijn heel veel goede mensen niet meer<br />
inzetbaar, ook niet voor een ministerschap of zo.<br />
GS Zie je nog meer trends van dingen die veranderen?<br />
AB Bijvoorbeeld die tientjesleden, bijzondere lidmaatschappen of gezinslidmaatschappen,<br />
dat zie je ook. Ik denk wel dat wij bewust voor hebben gekozen om een politieke partij<br />
te blijven. De democratische legitimatie van een politieke beweging is er niet. Bij ons<br />
heb je de partijdemocratie die ook dingen agendeert en onderdeel van de discussie laat<br />
zijn. Kijk, Wilders heeft makkelijk praten, dat is natuurlijk dictatoriaal wat daar<br />
gebeurt. Hij hoeft met niemand te overleggen. Follow the leader!<br />
GS Zijn er nog dingen waarin de VVD zich onderscheidt van andere partijen, qua manier<br />
waarop ze zich organiseren?<br />
AB Gezelligheid. Het is erg gezellig bij de VVD. Dat is geen grapje, dat is echt zo. Het is<br />
een echte netwerkpartij, maar<br />
liberale VVD-ers zijn ook hele<br />
gezellige mensen. Als ik hoor hoe<br />
een congres bij het CDA er aan<br />
toe gaat, dat is heel hiërarchisch,<br />
met zelfs spreektijden. Bij de<br />
PvdA is de stemming vaak heel<br />
erg zuur, Bij ons is ’s avonds het<br />
inhoudelijke gedeelte al afgelopen<br />
hoor. Eerst zijn er lezingen,<br />
inleidingen en daarna borrelen,<br />
dan is het feest! Dan lossen we de<br />
heupen en gaan we de dansvloer<br />
op. Die congressen van de VVD<br />
zijn, hoe slecht het ook gaat met<br />
de partij, altijd leuk. Het is altijd<br />
een reünie, je ziet je vrienden van<br />
vroeger uit de JOVD overal weer<br />
terug komen. Die VVD<br />
congressen zijn altijd leuk! Ik<br />
hoorde dan wel eens van<br />
Margreet de Boer, zo van: “O<br />
verschrikkelijk, er wordt op het<br />
congres gezeurd, lastig, enz.” Dat<br />
hebben wij niet, wij hebben een<br />
goede sfeer in de partij, altijd ook<br />
in moeilijke tijden.<br />
GS Ja en die zijn er zat. Bedankt voor<br />
dit interview. Burgemeester Arno Brok.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 91 8 september 2009
Bijlage 11 – Interview met Hans van den Broek en Andries<br />
Ekhart (PvdA).<br />
Interview met de heren Hans van den Broek (1951) en Andries Ekhart (1954), beiden PvdA-<br />
wethouder in Sneek. (35 minuten – integrale transcriptie)<br />
GS Ik ben aan het afstuderen bij de Thorbecke-academie en wil<br />
graag jullie interviewen over het onderwerp: vergelijking<br />
van de partijstructuren van 8 partijen. Ik gebruik hierbij de<br />
verenigingsstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> als ankerpunt<br />
omdat ik in een tweede deel inzoom op de partijstructuur<br />
van de <strong>ChristenUnie</strong>. Ik heb de PvdA website bekeken en<br />
de organigrammen en statuten gelezen, van jullie wil ik<br />
graag weten hoe het echt werkt. Soms staat het heel mooi in<br />
een organigram, maar in de praktijk doe je het dan net even<br />
anders. De soorten lidmaatschappen veranderen.<br />
AE Een tientjeslid bijvoorbeeld.<br />
GS Ja, of zoals bij de PVV, daar kun je helemaal geen lid meer<br />
van worden.<br />
AE Daar ben ik principieel op tegen.<br />
GS Het zijn ontwikkelingen in de maatschappij die we tegen<br />
komen. Wethouder Hans van den Broek<br />
AE Hoe lang draai jij al mee in de Partij van de Arbeid, Hans?<br />
HB Ik dacht dat het al vanaf 1975 was, tot mijn verbazing ontving ik kortgeleden en brief<br />
met een speldje er in met de mededeling dat ik al 32 jaar lid was. Als je zo redeneert,<br />
kom je op 1977 terecht. Ik heb er nooit aan gedacht, maar dat speldje had natuurlijk<br />
met 30 of 25 jaar al gemoeten.<br />
GS En dat speldje komt dan gewoon bij je thuis?<br />
HB Ja, nu wel. Ik kan het mij nog net herinneren: vroeger werden die plechtig uitgereikt.<br />
Meestal kwam dan een partijbestuurder langs<br />
AE Nou we hebben wel Lutz Jacobi hier gehad voor de mensen die 60 jaar lid waren. En<br />
ik ben nog met Minne van Oosten bij een aantal mensen geweest, maar daar hebben<br />
we geen ruchtbaarheid aan gegeven.<br />
GS Wat ik wil weten is: werkt het bij jullie zoals het in het boekje staat? Zijn er<br />
veranderingen in de partij waar jullie tegen aanlopen, waarbij je bijvoorbeeld denkt:<br />
deze structuur is niet meer houdbaar.<br />
HB Ik loop nu dus 32 jaar mee en er hebben al forse veranderingen plaats gevonden.<br />
Vroeger waren we een strak georganiseerde partij, met het bekende fenomeen<br />
afdelingsvergadering die ongeveer één keer in de maand plaatsvonden en druk werden<br />
bezocht. Er werd naast lokale politiek ook voorbereidingen getroffen voor het<br />
eerstkomende congres. Dat ging bijna altijd vooraf aan een gewestelijke vergadering,<br />
waarin het gewest Friesland in dit geval, maar dat kan ook een ander gewest zijn,<br />
bijvoorbeeld Amsterdam, dat was in mijn beleving één groot gewest.<br />
GS Een gewest is dat een cluster van afdelingen?<br />
HB Ja, en in Friesland was dat dan op provinciaal niveau, maar dichtbevolkte gebieden<br />
hadden dan meerdere gewesten. Die gewestelijke vergaderingen hadden met grote<br />
regelmaat plaats. Dat ging dan over de provinciale politiek, soms ook wel over<br />
gemeentepolitiek van provinciaal belang. Maar we hadden ook altijd een vrij hoge<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 92 8 september 2009
dosis van ideologische discussie en hoe je dat dan weer vertaalt naar partijbestuur en<br />
landelijke congressen die vaak ook nog meer dan 1x per jaar plaatsvonden. Het was<br />
een beetje afhankelijk van de activiteit en politieke omstandigheden. Dat was ook de<br />
tijd dat er een landelijk congres bijeen werd geroepen om de verkiezingen voor te<br />
bereiden en eventueel toestemming te verlenen om wel of niet deel te nemen aan een<br />
kabinet. Dan waren er de beruchte discussies waarbij het congres voor de zoveelste<br />
keer zei: we moeten uit de Nato. Dat is allemaal in de loop van de tachtiger jaren<br />
langzaamaan veranderd. Volgens mij was er toen ook al sprake van de langzaam<br />
afnemende belangstelling voor lidmaatschap van politieke organisaties.<br />
AE We zijn in die dertig jaar ook gehalveerd in ledental. Vroeger was 20% lid van een<br />
politieke partij en nu zitten we op 3 tot 4%.<br />
HB Een aantal associaties die we vroeger hadden zijn nu ook verdwenen,<br />
met de vakbonden bijvoorbeeld. Die gingen zich ook verzelfstandigen.<br />
In de eerste grote congressen, maar ook in de 1 meivieringen. Die heb<br />
ik in Sneek een keertje als voorzitter meegemaakt, daar kwamen toen<br />
ruim 400 mensen. En dan had je standjes van de VARA en het<br />
Humanistisch Verbond, de FNV en daarvoor de NVV.<br />
AE Ja, als ons lid van de oude garde, Minne, een praatje houdt dat gaat het nog steeds over<br />
de VARA, de vakbond en de Partij van de Arbeid.<br />
GS En de Rode Vrouwen?<br />
AE En de Rode Vrouwen, natuurlijk. Weet je, ik ben veel later begonnen bij de PvdA. Ik<br />
weet nog mijn eerste vergadering was bij Jikke Osinga. Ik kom daar binnen en dacht:<br />
o het is hier niet druk. Wat je ook zag, en dat zie je nu nog, de oude diehards, die<br />
komen nog. Ik heb daar wel eens zitten tellen: je hebt dan de fractie en het bestuur en<br />
de wethouders en dan heb je het gros van de aanwezigen wel gehad. Ik moet wel<br />
zeggen dat ik het de laatste tijd weer wat vind aantrekken. We hebben ook jongere<br />
mensen in het bestuur gekregen. Maar dat zie je heel veel, Het probleem is om aan<br />
mensen te komen voor het bestuur van een afdeling. Als je nu ziet dat zelfs de VNG<br />
op het congres een stand had: Hoe zorg ik dat mensen raadslid worden? Dan denk ik<br />
toch dat we behoorlijk achteruit aan het hollen zijn. Of er nu ook verband is met de<br />
verenigingsstructuur? Het is meer een algemeen maatschappelijk probleem, de<br />
politieke betrokkenheid is er niet meer, de verzuiling heb je niet echt meer. Als je kijkt<br />
hoe mensen nu stemmen, is dat onverklaarbaar. De voormalige communisten uit<br />
Noordoost Groningen stemmen nu massaal op Wilders. Het zijn heel onlogische<br />
stappen: ook de SP verliest ook aan Wilders.<br />
GS Links en rechts bestaan niet meer, maar het gaat meer om populisme versus<br />
democratie.<br />
HB Maar als je naar de partijstructuren kijkt dan zijn sinds eind 80 en begin 90 de eerste<br />
grote veranderingen gekomen. In de eerste plaats verweet men de PvdA een<br />
ingekeerdheid. Dat werd een vergadertijgergevaar genoemd. Het aardige was dat daar<br />
soms de vonken vanaf vlogen, waarvan sommige journalisten ook wel weer<br />
gecharmeerd waren. Daar werd tenminste wel gediscussieerd en kom daar maar eens<br />
om. Als je bijvoorbeeld bij de VVD kwam, dan volgden ze vaak wat de partijleider<br />
zei. Ze noemden hem trouwens niet eens de partijleider.<br />
Er is toen een poging gedaan om met -wat wij later noemden- kenniscentra te gaan<br />
werken. Dat was de eerste poging om landelijk thematische bijeenkomsten te<br />
organiseren om degenen die in een bepaald terrein geïnteresseerd waren, danwel ook<br />
te gebruiken om de deskundigheid in een Tweede Kamerfractie met eventuele<br />
bewindslieden te versterken en een bepaald thema door te spreken met de afvaardiging<br />
die dan kwam. Maar er was een grote vrijblijvendheid en in mijn ervaring –ik heb een<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 93 8 september 2009
aantal van die sessies meegemaakt –was het dat er toch al vrij snel van de top naar<br />
beneden werd verteld hoe het in elkaar zat. En weinig andersom. Dat begon men toen<br />
ook te beseffen en eind jaren 90 heeft men dat wat anders ingericht. Deskundigheid<br />
wordt nu gevraagd bij ons, en dan kom je al vrij snel terecht bij fractieleden, maar<br />
zeker bij wethouders. Nu zie je dat die bijeenkomsten vaak wel worden georganiseerd<br />
om daar in overleg met de Tweede Kamerleden, vaak geassisteerd door enkele<br />
bestuursleden, om daarin van onder op te overleggen.<br />
AE Bijvoorbeeld over de WMO, een actueel<br />
onderwerp, dan probeert men echt van onderen de<br />
kennis op te snuiven die men landelijk wil<br />
gebruiken. We hebben nu ook het CLB, het<br />
Centrum Lokaal Bestuur. Ik zit zelf ook in een<br />
aantal van die netwerken en Hans is daar het<br />
meest bij betrokken. Wat wel leuk is, en ik kan<br />
ook wel merken dat het ene verschil is of je wel of<br />
niet in de regering zit, ik zit nu regelmatig in<br />
Utrecht en dan komen Aboutaleb en ook<br />
Kleinsma, gewoon om lokale mensen te vragen<br />
voor netwerkbijeenkomsten. En dan krijg je de<br />
vraag wat speelt er in de wet werk en bijstand en<br />
daar zitten dan weer Tweede Kamerleden bij,<br />
Speckman en zo. Jij bent vooral geweest naar die<br />
dagen in Den Haag, waarbij de Tweede<br />
Kamerleden meestal wethouders uitnodigen. We<br />
hebben de Rosa-leergang nog, dat is een soort<br />
opleidingscentrum voor mensen die raadslid of<br />
wethouder willen worden. Hans, jij zit volgens<br />
mij in zo’n intervisiegroep? Wethouder Andries Ekhart<br />
HB Ja, dat een initiatief geweest van een aantal jaren gelden, eigenlijk meer bedoeld voor<br />
nieuwe raadsleden en in dit geval wethouders. Ik was geen nieuwe wethouder maar<br />
