09.09.2013 Views

Doorlichting partijstuctuur ChristenUnie.pdf - AA Planadvies

Doorlichting partijstuctuur ChristenUnie.pdf - AA Planadvies

Doorlichting partijstuctuur ChristenUnie.pdf - AA Planadvies

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong><br />

in het perspectief van de toekomst.<br />

- Er is meer dan voorheen in de wereld te doen -<br />

(J.R. Thorbecke)<br />

door ing. G.C.A. Schouwstra B.Pm.<br />

Eerste begeleider: J.P.E. van Leeuwen<br />

Tweede begeleider: H. Woudstra<br />

Eindscriptie<br />

Bestuurskunde & Overheidsmanagement<br />

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden.<br />

m.m.v. <strong>ChristenUnie</strong>, Amersfoort.<br />

Turijn (Avigliana),<br />

Lauterbrunnen (Stechelberg),<br />

Sneek,<br />

8 september 2009


Samenvatting/Leeswijzer<br />

In deze afstudeerscriptie wordt de partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> eerst vergeleken met<br />

die van andere politieke partijen en vervolgens geplaatst in een perspectief van steeds<br />

opeenvolgende generaties. De partij mag zich in een toenemende belangstelling verheugen<br />

wat leidt tot instroom van nieuwe leden die tevens nieuwe ideeën met zich meebrengen. Dit<br />

heeft geleid tot vragen over de organisatiestructuur die binnen de partij zijn gaan leven.<br />

Na de beschrijving in hoofdstuk 2 van de doel- en vraagstelling wordt in hoofdstuk 3 vanuit<br />

een historisch perspectief de ontwikkeling van de democratie in Nederland geschetst tot aan<br />

het ontstaan van de politieke partijen. Vervolgens worden de huidige partijen beschreven en<br />

de verenigingstructuur toegelicht.<br />

In hoofdstuk 4 worden de onderzoeksresultaten neergezet en beschouwd. Van negen partijen<br />

is de structuur doorgelicht en vastgelegd in de bijlagen 1 t/m 9. Vervolgens is gekeken naar de<br />

wijze van organisatie en de fundamentele verschillen. Bij trends en ontwikkelingen is vooral<br />

veel aandacht besteed aan de generatieverschillen en nieuwkomers van buiten de<br />

reformatorische traditie. Ondersteund met interviews en een enquête onder het partijkader<br />

wordt verder specifiek ingegaan op de wijze waarop de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong><br />

hierop moet aansluiten.<br />

In hoofdstuk 5 komen de verschillende conclusies bij elkaar en worden enkele stellingen ter<br />

discussie neergezet. In hoofdstuk 6 volgen de evaluatie van de totstandkoming van het<br />

schrijfproces en een aantal concrete aanbevelingen, gevolgd door de literatuurlijst in<br />

hoofdstuk 7.<br />

Uiteindelijk ligt er een – verre van compleet – product, dat voor het komende jaar als aanzet<br />

kan dienen voor discussie en planvorming binnen de <strong>ChristenUnie</strong>. Daarnaast kan het enige<br />

tijd een functie hebben als achtergronddocument, waarbij de houdbaarheid beperkt is, omdat<br />

de ontwikkelingen niet stil staan.<br />

De genummerde bijlagen 1 t/m 14 bestaan uit door de schrijver samengestelde gegevens, die<br />

als belangrijke bronnen voor de scriptie worden gebruikt. Supplement A bestaat uit een<br />

verzameling onbewerkt bronnenmateriaal en behoort feitelijk niet bij de scriptie.<br />

Noot van de auteur:<br />

Na het succesvol afstuderen op 28 augustus is deze scriptie tot 8 september aangevuld met de<br />

laatste resultaten van de enquête. Tegelijkertijd zijn enkele, overwegend taalkundige,<br />

onvolkomenheden verholpen. Daarna is de scriptie vrijgegeven voor publicatie.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 2 8 september 2009


Inhoudsopgave<br />

Samenvatting/Leeswijzer........................................................................................................2<br />

Inhoudsopgave .......................................................................................................................3<br />

Voorwoord .............................................................................................................................4<br />

1 Inleiding ..............................................................................................................................5<br />

1.1 Keuze onderwerp..........................................................................................................5<br />

2 De doel- en vraagstelling. ....................................................................................................6<br />

2.1 De doelstelling van deze afstudeeropdracht...................................................................6<br />

2.2 Centrale vraagstelling. ..................................................................................................6<br />

2.3 Afgeleide vragen...........................................................................................................6<br />

2.4 Gebruikte werkwijze en methodologie. .........................................................................7<br />

3 Inhoudelijke oriëntatie.......................................................................................................12<br />

3.1 Historisch perspectief..................................................................................................12<br />

3.2 De vorming van politieke partijen. ..............................................................................14<br />

3.3 Ontwikkeling naar de politieke partijen van vandaag. .................................................15<br />

3.4 Partijen actief in de nationale politiek. ........................................................................16<br />

3.5 De politieke partij als vereniging.................................................................................17<br />

4 Onderzoeksresultaten.........................................................................................................19<br />

4.1 Hoe zijn de verschillende politieke partijen georganiseerd?.........................................19<br />

4.2 Wat zijn de fundamentele verschillen tussen deze organisaties? ..................................20<br />

4.3 Hoe ontwikkelen de verschillende generaties zich en waarom is dit relevant voor de<br />

partijstructuur? .................................................................................................................25<br />

4.4 Hoe heeft de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong> zich ontwikkeld?..................................32<br />

4.5 Wat zijn de kansen en bedreigingen voor de <strong>ChristenUnie</strong>? ........................................41<br />

5 Conclusies en discussie......................................................................................................47<br />

5.1 Analyse.......................................................................................................................47<br />

5.2 Synthese. ....................................................................................................................49<br />

5.3 Discussie (stellingen)..................................................................................................50<br />

6 Evaluatie en aanbevelingen................................................................................................51<br />

6.1 Evaluatie.....................................................................................................................51<br />

6.2 Aanbevelingen............................................................................................................52<br />

7 Literatuurlijst.....................................................................................................................54<br />

Bijlage 1 – De partijstructuur van het CDA. .........................................................................55<br />

Bijlage 2 – De partijstructuur van de PvdA...........................................................................60<br />

Bijlage 3 – De partijstructuur van de SP. ..............................................................................63<br />

Bijlage 4 – De partijstructuur van de VVD. ..........................................................................66<br />

Bijlage 5 – De partijstructuur van de PVV............................................................................71<br />

Bijlage 6 – De partijstructuur van GroenLinks......................................................................74<br />

Bijlage 7 – De partijstructuur van D66..................................................................................78<br />

Bijlage 8 – De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong>. ..............................................................82<br />

Bijlage 9 – De partijstructuur van de SGP.............................................................................85<br />

Bijlage 10 – Interview met Arno Brok (VVD). .....................................................................89<br />

Bijlage 11 – Interview met Hans van den Broek en Andries Ekhart (PvdA). .........................92<br />

Bijlage 12 – Tweegesprek met Jouke-Jan de Groot (<strong>ChristenUnie</strong>).......................................99<br />

Bijlage 13 – Vragenlijst kaderleden <strong>ChristenUnie</strong>...............................................................103<br />

Bijlage 14 – Metadata vragenlijst kaderleden <strong>ChristenUnie</strong>. ...............................................115<br />

Supplement A – Losse bundel met statuten en reglementen. ...............................................130<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 3 8 september 2009


Voorwoord<br />

Deze afstudeeropdracht is bijzonder. Eerder dit voorjaar was ik op de NHL al afgestudeerd in<br />

de richting Built Environment (verkeerskunde), net voordat de school de gebouwen aan de<br />

Vondelstraat gaat verlaten. Het was in 1980, nu bijna dertig jaar geleden, dat ik op de HTS in<br />

Leeuwarden als student werktuigbouwkunde in de schoolbanken zat. Inmiddels is die school<br />

opgegaan in de NHL, de gebouwen zijn uitgebreid en het aantal studenten is verveelvoudigd.<br />

Toch ademt het gebouw voor mij nog iets bekends uit, iets van vroeger. Nog even, want<br />

binnen een jaar zal de school deze zo vertrouwde plek verlaten om er nooit meer terug te<br />

keren.<br />

Na twee jaren van vruchteloze pogingen, kwam ik tot de conclusie dat het traditionele<br />

studeren niet zo goed bij mij paste. Ik ben daarop mijn eigen weg gegaan en dat ging goed. Na<br />

een lange en afwisselende carrière werk ik nu als beleidsadviseur Verkeer & Vervoer bij de<br />

provincie Fryslân. Daarnaast ben ik al jaren actief binnen de <strong>ChristenUnie</strong>, het laatste jaar ook<br />

als lid van het Landelijke Betuur. Geïnspireerd door mijn omgeving ben ik gaan nadenken<br />

over mijn verdere persoonlijke ontwikkeling. De Covey-cursus 1 en de cursus Excellent<br />

Onderhandelen 2 hebben beide in belangrijke mate aan dat proces bij gedragen.<br />

In overleg met en op kosten van mijn werkgever ben ik daarom in het voorjaar van 2008 een<br />

tweetal EVC-procedures (Erkenning van Verworven Competenties) gestart. Dit heeft geleid<br />

tot een dubbele afstudeeropdracht in 2009, waarvan dit de laatste is.<br />

Mijn eerste onderwerpkeuze was “Interpretaties van integriteit” met een focus op mijn eigen<br />

organisatie. Ne enkele maanden bleek deze keuze toch te veel risico’s met zich mee te<br />

brengen. Na een periode van bezinning heb ik de draad weer opgepakt en ben met een nieuw<br />

onderwerp gestart. Ik heb daarbij opnieuw gekozen voor de partijstructuur van de<br />

<strong>ChristenUnie</strong>, een onderwerp wat dichtbij mij staat. In 1979 werd ik voor het eerst lid van een<br />

politieke partij en wel D66. Midden jaren tachtig voelde ik mij meer thuis bij de christelijke<br />

EVP, maar ik wilde uiteindelijk de overstap naar GroenLinks niet volgen. In 1994 werd ik<br />

actief voor de RPF in Sneek en daar ben ik sindsdien gebleven. Sinds 2008 ben ik ook lid van<br />

het Landelijk bestuur van de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

Ik wil mijn collega’s, degenen die meewerkten aan de interviews en gesprekken, de<br />

begeleidende docenten en mijn vrouw Nienke bedanken voor hun inbreng en steun bij het<br />

gehele proces. Om na zo’n lange tijd de terminologieën van een onderwijsomgeving weer op<br />

te pakken valt niet mee. Er zijn grote culturele verschillen tussen een leer- en een<br />

werkomgeving. En als je als laatstejaars nog uitgelegd moet worden wat een “propedeuse”<br />

inhoudt, is er nog een hele kloof te overbruggen.<br />

Met het uitvoeren van deze opdracht heb ik voldaan aan het eindniveau van de<br />

bacheloropleiding Bestuurskunde / Overheidsmanagement. Ik spreek daarbij de hoop uit dat<br />

dit document ook binnen de <strong>ChristenUnie</strong> een rol mag gaan vervullen als aanzet voor een<br />

verder bewustwording- en veranderingsproces. Veel leesplezier daarbij gewenst.<br />

Gert Schouwstra.<br />

1 Stephen R. Covey, De 7 Eigenschappen van Effectief Leiderschap, 1993.<br />

2 Roger Fischer, William Ury & Bruce Patton, Excellent Onderhandelen (The Harvard Negotiation Project)<br />

1981.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 4 8 september 2009


1 Inleiding<br />

In het voorjaar van 2008 is door mij een EVC-procedure gevolgd. De eindcompetenties van<br />

de opleiding Bestuurskunde / Overheidsmanagement zijn vergeleken met een door mij<br />

opgesteld portfolio. Om het diploma te kunnen behalen is het hieronder staande concrete<br />

ontwikkeladvies afgegeven:<br />

“Het uitvoeren van een afstudeeropdracht op advanced niveau volgens de syllabus afstuderen,<br />

met een daaraan gekoppeld onderzoek. Dit onderzoek moet het niveau hebben zoals is<br />

opgenomen in het studieprogramma deeltijd Bestuurskunde en Overheidsmanagement.”<br />

Om te kunnen afstuderen, zal aan deze eisen voldaan moeten worden. Hiervoor heb ik een<br />

plan van aanpak geschreven. Dit plan van aanpak is in mei 2009 voorgelegd aan twee<br />

begeleiders van de NHL, de heren J.P.E. van Leeuwen en H. Woudstra en aan twee externe<br />

begeleiders van de <strong>ChristenUnie</strong>, de heren M van Hulst en J.J. de Groot. Na het verwerken<br />

van de commentaren is het plan van aanpak uitgewerkt tot deze scriptie.<br />

1.1 Keuze onderwerp<br />

Gekozen is voor het onderwerp “De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van<br />

de toekomst”. Binnen de <strong>ChristenUnie</strong> zal naar mijn verwachting binnenkort behoefte<br />

ontstaan aan een evaluatie van de structuur en werkwijze. De huidige bestuursvorm is vooral<br />

historisch gegroeid en datzelfde geldt voor de structuur van de vereniging. Andere politieke<br />

partijen zijn soms heel anders georganiseerd.<br />

Gekozen is voor een aanpak waarbij de scriptie in feite in twee delen uiteenvalt. In het eerste<br />

deel wordt ingegaan op het ontstaan van het politieke bestuurssysteem met de bijbehorende<br />

partijstructuren. Daarbij worden negen politieke partijen in Nederland met elkaar vergeleken.<br />

In het tweede deel wordt de ontwikkeling van verschillende generaties geschetst als zijnde<br />

relevant voor de politiek-maatschappelijke ontwikkelingen. Daarna wordt de partijstructuur<br />

van de <strong>ChristenUnie</strong> uitgelicht en geanalyseerd. Hieraan is ook een onderzoek in de vorm van<br />

een enquête onder kaderleden van de partij verbonden. Vervolgens worden de onderdelen bij<br />

elkaar gebracht, conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan voor de toekomstige<br />

partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

Dit onderzoek is niet geschreven in opdracht van de <strong>ChristenUnie</strong> of iemand anders, maar<br />

geheel vanuit de persoonlijke interesse van de schrijver. Belangrijke onderdelen, zoals het<br />

uitzetten van de enquête, zijn wel door het partijbureau van de <strong>ChristenUnie</strong> gefaciliteerd.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 5 8 september 2009


2 De doel- en vraagstelling.<br />

2.1 De doelstelling van deze afstudeeropdracht<br />

Het doel van deze afstudeeropdracht is om vast te stellen of de organisatievorm van de<br />

<strong>ChristenUnie</strong> toekomstvast is in het perspectief van de komende generaties.<br />

Dit doel wordt bereikt door de verenigingstructuren van politieke partijen met elkaar te<br />

vergelijken en daar de meest onderscheidende verschillen uit te destilleren, door de trends en<br />

ontwikkelingen van de verschillende generaties te onderscheiden en door een enquête uit te<br />

voeren onder de kaderleden van de <strong>ChristenUnie</strong>. Met de gevonden verschillen en andere<br />

verzamelde gegevens wordt inzicht verkregen in het functioneren van de verenigingsstructuur<br />

van de <strong>ChristenUnie</strong>, waarmee deze geëvalueerd en verbeterd kan worden.<br />

De resultaten van de scriptie zullen in het najaar van 2009 ook ter informatie aangeboden<br />

worden aan het <strong>ChristenUnie</strong> bestuur. De uit het onderzoek voortkomende conclusies en<br />

aanbevelingen zullen zijn gericht op de ontwikkelingsmogelijkheden voor de <strong>ChristenUnie</strong> als<br />

organisatie.<br />

2.2 Centrale vraagstelling.<br />

Is de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong> toekomstvast in het licht van de komende generaties?<br />

Moet het beleid worden aangepast en is het wenselijk de huidige partijstructuur te<br />

veranderen? Deze vragen zullen worden beantwoord in hoofdstuk 5.<br />

2.3 Afgeleide vragen.<br />

Om de centrale vraag te kunnen beantwoorden, zullen eerst de hieronder staande vragen<br />

moeten worden beantwoord. Hieronder wordt ingegaan op de vraagstelling en de toegepaste<br />

methode. De beantwoording van deze vragen vindt plaats in hoofdstuk 4.<br />

2.3.1 Hoe zijn de verschillende politieke partijen georganiseerd?<br />

Het gaat hier om het verzamelen of opstelen van organigrammen, en benoemen van de taken<br />

en bevoegdheden van de geledingen, enz. Hoe lopen de lijnen van de individuele leden (of<br />

betrokken kiezers) naar de top van de organisatie? Is er naast een formele ook nog een<br />

informele structuur?<br />

Methode:<br />

o Literatuuronderzoek (vooral internet)<br />

o Documentenonderzoek (statuten en reglementen, en organigrammen).<br />

o Open interviews met vertegenwoordigers van politieke partijen.<br />

2.3.2 Wat zijn de fundamentele verschillen tussen deze organisaties?<br />

In feite is deze vraag afgeleid van vraag 2.3.1. Lijken de partijen op elkaar of niet? Wat zijn<br />

de bepalende kenmerken? Het gaat hier om een nadere analyse van de verschillen.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 6 8 september 2009


Methode:<br />

o Beleidsanalyse van de verzamelde gegevens.<br />

2.3.3 Hoe ontwikkelen de verschillende generaties zich en waarom is dit relevant voor de<br />

partijstructuur?<br />

De maatschappij verandert voortdurend. De individualisering en mondigheid nemen nog<br />

steeds toe en de collectiviteit en de organisatiegraad nemen af. Ook is de bindingsgraad per<br />

partij verschillend. De behoeften van verschillende generaties lijken steeds te veranderen.<br />

