09.09.2013 Views

Doorlichting partijstuctuur ChristenUnie.pdf - AA Planadvies

Doorlichting partijstuctuur ChristenUnie.pdf - AA Planadvies

Doorlichting partijstuctuur ChristenUnie.pdf - AA Planadvies

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong><br />

in het perspectief van de toekomst.<br />

- Er is meer dan voorheen in de wereld te doen -<br />

(J.R. Thorbecke)<br />

door ing. G.C.A. Schouwstra B.Pm.<br />

Eerste begeleider: J.P.E. van Leeuwen<br />

Tweede begeleider: H. Woudstra<br />

Eindscriptie<br />

Bestuurskunde & Overheidsmanagement<br />

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden.<br />

m.m.v. <strong>ChristenUnie</strong>, Amersfoort.<br />

Turijn (Avigliana),<br />

Lauterbrunnen (Stechelberg),<br />

Sneek,<br />

8 september 2009


Samenvatting/Leeswijzer<br />

In deze afstudeerscriptie wordt de partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> eerst vergeleken met<br />

die van andere politieke partijen en vervolgens geplaatst in een perspectief van steeds<br />

opeenvolgende generaties. De partij mag zich in een toenemende belangstelling verheugen<br />

wat leidt tot instroom van nieuwe leden die tevens nieuwe ideeën met zich meebrengen. Dit<br />

heeft geleid tot vragen over de organisatiestructuur die binnen de partij zijn gaan leven.<br />

Na de beschrijving in hoofdstuk 2 van de doel- en vraagstelling wordt in hoofdstuk 3 vanuit<br />

een historisch perspectief de ontwikkeling van de democratie in Nederland geschetst tot aan<br />

het ontstaan van de politieke partijen. Vervolgens worden de huidige partijen beschreven en<br />

de verenigingstructuur toegelicht.<br />

In hoofdstuk 4 worden de onderzoeksresultaten neergezet en beschouwd. Van negen partijen<br />

is de structuur doorgelicht en vastgelegd in de bijlagen 1 t/m 9. Vervolgens is gekeken naar de<br />

wijze van organisatie en de fundamentele verschillen. Bij trends en ontwikkelingen is vooral<br />

veel aandacht besteed aan de generatieverschillen en nieuwkomers van buiten de<br />

reformatorische traditie. Ondersteund met interviews en een enquête onder het partijkader<br />

wordt verder specifiek ingegaan op de wijze waarop de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong><br />

hierop moet aansluiten.<br />

In hoofdstuk 5 komen de verschillende conclusies bij elkaar en worden enkele stellingen ter<br />

discussie neergezet. In hoofdstuk 6 volgen de evaluatie van de totstandkoming van het<br />

schrijfproces en een aantal concrete aanbevelingen, gevolgd door de literatuurlijst in<br />

hoofdstuk 7.<br />

Uiteindelijk ligt er een – verre van compleet – product, dat voor het komende jaar als aanzet<br />

kan dienen voor discussie en planvorming binnen de <strong>ChristenUnie</strong>. Daarnaast kan het enige<br />

tijd een functie hebben als achtergronddocument, waarbij de houdbaarheid beperkt is, omdat<br />

de ontwikkelingen niet stil staan.<br />

De genummerde bijlagen 1 t/m 14 bestaan uit door de schrijver samengestelde gegevens, die<br />

als belangrijke bronnen voor de scriptie worden gebruikt. Supplement A bestaat uit een<br />

verzameling onbewerkt bronnenmateriaal en behoort feitelijk niet bij de scriptie.<br />

Noot van de auteur:<br />

Na het succesvol afstuderen op 28 augustus is deze scriptie tot 8 september aangevuld met de<br />

laatste resultaten van de enquête. Tegelijkertijd zijn enkele, overwegend taalkundige,<br />

onvolkomenheden verholpen. Daarna is de scriptie vrijgegeven voor publicatie.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 2 8 september 2009


Inhoudsopgave<br />

Samenvatting/Leeswijzer........................................................................................................2<br />

Inhoudsopgave .......................................................................................................................3<br />

Voorwoord .............................................................................................................................4<br />

1 Inleiding ..............................................................................................................................5<br />

1.1 Keuze onderwerp..........................................................................................................5<br />

2 De doel- en vraagstelling. ....................................................................................................6<br />

2.1 De doelstelling van deze afstudeeropdracht...................................................................6<br />

2.2 Centrale vraagstelling. ..................................................................................................6<br />

2.3 Afgeleide vragen...........................................................................................................6<br />

2.4 Gebruikte werkwijze en methodologie. .........................................................................7<br />

3 Inhoudelijke oriëntatie.......................................................................................................12<br />

3.1 Historisch perspectief..................................................................................................12<br />

3.2 De vorming van politieke partijen. ..............................................................................14<br />

3.3 Ontwikkeling naar de politieke partijen van vandaag. .................................................15<br />

3.4 Partijen actief in de nationale politiek. ........................................................................16<br />

3.5 De politieke partij als vereniging.................................................................................17<br />

4 Onderzoeksresultaten.........................................................................................................19<br />

4.1 Hoe zijn de verschillende politieke partijen georganiseerd?.........................................19<br />

4.2 Wat zijn de fundamentele verschillen tussen deze organisaties? ..................................20<br />

4.3 Hoe ontwikkelen de verschillende generaties zich en waarom is dit relevant voor de<br />

partijstructuur? .................................................................................................................25<br />

4.4 Hoe heeft de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong> zich ontwikkeld?..................................32<br />

4.5 Wat zijn de kansen en bedreigingen voor de <strong>ChristenUnie</strong>? ........................................41<br />

5 Conclusies en discussie......................................................................................................47<br />

5.1 Analyse.......................................................................................................................47<br />

5.2 Synthese. ....................................................................................................................49<br />

5.3 Discussie (stellingen)..................................................................................................50<br />

6 Evaluatie en aanbevelingen................................................................................................51<br />

6.1 Evaluatie.....................................................................................................................51<br />

6.2 Aanbevelingen............................................................................................................52<br />

7 Literatuurlijst.....................................................................................................................54<br />

Bijlage 1 – De partijstructuur van het CDA. .........................................................................55<br />

Bijlage 2 – De partijstructuur van de PvdA...........................................................................60<br />

Bijlage 3 – De partijstructuur van de SP. ..............................................................................63<br />

Bijlage 4 – De partijstructuur van de VVD. ..........................................................................66<br />

Bijlage 5 – De partijstructuur van de PVV............................................................................71<br />

Bijlage 6 – De partijstructuur van GroenLinks......................................................................74<br />

Bijlage 7 – De partijstructuur van D66..................................................................................78<br />

Bijlage 8 – De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong>. ..............................................................82<br />

Bijlage 9 – De partijstructuur van de SGP.............................................................................85<br />

Bijlage 10 – Interview met Arno Brok (VVD). .....................................................................89<br />

Bijlage 11 – Interview met Hans van den Broek en Andries Ekhart (PvdA). .........................92<br />

Bijlage 12 – Tweegesprek met Jouke-Jan de Groot (<strong>ChristenUnie</strong>).......................................99<br />

Bijlage 13 – Vragenlijst kaderleden <strong>ChristenUnie</strong>...............................................................103<br />

Bijlage 14 – Metadata vragenlijst kaderleden <strong>ChristenUnie</strong>. ...............................................115<br />

Supplement A – Losse bundel met statuten en reglementen. ...............................................130<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 3 8 september 2009


Voorwoord<br />

Deze afstudeeropdracht is bijzonder. Eerder dit voorjaar was ik op de NHL al afgestudeerd in<br />

de richting Built Environment (verkeerskunde), net voordat de school de gebouwen aan de<br />

Vondelstraat gaat verlaten. Het was in 1980, nu bijna dertig jaar geleden, dat ik op de HTS in<br />

Leeuwarden als student werktuigbouwkunde in de schoolbanken zat. Inmiddels is die school<br />

opgegaan in de NHL, de gebouwen zijn uitgebreid en het aantal studenten is verveelvoudigd.<br />

Toch ademt het gebouw voor mij nog iets bekends uit, iets van vroeger. Nog even, want<br />

binnen een jaar zal de school deze zo vertrouwde plek verlaten om er nooit meer terug te<br />

keren.<br />

Na twee jaren van vruchteloze pogingen, kwam ik tot de conclusie dat het traditionele<br />

studeren niet zo goed bij mij paste. Ik ben daarop mijn eigen weg gegaan en dat ging goed. Na<br />

een lange en afwisselende carrière werk ik nu als beleidsadviseur Verkeer & Vervoer bij de<br />

provincie Fryslân. Daarnaast ben ik al jaren actief binnen de <strong>ChristenUnie</strong>, het laatste jaar ook<br />

als lid van het Landelijke Betuur. Geïnspireerd door mijn omgeving ben ik gaan nadenken<br />

over mijn verdere persoonlijke ontwikkeling. De Covey-cursus 1 en de cursus Excellent<br />

Onderhandelen 2 hebben beide in belangrijke mate aan dat proces bij gedragen.<br />

In overleg met en op kosten van mijn werkgever ben ik daarom in het voorjaar van 2008 een<br />

tweetal EVC-procedures (Erkenning van Verworven Competenties) gestart. Dit heeft geleid<br />

tot een dubbele afstudeeropdracht in 2009, waarvan dit de laatste is.<br />

Mijn eerste onderwerpkeuze was “Interpretaties van integriteit” met een focus op mijn eigen<br />

organisatie. Ne enkele maanden bleek deze keuze toch te veel risico’s met zich mee te<br />

brengen. Na een periode van bezinning heb ik de draad weer opgepakt en ben met een nieuw<br />

onderwerp gestart. Ik heb daarbij opnieuw gekozen voor de partijstructuur van de<br />

<strong>ChristenUnie</strong>, een onderwerp wat dichtbij mij staat. In 1979 werd ik voor het eerst lid van een<br />

politieke partij en wel D66. Midden jaren tachtig voelde ik mij meer thuis bij de christelijke<br />

EVP, maar ik wilde uiteindelijk de overstap naar GroenLinks niet volgen. In 1994 werd ik<br />

actief voor de RPF in Sneek en daar ben ik sindsdien gebleven. Sinds 2008 ben ik ook lid van<br />

het Landelijk bestuur van de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

Ik wil mijn collega’s, degenen die meewerkten aan de interviews en gesprekken, de<br />

begeleidende docenten en mijn vrouw Nienke bedanken voor hun inbreng en steun bij het<br />

gehele proces. Om na zo’n lange tijd de terminologieën van een onderwijsomgeving weer op<br />

te pakken valt niet mee. Er zijn grote culturele verschillen tussen een leer- en een<br />

werkomgeving. En als je als laatstejaars nog uitgelegd moet worden wat een “propedeuse”<br />

inhoudt, is er nog een hele kloof te overbruggen.<br />

Met het uitvoeren van deze opdracht heb ik voldaan aan het eindniveau van de<br />

bacheloropleiding Bestuurskunde / Overheidsmanagement. Ik spreek daarbij de hoop uit dat<br />

dit document ook binnen de <strong>ChristenUnie</strong> een rol mag gaan vervullen als aanzet voor een<br />

verder bewustwording- en veranderingsproces. Veel leesplezier daarbij gewenst.<br />

Gert Schouwstra.<br />

1 Stephen R. Covey, De 7 Eigenschappen van Effectief Leiderschap, 1993.<br />

2 Roger Fischer, William Ury & Bruce Patton, Excellent Onderhandelen (The Harvard Negotiation Project)<br />

1981.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 4 8 september 2009


1 Inleiding<br />

In het voorjaar van 2008 is door mij een EVC-procedure gevolgd. De eindcompetenties van<br />

de opleiding Bestuurskunde / Overheidsmanagement zijn vergeleken met een door mij<br />

opgesteld portfolio. Om het diploma te kunnen behalen is het hieronder staande concrete<br />

ontwikkeladvies afgegeven:<br />

“Het uitvoeren van een afstudeeropdracht op advanced niveau volgens de syllabus afstuderen,<br />

met een daaraan gekoppeld onderzoek. Dit onderzoek moet het niveau hebben zoals is<br />

opgenomen in het studieprogramma deeltijd Bestuurskunde en Overheidsmanagement.”<br />

Om te kunnen afstuderen, zal aan deze eisen voldaan moeten worden. Hiervoor heb ik een<br />

plan van aanpak geschreven. Dit plan van aanpak is in mei 2009 voorgelegd aan twee<br />

begeleiders van de NHL, de heren J.P.E. van Leeuwen en H. Woudstra en aan twee externe<br />

begeleiders van de <strong>ChristenUnie</strong>, de heren M van Hulst en J.J. de Groot. Na het verwerken<br />

van de commentaren is het plan van aanpak uitgewerkt tot deze scriptie.<br />

1.1 Keuze onderwerp<br />

Gekozen is voor het onderwerp “De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van<br />

de toekomst”. Binnen de <strong>ChristenUnie</strong> zal naar mijn verwachting binnenkort behoefte<br />

ontstaan aan een evaluatie van de structuur en werkwijze. De huidige bestuursvorm is vooral<br />

historisch gegroeid en datzelfde geldt voor de structuur van de vereniging. Andere politieke<br />

partijen zijn soms heel anders georganiseerd.<br />

Gekozen is voor een aanpak waarbij de scriptie in feite in twee delen uiteenvalt. In het eerste<br />

deel wordt ingegaan op het ontstaan van het politieke bestuurssysteem met de bijbehorende<br />

partijstructuren. Daarbij worden negen politieke partijen in Nederland met elkaar vergeleken.<br />

In het tweede deel wordt de ontwikkeling van verschillende generaties geschetst als zijnde<br />

relevant voor de politiek-maatschappelijke ontwikkelingen. Daarna wordt de partijstructuur<br />

van de <strong>ChristenUnie</strong> uitgelicht en geanalyseerd. Hieraan is ook een onderzoek in de vorm van<br />

een enquête onder kaderleden van de partij verbonden. Vervolgens worden de onderdelen bij<br />

elkaar gebracht, conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan voor de toekomstige<br />

partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

Dit onderzoek is niet geschreven in opdracht van de <strong>ChristenUnie</strong> of iemand anders, maar<br />

geheel vanuit de persoonlijke interesse van de schrijver. Belangrijke onderdelen, zoals het<br />

uitzetten van de enquête, zijn wel door het partijbureau van de <strong>ChristenUnie</strong> gefaciliteerd.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 5 8 september 2009


2 De doel- en vraagstelling.<br />

2.1 De doelstelling van deze afstudeeropdracht<br />

Het doel van deze afstudeeropdracht is om vast te stellen of de organisatievorm van de<br />

<strong>ChristenUnie</strong> toekomstvast is in het perspectief van de komende generaties.<br />

Dit doel wordt bereikt door de verenigingstructuren van politieke partijen met elkaar te<br />

vergelijken en daar de meest onderscheidende verschillen uit te destilleren, door de trends en<br />

ontwikkelingen van de verschillende generaties te onderscheiden en door een enquête uit te<br />

voeren onder de kaderleden van de <strong>ChristenUnie</strong>. Met de gevonden verschillen en andere<br />

verzamelde gegevens wordt inzicht verkregen in het functioneren van de verenigingsstructuur<br />

van de <strong>ChristenUnie</strong>, waarmee deze geëvalueerd en verbeterd kan worden.<br />

De resultaten van de scriptie zullen in het najaar van 2009 ook ter informatie aangeboden<br />

worden aan het <strong>ChristenUnie</strong> bestuur. De uit het onderzoek voortkomende conclusies en<br />

aanbevelingen zullen zijn gericht op de ontwikkelingsmogelijkheden voor de <strong>ChristenUnie</strong> als<br />

organisatie.<br />

2.2 Centrale vraagstelling.<br />

Is de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong> toekomstvast in het licht van de komende generaties?<br />

Moet het beleid worden aangepast en is het wenselijk de huidige partijstructuur te<br />

veranderen? Deze vragen zullen worden beantwoord in hoofdstuk 5.<br />

2.3 Afgeleide vragen.<br />

Om de centrale vraag te kunnen beantwoorden, zullen eerst de hieronder staande vragen<br />

moeten worden beantwoord. Hieronder wordt ingegaan op de vraagstelling en de toegepaste<br />

methode. De beantwoording van deze vragen vindt plaats in hoofdstuk 4.<br />

2.3.1 Hoe zijn de verschillende politieke partijen georganiseerd?<br />

Het gaat hier om het verzamelen of opstelen van organigrammen, en benoemen van de taken<br />

en bevoegdheden van de geledingen, enz. Hoe lopen de lijnen van de individuele leden (of<br />

betrokken kiezers) naar de top van de organisatie? Is er naast een formele ook nog een<br />

informele structuur?<br />

Methode:<br />

o Literatuuronderzoek (vooral internet)<br />

o Documentenonderzoek (statuten en reglementen, en organigrammen).<br />

o Open interviews met vertegenwoordigers van politieke partijen.<br />

2.3.2 Wat zijn de fundamentele verschillen tussen deze organisaties?<br />

In feite is deze vraag afgeleid van vraag 2.3.1. Lijken de partijen op elkaar of niet? Wat zijn<br />

de bepalende kenmerken? Het gaat hier om een nadere analyse van de verschillen.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 6 8 september 2009


Methode:<br />

o Beleidsanalyse van de verzamelde gegevens.<br />

2.3.3 Hoe ontwikkelen de verschillende generaties zich en waarom is dit relevant voor de<br />

partijstructuur?<br />

De maatschappij verandert voortdurend. De individualisering en mondigheid nemen nog<br />

steeds toe en de collectiviteit en de organisatiegraad nemen af. Ook is de bindingsgraad per<br />

partij verschillend. De behoeften van verschillende generaties lijken steeds te veranderen.<br />

Politieke partijen moeten hier op inspelen en hun organisatie aanpassen om te kunnen<br />

overleven. Maar welke trends zijn relevant?<br />

Methode:<br />

o Literatuuronderzoek.<br />

o Half gestructureerde interviews.<br />

o Beleidsanalyse van de verzamelde gegevens.<br />

2.3.4 Hoe heeft de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong> zich ontwikkeld?<br />

Na de fusie van GPV en RPF heeft de <strong>ChristenUnie</strong> zich verbreed tot een principiële sociaalchristelijke<br />

partij. Hierdoor zijn er nieuwe kiezers bijgekomen, o.a. uit de evangelische en<br />

rooms-katholieke hoek. Ook de maatschappelijke trend om meer te democratiseren gaat niet<br />

aan de partij voorbij. Welke verbeteringen zijn gewenst? En welke zijn mogelijk? Dit moet<br />

vooral blijken door de in interviews en enquête gesignaleerde knelpunten uit te werken.<br />

Methode:<br />

o Half gestructureerde interviews.<br />

o Vragenlijst (enquête kaderleden via internet) met data-analyse.<br />

o Beleidsanalyse van de verzamelde gegevens.<br />

2.3.5 Wat zijn de kansen en bedreigingen voor de <strong>ChristenUnie</strong> als organisatie?<br />

Wat zijn de sterke en zwakke kanten van de partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong>? Is er iets te<br />

leren van de vergelijking met de structuur van de andere partijen of de resultaten van de<br />

enquête? En als blijkt dat dit zo is, gaat het dan om bijstellen, of een fundamentele wijziging<br />

van de organisatie? In feite worden alle verzamelde data en verkregen antwoorden hier<br />

samengebracht, waarna de centrale vraag beantwoord kan worden.<br />

Methode:<br />

o Half gestructureerde interviews.<br />

o Beleidsanalyse van de verzamelde gegevens.<br />

2.4 Gebruikte werkwijze en methodologie.<br />

2.4.1 Welke politieke partijen worden bij de vergelijking betrokken?<br />

Bij het onderzoek naar partijstructuren moest in deze studie een beperking worden<br />

aangebracht in het aantal partijen. Vanwege het grote aanbod was het niet wenselijk om elke<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 7 8 september 2009


partij in het onderzoek te betrekken. Belangrijk is om te weten of partijen qua structuur<br />

onderscheidend zijn ten opzichte van elkaar. Om dit te weten te komen is gebruik gemaakt<br />

van literatuuronderzoek (vooral internet), documentenonderzoek (statuten en reglementen) en<br />

interviews met kaderleden van de partij. Redenerend vanuit partijgrootte, zich<br />

onderscheidende partijstructuren en politieke relevantie is een voorlopige keuze gemaakt.<br />

Bestuurservaring en bewezen stabiliteit zijn ook factoren die bij deze selectie hebben<br />

meegewogen. Op deze mnier zijn er naast de <strong>ChristenUnie</strong> nog 7 partijen geselecteerd, te<br />

weten: CDA, PvdA, SP, VVD, PVV, GroenLinks en D66. Dit omdat binnen deze groep<br />

partijen de meest voorkomende verschillen kunnen worden verwacht. Vanwege de door velen<br />

ervaren ideologische verwantschap met de <strong>ChristenUnie</strong>, het historisch perspectief en het feit<br />

dat het om de oudste nog bestaande politieke partij in Nederland gaat, is ook de SGP als 9 e<br />

partij meegenomen.<br />

Niet alle partijen zijn meegenomen. Zo waren de ééndagsvliegen Leefbaar Nederland en LPF<br />

in 2007 en 2008 al opgeheven. Ook TON, die net heeft aangekondigd mee te zullen doen met<br />

de gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam, maar verder aan een interne strijd ten onder lijkt<br />

te gaan, is in het onderzoek niet meegenomen.<br />

In de loop van dit onderzoek bleek dat ook Andre Krouwel c.s. bij zijn onderzoek in 2008<br />

voor dezelfde negen politieke partijen had gekozen en deze naar typering in een model had<br />

gezet. Op zich zegt de politieke typering links/rechts niet veel over de verenigingsstructuur.<br />

Bij de typering progressief/conservatief zou het heel goed kunnen zijn dat deze typering niet<br />

alleen in de politieke opvattingen weerklinkt, maar ook zijn weerslag vindt in de vormgeving<br />

van de interne partijstructuren.<br />

Afbeelding 1: Model van de Nederlandse politieke ruimte – A. Krouwel en K. van Kersbergen (2008)<br />

2.4.2 Wetenschappelijk onderzoek versus argumentatie?<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 8 8 september 2009


Een onderzoek behoort op wetenschappelijk verantwoorde wijze te worden uitgevoerd.<br />

Meestal gebeurt dat door onderzoeksgegevens te analyseren en de uitkomsten samen te<br />

voegen tot conclusies. Bij het schrijven van een scriptie over een politiek onderwerp is die<br />

wetenschappelijke benadering heel moeilijk. In de politiek gaat het immers om opvattingen,<br />

om redeneringen, die niet altijd langs wetenschappelijk logisch lijnen lopen en desondanks<br />

een grote waarde in het maatschappelijk leven vertegenwoordigen. Politiek is bijna nooit<br />

wetenschappelijk verantwoord, maar wordt wel vaak met zware argumenten onderbouwd. De<br />

benadering en de focus zijn geheel anders. Mogelijk ligt hier het grote onderscheid tussen<br />

bestuurskunde en politicologie.<br />

“Bestuurskunde (engels: Public Administration) is een wetenschappelijke discipline die zich<br />

bezighoudt met de wijze waarop het openbaar bestuur functioneert, zowel intern als extern.<br />

Bestuurskundigen houden zich bezig met de beschrijving, verklaring en oplossing van<br />

praktische vraagstukken die te maken hebben met het bestuur de organisatie en het beleid van<br />

organisaties in het openbaar bestuur, in relatie tot de omgeving.” 3<br />

Bestuurskundigen houden zich dus vooral bezig met de organisatie van het openbare bestuur.<br />

Duwen en trekken en maken van beleid om maatschappelijke problemen op te lossen of<br />

doelen te verwezenlijken. Ze gebruiken veelal aanvaarde empirische of formele<br />

wetenschappelijke methoden. Het gaat in deze wetenschap om algehele kennis van het<br />

functioneren van de overheid, om public management.<br />

“Politicologie, ook wel politieke wetenschappen genoemd, is een discipline binnen de sociale<br />

wetenschappen die zich bezighoudt met het bestuderen van politiek. De huidige politicologie<br />

is in vergelijking met andere wetenschappen opmerkelijk omdat zij niet één methode hanteert<br />

en er niet één eenduidige definitie van het vakgebied te geven is.” 4<br />

Politicologen beschouwen het openbare bestuur dus op een geheel andere wijze: er wordt<br />

gewerkt met eigen methoden en normatieve aannames. De politicologie onderscheidt zich<br />

daarmee van andere vakken. Het ontbreken van een eenduidige definitie van het vakgebied,<br />

zonder vaste methode of theoretisch kader, maar daarbij wel doen van normatieve aannames<br />

is zeer ongebruikelijk. De niet zo vaak gebruikte term “normatieve wetenschap” 5 zou hier<br />

heel goed van toepassing kunnen zijn, omdat uit deze benaming het contradictionaire karakter<br />

naar voren komt. Wetenschap die een norm bevat of stelt, is immers uitzonderlijk.<br />

Binnen de verenigingsstructuur van een politieke partij komt het vaak voor dat de<br />

bestuurskundige en de politicologische invalshoek in elkaar overlopen. Deze werkwijze is<br />

goed te verklaren. Dat er behoefte is aan een goede organisatiestructuur binnen een politieke<br />

partij moge duidelijk zijn. De politici fungeren hierbij zelf als opdrachtgevers en laten de<br />

uitvoering en het ontwerpen van de structuren wijselijk over aan professionals, maar ze<br />

drukken natuurlijk wel hun stempel bij de uiteindelijke besluitvorming. Hierdoor ontstaat een<br />

mix, die resulteert in een bijzondere eigen cultuur. Op deze wijze onderscheiden politieke<br />

verenigingen zich van elke andere vereniging.<br />

Bij het beschouwen van een politieke organisatiestructuur is de wetenschappelijke<br />

bestuurskundige benadering misschien niet de beste en zeker niet de enige methode. De<br />

3 Definitie overgenomen uit Wikipedia.<br />

4 Definitie overgenomen uit Wikipedia.<br />

5 D. Batens, Menselijke kennis - pleidooi voor een bruikbare rationaliteit (Garant 2004)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 9 8 september 2009


politicologische insteek (geen vaste methode, maar wel goed beargumenteren en beredeneren)<br />

zou hier wel eens beter kunnen werken. Dat oordeel moet echter door de lezer gegegeven<br />

worden.<br />

In ieder geval wordt deze benadering wel ondersteund: Professor Michiel Herweijer schreef<br />

hierover: “Wie de houdbaarheid van een bepaalde stelling wil aantonen, wordt uitgedaagd<br />

om te argumenteren. /……/ Voor de diverse stappen in de redenering zullen argumenten<br />

moeten worden gegeven. Een consistent en logisch verhaal vertrekkend vanuit algemeen<br />

geaccepteerde aannames heeft overtuigingskracht. De houdbaarheid van de claim zal echter<br />

moeten worden vastgesteld door anderen.” 6<br />

Om het doel te bereiken, namelijk het beantwoorden van de vraag of de organisatie van de<br />

<strong>ChristenUnie</strong> toekomstvast is in het licht van de komende generaties, wordt dus gekozen voor<br />

een dubbele aanvliegroute. Bij het vergelijken van partijstructuren is gekozen voor een meer<br />

methodische benadering. Bij het doorvertalen van de generatieverschillen en de uitkomsten<br />

van de enquête is gekozen voor een beschouwende, wat normatieve redeneerlijn welke zo<br />

veel mogelijk met argumenten wordt ondersteund.<br />

Soms gaan dingen anders dan gedacht. Of met deze werkwijze de juiste benadering is<br />

gekozen mag de lezer uitmaken. Elsschot schreef het al in een gedicht: “Want tussen droom<br />

en daad staan wetten in de weg, en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand<br />

kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.” 7<br />

2.4.3 Gekozen werkwijze bij de diverse onderdelen.<br />

Bij de verschillende onderdelen, die overigens behoorlijk door elkaar heen lopen, is gekozen<br />

voor diverse werkwijzen. De reden hiervoor is uitgelegd in de vorige paragraaf.<br />

Voor de vergelijking van de partijstructuren is vooral gebruik gemaakt van<br />

literatuuronderzoek. Nadat was bepaald welke partijen relevant waren voor het onderzoek,<br />

zijn de verschillende statuten en reglementen van de betreffende partijen naast elkaar gelegd<br />

en uitgeplozen. Vervolgens is een vergelijking gemaakt en systematisch uitgeschreven in<br />

factsheets. Deze factsheets zijn als bijlagen 1 t/m 9 toegevoegd.<br />

Voor de generatievergelijking is gebruik gemaakt van bestaande literatuur en veel<br />

commentaren op internet. Hierin is een verhaallijn aangebracht die aansluit bij het onderwerp<br />

en er zijn enkele conclusies aan verbonden.<br />

Aan de interviews met burgemeester Brok (VVD) en wethouders Van den Broek en Ekhart<br />

(PvdA) die integraal zijn opgenomen in bijlage 10 en 11, is op zichzelf niet veel betekenis te<br />

geven. Ze leveren wel een belangrijke ondersteuning voor de gevonden resultaten. Gekozen is<br />

voor een open interview over de ontwikkeling van de partijstructuren en culturele verschillen.<br />

Het tweegesprek met de heer de Groot (<strong>ChristenUnie</strong>) heeft een belangrijke bijdrage geleverd<br />

bij het opstellen van de redeneerlijnen. De gesprekslijn hiervan is puntsgewijs opgenomen in<br />

bijlage 12.<br />

6 M. Herweijer, Normen en rechtshandelingen, rechtswetenschap als interpreteren en observeren (2003)<br />

7 Willem Elsschot, Het Huwelijk (1910)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 10 8 september 2009


Tijdens het gesprek met de heer de Groot is het idee geboren om in plaats van een beperkte<br />

algemene ledenpoll (1 vraag, met maximaal 7 antwoorden) een uitgebreidere enquête onder<br />

alleen de kaderleden te houden. Gekozen is voor stellingen waarbij op een schaal van 1 tot 5<br />

kon worden aangegeven in hoeverre men het met de stelling eens was. De stellingen hadden<br />

betrekking op knelpunten die in de diverse gesprekken naar voren waren gebracht. De<br />

resultaten zijn opgenomen in de bijlagen 13 en 14.<br />

De <strong>ChristenUnie</strong> wilde de enquête faciliteren via haar website en door een bericht naar de<br />

ruim 1800 kaderleden te versturen. Bijzonder was dat er geen compleet mailbestand van het<br />

kader bleek te zijn. Er waren wel aparte adressenbestanden van de bestuurdersvereniging (alle<br />

volksvertegenwoordigers en bestuurders) en van de secretarissen van de lokale verenigingen.<br />

Van alle overige bestuursleden, staffunctionarissen en schaduwfractieleden waren geen<br />

digitale adressenbestanden beschikbaar. Daarom is aan de secretarissen verzocht de<br />

vragenlijst binnen hun vereniging door te zenden. In hoeverre dat ook is gebeurd, kan niet<br />

worden nagegaan.<br />

Nadat alle gegevens zijn verzameld, zijn de hierboven beschreven onderdelen samengevoegd<br />

en is met behulp van argumenten een redeneerlijn neergezet, met de daarbij behorende<br />

conclusies. Hiermee is het geheel een logisch en duidelijk verhaal geworden.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 11 8 september 2009


3 Inhoudelijke oriëntatie<br />

De diepte in over het onderwerp partijstructuren en verwante zaken. Algemene theorie over<br />

de organisatie van het openbaar bestuur en politieke partijen in Nederland. Hoe werkt het<br />

systeem?<br />

In onze moderne democratieën kennen wij partijenstelsels. In sommige landen met twee of<br />

drie partijen, in andere landen met veel meer partijen. Daarnaast komt ook het personenstelsel<br />

voor. Het Nederlandse woord democratie stamt af van de Griekse woorden “dèmos” (volk) en<br />

“kratein” (heersen, regeren). De kern van een moderne democratie is dat het volk<br />

vertegenwoordigers kiest om wetten te maken en het land te regeren. Maar het kon ook<br />

anders: in het oude Athene stemde het volk zelf rechtstreeks over de wetten.<br />

We kunnen dus onderscheid maken tussen een directe democratie en een representatieve<br />

democratie. In een directe democratie kan iedereen die aan een wet moet gehoorzamen in<br />

gelijke mate meebeslissen over die wet. Vanwege praktische bezwaren wordt dit systeem in<br />

zijn oorspronkelijke vorm nergens meer toegepast.<br />

De representatieve democratie is ontstaan toen bevolkingsgroepen uitdijden en er steeds<br />

grotere gebieden bestuurd moesten worden. In een representatieve democratie draagt het volk<br />

een aantal nauwkeurig gedefinieerde bevoegdheden voor een beperkte tijd over aan een aantal<br />

afgevaardigden welke het volk 'representeren' en de wil van het volk uitvoeren. De invoering<br />

had zeker praktische redenen: directe democratie was voor een dorp met een paar honderd<br />

inwoners nog wel goed te organiseren, maar voor een heel land en verstoken van onze<br />

moderne communicatiemiddelen was het ondoenlijk. Een goed voorbeeld van een<br />

representatieve democratie is onze parlementaire democratie. Belangrijk aandachtspunt bij<br />

een representatieve democratie is wel dat er regelmatig verkiezingen moeten worden<br />

gehouden om te voorkomen dat de bevoegdheden permanent uit handen van het volk gaan.<br />

Directe democratie in een moderne context houdt in dat er instrumenten bestaan waarmee het<br />

volk macht kan uitoefenen, bijvoorbeeld door een bindend referendum op volksinitiatief.<br />

Nederland is ook een representatieve democratie, maar dat is niet altijd zo geweest,<br />

bijvoorbeeld in de Middeleeuwen. De Nederlandse democratie heeft wel een lange<br />

geschiedenis. Opmerkelijk is daarbij dat Nederland langer een republiek dan een monarchie is<br />

geweest.<br />

3.1 Historisch perspectief.<br />

Nederland ontwikkelde zich direct na de middeleeuwen als een zelfstandige natie.<br />

In 1568 begon de tachtigjarige oorlog doordat de Nederlandse gewesten gezamenlijk in<br />

opstand tegen de Spaanse koning kwamen. Onderling waren ze echter zo verdeeld dat ze niet<br />

gezamenlijk konden optrekken. Pas in 1579 verenigden de Noordelijke gewesten zich binnen<br />

de Unie van Utrecht die in de jaren daarna nog verder werd uitgebreid. Twee jaar later<br />

verklaarden de gewesten zich zelfstandig 8 en werd er een zoektocht opgezet naar een nieuwe<br />

landvoogd die het gebied wilde besturen. Dat wilde om politieke redenen niet zo goed slagen<br />

8 Plakkaat van Verlatinghe, 26 juli 1581, deze acte heeft enkele opvallende parallellen met de Amerikaanse<br />

Onafhankelijkheidsverklaring van 1776.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 12 8 september 2009


en daarom werd besloten om zelfstandig verder te gaan. In 1588 werd de Republiek der Zeven<br />

Verenigde Nederlanden opgericht. Deze kende een Staten-Generaal en een stadhouder uit het<br />

huis van Oranje als staatshoofd van de Republiek. Pas bij de vrede van Münster in 1648 werd<br />

het land erkend door de omliggende staten. Met zijn ongeveer tweeëneenhalf miljoen<br />

inwoners was Nederland geen grote staat, maar economisch en politiek gezien werd het in de<br />

Gouden Eeuw een wereldmacht.<br />

Dan komen er opnieuw rumoerige tijden. Na ruim 200 jaar, in 1795, werd door Frankrijk een<br />

einde gemaakt aan de zelfstandige republiek. Daarbij werden grote staatkundige<br />

hervormingen doorgevoerd. Na een militaire inval van Napoleon werd in Nederland de<br />

Bataafsche Republiek gesticht. Op 1 mei 1798 werd de eerste Grondwet 9 voor Nederland<br />

vastgesteld. Deze zogenaamde Staatsregeling heeft niet lang standgehouden. Na een<br />

structuurwijziging werd in 1806 de Bataafse Republiek opgeheven en werd ons land het<br />

“Koningrijk Holland” (geen spelfout), een constitutionele monarchie met Lodewijk Napoleon<br />

Bonaparte als heersend vorst. Ook deze heeft niet lang standgehouden, in 1810 werd de<br />

Grondwet opzij geschoven, het “Koningrijk Holland” geannexeerd en onderdeel gemaakt van<br />

Frankrijk.<br />

In 1813 werd Napoleon verslagen en werden door de overwinnaars grote staatkundige<br />

hervormingen doorgevoerd. Nederland haalde opnieuw een lid van het huis van Oranje<br />

binnen, maar nu als soeverein vorst. Nederland is dan nog even een prinsdom. Het Koninkrijk<br />

der Nederlanden werd in 1815 uitgeroepen waarbij Willem Frederik, de zoon van stadhouder<br />

Willem V, als koning Willem I op de troon kwam. Vanaf dat moment werd Nederland<br />

opnieuw een constitutionele monarchie. Hieraan is, met uitzondering van de periode 1940-<br />

1945, niet veel meer gewijzigd, wel zijn er andere belangrijke staatsrechtelijke wijzigingen<br />

geweest. In 1830 kwamen de Zuidelijke Nederlanden in opstand en stichtten een jaar later het<br />

nieuwe koninkrijk België. Ook het groothertogdom Luxemburg kwam hierdoor iets verder<br />

van Nederland te staan en werd in 1890 helemaal zelfstandig. Het hertogdom Limburg werd<br />

al in 1867 opgeheven en als provincie aan Nederland toegevoegd.<br />

Omdat er geen draagvlak meer was voor een product van de Franse revolutie, werd door de<br />

prins van Oranje in 1813 direct opdracht gegeven om een nieuwe Grondwet 10 op te stellen. In<br />

deze wet, die in 1814 gereed kwam, is de basis gelegd voor de huidige constitutionele<br />

monarchie. In artikel 52 van de Grondwet werd de volgende tekst opgenomen: De Staaten<br />

Generaal vertegenwoordigen het geheele Nederlandsche volk.” Hiermee werd volledig<br />

gebroken met de soevereiniteit van de provincies zoals die voor 1795 bestond.<br />

Al in 1815 besluit koning Willem 1 tot het vernieuwen van de Grondwet 11 . Hierbij werden de<br />

Staten-Generaal gesplitst in twee kamers: de Eerste Kamer, die werd benoemd door de<br />

Koning, mocht alleen ja of nee zeggen tegen een wetsvoorstel, de Tweede Kamer mocht<br />

stemmen over alle wetsvoorstellen en ze ook indienen. De koning behield veel macht en kon<br />

desgewenst de beide Kamers omzeilen. In 1840 werd de Grondwet opnieuw herzien en de<br />

afsplitsing van België eindelijk geregeld.<br />

In 1848 braken overal in Europa revoluties uit, wat er waarschijnlijk aan heeft meegewerkt<br />

dat koning Willem II aan Johan Rudolf Thorbecke de opdracht gaf om de Grondwet<br />

ingrijpend te herzien en te liberaliseren. Hiermee werd de grondslag gelegd voor onze huidige<br />

9 Staatsregeling van 1798 / Grondwet van de Bataafse Republiek (1 mei 1798)<br />

10 Grondwet voor de Vereenigde Nederlanden (29 maart 1814)<br />

11 Grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden (24 augustus 1915)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 13 8 september 2009


parlementaire democratie. De macht van de koning werd flink ingeperkt en niet hij, maar de<br />

ministers werden vanaf dat moment verantwoordelijk voor het gevoerde beleid. De Tweede<br />

Kamer werd rechtstreeks gekozen en kreeg meer invloed. Wel was nog lang niet iedereen<br />

stemgerechtigd, alleen mannen die belasting betaalden mochten stemmen.<br />

Bij de herziening van de Grondwet in 1848 12 wordt de basis gelegd voor de bestuurlijke<br />

inrichting die we het “Huis van Thorbecke” noemen. Hierin worden de rollen en<br />

bevoegdheden van Koning, Staten-Generaal, Provincies en Gemeenten (Staatshoofd en 3<br />

bestuurslagen) beschreven.<br />

In latere jaren 13 volgen nog meer wijzigingen: het kiesrecht wordt<br />

aan steeds meer groepen toegekend, het districtenstelsel wordt<br />

vervangen door een systeem van evenredige vertegenwoordiging en<br />

in 1922 werd als laatste grote wijziging het vrouwenkiesrecht in de<br />

Grondwet verankerd. In 1983 vond een Algehele herziening van de<br />

Grondwet plaats. Hierbij werd de inhoud van de wet niet<br />

fundamenteel gewijzigd, wel werd de tekst geheel herzien,<br />

verouderde passages geschrapt en werden enkele nieuwe<br />

grondrechten toegevoegd. De Grondwet is dus beslist niet statisch,<br />

ook na 1983 zijn nog veel kleine wijzigingen doorgevoerd. 14<br />

3.2 De vorming van politieke partijen.<br />

Afbeelding 2: J.R. Thorbecke<br />

Een politieke partij is een organisatie die er op gericht is om door middel van deelname aan<br />

verkiezingen invloed uit te oefenen op het overheidsbeleid. Dat kan lokaal, regionaal, of<br />

nationaal zijn (binnen het huis van Thorbecke) en sinds de grondwetsherziening van 1983 ook<br />

binnen Europa.<br />

De vorming van politieke partijen in Nederland is betrekkelijk laat op gang gekomen. Een<br />

redelijke verklaring hiervoor lijkt te vinden te zijn in de ontwikkelingsgeschiedenis. In de 19 e<br />

eeuw moesten de leden van de beide Kamers van de Staten-Generaal niets van partijvorming<br />

hebben, omdat ze bang waren dat hierdoor hun persoonlijke positie zou worden aangetast.<br />

Tijdens de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden waren de Staten-Generaal nog niet<br />

de volksvertegenwoordiging zoals die we nu kennen. Het was meer een congres van<br />

afgezanten van de soevereine Provinciën. Deze werkwijze had grote gevolgen voor de<br />

besluitvorming. Voordat ergens overeenstemming over kon worden bereikt, moest iedere<br />

gewestelijke afvaardiging meestal eerst overleggen met de hun lastgevende Provinciale<br />

Staten.<br />

Bij de nieuwe Grondwet van 1814 werd met dit systeem gebroken en kregen de leden van de<br />

Staten-Generaal een volksvertegenwoordigende functie. Ze moesten vanaf dat moment<br />

stemmen zonder “last en ruggespraak”. Toch duurde het nog tot ver na de grote herziening<br />

van Thorbecke voordat er landelijke politieke partijen werden gevormd. Pas in 1879 werd<br />

door Abraham Kuiper de Anti-Revolutionaire Partij opgericht. Er werd toen nog steeds met<br />

12 Op 3 november 1848.<br />

13 In de jaren 1887, 1917, 1922, 1938, 1946, 1948, 1954, 1956, 1963 en 1971.<br />

14 In de jaren 1987, 1995, 1999, 2000, 2002, 2005, 2006 en 2008.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 14 8 september 2009


een districtenstelsel gewerkt. Vooral bij de liberalen bestond nog veel weerstand tegen het<br />

idee van partijvorming. Geleidelijk ontstonden binnen de districten toch allerlei<br />

kiesverenigingen, die vervolgens elkaar opzochten en steeds meer gingen samenwerken. Ook<br />

op nationaal niveau ontstond meer toenadering. Geestverwante partijen zochten elkaar op en<br />

gingen samenwerken. Vanwege het absolute meerderheidsstelsel ontstonden er twee blokken<br />

die met wisselend succes met elkaar streden om de parlementaire meerderheid. In het<br />

linkerblok opereerden de liberalen en later ook de socialisten. Het rechterblok werd gevormd<br />

door de Protestants-Christelijken en de Rooms-Katholieken.<br />

In 1917 werd het districtenstelsel opgeheven en daarvoor in de plaats werd een stelsel van<br />

evenredige vertegenwoordiging ingevoerd. De vaste samenwerkingsverbanden vielen uit<br />

elkaar wat het definitieve einde betekende van de twee ‘blokken’. Elke partij ging zijn eigen<br />

koers. Uiteindelijk ontstonden er drie hoofdstromingen: confessioneel, liberaal en sociaaldemocratisch.<br />

De meeste wijzigingen bestonden vanaf dat moment uit afsplitsingen en<br />

samenvoegingen binnen deze hoofdstromingen. De oudste nu nog bestaande partij van<br />

Nederland is de Staatkundig Gereformeerde Partij, opgericht in 1918.<br />

Het woord “partij” werd overigens zo veel mogelijk vermeden vanwege gevoeligheden bij de<br />

afschaffing van het districtenstelsel. Die gevoeligheid is er nu al lang niet meer, maar werkt in<br />

onze tijd nog wel steeds door. Ook in de huidige Kieswet 15 komt het woord “partij” niet voor<br />

en wordt in plaats daarvan de term “politieke groepering” gebruikt.<br />

Politieke partijen ontstonden doordat volksvertegenwoordigers op basis van (h)erkenning met<br />

elkaar gingen samenwerken. De behoefte om zich gezamenlijk te profileren werd daardoor<br />

steeds sterker en er ontstonden groeperingen. Deze kregen behoeften om zich te conformeren<br />

aan gezamenlijke beginselen en visies. Daarmee ontstond spanning met het in de Grondwet<br />

verankerde principe om te handelen “zonder last en zonder ruggespraak”. De woorden<br />

“fractiediscipline”, “partijstandpunt”, “dissidenten” en “afsplitsing” werden politieke<br />

begrippen. Omdat er in partijverband wel veel behoefte aan overleg en afstemming was,<br />

werden in 1983 de woorden “en zonder ruggespraak” uit de tekst van de Grondwet geschrapt.<br />

3.3 Ontwikkeling naar de politieke partijen van vandaag.<br />

Tot in het midden van de jaren 60 konden politieke partijen rekenen op een vaste aanhang.<br />

Daarna begon de maatschappij te ontzuilen en deconfessionaliseren. Idealen raakten naar de<br />

achtergrond en de traditionele binding van de kiezers met de politieke partijen verdween, met<br />

als gevolg steeds heftiger fluctuaties in de verkiezingsuitslagen. Dit betekende een veel<br />

grotere inspanning voor de partijen om de gunst van de kiezer te verwerven. De partijen<br />

gingen daarin steeds meer op elkaar lijken en moesten op zoek naar thema’s waarin ze zich<br />

nog konden onderscheiden, de zogenaamde “kroonjuwelen”. Opvallend is dat de rol van<br />

politieke leiders als het gezicht van de partij daarbij steeds belangrijker is geworden.<br />

15 Kieswet, 28 september 1989.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 15 8 september 2009


Het is ondoenlijk om alle politieke partijen die in Nederland actief zijn uitgebreid te<br />

beschrijven. Het merendeel van de partijen en groeperingen is alleen op lokaal niveau actief.<br />

En omdat zij gericht zijn op lokale thema’s en belangen komen de meesten niet tot<br />

samenwerking en zijn daardoor niet actief op nationaal niveau. Een aardige uitzondering<br />

daarop is de SP, die van een lokale beweging is uitgegroeid tot een stabiele nationale partij.<br />