heb me daarvoor opgegeven onder het motto dat we meer moeten doen aan<br />
uitwisselen van ervaring en begeleiden en opleiden van nieuwe mensen. Ik snap wel<br />
dat een partij, en daar deden wij niet aan mee, dat deden andere partijen meer, ging<br />
werken aan nieuw kader. D66 deed dat toen zeker, want ik kan mij herinneren dat men<br />
heeft geprobeerd om Esther Roosen, toen onze PvdA-wethouder, toe te laten treden tot<br />
D66. Dat vonden wij heel aardig. Maar die zaten gewoon verlegen om kader en<br />
deskundigheid. En dan ga je shoppen, je gaat mensen opzoeken. Wat de PvdA de<br />
laatste tijden heeft gedaan is gewoon bij wijze van spreke adverteren: Bent u<br />
geïnteresseerd, meld u dan aan. Het werd meer een sollicitatie naar een functie, dan<br />
dat je uit de partijgelederen naar voren kwam. Die traditie is ook bij ons behoorlijk<br />
geduikeld. Het aardige is dan wel dat hier in Fryslân en ik weet niet of dat elders ook<br />
gebeurt, een wethoudersoverleg met gedeputeerden is opgezet. Dat doen we met de<br />
grote kernen.<br />
AE Ja dat noemen we de G4.<br />
HB Het is een tijdje zo geweest dat we als wethouders van de grote kernen bij elkaar<br />
kwamen. Daar was behoefte aan. Zo hebben we platforms die officieel waren afgelast,<br />
zoals een binnengewest, een regio, weer nieuw leven ingeblazen.<br />
AE We doen dat 4 x per jaar, meestal in Heerenveen. Daar zijn dan naast de wethouders<br />
van de 4 grote gemeenten ook de gedeputeerden aanwezig en verder de Kamerleden<br />
Jacques Tichelaar en Lutz Jacobi. Een enkele keer is ook het gewestelijke bestuur er<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 94 8 september 2009
ij. We hebben dan een overleg aan de hand van actuele politiek. Hans en ik gaan<br />
meestal samen en dan worden we bijgepraat over wat er landelijk en provinciaal<br />
speelt. Het zijn hele nuttige bijeenkomsten.<br />
GS Hoe zit het, zijn jullie allemaal lid van dezelfde vereniging?<br />
AE Ja, we zijn één vereniging en dan ben je tegelijk lid van de afdeling Sneek. Je bent<br />
landelijk lid van de PvdA en daar gaat de afdracht van contributie ook heen.<br />
GS Als je naar de gelaagdheid kijkt. Er is een lokale afdeling, ga je daarna gelijk naar het<br />
landelijk niveau of zit daar nog een provinciale afdeling tussen? Of is de provinciale<br />
afdeling gelijkwaardig aan de lokale?<br />
AE We hebben nog steeds de afvaardiging van de afdeling Sneek naar de gewestelijke<br />
vergadering, dat zijn Hans en ik ook toevallig. Dat is dus de gezamenlijke vergadering<br />
van alle afdelingen in Fryslân. Elke vergadering kan daar een vertegenwoordiging<br />
heen sturen, dat kunnen raadsleden zijn, maar ook wethouders. Die komen regelmatig<br />
bijeen en ook wel naar aanleiding van de actuele politiek. Het gebeurt wel eens, ik zit<br />
natuurlijk goed in de sociale werkvoorziening, dat ik daar een verhaal ga houden hoe<br />
dat werkt. En over het algemeen gaat het daar toch over de actuele politiek.<br />
Provinciale, gemeentelijke en waterschapsverkiezingen doen we zelfs wel in<br />
Noordelijk verband, we zijn nu al weer bezig en daar komen dan mensen van het<br />
partijbureau bij, o.a. voor de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2010. Ik ben zelf<br />
laatst in Leek geweest om daar wat te vertellen over lokale politiek.<br />
GS Dan opereren er drie gewesten dus als één gewest?<br />
AE Ja, maar dan gaat het puur over de vraag: hoe gaan we samen de campagne in, wat zijn<br />
de gezamenlijke thema’s? En daarna krijgen we weer een lokaal tintje. Maar in de<br />
voorbereiding wordt dus samengewerkt. Er worden workshops georganiseerd. Hoe<br />
schrijf ik een verkiezingsprogramma? Maar volgens mij doet elke partij dat met<br />
bepaalde variaties. Wat je dus wel merkt is dat als je opschaalt naar de drie<br />
Noordelijke provincies, dat je dan een paar honderd man bij elkaar hebt.<br />
GS En dan moet zo’n gewest een bestuur hebben. Kiezen jullie dat als lokale afdelingen<br />
of wordt dat aangewezen vanuit het landelijk bureau? Hoe werkt dat bij jullie?<br />
HB Nee, nee, dat gaat van onderaf. We kiezen ons eigen bestuur, net als bij de afdelingen<br />
trouwens. Al moet je vaak wel je best doen om mensen te rekruteren. Dat wordt dan<br />
vaak overgelaten aan een paar zittende bestuursleden, hetzij de voorzitter, hetzij een<br />
oudere knar om mee te denken wie er geschikt zou zijn. Het is ons de laatste paar<br />
keren vrij aardig gelukt om op afdelingsniveau mensen te vinden. Stella van Gent is zo<br />
binnen gekomen, die ken jij. En Wendy Swart die is ook zo binnengekomen, zij zat in<br />
het bestuur en is zo gewestelijk bestuurder geworden. We doen het dus zelf, er wordt<br />
niets van bovenaf opgelegd, al moeten we er lokaal wel aan trekken om mensen op<br />
een plek te krijgen.<br />
AE We hebben ook consequent onze ouderenochtenden, dat is echt een succes. Wat ook<br />
een leuke actie was, we hebben gewoon de ledenlijst gepakt en we zijn allemaal 5<br />
mensen (alleen niet de 80+ers) gaan bellen met de vraag: u bent lid van de PvdA, we<br />
zien u nooit.<br />
HB Nou zo hebben we het niet gebracht. HaHa.<br />
AE Maar we hebben ze wel gevraagd om eens op een afdelingsavond te komen en dat<br />
heeft toch gewerkt. Zo is Hans Janssen er ook bij gekomen.<br />
GS Hoe groot is zo’n gewestelijk bestuur?<br />
HB Eeuh, in elk geval 7 man geloof ik. Wel een behoorlijke club. Bertus Mulder is nu<br />
voorzitter. En die hebben dan elk afzonderlijk enkele taken. Elk bestuurslid van het<br />
gewest heeft ook de taak om een bepaalde streek te bedienen, contactpersoon te zijn.<br />
Dat lukt niet altijd, maar de poging is er wel. Die zijn dan weer gekoppeld aan<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 95 8 september 2009
fractieleden van de Staten die dan dezelfde taak hebben en voor een bepaald gebied<br />
contactpersoon zijn. En zo wordt geprobeerd om de onderlinge contacten te<br />
versterken. Het is minder strak georganiseerd. Maar het houdt in dat je iets gaat doen,<br />
in plaats van steeds maar vergaderen. Daarmee zijn toch wel een aantal mensen<br />
overgehaald om hierin te stappen. Deze taken zijn overigens wel formeel als<br />
functieonderdeel geregeld.<br />
AE In het platform van de Zuidwesthoek, dat zijn de bekende 8 gemeenten plus<br />
Skarsterlân, hebben we drie keer per jaar een bijeenkomst in café Nijland. Vroeger zal<br />
Hans Konst daarbij, maar sinds hij gedeputeerde is geworden, is dat overgedragen aan<br />
Statenlid Wiek van de Vlugt. Dat is wel wat uit nood geboren, want zij is de enige die<br />
uit de Zuidwesthoek komt.<br />
HB Het gebeurt ook wel dat de voorzitter van het platform dingen regelt. De Statenleden<br />
hoeven niet alles te regelen, maar ze zijn wel verplicht om te komen.<br />
GS Als ik nou een trapje hoger ga, kom ik dan gelijk bij het landelijk bestuur uit?<br />
HB Het landelijk bestuur wordt samengesteld door het congres. De stukken worden van<br />
tevoren bekend gemaakt en een keer in de twee jaar wordt een nieuw bestuur gekozen.<br />
Ook hier is wel sprake van co-optatie, maar in principe kan ieder lid zich kandidaat<br />
stellen voor het bestuur. Voor de vrijkomende vacatures is vaak ook een profiel<br />
beschikbaar. Bijvoorbeeld, voorzitter, secretaris of buitenland.<br />
GS Hebben jullie ook een verdeelsleutel over de gewesten?<br />
HB Nee, het grote partijbestuur had dat vroeger wel, dat er van ieder gewest een<br />
vertegenwoordiger in moest zitten, maar dat is niet meer zo.<br />
AE Het heeft wel met de afdelingen te maken. We betalen landelijk contributie en als we<br />
in de nieuwe gemeente boven de 400 leden zouden uitschieten, dan is dat financieel<br />
weer aantrekkelijk.<br />
GS En als je nu als gewest Friesland iemand in het bestuur wilt hebben, is dat dus geen<br />
automatisme?<br />
HB Nee, maar als je dat wilt, ga je gewoon op een bepaalde vacature koersen, bijvoorbeeld<br />
degene die speciaal is aangesteld voor gewesten en dergelijke. Je trekt dan als gewest<br />
één lijn of je maakt een deal met een ander gewest en zo krijg je voldoende stemmen.<br />
AE Het is ook zo dat bepaalde kamerleden, zoals Luts Jacobi verantwoordelijk zijn voor<br />
bepaalde clusters. Dat deed Jacques Tichelaar ook wel.<br />
GS Alle bestuursleden hebben dus hun eigen taken en een soort landsdeel of zo. Is er ook<br />
nog iets anders? Een partijraad of zoiets?<br />
HB Een partijraad houden, doen we niet zo vaak. Eigenlijk is het wel de bedoeling dat we<br />
hem gebruiken, maar er was veel kritiek op. In de vorige periode probeerden de leden<br />
de dienst uit te maken, daar zitten bijna al die gewestelijke voorzitters en van de<br />
grotere gewesten twee of drie. Het was vanuit de gewesten wel een gekozen orgaan,<br />
maar ja, wat is dan nog gekozen? Men heeft eigenlijk de partijraad willen afschaffen<br />
en plaats daarvan meer landelijke congressen willen organiseren. Dus een meer<br />
algemene vertegenwoordiging.<br />
AE De partijraad bestaat officieel nog wel. Wat we wel veel doen is het organiseren van<br />
werkbezoeken, meestal aan de hand van een bepaald thema en in de aanloop naar<br />
verkiezingen.<br />
HB De partijraad kan nog wel gebruikt worden als voorbereidend orgaan voor een<br />
congres.<br />
AE Hans, sinds wanneer mogen wij ons rechtstreeks bemoeien met het kiezen van de<br />
lijsttrekker? Bijvoorbeeld met de Europese verkiezingen, dan moeten we stemmen.<br />
HB Dat is sinds een jaar of tien denk ik. We doen dat niet op een ledencongres, maar we<br />
stemmen als individueel lid, gewoon digitaal via internet. Je krijgt een sleutelcode en<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 96 8 september 2009
dan mag je een stem uitbrengen. Dat wordt soms ook voor andere onderwerpen<br />
gedaan.<br />
AE Ja en we houden dan peilingen, die doen Kamerleden nog wel eens. Ik heb het gehad<br />
met jeugd en alcohol, dan vraagt bijvoorbeeld Lea Bouwmeester een aantal<br />
wethouders om naar Den Haag te komen om te overleggen en dan kan zij dat weer<br />
meenemen in de besluitvorming.<br />
GS Jullie moeten ook leden hebben die digibeet zijn. Hoe betrek je die dan hierbij?<br />
HB Digibeet? Ja dat klopt, maar je kunt dus ook schriftelijk stemmen.<br />
AE We hebben verder ook nog ons eigen provinciale blad, de Reade Trime. Dat is niet<br />
overal zo. Die wordt vooral vormgegeven door Bertus Mulder. En natuurlijk Joop van<br />
den Berg die al drie keer afscheid heeft genomen, maar nog steeds aanwezig is. We<br />
zijn toen naar zijn afscheid in Heerenveen geweest en je komt hem nog steeds overal<br />
tegen.<br />
HB Het gemakkelijkst is natuurlijk om een Kamerlid te nemen wat hier in de buurt woont<br />
om eens een artikel te schrijven. En verder wordt ook aan ons wel gevraagd om ergens<br />
iets over te schrijven. Langzaam aan wordt je zelf ook bekend.<br />
AE Dat is wel heel handig. En je hebt natuurlijk Lutz Jacobi die echt toegankelijk is, die<br />
belt zelf ook wel eens. Dan belt ze op: speelt er nog wat? Die ken ik natuurlijk ook vrij<br />
goed omdat ze hiervoor directeur was van de GGD. Maar ze belt zelf wel makkelijk.<br />
GS Laten we het hebben over de top van de partij. Er is een landelijk bestuur, ook nog een<br />