Politieke partijen moeten hier op inspelen en hun organisatie aanpassen om te kunnen<br />

overleven. Maar welke trends zijn relevant?<br />

Methode:<br />

o Literatuuronderzoek.<br />

o Half gestructureerde interviews.<br />

o Beleidsanalyse van de verzamelde gegevens.<br />

2.3.4 Hoe heeft de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong> zich ontwikkeld?<br />

Na de fusie van GPV en RPF heeft de <strong>ChristenUnie</strong> zich verbreed tot een principiële sociaalchristelijke<br />

partij. Hierdoor zijn er nieuwe kiezers bijgekomen, o.a. uit de evangelische en<br />

rooms-katholieke hoek. Ook de maatschappelijke trend om meer te democratiseren gaat niet<br />

aan de partij voorbij. Welke verbeteringen zijn gewenst? En welke zijn mogelijk? Dit moet<br />

vooral blijken door de in interviews en enquête gesignaleerde knelpunten uit te werken.<br />

Methode:<br />

o Half gestructureerde interviews.<br />

o Vragenlijst (enquête kaderleden via internet) met data-analyse.<br />

o Beleidsanalyse van de verzamelde gegevens.<br />

2.3.5 Wat zijn de kansen en bedreigingen voor de <strong>ChristenUnie</strong> als organisatie?<br />

Wat zijn de sterke en zwakke kanten van de partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong>? Is er iets te<br />

leren van de vergelijking met de structuur van de andere partijen of de resultaten van de<br />

enquête? En als blijkt dat dit zo is, gaat het dan om bijstellen, of een fundamentele wijziging<br />

van de organisatie? In feite worden alle verzamelde data en verkregen antwoorden hier<br />

samengebracht, waarna de centrale vraag beantwoord kan worden.<br />

Methode:<br />

o Half gestructureerde interviews.<br />

o Beleidsanalyse van de verzamelde gegevens.<br />

2.4 Gebruikte werkwijze en methodologie.<br />

2.4.1 Welke politieke partijen worden bij de vergelijking betrokken?<br />

Bij het onderzoek naar partijstructuren moest in deze studie een beperking worden<br />

aangebracht in het aantal partijen. Vanwege het grote aanbod was het niet wenselijk om elke<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 7 8 september 2009


partij in het onderzoek te betrekken. Belangrijk is om te weten of partijen qua structuur<br />

onderscheidend zijn ten opzichte van elkaar. Om dit te weten te komen is gebruik gemaakt<br />

van literatuuronderzoek (vooral internet), documentenonderzoek (statuten en reglementen) en<br />

interviews met kaderleden van de partij. Redenerend vanuit partijgrootte, zich<br />

onderscheidende partijstructuren en politieke relevantie is een voorlopige keuze gemaakt.<br />

Bestuurservaring en bewezen stabiliteit zijn ook factoren die bij deze selectie hebben<br />

meegewogen. Op deze mnier zijn er naast de <strong>ChristenUnie</strong> nog 7 partijen geselecteerd, te<br />

weten: CDA, PvdA, SP, VVD, PVV, GroenLinks en D66. Dit omdat binnen deze groep<br />

partijen de meest voorkomende verschillen kunnen worden verwacht. Vanwege de door velen<br />

ervaren ideologische verwantschap met de <strong>ChristenUnie</strong>, het historisch perspectief en het feit<br />

dat het om de oudste nog bestaande politieke partij in Nederland gaat, is ook de SGP als 9 e<br />

partij meegenomen.<br />

Niet alle partijen zijn meegenomen. Zo waren de ééndagsvliegen Leefbaar Nederland en LPF<br />

in 2007 en 2008 al opgeheven. Ook TON, die net heeft aangekondigd mee te zullen doen met<br />

de gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam, maar verder aan een interne strijd ten onder lijkt<br />

te gaan, is in het onderzoek niet meegenomen.<br />

In de loop van dit onderzoek bleek dat ook Andre Krouwel c.s. bij zijn onderzoek in 2008<br />

voor dezelfde negen politieke partijen had gekozen en deze naar typering in een model had<br />

gezet. Op zich zegt de politieke typering links/rechts niet veel over de verenigingsstructuur.<br />

Bij de typering progressief/conservatief zou het heel goed kunnen zijn dat deze typering niet<br />

alleen in de politieke opvattingen weerklinkt, maar ook zijn weerslag vindt in de vormgeving<br />

van de interne partijstructuren.<br />

Afbeelding 1: Model van de Nederlandse politieke ruimte – A. Krouwel en K. van Kersbergen (2008)<br />

2.4.2 Wetenschappelijk onderzoek versus argumentatie?<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 8 8 september 2009


Een onderzoek behoort op wetenschappelijk verantwoorde wijze te worden uitgevoerd.<br />

Meestal gebeurt dat door onderzoeksgegevens te analyseren en de uitkomsten samen te<br />

voegen tot conclusies. Bij het schrijven van een scriptie over een politiek onderwerp is die<br />

wetenschappelijke benadering heel moeilijk. In de politiek gaat het immers om opvattingen,<br />

om redeneringen, die niet altijd langs wetenschappelijk logisch lijnen lopen en desondanks<br />

een grote waarde in het maatschappelijk leven vertegenwoordigen. Politiek is bijna nooit<br />

wetenschappelijk verantwoord, maar wordt wel vaak met zware argumenten onderbouwd. De<br />

benadering en de focus zijn geheel anders. Mogelijk ligt hier het grote onderscheid tussen<br />

bestuurskunde en politicologie.<br />

“Bestuurskunde (engels: Public Administration) is een wetenschappelijke discipline die zich<br />

bezighoudt met de wijze waarop het openbaar bestuur functioneert, zowel intern als extern.<br />

Bestuurskundigen houden zich bezig met de beschrijving, verklaring en oplossing van<br />

praktische vraagstukken die te maken hebben met het bestuur de organisatie en het beleid van<br />

organisaties in het openbaar bestuur, in relatie tot de omgeving.” 3<br />

Bestuurskundigen houden zich dus vooral bezig met de organisatie van het openbare bestuur.<br />

Duwen en trekken en maken van beleid om maatschappelijke problemen op te lossen of<br />

doelen te verwezenlijken. Ze gebruiken veelal aanvaarde empirische of formele<br />

wetenschappelijke methoden. Het gaat in deze wetenschap om algehele kennis van het<br />

functioneren van de overheid, om public management.<br />

“Politicologie, ook wel politieke wetenschappen genoemd, is een discipline binnen de sociale<br />

wetenschappen die zich bezighoudt met het bestuderen van politiek. De huidige politicologie<br />

is in vergelijking met andere wetenschappen opmerkelijk omdat zij niet één methode hanteert<br />

en er niet één eenduidige definitie van het vakgebied te geven is.” 4<br />

Politicologen beschouwen het openbare bestuur dus op een geheel andere wijze: er wordt<br />

gewerkt met eigen methoden en normatieve aannames. De politicologie onderscheidt zich<br />

daarmee van andere vakken. Het ontbreken van een eenduidige definitie van het vakgebied,<br />

zonder vaste methode of theoretisch kader, maar daarbij wel doen van normatieve aannames<br />

is zeer ongebruikelijk. De niet zo vaak gebruikte term “normatieve wetenschap” 5 zou hier<br />

heel goed van toepassing kunnen zijn, omdat uit deze benaming het contradictionaire karakter<br />

naar voren komt. Wetenschap die een norm bevat of stelt, is immers uitzonderlijk.<br />

Binnen de verenigingsstructuur van een politieke partij komt het vaak voor dat de<br />

bestuurskundige en de politicologische invalshoek in elkaar overlopen. Deze werkwijze is<br />

goed te verklaren. Dat er behoefte is aan een goede organisatiestructuur binnen een politieke<br />

partij moge duidelijk zijn. De politici fungeren hierbij zelf als opdrachtgevers en laten de<br />

uitvoering en het ontwerpen van de structuren wijselijk over aan professionals, maar ze<br />

drukken natuurlijk wel hun stempel bij de uiteindelijke besluitvorming. Hierdoor ontstaat een<br />

mix, die resulteert in een bijzondere eigen cultuur. Op deze wijze onderscheiden politieke<br />

verenigingen zich van elke andere vereniging.<br />

Bij het beschouwen van een politieke organisatiestructuur is de wetenschappelijke<br />

bestuurskundige benadering misschien niet de beste en zeker niet de enige methode. De<br />

3 Definitie overgenomen uit Wikipedia.<br />

4 Definitie overgenomen uit Wikipedia.<br />

5 D. Batens, Menselijke kennis - pleidooi voor een bruikbare rationaliteit (Garant 2004)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 9 8 september 2009


politicologische insteek (geen vaste methode, maar wel goed beargumenteren en beredeneren)<br />

zou hier wel eens beter kunnen werken. Dat oordeel moet echter door de lezer gegegeven<br />

worden.<br />

In ieder geval wordt deze benadering wel ondersteund: Professor Michiel Herweijer schreef<br />

hierover: “Wie de houdbaarheid van een bepaalde stelling wil aantonen, wordt uitgedaagd<br />

om te argumenteren. /……/ Voor de diverse stappen in de redenering zullen argumenten<br />

moeten worden gegeven. Een consistent en logisch verhaal vertrekkend vanuit algemeen<br />

geaccepteerde aannames heeft overtuigingskracht. De houdbaarheid van de claim zal echter<br />

moeten worden vastgesteld door anderen.” 6<br />

Om het doel te bereiken, namelijk het beantwoorden van de vraag of de organisatie van de<br />

<strong>ChristenUnie</strong> toekomstvast is in het licht van de komende generaties, wordt dus gekozen voor<br />

een dubbele aanvliegroute. Bij het vergelijken van partijstructuren is gekozen voor een meer<br />

methodische benadering. Bij het doorvertalen van de generatieverschillen en de uitkomsten<br />

van de enquête is gekozen voor een beschouwende, wat normatieve redeneerlijn welke zo<br />

veel mogelijk met argumenten wordt ondersteund.<br />

Soms gaan dingen anders dan gedacht. Of met deze werkwijze de juiste benadering is<br />

gekozen mag de lezer uitmaken. Elsschot schreef het al in een gedicht: “Want tussen droom<br />

en daad staan wetten in de weg, en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand<br />

kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.” 7<br />

2.4.3 Gekozen werkwijze bij de diverse onderdelen.<br />

Bij de verschillende onderdelen, die overigens behoorlijk door elkaar heen lopen, is gekozen<br />

voor diverse werkwijzen. De reden hiervoor is uitgelegd in de vorige paragraaf.<br />

Voor de vergelijking van de partijstructuren is vooral gebruik gemaakt van<br />

literatuuronderzoek. Nadat was bepaald welke partijen relevant waren voor het onderzoek,<br />

zijn de verschillende statuten en reglementen van de betreffende partijen naast elkaar gelegd<br />

en uitgeplozen. Vervolgens is een vergelijking gemaakt en systematisch uitgeschreven in<br />

factsheets. Deze factsheets zijn als bijlagen 1 t/m 9 toegevoegd.<br />

Voor de generatievergelijking is gebruik gemaakt van bestaande literatuur en veel<br />

commentaren op internet. Hierin is een verhaallijn aangebracht die aansluit bij het onderwerp<br />

en er zijn enkele conclusies aan verbonden.<br />

Aan de interviews met burgemeester Brok (VVD) en wethouders Van den Broek en Ekhart<br />

(PvdA) die integraal zijn opgenomen in bijlage 10 en 11, is op zichzelf niet veel betekenis te<br />

geven. Ze leveren wel een belangrijke ondersteuning voor de gevonden resultaten. Gekozen is<br />

voor een open interview over de ontwikkeling van de partijstructuren en culturele verschillen.<br />

Het tweegesprek met de heer de Groot (<strong>ChristenUnie</strong>) heeft een belangrijke bijdrage geleverd<br />

bij het opstellen van de redeneerlijnen. De gesprekslijn hiervan is puntsgewijs opgenomen in<br />

bijlage 12.<br />

6 M. Herweijer, Normen en rechtshandelingen, rechtswetenschap als interpreteren en observeren (2003)<br />

7 Willem Elsschot, Het Huwelijk (1910)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 10 8 september 2009


Tijdens het gesprek met de heer de Groot is het idee geboren om in plaats van een beperkte<br />

algemene ledenpoll (1 vraag, met maximaal 7 antwoorden) een uitgebreidere enquête onder<br />

alleen de kaderleden te houden. Gekozen is voor stellingen waarbij op een schaal van 1 tot 5<br />

kon worden aangegeven in hoeverre men het met de stelling eens was. De stellingen hadden<br />

betrekking op knelpunten die in de diverse gesprekken naar voren waren gebracht. De<br />

resultaten zijn opgenomen in de bijlagen 13 en 14.<br />

De <strong>ChristenUnie</strong> wilde de enquête faciliteren via haar website en door een bericht naar de<br />

ruim 1800 kaderleden te versturen. Bijzonder was dat er geen compleet mailbestand van het<br />

kader bleek te zijn. Er waren wel aparte adressenbestanden van de bestuurdersvereniging (alle<br />

volksvertegenwoordigers en bestuurders) en van de secretarissen van de lokale verenigingen.<br />

Van alle overige bestuursleden, staffunctionarissen en schaduwfractieleden waren geen<br />

digitale adressenbestanden beschikbaar. Daarom is aan de secretarissen verzocht de<br />

vragenlijst binnen hun vereniging door te zenden. In hoeverre dat ook is gebeurd, kan niet<br />

worden nagegaan.<br />

Nadat alle gegevens zijn verzameld, zijn de hierboven beschreven onderdelen samengevoegd<br />

en is met behulp van argumenten een redeneerlijn neergezet, met de daarbij behorende<br />

conclusies. Hiermee is het geheel een logisch en duidelijk verhaal geworden.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 11 8 september 2009


3 Inhoudelijke oriëntatie<br />

De diepte in over het onderwerp partijstructuren en verwante zaken. Algemene theorie over<br />

de organisatie van het openbaar bestuur en politieke partijen in Nederland. Hoe werkt het<br />

systeem?<br />

In onze moderne democratieën kennen wij partijenstelsels. In sommige landen met twee of<br />

drie partijen, in andere landen met veel meer partijen. Daarnaast komt ook het personenstelsel<br />

voor. Het Nederlandse woord democratie stamt af van de Griekse woorden “dèmos” (volk) en<br />

“kratein” (heersen, regeren). De kern van een moderne democratie is dat het volk<br />

vertegenwoordigers kiest om wetten te maken en het land te regeren. Maar het kon ook<br />

anders: in het oude Athene stemde het volk zelf rechtstreeks over de wetten.<br />

We kunnen dus onderscheid maken tussen een directe democratie en een representatieve<br />

democratie. In een directe democratie kan iedereen die aan een wet moet gehoorzamen in<br />

gelijke mate meebeslissen over die wet. Vanwege praktische bezwaren wordt dit systeem in<br />

zijn oorspronkelijke vorm nergens meer toegepast.<br />

De representatieve democratie is ontstaan toen bevolkingsgroepen uitdijden en er steeds<br />

grotere gebieden bestuurd moesten worden. In een representatieve democratie draagt het volk<br />

een aantal nauwkeurig gedefinieerde bevoegdheden voor een beperkte tijd over aan een aantal<br />

afgevaardigden welke het volk 'representeren' en de wil van het volk uitvoeren. De invoering<br />

had zeker praktische redenen: directe democratie was voor een dorp met een paar honderd<br />

inwoners nog wel goed te organiseren, maar voor een heel land en verstoken van onze<br />

moderne communicatiemiddelen was het ondoenlijk. Een goed voorbeeld van een<br />

representatieve democratie is onze parlementaire democratie. Belangrijk aandachtspunt bij<br />

een representatieve democratie is wel dat er regelmatig verkiezingen moeten worden<br />

gehouden om te voorkomen dat de bevoegdheden permanent uit handen van het volk gaan.<br />

Directe democratie in een moderne context houdt in dat er instrumenten bestaan waarmee het<br />

volk macht kan uitoefenen, bijvoorbeeld door een bindend referendum op volksinitiatief.<br />

Nederland is ook een representatieve democratie, maar dat is niet altijd zo geweest,<br />

bijvoorbeeld in de Middeleeuwen. De Nederlandse democratie heeft wel een lange<br />

geschiedenis. Opmerkelijk is daarbij dat Nederland langer een republiek dan een monarchie is<br />

geweest.<br />

3.1 Historisch perspectief.<br />

Nederland ontwikkelde zich direct na de middeleeuwen als een zelfstandige natie.<br />

In 1568 begon de tachtigjarige oorlog doordat de Nederlandse gewesten gezamenlijk in<br />

opstand tegen de Spaanse koning kwamen. Onderling waren ze echter zo verdeeld dat ze niet<br />

gezamenlijk konden optrekken. Pas in 1579 verenigden de Noordelijke gewesten zich binnen<br />

de Unie van Utrecht die in de jaren daarna nog verder werd uitgebreid. Twee jaar later<br />

verklaarden de gewesten zich zelfstandig 8 en werd er een zoektocht opgezet naar een nieuwe<br />

landvoogd die het gebied wilde besturen. Dat wilde om politieke redenen niet zo goed slagen<br />

8 Plakkaat van Verlatinghe, 26 juli 1581, deze acte heeft enkele opvallende parallellen met de Amerikaanse<br />

Onafhankelijkheidsverklaring van 1776.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 12 8 september 2009


en daarom werd besloten om zelfstandig verder te gaan. In 1588 werd de Republiek der Zeven<br />

Verenigde Nederlanden opgericht. Deze kende een Staten-Generaal en een stadhouder uit het<br />

huis van Oranje als staatshoofd van de Republiek. Pas bij de vrede van Münster in 1648 werd<br />

het land erkend door de omliggende staten. Met zijn ongeveer tweeëneenhalf miljoen<br />

inwoners was Nederland geen grote staat, maar economisch en politiek gezien werd het in de<br />

Gouden Eeuw een wereldmacht.<br />

Dan komen er opnieuw rumoerige tijden. Na ruim 200 jaar, in 1795, werd door Frankrijk een<br />

einde gemaakt aan de zelfstandige republiek. Daarbij werden grote staatkundige<br />

hervormingen doorgevoerd. Na een militaire inval van Napoleon werd in Nederland de<br />

Bataafsche Republiek gesticht. Op 1 mei 1798 werd de eerste Grondwet 9 voor Nederland<br />

vastgesteld. Deze zogenaamde Staatsregeling heeft niet lang standgehouden. Na een<br />

structuurwijziging werd in 1806 de Bataafse Republiek opgeheven en werd ons land het<br />