Ook Leefbaar Nederland was een goed voorbeeld van lokale partijen die tot samenwerking<br />

zijn gekomen, zij het dat de partij werd gekenmerkt door onderlinge ruzies en afsplitsingen<br />

waardoor deze vrij snel weer is opgeheven.<br />

Bij de Europese verkiezingen werken de politieke partijen van verschillende landen samen om<br />

zo tot fractievorming in het Europese parlement te komen. Een Europese fractie moet bestaan<br />

uit tenminste 25 parlementsleden uit 7 verschillende lidstaten. Opvallend is dat aan deze<br />

verkiezingen ook politieke partijen meedoen die niet op nationaal niveau actief zijn.<br />

Afbeelding 3: Politieke partijen in Nederland. (Stichting Libertarisch centrum Nederland)<br />

3.4 Partijen actief in de nationale politiek.<br />

Welke politieke partijen zijn er anno 2009 in Nederland actief op nationaal niveau?<br />

Dat lijkt een vrij eenvoudige vraag, maar zoals bij veel vragen is het antwoord heel erg<br />

afhankelijk van de criteria die er gesteld worden. We kunnen onderscheid maken in drie<br />

categorieën: Partijen vertegenwoordigd in de Tweede Kamer, partijen vertegenwoordigd in de<br />

Eerste Kamer en partijen die (nog) nergens zijn vertegenwoordigd. Deze laatste categorie is<br />

het moeilijkst te onderscheiden. Hieronder volgt een korte opsomming.<br />

Politieke partijen vertegenwoordigd in de Tweede Kamer zijn:<br />

Christen Democratisch Appel (CDA) 41 zetels<br />

Partij van de Arbeid (PvdA) 33 zetels<br />

Socialistische Partij (SP) 25 zetels<br />

Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) 21 zetels<br />

Partij voor de Vrijheid (PVV) 9 zetels<br />

GroenLinks 7 zetels<br />

<strong>ChristenUnie</strong> 6 zetels<br />

Democraten ‘66 (D66) 3 zetels<br />

Partij voor de Dieren 2 zetels<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 16 8 september 2009


Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) 2 zetels<br />

Trots op Nederland (TON) 1 zetel<br />

Totaal: 150 zetels<br />

Politieke partijen vertegenwoordigd in de Eerste Kamer zijn:<br />

Christen Democratisch Appel (CDA) 21 zetels<br />

Partij van de Arbeid (PvdA) 14 zetels<br />

Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) 14 zetels<br />

Socialistische Partij (SP) 12 zetels<br />

GroenLinks 4 zetels<br />

<strong>ChristenUnie</strong> 4 zetels<br />

Democraten ‘66 (D66) 2 zetels<br />

Partij voor de Dieren 1 zetel<br />

Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) 2 zetels<br />

Onafhankelijke Senaatsfractie (OSF) 1 zetel<br />

Totaal: 75 zetels<br />

Voorbeelden van politieke partijen die niet vertegenwoordigd zijn in de Staten-Generaal:<br />

Centrum Democraten (slapende partij), De Conservatieven.nl, De Groenen, Groen Vrij, Islam Democraten,<br />

Natuurwetpartij, Libertas, Liberaal Democraten, Leefbaar Nederland, Lijst Pim Fortuin, Nieuwe<br />

Communistische Partij Nederland, Nederland transparant, Partij van de Toekomst, Partij voor Nederland,<br />

Republikeinse Volkspartij, Tamara’s Open Partij, Verenigde Senioren Partij, Vooruitstrevende Integratie partij.<br />

Enz. enz.<br />

3.5 De politieke partij als vereniging.<br />

De Kieswet schrijft voor dat een politieke partij een vereniging met rechtsbevoegdheid is.<br />

Wie dus in Nederland een politieke partij wil beginnen, moet eerst een vereniging oprichten.<br />

Zo 'n vereniging moet voldoen aan de vereisten die het Burgerlijk Wetboek stelt. Verder moet<br />

de politieke partij nog in het verenigingenregister worden ingeschreven. Ook Trots op<br />

Nederland (TON) van Rita Verdonk en de PVV van Geert Wilders moeten zich voegen<br />

binnen de kieswet en zijn dus georganiseerd als een vereniging. TON stelt zich daarbij<br />

ruimhartig op, laat leden toe en moedigt deze aan om te participeren in de partij. De PVV<br />

voldoet alleen aan de minimum eisen die in het Burgerlijk Wetboek aan een vereniging<br />

worden gesteld en laat geen leden toe.<br />

Afbeelding 4: verkiezingen<br />

Voordat een politieke partij aan de verkiezingen kan deelnemen, moeten er nog een paar<br />

stappen worden gezet. De naam moet worden vastgelegd bij de Kiesraad, een orgaan van<br />

zeven door de Kroon benoemde leden. Deze Kiesraad geeft de minister van Binnenlandse<br />

Zaken en het parlement adviezen over de uitvoeringstechnische zaken rond verkiezingen en<br />

het kiesrecht.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 17 8 september 2009


Voordat een partij kan worden opgenomen in het Register van politieke groeperingen zal de<br />

Kiesraad om bewijzen vragen dat zij een geregistreerde vereniging met volledige<br />

rechtsbevoegdheid is. Rechtsbevoegdheid wil zeggen dat de vereniging zelfstandig drager van<br />

rechten en verplichtingen is, dit is vergelijkbaar met de rechten en verplichtingen van iedere<br />

volwassen burger van ons land.<br />

Een vereniging krijgt de gewenste volledige rechtsbevoegdheid nadat zij statuten heeft<br />

vastgesteld en die vervolgens door de notaris heeft laten passeren. Ook moet er door de leden<br />

van de vereniging een bestuur zijn gekozen. Een politieke vereniging wordt ook wel<br />

kiesvereniging genoemd. Een politieke partij bestaat uit een kiesvereniging als basis met<br />

daaromheen andere structuren. Deze hebben vaak hun eigen rechtspersoon. Voorbeelden zijn<br />

het partijbureau, instituten, verenigingen, (vaak zonder eigen rechtsbevoegdheid) fracties, enz.<br />

Afbeelding 5: politieke partijen in verkiezingsstrijd (Europese verkiezingen 2009).<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 18 8 september 2009


4 Onderzoeksresultaten.<br />

In dit hoofdstuk worden de volgende deelvragen uit hoofdstuk 2 beantwoord:<br />

4.1 Hoe zijn de verschillende politieke partijen georganiseerd?<br />

4.2 Wat zijn de fundamentele verschillen tussen deze organisaties?<br />

4.3 Hoe ontwikkelen de verschillende generaties zich en waarom is dit relevant<br />

voor de partijstructuur?<br />

4.4 Hoe heeft de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong> zich ontwikkeld?<br />

4.5 Wat zijn de kansen en bedreigingen voor de <strong>ChristenUnie</strong>?<br />

4.1 Hoe zijn de verschillende politieke partijen georganiseerd?<br />

Aan het begin van dit onderzoek zijn alle politieke partijen schriftelijk benaderd met het<br />

verzoek om informatie te verstrekken. Hierop is door CDA, VVD, D66 en de <strong>ChristenUnie</strong><br />

positief gereageerd. De vijf andere partijen hebben niet gereageerd op het verzoek. Een<br />

mogelijke verklaring hiervoor kan zijn dat het verzoek kort na de Europese verkiezingen is<br />

gedaan, een moment waarop de focus mogelijk niet helemaal gericht meer was op het<br />

electoraat. Dat was geen groot probleem want het voordeel van dit onderzoeksonderwerp is<br />

dat veel informatie openbaar is. Vrijwel alle statuten, reglementen en visies worden door de<br />

partijen gepubliceerd op hun eigen websites. Ook de Rijksuniversiteit Groningen heeft een<br />

grote verzameling statuten, reglementen en beginselprogramma’s van politieke partijen<br />

gepubliceerd op internet. Daarnaast is er veel gepubliceerd over dit onderwerp.<br />

Van al deze politieke partijen is literatuuronderzoek gedaan, in het bijzonder door de statuten,<br />

huishoudelijke reglementen, beginselprogramma’s en organigrammen met elkaar te<br />

vergelijken. Hiervan zijn factsheets gemaakt die als onderzoeksresultaat inhoudelijk op deze<br />

plaats thuis zouden horen, maar vanwege hun grote omvang en steeds repeterende<br />

verschijningsvorm als bijlage 1 t/m 9 zijn opgenomen. Deze bijlagen maken nadrukkelijk deel<br />

uit van dit onderzoek.<br />

Anders is het met de organigrammen. Alleen de PvdA, SP en GroenLinks publiceren een<br />

uitgebreid organigram op internet. De SGP houdt het op de website alleen bij een beknopt<br />

organigram. Vanuit de VVD en de <strong>ChristenUnie</strong> werd door het partijbureau een niet-officieel<br />

organigram verstrekt. Het CDA gaf aan niet over een organigram te beschikken. Ook de PVV<br />

heeft geen organigram, maar de reden hiervoor is dat er geen partijorganisatie is en de<br />

kiesvereniging alleen maar pro-forma bestaat. Voor de partijen waarvan geen organigram<br />

beschikbaar was, is op basis van de statuten en reglementen een organigram samengesteld en<br />

opgenomen in de betreffende factsheet. De factsheet van de PVV wijkt sterk af omdat van<br />

deze partij geen statuten gepubliceerd zijn.<br />

Opvallend is dat sommige partijen kiezen voor het zo volledig mogelijk vastleggen van hun<br />

structuur in de statuten (SP, <strong>ChristenUnie</strong> en SGP) en dat andere partijen uitgaan van<br />

minimale statuten met veel uitwerking in het huishoudelijke reglement. De VVD gaat hier het<br />

verst in. Voor de organisatie van het lokaal en regionaal niveau is bij de VVD niets<br />

opgenomen en wordt direct verwezen naar het huishoudelijke reglement.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 19 8 september 2009


4.2 Wat zijn de fundamentele verschillen tussen deze organisaties?<br />

Naast grote culturele verschillen (de VVD schijnt bijvoorbeeld volgens het interview heel<br />

gezellig te zijn) en ideologische verschillen, zijn er grote verschillen in de manier waarop de<br />

partijen zich hebben georganiseerd. Over dit laatste aspect gaat deze studie. Voor een<br />

onderlinge vergelijking dienen de verschillen vooral onderscheidend ten opzichte van elkaar<br />

te zijn. Bij sommige partijen, zoals D66, SGP, PVV en SP zijn dit soort verschillen zelfs<br />

verworden tot een eigen handelsmerk en deel gaan uitmaken van de identiteit van de partij.<br />

In dit onderzoek is gekeken naar een viertal onderscheidende factoren:<br />

• Veerkracht van de organisatie.<br />

• Medezeggenschap leden / partijdemocratie.<br />

• Interne cultuur van de organisatie. Top-down / bottom-up.<br />

• Gelaagdheid, dan wel versnippering van de organisatie.<br />

In onze maatschappij vinden veranderingen steeds sneller plaats. Generaties volgen elkaar<br />

steeds sneller op (zie verderop in dit hoofdstuk). Daarom wordt hier ingegaan op de wijze<br />

waarop de partij is ingericht en kan inspelen op maatschappelijke behoeften. Is de<br />

partijstructuur strak of zijn er speelse manieren om snel in te spelen op de behoeften van de<br />

leden? Hoe gemakkelijk is het om iets in de partij te veranderen? En zijn die behoeften er wel<br />

bij de achterban? Of vraagt de achterban juist om een heel ander geluid? De volgorde van de<br />

partijen hieronder is bepaald door de grootte van de Tweede Kamerfracties.<br />

4.2.1 CDA<br />

Het CDA 16 bestaat uit één vereniging die op Europees, nationaal en regionaal niveau<br />

opereert. De leden zijn georganiseerd in afdelingen en kunnen zowel de plaatselijke,<br />

provinciale, als landelijke vergadering (het Partijcongres) bezoeken en daar hun volledige<br />

rechten uitoefenen. De statuten zijn vrij algemeen geformuleerd en worden nader uitgewerkt<br />

in het Huishoudelijk Reglement wat ook door het Partijcongres wordt vastgesteld. Op het<br />

Partijcongres zijn alle leden stemgerechtigd en hebben de provinciale afdelingen en<br />

bijzondere organisaties extra stemrecht (totaal ca 200 extra stemmen).<br />

Het CDA is een echte bestuurderspartij, de partij is democratisch georganiseerd maar nogal<br />

gezagsgetrouw, er wordt goed geluisterd naar de partijleiding. In de cultuur is hier en daar<br />

nog steeds de spanning tussen de oude drie partijen terug te vinden. Door de vlakke<br />

organisatie is het relatief gemakkelijk om veranderingen door te voeren, maar hier is intern<br />

niet veel behoefte aan. De partijleiding heeft een centrale positie. De partij leunt nog steeds op<br />

de oude zuilen en heeft net als de meeste kerken te maken met een gestage terugloop in het<br />

ledental. De aanhang bestaat voor een groot deel uit mensen vanuit de middenklasse, vaak<br />

met christelijke wortels.<br />

4.2.2 PvdA<br />

De PvdA 17 bestaat uit één vereniging die op Europees, nationaal en regionaal niveau<br />

opereert. De leden zijn georganiseerd in afdelingen en hebben daar spreek- en stemrecht.<br />

Leden hebben ook spreekrecht op de provinciale vergadering (het Gewest). Vanuit de afdeling<br />

vindt een afvaardiging plaats naar zowel de provinciale, als landelijke vergadering (het<br />

16 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 1.<br />

17 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 2.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 20 8 september 2009


Congres). Er is een onafhankelijk congrespresidium. Er bestaat ook nog een Adviesraad<br />

Verenigingszaken die het partijbestuur adviseert. De basisstructuur van de partij is vastgelegd<br />

in de Statuten en wordt nader uitgewerkt in de Huishoudelijke Reglementen welke ook door<br />

het Congres worden vastgesteld. Door de getrapte structuur is een grote gelaagdheid ontstaan,<br />

waardoor de afstanden binnen de partij vrij groot zijn. De leden hebben geen directe<br />

zeggenschap op hogere niveaus. Daarom is het instrument van een directe (digitale)<br />

ledenraadpleging ingevoerd.<br />

Ook de PvdA is een echte bestuurderspartij, die jaren op de oude zuilen kon vertrouwen.<br />

Vanouds was er een grote actiebereidheid en solidariteit onder de leden. De leden waren<br />

mondiger dan bij het CDA en gewend zich te organiseren via de vakorganisaties. Leiders<br />

spraken de taal van de leden en kwamen voor hen op. Maar ook deze vanzelfsprekendheid<br />

verdween en het ledental is in de afgelopen twintig jaar gehalveerd. De ooit stabiele<br />

prognoses moesten plaats maken voor dagkoersen. De partijleiding heeft een centrale positie.<br />

De PvdA is zich bewust van haar regenteske imago en doet serieuze pogingen om dit te<br />

verbeteren. De aanhang bestaat voor een gedeelte uit de traditionele arbeidersklasse en voor<br />

een deel uit de middelklasse.<br />

4.2.3 SP<br />

De SP 18 bestaat uit één vereniging die op Europees, nationaal en regionaal niveau opereert.<br />

De leden zijn georganiseerd in afdelingen en hebben daar spreek- en stemrecht. Alle<br />

afdelingsvoorzitters worden gekozen en zijn lid van de Partijraad. Vanuit elke afdeling vindt<br />

een afvaardiging plaats naar zowel de regionale, als landelijke vergadering (het Congres).<br />

Vanuit deze drie vergaderingen wordt het partijbestuur gekozen. Het partijbestuur kan op zijn<br />

beurt weer afdelingen en afdelingsbesturen schorsen. De leden hebben geen directe<br />

zeggenschap op hogere partijniveaus.<br />

De SP is een actieve partij, die zich richt op de sociaal zwakkeren en misstanden in onze<br />

maatschappij. De partij verlangt van zijn leden veel inzet: de afdelingen hebben de<br />

verplichting tot het ontwikkelen van activiteiten en moeten daarover maandelijks rapporteren<br />

aan het partijbestuur. Door deze grote collectieve inzet worden leden extra verbonden aan het<br />

gedachtegoed van de partij. Het ledental benadert dan ook dat van de PvdA. De achterban<br />

bestaat veelal uit idealisten en activisten vanuit de arbeidersklasse. Vanouds werd gemikt op<br />

het binnenhalen van proteststemmen, vandaar de tomaat in het partijlogo.<br />

4.2.4 VVD<br />

De VVD 19 bestaat uit één vereniging die op Europees, nationaal en regionaal niveau opereert.<br />

De leden zijn georganiseerd in afdelingen en kunnen zowel de plaatselijke, provinciale, als<br />

landelijke vergadering (de Algemene Vergadering) bezoeken en daar hun volledige rechten<br />

uitoefenen. In de statuten is alleen het hoogstnodige opgenomen, de gehele structuur wordt<br />

verder uitgewerkt in een huishoudelijk reglement. Er wordt vergaderd in afdelingen en<br />

centrales. De Algemene Vergadering is gesplitst: er is een ledenvergadering over algemene<br />

onderwerpen waar alle leden stemgerechtigd zijn. Tegelijkertijd is er een vergadering van<br />

afgevaardigden die uitsluitend gaat over reglementen en statuten. Er is een Partijraad die door<br />

de leden wordt benoemd en het bestuur adviseert. Daarnaast kan er over specifieke<br />

onderwerpen een ledenraadpleging worden gehouden of een flitscongres worden<br />

georganiseerd.<br />

18 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 3.<br />

19 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 4.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 21 8 september 2009


De VVD heeft van de democratische partijen verreweg de meest flexibele organisatie. De<br />

wisselende perioden van bestuursverantwoordelijkheid en oppositie leidden tot fluctuerende<br />

ledentallen en werden steeds weer gevolgd door aanpassingen van de organisatie. Uiteindelijk<br />

heeft dat geleid tot de keuze voor een minimale basisstructuur in de statuten Het grootste deel<br />

van de landelijke structuur en de volledige regionale en lokale structuur wordt nu geregeld in<br />

het huishoudelijke reglement. Dat betekent dat de organisatie zeer eenvoudig aan te passen is<br />

aan veranderende maatschappelijke eisen. De nadruk ligt binnen de partij bijzonder op<br />

zelfbeschikking en het informele netwerk. De aanhang bestaat vooral uit de middenklasse en<br />

hogere klasse.<br />

4.2.5 PVV<br />

De PVV 20 bestaat uit één vereniging die Europees, nationaal en in enkele steden opereert.<br />

Omdat er geen leden worden toegelaten, is de structuur van de PVV is zeer eenvoudig. Dat<br />

heeft te maken met de afwijzing van de democratie binnen de partij. Één persoon beslist over<br />

alles. Daarmee is deze partij in potentie het meest flexibel. In theorie is daarmee elke<br />

verandering op elk moment mogelijk. Of dit in de toekomstige praktijk ook zo zal uitpakken<br />

moet blijken. In augustus 2009 maakte Wilders bekend dat zijn PVV bij de<br />

gemeenteraadsverkiezingen van 2010 alleen zal meedoen in Almere en Den Haag. “We<br />

hebben onvoldoende mensen gevonden voor wie ik mijn handen in het vuur steek. Als je dan<br />

toch meedoet, loop je het risico dat je in je eigen voet schiet.” aldus Wilders in zijn<br />

persverklaring. 21<br />

Opvallend is dat de PVV niet als doel heeft om zo breed mogelijk vertegenwoordigd te zijn in<br />

alle geledingen van het openbaar bestuur. De afwikkeling van gemeenteraadsverkiezingen van<br />

2010 vormen een risico voor de landelijke verkiezingen in 2011. Wanneer er veel stemmen<br />

worden binnengehaald zullen deze moeten worden gevolgd door collegeonderhandelingen en<br />

andere voor Wilders oncontroleerbare processen met daarbij mogelijke imagoschade. In zijn<br />

verklaring geeft Wilders aan dat hij met zijn besluit “LPF-achtige toestanden en het risico op<br />

bedrijfsongevallen wil voorkomen.” 22<br />

De politieke beweging is een vreemde eend in de politieke bijt. Niet nieuw, maar wel<br />

belangrijk. De PVV onderscheidt zich van andere partijen omdat het categorisch de<br />

democratie als intern instrument afwijst en tegelijkertijd wel gebruik wil maken van de<br />

parlementaire democratie als publiek spreekgestoelte. Kenmerkend is dat de PVV zich<br />

manifesteert op een beperkt aantal issues zoals immigratie en zich daarin consequent<br />

populistisch opstelt. Op andere dossiers is veel minder consistentie en lijken de standpunten<br />

niet echt ter zake doende. Het oprichten van lokale afdelingen wordt geblokkeerd. Ondanks<br />

deze werkwijze is een grote aanhang verworven, vooral onder islamofoben, activisten en<br />

extreem rechts.<br />

4.2.6 GroenLinks<br />

GroenLinks 23 bestaat uit één vereniging die op Europees, nationaal en regionaal niveau<br />

opereert. De leden zijn georganiseerd in afdelingen en kunnen zowel de plaatselijke,<br />

provinciale, als landelijke vergadering (het Congres) bezoeken en daar hun volledige rechten<br />

20 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 5.<br />

21 Geert Wilders, persverklaring aan het ANP, 15 augustus 2009.<br />

22 Geert Wilders, persverklaring aan het ANP, 15 augustus 2009.<br />

23 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 6.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 22 8 september 2009


uitoefenen. De statuten zijn vrij algemeen geformuleerd en worden nader uitgewerkt in het<br />

Huishoudelijk Reglement. Op het Congres zijn alleen de leden stemgerechtigd. Er is een<br />

onafhankelijk congrespresidium. Daarnaast is er een gekozen Partijraad die controleert en<br />

gedelegeerde bevoegdheden heeft. De partijraad legt verantwoording af aan de afdelingen. Er<br />

kan een ledenraadpleging of referendum worden gehouden. Congresbesluiten kunnen met een<br />

referendum worden gecorrigeerd.<br />

Landelijk is GroenLinks geen echte bestuurderspartij, vanuit de oppositie wordt meestal een<br />

kritisch geluid ten gehore gebracht. Lokaal kan dit enorm verschillen. De organisatie van<br />

GroenLinks kenmerkt zich door een grote mate van ledendemocratie. Er zijn zelfs vrije<br />

structuren als werkgroepen die, na erkenning als collectief, het recht hebben om stukken op<br />

het Congres in te dienen. Meestal zijn deze werkgroepen gebonden aan thema’s als<br />

bewapening, milieu en diversiteit en hebben nog een verbinding met de oorspronkelijke<br />

doelen: pacifisme, radicaalevangelisch, opkomen voor zwakkeren en milieu. De moeite die<br />

GroenLinks soms heeft met het formuleren van een eigen ideologie, komt vooral voort uit het<br />

grote zelfbewustzijn van de leden en de ruimte die de partij geeft voor interne discussie. De<br />

aanhang bestaat vooral uit de middenklasse.<br />

4.2.7 D66<br />

D66 24 bestaat uit één vereniging die op Europees, nationaal en regionaal niveau opereert. De<br />

leden zijn georganiseerd in afdelingen en kunnen zowel de plaatselijke, provinciale, als<br />

landelijke vergadering (het Congres) bezoeken en daar hun volledige rechten uitoefenen. De<br />

statuten zijn vrij algemeen geformuleerd en worden nader uitgewerkt in het Huishoudelijk<br />

Reglement. Op het Congres zijn alleen de leden stemgerechtigd. Er is een onafhankelijke<br />

besluitvormingscommissie (congrespresidium). Ieder bestuur kan een ledenraadpleging<br />

houden en elke ledenvergadering kan een referendum houden.<br />

D66 kende, net als de VVD, wisselende perioden van bestuursverantwoordelijkheid en<br />

oppositie en fors fluctuerende ledentallen. De organisatie lijkt erg op die van GroenLinks, (of<br />

is het juist andersom?) waarbij twee elementen onderscheidend zijn: er is geen partijraad en<br />

geen correctief referendum. D66 kent platforms, die vergelijkbaar zijn met werkgroepen.<br />

D66 profileert zich door de jaren heen consequent als een bestuurlijke vernieuwer, een thema<br />

wat door de kiezer niet altijd op waarde wordt geschat. De aanhang bestaat vooral uit de<br />

midden- en hogere klasse.<br />

4.2.8 <strong>ChristenUnie</strong><br />

De <strong>ChristenUnie</strong> 25 is in feite een federatie van samenwerkende kiesverenigingen. De partij<br />

kent geen afdelingen, maar autonome kiesverenigingen die de naam <strong>ChristenUnie</strong> mogen<br />

voeren nadat ze de landelijk vastgestelde statuten en reglementen hebben overgenomen. De<br />

kiesverenigingen werken samen in een landelijke Unie, onder andere om op Europees en<br />

nationaal niveau te kunnen opereren. Op het Uniecongres komen afgevaardigden van de<br />

kiesverenigingen bijeen en wordt gewogen naar grootte gestemd. De voorzitter van het<br />

landelijke bestuur is tevens voorzitter van het congres. Ook regionaal wordt op een<br />

vergelijkbare manier in een Provinciale Unie samengewerkt. Leden kunnen hun volledige<br />

rechten uitoefenen binnen de plaatselijke kiesvereniging en op het landelijke Ledencongres,<br />

dit houdt zich bezig met bezinning op maatschappelijke onderwerpen. Er zijn aparte statuten<br />

24 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 7.<br />

25 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 8.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 23 8 september 2009


voor iedere kiesvereniging en iedere Unie. Deze zijn vrij gedetailleerd en worden aangevuld<br />

met Huishoudelijk Reglementen.<br />

De <strong>ChristenUnie</strong> heeft zich in de laatste jaren meer ontwikkeld in de richting van een<br />

bestuurderspartij. De hele vormgeving als samenwerkingsverband is historisch bepaald. We<br />

vinden deze figuur terug bij de rechtsvoorgangers GPV (als verbond) en RPF (als federatie),<br />

bij de SGP en bij de ideologisch verwante ARP, die in 1971 de overstap maakte van federatie-<br />

naar ledenpartij. Bij de vorming van de <strong>ChristenUnie</strong> in 2000 heeft de partij het imago van<br />

“klein-rechts” bewust ingeruild voor “christelijk-sociaal”. Hierdoor heeft de achterban zich<br />

verbreed. De nieuwe positie van de partij vraagt steeds vaker om slagvaardigheid.<br />

4.2.9 SGP<br />

De SGP 26 bestaat ook uit juridisch zelfstandige kiesverenigingen, die opereren onder de<br />

vleugels van een hoofdbestuur. Statuten en reglementen moeten worden goedgekeurd door het<br />

hoofdbestuur. De kiesverenigingen komen samen in een landelijke Algemene Vergadering,<br />

onder andere om op Europees en nationaal niveau te kunnen opereren. Met uitzondering van<br />

de Jaarvergadering zijn de Algemene Vergaderingen niet toegankelijk voor leden. Op deze<br />

vergadering komen afgevaardigden van de kiesverenigingen bijeen en wordt gewogen naar<br />

grootte gestemd. Voorstellen van lokale kiesverenigingen kunnen worden geagendeerd, maar<br />

hiervoor gelden veel beperkingen en strikte voorwaarden. Er is een Raad van advies, bestaand<br />

uit vertrouwensmannen.<br />

Ook de SGP heeft een eenvoudige structuur omdat algemene democratie in principe wordt<br />

afgewezen. Alle afdelingen staan onder directe controle van het hoofdbestuur. Onder druk van<br />

intrekking van subsidies kunnen vrouwen sinds kort ook lid worden van de SGP. Dit betekent<br />

niet zonder meer dat ze binnen de partij stemrecht hebben en actief kunnen zijn. In de statuten<br />

wordt verwezen naar het beginselprogramma, waarin dit wordt uitgesloten.<br />

4.2.10 Omvang van statuten en reglementen<br />

Alhoewel de omvang van de statuten en reglementen waarschijnlijk meer zegt over de<br />

uitvoerigheid van het gebezigde taalgebruik dan over de inhoud, is het wel interessant om<br />

hierover een vergelijking te maken. De statuten van alle partijen zijn niet ouder dan 5 jaar en<br />

zouden dus actueel moeten zijn. Bij deze vergelijking zijn alle statuten en reglementen<br />

beschouwd die betrekking hebben op de landelijke en regionale verenigingsstructuur. 27<br />

Statuten en reglementen van de fractie, jongerenvereniging, bestuurdersvereniging, enz. van<br />

de partij zijn niet meegenomen.<br />

1. CDA 24.084 woorden<br />

2. D66 23.000 woorden<br />

3. <strong>ChristenUnie</strong> 18.845 woorden (inclusief lokale statuten)<br />

4. VVD 14.630 woorden<br />

5. GroenLinks 12.737 woorden<br />

6. PvdA 12.508 woorden<br />

7. SGP 7.544 woorden (exclusief lokale statuten)<br />

8. SP 7.410 woorden<br />

9. PVV omvang onbekend<br />

Wat betekent dit nu? Onderzocht is of er een evenredigheid bestaat tussen de omvang van de<br />

statuten en reglementen en de medezeggenschap binnen de partij. Als die evenredigheid<br />

26 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 9.<br />

27 De meeste van deze statuten en reglementen zijn opgenomen in Supplement A.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 24 8 september 2009


estaat zou een partij met uitgebreide statuten een grote mate van medezeggenschap moeten<br />

hebben. En in het geval dat er omgekeerde evenredigheid bestaat moet juist een partij met<br />

summiere statuten de meeste ruimte aan zijn leden bieden. Beide redeneringen lijken soms te<br />

kloppen, wat nogal tegenstrijdig is. Voor deze hypothese is in algemene zin dus geen bewijs<br />

gevonden.<br />

4.2.11 Nog enkele overeenkomsten en verschillen<br />

Wat alle politieke partijen gemeen hebben is dat ze voldoen aan de wettelijk verplichte<br />

verenigingsstructuur en vanuit die organisatie om de gunst van de kiezer strijden. De grote<br />

uitzondering daarop is de PVV, daar dient de verenigingsstructuur geen enkel doel en is<br />

vergelijkbaar met een lege BV.<br />

Voor wat betreft de verenigingsstructuur, blijkt er qua inrichting van de organisatie een<br />

enorme verscheidenheid te zijn. Nederlanders zijn een inventief volkje als het gaat om het<br />

verzinnen van spelregels. Een aanname hierover zou kunnen zijn dat de structuur bepalend is<br />

voor de hoeveelheid leden en kiezers. Hiervoor zijn geen bewijzen gevonden. Het<br />

tegenovergestelde hiervan zou zijn dat leden de partijstructuur een ver aan de ideologie<br />

onderschikt onderwerp blijken te vinden. Ook hiervoor zijn geen bewijzen gevonden.<br />

Een andere hypothese die overblijft is dat het niet uitmaakt welke structuur wordt gekozen,<br />

als deze maar onderdeel wordt van de identiteit van de partij. Deze hypothese is veelbelovend,<br />

maar wordt hier niet verder onderzocht. Het is ook goed denkbaar dat structuur en ideologie<br />

zo nauw met elkaar verweven blijken te zijn dat hierin geen onderscheid wordt gemaakt.<br />

4.3 Hoe ontwikkelen de verschillende generaties zich en waarom is<br />

dit relevant voor de partijstructuur?<br />

Uit statistische gegevens van 2006 valt af te leiden dat er bij Nederlanders een rechtstreeks<br />

verband is tussen hun politieke betrokkenheid en hun leeftijd. 28 Opvallend is daarbij dat bij<br />

sterk ideologische partijen als GroenLinks en de <strong>ChristenUnie</strong> een veel groter aandeel van de<br />

achterban aangeeft lid te zijn van de partij dan dat bij andere partijen het geval is. Volledig<br />

betrouwbaar zijn dit soort statistische gegevens overigens nooit: 2% van de PVV-stemmers<br />

geeft aan tevens lid te zijn van deze partij, dit zou 0% moeten zijn omdat deze partij geen<br />

leden toelaat.<br />

Na de 2 e Wereldoorlog zijn demografen en sociologen begonnen om generaties te benoemen.<br />

Deze generaties vormen samen de maatschappij: de verzameling van huidige en toekomstige<br />

kiezers, politici en bestuurders. Het beschrijven van de verschillende generaties en hun<br />

onderlinge conflict vergroot het inzicht in de ontwikkeling van het electoraat en is daarom<br />

relevant.<br />

28 CBS-Statline, Betrokkenheid nieuws en politiek (2006)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 25 8 september 2009


Persoonskenmerken<br />

% Intensief campagne volgend<br />

18 tot 25 jaar 25 9 16 41 2<br />

25 tot 35 jaar 21 6 16 45 2<br />

35 tot 45 jaar 28 10 21 57 4<br />

45 tot 55 jaar 30 12 30 56 5<br />

55 tot 65 jaar 35 17 37 53 6<br />

65 tot 75 jaar 34 15 43 57 6<br />

75 jaar of ouder 31 20 50 47 7<br />

CDA 33 11 37 63 5<br />

PvdA 38 16 39 57 6<br />

VVD 36 15 37 68 5<br />

GroenLinks 43 17 39 72 9<br />

SP 33 13 19 57 2<br />

<strong>ChristenUnie</strong> 25 14 45 74 13<br />

PVV 25 6 6 51 2<br />

Afbeelding 6: betrokkenheid nieuws en politiek (bron: CBS-Statline 2006)<br />

% Politiek zeer geïnteresseerd<br />

% Aanhanger politieke partij<br />

4.3.1 Beschrijving van generaties.<br />

Generaties volgen elkaar steeds sneller op. Met een generatie wordt hier een groep mensen<br />

van dezelfde leeftijdcategorie bedoeld, die met dezelfde problemen in de levensloop te<br />

kampen krijgen. Volgens deze omschrijving omvatte een generatie vroeger vaak meerdere<br />

decennia. Tegenwoordig verandert de maatschappij zo snel dat sommige sociologen al durven<br />

stellen dat er elke vijf jaar sprake is van een totaal nieuwe generatie.<br />

” Culturele integratie staat in het centrum van de belangstelling. Daardoor blijft er nog maar<br />

weinig tijd en energie over voor een minstens even groot integratieprobleem: dat tussen de<br />

protestgeneratie en de netwerkgeneratie.<br />

De sterk toegenomen snelheid van technologische ontwikkelingen in de geavanceerde<br />

economieën van het noorden, zorgt ervoor dat de levenscycli van generaties alsmaar korter<br />

worden. Steeds meer leeftijdsgroepen met sterk verschillende vaardigheden en<br />

waardenoriëntaties zijn met elkaar in interactie en hebben steeds meer moeite om elkaar te<br />

begrijpen.<br />

Momenteel is die kloof het grootst tussen de babyboomers van de protestgeneratie en de<br />

screenagers van de netwerkgeneratie. Een generatie-integratiedebat is geboden, willen beide<br />

groepen niet structureel van elkaar vervreemden en mogelijkheden om van elkaar te leren<br />

definitief verdwijnen.” 29<br />

29 Pentascopekrant no1, jaargang 1, A great place to live.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 26 8 september 2009<br />

% Aangetrokken tot politieke partij<br />

% Lidmaatschap politieke partij


Afbeelding 7: Karakteristieken van de generaties – bron: Generatie Einstein - door Inez Groen<br />

De in de generatieleer nog altijd gezaghebbende socioloog Karl Mannheim stelde in 1928 al<br />

een definitie op met drie eisen 30 waaraan moet worden voldaan voordat van een generatie kan<br />

worden gesproken. Eerst is er de Generationslagerung (generatiegrondslag): de demografische<br />

positie van een groep mensen moet gelijk zijn - ze moeten ongeveer in hetzelfde jaar zijn<br />

geboren. Dan komt de Generationseinheit (generatie-eenheid) – ze moeten zich verbonden<br />

voelen. Als laatste is er de Generationszusammenhang (generatiesamenhang) – ze moeten<br />

gebeurtenissen (ervaringen) gemeenschappelijk hebben meegemaakt. Dat is een vrij<br />

duidelijke definitie. In latere jaren ontstaat binnen de sociologie steeds meer verwarring,<br />

generaties worden verschillend gedefinieerd, definities en perioden gaan elkaar vaker<br />

overlappen. Sander Pleij en Peter Vermaas 31 vroegen zich op een gegeven moment zelfs af of<br />

er volgens de definitie van Mannheim nog wel nieuwe generaties konden ontstaan, vanwege<br />

het ontbreken van hevige gebeurtenissen die collectief worden beleefd.<br />

Om het onderscheid enigszins te kunnen maken volgt hieronder per generatie een korte<br />

beschrijving. Enkele voorbeelden van voor die generatie bepalende gebeurtenissen zijn<br />

daarbij beschreven. De generaties hebben betrekking op de Engelssprekende landen en West-<br />

Europa.<br />

Protestgeneratie (geboren tussen ca. 1945 en 1955)<br />

Onderdeel van de naoorlogse generatie van Babyboomers. Deze generatie is idealistisch en<br />

gedreven, is zoekend om draagvlak en heeft een voorkeur voor herstructureren. The sky was<br />

the limit. Bepalend voor de generatie waren de Wederopbouw, de Koude Oorlog, de brede<br />

introductie van telefonie en televisie, radiopiraten, de seksuele revolutie en het ontstaan van<br />

het Hippietijdperk met moderne popmuziek.<br />

30 Karl Mannheim, Ideology and Utopia, (1929)<br />

31 S. Pleij & P. Vermaas, Blaffen op commando - de Groene Amsterdammer (3 nov. 1999)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 27 8 september 2009


Verloren Generatie (geboren tussen ca. 1955 en 1969)<br />

Ook wel de generatie Jones genoemd. Dit is de 2 e helft van de Babyboomers, die zich daar<br />

eigenlijk niet meer zo bij thuis voelt. Dit deel van deze generatie groeide op met dezelfde<br />

grote verwachtingen, maar werd bij hun volwassenheid in de jaren ‘70 geconfronteerd met<br />

een andere realiteit. Werkloosheid en snel veranderde maatschappelijke waarden leidden vaak<br />

tot teleurstellingen. Bepalend voor deze generatie waren het doorschieten van de<br />

consumptiemaatschappij, de seksuele revolutie, het hoogtepunt van de Koude Oorlog,<br />

internationaal terrorisme, hardrock-, soul- en discomuziek, de eerste Yuppies.<br />

Generatie X (geboren tussen ca. 1969 en 1980)<br />

Deze generatie wordt ook wel de Pragmatische generatie, Babybust of Generation Next<br />

genoemd. Het zijn de kinderen van de Protestgeneratie. Generatie X is over het algemeen<br />

bescheiden, nuchter en gericht op snel resultaat, het benutten van kennis, netwerken en is<br />

procesgeoriënteerd. Bepalend waren het beëindigen van de Koude oorlog, de introductie van<br />

de eerste computers, Desert Storm, de komst van AIDS, MTV, Grunge en Hiphop. Internet en<br />

mobiele telefonie zijn na invoering vanzelfsprekende onderdelen van hun wereld geworden.<br />

Generatie Y (geboren tussen ca. 1981 – 1993)<br />

Ook wel bekend als Millenium Generatie, Echo Boomers of Generatie Yer. Dit zijn over het<br />

algemeen de kinderen van de generatie Jones. Ze neigen er eerder toe hun omgeving aan te<br />

passen aan henzelf, dan andersom. Bepalend voor deze generatie was rond 1995 de komst van<br />

internet, e-mail en mobiele telefonie. Hierdoor werd vrijwel elk kennisveld onbegrensd<br />

ontsloten. Vanwege hun natuurlijke voorsprong was het gebruik van deze technologie vaak<br />

iets waarmee ze zich tegen hun ouders konden afzetten.<br />

Vanaf generatie Y wordt er volkomen vanzelfsprekend gebruik gemaakt van digitale<br />

communicatiekanalen als Blogs, Hyves, Facebook, Msn, Twitter, SMS, EMS, MMS,<br />

Youtube, enz. Deze generatie leest vrijwel geen papieren kranten, maar wel de digitale<br />

versies. De mogelijkheden en daarmee de populariteit van deze communicatiemiddelen<br />

veranderen jaarlijks en er komen steeds nieuwe bij. Grenzeloze communicatie is voor deze<br />

generaties verworden tot een primaire behoefte. Papier wordt daarbij nog nauwelijks gebruikt.<br />

Generatie C (geboren tussen ca. 1988 – 1993)<br />

Onderdeel van generatie Y. De C staat hierbij voor Content, hiermee<br />

wordt de inhoudelijke informatie op het internet bedoeld. Deze<br />

specifieke groep wordt onder meer door Inez Groen 32 ook wel<br />

generatie Einstein of door anderen Screenagers genoemd. Ze zijn<br />

slim, zelfbewust, grenzeloos actief en authentieke multi-taskers. Ze<br />

willen zich graag overal en snel thuis voelen. Generatie C is vooral<br />

verantwoordelijk voor de overvloed van beelden, teksten, audio- en<br />

videomateriaal op het net. Kenmerkend is dat internet wordt gezien<br />

als ‘open source”, een vrijwel onbeperkte bron van informatie, waarop<br />

doelbewust kennis met elkaar gedeeld wordt. Generatie C kan via<br />

internet beelden, creaties en content aan een miljoenenpubliek tonen.<br />

Afbeelding 8: Generatie Einstein, door Inez Groen<br />

Generatie Z (geboren vanaf ca. 1993)<br />

32 Inez Groen & Jeroen Boschma, Generatie Einstein (2006)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 28 8 september 2009


Ook bekend als Generatie I, internet Generatie of i-Generatie. Dit zijn de kinderen van de<br />

jongste Baby Boomers, generatie X en de oudste generatie Y. Crèche, peuterspeelzaal,<br />

buitenschoolse opvang en opgroeien in eenoudergezinnen, tweeverdieners, of ouders van<br />

gelijk geslacht zijn een vanzelfsprekend onderdeel van hun wereld. Deze generatie is<br />

natuurlijk nog zeer jong, maar de eerste theorieën zijn in de maak. Kenmerkend is dat deze<br />

kinderen al gedurende hun hele leven kennis hebben van digitale communicatiemiddelen. Ze<br />

delen daarom het gebruik van de moderne technologie als mobiele telefonie, computers en<br />

internet met hun ouders.<br />

Generatie M (benadering vanuit een andere definitie)<br />

Het zoeken naar nieuwe beschrijvingen van generaties gaat door. Volgens de traditionele<br />

beschrijving van Karl Mannheim zijn generaties onder andere verbonden door hun<br />

geboortejaren. Umair Haque, directeur van Havas Media Lab, vroeg zich af hoe het zit als<br />

mensen zich juist door andere elementen aan elkaar verbonden weten? Hij noemde dit<br />

verschijnsel Gen M en plaatse een manifest op de website van Harvard Buisiness. Gen M<br />

definieert zich volgens de schrijver niet door een bepaalde leeftijd, maar door bepaalde<br />

opvattingen vervat in 4 M’s: “a Movement that does Meaningful stuff that Matters the<br />

Most”. 33 Gen M wil dus waarde creëren, dingen doen die er toe doen en “we want to<br />

humanize life”.<br />

Bijzonder is dat ook Gen X-ers en Baby Boomers onder de definitie van Gen M kunnen<br />

vallen, wanneer zij deze opvattingen delen. In zekere zin hebben we het hier dus niet langer<br />

over een generatie. Het gaat meer om een maatschappelijke beweging die gaat in de richting<br />

van zingeving. Van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, het cradle-to-cradle principe<br />

en CO2 neutraal produceren.<br />

4.3.2. Kloof tussen generaties<br />

Volgens de generatietheorie dreigt tussen alle generaties een kloof te ontstaan, ze zijn immers<br />

allemaal onderscheidend van elkaar? Voor bedrijven en maatschappelijke organisaties is het<br />

van belang om dit verschijnsel goed te onderkennen als ze hun positie willen behouden. Ook<br />

politieke partijen die verbonden willen zijn met hun achterban kunnen deze culturele<br />

verschillen tussen generaties niet ontkennen.<br />

De topposities in de maatschappij worden nu gedomineerd door de protestgeneratie: in de<br />

politiek, op de ministeries, als bestuurder van grote ondernemingen, in de journalistiek, etc.<br />

De verloren generatie volgt in hun kielzog. Deze protestgeneratie is over het algemeen niet<br />

echt geïnteresseerd in het debat, het gaat vooral om planning & control en beheersing van de<br />

macht. Met veel strijd hebben ze nieuwe maatschappelijke waarden ingevoerd en nu<br />

verdedigen ze hun moeizaam verworven posities. Daarbij roepen ze nog steeds vaak dat het<br />

niet goed gaat, zonder zich te realiseren dat ze daar nu zelf verantwoordelijk voor zijn. Ze<br />

vormen samen een gesloten systeem, waar de screenagers vrolijk omheen surfen. Die zien<br />

niets in politiek, publieke omroepen, kranten of theater. De protestgeneratie, die binnen tien<br />

jaar het maatschappelijk toneel zal hebben verlaten, ziet dat wel, maar doet er meestal het<br />

zwijgen toe. Ze is overtuigd van haar eigen gelijk en blijft dat uitdragen tot het einde.<br />

Vanuit die positie worden maatregelen verzonnen om de nieuwe generaties weer op het rechte<br />

pad te krijgen. Vaak komt dat er op neer dat de jongeren zich moeten aanpassen aan de<br />

maatschappij zoals die er volgens de protestgeneratie zou moeten uitzien. De boodschap<br />

33 Umair Haque, The generation M manifesto (juli 2009)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 29 8 september 2009


wordt herhaald, opnieuw verpakt en nog eens herhaald: meer voorlichting, regels, toetsen,<br />

procedures, enz. Niet lang daarna volgt dan een debat over de efficiency van de bedachte<br />

maatregelen. Alle energie blijft zo in het kringetje van de protestgeneratie. De boodschap zelf<br />

bereikt de netwerkgeneratie meestal niet.<br />

De screenagers kiezen voor een autonome positie binnen een wereld met weinig hiërarchie.<br />

Ze zijn niet tegen luisteren of discussiëren, maar het moet wel een doel hebben. Autoriteit en<br />

senioriteit zegt hen niet zo veel. Ze leven in een wereld waarin alle informatie onder<br />

handbereik is en ervaring met één muisklik ontsloten kan worden. Hun doorzettingsvermogen<br />

is beperkt omdat problemen met gebruikmaking van technologie vaak eenvoudig omzeild of<br />

vermeden kunnen worden. Ze zijn tegelijkertijd lid van verschillende netwerken en culturen<br />

en maken snel een overstap. Dat wordt door de babyboomers vaak uitgelegd als lastig, niet<br />

loyaal, egoïstisch en zwak. Als het moeilijk wordt haken ze af.<br />

Belangrijk voor screenagers is dat ze zichzelf kunnen zijn en dat ze zich goed mogen voelen.<br />