dagelijks bestuur. Heeft dat DB nog speciale mandaten, of moeten ze gewoon op de<br />
winkel passen als het LB niet bij elkaar komt? Hoe is dat bij jullie?<br />
HB Nou speciale mandaten, ze zijn er in elk geval om de organisatie te runnen. De<br />
voorzitter wordt betaald en is fulltime. Dan zijn er nog wat deelfuncties die beperkte<br />
betaling kennen. En daarnaast zijn er nog een partijbureau met allemaal betaalde<br />
krachten en de Beckmanstichting, het wetenschappelijke instituut.<br />
GS Hebben we nu de hele partijstructuur zo’n beetje behandeld? Of zijn er nog<br />
aanvullende structuren en netwerken?<br />
AE Ja er zijn altijd aanvullende informele netwerken. Bijvoorbeeld die G4, dat is geen<br />
officieel orgaan. En ook wel met de Zuidwesthoek en Harlingen erbij. Dan gaat één<br />
gemeente ook met de PvdA wethouders erbij iets organiseren. We hebben dan geen<br />
echte agenda, dat is zo formeel, maar we brengen dan bijvoorbeeld een bezoek aan de<br />
weduwe Joustra en ondertussen zijn we dan bezig met de partijpolitiek en afstemming<br />
met elkaar. Een vermenging van gezelligheid, samen eten, en discussie, soms met een<br />
agenda, zoals toen met de visserijproblemen met Karel Helder.<br />
HB Dat was voor de Zuidwesthoek, maar we schromen ook niet om anderen bijvoorbeeld<br />
van Heerenveen, eens uit te nodigen. Lykele Buwalda ging wel vaak mee.<br />
AE Ja en ik heb bijvoorbeeld het CFG-bestuur redelijk veel contact, maar dat is meer<br />
gelieerd aan mijn functie, niet aan de partij.<br />
GS Als je nu naar de maatschappelijke trends kijkt. Ik vermoed dat jullie ook heel veel<br />
oudere leden hebben. Het ledenaantal neemt af. Dat gebeurt bij alle partijen, dus ook<br />
bij jullie.<br />
AE Nou het gekke is, je hebt gelijk hoor, als ik kijk van wat boven de tachtig is, maar ik<br />
merk nu dat we er eindelijk ook weer wat jongeren bij krijgen. Het is nog niet zo dat<br />
ik denk: wat ben ik blij, want er moeten nog veel meer bij, maar ik kan toch merken<br />
dat we een beetje verjonging hebben gehad.<br />
GS Verwacht je de komende tien jaar nog veranderingen moet doorvoeren omdat je de<br />
plekken niet meer bemenst krijgt? Is dat bij jullie een issue?<br />
HB Nog niet, maar het feit dat de organisatiestructuur wat minder strak wordt<br />
georganiseerd, op verschillende niveaus, toont wel aan dat de partij zich aan het<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 97 8 september 2009
aanpassen is aan de omstandigheden. Dat vind ik wel. De pogingen om wat<br />
kenniscentra te formeren, clusters die elkaar over een bepaald onderwerp op de hoogte<br />
gaan houden, dat soort bijeenkomsten gaan vaak via de computer, maar soms komen<br />
ze ook werkelijk bij elkaar. Ik noem dat semi-informeel, want de deelname is niet<br />
verplicht. Je geeft je vrijwillig op en iedereen kan eigenlijk het initiatief nemen, dat is<br />
het aardige ervan. Dat is het grote verschil met 20 jaar geleden, toen moest alles eerst<br />
officieel worden geregeld.<br />
AE Als je dan kijkt naar de laatste paar jaar, wat wij aan digitale nieuwsbrieven<br />
binnenkrijgen. Bijna wekelijks komt er iets binnenrollen. Dan heb je ook nog de<br />
Statenfractie met hun nieuwsbrief, maar die komt meestal als mosterd na de maaltijd.<br />
HB Dat is natuurlijk ook de huidige tijd, veel informatie gaat digitaal.<br />
GS Goed ik denk dat ik nu alles heb wat ik wilde weten. Bedankt voor dit gesprek.<br />
AE Anders kun je altijd Bertus Mulder nog even vragen, die heeft zelfs wel genoeg<br />
informatie voor een masterstudie.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 98 8 september 2009
Bijlage 12 – Tweegesprek met Jouke-Jan de Groot<br />
(<strong>ChristenUnie</strong>).<br />
Jouke-Jan de Groot (1978) is bestuurssecretaris en lid van het<br />
managementteam van het partijbureau. Gesprekspartner Gert<br />
Schouwstra is lid van het Landelijk Bestuur en lokaal politicus in<br />
Sneek. Het gaat hier niet om een interview, maar om een<br />
tweegesprek waarbij op elkaar wordt gereageerd en meningen naast<br />
elkaar worden gezet. Vanwege de lengte van het gesprek (bijna 2<br />
uur) is gekozen om dit niet integraal weer te geven. Hieronder<br />
worden puntsgewijs de gespreksonderwerpen samengevat: Jouke Jan de Groot<br />
De structuur van de PVV is heel helder, maar statuten zijn niet te pakken te krijgen.<br />
Misschien bij de KvK? Er zijn twee leden: Geert Wilders en de Stichting Geert Wilders.<br />
Wat is de informele structuur er omheen? Daar kom je dus ook niet achter. Dat laatste<br />
geldt overigens voor alle partijen.<br />
Er is gepubliceerd over partijstructuren. Je zou contact op kunnen nemen met Gerrit<br />
Voerman van het Documentatiecentrum Nederlandse politieke partijen (DNPP). Dat is<br />
onderdeel van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Hij heeft vast wel wat literatuurtips.<br />
Ze geven jaarlijks een boekje uit met een overzicht van het partijpolitieke landschap.<br />
Het DNPP is momenteel met een onderzoek bezig naar de <strong>ChristenUnie</strong>. Die heeft tien<br />
jaar geleden bij de oprichting een demografisch onderzoek gedaan naar de achterban en<br />
dat wordt nu herhaald. De resultaten zullen begin 2010 worden gepresenteerd.<br />
Er is een vernieuwingsgolf onder politieke partijen. In de jaren 90 is een aantal partijen<br />
overgegaan naar meer ledeninvloed. Wij hebben dat ook gedaan door het instellen van een<br />
ledencongres. Er is een verschuiving van indirecte naar directe invloed van de leden.<br />
Als je partijstructuren met elkaar vergelijkt, heeft dat dan te maken met de kiezer? Is er<br />
sprake van meer ledeninvloed als tendens, of kiest elke partij de structuur die bij haar<br />
leden past? Of andersom: leden kiezen een partij met een structuur waar ze beste bij<br />
passen. Het type mens is verschillend. Bij <strong>ChristenUnie</strong> is zeker sprake van een groep<br />
leden met verwantschaployaliteit en een groep met idealistische motieven vergelijkbaar<br />
met GroenLinks. Die laatste groep kan ook eerder afhaken na een teleurstelling.<br />
Wat heeft de <strong>ChristenUnie</strong> aan een onderlinge vergelijking van partijen? Belangrijke<br />
vraag voor de <strong>ChristenUnie</strong> is: Wat is het doel van een politieke partij en lukt het in de<br />
toekomst om wat we doen te continueren? Lukt dat ook nog met de mens van vandaag?<br />
Of van morgen? Hoe lossen andere partijen dat op? Welke beweging zou de <strong>ChristenUnie</strong><br />
tussen nu en vijf jaar moeten maken? Een trendanalyse dus. Wat is hier over<br />
gepubliceerd? Brengen we dat hier allemaal bij elkaar in een scriptie?<br />
Via de RUG heb je goed toegang tot krantendatabases.<br />
Het is wel aardig om te verglijken met bijv. GroenLinks. Die hebben een hele platte<br />
ledenorganisatie, met wat losse structuren er omheen. Nadeel is dat ze geen extern<br />
netwerk hebben. Wij leunen erg zwaar op bijv. de kerken, want onze eigen verenigingen<br />
zijn ook niet sterk. Bij het CDA zie je dat ook binnen de kerk. PvdA idem met de<br />
vakorganisaties. D66 en VVD hebben dat minder. De vraag is of die netwerken blijven<br />
bestaan. Het aantal leden neemt af en het aantal betrokken leden neemt mogelijk toe.<br />
Er zijn verenigingen waar geen (actief) bestuur meer is, de vereniging bestaat wel, maar er<br />
is geen kader. Misschien gaat de oplossing wel buiten de formele structuren vallen. Men<br />
ziet het nut van die structuren ook niet altijd. Er is behoefte aan creativiteit, maar 8 jaar<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 99 8 september 2009
geleden zijn de statuten op het gebied van de structuur en functies helemaal<br />
dichtgetimmerd. We zouden dat veel losser kunnen maken. Er zijn functies als promotor<br />
of politiek secretaris die we zo belangrijk vonden dat ze zijn vastgelegd. Daar zijn vaak<br />
geen aparte mensen voor te vinden.<br />
Structuren zijn niet meer vanzelfsprekend. De Provinciale Unie is meer de provinciale<br />
kiesvereniging, misschien moet je hen zo gaan noemen. CDA is wat platter, daar bestaat<br />
een afdeling als er een minimum aantal leden is, maar als ze geen bestuur voor elkaar<br />
kunnen krijgen, vallen ze onder de buren. De provinciale afdeling is een gewone afdeling.<br />
Wat zijn de trends binnen de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong>? Hoe vatten leden het zelf<br />
op? Hoe zien we er over tien jaar uit? Is het omvallen van besturen en niet meer kunnen<br />
opvullen van lege plekken alleen symptomatisch voor het Noorden of is het Noorden<br />
hierin alleen maar koploper? Opvallend is de afwijkende structuur van Limburg, die nooit<br />
echt voorzien was. De verenigingsstructuur moet alleen maar de politieke activiteiten<br />
ondersteunen en is geen doel op zich.<br />
De Provinciale Unie functioneert niet overal gelijk en is soms moeilijk te bemensen. Soms<br />
ontbreekt daardoor bestuurskracht. Taken als coachen van lokale verenigingen komen niet<br />
van de grond, advisering richting landelijk bestuur ook niet.<br />
Unieconvent, hier zitten de provinciale voorzitters q.q. in, zonder last en ruggespraak en<br />
niet als afvaardiging. Reglementair doel is: “D.m.v. medezeggenschap, overleg en<br />
onderling contact de bestuurlijke organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong> versterken op<br />
provinciaal en landelijk niveau”. Dat kweekt verwachtingen. Het Unieconvent is een kind<br />
van zijn tijd, ingesteld als sparringpartner voor het bestuur, bedoeld als een voorportaal<br />
voor moeilijke besluiten. Daarom vergaderde het Unieconvent ook ruim voor het<br />
Uniecongres. Andere partijen maken de provinciale voorzitter lid van het landelijke<br />
bestuur (dubbelrol). Bij ons ontlenen sommige personen een positie aan het Unieconvent,<br />
anderen in het geheel niet. De nota van Jouke Jan over dit onderwerp heeft wel wat stof<br />
doen opwaaien. Je ziet dat de oude structuur hier en daar kraakt.<br />
Het landelijke bestuur gaat zich dit najaar bezinnen over de taakopvatting van het bestuur.<br />
Die heeft wel wat te maken met de structuur die er achter zit. Lijnen vanuit bestuur naar<br />
de regio die de taken van het Unieconvent doorkruisen.<br />
Mogelijk is de studieopdracht wat te breed. Hoe ga je die met elkaar vergelijken zonder de<br />
statuten te herschrijven? Welke variabelen gebruik je voor de vergelijking?<br />
Welke taken heeft een politieke partij? Een organisatie moet voor zijn taak zijn berekend.<br />
Het CDA verplicht zijn 430 afdelingen om mee te doen met de verkiezingen. Dat vraagt<br />
een andere organisatie dan bij de PVV waar alleen de krenten uit de pap er uit gehaald<br />
worden.<br />
Wij hebben ongeveer 40% van de leden van het CDA, maar hoe verhoudt de work-load<br />
zich? Als het gaat om bedienen van wethouders, raadsleden, afdelingsbesturen, enz. Wat<br />
doen wij onszelf aan, als je een beperkt aantal mensen hebt die beschikbaar zijn voor<br />
functies hebben we dan de taken wel handig verdeeld? Hoe bereik je je idealen qua<br />
samenwerking?<br />
Er was een discussie in de Provinciale Unie van Drenthe, waar het complete bestuur<br />