“Koningrijk Holland” (geen spelfout), een constitutionele monarchie met Lodewijk Napoleon<br />

Bonaparte als heersend vorst. Ook deze heeft niet lang standgehouden, in 1810 werd de<br />

Grondwet opzij geschoven, het “Koningrijk Holland” geannexeerd en onderdeel gemaakt van<br />

Frankrijk.<br />

In 1813 werd Napoleon verslagen en werden door de overwinnaars grote staatkundige<br />

hervormingen doorgevoerd. Nederland haalde opnieuw een lid van het huis van Oranje<br />

binnen, maar nu als soeverein vorst. Nederland is dan nog even een prinsdom. Het Koninkrijk<br />

der Nederlanden werd in 1815 uitgeroepen waarbij Willem Frederik, de zoon van stadhouder<br />

Willem V, als koning Willem I op de troon kwam. Vanaf dat moment werd Nederland<br />

opnieuw een constitutionele monarchie. Hieraan is, met uitzondering van de periode 1940-<br />

1945, niet veel meer gewijzigd, wel zijn er andere belangrijke staatsrechtelijke wijzigingen<br />

geweest. In 1830 kwamen de Zuidelijke Nederlanden in opstand en stichtten een jaar later het<br />

nieuwe koninkrijk België. Ook het groothertogdom Luxemburg kwam hierdoor iets verder<br />

van Nederland te staan en werd in 1890 helemaal zelfstandig. Het hertogdom Limburg werd<br />

al in 1867 opgeheven en als provincie aan Nederland toegevoegd.<br />

Omdat er geen draagvlak meer was voor een product van de Franse revolutie, werd door de<br />

prins van Oranje in 1813 direct opdracht gegeven om een nieuwe Grondwet 10 op te stellen. In<br />

deze wet, die in 1814 gereed kwam, is de basis gelegd voor de huidige constitutionele<br />

monarchie. In artikel 52 van de Grondwet werd de volgende tekst opgenomen: De Staaten<br />

Generaal vertegenwoordigen het geheele Nederlandsche volk.” Hiermee werd volledig<br />

gebroken met de soevereiniteit van de provincies zoals die voor 1795 bestond.<br />

Al in 1815 besluit koning Willem 1 tot het vernieuwen van de Grondwet 11 . Hierbij werden de<br />

Staten-Generaal gesplitst in twee kamers: de Eerste Kamer, die werd benoemd door de<br />

Koning, mocht alleen ja of nee zeggen tegen een wetsvoorstel, de Tweede Kamer mocht<br />

stemmen over alle wetsvoorstellen en ze ook indienen. De koning behield veel macht en kon<br />

desgewenst de beide Kamers omzeilen. In 1840 werd de Grondwet opnieuw herzien en de<br />

afsplitsing van België eindelijk geregeld.<br />

In 1848 braken overal in Europa revoluties uit, wat er waarschijnlijk aan heeft meegewerkt<br />

dat koning Willem II aan Johan Rudolf Thorbecke de opdracht gaf om de Grondwet<br />

ingrijpend te herzien en te liberaliseren. Hiermee werd de grondslag gelegd voor onze huidige<br />

9 Staatsregeling van 1798 / Grondwet van de Bataafse Republiek (1 mei 1798)<br />

10 Grondwet voor de Vereenigde Nederlanden (29 maart 1814)<br />

11 Grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden (24 augustus 1915)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 13 8 september 2009


parlementaire democratie. De macht van de koning werd flink ingeperkt en niet hij, maar de<br />

ministers werden vanaf dat moment verantwoordelijk voor het gevoerde beleid. De Tweede<br />

Kamer werd rechtstreeks gekozen en kreeg meer invloed. Wel was nog lang niet iedereen<br />

stemgerechtigd, alleen mannen die belasting betaalden mochten stemmen.<br />

Bij de herziening van de Grondwet in 1848 12 wordt de basis gelegd voor de bestuurlijke<br />

inrichting die we het “Huis van Thorbecke” noemen. Hierin worden de rollen en<br />

bevoegdheden van Koning, Staten-Generaal, Provincies en Gemeenten (Staatshoofd en 3<br />

bestuurslagen) beschreven.<br />

In latere jaren 13 volgen nog meer wijzigingen: het kiesrecht wordt<br />

aan steeds meer groepen toegekend, het districtenstelsel wordt<br />

vervangen door een systeem van evenredige vertegenwoordiging en<br />

in 1922 werd als laatste grote wijziging het vrouwenkiesrecht in de<br />

Grondwet verankerd. In 1983 vond een Algehele herziening van de<br />

Grondwet plaats. Hierbij werd de inhoud van de wet niet<br />

fundamenteel gewijzigd, wel werd de tekst geheel herzien,<br />

verouderde passages geschrapt en werden enkele nieuwe<br />

grondrechten toegevoegd. De Grondwet is dus beslist niet statisch,<br />

ook na 1983 zijn nog veel kleine wijzigingen doorgevoerd. 14<br />

3.2 De vorming van politieke partijen.<br />

Afbeelding 2: J.R. Thorbecke<br />

Een politieke partij is een organisatie die er op gericht is om door middel van deelname aan<br />

verkiezingen invloed uit te oefenen op het overheidsbeleid. Dat kan lokaal, regionaal, of<br />

nationaal zijn (binnen het huis van Thorbecke) en sinds de grondwetsherziening van 1983 ook<br />

binnen Europa.<br />

De vorming van politieke partijen in Nederland is betrekkelijk laat op gang gekomen. Een<br />

redelijke verklaring hiervoor lijkt te vinden te zijn in de ontwikkelingsgeschiedenis. In de 19 e<br />

eeuw moesten de leden van de beide Kamers van de Staten-Generaal niets van partijvorming<br />

hebben, omdat ze bang waren dat hierdoor hun persoonlijke positie zou worden aangetast.<br />

Tijdens de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden waren de Staten-Generaal nog niet<br />

de volksvertegenwoordiging zoals die we nu kennen. Het was meer een congres van<br />

afgezanten van de soevereine Provinciën. Deze werkwijze had grote gevolgen voor de<br />

besluitvorming. Voordat ergens overeenstemming over kon worden bereikt, moest iedere<br />

gewestelijke afvaardiging meestal eerst overleggen met de hun lastgevende Provinciale<br />

Staten.<br />

Bij de nieuwe Grondwet van 1814 werd met dit systeem gebroken en kregen de leden van de<br />

Staten-Generaal een volksvertegenwoordigende functie. Ze moesten vanaf dat moment<br />

stemmen zonder “last en ruggespraak”. Toch duurde het nog tot ver na de grote herziening<br />

van Thorbecke voordat er landelijke politieke partijen werden gevormd. Pas in 1879 werd<br />

door Abraham Kuiper de Anti-Revolutionaire Partij opgericht. Er werd toen nog steeds met<br />

12 Op 3 november 1848.<br />

13 In de jaren 1887, 1917, 1922, 1938, 1946, 1948, 1954, 1956, 1963 en 1971.<br />

14 In de jaren 1987, 1995, 1999, 2000, 2002, 2005, 2006 en 2008.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 14 8 september 2009


een districtenstelsel gewerkt. Vooral bij de liberalen bestond nog veel weerstand tegen het<br />

idee van partijvorming. Geleidelijk ontstonden binnen de districten toch allerlei<br />

kiesverenigingen, die vervolgens elkaar opzochten en steeds meer gingen samenwerken. Ook<br />

op nationaal niveau ontstond meer toenadering. Geestverwante partijen zochten elkaar op en<br />

gingen samenwerken. Vanwege het absolute meerderheidsstelsel ontstonden er twee blokken<br />

die met wisselend succes met elkaar streden om de parlementaire meerderheid. In het<br />

linkerblok opereerden de liberalen en later ook de socialisten. Het rechterblok werd gevormd<br />

door de Protestants-Christelijken en de Rooms-Katholieken.<br />

In 1917 werd het districtenstelsel opgeheven en daarvoor in de plaats werd een stelsel van<br />

evenredige vertegenwoordiging ingevoerd. De vaste samenwerkingsverbanden vielen uit<br />

elkaar wat het definitieve einde betekende van de twee ‘blokken’. Elke partij ging zijn eigen<br />

koers. Uiteindelijk ontstonden er drie hoofdstromingen: confessioneel, liberaal en sociaaldemocratisch.<br />

De meeste wijzigingen bestonden vanaf dat moment uit afsplitsingen en<br />

samenvoegingen binnen deze hoofdstromingen. De oudste nu nog bestaande partij van<br />

Nederland is de Staatkundig Gereformeerde Partij, opgericht in 1918.<br />

Het woord “partij” werd overigens zo veel mogelijk vermeden vanwege gevoeligheden bij de<br />

afschaffing van het districtenstelsel. Die gevoeligheid is er nu al lang niet meer, maar werkt in<br />

onze tijd nog wel steeds door. Ook in de huidige Kieswet 15 komt het woord “partij” niet voor<br />

en wordt in plaats daarvan de term “politieke groepering” gebruikt.<br />

Politieke partijen ontstonden doordat volksvertegenwoordigers op basis van (h)erkenning met<br />

elkaar gingen samenwerken. De behoefte om zich gezamenlijk te profileren werd daardoor<br />

steeds sterker en er ontstonden groeperingen. Deze kregen behoeften om zich te conformeren<br />

aan gezamenlijke beginselen en visies. Daarmee ontstond spanning met het in de Grondwet<br />

verankerde principe om te handelen “zonder last en zonder ruggespraak”. De woorden<br />

“fractiediscipline”, “partijstandpunt”, “dissidenten” en “afsplitsing” werden politieke<br />

begrippen. Omdat er in partijverband wel veel behoefte aan overleg en afstemming was,<br />

werden in 1983 de woorden “en zonder ruggespraak” uit de tekst van de Grondwet geschrapt.<br />

3.3 Ontwikkeling naar de politieke partijen van vandaag.<br />

Tot in het midden van de jaren 60 konden politieke partijen rekenen op een vaste aanhang.<br />

Daarna begon de maatschappij te ontzuilen en deconfessionaliseren. Idealen raakten naar de<br />

achtergrond en de traditionele binding van de kiezers met de politieke partijen verdween, met<br />

als gevolg steeds heftiger fluctuaties in de verkiezingsuitslagen. Dit betekende een veel<br />

grotere inspanning voor de partijen om de gunst van de kiezer te verwerven. De partijen<br />

gingen daarin steeds meer op elkaar lijken en moesten op zoek naar thema’s waarin ze zich<br />

nog konden onderscheiden, de zogenaamde “kroonjuwelen”. Opvallend is dat de rol van<br />

politieke leiders als het gezicht van de partij daarbij steeds belangrijker is geworden.<br />

15 Kieswet, 28 september 1989.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 15 8 september 2009


Het is ondoenlijk om alle politieke partijen die in Nederland actief zijn uitgebreid te<br />

beschrijven. Het merendeel van de partijen en groeperingen is alleen op lokaal niveau actief.<br />

En omdat zij gericht zijn op lokale thema’s en belangen komen de meesten niet tot<br />

samenwerking en zijn daardoor niet actief op nationaal niveau. Een aardige uitzondering<br />

daarop is de SP, die van een lokale beweging is uitgegroeid tot een stabiele nationale partij.<br />

Ook Leefbaar Nederland was een goed voorbeeld van lokale partijen die tot samenwerking<br />

zijn gekomen, zij het dat de partij werd gekenmerkt door onderlinge ruzies en afsplitsingen<br />

waardoor deze vrij snel weer is opgeheven.<br />

Bij de Europese verkiezingen werken de politieke partijen van verschillende landen samen om<br />

zo tot fractievorming in het Europese parlement te komen. Een Europese fractie moet bestaan<br />

uit tenminste 25 parlementsleden uit 7 verschillende lidstaten. Opvallend is dat aan deze<br />

verkiezingen ook politieke partijen meedoen die niet op nationaal niveau actief zijn.<br />

Afbeelding 3: Politieke partijen in Nederland. (Stichting Libertarisch centrum Nederland)<br />

3.4 Partijen actief in de nationale politiek.<br />

Welke politieke partijen zijn er anno 2009 in Nederland actief op nationaal niveau?<br />

Dat lijkt een vrij eenvoudige vraag, maar zoals bij veel vragen is het antwoord heel erg<br />

afhankelijk van de criteria die er gesteld worden. We kunnen onderscheid maken in drie<br />

categorieën: Partijen vertegenwoordigd in de Tweede Kamer, partijen vertegenwoordigd in de<br />

Eerste Kamer en partijen die (nog) nergens zijn vertegenwoordigd. Deze laatste categorie is<br />

het moeilijkst te onderscheiden. Hieronder volgt een korte opsomming.<br />

Politieke partijen vertegenwoordigd in de Tweede Kamer zijn:<br />

Christen Democratisch Appel (CDA) 41 zetels<br />

Partij van de Arbeid (PvdA) 33 zetels<br />

Socialistische Partij (SP) 25 zetels<br />

Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) 21 zetels<br />

Partij voor de Vrijheid (PVV) 9 zetels<br />

GroenLinks 7 zetels<br />

<strong>ChristenUnie</strong> 6 zetels<br />

Democraten ‘66 (D66) 3 zetels<br />

Partij voor de Dieren 2 zetels<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 16 8 september 2009


Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) 2 zetels<br />

Trots op Nederland (TON) 1 zetel<br />

Totaal: 150 zetels<br />

Politieke partijen vertegenwoordigd in de Eerste Kamer zijn:<br />

Christen Democratisch Appel (CDA) 21 zetels<br />

Partij van de Arbeid (PvdA) 14 zetels<br />

Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) 14 zetels<br />

Socialistische Partij (SP) 12 zetels<br />

GroenLinks 4 zetels<br />

<strong>ChristenUnie</strong> 4 zetels<br />

Democraten ‘66 (D66) 2 zetels<br />

Partij voor de Dieren 1 zetel<br />

Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) 2 zetels<br />

Onafhankelijke Senaatsfractie (OSF) 1 zetel<br />

Totaal: 75 zetels<br />

Voorbeelden van politieke partijen die niet vertegenwoordigd zijn in de Staten-Generaal:<br />

Centrum Democraten (slapende partij), De Conservatieven.nl, De Groenen, Groen Vrij, Islam Democraten,<br />

Natuurwetpartij, Libertas, Liberaal Democraten, Leefbaar Nederland, Lijst Pim Fortuin, Nieuwe<br />

Communistische Partij Nederland, Nederland transparant, Partij van de Toekomst, Partij voor Nederland,<br />

Republikeinse Volkspartij, Tamara’s Open Partij, Verenigde Senioren Partij, Vooruitstrevende Integratie partij.<br />

Enz. enz.<br />

3.5 De politieke partij als vereniging.<br />

De Kieswet schrijft voor dat een politieke partij een vereniging met rechtsbevoegdheid is.<br />

Wie dus in Nederland een politieke partij wil beginnen, moet eerst een vereniging oprichten.<br />

Zo 'n vereniging moet voldoen aan de vereisten die het Burgerlijk Wetboek stelt. Verder moet<br />

de politieke partij nog in het verenigingenregister worden ingeschreven. Ook Trots op<br />

Nederland (TON) van Rita Verdonk en de PVV van Geert Wilders moeten zich voegen<br />

binnen de kieswet en zijn dus georganiseerd als een vereniging. TON stelt zich daarbij<br />

ruimhartig op, laat leden toe en moedigt deze aan om te participeren in de partij. De PVV<br />

voldoet alleen aan de minimum eisen die in het Burgerlijk Wetboek aan een vereniging<br />

worden gesteld en laat geen leden toe.<br />

Afbeelding 4: verkiezingen<br />

Voordat een politieke partij aan de verkiezingen kan deelnemen, moeten er nog een paar<br />

stappen worden gezet. De naam moet worden vastgelegd bij de Kiesraad, een orgaan van<br />

zeven door de Kroon benoemde leden. Deze Kiesraad geeft de minister van Binnenlandse<br />

Zaken en het parlement adviezen over de uitvoeringstechnische zaken rond verkiezingen en<br />

het kiesrecht.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 17 8 september 2009


Voordat een partij kan worden opgenomen in het Register van politieke groeperingen zal de<br />

Kiesraad om bewijzen vragen dat zij een geregistreerde vereniging met volledige<br />

rechtsbevoegdheid is. Rechtsbevoegdheid wil zeggen dat de vereniging zelfstandig drager van<br />

rechten en verplichtingen is, dit is vergelijkbaar met de rechten en verplichtingen van iedere<br />

volwassen burger van ons land.<br />

Een vereniging krijgt de gewenste volledige rechtsbevoegdheid nadat zij statuten heeft<br />

vastgesteld en die vervolgens door de notaris heeft laten passeren. Ook moet er door de leden<br />

van de vereniging een bestuur zijn gekozen. Een politieke vereniging wordt ook wel<br />

kiesvereniging genoemd. Een politieke partij bestaat uit een kiesvereniging als basis met<br />

daaromheen andere structuren. Deze hebben vaak hun eigen rechtspersoon. Voorbeelden zijn<br />

het partijbureau, instituten, verenigingen, (vaak zonder eigen rechtsbevoegdheid) fracties, enz.<br />

Afbeelding 5: politieke partijen in verkiezingsstrijd (Europese verkiezingen 2009).<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 18 8 september 2009