Hun basisvaardigheid is multi-tasking/parallel processing en ze hebben daarbij het vermogen<br />

om 24 uur per dag en zeven dagen per week te communiceren in steeds wisselende<br />

netwerken. Ze zijn niet links of rechts, niet conservatief of progressief, maar maken voor ieder<br />

te bereiken doel een eigen persoonlijke keuze. Algemene normen, waarden en ideologieën<br />

zeggen hun niet zo veel. Dat wil niet zeggen dat ze geen normen en waarden hebben. De<br />

populaire standaardgroet: respect! is wat dat betreft veelzeggend. Persoonlijke waardering en<br />

(h)erkenning van het individu zijn belangrijk. Daarbij hebben ze de tekstcultuur van de vorige<br />

generaties ingeruild voor een klank- en beeldcultuur.<br />

Een exemplarisch voorbeeld van de verschillende denkbeelden aan beide zijden van de<br />

generatiekloof was te zien bij het neerstorten van Turkish Airlines bij Schiphol op 25 februari<br />

2009. Aan boord waren 135 personen, waarvan er negen om het leven kwamen. De<br />

hulpverlening in het dichtbevolkte gebied kwam onmiddellijk op gang. Aan het eind van de<br />

eerste dag bleek het voor de autoriteiten echter onmogelijk om een slachtofferlijst samen te<br />

stellen, o.a. om familie te kunnen informeren. Een belangrijke oorzaak hiervan was dat veel<br />

passagiers zelf actie hadden ondernomen. Ze hadden niet afgewacht, maar direct hun<br />

mobieltje gepakt en de rampplaats verlaten. Sommigen hadden een taxi gebeld, waren naar<br />

het ziekenhuis of een hotel gereden en hadden persoonlijk vrienden of familie op de hoogte<br />

gebracht. Ze beschouwden zichzelf niet als slachtoffer. Deze doelgerichtheid en eigen<br />

autonomie, geholpen door moderne communicatiemiddelen, is tekenend voor de nieuwe<br />

generatie. 34<br />

Een heel ander voorbeeld van effecten van de netwerksamenleving wordt beschreven door<br />

professor Roel in ’t Veld: “Neem een gewoon probleem, bijvoorbeeld een tienermoeder op het<br />

ROC. Ze dreigt af te haken, want ze heeft schulden. Dat is niet het enige, ze heeft een seksueel<br />

overdraagbare aandoening en ze woont ook nog eens slecht. Wil je haar echt helpen – dat wil<br />

zeggen de kans op een succesvol bestaan zo maximaal mogelijk maken – dan moet er worden<br />

samengewerkt door de woningcorporatie, de school, de gezondheidszorg en de<br />

schuldhulpverlening. Dan begint het probleem, want de gelden die aan die instellingen zijn<br />

verstrekt, zijn niet bedoeld voor integrale samenwerking. Besteed je als organisatie je geld<br />

buiten je eigenlijke doel, dan heb je een probleem. Je loopt het grote risico dat de raden van<br />

34 De poldercrash van 25 februari 2009, rapportage van het IOOV & IG.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 30 8 september 2009


toezicht moeilijk gaan doen omdat de departementen geld terugvorderen, want je kreeg het<br />

namelijk voor een bepaald doel en samenwerking stond niet in de taakstelling.” 35<br />

De combinatie van overheidssturing en de netwerksamenleving kan dus ook tot een enorme<br />

versnippering van taken leiden.<br />

4.3.3 Samenwerking van de generaties<br />

In deze studie is het niet de bedoeling om richtinggevende voorspellingen te doen en te<br />

schetsen hoe de komende generaties zich gaan ontwikkelen. Dat zou overigens voor de<br />

inrichting van een politieke partij wel heel erg gemakkelijk zijn. Elke vier jaar zijn er immers<br />

weer nieuwe verkiezingen, waarbij steeds een vrijwel nieuwe generatie kiezers wordt<br />

toegevoegd. Met behulp van te ontwikkelen generatie-scenario’s zou een organisatie zich<br />

beter kunnen voorbereiden om deze groepen aan zich te binden.<br />

Is de kloof onoverbrugbaar? Vanuit de protestgeneratie komen de geluiden dat het<br />

waarschijnlijk wel meevalt. De meeste jongeren uit de verloren generatie en de generaties X<br />

en Y blijken zich uiteindelijk te hebben gesetteld, ze hebben kinderen gekregen en zijn alsnog<br />

“brave burgers” geworden. Dat zegt waarschijnlijk veel over hun aanpassingvermogen, maar<br />

de vraag is of het ook maatgevend is voor de mate van participatie en integratie in de<br />

maatschappij die gerund wordt door de oudere generaties. Toch is enige nuance wel op zijn<br />

plaats. De mens is geen statisch wezen, maar een veelzijdige creatie, die in staat is zich op<br />

heel verschillende manieren te ontwikkelen.<br />

Elke generatie heeft zo zijn bijzondere kwaliteiten. Als we in staat zijn die samen te brengen<br />

door in elkaars wereld te kruipen en nieuwsgierig naar de ander te zijn, is de kans groot dat<br />

we er allemaal beter van worden. Het generatie M concept zou daar, afhankelijk van hoe het<br />

zich gaat ontwikkelen, best een voorbeeld van kunnen zijn.<br />

Professor in ’t Veld, die ooit nog 10 dagen staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen<br />

voor de PvdA was, onderkent ook de kwaliteiten van de nieuwe generaties en is vrij expliciet<br />

in zijn uitspraken: “Ons land heeft een uitermate regenteske traditie. We moeten de burger<br />

een andere rol geven, plek voor hem maken in het openbaar bestuur. Dat betekent hem niet<br />

alleen inzetten als adviseur, maar hem ook mee laten beslissen”. en “Kenniseconomie is het<br />

smalspoor van het marktdenken.” In een kennisdemocratie is er volgens hem een grotere rol<br />

mogelijk voor burgers als onderzoekers. Het vraagt tegelijk om meer bescheidenheid van de<br />

bestuurder, wat de redding van de democratie kan zijn. 36<br />

De in de vorige paragraaf beschreven verschillen tussen de generaties maken onze<br />

maatschappij complex en interessant. Als iedere generatie zijn eigen weg blijft gaan, ontstaan<br />

er verschillende culturen die weinig of niets meer gemeen hebben. Voor de protestgeneratie<br />

die nu aan de macht is, is dat scenario een bestuurlijke nachtmerrie, want ook de verloren<br />

generatie dreigt vervroegd af te zwaaien. En hoe zit het eigenlijk met generatie X? Die laat<br />

niets van zich horen en kiest haar eigen weg. Maar generatie X is toch de beoogde<br />

troonopvolger, die straks de leiderschapsposities in de maatschappij moet gaan innemen? Of<br />

niet?<br />

Nadat de protestgeneratie over enkele jaren het toneel heeft verlaten, kunnen nieuwe leiders in<br />

principe uit elke generatie voortkomen als ze maar in staat zijn de onderlinge verschillen te<br />

35 R. in ’t Veld in “Bekwame burger redt democratie”, artikel in Binnenlands Bestuur. (21 augustus 2009)<br />

36 R. in ’t Veld in “Bekwame burger redt democratie”, artikel in Binnenlands Bestuur. (21 augustus 2009)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 31 8 september 2009


overbruggen en zich aan te passen aan de cultuur van de anderen. De leiders van vandaag<br />

kunnen dat voorbereiden door persoonlijk en echt te zijn. Door nieuwsgierig te zijn naar de<br />

ander en door te vragen, waarbij verschillen gerespecteerd worden. Door niet te denken in<br />

problemen maar in de mogelijkheden die een probleem kan bieden.<br />

Berthold Günster noemt dit proces het omdenken. Omdenken betekent vanuit een positieve<br />

benadering nieuwe mogelijkheden zien en samen tot een oplossing komen. Daarbij kan het<br />

probleem zelf heel goed een onderdeel van de oplossing zijn. Het probleem is daarmee in feite<br />

de bedoeling. “Voor de pessimist is het glas half leeg. Voor de optimist is het glas half vol.<br />

Dit boek gaat uit van een derde benadering: waar is de kraan? Dit boek gaat over de<br />

overgang van een ja-maar naar een ja-én manier van denken. Van het denken in termen van<br />

problemen naar het denken in termen van mogelijkheden. De techniek die dit boek daartoe<br />

aanreikt is die van het omdenken”, aldus Günster in zijn boek. 37<br />

4.4 Hoe heeft de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong> zich ontwikkeld?<br />

4.4.1 Ontwikkeling van de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

De <strong>ChristenUnie</strong> is een relatief jonge partij, ontstaan als het product van een fusie tussen GPV<br />

(1948) en RPF (1975). Anders dan bij de fusie van GroenLinks hoefden er geen enorme<br />

cultuurverschillen overbrugd te worden. Ook de structuren van beide partijen leken op elkaar.<br />

Bij de oprichting van het GPV was gekeken naar de ARP, die toen nog een federatief model<br />

had. Bij de oprichting van de RPF is gekeken naar zowel ARP als GPV. Het was dan ook<br />

geen wonder dat beide organisaties met relatief kleine aanpassingen in elkaar geschoven<br />

konden worden. Verbond en Federatie smolten in 2000 samen tot Unie.<br />

Omdat de <strong>ChristenUnie</strong> direct na de vorming toenam in populariteit is veel energie gaan zitten<br />

in het politieke “gezicht” van de partij. Van een bezinning op de organisatiestructuur kwam<br />

niet zo veel terecht, er was ook niet veel behoefte aan. Langzaam maar zeker begint hier<br />

verandering in te komen. De oude verschillen tussen GPV en RPF vervagen en de kaderleden,<br />

maar ook de gewone leden, vragen zich af of met de vroeger zo vertrouwde werkwijze nog<br />

steeds het doel van de partij wordt gediend. Het professionaliseren van de partij krijgt zo meer<br />

prioriteit.<br />

De fusie tot <strong>ChristenUnie</strong> heeft ook geleid tot verbreding van de achterban. Was die bij het<br />

GPV en ook grotendeels bij de RPF nog beperkt tot enkele “confessionele” denominaties, na<br />

de fusie werden christenen en soms ook niet-christenen uit alle geledingen van de<br />

samenleving aangetrokken. Dat beperkt zich niet alleen tot kiezers en leden. Een kwart van<br />

het geïnterviewde partijkader geeft aan nooit tot één van de oude partijen te hebben behoord.<br />

Het tij is nog niet aan het verlopen, maar er lijkt wel een kentering op handen te zijn.<br />

En als dan nu de vraag wordt gesteld of de <strong>ChristenUnie</strong> met de huidige organisatie de<br />

toekomst in kan? Ongeacht hoe de organisatie er nu uitziet kan hier, na de verhandeling over<br />

de verschillen tussen generaties in het vorige hoofdstuk, eigenlijk maar één antwoord<br />

uitkomen: Nee, dat kan niet. Het is onmogelijk om nu al een organisatie in te richten die<br />

helemaal klaar is voor ontwikkelingen die nog niet zijn te overzien.<br />

4.4.2 Doel en inhoud van de enquête.<br />

37 Berthold Günster, Ja maar, ……HUH? De techniek van het omdenken. (2008)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 32 8 september 2009


Natuurlijk is bovenstaande conclusie enkel en alleen op basis van algemene demografische<br />

ontwikkelingen veel te gemakkelijk. Daarom is een enquête gehouden onder de 1802 bekende<br />

leden van het <strong>ChristenUnie</strong>kader. Deze groep omvat alle secretarissen van de<br />

kiesverenigingen, raadsleden en bestuurders. Aan deze groep is gevraagd om de vragenlijst<br />

door te sturen naar de andere lokale bestuursleden binnen hun vereniging.<br />

Het doel van de enquête was om te weten te komen of de veronderstelde problemen met de<br />

structuur worden herkend. De vragen waren gericht op het functioneren van de lokale,<br />

regionale en landelijke structuren en de wijze waarop de leden kunnen participeren. Verder<br />

was er een open veld waarop de ondervraagden hun specifieke opmerkingen konden<br />

meegeven. De vragen zijn niet geheel objectief opgesteld, bij de vraagstelling is uitgegaan van<br />

het bestaan van de veronderstelde problemen. Deze hypothese lijkt te worden bevestigd.<br />

De uitkomsten van de enquête zijn opgenomen in de bijlagen 38 . De respons is ondanks de<br />

vakantieperiode ruim 19% Dit is een prima opkomst en met 344 respondenten is het goed<br />

mogelijk om hierover valide uitspraken te doen. Vanwege de vakantieperiode heeft de<br />

enquête na het formele afstuderen nog enkele weken doorgelopen. In deze versie zijn de<br />

uitkomsten van de enquête volledig meegenomen.<br />

Helaas zijn van de aangeschreven doelgroep “Kaderleden van de <strong>ChristenUnie</strong>” geen verdere<br />

statistische gegevens beschikbaar. Van de respondenten zijn wel enkele basisgegevens<br />

gevraagd die hieronder worden weergegeven.<br />

1) Wat is uw leeftijd?<br />

1% < 20 jaar (generatie C, Y en Z)<br />

14% 20-35 jaar (generatie X + Y)<br />

30% 35-50 jaar (verloren generatie)<br />

47% 50-65 jaar (protestgeneratie)<br />

9% > 65 jaar (vooroorlogse generatie)<br />

2) Bent u een man of een vrouw?<br />

77% man<br />

23% vrouw<br />

3) Bent u al lang lid van de <strong>ChristenUnie</strong> of haar voorgangers?<br />

11% < 5 jaar<br />

19% 5 tot 10 jaar<br />

28% 10 tot 20 jaar<br />

42% > 20 jaar<br />

4) Van welke partij was u eerder lid?<br />

33% GPV<br />

41% RPF<br />

24% Geen<br />

3% Andere partij, nl CDA (5x), SGP (2x), EVP (1x)<br />

Zoals te verwachten was, is de protestgeneratie in de enquête goed vertegenwoordigd. Ook de<br />

verloren generatie is zeer aanwezig. De jongere generaties doen het veel minder goed,<br />

waarschijnlijk vooral omdat ze niet in kaderposities verkeren. Nog geen kwart van de reacties<br />

38 Bijlage 13 - enquête <strong>ChristenUnie</strong> / Bijlage 14 – Metadata enquête.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 33 8 september 2009


is gegeven door vrouwen, politiek is blijkbaar nog steeds een mannenzaak. Opvallend is ook<br />

dat ruim een kwart van de kaderleden nooit lid is geweest van de voorgangers GPV en RPF.<br />

4.4.3 De antwoorden uit de enquête.<br />

Bij het opstellen van de vragen is gekozen voor een driedeling: de lokale kiesvereniging, de<br />

provinciale unie en de verenigingsstructuur als geheel. De vragen zijn niet altijd neutraal<br />

geformuleerd. Zoals één van de geënquêteerden al opmerkte ligt de mening van de<br />

vraagsteller er soms min of meer in opgesloten. Sommige vragen zijn ronduit suggestief en<br />

verwijzen naar eerder binnen de partij gesignaleerde vraagstukken. Anderzijds zijn er ook<br />

vragen die tegenovergesteld zijn geformuleerd. De ondervraagden zijn allemaal betrokken als<br />

kaderlid van de <strong>ChristenUnie</strong> die mogen worden geacht voldoende kennis van zaken te<br />

hebben om dit onderscheid te kunnen maken. Gewone leden zijn niet ondervraagd.<br />

Over de lokale kiesvereniging:<br />

1. Ik ben erg tevreden over het functioneren van mijn eigen kiesvereniging.<br />

5% absoluut mee eens<br />

45% mee eens<br />

16% neutraal / weet niet<br />

28% niet mee eens<br />

6% absoluut niet mee eens<br />

Over het functioneren van de eigen lokale kiesvereniging is dus de helft van de kaderleden<br />

tevreden. Toch geeft ook meer dan een derde deel op deze algemene vraag aan dat de<br />

vereniging niet goed functioneert. Dat is een vrij groot aantal en dit kan veel verschillende<br />

oorzaken hebben. In de hierna volgende vragen worden een paar mogelijke oorzaken<br />

genoemd.<br />

2. Mijn vereniging heeft een actief en kundig bestuur.<br />

5% absoluut mee eens<br />

49% mee eens<br />

21% neutraal / weet niet<br />

21% niet mee eens<br />

5% absoluut niet mee eens<br />

Ruim de helft van de kaderleden acht het eigen bestuur kundig en actief. Dat is positief te<br />

noemen. Zorgwekkend is dat meer dan een kwart van de ondervraagden het hier niet mee eens<br />

is en het eigen bestuur dus niet actief en/of niet kundig vindt. Dat is een hoog percentage.<br />

3. Mijn vereniging heeft voldoende bestuursleden.<br />

6% absoluut mee eens<br />

34% mee eens<br />

9% neutraal / weet niet<br />

38% niet mee eens<br />

13% absoluut niet mee eens<br />

Dat verenigingsbesturen hier en daar kwijnende zijn was bekend. Slechts in twee van de vijf<br />

gevallen wordt aangegeven dat het eigen bestuur op sterkte is. Ruim de helft van het kader<br />

geeft aan dat er niet voldoende mensen in het bestuur zitten.<br />

4. Mijn vereniging vergadert minstens twee keer per jaar.<br />

23% absoluut mee eens<br />

49% mee eens<br />

3% neutraal / weet niet<br />

21% niet mee eens<br />

4% absoluut niet mee eens<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 34 8 september 2009


Statutair moet de kiesvereniging minstens één vergadering per jaar houden. Een actieve<br />

vereniging zou echter vaker bij elkaar moeten komen, bijvoorbeeld voor het organiseren van<br />

verkiezingen of ter voorbereiding van het congres. Bijna driekwart van de ondervraagden<br />

geeft aan dat de vereniging inderdaad minstens 2x per jaar vergadert. En een kwart geeft aan<br />

dat dit niet zo is. Dat komt redelijk overeen met het antwoord in vraag 1.<br />

5. Ik verwacht dat het steeds moeilijker zal worden om geschikte bestuursleden te vinden.<br />

26% absoluut mee eens<br />

51% mee eens<br />

13% neutraal / weet niet<br />

10% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

Kijkend naar de toekomst verwacht ruim driekwart dat het in de komende jaren moeilijker zal<br />

worden om geschikte bestuursleden te vinden. Slechts 11% verwacht geen problemen.<br />

6. In mijn vereniging is het geen probleem om goede mensen te vinden voor een<br />

programma- en selectiecommissie.<br />

4% absoluut mee eens<br />

31% mee eens<br />

17% neutraal / weet niet<br />

35% niet mee eens<br />

12% absoluut niet mee eens<br />

Iets minder somber dan voor bestuursfuncties zijn de verwachtingen voor het bemensen van<br />

een programma- en selectiecommissie. Bijna de helft verwacht ook hier problemen, een derde<br />

ziet geen problemen. Kanttekening hierbij vanuit de praktijk is dat veel verenigingen niet met<br />

dit soort commissies werken. Veel fracties schrijven het programma zelf en veel besturen<br />

doen de selectie van kandidaten in overleg met de zittende fractie.<br />

7. In mijn vereniging bereidt het bestuur zich goed voor op de discussies over thema’s op het<br />

Uniecongres.<br />

1% absoluut mee eens<br />

22% mee eens<br />

29% neutraal / weet niet<br />

35% niet mee eens<br />

13% absoluut niet mee eens<br />

Het Uniecongres, waar de kiesvereniging moet worden vertegenwoordigd en gezamenlijke<br />

besluiten worden genomen, moet worden voorbereid. Er moet een afgevaardigde worden<br />

aangewezen die namens de kiesvereniging zijn stem(men) op het congres gaat uitbrengen.<br />

Nog geen kwart van de kaderleden is van mening dat het eigen bestuur deze voorbereiding<br />

goed oppakt. Bijna de helft vindt dat het Uniecongres door het lokale verenigingsbestuur niet<br />

goed wordt voorbereid. Wat dit precies betekent is niet uitgewerkt. Het zou kunnen inhouden<br />

dat de stukken niet worden voorbesproken, dat afgevaardigden geen specifieke opdracht<br />

meekrijgen naar het Uniecongres of dat de kiesvereniging in het geheel niet vertegenwoordigd<br />

wordt.<br />

8. In mijn vereniging betrekt het bestuur de leden bij de voorbereiding van het Uniecongres.<br />

1% absoluut mee eens<br />

13% mee eens<br />

18% neutraal / weet niet<br />

47% niet mee eens<br />

22% absoluut niet mee eens<br />

Het getrapte systeem van de Uniestructuur veronderstelt dat de leden bij de voorbereiding van<br />

de besluitvorming op een Uniecongres worden betrokken. Op deze manier wordt de<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 35 8 september 2009


vertegenwoordiging naar het congres gelegitimeerd. Dit zou kunnen op een ledenvergadering<br />

of door een andere vorm van raadpleging. Maar 14% van het kader kan aangeven dat dit ook<br />

zo gebeurt. En 69% van de ondervraagden geeft aan dat de leden niet in dit proces worden<br />

betrokken. Opvallend is dat de groep die vraag 7 positief beantwoordt, veel groter is dan bij<br />

vraag 8. Een goede voorbereiding is dus voor deze groep niet hetzelfde als het betrekken van<br />

de leden bij de besluitvorming.<br />

Over de Provinciale Unie:<br />

9. De Provinciale Unie is het samenwerkingsverband van de plaatselijke verenigingen.<br />

7% absoluut mee eens<br />

37% mee eens<br />

28% neutraal / weet niet<br />

22% niet mee eens<br />

7% absoluut niet mee eens<br />

De provinciale Unie is statutair ingesteld als het samenwerkingsverband van de lokale<br />

kiesverenigingen. Van kaderleden zou verwacht mogen worden dat ze dit allemaal weten,<br />

maar nog niet eens de helft van de ondervraagden herkent dit als zodanig. Dat is een vreemde<br />

uitkomst. Van de kaderleden weet een groot deel niet aan te geven wat de provinciale Unie<br />

inhoudt en daarnaast is er nog een aanzienlijk deel die denkt dat het iets heel anders is. Omdat<br />

de Provinciale Unie een belangrijk element in de partijstructuur vormt is deze uitkomst nogal<br />

zorgwekkend. Er zijn meerdere denkrichtingen mogelijk. Het kan zijn dat de provinciale Unie<br />

niet herkend wordt als een verband, iets waarvoor de gezamenlijke verenigingen samen<br />

verantwoordelijk zijn. Dit beeld kan bijvoorbeeld ontstaan als de provinciale Unie zich als een<br />

zelfstandig orgaan opstelt tegenover lokale kiesverenigingen. Een andere mogelijkheid is dat<br />

de provinciale Unie zo onbekend is, dat bij de beantwoording van de vraag de mogelijkheid<br />

dat het met de eigen kiesvereniging te maken heeft, gelijk wordt uitgesloten.<br />

10. Ik weet goed welke taken de Provinciale Unie heeft.<br />

8% absoluut mee eens<br />

36% mee eens<br />

23% neutraal / weet niet<br />

27% niet mee eens<br />

5% absoluut niet mee eens<br />

In consistentie met de vorige vraag geeft ook hier nog niet de helft van de kaderleden aan te<br />

weten welke taken de provinciale Unie heeft. Dat betekent dat ruim de helft van de<br />

kaderleden niet weet wat de provinciale Unie doet.<br />

11. Ik ben erg tevreden over het functioneren van het Provinciale Uniebestuur.<br />

3% absoluut mee eens<br />

22% mee eens<br />

56% neutraal / weet niet<br />

17% niet mee eens<br />

3% absoluut niet mee eens<br />

Het provinciale Uniebestuur is het bestuur van samenwerkende lokale kiesverenigingen.<br />

Naast het organiseren van provinciale politieke activiteiten, moet het bestuur de lokale<br />

verenigingen ondersteunen en soms ook vertegenwoordigen. Slechts een kwart van de<br />

ondervraagden geeft aan hier tevreden over te zijn. Meer dan helft weet het niet,<br />

waarschijnlijk omdat ze er geen zicht op hebben. Een vijfde deel is ontevreden over<br />

functioneren van het PU-bestuur.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 36 8 september 2009


12. Het Provinciale Uniebestuur bevordert de samenhang tussen de lokale verenigingen.<br />

2% absoluut mee eens<br />

21% mee eens<br />

35% neutraal / weet niet<br />

33% niet mee eens<br />

9% absoluut niet mee eens<br />

Statutair is aan het bestuur van de provinciale Unie opgedragen om de samenhang tussen de<br />

lokale kiesverenigingen te bevorderen. Nog geen kwart van de ondervraagden herkent dit en<br />

geeft aan dat deze taak wordt uitgevoerd. 42% van het kader geeft aan dat dit niet gebeurt.<br />

13. Ik weet welke taken en bevoegdheden het Unieconvent (de vergadering van de provinciale<br />

voorzitters) heeft.<br />

4% absoluut mee eens<br />

15% mee eens<br />

29% neutraal / weet niet<br />

39% niet mee eens<br />

13% absoluut niet mee eens<br />

Het Unieconvent is de zelfstandige vergadering van provinciale voorzitters. Dit orgaan heeft<br />

vooral als taak om het landelijke bestuur te adviseren over niet politieke vraagstukken en<br />

onderling contact tussen regio en landelijk bestuur te bevorderen. Van de ondervraagde<br />

kaderleden geeft 19% bekend te zijn met deze taken. En 81% weet het dus niet. Het mag zelfs<br />

niet worden uitgesloten, dat veel kaderleden niet eens van het bestaan van het dit orgaan op de<br />

hoogte zijn. Het Unieconvent is in elk geval het minst bekende orgaan binnen de<br />

partijorganisatie.<br />

14. Eén van de bevoegdheden van het Unieconvent is dat zij de kandidatenlijst voor de Eerste<br />

Kamer vaststelt. Ik vind dat niet het Unieconvent, maar het Uniecongres de bevoegdheid<br />

moet krijgen om de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer vast te stellen.<br />

11% absoluut mee eens<br />

35% mee eens<br />

28% neutraal / weet niet<br />

21% niet mee eens<br />

5% absoluut niet mee eens<br />

Dat het Unieconvent de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer vaststelt zal voor veel<br />

ondervraagden een verrassing zijn geweest. Over de mogelijkheid om deze kandidatenlijst,<br />

net als de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer, door het Uniecongres te laten vaststellen is<br />

46% positief. Er is ook een groep van 26% die het hier niet mee eens is en 28% die het<br />

gewoon niet weet. Tussen de verschillende leeftijdsgroepen zaten bij de beantwoording geen<br />

significante verschillen.<br />

15. Ik vind dat niet het Unieconvent, maar het Ledencongres de bevoegdheid moet krijgen<br />

om de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer vast te stellen.<br />

7% absoluut mee eens<br />

27% mee eens<br />

25% neutraal / weet niet<br />

34% niet mee eens<br />

7% absoluut niet mee eens<br />

Deze vraag was eigenlijk concurrerend met de vorige vraag. Dat kan verwarrend hebben<br />

gewerkt. De bedoeling was om te peilen hoe de kaderleden staan tegenover directe<br />

verkiezingen van kandidaten door de leden. In dit geval is concreet voorgesteld om de<br />

kandidatenlijst voor de Eerste Kamer door het Ledencongres te laten vaststellen. Hierop<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 37 8 september 2009


eageert dan nog steeds 34% positief. De groep die het er niet mee eens is, is wel fors groter,<br />

namelijk 41%.<br />

16. In mijn Provinciale Unie is het geen probleem om voldoende mensen te vinden voor een<br />

programma- en selectiecommissie.<br />

1% absoluut mee eens<br />

8% mee eens<br />

68% neutraal / weet niet<br />

19% niet mee eens<br />

4% absoluut niet mee eens<br />

Kijkend naar de toekomst verwacht 23% van de kaderleden dat het in de komende jaren<br />

moeilijker zal worden om geschikte medewerkers te vinden. Slechts een optimistische 9%<br />

verwacht geen problemen. Het grootste gedeelte heeft er geen zicht op.<br />

Over de landelijke verenigingstructuur:<br />

17. Ik vind dat de huidige verenigingsstructuren goed functioneren.<br />

3% absoluut mee eens<br />

52% mee eens<br />

25% neutraal / weet niet<br />

19% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

Over het functioneren van de huidige verenigingsstructuur is meer dan de helft tevreden. Er is<br />

ook 20% die niet tevreden is. Dat is een hoog percentage voor een algemene vraag. Waarin<br />

deze onvrede zit, wordt in deze algemene vraag niet duidelijk, alhoewel er wel voorbeelden<br />

van worden gegeven bij de antwoorden op vraag 30.<br />

18. Ik vind dat de huidige verenigingsstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> om te veel menskracht<br />

vraagt.<br />

2% absoluut mee eens<br />

24% mee eens<br />

34% neutraal / weet niet<br />

37% niet mee eens<br />

2% absoluut niet mee eens<br />

Op de vraag of de huidige structuur teveel menskracht vraagt antwoordt ruim een kwart<br />

bevestigend. Een grotere groep van ruim een derde vindt ziet deze relatie absoluut niet. Deze<br />

vraag is natuurlijk suggestief. Een politieke vereniging vraagt altijd om veel menskracht en de<br />

gevraagde inzet is afhankelijk van heel veel factoren en meestal onafhankelijk van de<br />

structuur.<br />

19. Ik vind de lokale autonomie van de verenigingen belangrijk, want deze benadrukt de<br />

verscheidenheid binnen de partij.<br />

17% absoluut mee eens<br />

57% mee eens<br />

11% neutraal / weet niet<br />

14% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

De lokale autonomie van de kiesverenigingen is één van de pijlers van de <strong>ChristenUnie</strong>. Deze<br />

vraag is ook nogal suggestief vanwege de gemaakte koppeling naar het benadrukken van de<br />

verscheidenheid binnen de partij. En ook die verscheidenheid wordt best als belangrijk<br />

ervaren. Driekwart van de ondervraagden stemt dan ook met de stelling in. Slechts 15% is het<br />

met de stelling niet eens.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 38 8 september 2009


20. Ik vind dat de huidige verenigingsstructuur ons soms belemmert om snel op de<br />

maatschappelijke actualiteiten en veranderingen in te spelen.<br />

2% absoluut mee eens<br />

18% mee eens<br />

26% neutraal / weet niet<br />

50% niet mee eens<br />

5% absoluut niet mee eens<br />

De huidige verenigingsstructuur wordt door ruim de helft van de kaderleden niet als<br />

belemmerend gezien om snel op maatschappelijke actualiteiten en veranderingen in te spelen.<br />

Een op de vijf ervaart die belemmering wel. Onduidelijk is waaruit die belemmering zou<br />

moeten bestaan. Er wordt bij de beantwoording van vraag 30 wel meerdere malen aangegeven<br />

dat de lokale vereniging en de landelijke organisatie ver bij elkaar weg staan.<br />

21. Doordat alle kiesverenigingen hun eigen statuten en inschrijving moeten hebben, is een<br />

starre organisatie ontstaan die ons veel geld en energie kost.<br />

6% absoluut mee eens<br />

51% mee eens<br />

25% neutraal / weet niet<br />

17% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

Deze stelling wordt door 57% van de kaderleden onderschreven. Slechts een klein deel van<br />

18% is het hier niet mee eens. Er wordt dus duidelijk onderscheid gemaakt tussen de interne<br />

slagvaardigheid en de maatschappelijke slagvaardigheid uit vraag 20.<br />

22. Ik vind de huidige verenigingsstructuur iets waar goed over is nagedacht en wat je niet<br />

zomaar moet veranderen.<br />

3% absoluut mee eens<br />

20% mee eens<br />

33% neutraal / weet niet<br />

39% niet mee eens<br />

5% absoluut niet mee eens<br />

Maar 23% geeft aan dat over de huidige verenigingsstructuur goed is nagedacht en dat deze<br />

niet zomaar veranderd mag worden. De groep die openstaat voor verandering is met 44%<br />

twee keer zo groot.<br />

23. Ik vind dat de leden meer directe invloed moeten hebben. Belangrijke onderwerpen<br />

moeten op het Ledencongres worden besproken in plaats van op het Uniecongres.<br />

3% absoluut mee eens<br />

40% mee eens<br />

21% neutraal / weet niet<br />

32% niet mee eens<br />

4% absoluut niet mee eens<br />

Het geven van meer directe invloed aan de leden door taken van het Uniecongres naar het<br />

Ledencongres te verschuiven is een idee wat door 43% van het kader wordt omarmd. Er<br />

bestaat ook een iets kleinere groep van 36% die dit idee niet zien zitten. Bijzonder opvallend<br />

is dat bij de kaderleden van 50 jaar en ouder er twee keer zo veel voorstanders als<br />

tegenstanders zijn. Bij de kaderleden jonger dan 35 jaar ligt die verhouding net andersom.<br />

24. De huidige partijstructuur is toekomstvast.<br />

2% absoluut mee eens<br />

35% mee eens<br />

40% neutraal / weet niet<br />

21% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 39 8 september 2009


37% van de ondervraagden geeft aan dat de huidige partijstructuur toekomstvast is. Een<br />

kleinere groep van 22% is het daar niet mee eens. De rest weet het blijkbaar niet.<br />

25. Van mij mag de <strong>ChristenUnie</strong> veranderen van een partij met losse verenigingen die<br />

samenwerken in een Unie, naar een ledenpartij waarbij iedereen lid is van dezelfde<br />

vereniging.<br />

7% absoluut mee eens<br />

33% mee eens<br />

24% neutraal / weet niet<br />

30% niet mee eens<br />

6% absoluut niet mee eens<br />

Deze vraag wordt door 40% van het kader met instemming beantwoord. Er is ook een iets<br />

kleiner deel van 36% wat het er niet mee eens is. Een kwart de kaderleden heeft hierover geen<br />

mening. Deze percentages zijn normaal verdeeld over de leeftijdgroepen. Dit is een vraagstuk<br />

waar de meningen vrij uitgesproken tegenover elkaar staan. Opmerkelijk is toch dat veel van<br />

de kaderleden zich onmiddellijk uitspreken voor een ledenpartij zonder dat daar een brede<br />

inhoudelijke discussie aan vooraf is gegaan. Dat maakt dit tot een belangrijk item.<br />

26. Ik weet wat de taken van het Landelijk Bestuur zijn.<br />

4% absoluut mee eens<br />

60% mee eens<br />

27% neutraal / weet niet<br />

8% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

De taken van het landelijke bestuur zijn bij tweederde van de ondervraagden bekend. 9%<br />

geeft heel expliciet aan deze niet te kennen.<br />

27. Ik ben erg tevreden over het functioneren van het Landelijk Bestuur.<br />

3% absoluut mee eens<br />

57% mee eens<br />

35% neutraal / weet niet<br />

5% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

Ook geeft 60% aan tevreden te zijn over het functioneren van het landelijke bestuur. Slecht<br />

6% is hier niet tevreden over.<br />

28. Het Landelijk Bestuur bemoeit zich te weinig met de regio.<br />

4% absoluut mee eens<br />

33% mee eens<br />

40% neutraal / weet niet<br />

21% niet mee eens<br />

2% absoluut niet mee eens<br />

Er is een groep van 36% die aangeeft dat het landelijke bestuur zich te weinig met de regio<br />

bemoeit. Mogelijk ligt hier een relatie met vraag 17. Bijna een kwart heeft juist positieve<br />

ervaringen.<br />

29. Het Landelijk Bestuur zou zich moeten laten adviseren door een gekozen brede partijraad,<br />

zoals dat in andere partijen ook het geval is.<br />

5% absoluut mee eens<br />

38% mee eens<br />

40% neutraal / weet niet<br />

15% niet mee eens<br />

2% absoluut niet mee eens<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 40 8 september 2009


De Partijraad is een onbekend fenomeen binnen de <strong>ChristenUnie</strong>, maar wel bekend vanuit<br />

andere partijen. Een grote groep kaderleden van 43% zou graag een gekozen brede partijraad<br />

zien fungeren als adviseur voor het landelijke bestuur. Een bijna even grote groep heeft geen<br />

mening. Een klein van 17% deel wil deze Partijraad niet. Opmerkelijk is dat veel van de<br />

kaderleden zich onmiddellijk uitspreken voor een gekozen Partijraad zonder dat ze daar een<br />

concreet voorstel over hebben gezien. Dat maakt dit tot een belangrijk item.<br />

30. Ik zou over dit onderwerp nog graag het volgende willen meegeven:<br />

Bij vraag 30 zijn nog 80 losse reacties gegeven als toelichting. Hierin zit een enorme variatie<br />

aan opvattingen die zeer interessant zijn maar niet allemaal stuk voor stuk behandeld worden.<br />

Bij het opstellen van de conclusies en aanbevelingen zijn deze reacties wel zoveel mogelijk<br />

betrokken.<br />

Uit de gehouden enquête blijkt wel dat over de toekomstvastheid van de organisatie bij een<br />

belangrijk deel van de kaderleden twijfels bestaan. Dat volgt niet zozeer uit de hoofdvraag 39 ,<br />

maar vooral uit de afgeleide vragen. Gelukkig is het allemaal niet zo zwart-wit. Organisaties<br />

en werkwijzen veranderen door de jaren heen. Een veel belangrijker achterliggende vraag is<br />

of de organisatie soepel de metamorfose kan maken naar datgene wat in de toekomst<br />

gevraagd zal worden. Er lijkt een verschuiving wenselijk te zijn van een formele organisatie<br />

naar een meer organische structuur.<br />

4.5 Wat zijn de kansen en bedreigingen voor de <strong>ChristenUnie</strong>?<br />

Redenerend vanuit de generatieverschillen is het logisch dat de beschreven maatschappelijke<br />

trends ook binnen de <strong>ChristenUnie</strong> verder door zullen zetten. Van generatie Y (personen met<br />

geboortejaar vanaf 1981) en de generaties daaropvolgend kan vanuit de generatietypering<br />

worden verwacht dat ze minder binding zullen hebben met de ooit door de protestgeneratie<br />

geformuleerde Uniefundering en bijbehorende reglementen. Actievelingen binnen deze<br />

generatie zien zich vaak veel meer als overtuigde christenen, die hun persoonlijke visie<br />

bereiken door in een netwerk samen te werken. Zo’n persoonlijk doel kan overigens heel<br />

nobel wezen, maar is minder gedreven vanuit de collectieve gedachte. Deze andere<br />

maatschappijbenadering zal naar verwachting ook steeds meer doorwerking gaan krijgen<br />

binnen de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

Vooral voor de protestgeneratie kan een proces van aanpassing van de partijstructuren worden<br />

verward met het ter discussie stellen van het ideologische gedachtegoed van de partij. Enkele<br />

geënquêteerden spreken zich daar ook zo concreet over uit. 40 Die zorg zou ook nog best eens<br />

terecht kunnen zijn. Juist binnen een organische structuur zal de persoonlijke identiteit van de<br />

leden een belangrijker plaats innemen. Voor de aanstormende generatie kan het straks zelfs<br />

nog heel anders uitpakken, de trend is dat ideologieën lijken te gaan vervagen. Dat zal dan<br />

ook merkbaar worden binnen de leden van de <strong>ChristenUnie</strong>. De door de voorvaderen ooit<br />

bevochten kerkelijke zuilen nemen in belangrijkheid af en worden niet meer als zodanig<br />

(h)erkend. Als kerkelijke denominaties zijn verworden tot een interessant historisch gegeven<br />

kan daardoor het vanzelfsprekende collectieve gevoel voor deze groep verdwijnen.<br />

39 Enquête vraag 24. (zie bijlage 13)<br />

40 Enquête vraag 30, antwoord 4, 12, 14, 26, 53 (zie bijlage 13)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 41 8 september 2009


De vraag is dan wel wat daar voor in de plaats moet komen, een politieke partij is nu eenmaal<br />

een collectieve beweging. Moet dit veranderingsproces worden vertraagd, of moet er juist<br />

worden meebewogen? Is er een plaatsvervangend element wat samenbindt en een appél kan<br />

blijven doen op de collectieve gevoelens van de achterban? Wat is de gemeenschappelijke<br />

factor? De <strong>ChristenUnie</strong> profileert zich sinds de oprichting als een christelijk-sociale partij.<br />

Christelijk en sociaal, dat zijn twee krachtige elementen die voldoende potentie hebben om<br />

mensen samen te binden. De algemene tendens daarbij is dat netwerken in belangrijkheid<br />

zullen toenemen, waarbij het er om zal gaan wie je bent en wat je meebrengt in jouw netwerk.<br />

Het is dus niet ondenkbaar dat de persoonlijke relaties met God en met mensen de enige<br />

overblijvende bindende factoren voor de <strong>ChristenUnie</strong> van de toekomst zullen zijn.<br />

4.5.1 Groei en verandering achterban.<br />

Van de <strong>ChristenUnie</strong> kan worden gezegd dat het een dynamische partij is met een zeer trouwe<br />

en betrokken achterban. Volgens de eerder genoemde CBS-statistieken over 2006 was in dat<br />

jaar 13% van de stemmers ook lid van de partij. Dat is een hoog percentage. Daarvoor is een<br />

vergelijking gemaakt met de verkiezingsuitslag van 2002 waarbij 204.694 stemmen op de<br />

<strong>ChristenUnie</strong> werden uitgebracht. Bij de verkiezingen van 22 november 2006 boekte de partij<br />

een flinke winst, 390.969 stemmen, maar het aantal leden nam nauwelijks toe. Als die cijfers<br />

worden doorvertaald, zou het CBS-cijfer moeten worden bijgesteld naar 7%.<br />

De trouwe achterban is dus vrijwel gelijk in aantal gebleven, maar er zijn meer stemmers<br />

bijgekomen. Er is een natuurlijke behoefte van de partij om deze nieuwe kiezers aan zich te<br />

binden door een lidmaatschap. Deze nieuwe leden zijn vaak erg gemotiveerd en worden actief<br />

binnen de partij. Ze brengen vaak ook nieuwe ideeën met zich mee en breiden hun invloed uit.<br />

Dit kan leiden tot ideologische verschuivingen, iets wat door de oude garde kan worden<br />

uitgelegd of ervaren als afglijden. Voor een principiële partij als de <strong>ChristenUnie</strong> past het<br />

veranderen in een democratische middenpartij niet in de partijvisie.<br />

Vanuit de komende generaties en vanuit nieuwe kiezers als evangelischen of roomskatholieken,<br />

wordt steeds vaker de vraag gesteld of de huidige grondslag van de partij nog<br />

wel de juiste vlag is om de lading te dekken. Bij enkele van deze groepen is behoefte aan een<br />

nog veel directer geformuleerde grondslag, rechtstreeks vanuit de relatie met Jezus Christus.<br />

De verwijzing in de Uniefundering naar belangrijke documenten uit de reformatie als de Drie<br />

Formulieren van Eenheid heeft voor hen nauwelijks meerwaarde en wordt door sommigen<br />

zelfs als kwetsend ervaren. De later toegevoegde Unieverklaring sluit veel meer aan bij het<br />

gedachtegoed van deze nieuwe kiezers, omdat deze veel meer ruimte geeft.<br />

De toenadering tot andersoortige christenen is een proces waar een deel van het kader van de<br />

<strong>ChristenUnie</strong> bewust aan werkt, terwijl een ander deel er moeite mee heeft. Deze verbreding<br />

kan immers, afhankelijk van de kant van de medaille die bekeken wordt, leiden tot zowel een<br />

verarming als een verrijking. De inbreng van nieuwe groepen kan leiden tot een andere balans<br />

tussen Bijbelse waarden. Voeg daar nog het element van de komende generaties aan toe die<br />

hun christen-zijn binnen een heel andere context beleven. En samen vormen deze ingrediënten<br />

een proces met een onzekere uitkomst. Hier ligt een enorme uitdaging voor de partij.<br />

4.5.2. Vergrijzing en komst van nieuwe generaties<br />

Ondanks het bestaan van een actieve jongerenorganisatie, is de gemiddelde leeftijd van het<br />

<strong>ChristenUnie</strong>kader hoog 41 . Meer dan de helft van de geënquêteerden is ouder dan 50 jaar.<br />

41 Enquête vraag 1 (zie hiervoor bijlage 13)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 42 8 september 2009


Daarmee is ze overigens niet onderscheidend van andere politieke partijen. Binnen een tiental<br />

jaren zullen een groot aantal van deze kaderleden uit de protestgeneratie uitstromen en<br />

vervangen moeten worden. Uit de enquête komt duidelijk naar voren dat er zorgen zijn of<br />

hiervoor wel voldoende mensen gevonden zullen kunnen worden 42 .<br />

De maatschappelijke ontwikkeling van de nieuwe generaties gaat de <strong>ChristenUnie</strong> zeker niet<br />

voorbij. Deze ontwikkeling manifesteert zich wel minder sterk dan bij andere partijen,<br />

waarschijnlijk omdat de <strong>ChristenUnie</strong> een meer ideologische partij is. Het maatschappelijk<br />

netwerk waarbinnen de partij zijn aanhangers vindt, valt grotendeels samen met dat van de<br />

kerken, waardoor deze ongewild als een soort zeef fungeren. Kerken worstelen dan ook met<br />

dezelfde problematiek. Hoe combineer je het laten aansluiten van de boodschap met de wens<br />

tot meer eigen beleving? Jongeren die de ruimte krijgen hun eigen cultuur te creëren blijven<br />

binnen de kerk. Dat geldt ook voor jongeren die zich aanpassen en voegen binnen de cultuur<br />

van de ouderen. Beide groepen vormen grotendeels het potentiële <strong>ChristenUnie</strong>kader voor de<br />

toekomst. Een ander deel van de jongeren vertrekt uit de kerk of blijft gewoon weg. Niet<br />

zelden wordt de christelijke identiteit afgewezen vanwege teleurstellingen. Beleving en<br />

echtheid zijn immers belangrijk voor de nieuwe generaties? Daarmee wordt deze laatste groep<br />

haast onbereikbaar voor de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

Volgens de generatietheorie staan de nieuwe generaties open voor idealen en ideeën, maar ze<br />

moeten wel doelgericht bezig kunnen zijn en grenzeloos kunnen opereren binnen hun<br />

netwerken. Jongeren die daarvoor de ruimte krijgen, uiten hun denkbeelden eerder in hun<br />

snelle gesprekken op msn, hun getuigenissen op hyves, hun muziek- en beeldkeuze op<br />

youtube, dan door zich aan te sluiten bij een politieke partij met een tekst- en vergadercultuur<br />

en geschreven regels. Er is ook een verschuiving gaande van hiërarchie naar authenticiteit.<br />

Posities zijn niet vanzelfsprekend en worden ondergeschikt gemaakt aan inhoud. De uitdaging<br />

voor de <strong>ChristenUnie</strong> kan zijn om optimaal gebruik te maken van de sterke kanten van deze<br />

netwerken.<br />

De kloof tussen de generaties is zeker overbrugbaar. Dat kan door eigen dogma’s opzij te<br />

zetten en een zuivere identiteit (echtheid) te laten zien. Voorbeeld van een gezaghebbende<br />

bruggenbouwer tussen generaties is Prof. Dr. Ir. Egbert Schuurman (1937) die als Eerste<br />

Kamerlid actief is en binnen de partij veel met jongeren werkt. Een ander voorbeeld is Prof.<br />