aftrad. Uitgaande van een samenwerkingsverband van lokale verenigingen, waarvan de<br />
meeste noodlijdend: Stel je voor dat we alle verenigingen op één hoop zouden gooien, dan<br />
hebben we één goed bestuur van 10 mensen voor zowel lokale, als provinciale als<br />
waterschapstaken. Dat wordt dan besturen op afstand, een heel andere werkwijze en<br />
structuur naar lokale fractie en contactpersonen. Maar je hebt als bestuur ook een heel<br />
andere positie, meer macht en dus ook aantrekkelijk voor sollicitanten. Ook binnen<br />
<strong>ChristenUnie</strong> zijn mensen gevoelig voor macht en positie. Daar zitten dus tegengestelde<br />
bewegingen in.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 100 8 september 2009
Vroeger werd er juist veel heil gezocht in het dichttimmeren van organisaties met statuten<br />
en reglementen. Dat zijn mensen nu wel wat zat. De fusiefase van GPV en RPF was niet<br />
het juiste moment om dit anders te doen. Eerst moest het vertrouwen tussen de<br />
bloedgroepen nog groeien. Dat speelde alleen maar waar beide partijen voorkwamen.<br />
Wij hebben het oude AR-model overgenomen. Iedere vereniging is autonoom en kan zelf<br />
besluiten uit de Unie te stappen. Dan mogen ze zich geen <strong>ChristenUnie</strong> meer noemen,<br />
maar ze kunnen gewoon zelfstandig blijven functioneren.<br />
Een van de problemen die we tegenkomen is dat we overwegen om de Uniefundering te<br />
vernieuwen. Daar wordt letterlijk naar verwezen in de landelijke statuten en ook in de<br />
lokale statuten. Je hebt dan in de landelijke vergadering 2/3 van de stemmen nodig.<br />
Daarna moeten de statutair verplichte modelstatuten worden aangepast. Vervolgens<br />
moeten alle zelfstandige verenigingen hun statuten conform dat landelijke model<br />
aanpassen en dat is een probleem, want de kiesverenigingen kunnen alleen lid zijn van de<br />
Unie als hun statuten overeenkomen met dat landelijke model. Stel dat enkele<br />
kiesverenigingen dat niet doen. Nu kun je daar wel iets op bedenken, maar dan krijg je dus<br />
verschillende lidmaatschapscriteria. Bijvoorbeeld voor tegenstemmers die weigeren te<br />
veranderen.<br />
Het is ook een probleem voor een kleine wijziging in de statuten, want er is altijd wel een<br />
vereniging die het niet vaststelt en dus in overtreding is. In die zin is die lokale autonomie<br />
niet meer van deze tijd.<br />
We noemen ons niet alleen Unie, we hebben het ook georganiseerd als een Unie. Een<br />
federaal verbond. Misschien moeten we over 5 jaar de Unie wel opheffen en een Partij<br />
worden. Dat ligt bij sommigen wel heel gevoelig, kiesvereniging of afdeling. Je kunt de<br />
werkwijze zo laten als die is en toch naar een ledenpartij gaan. Je wordt dan<br />
organisatorisch veel flexibeler en dynamischer.<br />
Bij het organiseren van de Europese Verkiezingen hebben wij gekozen om de lijn naar de<br />
lokale verenigingen te volgen. Daar leeft het niet echt, niemand staat in de modus<br />
‘campagnevoeren’ en de stukken worden door de secretaris op de stapel gelegd voor de<br />
volgende bestuursvergadering over 4 maanden. Zo gebeurt er dus helemaal niets. Mailtjes<br />
worden door de secretarissen nauwelijks geopend. Als ik dan nabel zeggen ze: we hadden<br />
nog geen tijd om te reageren, 2 á 3 weken is veel te kort, want we zijn nu niet actief bezig<br />
met de vereniging. In feite gaat de vereniging buiten de eigen campagnetijd in slaapstand.<br />
En landelijk maken we geen gebruik van onze e-mailadressen van leden, we blijven<br />
werken via de lokale verenigingen.<br />
We vragen kiesverenigingen om plakteams voor posters samen te stellen, terwijl je bij de<br />
meeste gemeenten de posters rechtstreeks naar het gemeentehuis kunt sturen en dan<br />
plakken zij ze op. En dan is de weg via de kiesvereniging te lang en komen de posters er<br />
dus niet te hangen.<br />
Het niet echt betrokken zijn van leden en achterban bij verkiezingscampagnes is een<br />
landelijke trend, die niet specifiek is terug te voeren op de organisatiestructuur. Je ziet dit<br />
verschijnsel ook bij alle partijen. De trage organisatie draagt wel aan bij dat een vraag de<br />
leden niet of niet meer op tijd bereikt. We hebben onszelf wel eens een netwerkpartij<br />
genoemd, momenteel loopt het netwerk dood. Er zitten zoveel filters tussen dat een<br />
boodschap vanuit het landelijk bureau ergens in de lijn blijft hangen.<br />
Ter voorbereiding van een Uniecongres worden heel vaak geen ledenvergaderingen meer<br />
gehouden. Er worden zelfs vaak geen bestuursvergaderingen meer gehouden.<br />
Afgevaardigden gaan dus zonder stemopdracht naar het congres en mogen naar bevind<br />
van zaken handelen. Er zijn maar enkele uitzonderingen. Wat is dan de legitimatie van het<br />
Uniecongres? Vergelijk het eens met het ledencongres waar ieder voor zich stemt?<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 101 8 september 2009
Je kunt je afvragen of de structuur is wat we willen, maar de structuur hoeft ook nooit een<br />
beletsel te zijn. er zijn kiesverenigingen die gewoon om en door de structuren heen<br />
opereren. Een structuur kan je doelen wel helpen of ondersteunen. Anderzijds zijn er<br />
plekken waar de oude structuren bloeien. Je zou moeten bekijken of er een structuur<br />
mogelijk is waar zowel de oude, als een nieuwe vorm naast elkaar in kan bestaan. Die<br />
ruimte geeft.<br />
De <strong>ChristenUnie</strong> heeft heel veel statuten en reglementen. De meeste onderdelen hebben<br />
een apart statuut en er is geen totaaloverzicht en ook geen officieel organigram. Dat<br />
betekent altijd veel zoekwerk. Andere partijen hebben dat geregeld in één statuut.<br />
De meeste partijen hebben professionele fulltime of parttime bestuurders. Wij hebben een<br />
voorzitter die deels is vrijgesteld.<br />
Discussie over politiek of niet-politiek bestuur. Bij ons is de helft politiek georiënteerd: de<br />
voorzitter, vice-voorzitter, de politiek secretaris en de internationaal secretaris zijn dat<br />
vanuit hun functie. De penningmeester en secretaris zijn beiden wethouder. En aan de<br />
andere kant zijn er leden die geen politieke besluiten willen nemen over bijvoorbeeld een<br />
programma en alleen voor het proces gaan. Dat is wel spannend. De rol van het DB is ook<br />
onduidelijk, reglementair bestaat het zelfs niet eens. Er zijn geen functies of<br />
bevoegdheden vastgesteld en discussies worden vaak overgedaan. De functie van bijv.<br />
politiek secretaris is niet duidelijk, de beschrijving is verouderd, vertegenwoordigt deze<br />
het bestuur naar de politiek of de politiek in het bestuur? Welk mandaat hoort daar dan<br />
bij? Hetzelfde geldt voor de eurofractie, soms stelt de werkgroep iets vast en kun je<br />
eigenlijk als bestuur niets meer aan veranderen. Het gaat dan niet om integriteit of<br />
vertrouwen, want daar is geen discussie over. Het is gewoon onduidelijk hoe we de<br />
verhoudingen hebben geregeld.<br />
Nu we meer een bestuurspartij zijn geworden, krijgen we meer verantwoordelijkheden en<br />
wordt het thema programmavorming actueler. Het is heel lastig om als bestuur<br />
inhoudelijke kaders mee te geven aan een programmacommissie. Per partij gaat dat<br />
overigens heel anders, sommigen kiezen voor een veel bredere opzet. Bijvoorbeeld met<br />
een denktank of een partijraad die als sparring partner voor de programmacommissie<br />
fungeert. Daar zitten dan 30/40 man in die een half jaar bezig zijn met een thema. Dat gaat<br />
dan over de kroonjuwelen van de partij; bijvoorbeeld bewapening (GroenLinks) of<br />
democratie (D66). Wij hebben nu net de themacommissies opgezet, die zouden die rol<br />
kunnen gaan vervullen.<br />
De politieke secretaris is niet de vertegenwoordiger van de politiek in het bestuur.<br />
Andersom kan ook niet echt, hij kan niet namens het bestuur de politieke koers van de<br />
partij bewaken. Hij is meer een verbindingspersoon die de grote lijnen van het programma<br />
toetst. Dat is niet altijd goed zichtbaar. We maken geen verslagen van onze bezoeken. Ook<br />
het bewindspersonenoverleg (BPO) is een nieuwe figuur binnen de partij, die een deel van<br />
de taken van de politiek secretaris heeft overgenomen.<br />
Als je nog meer wilt weten waarom de structuur van de <strong>ChristenUnie</strong> zo is ontstaan, kun<br />
je bellen met Herman Bouma, voorzitter van het Unieconvent en destijds ook voorzitter<br />
van GPV.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 102 8 september 2009
Bijlage 13 – Vragenlijst kaderleden <strong>ChristenUnie</strong>.<br />
Door middel van een internetvragenlijst is aan de kaderleden van de <strong>ChristenUnie</strong> gevraagd<br />
om hun mening te geven over de structuur van de partij. De hoeveelheid uitgezette enquêtes is<br />
onbekend omdat er binnen de partij niet eens geen mailinglijst voor het partijkader bestaat.<br />
Benaderd zijn alle leden van de bestuurdersvereniging en de secretarissen van de lokale<br />
verenigingen (n = 1802 personen) met het verzoek de mail door te sturen naar andere<br />
kaderleden. In principe kan ieder lid inloggen en de enquête eenmalig invullen.<br />
De vragenlijst is op 1 juli 2009 online gezet en kon tot en met 7 september worden ingevuld.<br />
Op 7 juli waren er 219 reacties binnen.<br />
Op 14 juli waren er 236 reacties binnen.<br />
Op 23 juli waren er 249 reacties binnen.<br />
Op 30 juli waren er 252 reacties binnen.<br />
Op 18 augustus waren er 259 reacties binnen.<br />
Op 20 augustus waren er 286 reacties binnen.<br />
Op 21 augustus waren er 307 reacties binnen.<br />
Op 23 augustus waren er 317 reacties binnen.<br />
Op 7 september waren er 344 reacties binnen, waarna de enquête offline is gegaan.<br />
De respons komt daarmee op ruim 19%. Gezien de tussenliggende vakantieperiode is dat<br />
goed. Bij de antwoorden is afgerond op hele percentages. Hierdoor kunnen kleine<br />
afrondingsverschillen ontstaan.<br />
Persoonlijke vragen<br />
1) Wat is uw leeftijd?<br />
1% < 20 jaar (generatie C, Y en Z)<br />
14% 20-35 jaar (generatie X + Y)<br />
30% 35-50 jaar (verloren generatie)<br />
47% 50-65 jaar (protestgeneratie)<br />
9% > 65 jaar (vooroorlogse generatie)<br />
2) Bent u een man of een vrouw?<br />
77% man<br />
23% vrouw<br />
3) Bent u al lang lid van de <strong>ChristenUnie</strong> of haar voorgangers?<br />
11% < 5 jaar<br />
19% 5 tot 10 jaar<br />
28% 10 tot 20 jaar<br />
42% > 20 jaar<br />
4) Van welke partij was u eerder lid?<br />
33% GPV<br />
41% RPF<br />
24% Geen<br />
3% Andere partij, nl CDA (5x), SGP (2x), EVP (1x), ARP (1x)<br />
5) Kunt u van de onderstaande stellingen aangeven in hoeverre u het er mee eens bent?<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 103 8 september 2009
Over de lokale kiesvereniging:<br />
1. Ik ben erg tevreden over het functioneren van mijn eigen kiesvereniging.<br />
5% absoluut mee eens<br />
45% mee eens<br />
16% neutraal / weet niet<br />
28% niet mee eens<br />
6% absoluut niet mee eens<br />
2. Mijn vereniging heeft een actief en kundig bestuur.<br />
5% absoluut mee eens<br />
49% mee eens<br />
21% neutraal / weet niet<br />
21% niet mee eens<br />
5% absoluut niet mee eens<br />