4 Onderzoeksresultaten.<br />

In dit hoofdstuk worden de volgende deelvragen uit hoofdstuk 2 beantwoord:<br />

4.1 Hoe zijn de verschillende politieke partijen georganiseerd?<br />

4.2 Wat zijn de fundamentele verschillen tussen deze organisaties?<br />

4.3 Hoe ontwikkelen de verschillende generaties zich en waarom is dit relevant<br />

voor de partijstructuur?<br />

4.4 Hoe heeft de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong> zich ontwikkeld?<br />

4.5 Wat zijn de kansen en bedreigingen voor de <strong>ChristenUnie</strong>?<br />

4.1 Hoe zijn de verschillende politieke partijen georganiseerd?<br />

Aan het begin van dit onderzoek zijn alle politieke partijen schriftelijk benaderd met het<br />

verzoek om informatie te verstrekken. Hierop is door CDA, VVD, D66 en de <strong>ChristenUnie</strong><br />

positief gereageerd. De vijf andere partijen hebben niet gereageerd op het verzoek. Een<br />

mogelijke verklaring hiervoor kan zijn dat het verzoek kort na de Europese verkiezingen is<br />

gedaan, een moment waarop de focus mogelijk niet helemaal gericht meer was op het<br />

electoraat. Dat was geen groot probleem want het voordeel van dit onderzoeksonderwerp is<br />

dat veel informatie openbaar is. Vrijwel alle statuten, reglementen en visies worden door de<br />

partijen gepubliceerd op hun eigen websites. Ook de Rijksuniversiteit Groningen heeft een<br />

grote verzameling statuten, reglementen en beginselprogramma’s van politieke partijen<br />

gepubliceerd op internet. Daarnaast is er veel gepubliceerd over dit onderwerp.<br />

Van al deze politieke partijen is literatuuronderzoek gedaan, in het bijzonder door de statuten,<br />

huishoudelijke reglementen, beginselprogramma’s en organigrammen met elkaar te<br />

vergelijken. Hiervan zijn factsheets gemaakt die als onderzoeksresultaat inhoudelijk op deze<br />

plaats thuis zouden horen, maar vanwege hun grote omvang en steeds repeterende<br />

verschijningsvorm als bijlage 1 t/m 9 zijn opgenomen. Deze bijlagen maken nadrukkelijk deel<br />

uit van dit onderzoek.<br />

Anders is het met de organigrammen. Alleen de PvdA, SP en GroenLinks publiceren een<br />

uitgebreid organigram op internet. De SGP houdt het op de website alleen bij een beknopt<br />

organigram. Vanuit de VVD en de <strong>ChristenUnie</strong> werd door het partijbureau een niet-officieel<br />

organigram verstrekt. Het CDA gaf aan niet over een organigram te beschikken. Ook de PVV<br />

heeft geen organigram, maar de reden hiervoor is dat er geen partijorganisatie is en de<br />

kiesvereniging alleen maar pro-forma bestaat. Voor de partijen waarvan geen organigram<br />

beschikbaar was, is op basis van de statuten en reglementen een organigram samengesteld en<br />

opgenomen in de betreffende factsheet. De factsheet van de PVV wijkt sterk af omdat van<br />

deze partij geen statuten gepubliceerd zijn.<br />

Opvallend is dat sommige partijen kiezen voor het zo volledig mogelijk vastleggen van hun<br />

structuur in de statuten (SP, <strong>ChristenUnie</strong> en SGP) en dat andere partijen uitgaan van<br />

minimale statuten met veel uitwerking in het huishoudelijke reglement. De VVD gaat hier het<br />

verst in. Voor de organisatie van het lokaal en regionaal niveau is bij de VVD niets<br />

opgenomen en wordt direct verwezen naar het huishoudelijke reglement.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 19 8 september 2009


4.2 Wat zijn de fundamentele verschillen tussen deze organisaties?<br />

Naast grote culturele verschillen (de VVD schijnt bijvoorbeeld volgens het interview heel<br />

gezellig te zijn) en ideologische verschillen, zijn er grote verschillen in de manier waarop de<br />

partijen zich hebben georganiseerd. Over dit laatste aspect gaat deze studie. Voor een<br />

onderlinge vergelijking dienen de verschillen vooral onderscheidend ten opzichte van elkaar<br />

te zijn. Bij sommige partijen, zoals D66, SGP, PVV en SP zijn dit soort verschillen zelfs<br />

verworden tot een eigen handelsmerk en deel gaan uitmaken van de identiteit van de partij.<br />

In dit onderzoek is gekeken naar een viertal onderscheidende factoren:<br />

• Veerkracht van de organisatie.<br />

• Medezeggenschap leden / partijdemocratie.<br />

• Interne cultuur van de organisatie. Top-down / bottom-up.<br />

• Gelaagdheid, dan wel versnippering van de organisatie.<br />

In onze maatschappij vinden veranderingen steeds sneller plaats. Generaties volgen elkaar<br />

steeds sneller op (zie verderop in dit hoofdstuk). Daarom wordt hier ingegaan op de wijze<br />

waarop de partij is ingericht en kan inspelen op maatschappelijke behoeften. Is de<br />

partijstructuur strak of zijn er speelse manieren om snel in te spelen op de behoeften van de<br />

leden? Hoe gemakkelijk is het om iets in de partij te veranderen? En zijn die behoeften er wel<br />

bij de achterban? Of vraagt de achterban juist om een heel ander geluid? De volgorde van de<br />

partijen hieronder is bepaald door de grootte van de Tweede Kamerfracties.<br />

4.2.1 CDA<br />

Het CDA 16 bestaat uit één vereniging die op Europees, nationaal en regionaal niveau<br />

opereert. De leden zijn georganiseerd in afdelingen en kunnen zowel de plaatselijke,<br />

provinciale, als landelijke vergadering (het Partijcongres) bezoeken en daar hun volledige<br />

rechten uitoefenen. De statuten zijn vrij algemeen geformuleerd en worden nader uitgewerkt<br />

in het Huishoudelijk Reglement wat ook door het Partijcongres wordt vastgesteld. Op het<br />

Partijcongres zijn alle leden stemgerechtigd en hebben de provinciale afdelingen en<br />

bijzondere organisaties extra stemrecht (totaal ca 200 extra stemmen).<br />

Het CDA is een echte bestuurderspartij, de partij is democratisch georganiseerd maar nogal<br />

gezagsgetrouw, er wordt goed geluisterd naar de partijleiding. In de cultuur is hier en daar<br />

nog steeds de spanning tussen de oude drie partijen terug te vinden. Door de vlakke<br />

organisatie is het relatief gemakkelijk om veranderingen door te voeren, maar hier is intern<br />

niet veel behoefte aan. De partijleiding heeft een centrale positie. De partij leunt nog steeds op<br />

de oude zuilen en heeft net als de meeste kerken te maken met een gestage terugloop in het<br />

ledental. De aanhang bestaat voor een groot deel uit mensen vanuit de middenklasse, vaak<br />

met christelijke wortels.<br />

4.2.2 PvdA<br />

De PvdA 17 bestaat uit één vereniging die op Europees, nationaal en regionaal niveau<br />

opereert. De leden zijn georganiseerd in afdelingen en hebben daar spreek- en stemrecht.<br />

Leden hebben ook spreekrecht op de provinciale vergadering (het Gewest). Vanuit de afdeling<br />

vindt een afvaardiging plaats naar zowel de provinciale, als landelijke vergadering (het<br />

16 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 1.<br />

17 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 2.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 20 8 september 2009


Congres). Er is een onafhankelijk congrespresidium. Er bestaat ook nog een Adviesraad<br />

Verenigingszaken die het partijbestuur adviseert. De basisstructuur van de partij is vastgelegd<br />

in de Statuten en wordt nader uitgewerkt in de Huishoudelijke Reglementen welke ook door<br />

het Congres worden vastgesteld. Door de getrapte structuur is een grote gelaagdheid ontstaan,<br />

waardoor de afstanden binnen de partij vrij groot zijn. De leden hebben geen directe<br />

zeggenschap op hogere niveaus. Daarom is het instrument van een directe (digitale)<br />

ledenraadpleging ingevoerd.<br />

Ook de PvdA is een echte bestuurderspartij, die jaren op de oude zuilen kon vertrouwen.<br />

Vanouds was er een grote actiebereidheid en solidariteit onder de leden. De leden waren<br />

mondiger dan bij het CDA en gewend zich te organiseren via de vakorganisaties. Leiders<br />

spraken de taal van de leden en kwamen voor hen op. Maar ook deze vanzelfsprekendheid<br />

verdween en het ledental is in de afgelopen twintig jaar gehalveerd. De ooit stabiele<br />

prognoses moesten plaats maken voor dagkoersen. De partijleiding heeft een centrale positie.<br />

De PvdA is zich bewust van haar regenteske imago en doet serieuze pogingen om dit te<br />

verbeteren. De aanhang bestaat voor een gedeelte uit de traditionele arbeidersklasse en voor<br />

een deel uit de middelklasse.<br />

4.2.3 SP<br />

De SP 18 bestaat uit één vereniging die op Europees, nationaal en regionaal niveau opereert.<br />

De leden zijn georganiseerd in afdelingen en hebben daar spreek- en stemrecht. Alle<br />

afdelingsvoorzitters worden gekozen en zijn lid van de Partijraad. Vanuit elke afdeling vindt<br />

een afvaardiging plaats naar zowel de regionale, als landelijke vergadering (het Congres).<br />

Vanuit deze drie vergaderingen wordt het partijbestuur gekozen. Het partijbestuur kan op zijn<br />

beurt weer afdelingen en afdelingsbesturen schorsen. De leden hebben geen directe<br />

zeggenschap op hogere partijniveaus.<br />

De SP is een actieve partij, die zich richt op de sociaal zwakkeren en misstanden in onze<br />

maatschappij. De partij verlangt van zijn leden veel inzet: de afdelingen hebben de<br />

verplichting tot het ontwikkelen van activiteiten en moeten daarover maandelijks rapporteren<br />

aan het partijbestuur. Door deze grote collectieve inzet worden leden extra verbonden aan het<br />

gedachtegoed van de partij. Het ledental benadert dan ook dat van de PvdA. De achterban<br />

bestaat veelal uit idealisten en activisten vanuit de arbeidersklasse. Vanouds werd gemikt op<br />

het binnenhalen van proteststemmen, vandaar de tomaat in het partijlogo.<br />

4.2.4 VVD<br />

De VVD 19 bestaat uit één vereniging die op Europees, nationaal en regionaal niveau opereert.<br />

De leden zijn georganiseerd in afdelingen en kunnen zowel de plaatselijke, provinciale, als<br />

landelijke vergadering (de Algemene Vergadering) bezoeken en daar hun volledige rechten<br />

uitoefenen. In de statuten is alleen het hoogstnodige opgenomen, de gehele structuur wordt<br />

verder uitgewerkt in een huishoudelijk reglement. Er wordt vergaderd in afdelingen en<br />

centrales. De Algemene Vergadering is gesplitst: er is een ledenvergadering over algemene<br />

onderwerpen waar alle leden stemgerechtigd zijn. Tegelijkertijd is er een vergadering van<br />

afgevaardigden die uitsluitend gaat over reglementen en statuten. Er is een Partijraad die door<br />

de leden wordt benoemd en het bestuur adviseert. Daarnaast kan er over specifieke<br />

onderwerpen een ledenraadpleging worden gehouden of een flitscongres worden<br />

georganiseerd.<br />

18 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 3.<br />

19 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 4.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 21 8 september 2009


De VVD heeft van de democratische partijen verreweg de meest flexibele organisatie. De<br />

wisselende perioden van bestuursverantwoordelijkheid en oppositie leidden tot fluctuerende<br />

ledentallen en werden steeds weer gevolgd door aanpassingen van de organisatie. Uiteindelijk<br />

heeft dat geleid tot de keuze voor een minimale basisstructuur in de statuten Het grootste deel<br />

van de landelijke structuur en de volledige regionale en lokale structuur wordt nu geregeld in<br />

het huishoudelijke reglement. Dat betekent dat de organisatie zeer eenvoudig aan te passen is<br />

aan veranderende maatschappelijke eisen. De nadruk ligt binnen de partij bijzonder op<br />

zelfbeschikking en het informele netwerk. De aanhang bestaat vooral uit de middenklasse en<br />

hogere klasse.<br />

4.2.5 PVV<br />

De PVV 20 bestaat uit één vereniging die Europees, nationaal en in enkele steden opereert.<br />

Omdat er geen leden worden toegelaten, is de structuur van de PVV is zeer eenvoudig. Dat<br />

heeft te maken met de afwijzing van de democratie binnen de partij. Één persoon beslist over<br />

alles. Daarmee is deze partij in potentie het meest flexibel. In theorie is daarmee elke<br />

verandering op elk moment mogelijk. Of dit in de toekomstige praktijk ook zo zal uitpakken<br />

moet blijken. In augustus 2009 maakte Wilders bekend dat zijn PVV bij de<br />

gemeenteraadsverkiezingen van 2010 alleen zal meedoen in Almere en Den Haag. “We<br />

hebben onvoldoende mensen gevonden voor wie ik mijn handen in het vuur steek. Als je dan<br />

toch meedoet, loop je het risico dat je in je eigen voet schiet.” aldus Wilders in zijn<br />

persverklaring. 21<br />

Opvallend is dat de PVV niet als doel heeft om zo breed mogelijk vertegenwoordigd te zijn in<br />

alle geledingen van het openbaar bestuur. De afwikkeling van gemeenteraadsverkiezingen van<br />

2010 vormen een risico voor de landelijke verkiezingen in 2011. Wanneer er veel stemmen<br />

worden binnengehaald zullen deze moeten worden gevolgd door collegeonderhandelingen en<br />

andere voor Wilders oncontroleerbare processen met daarbij mogelijke imagoschade. In zijn<br />

verklaring geeft Wilders aan dat hij met zijn besluit “LPF-achtige toestanden en het risico op<br />

bedrijfsongevallen wil voorkomen.” 22<br />

De politieke beweging is een vreemde eend in de politieke bijt. Niet nieuw, maar wel<br />

belangrijk. De PVV onderscheidt zich van andere partijen omdat het categorisch de<br />

democratie als intern instrument afwijst en tegelijkertijd wel gebruik wil maken van de<br />

parlementaire democratie als publiek spreekgestoelte. Kenmerkend is dat de PVV zich<br />

manifesteert op een beperkt aantal issues zoals immigratie en zich daarin consequent<br />

populistisch opstelt. Op andere dossiers is veel minder consistentie en lijken de standpunten<br />

niet echt ter zake doende. Het oprichten van lokale afdelingen wordt geblokkeerd. Ondanks<br />

deze werkwijze is een grote aanhang verworven, vooral onder islamofoben, activisten en<br />

extreem rechts.<br />

4.2.6 GroenLinks<br />

GroenLinks 23 bestaat uit één vereniging die op Europees, nationaal en regionaal niveau<br />

opereert. De leden zijn georganiseerd in afdelingen en kunnen zowel de plaatselijke,<br />

provinciale, als landelijke vergadering (het Congres) bezoeken en daar hun volledige rechten<br />

20 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 5.<br />

21 Geert Wilders, persverklaring aan het ANP, 15 augustus 2009.<br />

22 Geert Wilders, persverklaring aan het ANP, 15 augustus 2009.<br />

23 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 6.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 22 8 september 2009


uitoefenen. De statuten zijn vrij algemeen geformuleerd en worden nader uitgewerkt in het<br />

Huishoudelijk Reglement. Op het Congres zijn alleen de leden stemgerechtigd. Er is een<br />

onafhankelijk congrespresidium. Daarnaast is er een gekozen Partijraad die controleert en<br />

gedelegeerde bevoegdheden heeft. De partijraad legt verantwoording af aan de afdelingen. Er<br />

kan een ledenraadpleging of referendum worden gehouden. Congresbesluiten kunnen met een<br />

referendum worden gecorrigeerd.<br />

Landelijk is GroenLinks geen echte bestuurderspartij, vanuit de oppositie wordt meestal een<br />

kritisch geluid ten gehore gebracht. Lokaal kan dit enorm verschillen. De organisatie van<br />

GroenLinks kenmerkt zich door een grote mate van ledendemocratie. Er zijn zelfs vrije<br />

structuren als werkgroepen die, na erkenning als collectief, het recht hebben om stukken op<br />

het Congres in te dienen. Meestal zijn deze werkgroepen gebonden aan thema’s als<br />

bewapening, milieu en diversiteit en hebben nog een verbinding met de oorspronkelijke<br />

doelen: pacifisme, radicaalevangelisch, opkomen voor zwakkeren en milieu. De moeite die<br />

GroenLinks soms heeft met het formuleren van een eigen ideologie, komt vooral voort uit het<br />

grote zelfbewustzijn van de leden en de ruimte die de partij geeft voor interne discussie. De<br />

aanhang bestaat vooral uit de middenklasse.<br />

4.2.7 D66<br />

D66 24 bestaat uit één vereniging die op Europees, nationaal en regionaal niveau opereert. De<br />

leden zijn georganiseerd in afdelingen en kunnen zowel de plaatselijke, provinciale, als<br />

landelijke vergadering (het Congres) bezoeken en daar hun volledige rechten uitoefenen. De<br />

statuten zijn vrij algemeen geformuleerd en worden nader uitgewerkt in het Huishoudelijk<br />

Reglement. Op het Congres zijn alleen de leden stemgerechtigd. Er is een onafhankelijke<br />

besluitvormingscommissie (congrespresidium). Ieder bestuur kan een ledenraadpleging<br />

houden en elke ledenvergadering kan een referendum houden.<br />

D66 kende, net als de VVD, wisselende perioden van bestuursverantwoordelijkheid en<br />

oppositie en fors fluctuerende ledentallen. De organisatie lijkt erg op die van GroenLinks, (of<br />

is het juist andersom?) waarbij twee elementen onderscheidend zijn: er is geen partijraad en<br />

geen correctief referendum. D66 kent platforms, die vergelijkbaar zijn met werkgroepen.<br />

D66 profileert zich door de jaren heen consequent als een bestuurlijke vernieuwer, een thema<br />

wat door de kiezer niet altijd op waarde wordt geschat. De aanhang bestaat vooral uit de<br />

midden- en hogere klasse.<br />

4.2.8 <strong>ChristenUnie</strong><br />

De <strong>ChristenUnie</strong> 25 is in feite een federatie van samenwerkende kiesverenigingen. De partij<br />

kent geen afdelingen, maar autonome kiesverenigingen die de naam <strong>ChristenUnie</strong> mogen<br />

voeren nadat ze de landelijk vastgestelde statuten en reglementen hebben overgenomen. De<br />

kiesverenigingen werken samen in een landelijke Unie, onder andere om op Europees en<br />

nationaal niveau te kunnen opereren. Op het Uniecongres komen afgevaardigden van de<br />

kiesverenigingen bijeen en wordt gewogen naar grootte gestemd. De voorzitter van het<br />

landelijke bestuur is tevens voorzitter van het congres. Ook regionaal wordt op een<br />

vergelijkbare manier in een Provinciale Unie samengewerkt. Leden kunnen hun volledige<br />

rechten uitoefenen binnen de plaatselijke kiesvereniging en op het landelijke Ledencongres,<br />

dit houdt zich bezig met bezinning op maatschappelijke onderwerpen. Er zijn aparte statuten<br />