Dr. Willem J. Ouweneel (1944) die vooral buiten de partij actief is. Zij kunnen zich in een<br />

grote populariteit bij de jongere generaties verheugen, omdat ze steeds de moeite nemen die<br />

andere wereld in te stappen, waarbij hun eigen identiteit overigens volkomen authentiek blijft.<br />

Onderbelicht is de mogelijkheid van het bestaan van een financiële drempel, die vooral voor<br />

jongeren geldt. Om deze drempel uit te sluiten heeft het CDA heeft ervoor gekozen om de<br />

contributie voor jongeren tot 25 jaar vast te stellen op € 0,-. Daarmee is de entree heel<br />

laagdrempelig geworden en krijgen jongeren de tijd om de partij in te groeien. Op deze<br />

manier kan de oudere generatie laten zien dat ze willen investeren in jongeren, wat ook als<br />

een handreiking mag worden beschouwd.<br />

42 Enquête vragen 5, 6, 16. 18 en enkele losse antwoorden bij vraag 30 (zie hiervoor bijlage 13)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 43 8 september 2009


4.5.3. De structuur van de <strong>ChristenUnie</strong><br />

Voorzichtig begint zich een behoefte aan vernieuwing van de structuur af te tekenen. 43<br />

Slechts een derde van de geënquêteerden geeft aan de huidige structuur nog als toekomstvast<br />

te beschouwen. 44 De oorzaak zou kunnen liggen in het feit dat er bij het ontstaan van de partij<br />

niet gekozen is voor een geheel nieuwe structuur, maar voor het zoveel mogelijk behouden<br />

van de structuren van de oude partijen, die immers erg op elkaar leken. Statutair bestaat de<br />

Uniestructuur daardoor uit autonome kiesverenigingen die met elkaar samenwerken. Bij GPV<br />

en RPF werd deze samenwerking vroeger een verbond of een federatie genoemd.<br />

Deze lokale autonomie wordt door de geënquêteerden als zeer waardevol ervaren 45 , maar is<br />

in feite veel beperkter dan bij de meeste andere partijen waar met afdelingen wordt gewerkt.<br />

Een lokale kiesvereniging is formeel wel autonoom, maar kan eigenlijk niet kiezen om af te<br />

wijken van de structuur en grondslag. In de partijstatuten is namelijk opgenomen dat een<br />

kiesvereniging in dat geval afstand moet doen van de naam <strong>ChristenUnie</strong>. En daarmee heeft<br />

een kiesvereniging precies dezelfde autonomie als een afdeling bij de meeste andere partijen.<br />

Doordat elke vereniging zijn eigen statuten en inschrijving bij de Kamer van Koophandel<br />

moet hebben, vergt een kleine aanpassing van die statuten een enorme operatie. Eerst moet er<br />

een besluit door het Uniecongres worden genomen, daarna moeten alle verenigingen die<br />

wijziging in een ledenvergadering verplicht doorvoeren (hoezo lokale autonomie?) en laten<br />

vastleggen bij de notaris. Kiesverenigingen die het niet met een door het congres vastgestelde<br />

wijziging eens zijn, of “vergeten” hiermee dit bij hun notaris te laten vastleggen, kunnen<br />

daardoor formeel geen onderdeel van de <strong>ChristenUnie</strong> meer uitmaken. Dit probleem wordt<br />

door de geënquêteerden breed onderkend 46 . Vanwege de vraagstelling is niet helemaal<br />

duidelijk of de bezwaren zich alleen richten tegen de starheid van het systeem of ook tegen de<br />

kosten van de wijzigingen. x<br />

De versnippering van de <strong>ChristenUnie</strong>-structuur uit zich in een veelheid aan documenten, er<br />

zijn maar liefst 5 statuten, 14 reglementen, 1 protocol en 1 gedragscode. De meeste andere<br />

partijen regelen hetzelfde met twee of drie documenten. Voorwaarde hiervoor is wel dat de<br />

partij bestaat uit één vereniging. Qua omvang van de teksten valt het mee en behoort de<br />

<strong>ChristenUnie</strong> tot de middengroep. Uit de partijvergelijking komt dat enkele andere partijen,<br />

zoals GroenLinks, kiezen voor meer sobere statuten. Hierin worden doel en grondslag<br />

vastgelegd en is de structuur verder zo min mogelijk is uitgewerkt. De uitwerking vindt dan<br />

plaats in een huishoudelijk reglement, wat met een eenvoudige procedure kan worden<br />

aangepast. Hier komt de notaris niet aan te pas.<br />

4.5.4. Vertegenwoordigende of directe democratie?<br />

Een ander vraagstuk binnen de partijstructuur is die van de wijze waarop leden hun invloed<br />

kunnen uitoefenen. Daarbij worden verschillende systemen onderscheiden.<br />

<strong>ChristenUnie</strong>, SP en PvdA werken met vertegenwoordigende democratie. Dit is een getrapt<br />

systeem: de leden kiezen een bestuur, het bestuur kiest een vertegenwoordiger (afgevaardigde<br />

naar congres of provinciale Unie), de vertegenwoordigers kiezen weer een bestuur, enz. Dit<br />

systeem is een afgeleide van het getrapte kiesstelsel uit 1848 en werkt op zich goed als alle<br />

43 Enquête vraag 30, reacties in antwoorden nrs. 5, 11, 30, 36, 57, 59, 61, 64, 66, 71, 74, 76, 78, 80 (zie hiervoor<br />

bijlage 13)<br />

44 Enquête vraag 24 (zie bijlage 13)<br />

45 Enquête vraag 19 (zie bijlage 13)<br />

46 Enquête vraag 21 (zie bijlage 13)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 44 8 september 2009


schakels goed functioneren. De afgevaardigden naar het Uniecongres handelen formeel<br />

zonder last, maar het is wel de bedoeling dat zij hun kiesvereniging zo goed mogelijk<br />

vertegenwoordigen. Uit onder andere de enquête blijkt dat het systeem nu niet zo<br />

functioneert. Uniecongressen en provinciale vergaderingen worden bijna niet in samenspraak<br />

met de leden voorbereid. In de enquête wordt ook aangegeven dat er een grote afstand wordt<br />

ervaren tussen de geledingen van de partij.<br />

Naast het systeem van de vertegenwoordigende democratie staat dat van de directe<br />

democratie. Leden stemmen dan rechtstreeks op het ledencongres over alle belangrijke issues.<br />

GroenLinks, VVD en D66 werken al jaren met dit systeem en houden zo tevens hun netwerk<br />

in stand.<br />

Het CDA kent een interessante mengvorm van vertegenwoordigende en directe democratie.<br />

De leden kunnen direct stemrecht uitoefenen in alle organen op alle niveaus. Daarnaast<br />

hebben de organen zelf ook een aantal stemmen toegewezen gekregen. Collectief en individu<br />

worden zo in één vergadering verenigd.<br />

Een ledenpartij levert per definitie niet een flexibeler organisatiestructuur op dan een<br />

federatieve partij. Flexibiliteit is dus geen argument om de leden meer invloed te geven.<br />

Waarom zou de <strong>ChristenUnie</strong> dan toch moeten overwegen om een ledenpartij te worden? Een<br />

belangrijk argument hiervoor wordt gegeven door de wens om de eigen autonomie te<br />

behouden 47 . Ook al gaat het in de enquête om de positie van de lokale vereniging, hiermee<br />

wordt onderstreept hoe belangrijk het is dat beslissingen laag in de organisatie genomen<br />

worden. <strong>ChristenUnie</strong> leden willen graag dichtbij de beslissingen van hun partij staan en deze<br />

beslissingen zelf kunnen nemen. De huidige wijze van vertegenwoordiging wordt door leden<br />

nauwelijks meer herkend als iets van henzelf. Het ledenmodel zal, als het op de juiste manier<br />

wordt vormgegeven, waarschijnlijk meer aansluiten bij de wens van eigen autonomie.<br />

Uit de enquête blijkt dat dit vraagstuk aandacht behoeft en dat hierover zeer verdeeld wordt<br />

gedacht 48 . Dat geeft te denken omdat de vraag om meer ledeninvloed binnen de partij<br />

momenteel eigenlijk nauwelijks onderwerp van gesprek is. Interessant is dat de antwoorden in<br />

de enquête een heel gepolariseerd beeld opleveren. Er tekenen zich heel duidelijk twee totaal<br />

verschillende opvattingen binnen de partij af en beide groepen zijn ongeveer even groot.<br />

4.5.5. Unieconvent, themagroepen of Partijraad?<br />

Binnen de partijstructuur is het Unieconvent (de vergadering van provinciale voorzitters) het<br />

minst bekend. Dat is ook niet zo vreemd, wat binnen de partij is het Unieconvent een<br />

zelfstandig orgaan wat vanwege de getrapte structuur het verst verwijderd staat van de leden.<br />

Het Unieconvent treedt ook nauwelijks op de voorgrond. De belangrijkste taak, adviseur en<br />

sparringpartner van het Landelijk bestuur en verbindingsschakel tussen Landelijk bestuur en<br />

regio’s, heeft zich nooit echt als zodanig ontwikkeld. Als adviseur zou het Unieconvent zich<br />

bezig moeten houden met bestuurlijke aangelegenheden. In zekere zin zou het Unieconvent de<br />

rol van een Partijraad kunnen vervullen. Dat zouden de leden trouwens zelf ook graag zo zien<br />

(en dan niet al te politiek-inhoudelijk). Het vaststellen van een kandidatenlijst voor de Eerste<br />

Kamer lukt wel, maar dit proces voltrekt zich vrijwel geheel buiten het zicht van de rest van<br />

de partij.<br />

47 Enquête vraag 19 (zie bijlage 13)<br />

48 Enquête vraag 25 en vraag 30, reacties in antwoorden nrs. 2, 4, 10, 16, 21, 26, 34, 36, 44, 46, 55, 64, 65, 66,<br />

70, 76. (zie bijlage 13)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 45 8 september 2009


Voor adviezen over inhoudelijke dossiers heeft het Landelijk bestuur besloten om<br />

themagroepen in te stellen die in principe een tijdelijk karakter hebben en overal over kunnen<br />

gaan. De eerste groepen, waarin mensen op persoonlijk titel plaatsnemen, moeten nog starten.<br />

Deze denktanks gaan in tegenstelling tot het Unieconvent wel aan de slag met gedetailleerde<br />

politiek-inhoudelijke thema’s en adviseren dus meer in de richting van de politici. Met de<br />

themagroepen is nog onvoldoende ervaring opgedaan om er een uitspraak over te kunnen<br />

doen.<br />

De suggestie om een gekozen Partijraad 49 als adviseur van het Landelijk bestuur in te stellen<br />

is in de enquête opvallend positief ontvangen. Voor een onderwerp wat nooit eerder is<br />

geagendeerd en nooit eerder in discussies is meegenomen, is het aantal kaderleden wat<br />

primair positief reageert erg hoog. Blijkbaar leeft dit onderwerp onderhuids vrij sterk. Wie er<br />

in zo’n Partijraad zouden moeten zitten en hoe groot deze zou moeten zijn, is niet verder<br />

uitgewerkt. Ook wat de taken zouden moeten zijn en hoe die raad gekozen zou moeten<br />

worden is in het midden gelaten. Het zou heel goed kunnen gaan om een samenvoeging van<br />

de taken van het Unieconvent en de themagroepen. Het lijkt zeker de moeite waard te zijn om<br />

hier eens nader naar te kijken. Bij de andere partijen varieert de grootte van een Partijraad<br />

tussen de 29 (SGP) en 183 (SP) personen. Ook de inhoudelijke taken zijn verschillend.<br />

Sommige partijen werken met zogenaamde platforms (D66) of werkgroepen (GroenLinks).<br />

Deze richten zichzelf op met een zelfgekozen doel, worden daarna door het partijbestuur<br />

erkend en opereren vervolgens autonoom binnen de partij. Bij GroenLinks opereren ze naast<br />

de Partijraad. De werkwijze is meestal digitaal, bijvoorbeeld via een internet community. In<br />

feite gaat het om specialisten op een of meer thema’s die samen binnen een vrije structuur een<br />

denktank vormen. Ze kunnen zo vraagstukken bestuderen, besluitvorming voorbereiden en<br />

voorstellen indienen. Deze manier van werken is bijzonder flexibel.<br />

Indien wordt besloten tot het instellen van een gekozen Partijraad zal dit met de nodige<br />

zorgvuldigheid moeten gebeuren. Hiervoor moeten dan nog veel vragen worden beantwoord.<br />

Moet het alleen om bestuurlijke of ook om politiek-inhoudelijke onderwerpen gaan? Moeten<br />

de themagroepen een eigen status krijgen? Of moeten ze integreren in de Partijraad? Als er<br />

gekozen moet worden, hoe moet dat dan?<br />

49 Enquête vraag 29 (zie bijlage 13)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 46 8 september 2009


5 Conclusies en discussie.<br />

In dit hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten uit het vorige hoofdstuk bijeen gebracht en<br />

conclusies getrokken. De centrale vraagstelling daarbij luidt: Is de organisatie van de<br />

<strong>ChristenUnie</strong> toekomstvast in het licht van de komende generaties? Moet het beleid worden<br />

aangepast en is het wenselijk de huidige partijstructuur te veranderen?<br />

Omdat in de paragrafen van hoofdstuk 4 ook al veel deelresultaten zijn geanalyseerd, waarbij<br />

al heel wat conclusies zijn getrokken, worden hier alleen nog de hoofdlijnen neergezet.<br />

5.1 Analyse<br />

Nederland kent al ruim 400 jaar een vorm van democratie met sterk verschillende<br />

bestuursvormen. Het huidige bestuurssysteem heeft zich pas vanaf 1917 ontwikkeld tot een<br />

meerpartijen- en uiteindelijk een multipartijenstelsel. Vanuit het historisch perspectief is<br />

duidelijk dat Nederland er eeuwen over heeft gedaan om naar dit politieke stelsel toe te<br />

groeien. Veel van de huidige structuren zijn historisch bepaald en worden gevoelsmatig<br />

verbonden aan specifieke waarden uit de Reformatie omdat ze dezelfde ontstaansgeschiedenis<br />

hebben.<br />

Nederlanders hebben behoefte om elkaar de maat te nemen. Die kritische grondhouding ten<br />

opzichte van elkaar is tevens de kracht waardoor de natie is ontstaan. Vanaf het begin van het<br />

ontstaan werd de Republiek der Nederlanden regelmatig meegesleept in een of ander<br />

opgelaaid intern machtsconflict of godsdiensttwist. De afsplitsing van België was de laatste<br />

strijd waarin dit nog met enig militair geweld gepaard ging. Daarna werd het gevecht meer<br />

geciviliseerd hetgeen merkbaar was aan een golf van kerkscheuringen en het ontstaan van de<br />

grote zuilen binnen de maatschappij. Splitsen bij onenigheid werd iets volkseigens, een<br />

gebruik wat uiteindelijk werd doorgezet in de oprichting van een bijna ontelbare hoeveelheid<br />

politieke partijen.<br />

De organisatiestructuren van de politieke partijen zijn allemaal verschillend evenals het<br />

democratische gehalte. Er zijn partijen met directe en indirecte zeggenschap voor de leden. Er<br />

zijn ook partijen waarbij invloed van leden niet of nauwelijks mogelijk is. De structuur van de<br />

organisatie kan heel plat of heel gelaagd zijn. Er is geen samenhang gevonden tussen het<br />

aantal leden of kiezers en de organisatiestructuur. De ideologie en de politieke boodschap<br />

lijken daarvoor toch het meest relevant te zijn.<br />

Door de introductie van o.a. de moderne media werd de wereld in nog geen 50 jaar ontsloten<br />

voor het westerse volk. Radio en televisie werden vanaf eind jaren zestig gemeengoed<br />

waardoor Nederlanders steeds meer in contact kwamen met andere (meest westerse) culturen.<br />

Communicatie werd steeds sneller door de invoering van telex en fax, internationale<br />

verbindingen per trein en vliegtuig. Door de introductie van het internet en mobiele telefonie<br />

werd de wereld uiteindelijk een dorp. Mensen zijn deel gaan uitmaken van wereldwijde<br />

netwerken. Ook de 2 e en grote delen van de 3 e wereld gaan daar nu in toenemende mate deel<br />

van uit maken. Door deze verbetering van de eigen positie en de mondiale oriëntatie<br />

vermindert de behoefte van mensen om door anderen vertegenwoordigd te worden. De<br />

organisatiegraad neemt af.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 47 8 september 2009


Het huidige systeem van de vertegenwoordigende democratie is beproefd. Het stamt uit de<br />

tijd dat het grootste deel van de bevolking nog analfabeet was en niet mocht stemmen, dat de<br />

postkoets en trekschuit snelle vervoerswijzen waren en dat de uitvinding van de telefoon nog<br />

op zich moest laten wachten. Vertegenwoordiging was de enige manier om de stemmen van<br />

het volk bijeen te brengen. Er waren geen andere opties. Die andere opties zijn er nu wel.<br />

Fysieke afstanden betekenen niets meer. We stappen in de auto of trein, een brief wordt<br />

binnen een dag bezorgd en via mobiele telefoon en e-mail zijn we altijd bereikbaar.<br />

De mens is in de laatste decennia individueler en zelfredzamer geworden. Oude zuilen en<br />

waarden sneeuwen onder op het internationale toneel en zijn niet langer onderscheidend.<br />

Links en rechts vloeien in elkaar over. Politieke partijen sluiten als collectief niet meer aan bij<br />

een behoefte en zien een teruggang in het ledenbestand en kiezers. Bij de komende generaties<br />

zal die behoefte waarschijnlijk alleen nog maar afnemen. Hoe ver deze ontwikkeling door zal<br />

zetten is de vraag. In het meest extreme geval kan het betekenen dat het huidige<br />

bestuurssysteem met politieke partijen en lidmaatschappen weer gaat verdwijnen en plaats zal<br />

maken voor een ander soort structuur. Door de eeuwen heen is dat immers vaker gebeurd.<br />

Het belang van macht en autoriteit nemen af en maken plaats voor authenticiteit, echtheid en<br />

doelgerichtheid. Ook vindt er steeds meer een verschuiving plaats van formele organisaties<br />

naar informele netwerken. Binnen die netwerken kunnen mensen elkaar op één of meer<br />

thema’s opzoeken. Nogmaals professor Roel in ’t Veld: “Ze weten van elkaars bestaan af en<br />

zoeken ook verhoudingen. In zo’n netwerk is empathie de centrale waarde. Het draait om<br />

rekening houden met. Maar ja, dan heb je het openbaar bestuur waarin dat netwerk is<br />

opgehangen. En ons openbaar bestuur is gebaseerd op verantwoordingsrelaties, zowel<br />

verticaal als horizontaal. Hiërarchie kan de omgang met complexiteit, die karakteristiek is<br />

voor het functioneren van netwerken, niet aan.” 50<br />

Een populistische partij als de PVV weet hier op een heel slimme manier op in te spelen. Zij<br />

kiest bewust voor het opereren binnen een netwerk met vrijwilligers en steekt geen energie in<br />

het opzetten van een organisatie en het werven van leden.<br />

De drie belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen waar de <strong>ChristenUnie</strong> mee te maken<br />

heeft zijn:<br />

o de (gewenste) instroom van nieuwe generaties.<br />

o de instroom van leden met een niet- traditioneel-reformatorische achtergrond<br />

o de uitstroom van oudere generaties uit actieve functies.<br />

Uit de enquête blijkt dat het kader de <strong>ChristenUnie</strong> zich bewust is van de toekomst. Er wordt<br />

nagedacht over de positie van de partij en de invloeden die nieuwe groepen kiezers, waarmee<br />

men zich verbonden weet, met zich meebrengen. Opvolging van het zittende kader is een<br />

groot aandachtspunt, evenals de huidige organisatiestructuur. De partij lijkt een beetje<br />

overgeorganiseerd. Er zijn ook een aantal interne structuren die niet (meer) functioneren en<br />

die langzamerhand ter discussie komen te staan. Gelukkig is de achterban bovengemiddeld<br />

betrokken en laat het kader zich niet tegenhouden door het woud van regels. De keuze voor<br />

het vertegenwoordigende systeem is binnen de partij niet langer vanzelfsprekend. Er is een<br />

toenemend draagvlak voor meer ledeninvloed en voor de invoering van een direct gekozen<br />

Partijraad.<br />

50 R. in ’t Veld in “Bekwame burger redt democratie”, artikel in Binnenlands Bestuur. (21 augustus 2009)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 48 8 september 2009


5.2 Synthese.<br />

Binnen de <strong>ChristenUnie</strong> is men zich bewust dat maatschappij verandert. Ook intern worden<br />

ontwikkelingen herkend en opgepakt. De stijl van <strong>ChristenUnie</strong> is daarbij niet die van een<br />

revolutie maar die van het volgen van een geleidelijk proces. Een aantal oude spelregels wordt<br />

al lang niet meer volgens het boekje gevolgd. De opvolgingsproblematiek wordt steeds<br />

actueler. De veranderde wijze van communiceren bij de nieuwe generaties zal mogelijk<br />

binnen enkele jaren om aanpassing van de werkwijze en de partijstructuur vragen. Nieuwe<br />

leden van buiten de reformatorische richting leveren nieuwe ideeën en waarden, maar stellen<br />

ook oude ter discussie. Een (terechte) zorg daarbij welke ook in de enquête is geuit, is of het<br />

ideologische gedachtegoed van de partij hierdoor zal veranderen.<br />

Een deel van het partijkader associeert het bewaren van het gedachtegoed nog met het behoud<br />

van de bestaande organisatiestructuur, vanwege de gezamenlijke ontstaansgeschiedenis.<br />

Daarbij moet wel worden bedacht dat de partij in feite niet meer dan 60 jaar bestaat en<br />

opereert in een systeem wat nog maar 130 jaar oud is. Het christendom bestaat al bijna 2000<br />

jaar en de verwachting, zeker die van leden van de <strong>ChristenUnie</strong>, is dat dit tot aan het einde<br />

der tijden zo zal blijven. In dat licht bekeken is het zeer waarschijnlijk dat ook de huidige<br />

<strong>ChristenUnie</strong> een kind van zijn tijd zal blijken te zijn en dat komende generaties weer<br />

behoefte zullen hebben aan andere formuleringen en structuren. Deze laatste conclusie geldt<br />

overigens voor alle politieke partijen.<br />

De belangrijkste vraag voor de <strong>ChristenUnie</strong> is hoe de partij zich klaar moet maken voor de<br />

komende generaties. Wanneer de oudere generaties hun posities gaan verlaten zal dat niet in<br />

één keer gebeuren. Lang nadat ze hun functies hebben opgegeven zullen ze als gewoon lid<br />

nog extra betrokken blijven en de partij (hopelijk) kritisch blijven volgen. Deze betrokkenheid<br />

wordt binnen de partij enorm gewaardeerd en maakt tevens veranderingsprocessen extra<br />

complex. Het “hoe” antwoord kan hier niet gegeven worden, omdat dit moet plaatsvinden<br />

vanuit een intern proces. Als handreiking hiervoor wordt in het volgende hoofdstuk een aantal<br />

richtinggevende aanbevelingen gedaan.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 49 8 september 2009


5.3 Discussie (stellingen)<br />

1. Alle politieke partijen zijn een kind van hun tijd. Binnen eeuwenoude democratieën zoals<br />

in Nederland vormen ze een tijdelijk verschijnsel en hebben in hun huidige vorm hun<br />

langste tijd alweer gehad.<br />

2. Er zullen altijd generatiekloven en ideologische verschillen zijn, net als leiders en volgers.<br />

Er is geen enkele aanleiding om hier nu meer dan normale aandacht aan te schenken.<br />

3. Informele netwerken zullen door de ontwikkeling van moderne communicatiemiddelen<br />

snel in belangrijkheid toenemen. De positie van het openbaar bestuur zal hierdoor sterk<br />

verschuiven en in belangrijkheid afnemen.<br />

4. Omdat de <strong>ChristenUnie</strong> een authentiek eigen profiel en doel heeft, zou het makkelijker<br />

moeten zijn om aansluiting te vinden bij de behoeften van nieuw komende generaties, dan<br />

bij andere meer algemeen georiënteerde partijen.<br />

5. De instroom van leden uit de nieuwe generaties of zonder traditioneel-reformatische<br />

achtergrond vormen geen bedreiging, maar zijn juist een verrijking van de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 50 8 september 2009


6 Evaluatie en aanbevelingen.<br />

In dit hoofdstuk wordt eerst teruggekeken op het proces van totstandkoming van deze scriptie.<br />

Is alles gegaan zoals voorzien? Zijn er bijzondere wendingen geweest? Vervolgens worden er<br />

specifieke aanbevelingen opgesteld die de <strong>ChristenUnie</strong> zou kunnen gebruiken om de<br />

partijstructuur aan te passen.<br />

6.1 Evaluatie.<br />

Het schrijven van een scriptie, naast het hebben van een volledige baan en vele<br />

maatschappelijke activiteiten is een zware opgave gebleken. Het aan het papier toevertrouwen<br />

van gedachten en deze steeds weer herformuleren vergt tijd en heeft menig nachtelijk uur<br />

opgeslokt. En als je denkt halverwege te zijn en je dan gedwongen voelt het onderzoek af te<br />

breken en opnieuw te binnen, kan de moed je in de schoenen zinken.<br />

Bij de keuze van een nieuw onderwerp is bewust gekozen voor een opgave buiten de<br />

werksfeer. Als lid van het landelijke bestuur van de <strong>ChristenUnie</strong> en raadscommissielid in<br />

Sneek lag het huidige onderwerp binnen handbereik. De oorspronkelijke doelstelling was om<br />

onderlinge partijstructuren te vergelijken. Tijdens het schrijven van de scriptie werden daar de<br />

context van het historisch perspectief en de komst en ontwikkeling van nieuwe generaties aan<br />

toegevoegd. Vanuit deze context kon een stevige verbinding naar de organisatiestructuur van<br />

de <strong>ChristenUnie</strong> worden gemaakt. De oorspronkelijke doelstelling om partijstructuren te<br />

vergelijken verdween naar de achtergrond en werd een middel om tot een nieuw doel te<br />

komen. De focus werd steeds meer direct gericht op de <strong>ChristenUnie</strong>. Zo veranderden titel en<br />

doelstelling en groeide het document.<br />

Het schrijfproces heeft ongeveer 5 weken geduurd binnen de periode van 1 juli t/m 20<br />

augustus. In de maand daarvoor was al ruw materiaal verzameld, de enquête uitgezet en<br />

waren drie interviews gehouden. Het echte schrijfproces begon op een camping in Avigliana<br />

(Italië), in een zeer inspirerende omgeving met uitzicht over een groot meer. Hier werd, in de<br />

buitenlucht en bij een temperatuur van ruim 30°C, de romp van de scriptie neergezet en zagen<br />

de eerste versies van de hoofdstukken 1 t/m 3 met de bijlagen 1 t/m 9 en 13 het daglicht.<br />

In Lauterbrunnen (Zwitserland) werd de eerste versie van hoofdstuk 4 geschreven, net als<br />

bijlagen 10 en 11 en een aanzet voor de hoofdstukken 5 en 6. In augustus werden de laatste<br />

onderdelen in Nederland toegevoegd en kwamen de tekstherzieningen en correcties. Laag na<br />

laag werd zo de scriptie opgebouwd en geholpen door commentaren van meelezers steeds<br />

krachtiger en puntiger gemaakt.<br />

Het ontbreken van een echte opdrachtgever was ook wel een aandachtspunt. De <strong>ChristenUnie</strong><br />

wilde zeker aan het onderzoek meewerken, maar een opdrachtgeverrol lag niet direct voor de<br />

hand, daarvoor was het onderwerp te prematuur. Deze onderwerpkeuze was veel meer een<br />

persoonlijke, en daar lag dan ook de oplossing. Vanuit de positie van lid van het Landelijk<br />

Bestuur lag een persoonlijk opdrachtgeverschap immers binnen handbereik. Zo werden auteur<br />

en opdrachtgever verenigd.<br />

De inzet van de enquête als instrument, in combinatie met gesprekken en interviews en eigen<br />

kennis van de organisatie en algemene politiek, leverden meer dan voldoende materiaal op.<br />

De feedback vanuit het partijbureau en van sommige personen rondom mij hebben dit<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 51 8 september 2009


esultaat opgeleverd. De enquête heeft na het voltooien van deze scriptie nog doorgelopen tot<br />

7 september en deze resultaten zijn in de publicatieversie alsnog meegenomen.<br />

Verrassend was het verschijnen van een interview 51 over een vergelijkbaar onderwerp met<br />

professor Roel in ’t Veld in Binnenlands Bestuur, vlak voor het inleveren van deze scriptie. In<br />

dit opiniërende achtergrondartikel trok hij vanuit zijn eigen PvdA achtergrond ongeveer<br />

parallelle conclusies. Dat leverde een enorm stuk herkenning op.<br />

6.2 Aanbevelingen.<br />

Als het gaat om aanbevelingen voor de <strong>ChristenUnie</strong> is het onmogelijk om een kant-en-klaar<br />

product te leveren. Over dit onderwerp zou immers een bibliotheek vol geschreven kunnen<br />

worden en zeer waarschijnlijk is dat ook al eens gedaan.<br />

Uit het onderzoek komen wel een aantal concrete verbeterpunten voor de partij naar voren,<br />

waarvan sommige eenvoudig uit te voeren zijn en andere een uitgebreid nader onderzoek of<br />

de start van een intern proces zullen vergen. Hieronder is een lijst met aanbevelingen<br />

opgenomen. Omdat het gaat om een democratisch proces zal het aan de leden van de partij<br />

zijn om hierover, al dan niet rechtstreeks, een besluit te nemen.<br />

6.2.1 Aanbevelingen over de partijstructuur.<br />

1. De bestuurslast voor de lokale verenigingen is soms te zwaar. In navolging van andere<br />

partijen zouden in die situaties de taken overgenomen moeten kunnen worden door de<br />

provinciale vereniging of de naburige vereniging.<br />

2. Zorg zo snel mogelijk dat de vertegenwoordiging van leden op het Uniecongres is<br />

gewaarborgd door de lokale vereniging en de afvaardiging naar het congres te laten<br />

functioneren zoals is bedoeld.<br />

3. Onderzoek of het mogelijk is de partijstatuten sterk te vereenvoudigen, met<br />

gebruikmaking van een overgangsregeling zodat de kiesverenigingen niet gelijk<br />

gedwongen worden hun eigen statuten te wijzigen. Neem zo veel mogelijk zaken op in het<br />

huishoudelijk reglement en maak de partijstructuur zo flexibel mogelijk.<br />

4. Het Unieconvent staat door zijn werkwijze en wijze van benoemen van de leden zover van<br />

de (kader)leden af dat de legitimatie van dit orgaan ter discussie moet worden gesteld.<br />

Onderzoek of het Unieconvent als orgaan nog wel bestaansrecht heeft. Mogelijke opties<br />

naast opheffen zijn het moderniseren van het Unieconvent of het laten opgaan in een<br />

Partijraad.<br />

5. Laat de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer vaststellen door het Uniecongres.<br />

6. Maak, naar voorbeeld van GroenLinks of D66, nieuwe werkvormen mogelijk via<br />

werkgroepen of platforms, die los binnen de partij kunnen opereren, adviezen kunnen<br />

opstellen en voorstellen kunnen indienen.<br />

7. Onderzoek of en hoe een rechtstreeks gekozen Partijraad kan worden ingesteld. Bepaal<br />

daarbij hoe groot deze Partijraad zou moeten zijn en welke taken deze zou moeten hebben.<br />

Kijk verder of benoeming van de leden mogelijk is door het Uniecongres en/of het<br />

Ledencongres.<br />

8. Start een proces om te onderzoeken of en zo ja wanneer en hoe het beëindigen van de<br />

federatieve structuur gewenst is. Onderzoek wat de voor- en nadelen zijn van een<br />

partijmodel met meer rechtstreekse invloed van leden. Belangrijk hierbij is wel dat de<br />

51 R. in ’t Veld in “Bekwame burger redt democratie”, artikel in Binnenlands Bestuur. (21 augustus 2009)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 52 8 september 2009


lokale autonomie behouden blijft of mogelijk zelfs kan worden versterkt.<br />

Kiesverenigingen en provinciale Unies zouden hiervoor bijvoorbeeld tot afdelingen met<br />

veel eigen zeggenschap kunnen worden omgevormd.<br />

9. Onderzoek of de huidige situatie met een Unie- en een Ledencongres voor de partij(leden)<br />

het meest optimale is. Er is een tweedeling tussen voor- en tegenstanders van uitbreiding<br />

van de bevoegdheden van het Ledencongres. Een mengvorm van invloed van leden en<br />

kiesverenigingen zoals bij het CDA, kan daarbij ook een interessante optie zijn.<br />

6.2.2 Aanbevelingen over de aansluiting naar komende generaties<br />

10. Durf te veranderen. Houd ontwikkelingen in de gaten en maak contact. Doe tijdig een stap<br />

terug en geef nieuwe generaties de ruimte. Het partijkader lijkt hiervoor voldoende open<br />

te staan. Bouw aan een informeel (digitaal) netwerk/ community rondom de partij.<br />

Werkvorm of structuren zijn daarbij niet van belang. Authenticiteit wel.<br />

11. De kern van de boodschap is goed verwoord in de Unieverklaring. Onderzoek of in de<br />

Uniefundering meer ruimte kan worden gegeven voor nieuwe groepen als Evangelischen<br />

en Rooms-katholieken. Omdat dit een statutenwijziging vraagt is het goed dit proces in<br />

samenhang met aanbeveling 3 te beschouwen.<br />

12. Stel, in navolging van het CDA, de contributie voor jongeren tot 25 jaar vast op nul euro.<br />

6.2.3 Aanbevelingen over de eigen organisatie<br />

13. Leg een uitgebreider (mail-)adressenbestand aan van alle kaderleden ten behoeve van het<br />

bouwen van een netwerk, het houden van enquêtes, enz.<br />

14. Denk na of de partij op de lange termijn alleen moet bestaan uit een vereniging met leden<br />

of dat de achterban waarmee een verbinding gewenst is, ook op een andere manier aan de<br />

partij verbonden kan zijn.<br />

Dit zijn de belangrijkste aanbevelingen. Er zijn nog tal van kleinere verbeterpunten te<br />

destilleren uit o.a. bijlage 12 (tweegesprek) en bijlage 13 (vooral de antwoorden op vraag 30)<br />

of door de vergelijking met andere partijen. Daarbij geldt ook dat deze aanbevelingen slechts<br />

onderdeel zijn van een momentopname en dat de tijd gewoon doortikt. Het uitvoeren van de<br />

hierboven geformuleerde of andere verbeterpunten, mag nooit een doel op zichzelf zijn.<br />

Het gaat juist om het proces wat daar toe leidt, de zoektocht naar de ander. Een bekende<br />

Romeins-Joodse ethicus heeft het ooit zo geformuleerd: “Handel niet uit geldingsdrang of<br />

eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf. Heb niet alleen<br />

uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander.” 52<br />

Met dit citaat sluit ik deze scriptie af.<br />

52 Apostel Paulus, Brief aan de Filippenzen, hoofdstuk 2: 3-4. (ca. 62 na Chr.) – vertaling NBV.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 53 8 september 2009


7 Literatuurlijst.<br />

• Inleiding constitutioneel recht, door C.A.J.M. Kortmann & P.P.T. Boven d'Eert.<br />

• Inleiding tot het Staatsrecht en het Bestuursrecht, door J.M. de Meij & mw. I.C. van der Vlies.<br />

• De moderne democratie, door Meindert Fennema & H. Ronden.<br />

• Kieswet – 28 september 1989.<br />

• Onderzoek – de basis, door H. van Buuren en H. Hummel – 1997.<br />

• De hedendaagse politieke partij, door F.R. Ankersmit – 2000.<br />

• De noodzakelijke heruitvinding van de vertegenwoordigende democratie, door C.W. de Vries – 2000.<br />

• Interne partijdemocratie en representatie, door R.A. Koole – 2000.<br />

• Politieke partijen en de Civil society, door P. Kalma – 2000.<br />

• Representatie zonder partijen, door A.P.M. Lucardie – 2000.<br />

• Het kader van de <strong>ChristenUnie</strong>, door A.P.M. Lucardie, J. Hippe, W.H. van Schuur en G. Voerman – 2001.<br />

• Normen en rechtshandelingen, rechtswetenschap als interpreteren en observeren, M. Herweyer – 2003<br />

• Plebiscitaire partijen (vernieuwing van partijorganisaties), door Gerrit Voerman – 2004.<br />

• Het verzinsel van de partijdemocratie, door Bert Middel – 2004.<br />

• De SGP onder vuur, door A.H.M. Dolle – 2005.<br />

• A Great place to live, artikel van Mathieu Weggeman in Pentascopekrant nr 1, jaargang 01.<br />

• Feminisering van de <strong>ChristenUnie</strong>? door M. Jager-Vreugdenhil en M. Leyenaar – 2006.<br />

• Generatie Einstein op de werkvloer, door Inez Groen – 2006.<br />

• Ja maar,…. HUH? De theorie van het omdenken, door Berthold Günster – 2008.<br />

• Portfolio EVC-procedure Bestuurskunde, door G.C.A. Schouwstra – 2008<br />

• Persbericht Documentatiecentrum Nederlandse politieke Partijen – 15 januari 2009.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 54 8 september 2009


Bijlage 1 – De partijstructuur van het CDA.<br />

Opgericht in: 1980<br />

Type partij: Ledenpartij<br />

Organisatiestructuur: 440 afdelingen<br />

Ledental per 1 januari 2009: 68.102<br />

Voorlopers: KVP, ARP en CHU<br />

Grootte statuten en huishoudelijk reglement 24084 woorden<br />

De historie van de voorlopers van het CDA:<br />

o Anti Revolutionaire Partij (1879-1980)<br />

o Vrije Antirevolutionaire Partij (1897-1903), Christelijk Historische Kiezersbond (1898-1903), Friese Bond<br />

(1898-1908), Christelijk-Historische Partij (1903-1908), Christelijk-Historische Unie (1908-1980)<br />

o Algemene Bond van RK-kiesverenigingen (1904-1926), Rooms-Katholieke Staatspartij (1926-1945),<br />

Katholieke Volkspartij (1945-1980)<br />

1.1 Partijgrondslag en -doelstelling:<br />

Het CDA aanvaardt de Heilige Schrift als richtsnoer voor het politiek handelen. Het CDA<br />

streeft naar een maatschappij waarin de bijbelse gerechtigheid gestalte krijgt, de<br />

mens zijn vrijheid en verantwoordelijkheid kan beleven en waarin het welzijn van allen<br />

wordt gediend; zij legt haar politieke overtuiging vast in een Program van Uitgangspunten 53<br />

en haar concrete doeleinden in een verkiezingsprogram, waarmee zij zich uitdrukkelijk<br />

richt tot de gehele Nederlandse samenleving zonder onderscheid naar geloofsovertuiging<br />

of maatschappelijke groepering. (Statuten art 2 en 3.)<br />

1.2 Organigram:<br />

Een organigram was bij het partijbureau van het CDA is niet beschikbaar. Daarom staat<br />

hieronder een niet-officieel, vereenvoudigd organigram, afgeleid van de Statuten en het<br />

Huishoudelijk Reglement 54 van het CDA.<br />

Afbeelding 9: Organigram CDA (Gert Schouwstra 2009).<br />

53 Program van Uitgangspunten CDA – 1993.<br />

54 Statuten en Huishoudelijk reglement van het CDA – 1 november 2003.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 55 8 september 2009


1.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />

De totstandkoming van het CDA heeft een lange voorbereidingstijd gekend. Vanaf 1967 werd<br />

al samengewerkt en het eerste gezamenlijke verkiezingsprogramma kwam in 1971. Twee jaar<br />

later kwam het besluit om te gaan fuseren.<br />

Deze fusie naar één verenigingsstructuur was niet gemakkelijk. Er moesten grote politieke en<br />

culturele verschillen overbrugd worden. Met name de KVP, die stond voor een brede<br />

volkspartij, en de ARP met een evangelisch-radicale vleugel waren de twee uitersten die bij<br />

elkaar gebracht moesten worden. Uiteindelijk werd in 1975 de gezamenlijke grondslag<br />

vastgesteld. Het CDA bestaat uit één landelijke vereniging, met lokale afdelingen. Iedere<br />

Nederlander of Nederlandse ingezetene die 14 jaar of ouder is, kan lid worden van het CDA.<br />

Voor het uitoefenen van stemrecht is voldoen van de contributie een voorwaarde. Leden van<br />

het CDJA zijn tot 25 jaar vrijgesteld van contributie.<br />

1.3.1. Gemeentelijke afdelingen<br />

Alle leden woonachtig binnen de grenzen van een gemeente, vormen samen een<br />

gemeentelijke afdeling. Iedere gemeentelijke afdeling heeft een bestuur, waarvan de leden<br />

worden verkozen door de Algemene Vergadering die twee keer per jaar bijeenkomt en het<br />

hoogste orgaan van de afdeling is. Gemeentelijke afdelingen kunnen ook wijk- of<br />

dorpsafdelingen omvatten. Een afdeling komt pas tot stand na erkenning door het dagelijks<br />

bestuur van de partij. Het afdelingsbestuur bestaat uit tenminste 5 leden. Er kan een dagelijks<br />

bestuur zijn. Te verdelen taken zijn: voorzitter, penningmeester, secretaris, communicatie en<br />

voorlichting, vorming en scholing. Het jaarverslag wordt verzonden naar het partijbureau en<br />

het financiële verslag naar de provinciale afdeling. Standaardreglementen worden vastgesteld<br />

door het Partijbestuur dat ook controle uitoefent en aan afdelingen rechten kan ontnemen. Bij<br />

onregelmatigheden kan het Partijbestuur ingrijpen en de taken van een afdeling volledig<br />

overnemen. Deze taken zijn:<br />

o het op basis van de grondslag van de partij bijdragen aan en bevorderen van de<br />

verwezenlijking van de doelstelling van de partij.<br />

o het bevorderen van de deelneming aan het werk van en de onderlinge samenwerking van<br />

de leden in de partij, onder meer door de bevordering van de participatie van vrouwen en<br />

jongeren.<br />

o de bespreking en toetsing van het (gevoerde) politieke beleid.<br />

o de activiteiten die de gemeentelijke afdeling onder meer ter bereiking van de doelstelling<br />

ten dienste staan, deze zijn omschreven in het standaardreglement. (verkiezingen,<br />

gemeentelijke fractie, enz.)<br />

o voldoen aan de financiële verplichtingen naar de partij.<br />

o na voldoening financiële verplichtingen één lid en verder één lid per honderd leden af te<br />

vaardigen naar de algemene vergadering van de provinciale afdeling. De afgevaardigden<br />

worden aangewezen door de algemene vergadering.<br />

1.3.2 Provinciale afdelingen<br />

Alle leden woonachtig binnen de grenzen van een provincie, vormen tezamen een provinciale<br />

afdeling. Provinciale afdelingen kunnen regio’s omvatten. Iedere provinciale afdeling heeft<br />

een bestuur dat wordt gekozen door de Algemene Vergadering van de provinciale afdeling.<br />

De Algemene Vergadering is het hoogste orgaan van de afdeling, hier heeft ieder lid toegang.<br />

Het afdelingsbestuur bestaat uit tenminste 11 leden. Er kan een dagelijks bestuur zijn. Te<br />

verdelen taken zijn: voorzitter, penningmeester, secretaris, communicatie en voorlichting,<br />

vorming en scholing. Het jaarverslag wordt verzonden naar het partijbureau en het financiële<br />

verslag naar de provinciale afdeling. Standaardreglementen worden vastgesteld door het<br />

Partijbestuur die ook controle uitoefent en aan afdelingen rechten kan ontnemen. Bij<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 56 8 september 2009


onregelmatigheden kan het Partijbestuur ingrijpen en de taken van een provinciale afdeling<br />

volledig overnemen. Deze taken zijn:<br />

o in overleg met DB aan afdeling toewijzen van leden uit gemeenten zonder eigen afdeling.<br />

o voorbespreken van te behandelen zaken voor het partijcongres.<br />

o indienen amendementen en voorstellen voor het partijcongres.<br />

o gemeentelijke amendementen en voorstellen voor het partijcongres voorzien van een<br />

advies.<br />

o (mede) zorgen voor alle organisatorische belangen van de partij in het werkgebied.<br />

(statenverkiezingen, provinciale fractie, enz.)<br />

o zorg voor de public relations en communicatie en het (mede) coördineren van de public<br />

relations en communicatie en activiteiten van de afdelingen binnen het werkgebied.<br />

o toezicht op de gemeentelijke afdelingen binnen het werkgebied.<br />

o bespreking van het politieke beleid in de provincie en van de partij in het bijzonder.<br />

o politiek vormings- en scholingswerk, het jongerenwerk en het vrouwenwerk.<br />

o verkiezing van de afgevaardigden naar het partijcongres alsmede de afgevaardigde naar<br />

het partijbestuur en zijn plaatsvervanger.<br />

1.3.3. Partijcongres<br />

Het hoogste besluitvormende orgaan binnen het CDA is het Partijcongres. Het Partijcongres<br />

is toegankelijk voor alle leden. Leden die ten minste acht weken lid zijn en hun contributie<br />

hebben betaald, hebben stemrecht op bijeenkomsten van het Partijcongres. Extra stemrecht op<br />

een bijeenkomst van het Partijcongres hebben: het CDJA (de CDA-jongeren) (10 extra<br />

stemmen), het CDAV (het CDA-Vrouwenberaad) (10 extra stemmen) en iedere provinciale<br />

afdeling (10 extra stemmen plus één stem per 500 leden) Via dit extra stemrecht worden op<br />

een gemiddelde bijeenkomst van het Partijcongres zo’n 200 extra stemmen uitgebracht.<br />

iedereen kan voorstellen, amendementen en resoluties indienen. Er kan gewerkt worden met<br />

deelraden. Op het partijcongres worden alleen zaken besproken die tevoren op de agenda zijn<br />

geplaatst, met uitzondering van actualiteiten en toevoegingen op voordracht van het<br />

partijbestuur of dagelijks bestuur. Tenzij anders afgesproken, is de partijvoorzitter ook<br />

voorzitter van het congres. Taken van het Partijcongres zijn:<br />

o bespreking en toetsing van het politieke beleid, vooral landelijk en europees.<br />

o aannemen van schriftelijke resoluties en doen van uitspraken, zowel over vraagstukken<br />

van politiek beleid als over organisatorische zaken.<br />

o besluiten tot het houden van een schriftelijke ledenraadpleging.<br />

o behandeling en vaststelling van de jaarverslagen van de partijorganen en bijzondere<br />

organen en organisaties.<br />

o behandeling en vaststelling van de balans en rekening van baten en lasten, alsmede de<br />

begroting van partij, bijzondere organen en organisaties die ondersteuning ontvangen.<br />

o de vaststelling en wijziging van reglementen en statuten van de partij.<br />

o goedkeuring van de statuten en reglementen van de bijzondere organisaties.<br />

o vaststelling van program ten behoeve van de verkiezingen van de leden van de Tweede<br />