3. Mijn vereniging heeft voldoende bestuursleden.<br />
6% absoluut mee eens<br />
34% mee eens<br />
9% neutraal / weet niet<br />
38% niet mee eens<br />
13% absoluut niet mee eens<br />
4. Mijn vereniging vergadert minstens twee keer per jaar.<br />
23% absoluut mee eens<br />
49% mee eens<br />
3% neutraal / weet niet<br />
21% niet mee eens<br />
4% absoluut niet mee eens<br />
5. Ik verwacht dat het steeds moeilijker zal worden om geschikte bestuursleden te vinden.<br />
26% absoluut mee eens<br />
51% mee eens<br />
13% neutraal / weet niet<br />
10% niet mee eens<br />
1% absoluut niet mee eens<br />
6. In mijn vereniging is het geen probleem om goede mensen te vinden voor een<br />
programma- en selectiecommissie.<br />
4% absoluut mee eens<br />
31% mee eens<br />
17% neutraal / weet niet<br />
35% niet mee eens<br />
12% absoluut niet mee eens<br />
7. In mijn vereniging bereidt het bestuur zich goed voor op de discussies over thema’s op het<br />
Uniecongres.<br />
1% absoluut mee eens<br />
22% mee eens<br />
29% neutraal / weet niet<br />
35% niet mee eens<br />
13% absoluut niet mee eens<br />
8. In mijn vereniging betrekt het bestuur de leden bij de voorbereiding van het Uniecongres.<br />
1% absoluut mee eens<br />
13% mee eens<br />
18% neutraal / weet niet<br />
47% niet mee eens<br />
22% absoluut niet mee eens<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 104 8 september 2009
Over de Provinciale Unie:<br />
9. De Provinciale Unie is het samenwerkingsverband van de plaatselijke verenigingen.<br />
7% absoluut mee eens<br />
37% mee eens<br />
28% neutraal / weet niet<br />
22% niet mee eens<br />
7% absoluut niet mee eens<br />
10. Ik weet goed welke taken de Provinciale Unie heeft.<br />
8% absoluut mee eens<br />
36% mee eens<br />
23% neutraal / weet niet<br />
27% niet mee eens<br />
5% absoluut niet mee eens<br />
11. Ik ben erg tevreden over het functioneren van het Provinciale Uniebestuur.<br />
3% absoluut mee eens<br />
22% mee eens<br />
56% neutraal / weet niet<br />
17% niet mee eens<br />
3% absoluut niet mee eens<br />
12. Het Provinciale Uniebestuur bevordert de samenhang tussen de lokale verenigingen.<br />
2% absoluut mee eens<br />
21% mee eens<br />
35% neutraal / weet niet<br />
33% niet mee eens<br />
9% absoluut niet mee eens<br />
13. Ik weet welke taken en bevoegdheden het Unieconvent (de vergadering van de provinciale<br />
voorzitters) heeft.<br />
4% absoluut mee eens<br />
15% mee eens<br />
29% neutraal / weet niet<br />
39% niet mee eens<br />
13% absoluut niet mee eens<br />
14. Eén van de bevoegdheden van het Unieconvent is dat zij de kandidatenlijst voor de Eerste<br />
Kamer vaststelt. Ik vind dat niet het Unieconvent, maar het Uniecongres de bevoegdheid<br />
moet krijgen om de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer vast te stellen.<br />
11% absoluut mee eens<br />
35% mee eens<br />
28% neutraal / weet niet<br />
21% niet mee eens<br />
5% absoluut niet mee eens<br />
15. Ik vind dat niet het Unieconvent, maar het Ledencongres de bevoegdheid moet krijgen<br />
om de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer vast te stellen.<br />
7% absoluut mee eens<br />
27% mee eens<br />
25% neutraal / weet niet<br />
34% niet mee eens<br />
7% absoluut niet mee eens<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 105 8 september 2009
16. In mijn Provinciale Unie is het geen probleem om voldoende mensen te vinden voor een<br />
programma- en selectiecommissie.<br />
1% absoluut mee eens<br />
8% mee eens<br />
68% neutraal / weet niet<br />
19% niet mee eens<br />
4% absoluut niet mee eens<br />
Over de verenigingsstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong>:<br />
17. Ik vind dat de huidige verenigingsstructuren goed functioneren.<br />
3% absoluut mee eens<br />
52% mee eens<br />
25% neutraal / weet niet<br />
19% niet mee eens<br />
1% absoluut niet mee eens<br />
18. Ik vind dat de huidige verenigingsstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> om te veel menskracht<br />
vraagt.<br />
2% absoluut mee eens<br />
24% mee eens<br />
34% neutraal / weet niet<br />
37% niet mee eens<br />
2% absoluut niet mee eens<br />
19. Ik vind de lokale autonomie van de verenigingen belangrijk, want deze benadrukt de<br />
verscheidenheid binnen de partij.<br />
17% absoluut mee eens<br />
57% mee eens<br />
11% neutraal / weet niet<br />
14% niet mee eens<br />
1% absoluut niet mee eens<br />
20. Ik vind dat de huidige verenigingsstructuur ons soms belemmert om snel op de<br />
maatschappelijke actualiteiten en veranderingen in te spelen.<br />
2% absoluut mee eens<br />
18% mee eens<br />
26% neutraal / weet niet<br />
50% niet mee eens<br />
5% absoluut niet mee eens<br />
21. Doordat alle kiesverenigingen hun eigen statuten en inschrijving moeten hebben, is een<br />
starre organisatie ontstaan die ons veel geld en energie kost.<br />
6% absoluut mee eens<br />
51% mee eens<br />
25% neutraal / weet niet<br />
17% niet mee eens<br />
1% absoluut niet mee eens<br />
22. Ik vind de huidige verenigingsstructuur iets waar goed over is nagedacht en wat je niet<br />
zomaar moet veranderen.<br />
3% absoluut mee eens<br />
20% mee eens<br />
33% neutraal / weet niet<br />
39% niet mee eens<br />
5% absoluut niet mee eens<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 106 8 september 2009
23. Ik vind dat de leden meer directe invloed moeten hebben. Belangrijke onderwerpen<br />
moeten op het Ledencongres worden besproken in plaats van op het Uniecongres.<br />
3% absoluut mee eens<br />
40% mee eens<br />
21% neutraal / weet niet<br />
32% niet mee eens<br />
4% absoluut niet mee eens<br />
24. De huidige partijstructuur is toekomstvast.<br />
2% absoluut mee eens<br />
35% mee eens<br />
40% neutraal / weet niet<br />
21% niet mee eens<br />
1% absoluut niet mee eens<br />
25. Van mij mag de <strong>ChristenUnie</strong> veranderen van een partij met losse verenigingen die<br />
samenwerken in een Unie, naar een ledenpartij waarbij iedereen lid is van dezelfde<br />
vereniging.<br />
7% absoluut mee eens<br />
33% mee eens<br />
24% neutraal / weet niet<br />
30% niet mee eens<br />
6% absoluut niet mee eens<br />
26. Ik weet wat de taken van het Landelijk Bestuur zijn.<br />
4% absoluut mee eens<br />
60% mee eens<br />
27% neutraal / weet niet<br />
8% niet mee eens<br />
1% absoluut niet mee eens<br />
27. Ik ben erg tevreden over het functioneren van het Landelijk Bestuur.<br />
3% absoluut mee eens<br />
57% mee eens<br />
35% neutraal / weet niet<br />
5% niet mee eens<br />
1% absoluut niet mee eens<br />
28. Het Landelijk Bestuur bemoeit zich te weinig met de regio.<br />
4% absoluut mee eens<br />
33% mee eens<br />
40% neutraal / weet niet<br />
21% niet mee eens<br />
2% absoluut niet mee eens<br />
29. Het Landelijk Bestuur zou zich moeten laten adviseren door een gekozen brede partijraad,<br />
zoals dat in andere partijen ook het geval is.<br />
5% absoluut mee eens<br />
38% mee eens<br />
40% neutraal / weet niet<br />
15% niet mee eens<br />
2% absoluut niet mee eens<br />
30. Ik zou over dit onderwerp graag nog het volgende willen meegeven:<br />
1. Een advies verbondsraad is niet verkeerd, maar moet wel representatief zijn. Bij losse leden is er niet meer te<br />
vergaderen en te besturen, dat worden Poolse landdagen, of een klein hoopje mensen moeten alles doen.<br />
2. KV's vertegenwoordigen hun eigen leden onvoldoende. Daarmee heeft een enkelvoudig lid weinig in te brengen<br />
en zou je net zo goed geen lid van de <strong>ChristenUnie</strong> hoeven te zijn, als je denkt daarmee invloed te krijgen. PU's<br />
maken hun taken echt te weinig waar.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 107 8 september 2009
3. Landelijk Bestuur moet zich niet bemoeien met plaatselijke vormen van samenwerking met de SGP. Respecteer<br />
lokale afwegingen.<br />
4. Wanneer je leden meer invloed wilt geven (dat hoeft helemaal niet verkeerd te zijn hoor), is het wel van belang<br />
dat je 'toegangseisen' stelt. Ik weet eigenlijk niet of je bij het lid worden iets moet ondertekenen, vergeten! Je zult<br />
op de een of andere manier moeten borgen dat het gedachtegoed gegarandeerd blijft.<br />
5. Het is erg gemakkelijk om de huidige structuur weg te zetten als gedateerd en passé. We moeten ons realiseren dat<br />
voor het GPV de "hoogkerkelijke" structuur van zelfstandige verenigingen zijn historie kent. Ook de huidige<br />
structuur van de CU sluit daarop aan. Voor de toekomst schieten we met deze structuur ernstig tekort. In mijn<br />
dorp (ik zit zelf in de gemeenteraad) is er niet of nauwelijks enige activiteit te bespeuren van het plaatselijk<br />
bestuur en de vereniging. Mijn taxatie is dat breder het geval is. Dat werkt niet erg motiverend voor de mensen die<br />
in raden en colleges het politieke handwerk verrichten. Ik heb niet het passende antwoord op deze ontwikkeling<br />
maar wil de partij mee in de toekomst dan is een degelijke relatie met de achterban belangrijk. Ik vind een breed<br />
gekozen partijraad nog niet zo'n gek idee. Je zult er wel voor moeten zorgen dat hier de relevante "partijen" aan<br />
het woord komen én de partijraad moet echt invloed hebben. We kunnen niet volstaan met een adviesclub waarna<br />
de "top" anders besluit.<br />
6. Het LB tracht in elk geval met de statenfractie goed contact te onderhouden. De inspanning van de bestuurscontactpersoon<br />
wordt zeer gewaardeerd. Het LB is overigens behoorlijk onzichtbaar, terwijl vanuit dit gremium<br />
leiding zou moeten uitgaan. Er ligt ongetwijfeld een relatie tot het vrijwillige karakter van de bestuursfuncties. Te<br />
overwegen zou zijn de landelijk voorzitter een paar dagen per week te honoreren voor die functie.<br />
7. Op maatschappelijke ontwikkelingen kun je direct reageren naar de kamer. De provinciale status is onduidelijk<br />
wat haar functie betreft in het geheel van de organisatie. Ze zou zich meer moeten profileren tussen landelijke<br />
unie en kiesverenigingen. Het is belangrijk dat de plaatselijke kiesverenigingen blijven bestaan: dicht bij de klant.<br />
Bij een landelijke vereniging is het al snel: "' ver van mijn bed". Het ledencongres heeft wel een belangrijke<br />
functie om landelijke thema's door te spreken.<br />
8. De Provinciale Unie heeft weinig toegevoegde waarde (kijk hier eens kritisch naar)<br />
9. Als oud-bestuurslid, fractielid gemeenteraad, DB.-lid provinciale unie, lid unieconvent en waterschapbestuurder<br />
voor de CU voel ik mij verbonden met deze partij. Maar moet helaas vaststellen dat er een aantal onderdelen<br />
zoals de plaatselijke vereniging minder goed functioneren, daarnaast moet er veel moeite worden gedaan om<br />
nieuwe en jonge bestuursleden te vinden voor alle geledingen. Het Unieconvent is ook op zoek naar een steviger<br />
invulling van haar taken. Eén van haar taken zou een deelname kunnen zijn aan een partijraad analoog aan de<br />
Centrale Verbondsraad van het GPV. Voor de waterschappen moet er ook vorm gekozen worden die aansluit bij<br />
één van de organisatievormen van de C.U. De provinciale Unie kan moeilijk leiding geven aan waterschappen die<br />
soms meer dan 3 provinciegrenzen overschrijden. Bovendien krijgen dan lokale afdelingen te maken met een voor<br />