24 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 7.<br />

25 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 8.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 23 8 september 2009


voor iedere kiesvereniging en iedere Unie. Deze zijn vrij gedetailleerd en worden aangevuld<br />

met Huishoudelijk Reglementen.<br />

De <strong>ChristenUnie</strong> heeft zich in de laatste jaren meer ontwikkeld in de richting van een<br />

bestuurderspartij. De hele vormgeving als samenwerkingsverband is historisch bepaald. We<br />

vinden deze figuur terug bij de rechtsvoorgangers GPV (als verbond) en RPF (als federatie),<br />

bij de SGP en bij de ideologisch verwante ARP, die in 1971 de overstap maakte van federatie-<br />

naar ledenpartij. Bij de vorming van de <strong>ChristenUnie</strong> in 2000 heeft de partij het imago van<br />

“klein-rechts” bewust ingeruild voor “christelijk-sociaal”. Hierdoor heeft de achterban zich<br />

verbreed. De nieuwe positie van de partij vraagt steeds vaker om slagvaardigheid.<br />

4.2.9 SGP<br />

De SGP 26 bestaat ook uit juridisch zelfstandige kiesverenigingen, die opereren onder de<br />

vleugels van een hoofdbestuur. Statuten en reglementen moeten worden goedgekeurd door het<br />

hoofdbestuur. De kiesverenigingen komen samen in een landelijke Algemene Vergadering,<br />

onder andere om op Europees en nationaal niveau te kunnen opereren. Met uitzondering van<br />

de Jaarvergadering zijn de Algemene Vergaderingen niet toegankelijk voor leden. Op deze<br />

vergadering komen afgevaardigden van de kiesverenigingen bijeen en wordt gewogen naar<br />

grootte gestemd. Voorstellen van lokale kiesverenigingen kunnen worden geagendeerd, maar<br />

hiervoor gelden veel beperkingen en strikte voorwaarden. Er is een Raad van advies, bestaand<br />

uit vertrouwensmannen.<br />

Ook de SGP heeft een eenvoudige structuur omdat algemene democratie in principe wordt<br />

afgewezen. Alle afdelingen staan onder directe controle van het hoofdbestuur. Onder druk van<br />

intrekking van subsidies kunnen vrouwen sinds kort ook lid worden van de SGP. Dit betekent<br />

niet zonder meer dat ze binnen de partij stemrecht hebben en actief kunnen zijn. In de statuten<br />

wordt verwezen naar het beginselprogramma, waarin dit wordt uitgesloten.<br />

4.2.10 Omvang van statuten en reglementen<br />

Alhoewel de omvang van de statuten en reglementen waarschijnlijk meer zegt over de<br />

uitvoerigheid van het gebezigde taalgebruik dan over de inhoud, is het wel interessant om<br />

hierover een vergelijking te maken. De statuten van alle partijen zijn niet ouder dan 5 jaar en<br />

zouden dus actueel moeten zijn. Bij deze vergelijking zijn alle statuten en reglementen<br />

beschouwd die betrekking hebben op de landelijke en regionale verenigingsstructuur. 27<br />

Statuten en reglementen van de fractie, jongerenvereniging, bestuurdersvereniging, enz. van<br />

de partij zijn niet meegenomen.<br />

1. CDA 24.084 woorden<br />

2. D66 23.000 woorden<br />

3. <strong>ChristenUnie</strong> 18.845 woorden (inclusief lokale statuten)<br />

4. VVD 14.630 woorden<br />

5. GroenLinks 12.737 woorden<br />

6. PvdA 12.508 woorden<br />

7. SGP 7.544 woorden (exclusief lokale statuten)<br />

8. SP 7.410 woorden<br />

9. PVV omvang onbekend<br />

Wat betekent dit nu? Onderzocht is of er een evenredigheid bestaat tussen de omvang van de<br />

statuten en reglementen en de medezeggenschap binnen de partij. Als die evenredigheid<br />

26 Voor een uitgebreide beschrijving, zie bijlage 9.<br />

27 De meeste van deze statuten en reglementen zijn opgenomen in Supplement A.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 24 8 september 2009


estaat zou een partij met uitgebreide statuten een grote mate van medezeggenschap moeten<br />

hebben. En in het geval dat er omgekeerde evenredigheid bestaat moet juist een partij met<br />

summiere statuten de meeste ruimte aan zijn leden bieden. Beide redeneringen lijken soms te<br />

kloppen, wat nogal tegenstrijdig is. Voor deze hypothese is in algemene zin dus geen bewijs<br />

gevonden.<br />

4.2.11 Nog enkele overeenkomsten en verschillen<br />

Wat alle politieke partijen gemeen hebben is dat ze voldoen aan de wettelijk verplichte<br />

verenigingsstructuur en vanuit die organisatie om de gunst van de kiezer strijden. De grote<br />

uitzondering daarop is de PVV, daar dient de verenigingsstructuur geen enkel doel en is<br />

vergelijkbaar met een lege BV.<br />

Voor wat betreft de verenigingsstructuur, blijkt er qua inrichting van de organisatie een<br />

enorme verscheidenheid te zijn. Nederlanders zijn een inventief volkje als het gaat om het<br />

verzinnen van spelregels. Een aanname hierover zou kunnen zijn dat de structuur bepalend is<br />

voor de hoeveelheid leden en kiezers. Hiervoor zijn geen bewijzen gevonden. Het<br />

tegenovergestelde hiervan zou zijn dat leden de partijstructuur een ver aan de ideologie<br />

onderschikt onderwerp blijken te vinden. Ook hiervoor zijn geen bewijzen gevonden.<br />

Een andere hypothese die overblijft is dat het niet uitmaakt welke structuur wordt gekozen,<br />

als deze maar onderdeel wordt van de identiteit van de partij. Deze hypothese is veelbelovend,<br />

maar wordt hier niet verder onderzocht. Het is ook goed denkbaar dat structuur en ideologie<br />

zo nauw met elkaar verweven blijken te zijn dat hierin geen onderscheid wordt gemaakt.<br />

4.3 Hoe ontwikkelen de verschillende generaties zich en waarom is<br />

dit relevant voor de partijstructuur?<br />

Uit statistische gegevens van 2006 valt af te leiden dat er bij Nederlanders een rechtstreeks<br />

verband is tussen hun politieke betrokkenheid en hun leeftijd. 28 Opvallend is daarbij dat bij<br />

sterk ideologische partijen als GroenLinks en de <strong>ChristenUnie</strong> een veel groter aandeel van de<br />

achterban aangeeft lid te zijn van de partij dan dat bij andere partijen het geval is. Volledig<br />

betrouwbaar zijn dit soort statistische gegevens overigens nooit: 2% van de PVV-stemmers<br />

geeft aan tevens lid te zijn van deze partij, dit zou 0% moeten zijn omdat deze partij geen<br />

leden toelaat.<br />

Na de 2 e Wereldoorlog zijn demografen en sociologen begonnen om generaties te benoemen.<br />

Deze generaties vormen samen de maatschappij: de verzameling van huidige en toekomstige<br />

kiezers, politici en bestuurders. Het beschrijven van de verschillende generaties en hun<br />

onderlinge conflict vergroot het inzicht in de ontwikkeling van het electoraat en is daarom<br />

relevant.<br />

28 CBS-Statline, Betrokkenheid nieuws en politiek (2006)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 25 8 september 2009


Persoonskenmerken<br />

% Intensief campagne volgend<br />

18 tot 25 jaar 25 9 16 41 2<br />

25 tot 35 jaar 21 6 16 45 2<br />

35 tot 45 jaar 28 10 21 57 4<br />

45 tot 55 jaar 30 12 30 56 5<br />

55 tot 65 jaar 35 17 37 53 6<br />

65 tot 75 jaar 34 15 43 57 6<br />

75 jaar of ouder 31 20 50 47 7<br />

CDA 33 11 37 63 5<br />

PvdA 38 16 39 57 6<br />

VVD 36 15 37 68 5<br />

GroenLinks 43 17 39 72 9<br />

SP 33 13 19 57 2<br />

<strong>ChristenUnie</strong> 25 14 45 74 13<br />

PVV 25 6 6 51 2<br />

Afbeelding 6: betrokkenheid nieuws en politiek (bron: CBS-Statline 2006)<br />

% Politiek zeer geïnteresseerd<br />

% Aanhanger politieke partij<br />

4.3.1 Beschrijving van generaties.<br />

Generaties volgen elkaar steeds sneller op. Met een generatie wordt hier een groep mensen<br />

van dezelfde leeftijdcategorie bedoeld, die met dezelfde problemen in de levensloop te<br />

kampen krijgen. Volgens deze omschrijving omvatte een generatie vroeger vaak meerdere<br />

decennia. Tegenwoordig verandert de maatschappij zo snel dat sommige sociologen al durven<br />

stellen dat er elke vijf jaar sprake is van een totaal nieuwe generatie.<br />

” Culturele integratie staat in het centrum van de belangstelling. Daardoor blijft er nog maar<br />

weinig tijd en energie over voor een minstens even groot integratieprobleem: dat tussen de<br />

protestgeneratie en de netwerkgeneratie.<br />

De sterk toegenomen snelheid van technologische ontwikkelingen in de geavanceerde<br />

economieën van het noorden, zorgt ervoor dat de levenscycli van generaties alsmaar korter<br />

worden. Steeds meer leeftijdsgroepen met sterk verschillende vaardigheden en<br />

waardenoriëntaties zijn met elkaar in interactie en hebben steeds meer moeite om elkaar te<br />

begrijpen.<br />

Momenteel is die kloof het grootst tussen de babyboomers van de protestgeneratie en de<br />

screenagers van de netwerkgeneratie. Een generatie-integratiedebat is geboden, willen beide<br />

groepen niet structureel van elkaar vervreemden en mogelijkheden om van elkaar te leren<br />

definitief verdwijnen.” 29<br />

29 Pentascopekrant no1, jaargang 1, A great place to live.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 26 8 september 2009<br />

% Aangetrokken tot politieke partij<br />

% Lidmaatschap politieke partij


Afbeelding 7: Karakteristieken van de generaties – bron: Generatie Einstein - door Inez Groen<br />

De in de generatieleer nog altijd gezaghebbende socioloog Karl Mannheim stelde in 1928 al<br />

een definitie op met drie eisen 30 waaraan moet worden voldaan voordat van een generatie kan<br />

worden gesproken. Eerst is er de Generationslagerung (generatiegrondslag): de demografische<br />

positie van een groep mensen moet gelijk zijn - ze moeten ongeveer in hetzelfde jaar zijn<br />

geboren. Dan komt de Generationseinheit (generatie-eenheid) – ze moeten zich verbonden<br />

voelen. Als laatste is er de Generationszusammenhang (generatiesamenhang) – ze moeten<br />

gebeurtenissen (ervaringen) gemeenschappelijk hebben meegemaakt. Dat is een vrij<br />

duidelijke definitie. In latere jaren ontstaat binnen de sociologie steeds meer verwarring,<br />

generaties worden verschillend gedefinieerd, definities en perioden gaan elkaar vaker<br />

overlappen. Sander Pleij en Peter Vermaas 31 vroegen zich op een gegeven moment zelfs af of<br />

er volgens de definitie van Mannheim nog wel nieuwe generaties konden ontstaan, vanwege<br />

het ontbreken van hevige gebeurtenissen die collectief worden beleefd.<br />

Om het onderscheid enigszins te kunnen maken volgt hieronder per generatie een korte<br />

beschrijving. Enkele voorbeelden van voor die generatie bepalende gebeurtenissen zijn<br />

daarbij beschreven. De generaties hebben betrekking op de Engelssprekende landen en West-<br />

Europa.<br />

Protestgeneratie (geboren tussen ca. 1945 en 1955)<br />

Onderdeel van de naoorlogse generatie van Babyboomers. Deze generatie is idealistisch en<br />

gedreven, is zoekend om draagvlak en heeft een voorkeur voor herstructureren. The sky was<br />

the limit. Bepalend voor de generatie waren de Wederopbouw, de Koude Oorlog, de brede<br />

introductie van telefonie en televisie, radiopiraten, de seksuele revolutie en het ontstaan van<br />

het Hippietijdperk met moderne popmuziek.<br />

30 Karl Mannheim, Ideology and Utopia, (1929)<br />

31 S. Pleij & P. Vermaas, Blaffen op commando - de Groene Amsterdammer (3 nov. 1999)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 27 8 september 2009


Verloren Generatie (geboren tussen ca. 1955 en 1969)<br />

Ook wel de generatie Jones genoemd. Dit is de 2 e helft van de Babyboomers, die zich daar<br />

eigenlijk niet meer zo bij thuis voelt. Dit deel van deze generatie groeide op met dezelfde<br />

grote verwachtingen, maar werd bij hun volwassenheid in de jaren ‘70 geconfronteerd met<br />

een andere realiteit. Werkloosheid en snel veranderde maatschappelijke waarden leidden vaak<br />

tot teleurstellingen. Bepalend voor deze generatie waren het doorschieten van de<br />

consumptiemaatschappij, de seksuele revolutie, het hoogtepunt van de Koude Oorlog,<br />

internationaal terrorisme, hardrock-, soul- en discomuziek, de eerste Yuppies.<br />

Generatie X (geboren tussen ca. 1969 en 1980)<br />

Deze generatie wordt ook wel de Pragmatische generatie, Babybust of Generation Next<br />

genoemd. Het zijn de kinderen van de Protestgeneratie. Generatie X is over het algemeen<br />

bescheiden, nuchter en gericht op snel resultaat, het benutten van kennis, netwerken en is<br />

procesgeoriënteerd. Bepalend waren het beëindigen van de Koude oorlog, de introductie van<br />

de eerste computers, Desert Storm, de komst van AIDS, MTV, Grunge en Hiphop. Internet en<br />

mobiele telefonie zijn na invoering vanzelfsprekende onderdelen van hun wereld geworden.<br />

Generatie Y (geboren tussen ca. 1981 – 1993)<br />

Ook wel bekend als Millenium Generatie, Echo Boomers of Generatie Yer. Dit zijn over het<br />

algemeen de kinderen van de generatie Jones. Ze neigen er eerder toe hun omgeving aan te<br />

passen aan henzelf, dan andersom. Bepalend voor deze generatie was rond 1995 de komst van<br />

internet, e-mail en mobiele telefonie. Hierdoor werd vrijwel elk kennisveld onbegrensd<br />

ontsloten. Vanwege hun natuurlijke voorsprong was het gebruik van deze technologie vaak<br />

iets waarmee ze zich tegen hun ouders konden afzetten.<br />

Vanaf generatie Y wordt er volkomen vanzelfsprekend gebruik gemaakt van digitale<br />

communicatiekanalen als Blogs, Hyves, Facebook, Msn, Twitter, SMS, EMS, MMS,<br />

Youtube, enz. Deze generatie leest vrijwel geen papieren kranten, maar wel de digitale<br />

versies. De mogelijkheden en daarmee de populariteit van deze communicatiemiddelen<br />

veranderen jaarlijks en er komen steeds nieuwe bij. Grenzeloze communicatie is voor deze<br />

generaties verworden tot een primaire behoefte. Papier wordt daarbij nog nauwelijks gebruikt.<br />

Generatie C (geboren tussen ca. 1988 – 1993)<br />

Onderdeel van generatie Y. De C staat hierbij voor Content, hiermee<br />

wordt de inhoudelijke informatie op het internet bedoeld. Deze<br />

specifieke groep wordt onder meer door Inez Groen 32 ook wel<br />

generatie Einstein of door anderen Screenagers genoemd. Ze zijn<br />

slim, zelfbewust, grenzeloos actief en authentieke multi-taskers. Ze<br />

willen zich graag overal en snel thuis voelen. Generatie C is vooral<br />

verantwoordelijk voor de overvloed van beelden, teksten, audio- en<br />

videomateriaal op het net. Kenmerkend is dat internet wordt gezien<br />

als ‘open source”, een vrijwel onbeperkte bron van informatie, waarop<br />

doelbewust kennis met elkaar gedeeld wordt. Generatie C kan via<br />

internet beelden, creaties en content aan een miljoenenpubliek tonen.<br />

Afbeelding 8: Generatie Einstein, door Inez Groen<br />

Generatie Z (geboren vanaf ca. 1993)<br />

32 Inez Groen & Jeroen Boschma, Generatie Einstein (2006)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 28 8 september 2009


Ook bekend als Generatie I, internet Generatie of i-Generatie. Dit zijn de kinderen van de<br />

jongste Baby Boomers, generatie X en de oudste generatie Y. Crèche, peuterspeelzaal,<br />

buitenschoolse opvang en opgroeien in eenoudergezinnen, tweeverdieners, of ouders van<br />

gelijk geslacht zijn een vanzelfsprekend onderdeel van hun wereld. Deze generatie is<br />

natuurlijk nog zeer jong, maar de eerste theorieën zijn in de maak. Kenmerkend is dat deze<br />

kinderen al gedurende hun hele leven kennis hebben van digitale communicatiemiddelen. Ze<br />

delen daarom het gebruik van de moderne technologie als mobiele telefonie, computers en<br />

internet met hun ouders.<br />

Generatie M (benadering vanuit een andere definitie)<br />

Het zoeken naar nieuwe beschrijvingen van generaties gaat door. Volgens de traditionele<br />

beschrijving van Karl Mannheim zijn generaties onder andere verbonden door hun<br />

geboortejaren. Umair Haque, directeur van Havas Media Lab, vroeg zich af hoe het zit als<br />

mensen zich juist door andere elementen aan elkaar verbonden weten? Hij noemde dit<br />

verschijnsel Gen M en plaatse een manifest op de website van Harvard Buisiness. Gen M<br />

definieert zich volgens de schrijver niet door een bepaalde leeftijd, maar door bepaalde<br />

opvattingen vervat in 4 M’s: “a Movement that does Meaningful stuff that Matters the<br />