Kamer der Staten-Generaal en van de leden van het Europees Parlement.<br />

o vaststelling en wijziging van het Program van Uitgangspunten.<br />

o vaststelling van de uitslag van de verkiezing van het partijbestuur door de leden.<br />

o verkiezing dan wel aanwijzing van de lijsttrekker(s) voor de verkiezing van de leden van<br />

de Tweede Kamer der Staten-Generaal respectievelijk het Europees Parlement.<br />

o benoeming van ereleden op voorstel van het partijbestuur.<br />

o vaststelling van de in te dienen kandidatenlijst voor de verkiezingen van Eerste en Tweede<br />

kamer en het Europees Parlement.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 57 8 september 2009


o verkiezing van de voorzitters van de bijzondere organen en van het Wetenschappelijk<br />

Instituut en van het Vrouwenberaad.<br />

o verkiezing van de leden en plaatsvervangende leden van de Commissie van Beroep, de<br />

Toetsingscommissie, de Royementscommissie en de Financiële Commissie.<br />

o nemen van beslissingen over alle voorstellen van organisatorische en financiële aard.<br />

o vaststellen van een reglement van orde van het partijcongres.<br />

1.3.4. Het Partijbestuur<br />

Het Partijbestuur is belast met de leiding over en voorbereiding van alle politieke en<br />

organisatorische activiteiten van en binnen de partij. Het Partijbestuur komt ten minste zes<br />

maal per jaar bijeen. De voorzitter van het partijbestuur wordt door de leden gekozen (d.m.v.<br />

een stemming per internet, post of telefoon) na een meervoudige voordracht door het<br />

partijbestuur. Leden en afdelingen kunnen met voldoende steun kandidaten toevoegen. Een<br />

soortgelijke procedure is er voor de twee vice-voorzitters en maximaal negen overige<br />

bestuursleden, maar deze worden gekozen op het Partijcongres. Verder zitten in het<br />

partijbestuur de voorzitters van de twaalf provinciale afdelingen die zijn gekozen door hun<br />

Algemene Vergadering, de voorzitter van het CDJA en de voorzitter van het CDAV. Totaal<br />

26 personen. Daarnaast zijn er nog 5 vaste adviseurs. Taken zijn:<br />

o leiding geven aan alle politieke en organisatorische activiteiten van en binnen de partij.<br />

o voorbereiding van de besluitvorming en uitvoering van de besluiten van het partijcongres.<br />

o zorg voor de handhaving van de statuten en de bijbehorende reglementen.<br />

o vaststelling van een leidraad voor het program voor de verkiezingen van de leden van de<br />

Provinciale Staten en de gemeenteraad.<br />

o bespreking van het politieke beleid van de landelijke en Europese fracties.<br />

o voorbereiding en organisatie van de landelijke en Europese verkiezingen.<br />

o instellen van campagnecommissie en aanstellen campagneleider.<br />

o beleggen van partijconferenties ter behandeling van actuele vraagstukken.<br />

o het uitgeven van de partijbladen.<br />

o zorg voor het beheer van de geldmiddelen en eigendommen van de partij.<br />

o nemen van beslissingen in spoedeisende gevallen en in alle gevallen waarin door statuten<br />

en reglementen niet is voorzien.<br />

o instellen en opheffen van commissies, alsmede de benoeming van de leden hiervan.<br />

o vaststelling van reglementen en/of richtlijnen voor deze commissies.<br />

o verkiezing van de secretaris en de penningmeester en twee overige leden van het dagelijks<br />

bestuur binnen het Partijbestuur.<br />

o vaststelling van een meervoudige voordracht voor de verkiezing van de voorzitter door de<br />

leden van de partij en voor de verkiezing van de beide vice-voorzitters en de vrijgekozen<br />

leden van het partijbestuur door het partijcongres.<br />

1.3.5. Het Dagelijks Bestuur.<br />

Het Dagelijks Bestuur bestaat uit: de Partijvoorzitter; de twee vice-voorzitters en maximaal<br />

vier overige leden van het Partijbestuur. De leiding van het dagelijks bestuur berust bij de<br />

voorzitter. Hij bepaalt de orde van de vergaderingen van het dagelijks bestuur. Het Dagelijks<br />

Bestuur komt ten minste twaalf maal per jaar bijeen. Taken zijn:<br />

o leiding van het partijbestuur, onder goedkeuring van het partijbestuur.<br />

o dagelijkse leiding van alle politieke en organisatorische activiteiten binnen de partij.<br />

o voorbereiding van de besluitvorming en uitvoering van de besluiten van het partijbestuur.<br />

o nemen van beslissingen in spoedeisende gevallen, namens het partijbestuur.<br />

o bijeenroepen van het partijcongres.<br />

o benoeming, de schorsing en het ontslag van personeel.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 58 8 september 2009


o vertegenwoordigen van de partij, dit kan ook door de voorzitter alleen of een van de beide<br />

vice-voorzitters tezamen met de secretaris of zijn plaatsvervanger.<br />

o handhaving van de bepalingen in statuten en/of reglementen.<br />

1.3.6. Landelijk Bureau<br />

Het landelijke CDA-bureau ondersteunt alle structuren. Hier werken ca 55 medewerkers.<br />

Bijzondere organen van de partij zijn: het Scholingsinstituut, de Commissie Buitenland,<br />

de Eduardo Frei Stichting, het Intercultureel Beraad, de Commissie van Beroep, de<br />

Royementscommissie, de Toetsingscommissie, de Financiële Commissie, de Redactieraad.<br />

Op voorstel van het partijbestuur kan het partijcongres andere bijzondere organen instellen. Er<br />

zijn verder nog diverse andere bijzondere organisaties (zoals het Wetenschappelijk Instituut<br />

en de CDA-Bestuurdersvereniging).<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 59 8 september 2009


Bijlage 2 – De partijstructuur van de PvdA.<br />

Opgericht: 9 februari 1946<br />

Type partij: Verenigingspartij<br />

Organisatiestructuur: afdelingen en gewesten<br />

Ledental per 1 januari 2009: 56.507<br />

Voorgangers: SDAP (1897), VDB (1901) & CDU (1926)<br />

Grootte statuten en huishoudelijk reglement 12508 woorden<br />

2.1 Partijdoelstelling:<br />

In artikel 2 van de Statuten 55 is opgenomen “De Partij van de Arbeid is een sociaaldemocratische<br />

partij, die zich inspant om haar beginselen te verwezenlijken zoals deze nader<br />

zijn omschreven in het door het congres vastgestelde beginselprogram”.<br />

In het oude Beginselprogram 56 stond die doelstelling nog een heel concreet: “Het<br />

demokratisch-socialisme stelt zich een zodanige herverdeling van kennis, arbeid, inkomen en<br />

macht ten doel dat alle mensen in staat zijn zich zelfstandig te ontwikkelen en in vrijheid te<br />

ontplooien”. In het nieuwe Beginselmanifest 57 staat deze doelstelling niet meer zo concreet<br />

beschreven, maar worden de beginselen langs de volgende drie gedachtelijnen verder<br />

uitgewerkt: - Idealen, - Beginselen in een moderne tijd, - Verlangens.<br />

2.2 Organigram:<br />

Afbeelding 10: Organigram PvdA - bron: website PvdA 2009.<br />

2.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />

Iedere ingezetene van Nederland van 16 jaar en ouder, kan lid zijn van de PvdA en daardoor<br />

binnen een afdeling en een gewest lidmaatschapsrechten uitoefenen. Een dubbel lidmaatschap<br />

55 Statuten en Huishoudelijk reglement van de PvdA – 13 juni 2008.<br />

56 Beginselprogramma Partij van de Arbeid – 1977.<br />

57 Beginselmanifest Partij van de Arbeid – 29 januari 2005.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 60 8 september 2009


met een andere politieke partij is niet toegestaan. De Statuten, het Huishoudelijk Reglement<br />

en het Beginselmanifest zijn voor alle geledingen van de partij onverkort van toepassing.<br />

2.3.1 De Afdeling:<br />

De partij bestaat uit afdelingen met een bestuur wat tenminste uit 3 personen bestaat. De<br />

afdelingsvergadering is het hoogste gezag binnen de afdeling. Grote afdelingen met meer dan<br />

500 leden kunnen toestemming krijgen om te experimenteren met de bestuurlijkorganisatorische<br />

inrichting van de partij in hun regio. Taken van de afdeling zijn:<br />

o voorbereiding en deelname aan het congres (o.a. benoemen afvaardiging).<br />

o voorbereiding en deelname aan de gewestelijke vergadering (o.a. benoemen afvaardiging).<br />

o werven van leden voor bestuurlijke en vertegenwoordigende functies.<br />

o organiseren van deelname aan lokale verkiezingen.<br />

o adviseren van gemeenteraadsfractie over toetreding tot het college van B&W.<br />

o adviseren van gemeenteraadsfractie over lokale politiek.<br />

o bij meer dan 500 leden: deelnemen in de Adviesraad Verenigingszaken<br />

2.3.2 Het Gewest:<br />

Alle afdelingen binnen een Provincie vormen een gewest met een bestuur wat tenminste uit 3<br />

personen bestaat. De gewestelijke vergadering is het hoogste gezag binnen het gewest. Deze<br />

bestaat uit afgevaardigden van de afdelingen en uit het gewestelijk bestuur. Alle leden<br />

woonachtig binnen het gewest hebben spreekrecht. Een gewest kan worden onderverdeeld in<br />

regio’s. Taken van het gewest zijn:<br />

o bevorderen van deelname van de leden in het gewest aan de provinciale politiek.<br />

o werven van leden voor bestuurlijke en vertegenwoordigende functies.<br />

o organiseren van deelname aan Provinciale-Statenverkiezingen.<br />

o adviseren van statenfractie over toetreding tot het college van GS.<br />

o adviseren van statenfractie over provinciale politiek.<br />

2.3.3 Het Congres:<br />

Het congres is het hoogste gezag binnen de PvdA. Het congres is openbaar en bestaat uit de<br />

afgevaardigden van de afdelingen en de leden van het partijbestuur. Een afgevaardigde<br />

handelt zonder last of ruggespraak maar verantwoordt zich desgevraagd wel aan zijn afdeling.<br />

Een afgevaardigde vertegenwoordigt maximaal 500 personen en heeft 1 stem per 50 personen.<br />

Belangrijke taken van het congres zijn:<br />

o vaststellen beginselprogram (op voordracht van het partijbestuur).<br />

o op hoofdlijnen vaststellen verkiezingsprogram Tweede Kamer en Europees Parlement.<br />

o vaststellen kandidatenlijsten voor de Eerste en Tweede Kamer en het Europees Parlement<br />

(op voordracht van het partijbestuur).<br />

o besluiten over een lijstverbinding en lijstencombinatie.<br />

o beslissen over eindresultaat onderhandelingen kabinetsformatie en deelname aan een<br />

kabinet.<br />

o tweejaarlijks verkiezen van het partijbestuur.<br />

o onderzoeken financiële rekening van het partijbestuur. Goedkeuring algemeen jaarverslag<br />

over het gevoerde beleid en financiële verslag.<br />

o vaststellen welke functies worden vervuld door bezoldigde bestuurders.<br />

o beslissen over een voorstel tot ontbinding van de partij en tot wijziging van de statuten.<br />

2.3.4 Het congrespresidium:<br />

De 9 leden die elke twee jaar door het congres worden gekozen adviseren het partijbestuur<br />

over de voorbereiding van het congres en wijzen de technische voorzitters voor alle<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 61 8 september 2009


deelsessies van het congres aan. Ze bereiden de congresagenda voor en delen de spreektijd<br />

toe. Samen met het partijbestuur wordt bepaald welke moties en amendementen van een<br />

preadvies worden voorzien. Leden van het congrespresidium mogen geen andere kaderfunctie<br />

op het congres hebben.<br />

2.3.5 Partijbestuur:<br />

Dit bestaat uit een voorzitter, vice-voorzitter, internationaal secretaris, penningmeester en 7<br />

overige leden. Er is geen rooster van aftreden, elke twee jaar wordt collectief een nieuw<br />

bestuur voor 2 jaar benoemd. Op voorstel van het partijbestuur en op advies van de<br />

Adviesraad Verenigingszaken stelt het congres een jaar van tevoren een profiel vast voor het<br />

te verkiezen partijbestuur. Kandidaten kunnen solliciteren, dan wel worden voorgedragen. Het<br />

partijbestuur heeft een aantal vaste adviseurs. Er is geen DB. Taken van het partijbestuur zijn:<br />

o het bestuur en de algemene leiding van de partij, het beheer van de partijorganisatie en het<br />

uitvoeren van alle overige toegewezen taken en bevoegdheden.<br />

o uitvoeren van besluiten van het congres uit en toezicht houden op de naleving van de<br />

statuten en reglementen.<br />

o bijeenroepen van het Politiek Forum en de Adviesraad Verenigingszaken.<br />

o bemiddelen bij het voorkomen of beslechten van conflicten binnen de partij.<br />

o bevorderen van de deelname van de leden aan het politieke debat en de besluitvorming<br />

door middel van het organiseren van bijeenkomsten, manifestaties en ledenraadpleging.<br />

o onderhouden van contacten met maatschappelijke groepen en organisaties.<br />

o voorlichting over en in de partij en met de campagnevoering.<br />

o vaststellen van de begroting en beheer geldmiddelen en eigendommen van de partij.<br />

o onderhouden contacten met door de partij gesubsidieerde neveninstellingen<br />

o actief in het werven, selecteren, opleiden en begeleiden partijkaderleden en ambtsdragers.<br />

Naast de algemene bepalingen die gelden volgens het Burgerlijk Wetboek wordt de partij<br />

vertegenwoordigd door de voorzitter en de penningmeester. Bij afwezigheid wordt de<br />

voorzitter vervangen door de vice-voorzitter.<br />

2.3.6 Politiek Forum:<br />

Het politiek forum is meningsvormend en opiniërend en vergadert drie keer per jaar over de<br />

sociaal-democratische agenda. Op deze vergadering verantwoorden partijbestuur, kamerleden,<br />

europarlementariërs zich over het gevoerde beleid. Ook de bewindspersonen zijn aanwezig.<br />

Het politiek forum geeft gevraagd en ongevraagd advies. De 25 grootste afdelingen vaardigen<br />

elk 1 deelnemer af. Amsterdam en Rotterdam en alle gewesten vaardigen twee deelnemers af.<br />

Verder zijn er nog 30 deelnemers vanuit vakgebieden en twee leden per speciale doelgroep en<br />

de wetenschappelijke stichtingen van de partij. Totaal heeft het politiek forum dus ongeveer<br />

100 deelnemers. Zij worden steeds voor twee jaar benoemd.<br />

2.3.7 Adviesraad Verenigingszaken:<br />

Deze raad bestaat uit de dagelijkse besturen van de gewesten en de afdelingen met meer dan<br />

500 leden, aangevuld met twee leden van het Partijbestuur. De adviesraad houdt zich bezig<br />

met organisatorische zaken en verenigingszaken en adviseert daarin het partijbestuur. Verder<br />

heeft de raad adviesrecht en instemmingbevoegdheid over het werkplan van het partijbestuur<br />

en de begroting. Er wordt 6 keer per jaar vergaderd onder voorzitterschap van het<br />

congrespresidium.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 62 8 september 2009


Bijlage 3 – De partijstructuur van de SP.<br />

Opgericht: 22 oktober 1972<br />

Type partij: Verenigingspartij<br />

Organisatiestructuur: ruim150 afdelingen<br />

Ledental per 1 januari 2009: 50.444<br />

Voorlopers: geen<br />

Grootte statuten en huishoudelijk reglement 4481 + 2929 = 7410 woorden<br />

3.1 Organigram:<br />

Afbeelding 11: Organigram Socialistische Partij – bron website SP 2009.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 63 8 september 2009


3.2 Partijdoelstelling:<br />

De vereniging stelt zich ten doel het verwezenlijken van een socialistische maatschappij in<br />

Nederland, een maatschappij waarin de menselijke waardigheid, de gelijkwaardigheid van<br />

mensen en de solidariteit tussen mensen daadwerkelijk gestalte krijgen.<br />

3.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />

Iedereen die in Nederland woont en 16 jaar of ouder is, kan lid zijn van de SP. Een dubbel<br />

lidmaatschap met een andere politieke partij is niet toegestaan. De Statuten 58 , het<br />

Huishoudelijk Reglement 59 en het Beginselmanifest 60 zijn voor alle geledingen van de partij<br />

onverkort van toepassing.<br />

3.3.1 De Afdeling:<br />

Een afdeling bestaat uit tenminste 50 leden en wordt ingesteld door de Partijraad. De afdeling<br />

draagt zorg voor het organiseren van de plaatselijke activiteiten van de vereniging en voert de<br />

besluiten van de partijraad, het congres en het partijbestuur uit. De afdelingsvergadering<br />

vergadert tenminste 1 keer per jaar en is het hoogste gezag binnen de afdeling. Het<br />

afdelingsbestuur bestaat uit tenminste 5 personen en is belast met het besturen van de<br />

afdeling. De voorzitter van de afdeling wordt in die functie gekozen en is als zodanig ook lid<br />

van de Partijraad. Er wordt maandelijks schriftelijk gerapporteerd aan het partijbestuur over<br />

de stand van zaken. Het Partijbestuur heeft de bevoegdheid een afdeling of afdelingsbestuur te<br />

schorsen. De Partijraad beslist dan over het vervolg.<br />

3.3.2 De Regio:<br />

De Partijraad stelt regio’s in en wijst afdelingen daaraan toe. De voor twee jaar gekozen<br />

regiobestuurder maakt deel uit van het Partijbestuur. In een periodieke regionale conferentie<br />

ontmoeten de vertegenwoordigers van afdelingen en partijbestuur elkaar. Taken van de<br />

regionale conferentie zijn:<br />

o vaststellen van de verkiezingslijst voor Provinciale Staten.<br />

o beoordelen van het jaarverslag van de zittende Statenfractie.<br />

o adviseren aan de Partijraad. (opiniërend)<br />

o de regiobestuurder is sparringpartner voor de afdelingen, ontvangt maandverslagen en<br />

rapporteert periodiek binnen het partijbestuur.<br />

3.3.3 De Partijraad:<br />

De Partijraad bestaat uit de voorzitters van de afdelingen en de leden van het partijbestuur. Zij<br />

vormen het hoogste gezag binnen de vereniging. Taken zijn:<br />

o het vaststellen van de algemene politieke lijn van de vereniging.<br />

o benoemen van een financiële controlecommissie.<br />

o vaststellen van de door de individuele leden aan de vereniging te betalen contributie.<br />

o vaststellen van de financiële bijdrage van de vereniging aan de afzonderlijke afdelingen.<br />

o vaststellen van de begroting en jaarrekening van de vereniging.<br />

o vaststellen van de verkiezingslijst voor de Eerste Kamer en het Europees Parlement, op<br />

voordracht van de kandidatencommissie.<br />

o vaststellen van de verkiezingslijst voor de Tweede Kamer, tenzij het Congres dit doet.<br />

58 Statuten van de SP – 2003.<br />

59 Huishoudelijk reglement van de SP – ongedateerd.<br />

60 Heel de mens, kernvisie van de SP – 18 december 1999.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 64 8 september 2009


De Partijraad vergadert onder voorzitterschap van het partijbestuur. Voorzitters van<br />

afdelingen hebben per 50 leden één stem. De leden van het partijbestuur hebben 1 stem.<br />

3.3.4 Het Congres:<br />

Het congres vergadert tenminste 1 maal per vier jaar en wordt bijeengeroepen door het<br />

Partijbestuur. Leden kunnen verzoeken om een congres. De afdeling stuurt per 50 leden een<br />

afgevaardigde. Taken van het congres zijn:<br />

o bespreken van de algemene politieke situatie en nemen van besluiten over te volgen<br />

politieke lijn.<br />

o vaststellen van het verslag van het partijbestuur.<br />

o vaststellen van de kandidatenlijst en het verkiezingsprogramma in verband met de<br />

verkiezingen voor de Tweede Kamer.<br />

o het opmaken van bindende voordrachten terzake van de benoeming van de door de<br />

partijraad te benoemen leden van het partijbestuur.<br />

3.3.5 Het Partijbestuur<br />

Het partijbestuur bestaat uit de regiobestuurders, de voorzitters van de fracties in Tweede<br />

Kamer, Eerste Kamer en Europees Parlement, en uit ten minste 9 leden benoemd door de<br />

partijraad. De voorzitter en algemeen secretaris worden direct gekozen. Taken zijn:<br />

o de leiding en het besturen van de vereniging. Het partijbestuur kiest uit zijn midden een<br />

dagelijks bestuur.<br />

o het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse leiding van de vereniging.<br />

o zorgdragen voor de voorbereiding van de vergaderingen van de partijraad en het congres<br />

en uitvoeren van de besluiten van de partijraad en het congres.<br />

o toezicht houden op de afdelingen en regionale conferenties en zo nodig geven van hulp en<br />

aanwijzingen.<br />

o verantwoording afleggen aan de partijraad omtrent het gevoerde en te voeren beleid.<br />

o bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten.<br />

Ieder bestuurslid kan een extra bestuursvergadering bijeenroepen.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 65 8 september 2009


Bijlage 4 – De partijstructuur van de VVD.<br />

Opgericht: 24 januari 1948<br />

Type partij: Ledenpartij<br />

Organisatiestructuur: 428 afdelingen, 19 regio’s<br />

Ledental per 1 januari 2009: 37.703<br />

Voorlopers: Liberale unie (1885), Vrijzinnig-Democratische Bond<br />

(1901), Liberale Staatspartij de Vrijheidbond (1926),<br />

Partij van de Vrijheid (1945)<br />

Grootte statuten en huishoudelijk reglement 6121 + 8509 = 14630 woorden<br />

4.1 Partijdoelstelling:<br />

De VVD stelt zich ten doel de toepassing te bevorderen van de liberale beginselen zoals nader<br />

omschreven in de algemene vergadering vastgestelde beginselverklaring 61 . De VVD streeft<br />

dit doel na door alle wettige middelen die aan het doel bevorderlijk zijn, in het bijzonder door:<br />

Het verder ontwikkelen, verdiepen en verbreiden van de liberale beginselen en het vergroten<br />

van hun invloed op onder andere de nationale en internationale politiek en het bevorderen van<br />

de verkiezing van leden van de VVD in de vertegenwoordigende lichamen.<br />

4.2 Organigram:<br />

Afbeelding 12: Organigram VVD – (Algemeen Secretariaat VVD).<br />

De partijstructuur is verder vastgelegd in de Statuten 62 en het Huishoudelijk reglement 63 .<br />

Vanwege de complexiteit van bovenstaand organigram, is hieronder nog een vereenvoudigde<br />

versie opgenomen.<br />

61 Liberaal manifest VVD “Om de vrijheid” – september 2005.<br />

62 Statuten VVD – 29 oktober 2007.<br />

63 Huishoudelijk reglement VVD – 15 september 2007.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 66 8 september 2009


Afbeelding 13: Vereenvoudigd organigram VVD – (Gert Schouwstra).<br />

4.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />

Iedereen die in Nederland woont en 18 jaar of ouder is, kan lid zijn van de VVD. De leden,<br />

verenigd in ongeveer 428 afdelingen van de VVD, vormen de basis van de partij. Elk<br />

voorlopig besluit, genomen aan de basis, vindt zijn definitieve beslissing bij het hoogste<br />

gezagsorgaan van de VVD: de algemene ledenvergadering. De VVD is democratisch<br />

georganiseerd op meerdere niveaus. Leden hebben spreekrecht in hun afdelingsvergadering,<br />

centralevergadering en de algemene vergadering.<br />

4.3.1 De afdeling<br />

In elke gemeente, waarin ten minste zeven leden van de VVD wonen, kan een afdeling<br />

worden opgericht. Er zijn zelfs zes afdelingen in het buitenland. Ook in de afdeling ligt bij de<br />

ledenvergadering, die ten minste één maal per jaar moet worden gehouden, de uiteindelijke<br />

beslissingsbevoegdheid<br />

Verder kunnen leden door inhoudelijke discussies meepraten over de liberale koers, zich<br />

inzetten voor het voeren van een permanente campagne, werven van leden en het organiseren<br />

van cursussen, politiek cafés en andere activiteiten. Uiteraard is het gemeentelijk beleid één<br />

van de meest naar voren springende onderwerpen waar de afdeling zich mee bezighoudt.<br />

De taken van de afdeling worden niet geregeld in de statuten, maar in het huishoudelijk<br />

reglement. Bestuursleden worden door de afdelingsvergadering benoemd op voordracht van<br />

het zittende bestuur of 10% van de leden. De taken, rechten en verplichtingen van (het bestuur<br />

van) een afdeling zijn:<br />

o al hetgeen voortvloeit uit de statuten en de reglementen van de VVD.<br />

o het meewerken aan de kandidaatstelling voor alle vertegenwoordigende lichamen op de<br />

wijze als nader geregeld in reglementen van de VVD.<br />

o het binnen haar gebied bevorderen van alle activiteiten, die dienstig zijn aan de<br />

doelstellingen van de VVD.<br />

o al hetgeen haar door het hoofdbestuur is opgedragen.<br />

o al hetgeen overigens bevorderlijk is aan het doel van de VVD.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 67 8 september 2009


4.3.2 De regio<br />

Met ingang van 1 januari 2005 zijn de ondercentrales als bestuurslaag afgeschaft. Op<br />

vrijwillige basis kunnen afdelingen besluiten om samen te werken in regionaal verband. De<br />

leden van het regiobestuur worden door het regiocontact uit de leden van de aangesloten<br />

afdelingen benoemd. De regio heeft ondermeer taken op het terrein van coördinatie van PR,<br />

ledenwerving en opleiding en training.<br />

4.3.3 De provinciecentrale of statencentrale<br />

Eenmaal in de vier jaar treedt de provinciecentrale op. Leden worden hiervoor opgeroepen.<br />

Bestuursleden worden door de centrale vergadering benoemd op voordracht van het zittende<br />

bestuur of de ledenvergadering van één van de afdelingen. Als het gebied van de<br />

provinciecentrale samenvalt met dat van een kamercentrale, delen ze hetzelfde bestuur. Als er<br />

meerdere kamercentrales zijn benoemt de ledenvergadering van de provinciecentrale het<br />

bestuur. De taken, rechten en verplichtingen van (het bestuur van) een provinciecentrale zijn:<br />

o het bevorderen van de rol van de VVD in de provinciale politiek.<br />

o de kandidaatstelling voor leden van de provinciale staten.<br />

o het bevorderen van de verkiezing van de gestelde kandidaten.<br />

4.3.4 De waterschapscentrale:<br />

Eenmaal in de vier jaar treedt de waterschapscentrale op. Leden worden hiervoor opgeroepen.<br />

Bestuursleden worden door de centrale vergadering benoemd op voordracht van het zittende<br />

bestuur of de ledenvergadering van één van de afdelingen. Als het gebied van de<br />

waterschapscentrale samenvalt met dat van een kamercentrale, delen ze hetzelfde bestuur. Als<br />

er meerdere kamercentrales zijn benoemt de ledenvergadering van de waterschapscentrale het<br />

bestuur. Taken, rechten en verplichtingen van (het bestuur van) een waterschapscentrale zijn:<br />

o het bevorderen van de rol van de VVD in de waterschapsbesturen.<br />

o de kandidaatstelling voor de leden van waterschapsbesturen.<br />

o het bevorderen van de verkiezingen van de gestelde kandidaten.<br />

4.3.5 De kamercentrale<br />

Voor verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer heeft Nederland volgens de Kieswet<br />

negentien rijkskieskringen. De VVD telt echter geen negentien maar zeventien<br />

kamercentrales, omdat de kamercentrale Gelderland en de kamercentrale Brabant zich<br />

uitstrekken over het gebied van ieder twee rijkskieskringen.<br />

Evenals in de afdelingen berust het hoogste gezag bij de ten minste één maal per jaar te<br />

houden centralevergadering. Alle VVD-leden hebben toegang tot deze vergadering, mogen<br />

het woord voeren en hebben stemrecht. De centralevergadering kiest het bestuur van hun<br />

kamercentrale. Dat bestaat uit een voorzitter (die tevens lid is van de Partijraad), één of meer<br />

vice-voorzitters, de secretaris, de penningmeester en één of meer andere leden voor het<br />

vervullen van bepaalde taken (zoals PR, jongerenbeleid, talentmanagement en opleiding en<br />

training). Allen worden in functie benoemd. De taken, rechten en verplichtingen van (het<br />

bestuur van) een kamercentrale zijn:<br />

o het binnen haar gebied bevorderen en stimuleren van de oprichting van afdelingen.<br />

o het bevorderen en stimuleren van het goede verloop van de werkzaamheden in de<br />

afdelingen binnen haar gebied.<br />

o het bevorderen en stimuleren van de uitvoering van het door de algemene vergadering<br />

vastgestelde beleid van het hoofdbestuur.<br />

o het benoemen van leden in de partijraad.<br />

o de kandidaatstelling voor de Tweede Kamer.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 68 8 september 2009


o meewerken aan de kandidaatstelling voor andere vertegenwoordigende lichamen.<br />

o bevorderen van werkzaamheden in de afdelingen en statencentrale(s) in haar gebied.<br />

o verzorgen van PR-, opleidings- en trainingsactiviteiten.<br />

o begeleiden van talent.<br />

o benoemen van leden van de partijraad.<br />

o vertegenwoordiging in het Liberaal Vrouwen Netwerk.<br />

4.3.6 De algemene vergadering<br />

De belangrijkste beslissingen van de VVD worden genomen in het hoogste partijorgaan: de<br />

algemene vergadering. De leden worden hiervoor schriftelijk uitgenodigd. De algemene<br />

vergadering wordt twee keer per jaar georganiseerd en bestaat uit twee kamers die<br />

tegelijkertijd vergaderen: de algemene vergadering van afgevaardigden en de algemene<br />

ledenvergadering. Besluitvorming over een agendapunt vindt altijd maar in één van deze twee<br />

kamers plaats.<br />

In de algemene vergadering van afgevaardigden heeft iedere afgevaardigde van een afdeling<br />

op basis van het ledental van de desbetreffende afdeling één of meerdere stemmen (voor<br />

iedere 50 leden 1 stem). Taak van de algemene vergadering van afgevaardigden is:<br />

o besluitvorming over statuten en reglementen.<br />

In de algemene ledenvergadering vindt hoofdelijke stemming plaats. Taak van de algemene<br />

ledenvergadering is:<br />

o besluitvorming over politieke onderwerpen, het verlenen van eretitels en het besluit tot<br />

een ledenraadpleging over politieke onderwerpen.<br />

o besluitvorming over de overige onderwerpen.<br />

Er kan ook besloten worden door middel van een ledenraadpleging. Hierbij krijgt iedere<br />

stemgerechtigde gedurende een bepaalde periode de gelegenheid om over een onderwerp,<br />

kandidatenlijst of te vervullen functie een aanbeveling uit te brengen.<br />

4.3.7 Het hoofdbestuur<br />

Het hoofdbestuur (HB) bestaat uit 7 tot 13 leden, één door ledenraadpleging gekozen<br />

voorzitter, één of meerdere vice-voorzitters, een penningmeester, algemeen secretaris en<br />

overige leden die de taken verdelen. De vergaderingen van het HB worden met adviserende<br />

stem bijgewoond door de voorzitters van de Kamerfracties, een vertegenwoordiger van de<br />

VVD-fractie in het EP, een vertegenwoordiger van de VVD-leden in de Raad van Ministers<br />

(bij regeringsdeelname), de voorzitter van de VVD Bestuurdersvereniging en de vicevoorzitter<br />

van de JOVD. De hoofdbestuursleden worden door de algemene vergadering voor<br />

de tijd van drie jaar verkozen en zijn één maal herkiesbaar.<br />

Tenminste één HB-lid is in het bijzonder belast met de organisatie van de partij, één met de<br />

politiekinhoudelijke discussie, één met de in- en externe communicatie, één met de<br />

opleidings- en trainingsactiviteiten van de Haya van Somerenstichting en één met het<br />

onderhouden van contacten met buitenlandse liberale partijen. Het hoofdbestuur wordt<br />

ondersteund door bezoldigde medewerkers. Zij vormen onder leiding van de directeur het<br />

Algemeen Secretariaat, gevestigd in het Thorbeckehuis in Den Haag. Taken van het HB zijn:<br />

o de algemene leiding van de VVD en het uitvoeren van besluiten van de algemene<br />

vergadering.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 69 8 september 2009


o periodiek overleg met de voorzitters van de besturen van de kamercentrales over de<br />

begroting, de jaarplannen, de adviezen inzake kandidatenlijsten, de belangrijke te<br />

vervullen vacatures, en belangrijke organisatorische en huishoudelijke aangelegenheden.<br />

o aangaan van overeenkomsten.<br />

o benoemen en ontslaan van de directeur van het algemeen secretariaat.<br />

o laten uitvoeren van taakonderdelen door partijcommissies, landelijke commissies of ad<br />

hoc commissies zoals in het huishoudelijk reglement bepaald.<br />

o bepalen van de manier waarop een ledenraadpleging plaatsvindt.<br />

4.3.8 Partijraad<br />

De Partijraad bestaat uit 86 stemgerechtigde leden en heeft in politiek opzicht een adviserende<br />

en stimulerende taak. Het komt voor dat de partijraad politieke uitspraken doet en politieke<br />

besluiten neemt namens de VVD. Een voorbeeld hiervan is het besluit tot het houden van een<br />

ledenraadpleging over een politiek onderwerp. De partijraad kan gevraagd en ongevraagd<br />

adviezen geven aan de algemene vergadering, het hoofdbestuur, de fracties in de Eerste en<br />

Tweede Kamer der Staten-Generaal en de VVD-leden in het Europees Parlement. De<br />

algemene vergadering kan te allen tijde uitspraken en standpunten van de partijraad wijzigen,<br />

welke vanaf dan gelden als het standpunt van de vereniging. De stemgerechtigde leden van de<br />

Partijraad worden voor drie jaar benoemd door de jaarlijkse ledenvergadering van de<br />

kamercentrale. De kamercentrale regelt hoe de vergaderingen van de partijraad worden<br />

voorbereid en hoe de door haar benoemde leden van de partijraad verantwoording afleggen<br />

aan de ledenvergadering. Het stemrecht in de partijraad is persoonlijk en niet overdraagbaar.<br />

Het hoofdbestuur roept de partijraad bij elkaar en zorgt in samenwerking met het Algemeen<br />

Secretariaat voor de voorbereiding, leiding en administratieve ondersteuning. Dit gebeurt zo<br />

vaak als wenselijk is op verzoek van ten minste tien leden van de partijraad, in beginsel is dit<br />

viermaal per jaar.<br />

De onderwerpen van de Partijraad worden door het hoofdbestuur in samenwerking met oa.<br />

landelijke partijcommissies van advies en de kamercentrales (met name de Landelijke<br />

Commissie Inhoudelijk Debat) vastgesteld. De wijze van behandeling kan variëren per<br />

bijeenkomst. Kamercentrales zijn verantwoordelijk voor de eigen voorbereiding van de<br />

Partijraad. Ieder lid van de VVD kan de vergaderingen van de partijraad bijwonen en heeft<br />

hierin spreekrecht, maar geen stemrecht.<br />

Adviserende leden van de partijraad<br />

Naast de stemgerechtigde leden bestaan er ook leden van advies. Deze adviserende leden<br />

hebben alleen een adviserende stem: de ereleden, maximaal 10 het hoofdbestuur benoemde<br />

leden, VVD-leden in de Staten-Generaal en het Europees Parlement, de leden van het<br />

hoofdbestuur, één aangewezen lid van elk bestuur van een kamercentrale, de voorzitters van<br />

partijcommissies, de voorzitters van de VVD-bestuurdersvereniging en de voorzitter en de<br />

directeur van de prof. mr. B.M. Teldersstichting.<br />

Themabijeenkomsten & Flitscongressen<br />

Met enige regelmaat worden op landelijk niveau Themabijeenkomsten georganiseerd die tot<br />

doel hebben om maatschappelijke kwesties of bestuurlijk problemen binnen de samenleving<br />

centraal te stellen en liberale antwoorden hierop te formuleren. Voor urgente zaken en om in<br />

te kunnen spelen op de landelijke politieke actualiteit worden de zogeheten Flitscongressen<br />

georganiseerd. Ieder VVD-lid kan hieraan deelnemen.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 70 8 september 2009


Bijlage 5 – De partijstructuur van de PVV.<br />

Opgericht: 22 februari 2006<br />

Type partij: Politieke beweging<br />

Organisatiestructuur: geen formele structuur<br />

Ledental per 1 januari 2007: 1 (alleen de bestuurder)<br />

Voorlopers: geen<br />

Grootte statuten en huishoudelijk reglement onbekend<br />

5.1 Partijdoelstelling:<br />

Doel van de PVV is politiek bedrijven en op te komen voor een vrij welvarend en<br />

onafhankelijk Nederland. Daarnaast zijn er veel politieke doelen vastgelegd. De statuten van<br />

de vereniging Groep Wilders/PVV zijn niet voor onderzoek beschikbaar. Wel beschikbaar is<br />

de onafhankelijkheidsverklaring 64 van de Groep Wilders. In deze verklaring wordt uitgelegd<br />

wat de politieke standpunten zijn en hoe het losmakingproces van de VVD heeft<br />

plaatsgevonden.<br />

5.2 Organigram:<br />

Afbeelding 14: Organigram van de PVV – bron NRC Handelsblad 2007.<br />

64 Geert Wilders, Onafhankelijkheidsverklaring (13 maart 2005)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 71 8 september 2009


Vanwege zijn afwijkende structuur is er geen organigram van de PVV beschikbaar. De<br />

structuur is wel beschreven door derden, onder ander door NRC Handelsblad. In feite gaat het<br />

hier om een beweging die is ingepast in het politieke systeem.<br />

5.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />

Het is interessant om op te merken hoe de PVV zich qua structuur onderscheidt van bestaande<br />

partijen. De PVV kent geen leden. De rechtspersoon die in de Tweede Kamer<br />

vertegenwoordigd is onder de naam PVV is de Vereniging Groep Wilders. Deze vereniging<br />

bestaat uit dhr. Wilders en de Stichting Groep Wilders. Zowel de Vereniging Groep Wilders<br />

als de Stichting Groep Wilders hebben maar 1 lid en een bestuur dat bestaat uit 1 persoon:<br />

Geert Wilders. Noch de stichting, noch de vereniging laten leden toe.<br />

Zeer opvallend is de parallel met de geschiedenis van de Nationaal Socialistische Beweging<br />

in Nederland. Deze politieke partij heeft bestaan tot 1945. Op 14 december 1931 vond de<br />

oprichtingsvergadering plaats, maar ook deze beweging werd pas een jaar later, op 4<br />

november 1932, bij notariële acte als stichting ingeschreven. De statuten van de stichting 65<br />

bepaalden dat het bestuur werd gevormd door één persoon: Ir A.A. Mussert, die de titel<br />

Algemeen Leider mocht voeren. De Algemeen Leider benoemde een Algemene Raad van<br />

minstens vijf personen, maar deze raad had geen bevoegdheid. De statuten bepaalden<br />

namelijk: alle besluiten neemt de Algemeen Leider, al of niet de Raad gehoord hebbende. De<br />

Algemeen Leider kon de leden van de Raad naar believen ontslaan en benoemen. Om zich te<br />

onderscheiden noemde de NSB zich consequent een beweging<br />

in plaats van een politieke partij. Afschaffing van het<br />

individueel kiesrecht, arbeidsplicht en beperking persvrijheid<br />

waren enkele voorbeelden van de partijdoelstelling. Bijzonder<br />

is dat gekozen werd voor de weg van de parlementaire<br />

democratie om deze doelen te verwezenlijken. Verder is het<br />

opvallend dat zowel NSB als PVV, hebben gekozen voor een<br />

zwart-rood-witte meeuw als logo.<br />

Afbeelding 15: Logo’s van PVV en NSB.<br />

Natuurlijk moet hier ook worden vermeld dat de PVV afstand neemt van de standpunten van<br />

de NSB. De NSB nam destijds duidelijk anti-joodse standpunten in en radicaliseerde daar<br />

steeds meer in. Wilders sympathiseert juist met Israël en noemt het land: “De eerste<br />

verdedigingslinie van het Westen”. En de PVV verzet zich specifiek tegen wat zij “de<br />

islamisering van Nederland” noemt, maar verwacht daarin zelf niet verder te zullen<br />

radicaliseren.<br />

De werkwijze van de PVV is niet om met volledig uitgeschreven programma’s te komen.<br />

Puntsgewijs worden de zaken opgesomd waar de PVV duidelijk voor of tegen is. Dit gebeurt<br />

in het Verkiezingspamflet 66 . De basis van het verkiezingspamflet wordt gevormd door de<br />

stukken: Een Nieuwe Gouden Eeuw 67 , Klare Wijn 68 , een Nieuw-realistische Visie 69 en de<br />

eerder genoemde Onafhankelijkheidsverklaring.<br />

65 Statuten van de stichting Nationaal Socialistische Beweging – 4 november 1932.<br />

66 Groep Wilders, verkiezingspamflet (25 augustus 2006)<br />

67 Groep Wilders / Partij voor de Vrijheid, Een nieuwe gouden Eeuw, economisch manifest (26 april 2006)<br />

68 Geert Wilders, Klare Wijn, verkiezingsmanifest (21 maart 2006)<br />

69 Geert Wilders, Een nieuw-realistische visie, ideologisch manifest (21 maart 2006)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 72 8 september 2009


De PVV kent veel vrijwilligers en donateurs, maar geen leden. Dat wil niet zeggen dat<br />

Wilders niet luistert naar de mensen om hem heen. Hij luistert juist heel goed en speelt in op<br />

levende sentimenten. Maar hij doet dat vanuit een autoritaire en niet-democratische positie.<br />

Op die manier verschaft hij duidelijkheid binnen de politieke arena en daar is bij een deel van<br />

kiezers zeker behoefte aan. Opvallend is dat de PVV zich in die duidelijkheid beperkt tot<br />

enkele thema’s. Omdat Wilders alles zelf in de hand wil houden verzet hij zich tegen<br />

inhoudelijke en personele verbreding van de partij. De vraag is of hij dat kan volhouden. Op<br />

de voor hun achterban minder belangrijke dossiers kan men de woordvoerders van de partij<br />

regelmatig op inconsistentie betrappen.<br />

Dat het loont om openlijk tegen de gevestigde politiek in te gaan is meermalen bewezen. D66<br />

is hier redelijk succesvol in geweest en tijdelijk konden ook de LPF, Leefbaar Nederland en<br />

TON op een grote sympathie rekenen. Bewegingen en partijen die het Haagse wereldje<br />

wakker willen schudden zijn meer dan welkom binnen de Nederlandse politiek. Alleen als zij<br />

het gehele politieke systeem ter discussie stellen door te verkondigen dat stelsel eigenlijk een<br />

lachertje is, wordt dat bedreigend wanneer zij door grote groepen van de bevolking serieus<br />

worden genomen. De PVV wil eigenlijk geen politieke partij wil zijn, maar wordt gedwongen<br />

om het spel gedeeltelijk mee te spelen. Hierdoor ontstaat grote spanning met de, al dan niet<br />

geschreven, spelregels.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 73 8 september 2009


Bijlage 6 – De partijstructuur van GroenLinks.<br />

Opgericht: 24 november 1990<br />

Type partij: Ledenpartij<br />

Organisatiestructuur: afdelingen<br />

Ledental per 1 januari 2009: 20.815<br />

Voorlopers: CPN, EVP, PPR en PSP<br />

Grootte statuten en huishoudelijk reglement 12737 woorden<br />

6.1 Partijdoelstelling:<br />

De Vereniging heeft als doelstelling het bedrijven van GroenLinkse politiek 70 . In haar<br />

programma's wordt omschreven wat onder GroenLinkse politiek wordt verstaan.<br />

6.2 Organigram:<br />

Afbeelding 16: Organigram GroenLinks – bron website GL 2009.<br />

6.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />

In de Statuten 71 is opgenomen dat iedereen die ouder is dan 16 jaar, lid kan worden van<br />

GroenLinks. Leden kunnen zich kandidaat stellen voor alle functies wanneer ze gesteund<br />

worden door tenminste 15 andere leden. Besturen bestaan uit tenminste 3 leden en hebben een<br />

zittingsduur van twee jaar met maximaal twee verlengingen.<br />

70 Uitgangspunten van de GroenLinkse politiek -1992.<br />

71 Statuten & Huishoudelijk reglement GroenLinks – maart 2009.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 74 8 september 2009


6.3.1 de Afdeling:<br />

Ieder lid van de vereniging behoort bij een afdeling. Deze kan een of meer gemeenten<br />

omvatten en wordt vastgesteld door het partijbestuur. Een afdeling kan ook een deelgemeente<br />

omvatten en vormt dan samen met de andere afdelingen binnen die gemeente een federatie.<br />

Een afdeling moet tenminste 15 leden hebben en minstens 2 keer per jaar vergaderen. Ieder<br />

lid heeft binnen de afdeling en binnen de federatie één stem. Taken zijn:<br />

o het benoemen van een bestuur om de belangen van GroenLinks te behartigen.<br />

o besluiten over deelname gemeentelijke verkiezingen en lijstverbindingen.<br />

o zorgdragen voor deelname aan de verkiezing van de leden van de gemeenteraad.<br />

o beoordelen van het beleid van de fractie van GroenLinks in de gemeenteraad.<br />

Blijft een afdelingsbestuur op een of andere wijze in gebreke, bijvoorbeeld door het niet<br />

uitschrijven van een ledenvergadering, dan worden haar taken overgenomen door het<br />

provinciale bestuur. In gevallen dat de interventie langer dan een jaar duurt, besluit het<br />

partijbestuur over wijziging van de afdelingsgrenzen in het gebied.<br />

6.3.2 de Provinciale vergadering:<br />

Alle leden binnen een provincie vormen de provinciale vergadering. Taken van deze<br />

vergadering zijn:<br />

o het benoemen van een bestuur om de belangen van GroenLinks te behartigen.<br />

o zorgdragen voor deelname aan de verkiezing van de leden van Provinciale Staten.<br />

o beoordelen van het beleid van de fractie van GroenLinks in Provinciale Staten.<br />

6.3.3 Het Provinciaal bestuur:<br />

o organisatie en voorbereiding van Provinciale Ledenvergadering<br />

o stimuleren van de oprichting van afdelingen binnen de provincie.<br />

o op verzoek ondersteunen van afdelingen en bemiddelen bij conflicten.<br />

o tijdelijk overnemen van de taken van een afdelingsbestuur dat in gebreke blijft.<br />

o betrekken van afdelingen bij provinciaal-politieke activiteiten.<br />

o organiseren van de kandidaatstelling en verkiezingscampagne voor de Provinciale<br />