hen vreemde figuur dat het P.U.bestuur van Gelderland enige zeggenschap heeft in Zuid-Holland-Noord-Brabant<br />
en Utrecht. De ervaring heeft geleerd dat dit fricties oproept<br />
10. Komend uit de voormalige Christelijk Historische Unie die voortreffelijk heeft gefunctioneerd, ook toen zij<br />
regelmatig regeringsverantwoordelijkheid droeg, zie ik geen enkele reden om te veranderen naar een starre<br />
politieke vereniging. Waarom andere partijen nadoen ?<br />
11. Ik heb het gevoel, dat onze organisatie wat te breed is opgezet. Een wat plattere organisatie, waarin sneller kan<br />
worden gereageerd op politieke- en maatschappelijke ontwikkelingen zou adequater hierop kunnen inspelen.<br />
Misschien moet je bekijken of het Uniecongres en het Ledencongres samengevoegd kunnen worden.<br />
12. De <strong>ChristenUnie</strong> heeft een fundament en een daarop gebaseerde boodschap, nieuwe leden, nieuwe kiezers zijn<br />
van harte welkom op die basis en niet om de partij van binnenuit aan te passen aan de (post)moderniteit.<br />
13. We hebben een grote kiesvereniging (ca 300 leden) echter lage motivatie graad. (veelgehoorde reactie: we betalen<br />
contributie dat is toch voldoende?) Persoonlijke benadering van leden voor taken en activiteiten lukt nog goed.<br />
Spontane opgave door leden voor activiteiten en/of bestuurs-/fractie taken ontbreekt. Onze ledenvergaderingen<br />
hebben een opkomstpercentage van 6%. Belangrijke factoren als motivatie en betrokkenheid lijken te ontbreken.<br />
Respons op een gericht onderzoek naar deze factoren leverde 1 reactie op. Hoe geïnteresseerd zijn onze leden in<br />
de politiek? Hoe bewust is hun keus voor de partij waarvan zij lid zijn? Op welke wijze kan een wijziging in de<br />
organisatiestructuur c.q. aanpassing van (bestuurs-/partij functies) bijdragen aan motivatie en betrokkenheid van<br />
haar leden? Immers de getuigenissen van gemotiveerde leden leveren meer rendement op dan een advertentie in<br />
een landelijk dagblad of een spotje op TV. Dit even ter aanvulling........<br />
14. Vertrouw op God! laat de Bijbel spreken wat goed is voor het volk. Wordt geen CDA in de toekomst. Verder wil<br />
ik je de vrede en liefde van Christus toe bidden.<br />
15. De uitkomst kan gekleurd zijn. Het is moeilijk mensen te vinden die politiek actief willen zijn/worden. Degene<br />
die op zijn plek zit doet volgens mij zijn taak wel goed, maar we weten dat van elkaar niet . Wat doet provinciaal?<br />
Wat op Uniecongres? Je bent druk genoeg met je eigen toko. Dus uit onwetendheid kan ik de enquête slecht<br />
invullen en mogelijk beeld negatief kleuren.<br />
16. Over dit onderwerp moeten we nadenken in het licht van de landelijke discussie over de functie van politieke<br />
partijen.<br />
17. Gooi geen 'oude' schoenen (die nog goed lopen) weg voor je nieuwe hebt (juiste maat, kleur, kwaliteit, prijs).<br />
18. Het is als overal: de top heeft geen idee wat er beneden leeft. Ook de fractie in de Tweede Kamer laat veel te<br />
weinig zien waar zij voor staat. Heel jammer. Wie kool en geit spaart komt dus nergens.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 108 8 september 2009
19. Binnen evangelische kringen is niet zo'n vergadercultuur. Het blijkt toch moeilijk om te binnen een bestuur vast te<br />
houden. Mocht de structuur veranderen dan lijkt me dit een aandachtspunt.<br />
20. Betrokkenheid van de leden is essentieel. Die vergroot je niet door het veranderen van structuren. Als KV hebben<br />
we al veel geprobeerd om de halfjaarlijkse ledenvergaderingen aantrekkelijker te maken, bijv externe spreker,<br />
vergaderen bij een bedrijf in combinatie met. een bedrijfspresentatie. Toch zijn we altijd blij als er 10% van de<br />
leden opkomt (dat is dan incl. bestuur, fractie en wethouder. De fractie is er sterk op gericht via een digitale<br />
nieuwsbrief de leden over haar doen en laten te informeren en soms meningen te peilen. De website van de lokale<br />
Unie die voornamelijk door de fractie wordt gevuld, wordt wel veelvuldig bekeken. In juni jl voor het eerst meer<br />
dan 1000 "hits". Dus gebrek aan interesse kan wat worden opgevangen respectievelijk vergroot via internet en<br />
email.<br />
21. De lokale verenigingen zijn het hoogste orgaan dat de <strong>ChristenUnie</strong> kent. Landelijk zou dat veel meer uit de verf<br />
moeten komen. Niet het Uniebestuur is de baas maar het Uniecongres. Het blijkt dat de bezoekers van het<br />
ledencongres dezelfde zijn als die welke toegang tot het uniecongres hebben. Als de lokale verenigingen goed<br />
functioneren wordt een veel groter aantal leden bereikt dan welke je met een ledencongres bereikt. Lokale<br />
besturen moeten veel meer zaken op projectmatige basis aan leden uitbesteden. Het aantal professionele<br />
hulpmiddelen dat een lokaal bestuur toegestuurd krijgt om in te zetten bij het interesseren van leden is te weinig.<br />
22. Meer 'wij-cultuur' creëren.<br />
23. Op dit moment is de landelijke partij erg op Den Haag en op het midden van het land geconcentreerd. Er is weinig<br />
aandacht voor de regio's. Terwijl de <strong>ChristenUnie</strong> met name sterk in de regio's vertegenwoordigd is. Dit levert in<br />
toenemende mate onvrede en gemopper op, ook bij lokale politici. Zij krijgen steeds meer het gevoel dat de<br />
landelijke partij verder van hun af komt te staan. Hier zou iets op bedacht moeten worden.<br />
24. Wil men de huidige structuur behouden, dan zal gedacht kunnen worden om enthousiasmerende<br />
regiocoördinatoren aan te stellen die de besturen van plaatselijke vereniging "nieuw leven" in kunnen blazen.<br />
Soms aan de hand mee nemen om vaardigheden bij te brengen van het leren beleggen van aantrekkelijke<br />
bijeenkomsten.<br />
25. Het Wetenschappelijk Bureau en de bestuurdersvereniging adviseren het Landelijk Bestuur. Dat is voldoende.<br />
26. Met dit onderwerp heb ik grote moeite. Met het stellen van vragen om te bezien hoe het lokale bestuur kan<br />
worden versterkt, heb ik geen problemen. Ook ik maak me zorgen of we nog wel voldoende kader houden. Deze<br />
vragenlijst en zeker de toelichting stuurt een bepaalde richting uit. Ik geloof niet dat de oplossing zit in meer<br />
invloed van leden of meer centralisatie. De kern van de <strong>ChristenUnie</strong> bestaat juist uit de lokale verenigingen. Zij<br />
bewaken ook de identiteit en niet de kiezers die zich nu ineens aangesproken voelen door de <strong>ChristenUnie</strong>. De<br />
lokale besturen zouden voor hen het eerste aanspreekpunt moeten zijn en niet een landelijk bureau op afstand. Dat<br />
er door sympathiserende buitenstaanders anders naar ons wordt gekeken en we vaker in coalities zitten, is voor<br />
mij geen reden om de partijstructuur te veranderen. Zitten we wel te wachten op nieuwe leden met andere<br />
opvattingen? Het lijkt meer om macht en invloed te gaan en minder om inhoud en identiteit.<br />
27. Naar aanleiding van deze enquête vraag ik mij inderdaad af wat de rol van het Provinciaal bestuur is. Dit is<br />
natuurlijk niet goed. Ik begrijp wel dat zij de rol heeft om goede kandidaten te vinden voor het Provinciaal bestuur<br />
en te zorgen dat zij haar rol op een discrete en correcte manier uitvoert. Naar aanleiding van de enquête wil ik<br />
graag opmerken dat er soms in één vraagstelling twee antwoorden schuilen. Bijvoorbeeld: mijn vereniging heeft<br />
een actief en kundig bestuur. Ik sta natuurlijk wel volledig achter de punten van de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />
28. De kosten van individuele inschrijving en de bureaucratische rompslomp bij KvK is lastig en duur. Vinden van<br />
juiste bestuursleden staat wel los van structuur want aantal zaken moet je blijven regelen. We kunnen de grootste<br />
winst maken in goede aansluiting van bestuurslagen en betrouwbaar en slagvaardig partijbureau. Als we voor een<br />
actie gaan dan moet dat ook van Tweede Kamer tot raadslid weggezet kunnen worden.<br />
29. Voordat je gaat veranderen is het goed na te denken over hetgeen je weggooit. En belangrijk is wat de oorzaak is<br />
van het minder goed functioneren. Als je actief bent (Ik ben raadslid) ervaar je zaken anders, dan wanneer je aan<br />
de kant staat en politiek niet zo betrokken bent. We zien een generatie opgroeien, die politiek minder betrokken is<br />
en ook binnen de kring van de CU wordt er steeds vaker geschopt. De vraag is of dat op te lossen is met een<br />
andere structuur. Dus niets tegen veranderingen, maar of dit het juiste antwoord is op de vragen die jij je stelt? Ik<br />
weet het niet.<br />
30. Het zou m.i. zeer wenselijk zijn wanneer men binnen de partij fundamenteel zou gaan nadenken over een<br />
structuur die "future proof " is. De algehele achteruitgang van het ledenaantal van politieke partijen zal ook de CU<br />
niet voorbij gaan en alleen daarom zal het ook steeds moeilijker worden om voldoende (bekwame) bestuurders te<br />
vinden om een werkelijke keuze te maken. We moeten zorgen dat we op dit punt niet door de praktijk worden<br />
ingehaald. Een commissie van wijze mannen uit de verschillende geledingen om dit onderwerp op te pakken zou<br />
ik toejuichen.<br />
31. Ik ervaar als lokale politicus een heel grote afstand tussen partijbureau/landelijke politiek<br />
32. Provinciale en Waterschapsverkiezingscampagnes worden slecht georganiseerd<br />
33. Wanneer je overweegt om de plaatselijke kiesverenigingen op te heffen dan loop je wel het risico dat je ook de<br />
binding met de plaatselijke CU kiezers gaat verliezen. De politiek komt dan weer verder van de burger te staan. Ik<br />
ervaar het nu al dat het niet vanzelfsprekend is dat onze trouwe aanhangers ons (CU) trouw blijven.<br />
34. De macht en het misbruik van macht van enkelingen in het bestuur maakt de lokale <strong>ChristenUnie</strong> tot een kille<br />
club! Het zelf benoemen en blijven zitten terwijl termijn verstreken is, is onrecht naar de leden. Raadsfractie<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 109 8 september 2009
wordt voortdurend geminacht en vernederd door het optreden van enkelingen van het bestuur. Landelijke<br />
maatregelen nodig om deze excessen te voorkomen. <strong>ChristenUnie</strong> moet ook geloofwaardig binnen onze partij<br />
zijn! De voorzitter van onze lokale <strong>ChristenUnie</strong> is incompetent en heeft altijd een eigen agenda.<br />
35. Van belang is dat de <strong>ChristenUnie</strong> geen 'bobo' cultuur ontwikkeld, zoals bij andere partijen het geval is. Nu valt<br />
op bijeenkomsten de grote saamhorigheid en gelijkwaardigheid op en dat is iets om te koesteren. Sommige<br />
contacten kunnen heel laagdrempelig gelegd worden (website, kaderschool, provincie), sommige leveren soms<br />
niets op (tweede kamerfractie, landelijk bureau) Kies voor eenvoud, zonder al te veel lagen, wat past het beste bij<br />
ons profiel en onze boodschap en waarmee is de samenleving het meest gediend. Wat is het doel van de structuur:<br />
partij goed organiseren of zoveel mogelijk leden trekken dan wel betrekken of macht verdelen? Als doel duidelijk<br />
is kan de passende structuur gevonden worden.<br />