Most”. 33 Gen M wil dus waarde creëren, dingen doen die er toe doen en “we want to<br />

humanize life”.<br />

Bijzonder is dat ook Gen X-ers en Baby Boomers onder de definitie van Gen M kunnen<br />

vallen, wanneer zij deze opvattingen delen. In zekere zin hebben we het hier dus niet langer<br />

over een generatie. Het gaat meer om een maatschappelijke beweging die gaat in de richting<br />

van zingeving. Van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, het cradle-to-cradle principe<br />

en CO2 neutraal produceren.<br />

4.3.2. Kloof tussen generaties<br />

Volgens de generatietheorie dreigt tussen alle generaties een kloof te ontstaan, ze zijn immers<br />

allemaal onderscheidend van elkaar? Voor bedrijven en maatschappelijke organisaties is het<br />

van belang om dit verschijnsel goed te onderkennen als ze hun positie willen behouden. Ook<br />

politieke partijen die verbonden willen zijn met hun achterban kunnen deze culturele<br />

verschillen tussen generaties niet ontkennen.<br />

De topposities in de maatschappij worden nu gedomineerd door de protestgeneratie: in de<br />

politiek, op de ministeries, als bestuurder van grote ondernemingen, in de journalistiek, etc.<br />

De verloren generatie volgt in hun kielzog. Deze protestgeneratie is over het algemeen niet<br />

echt geïnteresseerd in het debat, het gaat vooral om planning & control en beheersing van de<br />

macht. Met veel strijd hebben ze nieuwe maatschappelijke waarden ingevoerd en nu<br />

verdedigen ze hun moeizaam verworven posities. Daarbij roepen ze nog steeds vaak dat het<br />

niet goed gaat, zonder zich te realiseren dat ze daar nu zelf verantwoordelijk voor zijn. Ze<br />

vormen samen een gesloten systeem, waar de screenagers vrolijk omheen surfen. Die zien<br />

niets in politiek, publieke omroepen, kranten of theater. De protestgeneratie, die binnen tien<br />

jaar het maatschappelijk toneel zal hebben verlaten, ziet dat wel, maar doet er meestal het<br />

zwijgen toe. Ze is overtuigd van haar eigen gelijk en blijft dat uitdragen tot het einde.<br />

Vanuit die positie worden maatregelen verzonnen om de nieuwe generaties weer op het rechte<br />

pad te krijgen. Vaak komt dat er op neer dat de jongeren zich moeten aanpassen aan de<br />

maatschappij zoals die er volgens de protestgeneratie zou moeten uitzien. De boodschap<br />

33 Umair Haque, The generation M manifesto (juli 2009)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 29 8 september 2009


wordt herhaald, opnieuw verpakt en nog eens herhaald: meer voorlichting, regels, toetsen,<br />

procedures, enz. Niet lang daarna volgt dan een debat over de efficiency van de bedachte<br />

maatregelen. Alle energie blijft zo in het kringetje van de protestgeneratie. De boodschap zelf<br />

bereikt de netwerkgeneratie meestal niet.<br />

De screenagers kiezen voor een autonome positie binnen een wereld met weinig hiërarchie.<br />

Ze zijn niet tegen luisteren of discussiëren, maar het moet wel een doel hebben. Autoriteit en<br />

senioriteit zegt hen niet zo veel. Ze leven in een wereld waarin alle informatie onder<br />

handbereik is en ervaring met één muisklik ontsloten kan worden. Hun doorzettingsvermogen<br />

is beperkt omdat problemen met gebruikmaking van technologie vaak eenvoudig omzeild of<br />

vermeden kunnen worden. Ze zijn tegelijkertijd lid van verschillende netwerken en culturen<br />

en maken snel een overstap. Dat wordt door de babyboomers vaak uitgelegd als lastig, niet<br />

loyaal, egoïstisch en zwak. Als het moeilijk wordt haken ze af.<br />

Belangrijk voor screenagers is dat ze zichzelf kunnen zijn en dat ze zich goed mogen voelen.<br />

Hun basisvaardigheid is multi-tasking/parallel processing en ze hebben daarbij het vermogen<br />

om 24 uur per dag en zeven dagen per week te communiceren in steeds wisselende<br />

netwerken. Ze zijn niet links of rechts, niet conservatief of progressief, maar maken voor ieder<br />

te bereiken doel een eigen persoonlijke keuze. Algemene normen, waarden en ideologieën<br />

zeggen hun niet zo veel. Dat wil niet zeggen dat ze geen normen en waarden hebben. De<br />

populaire standaardgroet: respect! is wat dat betreft veelzeggend. Persoonlijke waardering en<br />

(h)erkenning van het individu zijn belangrijk. Daarbij hebben ze de tekstcultuur van de vorige<br />

generaties ingeruild voor een klank- en beeldcultuur.<br />

Een exemplarisch voorbeeld van de verschillende denkbeelden aan beide zijden van de<br />

generatiekloof was te zien bij het neerstorten van Turkish Airlines bij Schiphol op 25 februari<br />

2009. Aan boord waren 135 personen, waarvan er negen om het leven kwamen. De<br />

hulpverlening in het dichtbevolkte gebied kwam onmiddellijk op gang. Aan het eind van de<br />

eerste dag bleek het voor de autoriteiten echter onmogelijk om een slachtofferlijst samen te<br />

stellen, o.a. om familie te kunnen informeren. Een belangrijke oorzaak hiervan was dat veel<br />

passagiers zelf actie hadden ondernomen. Ze hadden niet afgewacht, maar direct hun<br />

mobieltje gepakt en de rampplaats verlaten. Sommigen hadden een taxi gebeld, waren naar<br />

het ziekenhuis of een hotel gereden en hadden persoonlijk vrienden of familie op de hoogte<br />

gebracht. Ze beschouwden zichzelf niet als slachtoffer. Deze doelgerichtheid en eigen<br />

autonomie, geholpen door moderne communicatiemiddelen, is tekenend voor de nieuwe<br />

generatie. 34<br />

Een heel ander voorbeeld van effecten van de netwerksamenleving wordt beschreven door<br />

professor Roel in ’t Veld: “Neem een gewoon probleem, bijvoorbeeld een tienermoeder op het<br />

ROC. Ze dreigt af te haken, want ze heeft schulden. Dat is niet het enige, ze heeft een seksueel<br />

overdraagbare aandoening en ze woont ook nog eens slecht. Wil je haar echt helpen – dat wil<br />

zeggen de kans op een succesvol bestaan zo maximaal mogelijk maken – dan moet er worden<br />

samengewerkt door de woningcorporatie, de school, de gezondheidszorg en de<br />

schuldhulpverlening. Dan begint het probleem, want de gelden die aan die instellingen zijn<br />

verstrekt, zijn niet bedoeld voor integrale samenwerking. Besteed je als organisatie je geld<br />

buiten je eigenlijke doel, dan heb je een probleem. Je loopt het grote risico dat de raden van<br />

34 De poldercrash van 25 februari 2009, rapportage van het IOOV & IG.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 30 8 september 2009


toezicht moeilijk gaan doen omdat de departementen geld terugvorderen, want je kreeg het<br />

namelijk voor een bepaald doel en samenwerking stond niet in de taakstelling.” 35<br />

De combinatie van overheidssturing en de netwerksamenleving kan dus ook tot een enorme<br />

versnippering van taken leiden.<br />

4.3.3 Samenwerking van de generaties<br />

In deze studie is het niet de bedoeling om richtinggevende voorspellingen te doen en te<br />

schetsen hoe de komende generaties zich gaan ontwikkelen. Dat zou overigens voor de<br />

inrichting van een politieke partij wel heel erg gemakkelijk zijn. Elke vier jaar zijn er immers<br />

weer nieuwe verkiezingen, waarbij steeds een vrijwel nieuwe generatie kiezers wordt<br />

toegevoegd. Met behulp van te ontwikkelen generatie-scenario’s zou een organisatie zich<br />

beter kunnen voorbereiden om deze groepen aan zich te binden.<br />

Is de kloof onoverbrugbaar? Vanuit de protestgeneratie komen de geluiden dat het<br />

waarschijnlijk wel meevalt. De meeste jongeren uit de verloren generatie en de generaties X<br />

en Y blijken zich uiteindelijk te hebben gesetteld, ze hebben kinderen gekregen en zijn alsnog<br />

“brave burgers” geworden. Dat zegt waarschijnlijk veel over hun aanpassingvermogen, maar<br />

de vraag is of het ook maatgevend is voor de mate van participatie en integratie in de<br />

maatschappij die gerund wordt door de oudere generaties. Toch is enige nuance wel op zijn<br />

plaats. De mens is geen statisch wezen, maar een veelzijdige creatie, die in staat is zich op<br />

heel verschillende manieren te ontwikkelen.<br />

Elke generatie heeft zo zijn bijzondere kwaliteiten. Als we in staat zijn die samen te brengen<br />

door in elkaars wereld te kruipen en nieuwsgierig naar de ander te zijn, is de kans groot dat<br />

we er allemaal beter van worden. Het generatie M concept zou daar, afhankelijk van hoe het<br />

zich gaat ontwikkelen, best een voorbeeld van kunnen zijn.<br />

Professor in ’t Veld, die ooit nog 10 dagen staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen<br />

voor de PvdA was, onderkent ook de kwaliteiten van de nieuwe generaties en is vrij expliciet<br />

in zijn uitspraken: “Ons land heeft een uitermate regenteske traditie. We moeten de burger<br />

een andere rol geven, plek voor hem maken in het openbaar bestuur. Dat betekent hem niet<br />

alleen inzetten als adviseur, maar hem ook mee laten beslissen”. en “Kenniseconomie is het<br />

smalspoor van het marktdenken.” In een kennisdemocratie is er volgens hem een grotere rol<br />

mogelijk voor burgers als onderzoekers. Het vraagt tegelijk om meer bescheidenheid van de<br />

bestuurder, wat de redding van de democratie kan zijn. 36<br />

De in de vorige paragraaf beschreven verschillen tussen de generaties maken onze<br />

maatschappij complex en interessant. Als iedere generatie zijn eigen weg blijft gaan, ontstaan<br />

er verschillende culturen die weinig of niets meer gemeen hebben. Voor de protestgeneratie<br />

die nu aan de macht is, is dat scenario een bestuurlijke nachtmerrie, want ook de verloren<br />

generatie dreigt vervroegd af te zwaaien. En hoe zit het eigenlijk met generatie X? Die laat<br />

niets van zich horen en kiest haar eigen weg. Maar generatie X is toch de beoogde<br />

troonopvolger, die straks de leiderschapsposities in de maatschappij moet gaan innemen? Of<br />

niet?<br />

Nadat de protestgeneratie over enkele jaren het toneel heeft verlaten, kunnen nieuwe leiders in<br />

principe uit elke generatie voortkomen als ze maar in staat zijn de onderlinge verschillen te<br />

35 R. in ’t Veld in “Bekwame burger redt democratie”, artikel in Binnenlands Bestuur. (21 augustus 2009)<br />

36 R. in ’t Veld in “Bekwame burger redt democratie”, artikel in Binnenlands Bestuur. (21 augustus 2009)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 31 8 september 2009


overbruggen en zich aan te passen aan de cultuur van de anderen. De leiders van vandaag<br />

kunnen dat voorbereiden door persoonlijk en echt te zijn. Door nieuwsgierig te zijn naar de<br />

ander en door te vragen, waarbij verschillen gerespecteerd worden. Door niet te denken in<br />

problemen maar in de mogelijkheden die een probleem kan bieden.<br />

Berthold Günster noemt dit proces het omdenken. Omdenken betekent vanuit een positieve<br />

benadering nieuwe mogelijkheden zien en samen tot een oplossing komen. Daarbij kan het<br />

probleem zelf heel goed een onderdeel van de oplossing zijn. Het probleem is daarmee in feite<br />

de bedoeling. “Voor de pessimist is het glas half leeg. Voor de optimist is het glas half vol.<br />

Dit boek gaat uit van een derde benadering: waar is de kraan? Dit boek gaat over de<br />

overgang van een ja-maar naar een ja-én manier van denken. Van het denken in termen van<br />

problemen naar het denken in termen van mogelijkheden. De techniek die dit boek daartoe<br />

aanreikt is die van het omdenken”, aldus Günster in zijn boek. 37<br />

4.4 Hoe heeft de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong> zich ontwikkeld?<br />

4.4.1 Ontwikkeling van de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

De <strong>ChristenUnie</strong> is een relatief jonge partij, ontstaan als het product van een fusie tussen GPV<br />

(1948) en RPF (1975). Anders dan bij de fusie van GroenLinks hoefden er geen enorme<br />

cultuurverschillen overbrugd te worden. Ook de structuren van beide partijen leken op elkaar.<br />

Bij de oprichting van het GPV was gekeken naar de ARP, die toen nog een federatief model<br />

had. Bij de oprichting van de RPF is gekeken naar zowel ARP als GPV. Het was dan ook<br />

geen wonder dat beide organisaties met relatief kleine aanpassingen in elkaar geschoven<br />

konden worden. Verbond en Federatie smolten in 2000 samen tot Unie.<br />

Omdat de <strong>ChristenUnie</strong> direct na de vorming toenam in populariteit is veel energie gaan zitten<br />

in het politieke “gezicht” van de partij. Van een bezinning op de organisatiestructuur kwam<br />

niet zo veel terecht, er was ook niet veel behoefte aan. Langzaam maar zeker begint hier<br />

verandering in te komen. De oude verschillen tussen GPV en RPF vervagen en de kaderleden,<br />

maar ook de gewone leden, vragen zich af of met de vroeger zo vertrouwde werkwijze nog<br />

steeds het doel van de partij wordt gediend. Het professionaliseren van de partij krijgt zo meer<br />

prioriteit.<br />

De fusie tot <strong>ChristenUnie</strong> heeft ook geleid tot verbreding van de achterban. Was die bij het<br />

GPV en ook grotendeels bij de RPF nog beperkt tot enkele “confessionele” denominaties, na<br />

de fusie werden christenen en soms ook niet-christenen uit alle geledingen van de<br />

samenleving aangetrokken. Dat beperkt zich niet alleen tot kiezers en leden. Een kwart van<br />

het geïnterviewde partijkader geeft aan nooit tot één van de oude partijen te hebben behoord.<br />

Het tij is nog niet aan het verlopen, maar er lijkt wel een kentering op handen te zijn.<br />

En als dan nu de vraag wordt gesteld of de <strong>ChristenUnie</strong> met de huidige organisatie de<br />

toekomst in kan? Ongeacht hoe de organisatie er nu uitziet kan hier, na de verhandeling over<br />

de verschillen tussen generaties in het vorige hoofdstuk, eigenlijk maar één antwoord<br />

uitkomen: Nee, dat kan niet. Het is onmogelijk om nu al een organisatie in te richten die<br />

helemaal klaar is voor ontwikkelingen die nog niet zijn te overzien.<br />

4.4.2 Doel en inhoud van de enquête.<br />

37 Berthold Günster, Ja maar, ……HUH? De techniek van het omdenken. (2008)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 32 8 september 2009


Natuurlijk is bovenstaande conclusie enkel en alleen op basis van algemene demografische<br />

ontwikkelingen veel te gemakkelijk. Daarom is een enquête gehouden onder de 1802 bekende<br />

leden van het <strong>ChristenUnie</strong>kader. Deze groep omvat alle secretarissen van de<br />

kiesverenigingen, raadsleden en bestuurders. Aan deze groep is gevraagd om de vragenlijst<br />

door te sturen naar de andere lokale bestuursleden binnen hun vereniging.<br />

Het doel van de enquête was om te weten te komen of de veronderstelde problemen met de<br />

structuur worden herkend. De vragen waren gericht op het functioneren van de lokale,<br />

regionale en landelijke structuren en de wijze waarop de leden kunnen participeren. Verder<br />

was er een open veld waarop de ondervraagden hun specifieke opmerkingen konden<br />

meegeven. De vragen zijn niet geheel objectief opgesteld, bij de vraagstelling is uitgegaan van<br />

het bestaan van de veronderstelde problemen. Deze hypothese lijkt te worden bevestigd.<br />

De uitkomsten van de enquête zijn opgenomen in de bijlagen 38 . De respons is ondanks de<br />

vakantieperiode ruim 19% Dit is een prima opkomst en met 344 respondenten is het goed<br />

mogelijk om hierover valide uitspraken te doen. Vanwege de vakantieperiode heeft de<br />

enquête na het formele afstuderen nog enkele weken doorgelopen. In deze versie zijn de<br />

uitkomsten van de enquête volledig meegenomen.<br />

Helaas zijn van de aangeschreven doelgroep “Kaderleden van de <strong>ChristenUnie</strong>” geen verdere<br />

statistische gegevens beschikbaar. Van de respondenten zijn wel enkele basisgegevens<br />

gevraagd die hieronder worden weergegeven.<br />

1) Wat is uw leeftijd?<br />

1% < 20 jaar (generatie C, Y en Z)<br />

14% 20-35 jaar (generatie X + Y)<br />

30% 35-50 jaar (verloren generatie)<br />

47% 50-65 jaar (protestgeneratie)<br />

9% > 65 jaar (vooroorlogse generatie)<br />

2) Bent u een man of een vrouw?<br />

77% man<br />

23% vrouw<br />

3) Bent u al lang lid van de <strong>ChristenUnie</strong> of haar voorgangers?<br />

11% < 5 jaar<br />

19% 5 tot 10 jaar<br />

28% 10 tot 20 jaar<br />

42% > 20 jaar<br />

4) Van welke partij was u eerder lid?<br />

33% GPV<br />

41% RPF<br />

24% Geen<br />

3% Andere partij, nl CDA (5x), SGP (2x), EVP (1x)<br />

Zoals te verwachten was, is de protestgeneratie in de enquête goed vertegenwoordigd. Ook de<br />

verloren generatie is zeer aanwezig. De jongere generaties doen het veel minder goed,<br />

waarschijnlijk vooral omdat ze niet in kaderposities verkeren. Nog geen kwart van de reacties<br />