Statenverkiezingen.<br />

6.3.4 Partijbestuur:<br />

Het partijbestuur heeft de dagelijkse leiding over de partij. Het partijvoorzitterschap is een<br />

betaalde functie voor vier dagen in de week. Het partijbestuur wordt gevormd door de<br />

voorzitter en zes leden die verantwoordelijk zijn voor inhoudelijke ontwikkeling, voor<br />

internationale contacten en –beleid, voor Europese contacten en –beleid, voor het financieel<br />

beleid, voor partijontwikkeling, voor publiciteit en campagnes en voor personeel en<br />

organisatie. De leden van het partijbestuur worden in functie gekozen. Het partijbestuur legt<br />

verantwoording af aan de partijraad en het Congres. Taken zijn:<br />

o algemene leiding geven aan de partij en het landelijk bureau.<br />

o uitvoeren van besluiten van het Congres.<br />

o beleid ontwikkelen op basis van de congresbesluiten<br />

o opstellen van begroting en jaarstukken.<br />

o aangaan van overeenkomsten namens de partij.<br />

o bepalen afdelingsgrenzen, na overleg met de betrokken leden.<br />

o afdelingen, federaties en provincies stimuleren en daartoe de nodige politieke en<br />

organisatorische initiatieven nemen.<br />

o goedkeuren van reglementen van afdelingen en andere onderdelen van de partij.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 75 8 september 2009


o toepassen hardheidsclausule statuten en reglementen en besluiten nemen in gevallen waar<br />

deze niet in voorzien (dit altijd met mededeling aan de partijraad).<br />

Het partijbestuur wordt ondersteund door de afdeling Bestuursondersteuning van het<br />

Landelijk Bureau van GroenLinks. Op het Landelijk Bureau werken 40 medewerkers.<br />

6.3.5 Het Congres:<br />

Het Congres is het hoogste orgaan binnen GroenLinks en wordt gevormd door de aanwezige<br />

stemgerechtigde partijleden. Het wordt tenminste 1 keer per jaar bijeengeroepen door het<br />

partijbestuur of 10% van de leden. Taken van het Congres zijn.<br />

o alle bevoegdheden die niet bij wet, statuten of reglementen aan anderen zijn opgedragen.<br />

o op hoofdlijnen bepalen van het beleid van het partijbestuur en beoordelen van de<br />

uitvoering van het beleid door het partijbestuur.<br />

o vaststellen/wijzigen huishoudelijk reglement en statuten.<br />

o benoemen kascommissie.<br />

o beoordelen van het beleid van de fracties van GroenLinks in de Eerste en in de Tweede<br />

Kamer der Staten-Generaal en van de delegatie in het Europese Parlement.<br />

o aanwijzen kandidaten aan voor de verkiezingen van de leden van de Eerste en Tweede<br />

Kamer der Staten-Generaal en van het Europese Parlement.<br />

o vaststelling van politieke programma's en van verkiezingsprogramma's voor de<br />

verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer en van het Europese Parlement.<br />

o het Congres kan besluiten tot het organiseren van een besluitvormend referendum.<br />

o besluiten van het Congres kunnen aan een correctief referendum worden onderworpen.<br />

o voor interne verkiezingen kan een ledenreferendum worden georganiseerd<br />

Referendum:<br />

Een referendum wordt schriftelijk gehouden onder de leden van de vereniging, die 4 weken de<br />

tijd hebben om hun besluit kenbaar te maken. Een referendum geldt als een partijbesluit bij<br />

een deelname van 50% of meer van de leden.<br />

6.3.6 Congrespresidum:<br />

Het congrespresidium draagt zorg voor het voorzitterschap en het secretariaat van het Congres<br />

en voor de overige organisatie. Het wordt benoemd door het Congres en bestaat uit 5 - 9<br />

personen. Kandidaatstelling kan plaatsvinden door het zittende presidium, de partijraad, of<br />

een groep van 15 leden. Het partijbestuur voegt hier een adviseur aan toe. De voorzitter en<br />

secretaris van het partijbestuur en hun vervangers treden niet op als voorzitter of secretaris<br />

van het Congres. Jaarlijks wordt verantwoord aan de partijraad. Taken zijn:<br />

o voorzitterschap en secretariaat van het Congres en van eventuele aparte onderdelen.<br />

o vaststelling van de dagorde van het Congres.<br />

o samenstelling van de agenda en het tijdschema, na overleg met het partijbestuur.<br />

o organisatorische voorbereiding van het Congres, na overleg met het partijbestuur.<br />

o uitreiken van stemkaarten, stembiljetten, enz. aan stemgerechtigde congresdeelnemers.<br />

o benoemen van een stembureau bestaande uit ten minste drie partijleden.<br />

o doen van een voorstel aan het Congres voor de afhandeling van de agenda.<br />

o verdelen spreektijd.<br />

o een zo rustig en ordelijk mogelijk verloop van de besluitvorming op het Congres.<br />

o vaststellen van notulen van het Congres en het binnen vier weken na het Congres<br />

toezenden daarvan aan het partijbestuur.<br />

o gevraagd en ongevraagd adviseren van het partijbestuur met betrekking tot het Congres.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 76 8 september 2009


6.3.7 De partijraad<br />

De partijraad bestaat uit 80 leden en komt gemiddeld vier keer per jaar bijeen. De leden van<br />

de partijraad worden elke twee jaar gekozen door de afdelingsvergaderingen. De leden leggen<br />

verantwoording af aan de lokale of provinciale vergadering van waaruit ze zijn gekozen.<br />

Taken 72 van de partijraad zijn:<br />

o controle op het beleid van de fracties van GroenLinks in de Eerste en in de Tweede Kamer<br />

der Staten-Generaal en van de delegatie in het Europese Parlement.<br />

o controle op het beleid van het partijbestuur, onverminderd de bevoegdheid van het<br />

Congres.<br />

o wijzigen huishoudelijk reglement (ook bevoegdheid van congres)<br />

o het doen van politieke uitspraken, al of niet op voorstel van het partijbestuur.<br />

o het toezicht op uitvoering van de congresbesluiten tussen de Congressen door<br />

o het nemen van beslissingen in alle gevallen die het partijbestuur of het Congres aan de<br />

partijraad voorlegt.<br />

o het vaststellen van de jaarverslagen en de jaarrekening van verbonden instellingen.<br />

o het instellen van kandidatencommissies voor de verkiezingen<br />

6.3.8 Werkgroepen:<br />

Een werkgroep is een eigenstandige organisatie van mensen binnen de vereniging die een<br />

gedeelde belangstelling voor een thema hebben en daar mee bezig zijn. Een werkgroep kan<br />

tevens worden gevormd door mensen die zich specifiek voelen aangetrokken door één van de<br />

inspiratiebronnen van GroenLinks en zich daarop nader willen bezinnen. Een werkgroep<br />

werkt volgens een door het partijbestuur vastgesteld protocol en regelt verder zijn eigen<br />

werkwijze. Een werkgroep heeft het recht moties, amendementen en voorstellen voor het<br />

Congres in te dienen.<br />

72 GroenLinks, Handboek partijraad 2008-2010.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 77 8 september 2009


Bijlage 7 – De partijstructuur van D66.<br />

Opgericht: 14 oktober 1966<br />

Type partij: Ledenpartij<br />

Organisatiestructuur: 250-300 afdelingen, 12 regio’s<br />

Ledental per 1 januari 2009: 12.432<br />

Voorlopers: geen<br />

Grootte statuten en aanvullend reglement 20923 + 12077 = 23000 woorden<br />

7.1 Partijdoelstelling:<br />

De partij stelt zich als sociaal-liberale partij ten doel een politiek te bedrijven waarin zij de<br />

mens centraal stelt: vrij, betrokken, gelijkwaardig en mondig en streeft naar een<br />

democratische, duurzame en open samenleving. 73<br />

7.2 Organigram:<br />

Afbeelding 17: Organigram D66 – (Gert Schouwstra 2009).<br />

In de statuten 74 en reglementen zijn de structuur en taken en bevoegdheden vastgelegd. Er zijn<br />

ook nog aanvullende reglementen 75 .<br />

7.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />

Leden die in een bepaalde plaats wonen 'vallen' onder de afdeling waaronder deze plaats is<br />

ingedeeld en vervolgens onder de betreffende regio. Er wordt onderscheid gemaakt tussen<br />

gewone leden en lokale leden. Er zijn 3 niveaus met drie bestuurslagen. De besturen zorgen er<br />

o.a. voor dat begroting, jaarstukken en voorstellen over reglementen en politieke<br />

programma’s op de agenda van de ledenvergaderingen komen. Alle niet bij wet of statuten en<br />

reglementen toegekende bevoegdheden komen toe aan de ledenvergaderingen.<br />

7.3.1 de Afdeling<br />

73 D66 Uitgangspunten – 25 maart 2000.<br />

74 D66 Statuten en Huishoudelijk reglement – februari 2008.<br />

75 D66 LB set aanvullende reglementen en procedures – februari 2008.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 78 8 september 2009


De afdelingen volgen over het algemeen de grenzen van een of meerdere gemeenten. Een<br />

aantal van de afdelingen kent deelafdelingen, Leden uit een afdeling kiezen hun<br />

afdelingsbestuur; hetzelfde geldt voor het regiobestuur. Taken zijn:<br />

o besluiten over begroting, jaarstukken en voorstellen over afdelingsreglementen en<br />

politieke programma’s.<br />

o besluiten over de toelating van lokale leden tot de vereniging en bepalen van de hoogte<br />

van hun contributie.<br />

o zorgdragen voor het voeren van lokale verkiezingscampagnes.<br />

7.3.2 de Regio<br />

De partij is landelijk opgedeeld in twaalf regio's (de provincies)<br />

Binnen de regio's kent de partij een aantal sub-regio's. Taken zijn:<br />

o besluiten over begroting, jaarstukken en voorstellen over afdelingsreglementen en<br />

politieke programma’s.<br />

o zorgdragen voor het voeren van lokale verkiezingscampagnes.<br />

o indeling van de regio in dekkende afdelingen.<br />

7.3.3 het Congres<br />

Het hoogste orgaan binnen de partij is de landelijke ledenvergadering of Congres. Dit wordt<br />

in de regel twee maal per jaar gehouden. Taken zijn:<br />

o het kiezen van de leden van het Landelijk Bestuur en de commissies van de<br />

ledenvergadering.<br />

o het vaststellen van de landelijke verkiezingsprogramma’s.<br />

o het kiezen van de lijsttrekker bij landelijke en Europese verkiezingen.<br />

o het al dan niet bevestigen van de door een fractie in de Staten-Generaal of de delegatie in<br />

het Europees Parlement gekozen voorzitter, indien deze niet bij de daaraan voorafgaande<br />

verkiezingen tot lijsttrekker is gekozen.<br />

o het vaststellen van de begroting, alsmede het goedkeuren van de jaarrekening en voorts<br />

overige politieke, organisatorische en financiële besluiten te nemen.<br />

o het kiezen van de leden van het Geschillencollege op een wijze als nader bij of krachtens<br />

dit reglement geregeld.<br />

o het vaststellen van de statuten en het huishoudelijk reglement.<br />

o het vaststellen van de jaarlijkse contributieverplichting en het vaststellen van de jaarlijkse<br />

verdeling van de financiële bijdrage van het Landelijk Bestuur over de regio’s en<br />

afdelingen.<br />

o het op voorstel van het Landelijk Bestuur besluiten tot het aangaan of beëindigen van het<br />

lidmaatschap van andere verenigingen, daaronder begrepen internationale verenigingen<br />

van partijen en Europese politieke partijen.<br />

Referendum:<br />

Een referendum wordt na een besluit van de ledenvergadering schriftelijk gehouden onder de<br />

leden van de vereniging, die 4 weken de tijd hebben om hun besluit kenbaar te maken. Het<br />

mag niet gaan over personen, de begroting, wijziging van statuten of reglementen. Een<br />

referendum is geldig als tenminste 10% van de leden heeft deelgenomen. Het resultaat geldt<br />

als een besluit van de ledenvergadering.<br />

Ledenraadpleging:<br />

Ieder bestuur kan over gaan tot een ledenraadpleging en stelt daar zelf een regeling voor op.<br />

7.3.4 de Landelijke Besluitvormingscommissie<br />

Deze commissie bereidt de besluitvorming voor het congres voor. Taken zijn:<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 79 8 september 2009


o advisering van het Landelijk Bestuur omtrent op te nemen agendapunten.<br />

o bewaking van procedures inzake besluitvorming, zoals tijdige publicatie door Bestuur.<br />

o het toetsen van moties en amendementen, gevolgd door toelating, weigering of aanpassing<br />

van de redactie.<br />

o vaststellen van besluiten van het congres ten behoeve van het Landelijk Bestuur en deze<br />

verwerken in actiepuntenlijsten.<br />

o bewaken van de uitvoering van besluiten van het congres door het Landelijk Bestuur.<br />

o schorsen van besluiten van het congres die in strijd zijn met de statuten of het<br />

huishoudelijk reglement. Als hiertegen geen beroep wordt aangetekend, dan is het besluit<br />

van het congres nietig verklaard.<br />

o instrueren van regio’s en afdelingen omtrent besluitvormingsprocedures, zoals<br />

zorgdragen, dat amendementen zich richten op essentiële punten van besluitvorming.<br />

o bewaken samenhang statuten en huishoudelijk reglement.<br />

o beslissent ter vergadering, indien wordt gestemd over een niet schriftelijk vastgesteld<br />

voorstel, over de formulering daarvan.<br />

o vaststellen van de notulen van het congres of de uitkomst van het referendum.<br />

o bewaking van de statuten en het huishoudelijk reglement voor de gehele partij.<br />

7.3.5 het Landelijk Bestuur<br />

Het hoogste bestuursorgaan in de partij is het landelijk bestuur. Dit bestaat uit 5 tot 11 leden.<br />

Alle leden kunnen leden voor het landelijk bestuur kiezen of kunnen daarin verkozen worden.<br />

Taken zijn:<br />

o de algemene leiding van de partij.<br />

o de uitvoering van de besluiten van het congres.<br />

o beslissen over de toelating tot de vereniging als gewoon lid.<br />

o indelen van het land in dekkende regio’s.<br />

o vaststellen aanvullende reglementen voor huishoudelijke en politieke vergaderingen.<br />

o ingrijpen bij afdelingen of regio’s waar een onwerkbare situaties is ontstaan.<br />

o het voorbereiden van het congres inhoudende: het vervaardigen beschikbaar stellen aan de<br />

leden van de concept voorstellen, tijdig vaststellen en publiceren van een<br />

congresreglement, het organiseren van het besluitvormingsproces, waaronder begrepen de<br />

tijdige consultatie van de landelijke Besluitvormingscommissie.<br />

o het aanwijzen van een oneven aantal voorzitters van het congres.<br />

o congres voorstellen maken voor het politieke programma.<br />

o beheer financiën, waaronder begroting en jaarrekening.<br />

o initiatieven nemen en randvoorwaarden creëren om tot een goed politiek debat te komen.<br />

o de partij te vertegenwoordigen bij de fractie en de vinger aan de pols te houden in de<br />

uitvoering van het verkiezingsprogramma en andere politieke keuzes.<br />

o bevorderen dat er zich voldoende en goed gekwalificeerde kandidaten voor vacatures<br />

binnen en namens de partij aanmelden.<br />

o organiseren van politieke evenementen van algemene strekking, zoals spreekbeurten en<br />

verkiezingsbijeenkomsten.<br />

o zorgdragen voor het voeren van een verkiezingscampagne en betrekken van de fractie en<br />

kandidaten.<br />

o verantwoording afleggen aan het congres d.m.v. verslag van zijn werkzaamheden.<br />

Het Landelijk Bureau van D66 is gevestigd in Den Haag en is onder meer belast met het<br />

voeren van de ledenadministratie, ondersteuning van het landelijk bestuur en verschillende<br />

commissies, partijvoorlichting en organisatie van de congressen en andere landelijke<br />

bijeenkomsten.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 80 8 september 2009


7.3.6 De financiële commissie<br />

Deze commissie is belast met het financiële toezicht op het bestuur. Taken zijn:<br />

o rapporteren aan de ledenvergadering over het gevoerde financiële beheer.<br />

o uitvaardigen van richtlijnen voor het financiële toezicht van de hele partij.<br />

7.3.7. Het Platform:<br />

Leden van D66 kunnen zich verenigen in een platform met een gemeenschappelijke<br />

doelstelling of thema. Bij minimaal 20 leden kan aanmelding bij het Landelijk Bestuur<br />

plaatsvinden waarna erkenning volgt. Een platform kan gevraagd en ongevraagd adviseren en<br />

mag op het Congres voorstellen, moties en amendementen indienen.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 81 8 september 2009


Bijlage 8 – De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

Opgericht: 22 januari 2000<br />

Type partij: Federatieve verenigingspartij<br />

Organisatiestructuur: 220 gemeentelijke en 11 provinciale verenigingen<br />

Ledental per 1 januari 2009: 26.745<br />

Voorlopers: GPV (1948) en RPF (1975)<br />

Grootte statuten en reglementen 3407 + 3126 + 2242 + 1428 + 2367 + 2960<br />

+ 973 + 2342 = 18845 woorden<br />

8.1. Partijgrondslag en -doelstelling:<br />

De grondslag van de <strong>ChristenUnie</strong> is statutair vastgelegd in de Uniefundering. Deze is later<br />

aangevuld met de Unieverklaring. Omdat de <strong>ChristenUnie</strong> een specifiek onderwerp van dit<br />

onderzoek is, zijn beide documenten relevant en hier onverkort opgenomen:<br />

Uniefundering:<br />

“De <strong>ChristenUnie</strong> erkent Gods heerschappij over het staatkundig leven, dat de overheid door<br />

God is gegeven en in zijn dienst staat en dat christenen de verantwoordelijkheid hebben actief<br />

te zijn in de samenleving. Zij fundeert haar politieke overtuiging op de Bijbel, het<br />

geïnspireerde en gezaghebbende Woord van God, die door de Drie Formulieren van Eenheid<br />

wordt nagesproken en die ook voor het staatkundig leven wijsheid bevat.”<br />

Unieverklaring:<br />

“Wij, leden van de <strong>ChristenUnie</strong>, hebben ons verenigd om vanuit ons christelijk geloof<br />

invloed uit te oefenen op het bestuur van ons land en in de samenleving. Gelovig luisterend<br />

naar het Woord van God en met een open oog voor de werkelijkheid zoeken wij naar zijn wil.<br />

We laten ons daarbij aansporen door Gods opdracht om Hem lief te hebben en ook onze<br />

medemensen. We willen dat de overheid de geestelijke en politieke vrijheden waarborgt,<br />

opdat God naar zijn Woord gediend kan worden.<br />

Van die vrijheden willen we gebruikmaken om onze christelijke overtuiging in de politiek en<br />

in de maatschappij uit te dragen. Wij zijn ervan overtuigd dat de God die wij belijden en<br />

willen dienen, ook door de overheid en in de samenleving gehoorzaamd en geëerd behoort te<br />

worden. Een overheid die Gods geboden in praktijk brengt, dient het welzijn van de<br />

samenleving. God heeft alles volmaakt geschapen. De wereld is echter aangetast door de<br />

ongehoorzaamheid van de mens. Daarom heeft de samenleving gezag nodig, dat het kwaad<br />

indamt en tegengaat.<br />

Vanuit onze overtuiging komen wij op voor het recht van allen die deel uitmaken van onze<br />

samenleving en ook streven wij naar gerechtigheid in internationale betrekkingen. Deze<br />

overtuiging plaatst de actuele politiek in het perspectief van Jezus Christus, wie alle macht is<br />

gegeven in hemel en op aarde. Door Hem is er uitzicht op een leven over de grenzen van de<br />

huidige wereld heen. Vanuit dit vertrouwen zoeken wij gedreven naar de steun van allen die<br />

met ons deze politiek willen steunen en bevorderen. We doen dit alles in het besef dat we<br />

afhankelijk zijn van God en bidden om de leiding van de Heilige Geest.”<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 82 8 september 2009


8.2 Organigram:<br />

Afbeelding 18: Organigram <strong>ChristenUnie</strong> – bron: partijbureau <strong>ChristenUnie</strong> 2009.<br />

8.3. Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />

In de partijstatuten 76 is opgenomen dat alle natuurlijke personen ouder dan 18 jaar als lid van<br />

de <strong>ChristenUnie</strong> kunnen worden toegelaten. De partij is federatief opgebouwd, dat wil zeggen<br />

dat elke lokale <strong>ChristenUnie</strong> een autonome vereniging is met een eigen inschrijving bij de<br />

notaris en de Kamer van Koophandel. De leden van de landelijke vereniging worden gevormd<br />

door de lokale verenigingen. Natuurlijke personen kunnen dus niet rechtstreeks lid zijn van de<br />

landelijke <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

76 Statuten <strong>ChristenUnie</strong> – 17 november 2007.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 83 8 september 2009


8.3.1 lokale kiesvereniging<br />

Elke lokale <strong>ChristenUnie</strong> heeft een verenigingsbestuur van drie tot negen personen met eigen<br />

statuten 77 , reglement 78 en, als men meedoet met de gemeenteraadsverkiezingen, een fractie.<br />

De leden kiezen het lokale bestuur 79 . Het bestuur is verantwoordelijk voor de samenstelling<br />

van de lijst voor de verkiezingen. De raadsfractie, met medewerkers, functioneert zelfstandig<br />

maar is verantwoording schuldig aan de leden en het bestuur. Ook is er overleg tussen bestuur<br />

en fractie. Elke lokale <strong>ChristenUnie</strong> kan een afvaardiging sturen naar het Uniecongres, het<br />

hoogste orgaan binnen de <strong>ChristenUnie</strong>. Het aantal stemmen is afhankelijk van het aantal<br />

leden dat de lokale <strong>ChristenUnie</strong> heeft.<br />

8.3.2 de provinciale Unie<br />

Per provincie is er een provinciale Unie. Deze is opgebouwd uit de lokale <strong>ChristenUnie</strong>s op<br />

het grondgebied van de betreffende provincie. Het provinciebestuur wordt gekozen door de<br />

afgevaardigden van de lokale unies en heeft een eigen reglement 80 . Het provinciale bestuur is<br />

verantwoordelijk voor de kandidatenlijst voor de provinciale Statenverkiezingen. De fractie<br />

van de <strong>ChristenUnie</strong> in de provincie opereert zelfstandig, maar is wel verantwoording<br />

schuldig aan de leden (dat zijn de lokale <strong>ChristenUnie</strong>s). De voorzitters van alle<br />

provinciebesturen zijn verenigd in het Unieconvent, wat een zelfstandig bestuursorgaan is met<br />

een eigen reglement 81 , dit orgaan heeft een adviserende rol ten opzichte van het landelijk<br />

bestuur.<br />

8.3.3 het Uniecongres<br />

Het Uniecongres is het hoogste orgaan van de <strong>ChristenUnie</strong> en beslist over bestuurlijke zaken.<br />

Leden hebben geen direct stemrecht, maar worden vertegenwoordigd door afgevaardigden<br />

namens de lokale <strong>ChristenUnie</strong>. Het congres kent een eigen reglement 82 .<br />

8.3.4 het Ledencongres<br />

Het Ledencongres is de vergadering van de leden van de kiesverenigingen. Het houdt zich<br />

bezig met de bezinning op en meningsvorming over politieke en maatschappelijke<br />

vraagstukken. Het mag hierover uitspraken te doen en is zo adviseur van de verschillende<br />

fracties over de politieke koers. Over politieke zaken leggen de fracties van de Eerste Kamer,<br />

de Tweede Kamer en het Europees Parlement verantwoording af aan het ledencongres. Ook<br />

het ledencongres heeft zijn eigen reglement 83 .<br />

8.3.5 het landelijke Bestuur<br />

Het landelijke Bestuur legt bestuurlijke verantwoording af aan het Uniecongres.<br />

77 Modelstatuten kiesvereniging <strong>ChristenUnie</strong> – 1 januari 2004.<br />

78 Modelreglement lokale <strong>ChristenUnie</strong> – 1 januari 2004.<br />

79 Reglement kandidaatstelling en verkiezingen – 17 november 2007.<br />

80 Reglement Provinciale Unie – 1 januari 2004.<br />

81 Reglement Unieconvent <strong>ChristenUnie</strong> – 1 januari 2004.<br />

82 Reglement Uniecongres – 17 november 2007.<br />

83 Reglement Ledencongres – 17 november 2007.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 84 8 september 2009


Bijlage 9 – De partijstructuur van de SGP.<br />

Opgericht in: 1914 (inschrijving 24 april 1918)<br />

Type partij: Verenigingspartij<br />

Organisatiestructuur: losse verenigingen<br />

Ledental per 1 januari 2009: 26.940<br />

Voorlopers: geen<br />

Grootte statuten en huishoudelijk reglement 4463 + 3081+ onbekend = tenminste 7544 woorden<br />

9.1 Partijgrondslag en -doelstelling:<br />

“De partij stelt zich op de grondslag van Gods Woord, zoals daarvan belijdenis gedaan wordt<br />

in de artikelen 2 tot en met 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Zij onderschrijft geheel<br />

en onvoorwaardelijk de Drie Formulieren van Enigheid, zoals deze zijn vastgesteld in de<br />

Nationale Synode, gehouden te Dordrecht in de jaren 1618-1619. Zij belijdt mitsdien het<br />

absoluut gezag van Gods Woord (naar de zuivere Statenvertaling) over alle terreinen van het<br />

leven en derhalve mede over het terrein van het staatkundige en maatschappelijke leven zoals<br />

nader uitgewerkt in het Program van Beginselen. De partij stelt zich ten doel de beginselen<br />

van Gods Woord op staatkundig terrein tot meerdere erkenning te brengen in den lande<br />

overeenkomstig haar grondslag. Derhalve is haar streven erop gericht dat Gods Woord als<br />

norm aanvaard wordt voor het politieke en maatschappelijke leven. Zij tracht dit doel met<br />

name te bereiken door met een op voormelde grondslag gebaseerd verkiezingsprogram deel te<br />

nemen aan de verkiezingen voor de Staten-Generaal, Staten en Raden. Haar streven is niet<br />

zozeer gericht op een meerderheid van kiezers, als wel op de handhaving en doorwerking van<br />

de beginselen door haar beleden.”<br />

9.2 Organigram:<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 85 8 september 2009


Afbeelding 19: Organigram SGP – bron: website SGP 2009.<br />

Afbeelding 20: Aanvullend organigram SGP – (Gert Schouwstra) 2009<br />

9.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />

Overeenkomstig de statuten 84 kan iedereen die achttien jaar of ouder is en de partijbeginselen<br />

onderschrijft, zich aansluiten bij een lokale kiesvereniging. De partij is opgebouwd uit<br />

afdelingen die tevens de lokale verenigingen zijn. De partij valt op doordat zij onderscheid<br />

maakt tussen de posities van mannen en vrouwen. In het Program van Beginselen worden<br />

man en vrouw als gelijkwaardig, maar met verschillende roepingen beschouwd.<br />

Vrouwenkiesrecht wordt beschouwd als strijdig met de roeping van de vrouw, maar het is aan<br />

de vrouw zelf om hierover te beslissen. Actieve deelname van vrouwen in politieke of<br />

bestuursorganen wordt in het beginselprogram ook uitgesloten.<br />

Tot in de jaren ’90 was het binnen de SGP vanzelfsprekend dat het politieke handwerk<br />

exclusief aan mannen was voorbehouden. Aan die vanzelfsprekendheid kwam in de jaren 90<br />

geleidelijk een einde, toen vrouwen zich bewuster van hun positie werden. Daarom werden in<br />

1996 de statuten gewijzigd, waarbij het lidmaatschap alleen nog maar voor mannen werd<br />

opengesteld. Voor vrouwen werd een buitengewoon lidmaatschap gecreëerd, wat inhield dat<br />

ze intern geen stemrecht hadden en van alle vertegenwoordigende- en bestuursfuncties<br />

werden uitgesloten. In 2005 kwam de SGP vanwege deze statuten onder vuur te liggen en<br />

werd de Nederlandse overheid gedwongen om de partijsubsidie in te trekken. Om aan de<br />

subsidie-eisen te voldoen werden in 2007 de statuten aangepast en het lidmaatschap<br />

opengesteld voor alle personen. Het bijzondere lidmaatschap verdween. De uitsluitingen van<br />

vrouwen in het beginselprogram 85 , waarnaar in de statuten wordt verwezen, bleven wel<br />

bestaan.<br />

9.3.1. Gemeentelijke kiesvereniging.<br />

Deze kan bestaan uit één maar ook uit meer plaatselijke kiesverenigingen die dan samen de<br />

gemeentelijke kiesvereniging vormen. Het besluit tot oprichting van een plaatselijke<br />

kiesvereniging vindt plaats door de leden en moet goedgekeurd worden door het<br />

Hoofdbestuur. Dit gebeurt na raadpleging van diverse geledingen. Kiesverenigingen regelen<br />

hun eigen bevoegdheden en hebben eigen statuten die moeten zijn goedgekeurd door het<br />

84 Statuten van de Staatkundig Gereformeerder Partij (SGP) – 31 maart 2007.<br />

85 Program van Beginselen (SGP) – 26 februari 2000.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 86 8 september 2009


Hoofdbestuur. Hierin mogen geen strijdigheden zijn met de landelijke statuten opgenomen en<br />

grondslag en doel moeten worden aanvaard. Plaatselijke kiesverenigingen zijn autonoom,<br />

maar tevens gebonden aan uitspraken van de algemene Vergadering. Besluiten die hier van<br />

afwijken kunnen door het Hoofdbestuur worden vernietigd.<br />

9.3.2. Provinciale verenigingen<br />

De gemeentelijke kiesverenigingen vormen samen een provinciale vereniging. De provinciale<br />

verenigingen kiezen hun eigen bestuur en regelen hun werkzaamheden bij huishoudelijk<br />

reglement, dat geen bepalingen mag bevatten die in strijd zijn met deze Statuten, het<br />

Algemeen Reglement of besluiten van de partij. Er kunnen binnen het werkgebied kringen<br />

worden ingesteld. Het bestuur stelt de conceptkandidatenlijst vast op advies van een<br />

selectiecommissie. De ledenvergadering brengt hierover advies uit, waarna het bestuur beslist.<br />

De leden van Provinciale Staten mogen het Hoofdbestuur adviseren over kandidaten voor de<br />

Eerste Kamer.<br />

9.3.3.a Algemene Vergadering<br />

Toegang, spreek- en stemrecht tot de Algemene Vergadering hebben de aangewezen<br />

afgevaardigden van de plaatselijke kiesverenigingen, het Hoofdbestuur, de algemeen<br />

secretaris en eventueel de aangewezen adviseurs. De vergadering vindt plaats wanneer het<br />

Hoofdbestuur dit wenselijk vindt of als 10% van de stemgerechtigden hierom verzoekt. Taken<br />

zijn:<br />

o voorstellen van het Hoofdbestuur behandelen.<br />

o wijzigingen van Statuten, algemeen Reglement of Program van Beginselen vaststellen.<br />

o kiezen lijsttrekker (het Hoofdbestuur kan een voordracht doen)<br />

o uitbrengen van advies aan het Hoofdbestuur over de conceptkandidatenlijst.<br />

Kiesverenigingen die een voorstel willen indienen voor de Algemene Vergadering sturen dat<br />

een half jaar tevoren naar het Hoofdbestuur. Voorstellen die in de drie jaren daarvoor al<br />

eerder waren behandeld, worden terzijde gelegd. Het Hoofdbestuur voorziet het voorstel van<br />

een preadvies en legt het voor aan de Provinciale afdeling, waar het in stemming wordt<br />

gebracht. Bij een positief besluit mag het voorstel door naar de Algemene Vergadering.<br />

9.3.3.b Jaarvergadering<br />

Dit is een bijzondere Algemene Vergadering die in maart wordt gehouden. Op deze<br />

vergadering hebben ook alle leden toegang. Spreek- en stemrecht hebben alleen de<br />

aangewezen afgevaardigden van de plaatselijke kiesverenigingen. In deze vergadering komt<br />

aan de orde:<br />

o het jaarverslag en de rekening en verantwoording.<br />

o vervulling van de vacatures in het Hoofdbestuur.<br />

o voorstellen van het Hoofdbestuur of van de plaatselijke kiesverenigingen, aangekondigd<br />

bij de oproeping voor de vergadering.<br />

9.3.4 de Raad van Advies<br />

Deze bestaat uit 29 vertrouwensmannen die op basis van de laatste verkiezingsuitslag een<br />

evenredige vertegenwoordiging van het land zijn. Bij belangrijke partijaangelegenheden<br />

consulteert het Hoofdbestuur de Raad van Advies. De gegeven adviezen hebben geen bindend<br />

karakter.<br />

9.3.5 Hoofdbestuur<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 87 8 september 2009


Het partijbestuur bestaat uit 9 tot 15 leden, die worden benoemd door de Algemene<br />

Vergadering. De zittingsduur is vijf jaar en bestuursleden zijn onbeperkt herkiesbaar. Het<br />

Hoofdbestuur wijst zelf een partijvoorzitter voor de Algemene Vergadering, een algemeen<br />

voorzitter voor het Hoofdbestuur, een secretaris en een penningmeester en hun<br />

plaatsvervangers aan. Taken zijn:<br />

o de algemene leiding van de partij en met de uitvoering van de besluiten van de algemene<br />

vergadering.<br />

o bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten namens de vereniging.<br />

o zonder goedkeuring van de algemene vergadering aangaan van rechtshandelingen, mits<br />

die een bedrag of waarde € 226.890,11 niet te boven gaan.<br />

o vaststellen van de conceptkandidatenlijst voor verkiezingen na advies van een<br />

selectiecommissie. De ledenvergadering brengt hierover advies uit, waarna het<br />

Hoofdbestuur de definitieve lijst vaststelt.<br />

o Vaststellen kandidatenlijst voor de Eerste Kamer.<br />

9.3.6 Dagelijks Bestuur<br />

Het Hoofdbestuur wijst een Dagelijks Bestuur van 3-5 personen aan. Dit is te allen tijde<br />

verantwoording schuldig van zijn beleid aan het Hoofdbestuur. Notulen en besluiten van het<br />

dagelijks bestuur worden toegezonden aan de leden van het Hoofdbestuur. Taken zijn:<br />

o voorbereidingen van de vergaderingen van het Hoofdbestuur, de algemene vergaderingen<br />

en de vergaderingen van het Hoofdbestuur met de Raad van Advies.<br />

o de uitvoering van besluiten.<br />

o afwikkelen van lopende zaken in opdracht van het Hoofdbestuur.<br />

o afdoen van zaken die een beslissing op korte termijn vragen en niet van zodanig<br />

belangrijke aard zijn, dat zij vooraf aan het oordeel van het Hoofdbestuur zouden moeten<br />

worden onderworpen.<br />

9.3.7 Algemeen Secretaris<br />

De algemeen secretaris heeft een bezoldigde functie en wordt benoemd door het<br />

Hoofdbestuur. Hij wordt als regel uitgenodigd voor alle vergaderingen en heeft daar een<br />

adviserende stem. De algemeen secretaris mag zaken afwikkelen die door het Hoofdbestuur<br />

aan hem zijn gemandateerd.<br />

9.3.8 Overige geledingen<br />

Er is nog een Commissie van Beroep, die zich specifiek bezighoudt met opzegging en<br />

ontzetting uit het lidmaatschap van de partij. Verder nog een jongerenorganisatie en een<br />

Studiecentrum. Door het hoofdbestuur kunnen ook specifieke commissies worden ingesteld<br />

die alleen tot taak hebben het Hoofdbestuur te adviseren en niet mogen afwijken van hun<br />

opdracht.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 88 8 september 2009


Bijlage 10 – Interview met Arno Brok (VVD).<br />

Interview met de heer Arno Brok (1968), burgemeester van Sneek en vice-voorzitter van de<br />

bestuurdersvereniging van de VVD. (14 minuten – integrale transcriptie)<br />

GS U bent oud-Thorbeckestudent en VVD politicus, dus<br />

het onderwerp “vergelijking van<br />

verenigingsstructuren van politieke partijen” zal u<br />

wel aanspreken. Kunt u me iets vertellen over de<br />

verenigingsstructuur van de VVD?<br />

AB Landelijk hebben we zo’n 45.000 leden. We hebben<br />

een kamercentralebestuur, die vallen veelal samen<br />

met Provinciale besturen. Soms zijn er ook<br />

verschillende kamercentrales in een provincie. Bijv<br />

in Noord-Holland heb je Noord-Holland Noord,<br />

Kennemerland en Amsterdam. In Zuid-Holland heb<br />

je Dordrecht, Rotterdam, Den Haag, Leiden, dus wel<br />

4 of 5. Maar in Brabant heb je er een, dat waren er<br />

twee. Meestal zijn er 1 of 2 kamercentrales per<br />

provincie. En dan heb je daaronder de afdelingen,<br />

die zijn doorgaans gegroepeerd per gemeente, dan<br />

heb je ook nog regio’s. Wta je tegenwoordig bij<br />

onze partij ook meer ziet, door ledenschaarste, veroudering, enz. is dat afdelingen die<br />

wat teruglopen gaan samenbundelen in regio’s maar dat ze dan wel 1 x in de vier jaar<br />

met een afzonderlijke lijst opstellen voor hun gemeente en daarvoor dan een<br />

lijstvormende vergadering hebben. En daar zie je ook wel in clusteren.<br />

We hebben een hoofdbestuur dat de landelijke dingen oppakt en congressen<br />

organiseert. De provinciale besturen faciliteren vooral de afdelingen en bemoeien zich<br />

met statenverkiezingen en provinciale politiek. Hier in Fryslân, waar ik 9 jaar<br />

voorzitter van het provinciale bestuur ben geweest zijn ze heel ondersteunend aan de<br />

afdelingen, trouble-shooting, helpen met recruteren, en dat soort dingen<br />

In de partijorganisatie is naast de organisatie ook een bestuurdersvereniging. We<br />

hebben ook de Haya van Somerenstichting, die doet alles met vorming en scholing. In<br />

de bestuurdersvereniging, waar ik ondervoorzitter van ben, ressorteren alle<br />

Kamerleden, alle burgemeesters, wethouders, kaderleden, waterschapsbestuurders,<br />

raadsleden, statenleden. De bestuurdersvereniging organiseert vooral dingen die niet<br />

politiek zijn, maar wel ondersteunend aan het werk; scholing, samenkomsten,<br />

themalezingen, enz. Het is een hele inhoudelijke vereniging en het is echt heel leuk.<br />

We hebben een congres in november en een voorjaarsvergadering in april.<br />

De bestuurdersvereniging heeft een hoofdbestuur en een algemeen bestuur en daar zit<br />

van iedere provincie één bij. In het Algemeen Bestuur van de bestuurdersvereniging<br />

zitten 12 mensen, plus dan het DB.<br />

GS Zitten die 12 mensen daar als afgevaardigde?<br />

AB Ja, ze zijn afgevaardigde van de provinciale vereniging, zo proberen we een linking<br />

pin te hebben. Onderdeel van de bestuurdersvereniging is ook de ledenkring, dat zijn<br />

de waterschapsbestuurders, maar ook het Professor Oud-gezelschap, dat zijn de<br />

burgemeesters. Dan hebben we ook nog de Schepenenbank, dat zijn alle wethouders.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 89 8 september 2009


Die treffen elkaar dan, dat is vooral ook een meet-and-greet, om van elkaar te leren en<br />

elkaar op te zoeken.<br />

GS Die 12 afgevaardigden, zijn dat leden van het provinciaal bestuur die ook in het<br />

hoofdbestuur zitten?<br />

AB Nee, de provincies zitten alleen in de bestuurdersvereniging, niet in het hoofdbestuur.<br />

Vroeger hadden we dat wel, toen had iedere provincie iemand in het hoofdbestuur,<br />

maar dan kreeg je zo’n hele grote stoffige vergadering. Dat hebben we jaren geleden<br />

afgeschaft. Wat we nog wel hebben is een Partijraad. Die adviseert het Hoofdbestuur<br />

gevraagd en ongevraagd over tal van zaken aangaande de partij. Dus die congresseren<br />

niet, maar ze houden wel bijeenkomsten om de partij spiegels voor te houden.<br />

GS Hoe groot is die Partijraad?<br />

AB Daar zitten tientallen mensen in. Ik denk zo’n 40 á 50. Niet direct prominenten, maar<br />

mensen die lokaal goed verankerd zijn. Op dit moment voeren we een discussie hoe<br />

die Partijraad goed de toekomst in moet. Is het nog wel effectief genoeg, is het<br />

instrument nog wel van deze tijd?<br />

GS Hebben de afdelingen ook hun eigen bestuur, en met eigen autonomie?<br />

AB Ja, die hebben hun eigen bestuur. Ze eigenlijk in alles autonoom. Ze moeten 1x per<br />

jaar een ledenvergadering houden en de jaarverslagen opsturen. Doen ze dat niet of<br />

niet op tijd, dan krijgen ze de contributieafdracht niet. Het is zo dat een groot deel van<br />

de contributie gaat naar het hoofdbestuur, een substantieel deel naar de afdeling en een<br />

heel klein deel naar de provincie. Daarnaast hebben we nog fondswervingsacties,<br />

waarvan één actie in het bijzonder gericht is om de afdelingen te spekken.<br />

GS Als je naar die autonome afdelingen kijkt, zijn jullie dan een ledenpartij of een<br />

verenigingspartij? Is er één VVD, of zijn er allemaal kleine VVD-tjes die samen de<br />

partij vormen?<br />

AB Ja, er is één VVD, er zijn wat uitzonderingen, dat heeft met de statutaire<br />

mogelijkheden te maken, dan hebben we het over Brussel, de Antillen, enz. Die<br />

hebben soms een wat andere structuur gekozen. Maar eigenlijk is het één partij.<br />

GS Heeft iedere afdeling zijn eigen inschrijving en statuten en zo?<br />

AB Nee, absoluut niet. Uniformiteit staat voorop. Alle<br />

statuten en reglementen zijn landelijk vastgelegd.<br />

GS Hebben jullie ook moeite met de bemensing binnen<br />

de partij? We zien de tendens dat er steeds minder<br />

mensen lid willen worden van een politieke partij.<br />

De PVV anticipeert hierop, daar kun je geen eens<br />

meer lid van worden. Hoeveel last heeft de VVD<br />

van dit verschijnsel?<br />

AB Dat ligt heel verschillend. Iedere partij heeft hier<br />

last van. Het gaat nu meer naar het cafetariamodel:<br />

wat levert het mij op, in plaats van gedrevenheid.<br />

GS Zijn jullie daar ook mee bezig? De houdbaarheid van het huidige verenigingsmodel<br />

bekijken?<br />

AB Nee, we zijn daar niet in die zin mee bezig. Wat wel in de afgelopen tijd meer gebeurt,<br />

is dat de rekrutering van mensen voor politieke lichamen, (vroeger moest je een jaar<br />

voor de kandidaatstelling al lid van de VVD zijn om op een lijst te kunnen staan) daar<br />

wordt tegenwoordig allemaal dispensatie voor gegeven. Dus als je zegt, mijn<br />

groenteboer is een echte liberaal, die heeft zijn hele leven al VVD gestemd maar hij is<br />

nog nooit lid geworden en hij wil nu op de lijst, daar is dan wel wat meer ruimte en<br />

flexibiliteit in gekomen. Dat is ook meer wat deze tijd van ons vraagt. Als je alleen<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 90 8 september 2009


maar naar de reglementen zou kijken, dan zijn heel veel goede mensen niet meer<br />

inzetbaar, ook niet voor een ministerschap of zo.<br />

GS Zie je nog meer trends van dingen die veranderen?<br />

AB Bijvoorbeeld die tientjesleden, bijzondere lidmaatschappen of gezinslidmaatschappen,<br />

dat zie je ook. Ik denk wel dat wij bewust voor hebben gekozen om een politieke partij<br />

te blijven. De democratische legitimatie van een politieke beweging is er niet. Bij ons<br />

heb je de partijdemocratie die ook dingen agendeert en onderdeel van de discussie laat<br />

zijn. Kijk, Wilders heeft makkelijk praten, dat is natuurlijk dictatoriaal wat daar<br />

gebeurt. Hij hoeft met niemand te overleggen. Follow the leader!<br />

GS Zijn er nog dingen waarin de VVD zich onderscheidt van andere partijen, qua manier<br />

waarop ze zich organiseren?<br />

AB Gezelligheid. Het is erg gezellig bij de VVD. Dat is geen grapje, dat is echt zo. Het is<br />

een echte netwerkpartij, maar<br />

liberale VVD-ers zijn ook hele<br />

gezellige mensen. Als ik hoor hoe<br />

een congres bij het CDA er aan<br />

toe gaat, dat is heel hiërarchisch,<br />

met zelfs spreektijden. Bij de<br />

PvdA is de stemming vaak heel<br />

erg zuur, Bij ons is ’s avonds het<br />

inhoudelijke gedeelte al afgelopen<br />

hoor. Eerst zijn er lezingen,<br />

inleidingen en daarna borrelen,<br />

dan is het feest! Dan lossen we de<br />

heupen en gaan we de dansvloer<br />

op. Die congressen van de VVD<br />

zijn, hoe slecht het ook gaat met<br />

de partij, altijd leuk. Het is altijd<br />

een reünie, je ziet je vrienden van<br />

vroeger uit de JOVD overal weer<br />

terug komen. Die VVD<br />

congressen zijn altijd leuk! Ik<br />

hoorde dan wel eens van<br />

Margreet de Boer, zo van: “O<br />

verschrikkelijk, er wordt op het<br />

congres gezeurd, lastig, enz.” Dat<br />

hebben wij niet, wij hebben een<br />

goede sfeer in de partij, altijd ook<br />

in moeilijke tijden.<br />

GS Ja en die zijn er zat. Bedankt voor<br />

dit interview. Burgemeester Arno Brok.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 91 8 september 2009