36. Doordat onze vereniging voornamelijk uit leden uit een verpleeg/verzorginghuis bestaat is de vereniging bijna<br />
slapende. Ondanks dat een raadslid in de plaatselijke gemeenteraad<br />
37. Na de verkiezingen van 2010 de aanbevelingen/opmerkingen uit deze enquête meenemen om het besturen in de<br />
toekomst een juiste impuls te geven. Zodat de <strong>ChristenUnie</strong> de toekomst goed in gaat.<br />
38. Werken aan een meer efficiënte en effectieve partijstructuur met kortere lijnen en geen dubbele (bestuurs)lagen.<br />
Ontwerp van en werken met zo veel mogelijk protocollen voor bespreking van thema's en bestuursvergaderingen.<br />
39. Hoe je ook structureert, eindeloze debatstructuren zijn wat mij betreft niet aan de <strong>ChristenUnie</strong> besteed. Een breed<br />
gedragen statuut, goede programma's, e.d. dát zijn de peilers waarop een <strong>ChristenUnie</strong> moet staan. De dagelijkse<br />
invulling is dan aan de vertegenwoordigers in raden, staten, en Tweede Kamer. Zeg dus maar een soort duaal<br />
stelsel. Verantwoording achteraf.<br />
40. Ondanks de grote verschillen in de achterban toch proberen om als eenheid naar buiten toe te treden, veel respect<br />
voor elkaar, maar niet bang zijn om voor onze eigen identiteit uit te komen als het gaat om standpunten van bijv.<br />
de SGP. Ik ben heel blij, dat we in deze tijd wel mee mogen praten en dat is bij de SGP niet de bedoeling.<br />
41. Er zou een maximale zittingsduur moeten worden vastgesteld. In sommige kiesverenigingen krijgt een nieuwe<br />
garde geen kans c.q. voelt zich niet aangetrokken tot de <strong>ChristenUnie</strong> omdat er een vaste, verouderende groep<br />
mensen zit die vast in het zadel zit maar zich niets aantrekt van wat er om hen heen verandert/gaande is. Dit is in<br />
sommige plaatsen echt de dood in de pot, en vermindert sterk de aantrekkingskracht van onze partij.<br />
42. De betrokkenheid van leden is minimaal Besturen doen alles eraan om iets te organiseren, maar de leden laten het<br />
vaak afweten ook in verkiezingstijd Als lid mag toch enige betrokkenheid verwacht worden Mis een beetje de<br />
betrokkenheid uit GPV/RPF tijden Er was betrokkenheid vanuit Christelijk oogpunt Ook al was je niet altijd<br />
politiek actief men ondersteunde zijn partij We zijn geen vrijblijvende hobbyclub maar hebben een bijbelse<br />
politieke boodschap te brengen! Leden bewust maken dus dat we ook vanuit onze christelijke opdracht ook een<br />
politieke opdracht hebben Onze politici verdienen het om meer ondersteuning vanuit de achterban Hoe krijgen<br />
we leden weer actief voor bestuursfuncties, promotieactiviteiten enz. Maak me een beetje zorgen over de jongere<br />
generatie die moeilijk te bewegen is lid te worden van de CU of überhaupt iets te doen voor de CU ( de goede niet<br />
te na gesproken) het werk moet wel weer door de jongere generatie over genomen worden Toegegeven we zijn<br />
allemaal druk maar we moeten wel prioriteiten stellen Christelijke politiek is belangrijk en jammer dat zoveel<br />
lokale unies een sluimerend bestaan leiden.<br />
43. We moeten zorgen dat er een eenheid uitstraalt vanuit de partij. Dit is nu niet het geval.<br />
44. Er is een groot gebrek aan communicatie binnen de partij. Allerlei (ook ingrijpende) besluiten worden genomen,<br />
zonder dat de leden daarvan op de hoogte zijn of worden geïnformeerd. Die informatie komt (soms) pas achteraf,<br />
maar het komt ook steeds vaker voor dat er helemaal niet gecommuniceerd wordt en je als lid nieuws in de krant<br />
moet lezen. Ik vind dat een zeer kwalijke zaak en het begint er voor te zorgen dat ik me als lid steeds minder thuis<br />
voel binnen de CU. Zelf ben ik lid van een Provinciale Unie, maar zelfs via die lijn komt nauwelijks nieuws<br />
binnen. Ik heb de indruk dat de organisatie binnen de partij daar (voor een deel) debet aan is. Een ander deel komt<br />
mijns inziens door de houding binnen het Partijbureau. Die zou zich meer op de leden moeten richten, die de<br />
partij toch vormen!<br />
45. Het is vaak niet zo zeer het manco van de vereniging als wel het ontbreken van belangstelling bij de leden. In<br />
onze plaats hebben we ruim 300 leden. Op de laatst gehouden ledenvergadering waren er zo'n 30 leden<br />
opgekomen.<br />
46. Nog ter verduidelijking: hoewel hier plaatselijk de vereniging niet goed functioneert, we kunnen moeilijk<br />
bestuursleden vinden (al tien jaar de zelfde bestuursleden) vind ik de verenigingsstructuur op zich wel goed.<br />
47. Onderling vertrouwen is belangrijk: korte lijnen. Goede informatie over te volgen procedures bij verkiezingen en<br />
coalitieonderhandelingen.<br />
48. Ik vind het jammer dat er zowel in 2006 bij de gemeenteraadsverkiezingen als daarna de CU landelijk de KV-en<br />
die willen samenwerken met de SGP (en dat succesvol doen) niet actief ondersteunen en begeleiden. Het komt op<br />
mij over als "zoek het zelf maar uit en als het misgaat, pech!". Dat heeft mij als fractievoorzitter doen besluiten<br />
mij niet meer actief te bemoeien met de landelijke partij. Ik heb er genoeg van, ik investeer niet meer. De Tweede<br />
Kamer fractie, met name indertijd Andre Rouvoet (ook in 2007 vlak na zijn benoeming tot minister) en de heer<br />
Pot heb ik voor een ingewikkelde zaak van een burger een aantal keren benaderd. Ondanks herhaalde pogingen<br />
nooit meer wat gehoord. P.S. Dat geldt niet voor de andere Tweede Kamerleden.<br />
49. De positie van het Unieconvent moet sterker verankerd worden.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 110 8 september 2009
50. Zo heel erg autonoom zijn de huidige verenigingen nu ook weer niet. Leden kunnen buiten de vereniging om lid<br />
worden en blijven onzichtbaar voor de lokale verenigingen. Contributie wordt centraal geïnd, en statuten zijn<br />
landelijk voorgeschreven. Het gebrek aan bestuursleden is geen specifiek politiek of <strong>ChristenUnie</strong> probleem. De<br />
sport-, oranje-, bijbelstudieverenigingen en kerkenraden etc zitten hier ook mee. Een structuur verandering in de<br />
partij zal niet meer vrijwilligers opleveren. Eerder minder. Probeer ook via HandSchrift e.d. aan een<br />
mentaliteitsverandering te werken.<br />
51. Het Landelijk Bestuur zou zich moeten beraden over wat de grondslag van de partij is: persoonlijk ben ik van<br />
mening dat de grondslag moet worden gebaseerd op wat er in de Bijbel staat, namelijk dat je moet geloven in<br />
Jezus Christus als de Zoon van God en dat Hij voor je zonden gestorven is. Alles wat we er meer van maken vind<br />
ik niet goed (drie formulieren van enigheid e.d.). Dat zijn naar mijn idee allemaal menselijke constructies die<br />
minder goed werken.<br />
52. In de toelichting wordt zowel over leden als over kiezers gesproken. In de vraagstelling kwam dit niet uit de verf.<br />
Houd het onderscheid tussen leden en kiezers scherp.<br />
53. De organisatiestructuur is een belangrijk item om eens goed tegen het licht te houden. De betrokkenheid bij de<br />
landelijke CU-dagen, vooral Uniecongres (grijze-oude-mannendag), is niet meer van deze tijd: dit moeten we niet<br />
meer willen!!! Meer veranderen richting 'inspiratiedag'. NB: niet zomaar het bestaande netwerk van plaatselijke<br />
werkgroepen opgeven!! Het is voor mij de vraag of de mensen die plaatselijk actief zijn in CU-besturen (veel<br />
grijze heteromannen) wel een goede afspiegeling zijn voor inhoudelijke politieke besluitvorming. Zegen en<br />
wijsheid toegewenst.<br />
54. Het is denk ik goed om over een aantal thema's verder door te denken! Wellicht in regioverband.<br />
55. Bij vraag 29: dit zou voordelen kunnen hebben, maar vergt wel weer een hele organisatie en dus is de vraag of dit<br />
wel realiseerbaar is.<br />
56. Over de enquête zelf: Lastig als neutraal en weet niet onder dezelfde noemer vallen. Zijn twee totaal verschillende<br />
gedachtes. T.a.v. Het werk van het Provinciaal Bestuur zou in Handschrift eens goed moeten worden uitgelegd.<br />
Veel leden weten amper dat het bestaat en al helemaal niet wat de taken van het bestuursorgaan zijn. T.a.v.<br />
Landelijk Bestuur. Weten alle lokale unies dat leden van het Landelijk Bestuur aan regio's zijn gekoppeld? M.i. is<br />
ook het werk van LB nogal onbekend.<br />
57. Ik juich het toe als de partijstructuur doorzichtiger wordt; al die geledingen -welke al dateren uit de tijd van het<br />
GPV- zijn niet meer van deze tijd. Al die vergaderingen kosten veel tijd en daarvoor krijg geen bestuurders meer<br />
terwijl ook de leden wegblijven. Ik ben zelf al jaren voorzitter van een Kiesvereniging. Het uitschrijven van een<br />
ledenvergadering levert buiten het verkiezingsjaar nauwelijks respons op van de leden. Alleen als er een landelijk<br />
kopstuk wordt uitgenodigd willen de leden nog wel komen!<br />
58. Van bovenaf gedicteerd worden is niet mijn ideaal.<br />
59. Kom met visie getoetst aan de praktijk van vandaag. Niet structuren in tact laten omdat 'we het altijd zo gedaan<br />
hebben', maar kijken naar wat het beste is voor de <strong>ChristenUnie</strong> en haar leden nu en in de toekomst!<br />
60. Er zijn nogal wat tendentieuze vragen, waarbij de mening van de enquêteur in de vraag ligt opgesloten. Verder<br />
vraag ik me af of het gemiddelde CU-lid een goed oordeel kan geven over het functioneren van de partijstructuur,<br />
waardoor het mi niet zo kan zijn dat "de-meeste-stemmen-gelden". Een goede analyse van de beantwoording is<br />
daardoor zeker noodzakelijk.<br />
61. De Perspectiefleden staan los van de kiesvereniging. Mogelijk kunnen die ook daarbij gevoegd worden.<br />
62. Na een periode van overgang van de diverse partijen is het nu de tijd om over te gaan naar een partij<br />
<strong>ChristenUnie</strong>. En af te stappen van diverse groepen binnen de <strong>ChristenUnie</strong>. Dit werkt alleen vertragend in de<br />
besluitvorming. Het kind is nu volwassen en daar moeten we nu naar handelen.<br />
63. Het is goed dat de Unie van onderop (verenigingen en leden) wordt georganiseerd en geen partij wordt met een<br />
paar beslissers (hoofdbestuur).<br />
64. Het is goed om erover na te denken of de huidige structuur verbeterd kan worden. De structuur van andere<br />
partijen kan hierin worden meegenomen.<br />
65. Ben zelf lokaal bestuurslid, en er wordt nu nog gedacht in de termen van die was GPV en die was RPF ,en dat<br />
blokkeert toch een gedeelte van de besluitvorming en daadkracht.<br />
66. Zoals uit de beantwoording blijkt, heb ik weinig zicht en kennis van de partij. Tot 20 jaar geleden was dit anders,<br />
maar door verhuizing ben ik eerst 14 jaar weinig actief geweest en richt ik me de laatste 6 jaar op het raadswerk,<br />
een prachtige opgave.<br />
67. De suggestie dat aparte verenigingen meer tijd kosten is opportuun. Ik denk dat lokale verenigingen het mogelijk<br />
maken, dat lokale besturen hun leden kennen en daardoor ook een potentieel aan bestuurskracht bereikt wordt, dat<br />
anders niet in beeld zou komen.<br />
68. Méér rechtstreekse invloed van Kiesverenigingen, dus van de leden.<br />
69. Houden zo!<br />
70. Er is op alle niveaus, lokaal, provinciaal en landelijk te weinig inhoudelijke discussie over alle politieke<br />