38 Bijlage 13 - enquête <strong>ChristenUnie</strong> / Bijlage 14 – Metadata enquête.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 33 8 september 2009


is gegeven door vrouwen, politiek is blijkbaar nog steeds een mannenzaak. Opvallend is ook<br />

dat ruim een kwart van de kaderleden nooit lid is geweest van de voorgangers GPV en RPF.<br />

4.4.3 De antwoorden uit de enquête.<br />

Bij het opstellen van de vragen is gekozen voor een driedeling: de lokale kiesvereniging, de<br />

provinciale unie en de verenigingsstructuur als geheel. De vragen zijn niet altijd neutraal<br />

geformuleerd. Zoals één van de geënquêteerden al opmerkte ligt de mening van de<br />

vraagsteller er soms min of meer in opgesloten. Sommige vragen zijn ronduit suggestief en<br />

verwijzen naar eerder binnen de partij gesignaleerde vraagstukken. Anderzijds zijn er ook<br />

vragen die tegenovergesteld zijn geformuleerd. De ondervraagden zijn allemaal betrokken als<br />

kaderlid van de <strong>ChristenUnie</strong> die mogen worden geacht voldoende kennis van zaken te<br />

hebben om dit onderscheid te kunnen maken. Gewone leden zijn niet ondervraagd.<br />

Over de lokale kiesvereniging:<br />

1. Ik ben erg tevreden over het functioneren van mijn eigen kiesvereniging.<br />

5% absoluut mee eens<br />

45% mee eens<br />

16% neutraal / weet niet<br />

28% niet mee eens<br />

6% absoluut niet mee eens<br />

Over het functioneren van de eigen lokale kiesvereniging is dus de helft van de kaderleden<br />

tevreden. Toch geeft ook meer dan een derde deel op deze algemene vraag aan dat de<br />

vereniging niet goed functioneert. Dat is een vrij groot aantal en dit kan veel verschillende<br />

oorzaken hebben. In de hierna volgende vragen worden een paar mogelijke oorzaken<br />

genoemd.<br />

2. Mijn vereniging heeft een actief en kundig bestuur.<br />

5% absoluut mee eens<br />

49% mee eens<br />

21% neutraal / weet niet<br />

21% niet mee eens<br />

5% absoluut niet mee eens<br />

Ruim de helft van de kaderleden acht het eigen bestuur kundig en actief. Dat is positief te<br />

noemen. Zorgwekkend is dat meer dan een kwart van de ondervraagden het hier niet mee eens<br />

is en het eigen bestuur dus niet actief en/of niet kundig vindt. Dat is een hoog percentage.<br />

3. Mijn vereniging heeft voldoende bestuursleden.<br />

6% absoluut mee eens<br />

34% mee eens<br />

9% neutraal / weet niet<br />

38% niet mee eens<br />

13% absoluut niet mee eens<br />

Dat verenigingsbesturen hier en daar kwijnende zijn was bekend. Slechts in twee van de vijf<br />

gevallen wordt aangegeven dat het eigen bestuur op sterkte is. Ruim de helft van het kader<br />

geeft aan dat er niet voldoende mensen in het bestuur zitten.<br />

4. Mijn vereniging vergadert minstens twee keer per jaar.<br />

23% absoluut mee eens<br />

49% mee eens<br />

3% neutraal / weet niet<br />

21% niet mee eens<br />

4% absoluut niet mee eens<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 34 8 september 2009


Statutair moet de kiesvereniging minstens één vergadering per jaar houden. Een actieve<br />

vereniging zou echter vaker bij elkaar moeten komen, bijvoorbeeld voor het organiseren van<br />

verkiezingen of ter voorbereiding van het congres. Bijna driekwart van de ondervraagden<br />

geeft aan dat de vereniging inderdaad minstens 2x per jaar vergadert. En een kwart geeft aan<br />

dat dit niet zo is. Dat komt redelijk overeen met het antwoord in vraag 1.<br />

5. Ik verwacht dat het steeds moeilijker zal worden om geschikte bestuursleden te vinden.<br />

26% absoluut mee eens<br />

51% mee eens<br />

13% neutraal / weet niet<br />

10% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

Kijkend naar de toekomst verwacht ruim driekwart dat het in de komende jaren moeilijker zal<br />

worden om geschikte bestuursleden te vinden. Slechts 11% verwacht geen problemen.<br />

6. In mijn vereniging is het geen probleem om goede mensen te vinden voor een<br />

programma- en selectiecommissie.<br />

4% absoluut mee eens<br />

31% mee eens<br />

17% neutraal / weet niet<br />

35% niet mee eens<br />

12% absoluut niet mee eens<br />

Iets minder somber dan voor bestuursfuncties zijn de verwachtingen voor het bemensen van<br />

een programma- en selectiecommissie. Bijna de helft verwacht ook hier problemen, een derde<br />

ziet geen problemen. Kanttekening hierbij vanuit de praktijk is dat veel verenigingen niet met<br />

dit soort commissies werken. Veel fracties schrijven het programma zelf en veel besturen<br />

doen de selectie van kandidaten in overleg met de zittende fractie.<br />

7. In mijn vereniging bereidt het bestuur zich goed voor op de discussies over thema’s op het<br />

Uniecongres.<br />

1% absoluut mee eens<br />

22% mee eens<br />

29% neutraal / weet niet<br />

35% niet mee eens<br />

13% absoluut niet mee eens<br />

Het Uniecongres, waar de kiesvereniging moet worden vertegenwoordigd en gezamenlijke<br />

besluiten worden genomen, moet worden voorbereid. Er moet een afgevaardigde worden<br />

aangewezen die namens de kiesvereniging zijn stem(men) op het congres gaat uitbrengen.<br />

Nog geen kwart van de kaderleden is van mening dat het eigen bestuur deze voorbereiding<br />

goed oppakt. Bijna de helft vindt dat het Uniecongres door het lokale verenigingsbestuur niet<br />

goed wordt voorbereid. Wat dit precies betekent is niet uitgewerkt. Het zou kunnen inhouden<br />

dat de stukken niet worden voorbesproken, dat afgevaardigden geen specifieke opdracht<br />

meekrijgen naar het Uniecongres of dat de kiesvereniging in het geheel niet vertegenwoordigd<br />

wordt.<br />

8. In mijn vereniging betrekt het bestuur de leden bij de voorbereiding van het Uniecongres.<br />

1% absoluut mee eens<br />

13% mee eens<br />

18% neutraal / weet niet<br />

47% niet mee eens<br />

22% absoluut niet mee eens<br />

Het getrapte systeem van de Uniestructuur veronderstelt dat de leden bij de voorbereiding van<br />

de besluitvorming op een Uniecongres worden betrokken. Op deze manier wordt de<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 35 8 september 2009


vertegenwoordiging naar het congres gelegitimeerd. Dit zou kunnen op een ledenvergadering<br />

of door een andere vorm van raadpleging. Maar 14% van het kader kan aangeven dat dit ook<br />

zo gebeurt. En 69% van de ondervraagden geeft aan dat de leden niet in dit proces worden<br />

betrokken. Opvallend is dat de groep die vraag 7 positief beantwoordt, veel groter is dan bij<br />

vraag 8. Een goede voorbereiding is dus voor deze groep niet hetzelfde als het betrekken van<br />

de leden bij de besluitvorming.<br />

Over de Provinciale Unie:<br />

9. De Provinciale Unie is het samenwerkingsverband van de plaatselijke verenigingen.<br />

7% absoluut mee eens<br />

37% mee eens<br />

28% neutraal / weet niet<br />

22% niet mee eens<br />

7% absoluut niet mee eens<br />

De provinciale Unie is statutair ingesteld als het samenwerkingsverband van de lokale<br />

kiesverenigingen. Van kaderleden zou verwacht mogen worden dat ze dit allemaal weten,<br />

maar nog niet eens de helft van de ondervraagden herkent dit als zodanig. Dat is een vreemde<br />

uitkomst. Van de kaderleden weet een groot deel niet aan te geven wat de provinciale Unie<br />

inhoudt en daarnaast is er nog een aanzienlijk deel die denkt dat het iets heel anders is. Omdat<br />

de Provinciale Unie een belangrijk element in de partijstructuur vormt is deze uitkomst nogal<br />

zorgwekkend. Er zijn meerdere denkrichtingen mogelijk. Het kan zijn dat de provinciale Unie<br />

niet herkend wordt als een verband, iets waarvoor de gezamenlijke verenigingen samen<br />

verantwoordelijk zijn. Dit beeld kan bijvoorbeeld ontstaan als de provinciale Unie zich als een<br />

zelfstandig orgaan opstelt tegenover lokale kiesverenigingen. Een andere mogelijkheid is dat<br />

de provinciale Unie zo onbekend is, dat bij de beantwoording van de vraag de mogelijkheid<br />

dat het met de eigen kiesvereniging te maken heeft, gelijk wordt uitgesloten.<br />

10. Ik weet goed welke taken de Provinciale Unie heeft.<br />

8% absoluut mee eens<br />

36% mee eens<br />

23% neutraal / weet niet<br />

27% niet mee eens<br />

5% absoluut niet mee eens<br />

In consistentie met de vorige vraag geeft ook hier nog niet de helft van de kaderleden aan te<br />

weten welke taken de provinciale Unie heeft. Dat betekent dat ruim de helft van de<br />

kaderleden niet weet wat de provinciale Unie doet.<br />

11. Ik ben erg tevreden over het functioneren van het Provinciale Uniebestuur.<br />

3% absoluut mee eens<br />

22% mee eens<br />

56% neutraal / weet niet<br />

17% niet mee eens<br />

3% absoluut niet mee eens<br />

Het provinciale Uniebestuur is het bestuur van samenwerkende lokale kiesverenigingen.<br />

Naast het organiseren van provinciale politieke activiteiten, moet het bestuur de lokale<br />

verenigingen ondersteunen en soms ook vertegenwoordigen. Slechts een kwart van de<br />

ondervraagden geeft aan hier tevreden over te zijn. Meer dan helft weet het niet,<br />

waarschijnlijk omdat ze er geen zicht op hebben. Een vijfde deel is ontevreden over<br />

functioneren van het PU-bestuur.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 36 8 september 2009


12. Het Provinciale Uniebestuur bevordert de samenhang tussen de lokale verenigingen.<br />

2% absoluut mee eens<br />

21% mee eens<br />

35% neutraal / weet niet<br />

33% niet mee eens<br />

9% absoluut niet mee eens<br />

Statutair is aan het bestuur van de provinciale Unie opgedragen om de samenhang tussen de<br />

lokale kiesverenigingen te bevorderen. Nog geen kwart van de ondervraagden herkent dit en<br />

geeft aan dat deze taak wordt uitgevoerd. 42% van het kader geeft aan dat dit niet gebeurt.<br />

13. Ik weet welke taken en bevoegdheden het Unieconvent (de vergadering van de provinciale<br />

voorzitters) heeft.<br />

4% absoluut mee eens<br />

15% mee eens<br />

29% neutraal / weet niet<br />

39% niet mee eens<br />

13% absoluut niet mee eens<br />

Het Unieconvent is de zelfstandige vergadering van provinciale voorzitters. Dit orgaan heeft<br />

vooral als taak om het landelijke bestuur te adviseren over niet politieke vraagstukken en<br />

onderling contact tussen regio en landelijk bestuur te bevorderen. Van de ondervraagde<br />

kaderleden geeft 19% bekend te zijn met deze taken. En 81% weet het dus niet. Het mag zelfs<br />

niet worden uitgesloten, dat veel kaderleden niet eens van het bestaan van het dit orgaan op de<br />

hoogte zijn. Het Unieconvent is in elk geval het minst bekende orgaan binnen de<br />

partijorganisatie.<br />

14. Eén van de bevoegdheden van het Unieconvent is dat zij de kandidatenlijst voor de Eerste<br />

Kamer vaststelt. Ik vind dat niet het Unieconvent, maar het Uniecongres de bevoegdheid<br />

moet krijgen om de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer vast te stellen.<br />

11% absoluut mee eens<br />

35% mee eens<br />

28% neutraal / weet niet<br />

21% niet mee eens<br />

5% absoluut niet mee eens<br />

Dat het Unieconvent de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer vaststelt zal voor veel<br />

ondervraagden een verrassing zijn geweest. Over de mogelijkheid om deze kandidatenlijst,<br />

net als de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer, door het Uniecongres te laten vaststellen is<br />

46% positief. Er is ook een groep van 26% die het hier niet mee eens is en 28% die het<br />

gewoon niet weet. Tussen de verschillende leeftijdsgroepen zaten bij de beantwoording geen<br />

significante verschillen.<br />

15. Ik vind dat niet het Unieconvent, maar het Ledencongres de bevoegdheid moet krijgen<br />

om de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer vast te stellen.<br />

7% absoluut mee eens<br />

27% mee eens<br />

25% neutraal / weet niet<br />

34% niet mee eens<br />

7% absoluut niet mee eens<br />

Deze vraag was eigenlijk concurrerend met de vorige vraag. Dat kan verwarrend hebben<br />

gewerkt. De bedoeling was om te peilen hoe de kaderleden staan tegenover directe<br />

verkiezingen van kandidaten door de leden. In dit geval is concreet voorgesteld om de<br />

kandidatenlijst voor de Eerste Kamer door het Ledencongres te laten vaststellen. Hierop<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 37 8 september 2009


eageert dan nog steeds 34% positief. De groep die het er niet mee eens is, is wel fors groter,<br />

namelijk 41%.<br />

16. In mijn Provinciale Unie is het geen probleem om voldoende mensen te vinden voor een<br />

programma- en selectiecommissie.<br />

1% absoluut mee eens<br />

8% mee eens<br />

68% neutraal / weet niet<br />

19% niet mee eens<br />

4% absoluut niet mee eens<br />

Kijkend naar de toekomst verwacht 23% van de kaderleden dat het in de komende jaren<br />

moeilijker zal worden om geschikte medewerkers te vinden. Slechts een optimistische 9%<br />

verwacht geen problemen. Het grootste gedeelte heeft er geen zicht op.<br />

Over de landelijke verenigingstructuur:<br />

17. Ik vind dat de huidige verenigingsstructuren goed functioneren.<br />

3% absoluut mee eens<br />

52% mee eens<br />

25% neutraal / weet niet<br />

19% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

Over het functioneren van de huidige verenigingsstructuur is meer dan de helft tevreden. Er is<br />

ook 20% die niet tevreden is. Dat is een hoog percentage voor een algemene vraag. Waarin<br />

deze onvrede zit, wordt in deze algemene vraag niet duidelijk, alhoewel er wel voorbeelden<br />

van worden gegeven bij de antwoorden op vraag 30.<br />

18. Ik vind dat de huidige verenigingsstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> om te veel menskracht<br />

vraagt.<br />

2% absoluut mee eens<br />

24% mee eens<br />

34% neutraal / weet niet<br />

37% niet mee eens<br />

2% absoluut niet mee eens<br />

Op de vraag of de huidige structuur teveel menskracht vraagt antwoordt ruim een kwart<br />

bevestigend. Een grotere groep van ruim een derde vindt ziet deze relatie absoluut niet. Deze<br />

vraag is natuurlijk suggestief. Een politieke vereniging vraagt altijd om veel menskracht en de<br />

gevraagde inzet is afhankelijk van heel veel factoren en meestal onafhankelijk van de<br />

structuur.<br />

19. Ik vind de lokale autonomie van de verenigingen belangrijk, want deze benadrukt de<br />

verscheidenheid binnen de partij.<br />

17% absoluut mee eens<br />

57% mee eens<br />

11% neutraal / weet niet<br />

14% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

De lokale autonomie van de kiesverenigingen is één van de pijlers van de <strong>ChristenUnie</strong>. Deze<br />

vraag is ook nogal suggestief vanwege de gemaakte koppeling naar het benadrukken van de<br />

verscheidenheid binnen de partij. En ook die verscheidenheid wordt best als belangrijk<br />

ervaren. Driekwart van de ondervraagden stemt dan ook met de stelling in. Slechts 15% is het<br />

met de stelling niet eens.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 38 8 september 2009


20. Ik vind dat de huidige verenigingsstructuur ons soms belemmert om snel op de<br />

maatschappelijke actualiteiten en veranderingen in te spelen.<br />

2% absoluut mee eens<br />

18% mee eens<br />

26% neutraal / weet niet<br />

50% niet mee eens<br />

5% absoluut niet mee eens<br />

De huidige verenigingsstructuur wordt door ruim de helft van de kaderleden niet als<br />

belemmerend gezien om snel op maatschappelijke actualiteiten en veranderingen in te spelen.<br />

Een op de vijf ervaart die belemmering wel. Onduidelijk is waaruit die belemmering zou<br />

moeten bestaan. Er wordt bij de beantwoording van vraag 30 wel meerdere malen aangegeven<br />

dat de lokale vereniging en de landelijke organisatie ver bij elkaar weg staan.<br />

21. Doordat alle kiesverenigingen hun eigen statuten en inschrijving moeten hebben, is een<br />

starre organisatie ontstaan die ons veel geld en energie kost.<br />

6% absoluut mee eens<br />

51% mee eens<br />

25% neutraal / weet niet<br />

17% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

Deze stelling wordt door 57% van de kaderleden onderschreven. Slechts een klein deel van<br />

18% is het hier niet mee eens. Er wordt dus duidelijk onderscheid gemaakt tussen de interne<br />

slagvaardigheid en de maatschappelijke slagvaardigheid uit vraag 20.<br />

22. Ik vind de huidige verenigingsstructuur iets waar goed over is nagedacht en wat je niet<br />

zomaar moet veranderen.<br />

3% absoluut mee eens<br />

20% mee eens<br />

33% neutraal / weet niet<br />

39% niet mee eens<br />

5% absoluut niet mee eens<br />

Maar 23% geeft aan dat over de huidige verenigingsstructuur goed is nagedacht en dat deze<br />

niet zomaar veranderd mag worden. De groep die openstaat voor verandering is met 44%<br />

twee keer zo groot.<br />

23. Ik vind dat de leden meer directe invloed moeten hebben. Belangrijke onderwerpen<br />

moeten op het Ledencongres worden besproken in plaats van op het Uniecongres.<br />