Bijlage 11 – Interview met Hans van den Broek en Andries<br />

Ekhart (PvdA).<br />

Interview met de heren Hans van den Broek (1951) en Andries Ekhart (1954), beiden PvdA-<br />

wethouder in Sneek. (35 minuten – integrale transcriptie)<br />

GS Ik ben aan het afstuderen bij de Thorbecke-academie en wil<br />

graag jullie interviewen over het onderwerp: vergelijking<br />

van de partijstructuren van 8 partijen. Ik gebruik hierbij de<br />

verenigingsstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> als ankerpunt<br />

omdat ik in een tweede deel inzoom op de partijstructuur<br />

van de <strong>ChristenUnie</strong>. Ik heb de PvdA website bekeken en<br />

de organigrammen en statuten gelezen, van jullie wil ik<br />

graag weten hoe het echt werkt. Soms staat het heel mooi in<br />

een organigram, maar in de praktijk doe je het dan net even<br />

anders. De soorten lidmaatschappen veranderen.<br />

AE Een tientjeslid bijvoorbeeld.<br />

GS Ja, of zoals bij de PVV, daar kun je helemaal geen lid meer<br />

van worden.<br />

AE Daar ben ik principieel op tegen.<br />

GS Het zijn ontwikkelingen in de maatschappij die we tegen<br />

komen. Wethouder Hans van den Broek<br />

AE Hoe lang draai jij al mee in de Partij van de Arbeid, Hans?<br />

HB Ik dacht dat het al vanaf 1975 was, tot mijn verbazing ontving ik kortgeleden en brief<br />

met een speldje er in met de mededeling dat ik al 32 jaar lid was. Als je zo redeneert,<br />

kom je op 1977 terecht. Ik heb er nooit aan gedacht, maar dat speldje had natuurlijk<br />

met 30 of 25 jaar al gemoeten.<br />

GS En dat speldje komt dan gewoon bij je thuis?<br />

HB Ja, nu wel. Ik kan het mij nog net herinneren: vroeger werden die plechtig uitgereikt.<br />

Meestal kwam dan een partijbestuurder langs<br />

AE Nou we hebben wel Lutz Jacobi hier gehad voor de mensen die 60 jaar lid waren. En<br />

ik ben nog met Minne van Oosten bij een aantal mensen geweest, maar daar hebben<br />

we geen ruchtbaarheid aan gegeven.<br />

GS Wat ik wil weten is: werkt het bij jullie zoals het in het boekje staat? Zijn er<br />

veranderingen in de partij waar jullie tegen aanlopen, waarbij je bijvoorbeeld denkt:<br />

deze structuur is niet meer houdbaar.<br />

HB Ik loop nu dus 32 jaar mee en er hebben al forse veranderingen plaats gevonden.<br />

Vroeger waren we een strak georganiseerde partij, met het bekende fenomeen<br />

afdelingsvergadering die ongeveer één keer in de maand plaatsvonden en druk werden<br />

bezocht. Er werd naast lokale politiek ook voorbereidingen getroffen voor het<br />

eerstkomende congres. Dat ging bijna altijd vooraf aan een gewestelijke vergadering,<br />

waarin het gewest Friesland in dit geval, maar dat kan ook een ander gewest zijn,<br />

bijvoorbeeld Amsterdam, dat was in mijn beleving één groot gewest.<br />

GS Een gewest is dat een cluster van afdelingen?<br />

HB Ja, en in Friesland was dat dan op provinciaal niveau, maar dichtbevolkte gebieden<br />

hadden dan meerdere gewesten. Die gewestelijke vergaderingen hadden met grote<br />

regelmaat plaats. Dat ging dan over de provinciale politiek, soms ook wel over<br />

gemeentepolitiek van provinciaal belang. Maar we hadden ook altijd een vrij hoge<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 92 8 september 2009


dosis van ideologische discussie en hoe je dat dan weer vertaalt naar partijbestuur en<br />

landelijke congressen die vaak ook nog meer dan 1x per jaar plaatsvonden. Het was<br />

een beetje afhankelijk van de activiteit en politieke omstandigheden. Dat was ook de<br />

tijd dat er een landelijk congres bijeen werd geroepen om de verkiezingen voor te<br />

bereiden en eventueel toestemming te verlenen om wel of niet deel te nemen aan een<br />

kabinet. Dan waren er de beruchte discussies waarbij het congres voor de zoveelste<br />

keer zei: we moeten uit de Nato. Dat is allemaal in de loop van de tachtiger jaren<br />

langzaamaan veranderd. Volgens mij was er toen ook al sprake van de langzaam<br />

afnemende belangstelling voor lidmaatschap van politieke organisaties.<br />

AE We zijn in die dertig jaar ook gehalveerd in ledental. Vroeger was 20% lid van een<br />

politieke partij en nu zitten we op 3 tot 4%.<br />

HB Een aantal associaties die we vroeger hadden zijn nu ook verdwenen,<br />

met de vakbonden bijvoorbeeld. Die gingen zich ook verzelfstandigen.<br />

In de eerste grote congressen, maar ook in de 1 meivieringen. Die heb<br />

ik in Sneek een keertje als voorzitter meegemaakt, daar kwamen toen<br />

ruim 400 mensen. En dan had je standjes van de VARA en het<br />

Humanistisch Verbond, de FNV en daarvoor de NVV.<br />

AE Ja, als ons lid van de oude garde, Minne, een praatje houdt dat gaat het nog steeds over<br />

de VARA, de vakbond en de Partij van de Arbeid.<br />

GS En de Rode Vrouwen?<br />

AE En de Rode Vrouwen, natuurlijk. Weet je, ik ben veel later begonnen bij de PvdA. Ik<br />

weet nog mijn eerste vergadering was bij Jikke Osinga. Ik kom daar binnen en dacht:<br />

o het is hier niet druk. Wat je ook zag, en dat zie je nu nog, de oude diehards, die<br />

komen nog. Ik heb daar wel eens zitten tellen: je hebt dan de fractie en het bestuur en<br />

de wethouders en dan heb je het gros van de aanwezigen wel gehad. Ik moet wel<br />

zeggen dat ik het de laatste tijd weer wat vind aantrekken. We hebben ook jongere<br />

mensen in het bestuur gekregen. Maar dat zie je heel veel, Het probleem is om aan<br />

mensen te komen voor het bestuur van een afdeling. Als je nu ziet dat zelfs de VNG<br />

op het congres een stand had: Hoe zorg ik dat mensen raadslid worden? Dan denk ik<br />

toch dat we behoorlijk achteruit aan het hollen zijn. Of er nu ook verband is met de<br />

verenigingsstructuur? Het is meer een algemeen maatschappelijk probleem, de<br />

politieke betrokkenheid is er niet meer, de verzuiling heb je niet echt meer. Als je kijkt<br />

hoe mensen nu stemmen, is dat onverklaarbaar. De voormalige communisten uit<br />

Noordoost Groningen stemmen nu massaal op Wilders. Het zijn heel onlogische<br />

stappen: ook de SP verliest ook aan Wilders.<br />

GS Links en rechts bestaan niet meer, maar het gaat meer om populisme versus<br />

democratie.<br />

HB Maar als je naar de partijstructuren kijkt dan zijn sinds eind 80 en begin 90 de eerste<br />

grote veranderingen gekomen. In de eerste plaats verweet men de PvdA een<br />

ingekeerdheid. Dat werd een vergadertijgergevaar genoemd. Het aardige was dat daar<br />

soms de vonken vanaf vlogen, waarvan sommige journalisten ook wel weer<br />

gecharmeerd waren. Daar werd tenminste wel gediscussieerd en kom daar maar eens<br />

om. Als je bijvoorbeeld bij de VVD kwam, dan volgden ze vaak wat de partijleider<br />

zei. Ze noemden hem trouwens niet eens de partijleider.<br />

Er is toen een poging gedaan om met -wat wij later noemden- kenniscentra te gaan<br />

werken. Dat was de eerste poging om landelijk thematische bijeenkomsten te<br />

organiseren om degenen die in een bepaald terrein geïnteresseerd waren, danwel ook<br />

te gebruiken om de deskundigheid in een Tweede Kamerfractie met eventuele<br />

bewindslieden te versterken en een bepaald thema door te spreken met de afvaardiging<br />

die dan kwam. Maar er was een grote vrijblijvendheid en in mijn ervaring –ik heb een<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 93 8 september 2009


aantal van die sessies meegemaakt –was het dat er toch al vrij snel van de top naar<br />

beneden werd verteld hoe het in elkaar zat. En weinig andersom. Dat begon men toen<br />

ook te beseffen en eind jaren 90 heeft men dat wat anders ingericht. Deskundigheid<br />

wordt nu gevraagd bij ons, en dan kom je al vrij snel terecht bij fractieleden, maar<br />

zeker bij wethouders. Nu zie je dat die bijeenkomsten vaak wel worden georganiseerd<br />

om daar in overleg met de Tweede Kamerleden, vaak geassisteerd door enkele<br />

bestuursleden, om daarin van onder op te overleggen.<br />

AE Bijvoorbeeld over de WMO, een actueel<br />

onderwerp, dan probeert men echt van onderen de<br />

kennis op te snuiven die men landelijk wil<br />

gebruiken. We hebben nu ook het CLB, het<br />

Centrum Lokaal Bestuur. Ik zit zelf ook in een<br />

aantal van die netwerken en Hans is daar het<br />

meest bij betrokken. Wat wel leuk is, en ik kan<br />

ook wel merken dat het ene verschil is of je wel of<br />

niet in de regering zit, ik zit nu regelmatig in<br />

Utrecht en dan komen Aboutaleb en ook<br />

Kleinsma, gewoon om lokale mensen te vragen<br />

voor netwerkbijeenkomsten. En dan krijg je de<br />

vraag wat speelt er in de wet werk en bijstand en<br />

daar zitten dan weer Tweede Kamerleden bij,<br />

Speckman en zo. Jij bent vooral geweest naar die<br />

dagen in Den Haag, waarbij de Tweede<br />

Kamerleden meestal wethouders uitnodigen. We<br />

hebben de Rosa-leergang nog, dat is een soort<br />

opleidingscentrum voor mensen die raadslid of<br />

wethouder willen worden. Hans, jij zit volgens<br />

mij in zo’n intervisiegroep? Wethouder Andries Ekhart<br />

HB Ja, dat een initiatief geweest van een aantal jaren gelden, eigenlijk meer bedoeld voor<br />

nieuwe raadsleden en in dit geval wethouders. Ik was geen nieuwe wethouder maar<br />

heb me daarvoor opgegeven onder het motto dat we meer moeten doen aan<br />

uitwisselen van ervaring en begeleiden en opleiden van nieuwe mensen. Ik snap wel<br />

dat een partij, en daar deden wij niet aan mee, dat deden andere partijen meer, ging<br />

werken aan nieuw kader. D66 deed dat toen zeker, want ik kan mij herinneren dat men<br />

heeft geprobeerd om Esther Roosen, toen onze PvdA-wethouder, toe te laten treden tot<br />

D66. Dat vonden wij heel aardig. Maar die zaten gewoon verlegen om kader en<br />

deskundigheid. En dan ga je shoppen, je gaat mensen opzoeken. Wat de PvdA de<br />

laatste tijden heeft gedaan is gewoon bij wijze van spreke adverteren: Bent u<br />

geïnteresseerd, meld u dan aan. Het werd meer een sollicitatie naar een functie, dan<br />

dat je uit de partijgelederen naar voren kwam. Die traditie is ook bij ons behoorlijk<br />

geduikeld. Het aardige is dan wel dat hier in Fryslân en ik weet niet of dat elders ook<br />

gebeurt, een wethoudersoverleg met gedeputeerden is opgezet. Dat doen we met de<br />

grote kernen.<br />

AE Ja dat noemen we de G4.<br />

HB Het is een tijdje zo geweest dat we als wethouders van de grote kernen bij elkaar<br />

kwamen. Daar was behoefte aan. Zo hebben we platforms die officieel waren afgelast,<br />

zoals een binnengewest, een regio, weer nieuw leven ingeblazen.<br />

AE We doen dat 4 x per jaar, meestal in Heerenveen. Daar zijn dan naast de wethouders<br />

van de 4 grote gemeenten ook de gedeputeerden aanwezig en verder de Kamerleden<br />

Jacques Tichelaar en Lutz Jacobi. Een enkele keer is ook het gewestelijke bestuur er<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 94 8 september 2009


ij. We hebben dan een overleg aan de hand van actuele politiek. Hans en ik gaan<br />

meestal samen en dan worden we bijgepraat over wat er landelijk en provinciaal<br />

speelt. Het zijn hele nuttige bijeenkomsten.<br />

GS Hoe zit het, zijn jullie allemaal lid van dezelfde vereniging?<br />

AE Ja, we zijn één vereniging en dan ben je tegelijk lid van de afdeling Sneek. Je bent<br />

landelijk lid van de PvdA en daar gaat de afdracht van contributie ook heen.<br />

GS Als je naar de gelaagdheid kijkt. Er is een lokale afdeling, ga je daarna gelijk naar het<br />

landelijk niveau of zit daar nog een provinciale afdeling tussen? Of is de provinciale<br />

afdeling gelijkwaardig aan de lokale?<br />

AE We hebben nog steeds de afvaardiging van de afdeling Sneek naar de gewestelijke<br />

vergadering, dat zijn Hans en ik ook toevallig. Dat is dus de gezamenlijke vergadering<br />

van alle afdelingen in Fryslân. Elke vergadering kan daar een vertegenwoordiging<br />

heen sturen, dat kunnen raadsleden zijn, maar ook wethouders. Die komen regelmatig<br />

bijeen en ook wel naar aanleiding van de actuele politiek. Het gebeurt wel eens, ik zit<br />

natuurlijk goed in de sociale werkvoorziening, dat ik daar een verhaal ga houden hoe<br />

dat werkt. En over het algemeen gaat het daar toch over de actuele politiek.<br />

Provinciale, gemeentelijke en waterschapsverkiezingen doen we zelfs wel in<br />

Noordelijk verband, we zijn nu al weer bezig en daar komen dan mensen van het<br />

partijbureau bij, o.a. voor de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2010. Ik ben zelf<br />

laatst in Leek geweest om daar wat te vertellen over lokale politiek.<br />

GS Dan opereren er drie gewesten dus als één gewest?<br />

AE Ja, maar dan gaat het puur over de vraag: hoe gaan we samen de campagne in, wat zijn<br />

de gezamenlijke thema’s? En daarna krijgen we weer een lokaal tintje. Maar in de<br />

voorbereiding wordt dus samengewerkt. Er worden workshops georganiseerd. Hoe<br />

schrijf ik een verkiezingsprogramma? Maar volgens mij doet elke partij dat met<br />

bepaalde variaties. Wat je dus wel merkt is dat als je opschaalt naar de drie<br />

Noordelijke provincies, dat je dan een paar honderd man bij elkaar hebt.<br />

GS En dan moet zo’n gewest een bestuur hebben. Kiezen jullie dat als lokale afdelingen<br />

of wordt dat aangewezen vanuit het landelijk bureau? Hoe werkt dat bij jullie?<br />

HB Nee, nee, dat gaat van onderaf. We kiezen ons eigen bestuur, net als bij de afdelingen<br />

trouwens. Al moet je vaak wel je best doen om mensen te rekruteren. Dat wordt dan<br />

vaak overgelaten aan een paar zittende bestuursleden, hetzij de voorzitter, hetzij een<br />

oudere knar om mee te denken wie er geschikt zou zijn. Het is ons de laatste paar<br />

keren vrij aardig gelukt om op afdelingsniveau mensen te vinden. Stella van Gent is zo<br />

binnen gekomen, die ken jij. En Wendy Swart die is ook zo binnengekomen, zij zat in<br />

het bestuur en is zo gewestelijk bestuurder geworden. We doen het dus zelf, er wordt<br />

niets van bovenaf opgelegd, al moeten we er lokaal wel aan trekken om mensen op<br />

een plek te krijgen.<br />

AE We hebben ook consequent onze ouderenochtenden, dat is echt een succes. Wat ook<br />

een leuke actie was, we hebben gewoon de ledenlijst gepakt en we zijn allemaal 5<br />

mensen (alleen niet de 80+ers) gaan bellen met de vraag: u bent lid van de PvdA, we<br />

zien u nooit.<br />

HB Nou zo hebben we het niet gebracht. HaHa.<br />

AE Maar we hebben ze wel gevraagd om eens op een afdelingsavond te komen en dat<br />

heeft toch gewerkt. Zo is Hans Janssen er ook bij gekomen.<br />

GS Hoe groot is zo’n gewestelijk bestuur?<br />

HB Eeuh, in elk geval 7 man geloof ik. Wel een behoorlijke club. Bertus Mulder is nu<br />

voorzitter. En die hebben dan elk afzonderlijk enkele taken. Elk bestuurslid van het<br />

gewest heeft ook de taak om een bepaalde streek te bedienen, contactpersoon te zijn.<br />

Dat lukt niet altijd, maar de poging is er wel. Die zijn dan weer gekoppeld aan<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 95 8 september 2009


fractieleden van de Staten die dan dezelfde taak hebben en voor een bepaald gebied<br />

contactpersoon zijn. En zo wordt geprobeerd om de onderlinge contacten te<br />

versterken. Het is minder strak georganiseerd. Maar het houdt in dat je iets gaat doen,<br />

in plaats van steeds maar vergaderen. Daarmee zijn toch wel een aantal mensen<br />

overgehaald om hierin te stappen. Deze taken zijn overigens wel formeel als<br />

functieonderdeel geregeld.<br />

AE In het platform van de Zuidwesthoek, dat zijn de bekende 8 gemeenten plus<br />

Skarsterlân, hebben we drie keer per jaar een bijeenkomst in café Nijland. Vroeger zal<br />

Hans Konst daarbij, maar sinds hij gedeputeerde is geworden, is dat overgedragen aan<br />

Statenlid Wiek van de Vlugt. Dat is wel wat uit nood geboren, want zij is de enige die<br />

uit de Zuidwesthoek komt.<br />

HB Het gebeurt ook wel dat de voorzitter van het platform dingen regelt. De Statenleden<br />

hoeven niet alles te regelen, maar ze zijn wel verplicht om te komen.<br />

GS Als ik nou een trapje hoger ga, kom ik dan gelijk bij het landelijk bestuur uit?<br />

HB Het landelijk bestuur wordt samengesteld door het congres. De stukken worden van<br />

tevoren bekend gemaakt en een keer in de twee jaar wordt een nieuw bestuur gekozen.<br />

Ook hier is wel sprake van co-optatie, maar in principe kan ieder lid zich kandidaat<br />

stellen voor het bestuur. Voor de vrijkomende vacatures is vaak ook een profiel<br />

beschikbaar. Bijvoorbeeld, voorzitter, secretaris of buitenland.<br />

GS Hebben jullie ook een verdeelsleutel over de gewesten?<br />

HB Nee, het grote partijbestuur had dat vroeger wel, dat er van ieder gewest een<br />

vertegenwoordiger in moest zitten, maar dat is niet meer zo.<br />

AE Het heeft wel met de afdelingen te maken. We betalen landelijk contributie en als we<br />

in de nieuwe gemeente boven de 400 leden zouden uitschieten, dan is dat financieel<br />

weer aantrekkelijk.<br />

GS En als je nu als gewest Friesland iemand in het bestuur wilt hebben, is dat dus geen<br />

automatisme?<br />

HB Nee, maar als je dat wilt, ga je gewoon op een bepaalde vacature koersen, bijvoorbeeld<br />

degene die speciaal is aangesteld voor gewesten en dergelijke. Je trekt dan als gewest<br />

één lijn of je maakt een deal met een ander gewest en zo krijg je voldoende stemmen.<br />

AE Het is ook zo dat bepaalde kamerleden, zoals Luts Jacobi verantwoordelijk zijn voor<br />

bepaalde clusters. Dat deed Jacques Tichelaar ook wel.<br />

GS Alle bestuursleden hebben dus hun eigen taken en een soort landsdeel of zo. Is er ook<br />

nog iets anders? Een partijraad of zoiets?<br />

HB Een partijraad houden, doen we niet zo vaak. Eigenlijk is het wel de bedoeling dat we<br />

hem gebruiken, maar er was veel kritiek op. In de vorige periode probeerden de leden<br />

de dienst uit te maken, daar zitten bijna al die gewestelijke voorzitters en van de<br />

grotere gewesten twee of drie. Het was vanuit de gewesten wel een gekozen orgaan,<br />

maar ja, wat is dan nog gekozen? Men heeft eigenlijk de partijraad willen afschaffen<br />

en plaats daarvan meer landelijke congressen willen organiseren. Dus een meer<br />

algemene vertegenwoordiging.<br />

AE De partijraad bestaat officieel nog wel. Wat we wel veel doen is het organiseren van<br />

werkbezoeken, meestal aan de hand van een bepaald thema en in de aanloop naar<br />

verkiezingen.<br />

HB De partijraad kan nog wel gebruikt worden als voorbereidend orgaan voor een<br />

congres.<br />

AE Hans, sinds wanneer mogen wij ons rechtstreeks bemoeien met het kiezen van de<br />

lijsttrekker? Bijvoorbeeld met de Europese verkiezingen, dan moeten we stemmen.<br />

HB Dat is sinds een jaar of tien denk ik. We doen dat niet op een ledencongres, maar we<br />

stemmen als individueel lid, gewoon digitaal via internet. Je krijgt een sleutelcode en<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 96 8 september 2009


dan mag je een stem uitbrengen. Dat wordt soms ook voor andere onderwerpen<br />

gedaan.<br />

AE Ja en we houden dan peilingen, die doen Kamerleden nog wel eens. Ik heb het gehad<br />

met jeugd en alcohol, dan vraagt bijvoorbeeld Lea Bouwmeester een aantal<br />

wethouders om naar Den Haag te komen om te overleggen en dan kan zij dat weer<br />

meenemen in de besluitvorming.<br />

GS Jullie moeten ook leden hebben die digibeet zijn. Hoe betrek je die dan hierbij?<br />

HB Digibeet? Ja dat klopt, maar je kunt dus ook schriftelijk stemmen.<br />

AE We hebben verder ook nog ons eigen provinciale blad, de Reade Trime. Dat is niet<br />

overal zo. Die wordt vooral vormgegeven door Bertus Mulder. En natuurlijk Joop van<br />

den Berg die al drie keer afscheid heeft genomen, maar nog steeds aanwezig is. We<br />

zijn toen naar zijn afscheid in Heerenveen geweest en je komt hem nog steeds overal<br />

tegen.<br />

HB Het gemakkelijkst is natuurlijk om een Kamerlid te nemen wat hier in de buurt woont<br />

om eens een artikel te schrijven. En verder wordt ook aan ons wel gevraagd om ergens<br />

iets over te schrijven. Langzaam aan wordt je zelf ook bekend.<br />

AE Dat is wel heel handig. En je hebt natuurlijk Lutz Jacobi die echt toegankelijk is, die<br />

belt zelf ook wel eens. Dan belt ze op: speelt er nog wat? Die ken ik natuurlijk ook vrij<br />

goed omdat ze hiervoor directeur was van de GGD. Maar ze belt zelf wel makkelijk.<br />

GS Laten we het hebben over de top van de partij. Er is een landelijk bestuur, ook nog een<br />

dagelijks bestuur. Heeft dat DB nog speciale mandaten, of moeten ze gewoon op de<br />

winkel passen als het LB niet bij elkaar komt? Hoe is dat bij jullie?<br />

HB Nou speciale mandaten, ze zijn er in elk geval om de organisatie te runnen. De<br />

voorzitter wordt betaald en is fulltime. Dan zijn er nog wat deelfuncties die beperkte<br />

betaling kennen. En daarnaast zijn er nog een partijbureau met allemaal betaalde<br />

krachten en de Beckmanstichting, het wetenschappelijke instituut.<br />

GS Hebben we nu de hele partijstructuur zo’n beetje behandeld? Of zijn er nog<br />

aanvullende structuren en netwerken?<br />

AE Ja er zijn altijd aanvullende informele netwerken. Bijvoorbeeld die G4, dat is geen<br />

officieel orgaan. En ook wel met de Zuidwesthoek en Harlingen erbij. Dan gaat één<br />

gemeente ook met de PvdA wethouders erbij iets organiseren. We hebben dan geen<br />

echte agenda, dat is zo formeel, maar we brengen dan bijvoorbeeld een bezoek aan de<br />

weduwe Joustra en ondertussen zijn we dan bezig met de partijpolitiek en afstemming<br />

met elkaar. Een vermenging van gezelligheid, samen eten, en discussie, soms met een<br />

agenda, zoals toen met de visserijproblemen met Karel Helder.<br />

HB Dat was voor de Zuidwesthoek, maar we schromen ook niet om anderen bijvoorbeeld<br />

van Heerenveen, eens uit te nodigen. Lykele Buwalda ging wel vaak mee.<br />

AE Ja en ik heb bijvoorbeeld het CFG-bestuur redelijk veel contact, maar dat is meer<br />

gelieerd aan mijn functie, niet aan de partij.<br />

GS Als je nu naar de maatschappelijke trends kijkt. Ik vermoed dat jullie ook heel veel<br />

oudere leden hebben. Het ledenaantal neemt af. Dat gebeurt bij alle partijen, dus ook<br />

bij jullie.<br />

AE Nou het gekke is, je hebt gelijk hoor, als ik kijk van wat boven de tachtig is, maar ik<br />

merk nu dat we er eindelijk ook weer wat jongeren bij krijgen. Het is nog niet zo dat<br />

ik denk: wat ben ik blij, want er moeten nog veel meer bij, maar ik kan toch merken<br />

dat we een beetje verjonging hebben gehad.<br />

GS Verwacht je de komende tien jaar nog veranderingen moet doorvoeren omdat je de<br />

plekken niet meer bemenst krijgt? Is dat bij jullie een issue?<br />

HB Nog niet, maar het feit dat de organisatiestructuur wat minder strak wordt<br />

georganiseerd, op verschillende niveaus, toont wel aan dat de partij zich aan het<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 97 8 september 2009


aanpassen is aan de omstandigheden. Dat vind ik wel. De pogingen om wat<br />

kenniscentra te formeren, clusters die elkaar over een bepaald onderwerp op de hoogte<br />

gaan houden, dat soort bijeenkomsten gaan vaak via de computer, maar soms komen<br />

ze ook werkelijk bij elkaar. Ik noem dat semi-informeel, want de deelname is niet<br />

verplicht. Je geeft je vrijwillig op en iedereen kan eigenlijk het initiatief nemen, dat is<br />

het aardige ervan. Dat is het grote verschil met 20 jaar geleden, toen moest alles eerst<br />

officieel worden geregeld.<br />

AE Als je dan kijkt naar de laatste paar jaar, wat wij aan digitale nieuwsbrieven<br />

binnenkrijgen. Bijna wekelijks komt er iets binnenrollen. Dan heb je ook nog de<br />

Statenfractie met hun nieuwsbrief, maar die komt meestal als mosterd na de maaltijd.<br />

HB Dat is natuurlijk ook de huidige tijd, veel informatie gaat digitaal.<br />

GS Goed ik denk dat ik nu alles heb wat ik wilde weten. Bedankt voor dit gesprek.<br />

AE Anders kun je altijd Bertus Mulder nog even vragen, die heeft zelfs wel genoeg<br />

informatie voor een masterstudie.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 98 8 september 2009


Bijlage 12 – Tweegesprek met Jouke-Jan de Groot<br />

(<strong>ChristenUnie</strong>).<br />

Jouke-Jan de Groot (1978) is bestuurssecretaris en lid van het<br />

managementteam van het partijbureau. Gesprekspartner Gert<br />

Schouwstra is lid van het Landelijk Bestuur en lokaal politicus in<br />

Sneek. Het gaat hier niet om een interview, maar om een<br />

tweegesprek waarbij op elkaar wordt gereageerd en meningen naast<br />

elkaar worden gezet. Vanwege de lengte van het gesprek (bijna 2<br />

uur) is gekozen om dit niet integraal weer te geven. Hieronder<br />

worden puntsgewijs de gespreksonderwerpen samengevat: Jouke Jan de Groot<br />

De structuur van de PVV is heel helder, maar statuten zijn niet te pakken te krijgen.<br />

Misschien bij de KvK? Er zijn twee leden: Geert Wilders en de Stichting Geert Wilders.<br />

Wat is de informele structuur er omheen? Daar kom je dus ook niet achter. Dat laatste<br />

geldt overigens voor alle partijen.<br />

Er is gepubliceerd over partijstructuren. Je zou contact op kunnen nemen met Gerrit<br />

Voerman van het Documentatiecentrum Nederlandse politieke partijen (DNPP). Dat is<br />

onderdeel van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Hij heeft vast wel wat literatuurtips.<br />

Ze geven jaarlijks een boekje uit met een overzicht van het partijpolitieke landschap.<br />

Het DNPP is momenteel met een onderzoek bezig naar de <strong>ChristenUnie</strong>. Die heeft tien<br />

jaar geleden bij de oprichting een demografisch onderzoek gedaan naar de achterban en<br />

dat wordt nu herhaald. De resultaten zullen begin 2010 worden gepresenteerd.<br />

Er is een vernieuwingsgolf onder politieke partijen. In de jaren 90 is een aantal partijen<br />

overgegaan naar meer ledeninvloed. Wij hebben dat ook gedaan door het instellen van een<br />

ledencongres. Er is een verschuiving van indirecte naar directe invloed van de leden.<br />

Als je partijstructuren met elkaar vergelijkt, heeft dat dan te maken met de kiezer? Is er<br />

sprake van meer ledeninvloed als tendens, of kiest elke partij de structuur die bij haar<br />

leden past? Of andersom: leden kiezen een partij met een structuur waar ze beste bij<br />

passen. Het type mens is verschillend. Bij <strong>ChristenUnie</strong> is zeker sprake van een groep<br />

leden met verwantschaployaliteit en een groep met idealistische motieven vergelijkbaar<br />

met GroenLinks. Die laatste groep kan ook eerder afhaken na een teleurstelling.<br />

Wat heeft de <strong>ChristenUnie</strong> aan een onderlinge vergelijking van partijen? Belangrijke<br />

vraag voor de <strong>ChristenUnie</strong> is: Wat is het doel van een politieke partij en lukt het in de<br />

toekomst om wat we doen te continueren? Lukt dat ook nog met de mens van vandaag?<br />

Of van morgen? Hoe lossen andere partijen dat op? Welke beweging zou de <strong>ChristenUnie</strong><br />

tussen nu en vijf jaar moeten maken? Een trendanalyse dus. Wat is hier over<br />

gepubliceerd? Brengen we dat hier allemaal bij elkaar in een scriptie?<br />

Via de RUG heb je goed toegang tot krantendatabases.<br />

Het is wel aardig om te verglijken met bijv. GroenLinks. Die hebben een hele platte<br />

ledenorganisatie, met wat losse structuren er omheen. Nadeel is dat ze geen extern<br />

netwerk hebben. Wij leunen erg zwaar op bijv. de kerken, want onze eigen verenigingen<br />

zijn ook niet sterk. Bij het CDA zie je dat ook binnen de kerk. PvdA idem met de<br />

vakorganisaties. D66 en VVD hebben dat minder. De vraag is of die netwerken blijven<br />

bestaan. Het aantal leden neemt af en het aantal betrokken leden neemt mogelijk toe.<br />

Er zijn verenigingen waar geen (actief) bestuur meer is, de vereniging bestaat wel, maar er<br />

is geen kader. Misschien gaat de oplossing wel buiten de formele structuren vallen. Men<br />

ziet het nut van die structuren ook niet altijd. Er is behoefte aan creativiteit, maar 8 jaar<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 99 8 september 2009


geleden zijn de statuten op het gebied van de structuur en functies helemaal<br />

dichtgetimmerd. We zouden dat veel losser kunnen maken. Er zijn functies als promotor<br />

of politiek secretaris die we zo belangrijk vonden dat ze zijn vastgelegd. Daar zijn vaak<br />

geen aparte mensen voor te vinden.<br />

Structuren zijn niet meer vanzelfsprekend. De Provinciale Unie is meer de provinciale<br />

kiesvereniging, misschien moet je hen zo gaan noemen. CDA is wat platter, daar bestaat<br />

een afdeling als er een minimum aantal leden is, maar als ze geen bestuur voor elkaar<br />

kunnen krijgen, vallen ze onder de buren. De provinciale afdeling is een gewone afdeling.<br />

Wat zijn de trends binnen de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong>? Hoe vatten leden het zelf<br />

op? Hoe zien we er over tien jaar uit? Is het omvallen van besturen en niet meer kunnen<br />

opvullen van lege plekken alleen symptomatisch voor het Noorden of is het Noorden<br />

hierin alleen maar koploper? Opvallend is de afwijkende structuur van Limburg, die nooit<br />

echt voorzien was. De verenigingsstructuur moet alleen maar de politieke activiteiten<br />

ondersteunen en is geen doel op zich.<br />

De Provinciale Unie functioneert niet overal gelijk en is soms moeilijk te bemensen. Soms<br />

ontbreekt daardoor bestuurskracht. Taken als coachen van lokale verenigingen komen niet<br />

van de grond, advisering richting landelijk bestuur ook niet.<br />

Unieconvent, hier zitten de provinciale voorzitters q.q. in, zonder last en ruggespraak en<br />

niet als afvaardiging. Reglementair doel is: “D.m.v. medezeggenschap, overleg en<br />

onderling contact de bestuurlijke organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong> versterken op<br />

provinciaal en landelijk niveau”. Dat kweekt verwachtingen. Het Unieconvent is een kind<br />

van zijn tijd, ingesteld als sparringpartner voor het bestuur, bedoeld als een voorportaal<br />

voor moeilijke besluiten. Daarom vergaderde het Unieconvent ook ruim voor het<br />

Uniecongres. Andere partijen maken de provinciale voorzitter lid van het landelijke<br />

bestuur (dubbelrol). Bij ons ontlenen sommige personen een positie aan het Unieconvent,<br />

anderen in het geheel niet. De nota van Jouke Jan over dit onderwerp heeft wel wat stof<br />

doen opwaaien. Je ziet dat de oude structuur hier en daar kraakt.<br />

Het landelijke bestuur gaat zich dit najaar bezinnen over de taakopvatting van het bestuur.<br />

Die heeft wel wat te maken met de structuur die er achter zit. Lijnen vanuit bestuur naar<br />

de regio die de taken van het Unieconvent doorkruisen.<br />

Mogelijk is de studieopdracht wat te breed. Hoe ga je die met elkaar vergelijken zonder de<br />

statuten te herschrijven? Welke variabelen gebruik je voor de vergelijking?<br />

Welke taken heeft een politieke partij? Een organisatie moet voor zijn taak zijn berekend.<br />

Het CDA verplicht zijn 430 afdelingen om mee te doen met de verkiezingen. Dat vraagt<br />

een andere organisatie dan bij de PVV waar alleen de krenten uit de pap er uit gehaald<br />

worden.<br />

Wij hebben ongeveer 40% van de leden van het CDA, maar hoe verhoudt de work-load<br />

zich? Als het gaat om bedienen van wethouders, raadsleden, afdelingsbesturen, enz. Wat<br />

doen wij onszelf aan, als je een beperkt aantal mensen hebt die beschikbaar zijn voor<br />

functies hebben we dan de taken wel handig verdeeld? Hoe bereik je je idealen qua<br />

samenwerking?<br />

Er was een discussie in de Provinciale Unie van Drenthe, waar het complete bestuur<br />

aftrad. Uitgaande van een samenwerkingsverband van lokale verenigingen, waarvan de<br />

meeste noodlijdend: Stel je voor dat we alle verenigingen op één hoop zouden gooien, dan<br />

hebben we één goed bestuur van 10 mensen voor zowel lokale, als provinciale als<br />

waterschapstaken. Dat wordt dan besturen op afstand, een heel andere werkwijze en<br />

structuur naar lokale fractie en contactpersonen. Maar je hebt als bestuur ook een heel<br />

andere positie, meer macht en dus ook aantrekkelijk voor sollicitanten. Ook binnen<br />

<strong>ChristenUnie</strong> zijn mensen gevoelig voor macht en positie. Daar zitten dus tegengestelde<br />

bewegingen in.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 100 8 september 2009


Vroeger werd er juist veel heil gezocht in het dichttimmeren van organisaties met statuten<br />

en reglementen. Dat zijn mensen nu wel wat zat. De fusiefase van GPV en RPF was niet<br />

het juiste moment om dit anders te doen. Eerst moest het vertrouwen tussen de<br />

bloedgroepen nog groeien. Dat speelde alleen maar waar beide partijen voorkwamen.<br />

Wij hebben het oude AR-model overgenomen. Iedere vereniging is autonoom en kan zelf<br />

besluiten uit de Unie te stappen. Dan mogen ze zich geen <strong>ChristenUnie</strong> meer noemen,<br />

maar ze kunnen gewoon zelfstandig blijven functioneren.<br />

Een van de problemen die we tegenkomen is dat we overwegen om de Uniefundering te<br />

vernieuwen. Daar wordt letterlijk naar verwezen in de landelijke statuten en ook in de<br />

lokale statuten. Je hebt dan in de landelijke vergadering 2/3 van de stemmen nodig.<br />

Daarna moeten de statutair verplichte modelstatuten worden aangepast. Vervolgens<br />

moeten alle zelfstandige verenigingen hun statuten conform dat landelijke model<br />

aanpassen en dat is een probleem, want de kiesverenigingen kunnen alleen lid zijn van de<br />

Unie als hun statuten overeenkomen met dat landelijke model. Stel dat enkele<br />

kiesverenigingen dat niet doen. Nu kun je daar wel iets op bedenken, maar dan krijg je dus<br />

verschillende lidmaatschapscriteria. Bijvoorbeeld voor tegenstemmers die weigeren te<br />

veranderen.<br />

Het is ook een probleem voor een kleine wijziging in de statuten, want er is altijd wel een<br />

vereniging die het niet vaststelt en dus in overtreding is. In die zin is die lokale autonomie<br />

niet meer van deze tijd.<br />

We noemen ons niet alleen Unie, we hebben het ook georganiseerd als een Unie. Een<br />

federaal verbond. Misschien moeten we over 5 jaar de Unie wel opheffen en een Partij<br />

worden. Dat ligt bij sommigen wel heel gevoelig, kiesvereniging of afdeling. Je kunt de<br />

werkwijze zo laten als die is en toch naar een ledenpartij gaan. Je wordt dan<br />

organisatorisch veel flexibeler en dynamischer.<br />

Bij het organiseren van de Europese Verkiezingen hebben wij gekozen om de lijn naar de<br />

lokale verenigingen te volgen. Daar leeft het niet echt, niemand staat in de modus<br />

‘campagnevoeren’ en de stukken worden door de secretaris op de stapel gelegd voor de<br />

volgende bestuursvergadering over 4 maanden. Zo gebeurt er dus helemaal niets. Mailtjes<br />

worden door de secretarissen nauwelijks geopend. Als ik dan nabel zeggen ze: we hadden<br />

nog geen tijd om te reageren, 2 á 3 weken is veel te kort, want we zijn nu niet actief bezig<br />

met de vereniging. In feite gaat de vereniging buiten de eigen campagnetijd in slaapstand.<br />

En landelijk maken we geen gebruik van onze e-mailadressen van leden, we blijven<br />

werken via de lokale verenigingen.<br />

We vragen kiesverenigingen om plakteams voor posters samen te stellen, terwijl je bij de<br />

meeste gemeenten de posters rechtstreeks naar het gemeentehuis kunt sturen en dan<br />

plakken zij ze op. En dan is de weg via de kiesvereniging te lang en komen de posters er<br />

dus niet te hangen.<br />

Het niet echt betrokken zijn van leden en achterban bij verkiezingscampagnes is een<br />

landelijke trend, die niet specifiek is terug te voeren op de organisatiestructuur. Je ziet dit<br />

verschijnsel ook bij alle partijen. De trage organisatie draagt wel aan bij dat een vraag de<br />

leden niet of niet meer op tijd bereikt. We hebben onszelf wel eens een netwerkpartij<br />

genoemd, momenteel loopt het netwerk dood. Er zitten zoveel filters tussen dat een<br />

boodschap vanuit het landelijk bureau ergens in de lijn blijft hangen.<br />

Ter voorbereiding van een Uniecongres worden heel vaak geen ledenvergaderingen meer<br />

gehouden. Er worden zelfs vaak geen bestuursvergaderingen meer gehouden.<br />

Afgevaardigden gaan dus zonder stemopdracht naar het congres en mogen naar bevind<br />

van zaken handelen. Er zijn maar enkele uitzonderingen. Wat is dan de legitimatie van het<br />

Uniecongres? Vergelijk het eens met het ledencongres waar ieder voor zich stemt?<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 101 8 september 2009


Je kunt je afvragen of de structuur is wat we willen, maar de structuur hoeft ook nooit een<br />

beletsel te zijn. er zijn kiesverenigingen die gewoon om en door de structuren heen<br />

opereren. Een structuur kan je doelen wel helpen of ondersteunen. Anderzijds zijn er<br />

plekken waar de oude structuren bloeien. Je zou moeten bekijken of er een structuur<br />

mogelijk is waar zowel de oude, als een nieuwe vorm naast elkaar in kan bestaan. Die<br />

ruimte geeft.<br />

De <strong>ChristenUnie</strong> heeft heel veel statuten en reglementen. De meeste onderdelen hebben<br />

een apart statuut en er is geen totaaloverzicht en ook geen officieel organigram. Dat<br />

betekent altijd veel zoekwerk. Andere partijen hebben dat geregeld in één statuut.<br />

De meeste partijen hebben professionele fulltime of parttime bestuurders. Wij hebben een<br />

voorzitter die deels is vrijgesteld.<br />

Discussie over politiek of niet-politiek bestuur. Bij ons is de helft politiek georiënteerd: de<br />

voorzitter, vice-voorzitter, de politiek secretaris en de internationaal secretaris zijn dat<br />

vanuit hun functie. De penningmeester en secretaris zijn beiden wethouder. En aan de<br />

andere kant zijn er leden die geen politieke besluiten willen nemen over bijvoorbeeld een<br />

programma en alleen voor het proces gaan. Dat is wel spannend. De rol van het DB is ook<br />

onduidelijk, reglementair bestaat het zelfs niet eens. Er zijn geen functies of<br />

bevoegdheden vastgesteld en discussies worden vaak overgedaan. De functie van bijv.<br />

politiek secretaris is niet duidelijk, de beschrijving is verouderd, vertegenwoordigt deze<br />

het bestuur naar de politiek of de politiek in het bestuur? Welk mandaat hoort daar dan<br />

bij? Hetzelfde geldt voor de eurofractie, soms stelt de werkgroep iets vast en kun je<br />

eigenlijk als bestuur niets meer aan veranderen. Het gaat dan niet om integriteit of<br />

vertrouwen, want daar is geen discussie over. Het is gewoon onduidelijk hoe we de<br />

verhoudingen hebben geregeld.<br />

Nu we meer een bestuurspartij zijn geworden, krijgen we meer verantwoordelijkheden en<br />

wordt het thema programmavorming actueler. Het is heel lastig om als bestuur<br />

inhoudelijke kaders mee te geven aan een programmacommissie. Per partij gaat dat<br />

overigens heel anders, sommigen kiezen voor een veel bredere opzet. Bijvoorbeeld met<br />

een denktank of een partijraad die als sparring partner voor de programmacommissie<br />

fungeert. Daar zitten dan 30/40 man in die een half jaar bezig zijn met een thema. Dat gaat<br />

dan over de kroonjuwelen van de partij; bijvoorbeeld bewapening (GroenLinks) of<br />

democratie (D66). Wij hebben nu net de themacommissies opgezet, die zouden die rol<br />

kunnen gaan vervullen.<br />

De politieke secretaris is niet de vertegenwoordiger van de politiek in het bestuur.<br />

Andersom kan ook niet echt, hij kan niet namens het bestuur de politieke koers van de<br />

partij bewaken. Hij is meer een verbindingspersoon die de grote lijnen van het programma<br />

toetst. Dat is niet altijd goed zichtbaar. We maken geen verslagen van onze bezoeken. Ook<br />

het bewindspersonenoverleg (BPO) is een nieuwe figuur binnen de partij, die een deel van<br />

de taken van de politiek secretaris heeft overgenomen.<br />

Als je nog meer wilt weten waarom de structuur van de <strong>ChristenUnie</strong> zo is ontstaan, kun<br />

je bellen met Herman Bouma, voorzitter van het Unieconvent en destijds ook voorzitter<br />

van GPV.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 102 8 september 2009


Bijlage 13 – Vragenlijst kaderleden <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

Door middel van een internetvragenlijst is aan de kaderleden van de <strong>ChristenUnie</strong> gevraagd<br />

om hun mening te geven over de structuur van de partij. De hoeveelheid uitgezette enquêtes is<br />

onbekend omdat er binnen de partij niet eens geen mailinglijst voor het partijkader bestaat.<br />

Benaderd zijn alle leden van de bestuurdersvereniging en de secretarissen van de lokale<br />

verenigingen (n = 1802 personen) met het verzoek de mail door te sturen naar andere<br />

kaderleden. In principe kan ieder lid inloggen en de enquête eenmalig invullen.<br />

De vragenlijst is op 1 juli 2009 online gezet en kon tot en met 7 september worden ingevuld.<br />

Op 7 juli waren er 219 reacties binnen.<br />

Op 14 juli waren er 236 reacties binnen.<br />

Op 23 juli waren er 249 reacties binnen.<br />

Op 30 juli waren er 252 reacties binnen.<br />

Op 18 augustus waren er 259 reacties binnen.<br />

Op 20 augustus waren er 286 reacties binnen.<br />

Op 21 augustus waren er 307 reacties binnen.<br />

Op 23 augustus waren er 317 reacties binnen.<br />

Op 7 september waren er 344 reacties binnen, waarna de enquête offline is gegaan.<br />

De respons komt daarmee op ruim 19%. Gezien de tussenliggende vakantieperiode is dat<br />

goed. Bij de antwoorden is afgerond op hele percentages. Hierdoor kunnen kleine<br />

afrondingsverschillen ontstaan.<br />

Persoonlijke vragen<br />

1) Wat is uw leeftijd?<br />

1% < 20 jaar (generatie C, Y en Z)<br />

14% 20-35 jaar (generatie X + Y)<br />

30% 35-50 jaar (verloren generatie)<br />

47% 50-65 jaar (protestgeneratie)<br />

9% > 65 jaar (vooroorlogse generatie)<br />

2) Bent u een man of een vrouw?<br />

77% man<br />

23% vrouw<br />

3) Bent u al lang lid van de <strong>ChristenUnie</strong> of haar voorgangers?<br />

11% < 5 jaar<br />

19% 5 tot 10 jaar<br />

28% 10 tot 20 jaar<br />

42% > 20 jaar<br />

4) Van welke partij was u eerder lid?<br />

33% GPV<br />

41% RPF<br />

24% Geen<br />

3% Andere partij, nl CDA (5x), SGP (2x), EVP (1x), ARP (1x)<br />

5) Kunt u van de onderstaande stellingen aangeven in hoeverre u het er mee eens bent?<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 103 8 september 2009