onderwerpen. Wat zou een legitiem standpunt van de <strong>ChristenUnie</strong> kunnen zijn en moeten zijn en waarom. Vele<br />
leden weten dat niet.<br />
71. Het landelijk bestuur zou wellicht een nog betere of directere communicatie en informatie kunnen toepassen<br />
richting leden (of in ieder geval bestuursleden) over zeer belangrijke zaken die besproken of besloten worden<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 111 8 september 2009
tussen congressen in. Bijvoorbeeld over de keuze om op Europees niveau gescheiden van SGP verder te gaan (of<br />
om de SGP zijn eigen weg te laten kiezen). Communicatie hierover is er wel geweest, maar dan achteraf.<br />
72. Wanneer ik tegenstrijdige antwoorden heb gegeven over de huidige partijstructuur, en de toekomstvastheid<br />
daarvan, wil ik daarmee zeggen dat het wat mij betreft nu goed werkt, maar dat het altijd goed is om te kijken of<br />
wij ons kunnen ontwikkelen en verbeteren!<br />
73. Ik vind dat sommige kamerleden soms uitspraken doen die niet de goedkeuring wegdragen van de achterban en<br />
dus schade aanrichten aan de partij. Wanneer ze toch een bepaalde visie willen uitdragen moeten ze deze op zijn<br />
minst met de andere kamerleden bespreken en het liefst met de achterban.<br />
74. Meer directe democratie in de partij lijkt mooi, vanwege de directe betrokkenheid van de leden. En wellicht een<br />
oplossing voor de geringe belangstelling voor de plaatselijke vereniging. Echter, invloed via de kiesverenigingen<br />
zorgt ervoor dat de inbreng op congressen op z'n minst met een aantal mensen besproken is en de kans op<br />
afgewogen inbreng groter is. En bovendien, als leden betrokken willen zijn dan kan dat altijd door lid van een<br />
plaatselijke vereniging te worden. Wanneer er en laag leden alleen rond de landelijke besluitvorming zou zijn, dan<br />
is er ook minder potentieel en aantrekkingskracht voor politiek bedrijven en organiseren op het lokale vlak.<br />
75. Als 'gewoon' lid heb ik me nauwelijks verdiept in de Uniestructuur getuige mijn antwoorden. Ik denk dat in kleine<br />
commissies of clubs sneller standpunten kunnen worden ingenomen, maar dat er te weinig met de overige leden<br />
over gecommuniceerd wordt. Vergroten van interne transparantie is wenselijk. Risico is dat de waan van de dag<br />
meer invloed krijgt door minder goed geïnformeerde gewone leden bij alle besluiten te betrekken.<br />
76. De vereniging is op een dergelijke manier opgebouwd dat er veel tijd verloren gaat bij allerhande vragen. Zelf heb<br />
ik dat als tijdelijk penningmeester ervaren dat communicatie met het hogere bestuur traag verloopt (niet alleen<br />
met de fiscale en financiële personen van dat bestuur). Verder is er, zoals ik hierboven al heb aangegeven, te<br />
weinig feeling tussen het landelijke bestuur en de leden. Zo ook tussen Unieleden en de leden. Er ligt een te grote<br />
'verantwoordelijkheid zonder advies' bij de hoogste organen, neem nu de kandidaten voor de Europese Unie. Het<br />
selecteren daarvan kan met meer samenwerking en een beter gecommuniceerde adviesvraag. Hiermee hopende u<br />
van dienst te zijn.<br />
77. De lokale verenigingen worden structureel genegeerd door het landelijke bestuur en de landelijke politici, terwijl<br />
daar het hart klopt van de partij.<br />
78. Voor het goed functioneren in de gemeentepolitiek zijn zelfstandige plaatselijke verenigingen belangrijk. De<br />
huidige structuur is formeel een Unie van plaatselijke verenigingen, maar in de praktijk zeer centralistisch. De<br />
ledenadministratie werkt alsof er één landelijke vereniging is. Verenigingen hebben niets te zeggen over hun<br />
eigen statuten of voorwaarden aan kandidaten. De partij verplicht plaatselijke verenigingen hun kandidaten<br />
verklaringen te laten ondertekenen die in strijd zijn met de wet. Door het Uniecongres weg te stoppen in een<br />
Ledencongres (waar je vooral voor toespraken mag klappen) wordt de invloed van de plaatselijke verenigingen<br />
(en via deze van de individuele leden) op het beleid van het landelijk bestuur gehinderd.<br />
79. lokaal zijn veel verschillen in activiteit maar ook in mening over zaken. ik vind dat het bestuur lokale<br />
vertegenwoordigers ook op de vingers moeten tikken als zij andere standpunten verkondigen dan landelijk.<br />
Bovendien is het ene bestuur het andere niet. ik woon nu in XXXX daar is het aardig goed geregeld. In XXXX is<br />
het bestuur op sterven na dood. In XXXX was het vroeger voor de RPF ook moeilijk om mensen te vinden. Eisen<br />
worden ook veel hoger door de ingewikkelder wordende maatschappij. Verder vind ik het geen gek idee als de<br />
partijvoorzitter betaald wordt (al is het maar part-time) waardoor hij meer zijn gezicht kan laten zien. Verder vind<br />
ik alles wel erg voorgekookt op congressen. alles wordt strak geregisseerd. Dat zou wat mij betreft wel wat<br />
flexibeler mogen. (zonder er een Poolse landdag van te maken) De voorzitter moet niet van alles toe zeggen om<br />
van het gezeur af te zijn, en dan niks doen. We mogen best laten zien dat we een partij zijn van mensen die een<br />
mening hebben, en uiteindelijk de met elkaar afgesproken lijn volgen. Ik zie dat deze enquête vooral over de<br />
bestuurskant gaat. Ik heb ook nog wel een aantal punten over de gemeenteraadszaken. dat is ook lokaal niet altijd<br />
even leuk, maar wie weet komt daar een vervolgonderzoek naar ? ;-)<br />
80. We krijgen echt een enorm gebrek aan kader. Dat speelt nu al. Dat gaat onze groei belemmeren. We moeten<br />
bewust veel meer investeren in jong talent. Ik maak me soms echt bezorgd over de bezetting van belangrijke<br />
posten binnen de <strong>ChristenUnie</strong>. Geef jongeren de ruimte en bouw echt iets om hen bij de partij te betrekken en in<br />
een soort traject hun plaats te laten vinden. Want ze komen niet vanzelf. Veel succes. Deze enquête komt<br />
misschien heel negatief over, maar dat is niet de bedoeling. Mensen bedoelen het heel goed en de druk op de<br />
schouders van mensen die de kar trekken is zwaar. Maar ze komen lang niet toe aan hun taken. Dat geeft aan vele<br />
kanten frustratie. Bestuursleden omdat ze weten dat ze het niet goed doen, maar niet anders kunnen omdat er zo<br />
weinig mensen zijn en Raads- Statenleden die met lede ogen zien dat ze geen echte support of tegenwicht krijgen.<br />
Hartelijke groet en gelukkig mogen we weten dat we een God hebben die helpt. Dus in die zin zie ik de toekomst<br />
ook zonnig in ;-).<br />
81. Als je de actieve leden op landelijk niveau rechtstreeks laat beslissen, hol je de verenigingsstructuur uit en geef je<br />
te veel invloed aan een kleine groep. Laat leden vooral plaatselijk actief zijn. De huidige combinatie van<br />
Uniecongres (beslissend) en ledencongres (opiniërend/adviserend) is een goede greep.<br />
82. Succes!<br />
83. Door de huidige structuur kan het voorkomen dat de ene <strong>ChristenUnie</strong>fractie in een gemeente voor een plan is,<br />
terwijl een gemeente verder de fractie tegen is. Dit komt vervreemdend over, zeker als de gemeenten in één<br />
verzorgingsgebied van lokale media liggen. Voor Brabantse kiesverenigingen is de reis naar UnieCongressen in<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 112 8 september 2009
Zwolle belastend en erg ver. Zeker omdat er veel werk terecht komt op de schouders van enkele personen die<br />
actief zijn en die dan ook nog eens naar Zwolle moeten voor een congres. Meer stemrecht naar leden zou dit<br />
versimpelen.<br />
84. Het is moeilijk om in de huidige opzet v.h. partijcongres tot een goede discussie met elkaar te komen. Daarvoor is<br />
het gebeuren te massaal. Ik vind het heel erg belangrijk, dat waar het gaat om het functioneren v.h. christelijke<br />
fundament van de <strong>ChristenUnie</strong>, het bestuur zeer voorzichtig en zorgvuldig optreedt. Ook vanwege de gehoorde<br />
suggestie dat regeringsdeelname wel erg goed bevalt en dat er daarom te gemakkelijk compromissen gesloten<br />
worden.<br />
85. Welke structuur dan ook het beste past bij de toekomst, deze moet bestand zijn tegen populisme en<br />
opruistromingen á la Yvette Lont. Voor gedegen ideeën met betrekking tot beleidswijzigingen kan er een systeem<br />
komen van een minimaal aantal "gelijkgestemde (n) verenigingen" die samen initiatieven initiëren, stimuleren en<br />
daardoor kunnen proberen te wijzigen. Ten aanzien van de samenwerking met de SGP zouden en er landelijk<br />
lossere regels van bemoeizucht moeten zijn. Men zou - net als de SGP - lokale samenwerking binnen fracties<br />
over moeten laten aan de autonome plaatselijke verenigingen.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 113 8 september 2009
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 114 8 september 2009
Bijlage 14 – Metadata vragenlijst kaderleden <strong>ChristenUnie</strong>.<br />
In deze bijlage staan de verzamelde ruwe data van de gehouden enquête in tabelvorm.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 115 8 september 2009
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 116 8 september 2009
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 117 8 september 2009
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 118 8 september 2009
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 119 8 september 2009
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 120 8 september 2009
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 121 8 september 2009
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 122 8 september 2009
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 123 8 september 2009
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 124 8 september 2009
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 125 8 september 2009
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 126 8 september 2009
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 127 8 september 2009
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 128 8 september 2009
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 129 8 september 2009
Supplement A – Losse bundel met statuten en<br />
reglementen.<br />
De statuten en reglementen van alle onderzochte politieke partijen verschillen enorm in stijl<br />
en omvang. Om de verschillen tussen deze partijen goed te kunnen beoordelen is het van<br />
belang om deze documenten te kunnen lezen. Onbewerkt zijn ze voor deze scriptie niet meer<br />
dan een brondocument en dus opgenomen in de literatuurlijst, maar voor sommige lezers van<br />
deze scriptie hebben ze wel extra importantie.<br />
Daarom zijn alle statuten en reglementen als losse bijlage in een Supplement A onverkort<br />
opgenomen. Dit supplement vormt geen feitelijk onderdeel van deze scriptie en daarom niet<br />
bijgevoegd. Op verzoek is het wel leverbaar, maar het moet worden gezien als een<br />
verzameling niet bewerkt bronnenmateriaal naast de scriptie.<br />
De meeste statuten en reglementen van bestaande en niet-meer bestaande politieke partijen<br />
zijn online te raadplegen bij het Documentatiecentrum Nederlandse politieke partijen in<br />
Groningen. Zie hiervoor http://www.rug.nl/dnpp/index.<br />
De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />
Gert Schouwstra Pagina 130 8 september 2009