Over de lokale kiesvereniging:<br />

1. Ik ben erg tevreden over het functioneren van mijn eigen kiesvereniging.<br />

5% absoluut mee eens<br />

45% mee eens<br />

16% neutraal / weet niet<br />

28% niet mee eens<br />

6% absoluut niet mee eens<br />

2. Mijn vereniging heeft een actief en kundig bestuur.<br />

5% absoluut mee eens<br />

49% mee eens<br />

21% neutraal / weet niet<br />

21% niet mee eens<br />

5% absoluut niet mee eens<br />

3. Mijn vereniging heeft voldoende bestuursleden.<br />

6% absoluut mee eens<br />

34% mee eens<br />

9% neutraal / weet niet<br />

38% niet mee eens<br />

13% absoluut niet mee eens<br />

4. Mijn vereniging vergadert minstens twee keer per jaar.<br />

23% absoluut mee eens<br />

49% mee eens<br />

3% neutraal / weet niet<br />

21% niet mee eens<br />

4% absoluut niet mee eens<br />

5. Ik verwacht dat het steeds moeilijker zal worden om geschikte bestuursleden te vinden.<br />

26% absoluut mee eens<br />

51% mee eens<br />

13% neutraal / weet niet<br />

10% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

6. In mijn vereniging is het geen probleem om goede mensen te vinden voor een<br />

programma- en selectiecommissie.<br />

4% absoluut mee eens<br />

31% mee eens<br />

17% neutraal / weet niet<br />

35% niet mee eens<br />

12% absoluut niet mee eens<br />

7. In mijn vereniging bereidt het bestuur zich goed voor op de discussies over thema’s op het<br />

Uniecongres.<br />

1% absoluut mee eens<br />

22% mee eens<br />

29% neutraal / weet niet<br />

35% niet mee eens<br />

13% absoluut niet mee eens<br />

8. In mijn vereniging betrekt het bestuur de leden bij de voorbereiding van het Uniecongres.<br />

1% absoluut mee eens<br />

13% mee eens<br />

18% neutraal / weet niet<br />

47% niet mee eens<br />

22% absoluut niet mee eens<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 104 8 september 2009


Over de Provinciale Unie:<br />

9. De Provinciale Unie is het samenwerkingsverband van de plaatselijke verenigingen.<br />

7% absoluut mee eens<br />

37% mee eens<br />

28% neutraal / weet niet<br />

22% niet mee eens<br />

7% absoluut niet mee eens<br />

10. Ik weet goed welke taken de Provinciale Unie heeft.<br />

8% absoluut mee eens<br />

36% mee eens<br />

23% neutraal / weet niet<br />

27% niet mee eens<br />

5% absoluut niet mee eens<br />

11. Ik ben erg tevreden over het functioneren van het Provinciale Uniebestuur.<br />

3% absoluut mee eens<br />

22% mee eens<br />

56% neutraal / weet niet<br />

17% niet mee eens<br />

3% absoluut niet mee eens<br />

12. Het Provinciale Uniebestuur bevordert de samenhang tussen de lokale verenigingen.<br />

2% absoluut mee eens<br />

21% mee eens<br />

35% neutraal / weet niet<br />

33% niet mee eens<br />

9% absoluut niet mee eens<br />

13. Ik weet welke taken en bevoegdheden het Unieconvent (de vergadering van de provinciale<br />

voorzitters) heeft.<br />

4% absoluut mee eens<br />

15% mee eens<br />

29% neutraal / weet niet<br />

39% niet mee eens<br />

13% absoluut niet mee eens<br />

14. Eén van de bevoegdheden van het Unieconvent is dat zij de kandidatenlijst voor de Eerste<br />

Kamer vaststelt. Ik vind dat niet het Unieconvent, maar het Uniecongres de bevoegdheid<br />

moet krijgen om de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer vast te stellen.<br />

11% absoluut mee eens<br />

35% mee eens<br />

28% neutraal / weet niet<br />

21% niet mee eens<br />

5% absoluut niet mee eens<br />

15. Ik vind dat niet het Unieconvent, maar het Ledencongres de bevoegdheid moet krijgen<br />

om de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer vast te stellen.<br />

7% absoluut mee eens<br />

27% mee eens<br />

25% neutraal / weet niet<br />

34% niet mee eens<br />

7% absoluut niet mee eens<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 105 8 september 2009


16. In mijn Provinciale Unie is het geen probleem om voldoende mensen te vinden voor een<br />

programma- en selectiecommissie.<br />

1% absoluut mee eens<br />

8% mee eens<br />

68% neutraal / weet niet<br />

19% niet mee eens<br />

4% absoluut niet mee eens<br />

Over de verenigingsstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong>:<br />

17. Ik vind dat de huidige verenigingsstructuren goed functioneren.<br />

3% absoluut mee eens<br />

52% mee eens<br />

25% neutraal / weet niet<br />

19% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

18. Ik vind dat de huidige verenigingsstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> om te veel menskracht<br />

vraagt.<br />

2% absoluut mee eens<br />

24% mee eens<br />

34% neutraal / weet niet<br />

37% niet mee eens<br />

2% absoluut niet mee eens<br />

19. Ik vind de lokale autonomie van de verenigingen belangrijk, want deze benadrukt de<br />

verscheidenheid binnen de partij.<br />

17% absoluut mee eens<br />

57% mee eens<br />

11% neutraal / weet niet<br />

14% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

20. Ik vind dat de huidige verenigingsstructuur ons soms belemmert om snel op de<br />

maatschappelijke actualiteiten en veranderingen in te spelen.<br />

2% absoluut mee eens<br />

18% mee eens<br />

26% neutraal / weet niet<br />

50% niet mee eens<br />

5% absoluut niet mee eens<br />

21. Doordat alle kiesverenigingen hun eigen statuten en inschrijving moeten hebben, is een<br />

starre organisatie ontstaan die ons veel geld en energie kost.<br />

6% absoluut mee eens<br />

51% mee eens<br />

25% neutraal / weet niet<br />

17% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

22. Ik vind de huidige verenigingsstructuur iets waar goed over is nagedacht en wat je niet<br />

zomaar moet veranderen.<br />

3% absoluut mee eens<br />

20% mee eens<br />

33% neutraal / weet niet<br />

39% niet mee eens<br />

5% absoluut niet mee eens<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 106 8 september 2009


23. Ik vind dat de leden meer directe invloed moeten hebben. Belangrijke onderwerpen<br />

moeten op het Ledencongres worden besproken in plaats van op het Uniecongres.<br />

3% absoluut mee eens<br />

40% mee eens<br />

21% neutraal / weet niet<br />

32% niet mee eens<br />

4% absoluut niet mee eens<br />

24. De huidige partijstructuur is toekomstvast.<br />

2% absoluut mee eens<br />

35% mee eens<br />

40% neutraal / weet niet<br />

21% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

25. Van mij mag de <strong>ChristenUnie</strong> veranderen van een partij met losse verenigingen die<br />

samenwerken in een Unie, naar een ledenpartij waarbij iedereen lid is van dezelfde<br />

vereniging.<br />

7% absoluut mee eens<br />

33% mee eens<br />

24% neutraal / weet niet<br />

30% niet mee eens<br />

6% absoluut niet mee eens<br />

26. Ik weet wat de taken van het Landelijk Bestuur zijn.<br />

4% absoluut mee eens<br />

60% mee eens<br />

27% neutraal / weet niet<br />

8% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

27. Ik ben erg tevreden over het functioneren van het Landelijk Bestuur.<br />

3% absoluut mee eens<br />

57% mee eens<br />

35% neutraal / weet niet<br />

5% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

28. Het Landelijk Bestuur bemoeit zich te weinig met de regio.<br />

4% absoluut mee eens<br />

33% mee eens<br />

40% neutraal / weet niet<br />

21% niet mee eens<br />

2% absoluut niet mee eens<br />

29. Het Landelijk Bestuur zou zich moeten laten adviseren door een gekozen brede partijraad,<br />

zoals dat in andere partijen ook het geval is.<br />

5% absoluut mee eens<br />

38% mee eens<br />

40% neutraal / weet niet<br />

15% niet mee eens<br />

2% absoluut niet mee eens<br />

30. Ik zou over dit onderwerp graag nog het volgende willen meegeven:<br />

1. Een advies verbondsraad is niet verkeerd, maar moet wel representatief zijn. Bij losse leden is er niet meer te<br />

vergaderen en te besturen, dat worden Poolse landdagen, of een klein hoopje mensen moeten alles doen.<br />

2. KV's vertegenwoordigen hun eigen leden onvoldoende. Daarmee heeft een enkelvoudig lid weinig in te brengen<br />

en zou je net zo goed geen lid van de <strong>ChristenUnie</strong> hoeven te zijn, als je denkt daarmee invloed te krijgen. PU's<br />

maken hun taken echt te weinig waar.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 107 8 september 2009


3. Landelijk Bestuur moet zich niet bemoeien met plaatselijke vormen van samenwerking met de SGP. Respecteer<br />

lokale afwegingen.<br />

4. Wanneer je leden meer invloed wilt geven (dat hoeft helemaal niet verkeerd te zijn hoor), is het wel van belang<br />

dat je 'toegangseisen' stelt. Ik weet eigenlijk niet of je bij het lid worden iets moet ondertekenen, vergeten! Je zult<br />

op de een of andere manier moeten borgen dat het gedachtegoed gegarandeerd blijft.<br />

5. Het is erg gemakkelijk om de huidige structuur weg te zetten als gedateerd en passé. We moeten ons realiseren dat<br />

voor het GPV de "hoogkerkelijke" structuur van zelfstandige verenigingen zijn historie kent. Ook de huidige<br />

structuur van de CU sluit daarop aan. Voor de toekomst schieten we met deze structuur ernstig tekort. In mijn<br />

dorp (ik zit zelf in de gemeenteraad) is er niet of nauwelijks enige activiteit te bespeuren van het plaatselijk<br />

bestuur en de vereniging. Mijn taxatie is dat breder het geval is. Dat werkt niet erg motiverend voor de mensen die<br />

in raden en colleges het politieke handwerk verrichten. Ik heb niet het passende antwoord op deze ontwikkeling<br />

maar wil de partij mee in de toekomst dan is een degelijke relatie met de achterban belangrijk. Ik vind een breed<br />

gekozen partijraad nog niet zo'n gek idee. Je zult er wel voor moeten zorgen dat hier de relevante "partijen" aan<br />

het woord komen én de partijraad moet echt invloed hebben. We kunnen niet volstaan met een adviesclub waarna<br />

de "top" anders besluit.<br />

6. Het LB tracht in elk geval met de statenfractie goed contact te onderhouden. De inspanning van de bestuurscontactpersoon<br />

wordt zeer gewaardeerd. Het LB is overigens behoorlijk onzichtbaar, terwijl vanuit dit gremium<br />

leiding zou moeten uitgaan. Er ligt ongetwijfeld een relatie tot het vrijwillige karakter van de bestuursfuncties. Te<br />

overwegen zou zijn de landelijk voorzitter een paar dagen per week te honoreren voor die functie.<br />

7. Op maatschappelijke ontwikkelingen kun je direct reageren naar de kamer. De provinciale status is onduidelijk<br />

wat haar functie betreft in het geheel van de organisatie. Ze zou zich meer moeten profileren tussen landelijke<br />

unie en kiesverenigingen. Het is belangrijk dat de plaatselijke kiesverenigingen blijven bestaan: dicht bij de klant.<br />

Bij een landelijke vereniging is het al snel: "' ver van mijn bed". Het ledencongres heeft wel een belangrijke<br />

functie om landelijke thema's door te spreken.<br />

8. De Provinciale Unie heeft weinig toegevoegde waarde (kijk hier eens kritisch naar)<br />

9. Als oud-bestuurslid, fractielid gemeenteraad, DB.-lid provinciale unie, lid unieconvent en waterschapbestuurder<br />

voor de CU voel ik mij verbonden met deze partij. Maar moet helaas vaststellen dat er een aantal onderdelen<br />

zoals de plaatselijke vereniging minder goed functioneren, daarnaast moet er veel moeite worden gedaan om<br />

nieuwe en jonge bestuursleden te vinden voor alle geledingen. Het Unieconvent is ook op zoek naar een steviger<br />

invulling van haar taken. Eén van haar taken zou een deelname kunnen zijn aan een partijraad analoog aan de<br />

Centrale Verbondsraad van het GPV. Voor de waterschappen moet er ook vorm gekozen worden die aansluit bij<br />

één van de organisatievormen van de C.U. De provinciale Unie kan moeilijk leiding geven aan waterschappen die<br />

soms meer dan 3 provinciegrenzen overschrijden. Bovendien krijgen dan lokale afdelingen te maken met een voor<br />

hen vreemde figuur dat het P.U.bestuur van Gelderland enige zeggenschap heeft in Zuid-Holland-Noord-Brabant<br />

en Utrecht. De ervaring heeft geleerd dat dit fricties oproept<br />

10. Komend uit de voormalige Christelijk Historische Unie die voortreffelijk heeft gefunctioneerd, ook toen zij<br />

regelmatig regeringsverantwoordelijkheid droeg, zie ik geen enkele reden om te veranderen naar een starre<br />

politieke vereniging. Waarom andere partijen nadoen ?<br />

11. Ik heb het gevoel, dat onze organisatie wat te breed is opgezet. Een wat plattere organisatie, waarin sneller kan<br />

worden gereageerd op politieke- en maatschappelijke ontwikkelingen zou adequater hierop kunnen inspelen.<br />

Misschien moet je bekijken of het Uniecongres en het Ledencongres samengevoegd kunnen worden.<br />

12. De <strong>ChristenUnie</strong> heeft een fundament en een daarop gebaseerde boodschap, nieuwe leden, nieuwe kiezers zijn<br />

van harte welkom op die basis en niet om de partij van binnenuit aan te passen aan de (post)moderniteit.<br />

13. We hebben een grote kiesvereniging (ca 300 leden) echter lage motivatie graad. (veelgehoorde reactie: we betalen<br />

contributie dat is toch voldoende?) Persoonlijke benadering van leden voor taken en activiteiten lukt nog goed.<br />

Spontane opgave door leden voor activiteiten en/of bestuurs-/fractie taken ontbreekt. Onze ledenvergaderingen<br />

hebben een opkomstpercentage van 6%. Belangrijke factoren als motivatie en betrokkenheid lijken te ontbreken.<br />

Respons op een gericht onderzoek naar deze factoren leverde 1 reactie op. Hoe geïnteresseerd zijn onze leden in<br />

de politiek? Hoe bewust is hun keus voor de partij waarvan zij lid zijn? Op welke wijze kan een wijziging in de<br />

organisatiestructuur c.q. aanpassing van (bestuurs-/partij functies) bijdragen aan motivatie en betrokkenheid van<br />

haar leden? Immers de getuigenissen van gemotiveerde leden leveren meer rendement op dan een advertentie in<br />

een landelijk dagblad of een spotje op TV. Dit even ter aanvulling........<br />

14. Vertrouw op God! laat de Bijbel spreken wat goed is voor het volk. Wordt geen CDA in de toekomst. Verder wil<br />

ik je de vrede en liefde van Christus toe bidden.<br />

15. De uitkomst kan gekleurd zijn. Het is moeilijk mensen te vinden die politiek actief willen zijn/worden. Degene<br />

die op zijn plek zit doet volgens mij zijn taak wel goed, maar we weten dat van elkaar niet . Wat doet provinciaal?<br />

Wat op Uniecongres? Je bent druk genoeg met je eigen toko. Dus uit onwetendheid kan ik de enquête slecht<br />

invullen en mogelijk beeld negatief kleuren.<br />

16. Over dit onderwerp moeten we nadenken in het licht van de landelijke discussie over de functie van politieke<br />

partijen.<br />

17. Gooi geen 'oude' schoenen (die nog goed lopen) weg voor je nieuwe hebt (juiste maat, kleur, kwaliteit, prijs).<br />

18. Het is als overal: de top heeft geen idee wat er beneden leeft. Ook de fractie in de Tweede Kamer laat veel te<br />

weinig zien waar zij voor staat. Heel jammer. Wie kool en geit spaart komt dus nergens.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 108 8 september 2009


19. Binnen evangelische kringen is niet zo'n vergadercultuur. Het blijkt toch moeilijk om te binnen een bestuur vast te<br />

houden. Mocht de structuur veranderen dan lijkt me dit een aandachtspunt.<br />

20. Betrokkenheid van de leden is essentieel. Die vergroot je niet door het veranderen van structuren. Als KV hebben<br />

we al veel geprobeerd om de halfjaarlijkse ledenvergaderingen aantrekkelijker te maken, bijv externe spreker,<br />

vergaderen bij een bedrijf in combinatie met. een bedrijfspresentatie. Toch zijn we altijd blij als er 10% van de<br />

leden opkomt (dat is dan incl. bestuur, fractie en wethouder. De fractie is er sterk op gericht via een digitale<br />

nieuwsbrief de leden over haar doen en laten te informeren en soms meningen te peilen. De website van de lokale<br />

Unie die voornamelijk door de fractie wordt gevuld, wordt wel veelvuldig bekeken. In juni jl voor het eerst meer<br />

dan 1000 "hits". Dus gebrek aan interesse kan wat worden opgevangen respectievelijk vergroot via internet en<br />

email.<br />

21. De lokale verenigingen zijn het hoogste orgaan dat de <strong>ChristenUnie</strong> kent. Landelijk zou dat veel meer uit de verf<br />

moeten komen. Niet het Uniebestuur is de baas maar het Uniecongres. Het blijkt dat de bezoekers van het<br />

ledencongres dezelfde zijn als die welke toegang tot het uniecongres hebben. Als de lokale verenigingen goed<br />

functioneren wordt een veel groter aantal leden bereikt dan welke je met een ledencongres bereikt. Lokale<br />

besturen moeten veel meer zaken op projectmatige basis aan leden uitbesteden. Het aantal professionele<br />

hulpmiddelen dat een lokaal bestuur toegestuurd krijgt om in te zetten bij het interesseren van leden is te weinig.<br />

22. Meer 'wij-cultuur' creëren.<br />

23. Op dit moment is de landelijke partij erg op Den Haag en op het midden van het land geconcentreerd. Er is weinig<br />

aandacht voor de regio's. Terwijl de <strong>ChristenUnie</strong> met name sterk in de regio's vertegenwoordigd is. Dit levert in<br />

toenemende mate onvrede en gemopper op, ook bij lokale politici. Zij krijgen steeds meer het gevoel dat de<br />

landelijke partij verder van hun af komt te staan. Hier zou iets op bedacht moeten worden.<br />

24. Wil men de huidige structuur behouden, dan zal gedacht kunnen worden om enthousiasmerende<br />

regiocoördinatoren aan te stellen die de besturen van plaatselijke vereniging "nieuw leven" in kunnen blazen.<br />

Soms aan de hand mee nemen om vaardigheden bij te brengen van het leren beleggen van aantrekkelijke<br />

bijeenkomsten.<br />

25. Het Wetenschappelijk Bureau en de bestuurdersvereniging adviseren het Landelijk Bestuur. Dat is voldoende.<br />

26. Met dit onderwerp heb ik grote moeite. Met het stellen van vragen om te bezien hoe het lokale bestuur kan<br />

worden versterkt, heb ik geen problemen. Ook ik maak me zorgen of we nog wel voldoende kader houden. Deze<br />

vragenlijst en zeker de toelichting stuurt een bepaalde richting uit. Ik geloof niet dat de oplossing zit in meer<br />

invloed van leden of meer centralisatie. De kern van de <strong>ChristenUnie</strong> bestaat juist uit de lokale verenigingen. Zij<br />

bewaken ook de identiteit en niet de kiezers die zich nu ineens aangesproken voelen door de <strong>ChristenUnie</strong>. De<br />

lokale besturen zouden voor hen het eerste aanspreekpunt moeten zijn en niet een landelijk bureau op afstand. Dat<br />

er door sympathiserende buitenstaanders anders naar ons wordt gekeken en we vaker in coalities zitten, is voor<br />

mij geen reden om de partijstructuur te veranderen. Zitten we wel te wachten op nieuwe leden met andere<br />

opvattingen? Het lijkt meer om macht en invloed te gaan en minder om inhoud en identiteit.<br />

27. Naar aanleiding van deze enquête vraag ik mij inderdaad af wat de rol van het Provinciaal bestuur is. Dit is<br />

natuurlijk niet goed. Ik begrijp wel dat zij de rol heeft om goede kandidaten te vinden voor het Provinciaal bestuur<br />

en te zorgen dat zij haar rol op een discrete en correcte manier uitvoert. Naar aanleiding van de enquête wil ik<br />

graag opmerken dat er soms in één vraagstelling twee antwoorden schuilen. Bijvoorbeeld: mijn vereniging heeft<br />

een actief en kundig bestuur. Ik sta natuurlijk wel volledig achter de punten van de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

28. De kosten van individuele inschrijving en de bureaucratische rompslomp bij KvK is lastig en duur. Vinden van<br />

juiste bestuursleden staat wel los van structuur want aantal zaken moet je blijven regelen. We kunnen de grootste<br />

winst maken in goede aansluiting van bestuurslagen en betrouwbaar en slagvaardig partijbureau. Als we voor een<br />

actie gaan dan moet dat ook van Tweede Kamer tot raadslid weggezet kunnen worden.<br />

29. Voordat je gaat veranderen is het goed na te denken over hetgeen je weggooit. En belangrijk is wat de oorzaak is<br />

van het minder goed functioneren. Als je actief bent (Ik ben raadslid) ervaar je zaken anders, dan wanneer je aan<br />

de kant staat en politiek niet zo betrokken bent. We zien een generatie opgroeien, die politiek minder betrokken is<br />

en ook binnen de kring van de CU wordt er steeds vaker geschopt. De vraag is of dat op te lossen is met een<br />

andere structuur. Dus niets tegen veranderingen, maar of dit het juiste antwoord is op de vragen die jij je stelt? Ik<br />

weet het niet.<br />

30. Het zou m.i. zeer wenselijk zijn wanneer men binnen de partij fundamenteel zou gaan nadenken over een<br />

structuur die "future proof " is. De algehele achteruitgang van het ledenaantal van politieke partijen zal ook de CU<br />

niet voorbij gaan en alleen daarom zal het ook steeds moeilijker worden om voldoende (bekwame) bestuurders te<br />

vinden om een werkelijke keuze te maken. We moeten zorgen dat we op dit punt niet door de praktijk worden<br />

ingehaald. Een commissie van wijze mannen uit de verschillende geledingen om dit onderwerp op te pakken zou<br />

ik toejuichen.<br />

31. Ik ervaar als lokale politicus een heel grote afstand tussen partijbureau/landelijke politiek<br />

32. Provinciale en Waterschapsverkiezingscampagnes worden slecht georganiseerd<br />

33. Wanneer je overweegt om de plaatselijke kiesverenigingen op te heffen dan loop je wel het risico dat je ook de<br />

binding met de plaatselijke CU kiezers gaat verliezen. De politiek komt dan weer verder van de burger te staan. Ik<br />

ervaar het nu al dat het niet vanzelfsprekend is dat onze trouwe aanhangers ons (CU) trouw blijven.<br />

34. De macht en het misbruik van macht van enkelingen in het bestuur maakt de lokale <strong>ChristenUnie</strong> tot een kille<br />

club! Het zelf benoemen en blijven zitten terwijl termijn verstreken is, is onrecht naar de leden. Raadsfractie<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 109 8 september 2009


wordt voortdurend geminacht en vernederd door het optreden van enkelingen van het bestuur. Landelijke<br />

maatregelen nodig om deze excessen te voorkomen. <strong>ChristenUnie</strong> moet ook geloofwaardig binnen onze partij<br />

zijn! De voorzitter van onze lokale <strong>ChristenUnie</strong> is incompetent en heeft altijd een eigen agenda.<br />

35. Van belang is dat de <strong>ChristenUnie</strong> geen 'bobo' cultuur ontwikkeld, zoals bij andere partijen het geval is. Nu valt<br />

op bijeenkomsten de grote saamhorigheid en gelijkwaardigheid op en dat is iets om te koesteren. Sommige<br />

contacten kunnen heel laagdrempelig gelegd worden (website, kaderschool, provincie), sommige leveren soms<br />

niets op (tweede kamerfractie, landelijk bureau) Kies voor eenvoud, zonder al te veel lagen, wat past het beste bij<br />

ons profiel en onze boodschap en waarmee is de samenleving het meest gediend. Wat is het doel van de structuur:<br />

partij goed organiseren of zoveel mogelijk leden trekken dan wel betrekken of macht verdelen? Als doel duidelijk<br />

is kan de passende structuur gevonden worden.<br />

36. Doordat onze vereniging voornamelijk uit leden uit een verpleeg/verzorginghuis bestaat is de vereniging bijna<br />

slapende. Ondanks dat een raadslid in de plaatselijke gemeenteraad<br />

37. Na de verkiezingen van 2010 de aanbevelingen/opmerkingen uit deze enquête meenemen om het besturen in de<br />

toekomst een juiste impuls te geven. Zodat de <strong>ChristenUnie</strong> de toekomst goed in gaat.<br />

38. Werken aan een meer efficiënte en effectieve partijstructuur met kortere lijnen en geen dubbele (bestuurs)lagen.<br />

Ontwerp van en werken met zo veel mogelijk protocollen voor bespreking van thema's en bestuursvergaderingen.<br />

39. Hoe je ook structureert, eindeloze debatstructuren zijn wat mij betreft niet aan de <strong>ChristenUnie</strong> besteed. Een breed<br />

gedragen statuut, goede programma's, e.d. dát zijn de peilers waarop een <strong>ChristenUnie</strong> moet staan. De dagelijkse<br />

invulling is dan aan de vertegenwoordigers in raden, staten, en Tweede Kamer. Zeg dus maar een soort duaal<br />

stelsel. Verantwoording achteraf.<br />

40. Ondanks de grote verschillen in de achterban toch proberen om als eenheid naar buiten toe te treden, veel respect<br />

voor elkaar, maar niet bang zijn om voor onze eigen identiteit uit te komen als het gaat om standpunten van bijv.<br />

de SGP. Ik ben heel blij, dat we in deze tijd wel mee mogen praten en dat is bij de SGP niet de bedoeling.<br />

41. Er zou een maximale zittingsduur moeten worden vastgesteld. In sommige kiesverenigingen krijgt een nieuwe<br />

garde geen kans c.q. voelt zich niet aangetrokken tot de <strong>ChristenUnie</strong> omdat er een vaste, verouderende groep<br />

mensen zit die vast in het zadel zit maar zich niets aantrekt van wat er om hen heen verandert/gaande is. Dit is in<br />

sommige plaatsen echt de dood in de pot, en vermindert sterk de aantrekkingskracht van onze partij.<br />

42. De betrokkenheid van leden is minimaal Besturen doen alles eraan om iets te organiseren, maar de leden laten het<br />

vaak afweten ook in verkiezingstijd Als lid mag toch enige betrokkenheid verwacht worden Mis een beetje de<br />

betrokkenheid uit GPV/RPF tijden Er was betrokkenheid vanuit Christelijk oogpunt Ook al was je niet altijd<br />

politiek actief men ondersteunde zijn partij We zijn geen vrijblijvende hobbyclub maar hebben een bijbelse<br />

politieke boodschap te brengen! Leden bewust maken dus dat we ook vanuit onze christelijke opdracht ook een<br />

politieke opdracht hebben Onze politici verdienen het om meer ondersteuning vanuit de achterban Hoe krijgen<br />

we leden weer actief voor bestuursfuncties, promotieactiviteiten enz. Maak me een beetje zorgen over de jongere<br />

generatie die moeilijk te bewegen is lid te worden van de CU of überhaupt iets te doen voor de CU ( de goede niet<br />

te na gesproken) het werk moet wel weer door de jongere generatie over genomen worden Toegegeven we zijn<br />

allemaal druk maar we moeten wel prioriteiten stellen Christelijke politiek is belangrijk en jammer dat zoveel<br />

lokale unies een sluimerend bestaan leiden.<br />

43. We moeten zorgen dat er een eenheid uitstraalt vanuit de partij. Dit is nu niet het geval.<br />

44. Er is een groot gebrek aan communicatie binnen de partij. Allerlei (ook ingrijpende) besluiten worden genomen,<br />

zonder dat de leden daarvan op de hoogte zijn of worden geïnformeerd. Die informatie komt (soms) pas achteraf,<br />

maar het komt ook steeds vaker voor dat er helemaal niet gecommuniceerd wordt en je als lid nieuws in de krant<br />

moet lezen. Ik vind dat een zeer kwalijke zaak en het begint er voor te zorgen dat ik me als lid steeds minder thuis<br />

voel binnen de CU. Zelf ben ik lid van een Provinciale Unie, maar zelfs via die lijn komt nauwelijks nieuws<br />

binnen. Ik heb de indruk dat de organisatie binnen de partij daar (voor een deel) debet aan is. Een ander deel komt<br />

mijns inziens door de houding binnen het Partijbureau. Die zou zich meer op de leden moeten richten, die de<br />

partij toch vormen!<br />

45. Het is vaak niet zo zeer het manco van de vereniging als wel het ontbreken van belangstelling bij de leden. In<br />

onze plaats hebben we ruim 300 leden. Op de laatst gehouden ledenvergadering waren er zo'n 30 leden<br />

opgekomen.<br />

46. Nog ter verduidelijking: hoewel hier plaatselijk de vereniging niet goed functioneert, we kunnen moeilijk<br />

bestuursleden vinden (al tien jaar de zelfde bestuursleden) vind ik de verenigingsstructuur op zich wel goed.<br />

47. Onderling vertrouwen is belangrijk: korte lijnen. Goede informatie over te volgen procedures bij verkiezingen en<br />

coalitieonderhandelingen.<br />

48. Ik vind het jammer dat er zowel in 2006 bij de gemeenteraadsverkiezingen als daarna de CU landelijk de KV-en<br />

die willen samenwerken met de SGP (en dat succesvol doen) niet actief ondersteunen en begeleiden. Het komt op<br />

mij over als "zoek het zelf maar uit en als het misgaat, pech!". Dat heeft mij als fractievoorzitter doen besluiten<br />

mij niet meer actief te bemoeien met de landelijke partij. Ik heb er genoeg van, ik investeer niet meer. De Tweede<br />

Kamer fractie, met name indertijd Andre Rouvoet (ook in 2007 vlak na zijn benoeming tot minister) en de heer<br />

Pot heb ik voor een ingewikkelde zaak van een burger een aantal keren benaderd. Ondanks herhaalde pogingen<br />

nooit meer wat gehoord. P.S. Dat geldt niet voor de andere Tweede Kamerleden.<br />

49. De positie van het Unieconvent moet sterker verankerd worden.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 110 8 september 2009


50. Zo heel erg autonoom zijn de huidige verenigingen nu ook weer niet. Leden kunnen buiten de vereniging om lid<br />

worden en blijven onzichtbaar voor de lokale verenigingen. Contributie wordt centraal geïnd, en statuten zijn<br />

landelijk voorgeschreven. Het gebrek aan bestuursleden is geen specifiek politiek of <strong>ChristenUnie</strong> probleem. De<br />

sport-, oranje-, bijbelstudieverenigingen en kerkenraden etc zitten hier ook mee. Een structuur verandering in de<br />

partij zal niet meer vrijwilligers opleveren. Eerder minder. Probeer ook via HandSchrift e.d. aan een<br />

mentaliteitsverandering te werken.<br />

51. Het Landelijk Bestuur zou zich moeten beraden over wat de grondslag van de partij is: persoonlijk ben ik van<br />

mening dat de grondslag moet worden gebaseerd op wat er in de Bijbel staat, namelijk dat je moet geloven in<br />

Jezus Christus als de Zoon van God en dat Hij voor je zonden gestorven is. Alles wat we er meer van maken vind<br />

ik niet goed (drie formulieren van enigheid e.d.). Dat zijn naar mijn idee allemaal menselijke constructies die<br />

minder goed werken.<br />

52. In de toelichting wordt zowel over leden als over kiezers gesproken. In de vraagstelling kwam dit niet uit de verf.<br />

Houd het onderscheid tussen leden en kiezers scherp.<br />

53. De organisatiestructuur is een belangrijk item om eens goed tegen het licht te houden. De betrokkenheid bij de<br />

landelijke CU-dagen, vooral Uniecongres (grijze-oude-mannendag), is niet meer van deze tijd: dit moeten we niet<br />

meer willen!!! Meer veranderen richting 'inspiratiedag'. NB: niet zomaar het bestaande netwerk van plaatselijke<br />

werkgroepen opgeven!! Het is voor mij de vraag of de mensen die plaatselijk actief zijn in CU-besturen (veel<br />

grijze heteromannen) wel een goede afspiegeling zijn voor inhoudelijke politieke besluitvorming. Zegen en<br />

wijsheid toegewenst.<br />

54. Het is denk ik goed om over een aantal thema's verder door te denken! Wellicht in regioverband.<br />

55. Bij vraag 29: dit zou voordelen kunnen hebben, maar vergt wel weer een hele organisatie en dus is de vraag of dit<br />

wel realiseerbaar is.<br />

56. Over de enquête zelf: Lastig als neutraal en weet niet onder dezelfde noemer vallen. Zijn twee totaal verschillende<br />

gedachtes. T.a.v. Het werk van het Provinciaal Bestuur zou in Handschrift eens goed moeten worden uitgelegd.<br />

Veel leden weten amper dat het bestaat en al helemaal niet wat de taken van het bestuursorgaan zijn. T.a.v.<br />

Landelijk Bestuur. Weten alle lokale unies dat leden van het Landelijk Bestuur aan regio's zijn gekoppeld? M.i. is<br />

ook het werk van LB nogal onbekend.<br />

57. Ik juich het toe als de partijstructuur doorzichtiger wordt; al die geledingen -welke al dateren uit de tijd van het<br />

GPV- zijn niet meer van deze tijd. Al die vergaderingen kosten veel tijd en daarvoor krijg geen bestuurders meer<br />

terwijl ook de leden wegblijven. Ik ben zelf al jaren voorzitter van een Kiesvereniging. Het uitschrijven van een<br />

ledenvergadering levert buiten het verkiezingsjaar nauwelijks respons op van de leden. Alleen als er een landelijk<br />

kopstuk wordt uitgenodigd willen de leden nog wel komen!<br />

58. Van bovenaf gedicteerd worden is niet mijn ideaal.<br />

59. Kom met visie getoetst aan de praktijk van vandaag. Niet structuren in tact laten omdat 'we het altijd zo gedaan<br />

hebben', maar kijken naar wat het beste is voor de <strong>ChristenUnie</strong> en haar leden nu en in de toekomst!<br />

60. Er zijn nogal wat tendentieuze vragen, waarbij de mening van de enquêteur in de vraag ligt opgesloten. Verder<br />

vraag ik me af of het gemiddelde CU-lid een goed oordeel kan geven over het functioneren van de partijstructuur,<br />

waardoor het mi niet zo kan zijn dat "de-meeste-stemmen-gelden". Een goede analyse van de beantwoording is<br />

daardoor zeker noodzakelijk.<br />

61. De Perspectiefleden staan los van de kiesvereniging. Mogelijk kunnen die ook daarbij gevoegd worden.<br />

62. Na een periode van overgang van de diverse partijen is het nu de tijd om over te gaan naar een partij<br />

<strong>ChristenUnie</strong>. En af te stappen van diverse groepen binnen de <strong>ChristenUnie</strong>. Dit werkt alleen vertragend in de<br />

besluitvorming. Het kind is nu volwassen en daar moeten we nu naar handelen.<br />

63. Het is goed dat de Unie van onderop (verenigingen en leden) wordt georganiseerd en geen partij wordt met een<br />

paar beslissers (hoofdbestuur).<br />

64. Het is goed om erover na te denken of de huidige structuur verbeterd kan worden. De structuur van andere<br />

partijen kan hierin worden meegenomen.<br />

65. Ben zelf lokaal bestuurslid, en er wordt nu nog gedacht in de termen van die was GPV en die was RPF ,en dat<br />

blokkeert toch een gedeelte van de besluitvorming en daadkracht.<br />

66. Zoals uit de beantwoording blijkt, heb ik weinig zicht en kennis van de partij. Tot 20 jaar geleden was dit anders,<br />

maar door verhuizing ben ik eerst 14 jaar weinig actief geweest en richt ik me de laatste 6 jaar op het raadswerk,<br />

een prachtige opgave.<br />

67. De suggestie dat aparte verenigingen meer tijd kosten is opportuun. Ik denk dat lokale verenigingen het mogelijk<br />

maken, dat lokale besturen hun leden kennen en daardoor ook een potentieel aan bestuurskracht bereikt wordt, dat<br />

anders niet in beeld zou komen.<br />

68. Méér rechtstreekse invloed van Kiesverenigingen, dus van de leden.<br />

69. Houden zo!<br />

70. Er is op alle niveaus, lokaal, provinciaal en landelijk te weinig inhoudelijke discussie over alle politieke<br />

onderwerpen. Wat zou een legitiem standpunt van de <strong>ChristenUnie</strong> kunnen zijn en moeten zijn en waarom. Vele<br />

leden weten dat niet.<br />

71. Het landelijk bestuur zou wellicht een nog betere of directere communicatie en informatie kunnen toepassen<br />

richting leden (of in ieder geval bestuursleden) over zeer belangrijke zaken die besproken of besloten worden<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 111 8 september 2009


tussen congressen in. Bijvoorbeeld over de keuze om op Europees niveau gescheiden van SGP verder te gaan (of<br />

om de SGP zijn eigen weg te laten kiezen). Communicatie hierover is er wel geweest, maar dan achteraf.<br />

72. Wanneer ik tegenstrijdige antwoorden heb gegeven over de huidige partijstructuur, en de toekomstvastheid<br />

daarvan, wil ik daarmee zeggen dat het wat mij betreft nu goed werkt, maar dat het altijd goed is om te kijken of<br />

wij ons kunnen ontwikkelen en verbeteren!<br />

73. Ik vind dat sommige kamerleden soms uitspraken doen die niet de goedkeuring wegdragen van de achterban en<br />

dus schade aanrichten aan de partij. Wanneer ze toch een bepaalde visie willen uitdragen moeten ze deze op zijn<br />

minst met de andere kamerleden bespreken en het liefst met de achterban.<br />

74. Meer directe democratie in de partij lijkt mooi, vanwege de directe betrokkenheid van de leden. En wellicht een<br />

oplossing voor de geringe belangstelling voor de plaatselijke vereniging. Echter, invloed via de kiesverenigingen<br />

zorgt ervoor dat de inbreng op congressen op z'n minst met een aantal mensen besproken is en de kans op<br />

afgewogen inbreng groter is. En bovendien, als leden betrokken willen zijn dan kan dat altijd door lid van een<br />

plaatselijke vereniging te worden. Wanneer er en laag leden alleen rond de landelijke besluitvorming zou zijn, dan<br />

is er ook minder potentieel en aantrekkingskracht voor politiek bedrijven en organiseren op het lokale vlak.<br />

75. Als 'gewoon' lid heb ik me nauwelijks verdiept in de Uniestructuur getuige mijn antwoorden. Ik denk dat in kleine<br />

commissies of clubs sneller standpunten kunnen worden ingenomen, maar dat er te weinig met de overige leden<br />

over gecommuniceerd wordt. Vergroten van interne transparantie is wenselijk. Risico is dat de waan van de dag<br />

meer invloed krijgt door minder goed geïnformeerde gewone leden bij alle besluiten te betrekken.<br />

76. De vereniging is op een dergelijke manier opgebouwd dat er veel tijd verloren gaat bij allerhande vragen. Zelf heb<br />

ik dat als tijdelijk penningmeester ervaren dat communicatie met het hogere bestuur traag verloopt (niet alleen<br />

met de fiscale en financiële personen van dat bestuur). Verder is er, zoals ik hierboven al heb aangegeven, te<br />

weinig feeling tussen het landelijke bestuur en de leden. Zo ook tussen Unieleden en de leden. Er ligt een te grote<br />

'verantwoordelijkheid zonder advies' bij de hoogste organen, neem nu de kandidaten voor de Europese Unie. Het<br />

selecteren daarvan kan met meer samenwerking en een beter gecommuniceerde adviesvraag. Hiermee hopende u<br />

van dienst te zijn.<br />

77. De lokale verenigingen worden structureel genegeerd door het landelijke bestuur en de landelijke politici, terwijl<br />

daar het hart klopt van de partij.<br />

78. Voor het goed functioneren in de gemeentepolitiek zijn zelfstandige plaatselijke verenigingen belangrijk. De<br />

huidige structuur is formeel een Unie van plaatselijke verenigingen, maar in de praktijk zeer centralistisch. De<br />

ledenadministratie werkt alsof er één landelijke vereniging is. Verenigingen hebben niets te zeggen over hun<br />

eigen statuten of voorwaarden aan kandidaten. De partij verplicht plaatselijke verenigingen hun kandidaten<br />

verklaringen te laten ondertekenen die in strijd zijn met de wet. Door het Uniecongres weg te stoppen in een<br />

Ledencongres (waar je vooral voor toespraken mag klappen) wordt de invloed van de plaatselijke verenigingen<br />

(en via deze van de individuele leden) op het beleid van het landelijk bestuur gehinderd.<br />

79. lokaal zijn veel verschillen in activiteit maar ook in mening over zaken. ik vind dat het bestuur lokale<br />

vertegenwoordigers ook op de vingers moeten tikken als zij andere standpunten verkondigen dan landelijk.<br />

Bovendien is het ene bestuur het andere niet. ik woon nu in XXXX daar is het aardig goed geregeld. In XXXX is<br />

het bestuur op sterven na dood. In XXXX was het vroeger voor de RPF ook moeilijk om mensen te vinden. Eisen<br />

worden ook veel hoger door de ingewikkelder wordende maatschappij. Verder vind ik het geen gek idee als de<br />

partijvoorzitter betaald wordt (al is het maar part-time) waardoor hij meer zijn gezicht kan laten zien. Verder vind<br />

ik alles wel erg voorgekookt op congressen. alles wordt strak geregisseerd. Dat zou wat mij betreft wel wat<br />

flexibeler mogen. (zonder er een Poolse landdag van te maken) De voorzitter moet niet van alles toe zeggen om<br />

van het gezeur af te zijn, en dan niks doen. We mogen best laten zien dat we een partij zijn van mensen die een<br />

mening hebben, en uiteindelijk de met elkaar afgesproken lijn volgen. Ik zie dat deze enquête vooral over de<br />

bestuurskant gaat. Ik heb ook nog wel een aantal punten over de gemeenteraadszaken. dat is ook lokaal niet altijd<br />

even leuk, maar wie weet komt daar een vervolgonderzoek naar ? ;-)<br />

80. We krijgen echt een enorm gebrek aan kader. Dat speelt nu al. Dat gaat onze groei belemmeren. We moeten<br />

bewust veel meer investeren in jong talent. Ik maak me soms echt bezorgd over de bezetting van belangrijke<br />

posten binnen de <strong>ChristenUnie</strong>. Geef jongeren de ruimte en bouw echt iets om hen bij de partij te betrekken en in<br />

een soort traject hun plaats te laten vinden. Want ze komen niet vanzelf. Veel succes. Deze enquête komt<br />

misschien heel negatief over, maar dat is niet de bedoeling. Mensen bedoelen het heel goed en de druk op de<br />

schouders van mensen die de kar trekken is zwaar. Maar ze komen lang niet toe aan hun taken. Dat geeft aan vele<br />

kanten frustratie. Bestuursleden omdat ze weten dat ze het niet goed doen, maar niet anders kunnen omdat er zo<br />

weinig mensen zijn en Raads- Statenleden die met lede ogen zien dat ze geen echte support of tegenwicht krijgen.<br />

Hartelijke groet en gelukkig mogen we weten dat we een God hebben die helpt. Dus in die zin zie ik de toekomst<br />

ook zonnig in ;-).<br />

81. Als je de actieve leden op landelijk niveau rechtstreeks laat beslissen, hol je de verenigingsstructuur uit en geef je<br />

te veel invloed aan een kleine groep. Laat leden vooral plaatselijk actief zijn. De huidige combinatie van<br />

Uniecongres (beslissend) en ledencongres (opiniërend/adviserend) is een goede greep.<br />

82. Succes!<br />

83. Door de huidige structuur kan het voorkomen dat de ene <strong>ChristenUnie</strong>fractie in een gemeente voor een plan is,<br />

terwijl een gemeente verder de fractie tegen is. Dit komt vervreemdend over, zeker als de gemeenten in één<br />

verzorgingsgebied van lokale media liggen. Voor Brabantse kiesverenigingen is de reis naar UnieCongressen in<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 112 8 september 2009


Zwolle belastend en erg ver. Zeker omdat er veel werk terecht komt op de schouders van enkele personen die<br />

actief zijn en die dan ook nog eens naar Zwolle moeten voor een congres. Meer stemrecht naar leden zou dit<br />

versimpelen.<br />

84. Het is moeilijk om in de huidige opzet v.h. partijcongres tot een goede discussie met elkaar te komen. Daarvoor is<br />

het gebeuren te massaal. Ik vind het heel erg belangrijk, dat waar het gaat om het functioneren v.h. christelijke<br />

fundament van de <strong>ChristenUnie</strong>, het bestuur zeer voorzichtig en zorgvuldig optreedt. Ook vanwege de gehoorde<br />

suggestie dat regeringsdeelname wel erg goed bevalt en dat er daarom te gemakkelijk compromissen gesloten<br />

worden.<br />

85. Welke structuur dan ook het beste past bij de toekomst, deze moet bestand zijn tegen populisme en<br />

opruistromingen á la Yvette Lont. Voor gedegen ideeën met betrekking tot beleidswijzigingen kan er een systeem<br />

komen van een minimaal aantal "gelijkgestemde (n) verenigingen" die samen initiatieven initiëren, stimuleren en<br />

daardoor kunnen proberen te wijzigen. Ten aanzien van de samenwerking met de SGP zouden en er landelijk<br />

lossere regels van bemoeizucht moeten zijn. Men zou - net als de SGP - lokale samenwerking binnen fracties<br />

over moeten laten aan de autonome plaatselijke verenigingen.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 113 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 114 8 september 2009


Bijlage 14 – Metadata vragenlijst kaderleden <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

In deze bijlage staan de verzamelde ruwe data van de gehouden enquête in tabelvorm.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 115 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 116 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 117 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 118 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 119 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 120 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 121 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 122 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 123 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 124 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 125 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 126 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 127 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 128 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 129 8 september 2009


Supplement A – Losse bundel met statuten en<br />

reglementen.<br />

De statuten en reglementen van alle onderzochte politieke partijen verschillen enorm in stijl<br />

en omvang. Om de verschillen tussen deze partijen goed te kunnen beoordelen is het van<br />

belang om deze documenten te kunnen lezen. Onbewerkt zijn ze voor deze scriptie niet meer<br />

dan een brondocument en dus opgenomen in de literatuurlijst, maar voor sommige lezers van<br />

deze scriptie hebben ze wel extra importantie.<br />

Daarom zijn alle statuten en reglementen als losse bijlage in een Supplement A onverkort<br />

opgenomen. Dit supplement vormt geen feitelijk onderdeel van deze scriptie en daarom niet<br />

bijgevoegd. Op verzoek is het wel leverbaar, maar het moet worden gezien als een<br />

verzameling niet bewerkt bronnenmateriaal naast de scriptie.<br />

De meeste statuten en reglementen van bestaande en niet-meer bestaande politieke partijen<br />

zijn online te raadplegen bij het Documentatiecentrum Nederlandse politieke partijen in<br />

Groningen. Zie hiervoor http://www.rug.nl/dnpp/index.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 130 8 september 2009

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!