3% absoluut mee eens<br />

40% mee eens<br />

21% neutraal / weet niet<br />

32% niet mee eens<br />

4% absoluut niet mee eens<br />

Het geven van meer directe invloed aan de leden door taken van het Uniecongres naar het<br />

Ledencongres te verschuiven is een idee wat door 43% van het kader wordt omarmd. Er<br />

bestaat ook een iets kleinere groep van 36% die dit idee niet zien zitten. Bijzonder opvallend<br />

is dat bij de kaderleden van 50 jaar en ouder er twee keer zo veel voorstanders als<br />

tegenstanders zijn. Bij de kaderleden jonger dan 35 jaar ligt die verhouding net andersom.<br />

24. De huidige partijstructuur is toekomstvast.<br />

2% absoluut mee eens<br />

35% mee eens<br />

40% neutraal / weet niet<br />

21% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 39 8 september 2009


37% van de ondervraagden geeft aan dat de huidige partijstructuur toekomstvast is. Een<br />

kleinere groep van 22% is het daar niet mee eens. De rest weet het blijkbaar niet.<br />

25. Van mij mag de <strong>ChristenUnie</strong> veranderen van een partij met losse verenigingen die<br />

samenwerken in een Unie, naar een ledenpartij waarbij iedereen lid is van dezelfde<br />

vereniging.<br />

7% absoluut mee eens<br />

33% mee eens<br />

24% neutraal / weet niet<br />

30% niet mee eens<br />

6% absoluut niet mee eens<br />

Deze vraag wordt door 40% van het kader met instemming beantwoord. Er is ook een iets<br />

kleiner deel van 36% wat het er niet mee eens is. Een kwart de kaderleden heeft hierover geen<br />

mening. Deze percentages zijn normaal verdeeld over de leeftijdgroepen. Dit is een vraagstuk<br />

waar de meningen vrij uitgesproken tegenover elkaar staan. Opmerkelijk is toch dat veel van<br />

de kaderleden zich onmiddellijk uitspreken voor een ledenpartij zonder dat daar een brede<br />

inhoudelijke discussie aan vooraf is gegaan. Dat maakt dit tot een belangrijk item.<br />

26. Ik weet wat de taken van het Landelijk Bestuur zijn.<br />

4% absoluut mee eens<br />

60% mee eens<br />

27% neutraal / weet niet<br />

8% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

De taken van het landelijke bestuur zijn bij tweederde van de ondervraagden bekend. 9%<br />

geeft heel expliciet aan deze niet te kennen.<br />

27. Ik ben erg tevreden over het functioneren van het Landelijk Bestuur.<br />

3% absoluut mee eens<br />

57% mee eens<br />

35% neutraal / weet niet<br />

5% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

Ook geeft 60% aan tevreden te zijn over het functioneren van het landelijke bestuur. Slecht<br />

6% is hier niet tevreden over.<br />

28. Het Landelijk Bestuur bemoeit zich te weinig met de regio.<br />

4% absoluut mee eens<br />

33% mee eens<br />

40% neutraal / weet niet<br />

21% niet mee eens<br />

2% absoluut niet mee eens<br />

Er is een groep van 36% die aangeeft dat het landelijke bestuur zich te weinig met de regio<br />

bemoeit. Mogelijk ligt hier een relatie met vraag 17. Bijna een kwart heeft juist positieve<br />

ervaringen.<br />

29. Het Landelijk Bestuur zou zich moeten laten adviseren door een gekozen brede partijraad,<br />

zoals dat in andere partijen ook het geval is.<br />

5% absoluut mee eens<br />

38% mee eens<br />

40% neutraal / weet niet<br />

15% niet mee eens<br />

2% absoluut niet mee eens<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 40 8 september 2009


De Partijraad is een onbekend fenomeen binnen de <strong>ChristenUnie</strong>, maar wel bekend vanuit<br />

andere partijen. Een grote groep kaderleden van 43% zou graag een gekozen brede partijraad<br />

zien fungeren als adviseur voor het landelijke bestuur. Een bijna even grote groep heeft geen<br />

mening. Een klein van 17% deel wil deze Partijraad niet. Opmerkelijk is dat veel van de<br />

kaderleden zich onmiddellijk uitspreken voor een gekozen Partijraad zonder dat ze daar een<br />

concreet voorstel over hebben gezien. Dat maakt dit tot een belangrijk item.<br />

30. Ik zou over dit onderwerp nog graag het volgende willen meegeven:<br />

Bij vraag 30 zijn nog 80 losse reacties gegeven als toelichting. Hierin zit een enorme variatie<br />

aan opvattingen die zeer interessant zijn maar niet allemaal stuk voor stuk behandeld worden.<br />

Bij het opstellen van de conclusies en aanbevelingen zijn deze reacties wel zoveel mogelijk<br />

betrokken.<br />

Uit de gehouden enquête blijkt wel dat over de toekomstvastheid van de organisatie bij een<br />

belangrijk deel van de kaderleden twijfels bestaan. Dat volgt niet zozeer uit de hoofdvraag 39 ,<br />

maar vooral uit de afgeleide vragen. Gelukkig is het allemaal niet zo zwart-wit. Organisaties<br />

en werkwijzen veranderen door de jaren heen. Een veel belangrijker achterliggende vraag is<br />

of de organisatie soepel de metamorfose kan maken naar datgene wat in de toekomst<br />

gevraagd zal worden. Er lijkt een verschuiving wenselijk te zijn van een formele organisatie<br />

naar een meer organische structuur.<br />

4.5 Wat zijn de kansen en bedreigingen voor de <strong>ChristenUnie</strong>?<br />

Redenerend vanuit de generatieverschillen is het logisch dat de beschreven maatschappelijke<br />

trends ook binnen de <strong>ChristenUnie</strong> verder door zullen zetten. Van generatie Y (personen met<br />

geboortejaar vanaf 1981) en de generaties daaropvolgend kan vanuit de generatietypering<br />

worden verwacht dat ze minder binding zullen hebben met de ooit door de protestgeneratie<br />

geformuleerde Uniefundering en bijbehorende reglementen. Actievelingen binnen deze<br />

generatie zien zich vaak veel meer als overtuigde christenen, die hun persoonlijke visie<br />

bereiken door in een netwerk samen te werken. Zo’n persoonlijk doel kan overigens heel<br />

nobel wezen, maar is minder gedreven vanuit de collectieve gedachte. Deze andere<br />

maatschappijbenadering zal naar verwachting ook steeds meer doorwerking gaan krijgen<br />

binnen de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

Vooral voor de protestgeneratie kan een proces van aanpassing van de partijstructuren worden<br />

verward met het ter discussie stellen van het ideologische gedachtegoed van de partij. Enkele<br />

geënquêteerden spreken zich daar ook zo concreet over uit. 40 Die zorg zou ook nog best eens<br />

terecht kunnen zijn. Juist binnen een organische structuur zal de persoonlijke identiteit van de<br />

leden een belangrijker plaats innemen. Voor de aanstormende generatie kan het straks zelfs<br />

nog heel anders uitpakken, de trend is dat ideologieën lijken te gaan vervagen. Dat zal dan<br />

ook merkbaar worden binnen de leden van de <strong>ChristenUnie</strong>. De door de voorvaderen ooit<br />

bevochten kerkelijke zuilen nemen in belangrijkheid af en worden niet meer als zodanig<br />

(h)erkend. Als kerkelijke denominaties zijn verworden tot een interessant historisch gegeven<br />

kan daardoor het vanzelfsprekende collectieve gevoel voor deze groep verdwijnen.<br />

39 Enquête vraag 24. (zie bijlage 13)<br />

40 Enquête vraag 30, antwoord 4, 12, 14, 26, 53 (zie bijlage 13)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 41 8 september 2009


De vraag is dan wel wat daar voor in de plaats moet komen, een politieke partij is nu eenmaal<br />

een collectieve beweging. Moet dit veranderingsproces worden vertraagd, of moet er juist<br />

worden meebewogen? Is er een plaatsvervangend element wat samenbindt en een appél kan<br />

blijven doen op de collectieve gevoelens van de achterban? Wat is de gemeenschappelijke<br />

factor? De <strong>ChristenUnie</strong> profileert zich sinds de oprichting als een christelijk-sociale partij.<br />

Christelijk en sociaal, dat zijn twee krachtige elementen die voldoende potentie hebben om<br />

mensen samen te binden. De algemene tendens daarbij is dat netwerken in belangrijkheid<br />

zullen toenemen, waarbij het er om zal gaan wie je bent en wat je meebrengt in jouw netwerk.<br />

Het is dus niet ondenkbaar dat de persoonlijke relaties met God en met mensen de enige<br />

overblijvende bindende factoren voor de <strong>ChristenUnie</strong> van de toekomst zullen zijn.<br />

4.5.1 Groei en verandering achterban.<br />

Van de <strong>ChristenUnie</strong> kan worden gezegd dat het een dynamische partij is met een zeer trouwe<br />

en betrokken achterban. Volgens de eerder genoemde CBS-statistieken over 2006 was in dat<br />

jaar 13% van de stemmers ook lid van de partij. Dat is een hoog percentage. Daarvoor is een<br />

vergelijking gemaakt met de verkiezingsuitslag van 2002 waarbij 204.694 stemmen op de<br />

<strong>ChristenUnie</strong> werden uitgebracht. Bij de verkiezingen van 22 november 2006 boekte de partij<br />

een flinke winst, 390.969 stemmen, maar het aantal leden nam nauwelijks toe. Als die cijfers<br />

worden doorvertaald, zou het CBS-cijfer moeten worden bijgesteld naar 7%.<br />

De trouwe achterban is dus vrijwel gelijk in aantal gebleven, maar er zijn meer stemmers<br />

bijgekomen. Er is een natuurlijke behoefte van de partij om deze nieuwe kiezers aan zich te<br />

binden door een lidmaatschap. Deze nieuwe leden zijn vaak erg gemotiveerd en worden actief<br />

binnen de partij. Ze brengen vaak ook nieuwe ideeën met zich mee en breiden hun invloed uit.<br />

Dit kan leiden tot ideologische verschuivingen, iets wat door de oude garde kan worden<br />

uitgelegd of ervaren als afglijden. Voor een principiële partij als de <strong>ChristenUnie</strong> past het<br />

veranderen in een democratische middenpartij niet in de partijvisie.<br />

Vanuit de komende generaties en vanuit nieuwe kiezers als evangelischen of roomskatholieken,<br />

wordt steeds vaker de vraag gesteld of de huidige grondslag van de partij nog<br />

wel de juiste vlag is om de lading te dekken. Bij enkele van deze groepen is behoefte aan een<br />

nog veel directer geformuleerde grondslag, rechtstreeks vanuit de relatie met Jezus Christus.<br />

De verwijzing in de Uniefundering naar belangrijke documenten uit de reformatie als de Drie<br />

Formulieren van Eenheid heeft voor hen nauwelijks meerwaarde en wordt door sommigen<br />

zelfs als kwetsend ervaren. De later toegevoegde Unieverklaring sluit veel meer aan bij het<br />

gedachtegoed van deze nieuwe kiezers, omdat deze veel meer ruimte geeft.<br />

De toenadering tot andersoortige christenen is een proces waar een deel van het kader van de<br />

<strong>ChristenUnie</strong> bewust aan werkt, terwijl een ander deel er moeite mee heeft. Deze verbreding<br />

kan immers, afhankelijk van de kant van de medaille die bekeken wordt, leiden tot zowel een<br />

verarming als een verrijking. De inbreng van nieuwe groepen kan leiden tot een andere balans<br />

tussen Bijbelse waarden. Voeg daar nog het element van de komende generaties aan toe die<br />

hun christen-zijn binnen een heel andere context beleven. En samen vormen deze ingrediënten<br />

een proces met een onzekere uitkomst. Hier ligt een enorme uitdaging voor de partij.<br />

4.5.2. Vergrijzing en komst van nieuwe generaties<br />

Ondanks het bestaan van een actieve jongerenorganisatie, is de gemiddelde leeftijd van het<br />

<strong>ChristenUnie</strong>kader hoog 41 . Meer dan de helft van de geënquêteerden is ouder dan 50 jaar.<br />

41 Enquête vraag 1 (zie hiervoor bijlage 13)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 42 8 september 2009


Daarmee is ze overigens niet onderscheidend van andere politieke partijen. Binnen een tiental<br />

jaren zullen een groot aantal van deze kaderleden uit de protestgeneratie uitstromen en<br />

vervangen moeten worden. Uit de enquête komt duidelijk naar voren dat er zorgen zijn of<br />

hiervoor wel voldoende mensen gevonden zullen kunnen worden 42 .<br />

De maatschappelijke ontwikkeling van de nieuwe generaties gaat de <strong>ChristenUnie</strong> zeker niet<br />

voorbij. Deze ontwikkeling manifesteert zich wel minder sterk dan bij andere partijen,<br />

waarschijnlijk omdat de <strong>ChristenUnie</strong> een meer ideologische partij is. Het maatschappelijk<br />

netwerk waarbinnen de partij zijn aanhangers vindt, valt grotendeels samen met dat van de<br />

kerken, waardoor deze ongewild als een soort zeef fungeren. Kerken worstelen dan ook met<br />

dezelfde problematiek. Hoe combineer je het laten aansluiten van de boodschap met de wens<br />

tot meer eigen beleving? Jongeren die de ruimte krijgen hun eigen cultuur te creëren blijven<br />

binnen de kerk. Dat geldt ook voor jongeren die zich aanpassen en voegen binnen de cultuur<br />

van de ouderen. Beide groepen vormen grotendeels het potentiële <strong>ChristenUnie</strong>kader voor de<br />

toekomst. Een ander deel van de jongeren vertrekt uit de kerk of blijft gewoon weg. Niet<br />

zelden wordt de christelijke identiteit afgewezen vanwege teleurstellingen. Beleving en<br />

echtheid zijn immers belangrijk voor de nieuwe generaties? Daarmee wordt deze laatste groep<br />

haast onbereikbaar voor de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

Volgens de generatietheorie staan de nieuwe generaties open voor idealen en ideeën, maar ze<br />

moeten wel doelgericht bezig kunnen zijn en grenzeloos kunnen opereren binnen hun<br />

netwerken. Jongeren die daarvoor de ruimte krijgen, uiten hun denkbeelden eerder in hun<br />

snelle gesprekken op msn, hun getuigenissen op hyves, hun muziek- en beeldkeuze op<br />

youtube, dan door zich aan te sluiten bij een politieke partij met een tekst- en vergadercultuur<br />

en geschreven regels. Er is ook een verschuiving gaande van hiërarchie naar authenticiteit.<br />

Posities zijn niet vanzelfsprekend en worden ondergeschikt gemaakt aan inhoud. De uitdaging<br />

voor de <strong>ChristenUnie</strong> kan zijn om optimaal gebruik te maken van de sterke kanten van deze<br />

netwerken.<br />

De kloof tussen de generaties is zeker overbrugbaar. Dat kan door eigen dogma’s opzij te<br />

zetten en een zuivere identiteit (echtheid) te laten zien. Voorbeeld van een gezaghebbende<br />

bruggenbouwer tussen generaties is Prof. Dr. Ir. Egbert Schuurman (1937) die als Eerste<br />

Kamerlid actief is en binnen de partij veel met jongeren werkt. Een ander voorbeeld is Prof.<br />

Dr. Willem J. Ouweneel (1944) die vooral buiten de partij actief is. Zij kunnen zich in een<br />

grote populariteit bij de jongere generaties verheugen, omdat ze steeds de moeite nemen die<br />

andere wereld in te stappen, waarbij hun eigen identiteit overigens volkomen authentiek blijft.<br />

Onderbelicht is de mogelijkheid van het bestaan van een financiële drempel, die vooral voor<br />

jongeren geldt. Om deze drempel uit te sluiten heeft het CDA heeft ervoor gekozen om de<br />

contributie voor jongeren tot 25 jaar vast te stellen op € 0,-. Daarmee is de entree heel<br />

laagdrempelig geworden en krijgen jongeren de tijd om de partij in te groeien. Op deze<br />

manier kan de oudere generatie laten zien dat ze willen investeren in jongeren, wat ook als<br />

een handreiking mag worden beschouwd.<br />

42 Enquête vragen 5, 6, 16. 18 en enkele losse antwoorden bij vraag 30 (zie hiervoor bijlage 13)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 43 8 september 2009


4.5.3. De structuur van de <strong>ChristenUnie</strong><br />

Voorzichtig begint zich een behoefte aan vernieuwing van de structuur af te tekenen. 43<br />

Slechts een derde van de geënquêteerden geeft aan de huidige structuur nog als toekomstvast<br />

te beschouwen. 44 De oorzaak zou kunnen liggen in het feit dat er bij het ontstaan van de partij<br />

niet gekozen is voor een geheel nieuwe structuur, maar voor het zoveel mogelijk behouden<br />

van de structuren van de oude partijen, die immers erg op elkaar leken. Statutair bestaat de<br />

Uniestructuur daardoor uit autonome kiesverenigingen die met elkaar samenwerken. Bij GPV<br />

en RPF werd deze samenwerking vroeger een verbond of een federatie genoemd.<br />

Deze lokale autonomie wordt door de geënquêteerden als zeer waardevol ervaren 45 , maar is<br />

in feite veel beperkter dan bij de meeste andere partijen waar met afdelingen wordt gewerkt.<br />

Een lokale kiesvereniging is formeel wel autonoom, maar kan eigenlijk niet kiezen om af te<br />

wijken van de structuur en grondslag. In de partijstatuten is namelijk opgenomen dat een<br />

kiesvereniging in dat geval afstand moet doen van de naam <strong>ChristenUnie</strong>. En daarmee heeft<br />

een kiesvereniging precies dezelfde autonomie als een afdeling bij de meeste andere partijen.<br />

Doordat elke vereniging zijn eigen statuten en inschrijving bij de Kamer van Koophandel<br />

moet hebben, vergt een kleine aanpassing van die statuten een enorme operatie. Eerst moet er<br />

een besluit door het Uniecongres worden genomen, daarna moeten alle verenigingen die<br />

wijziging in een ledenvergadering verplicht doorvoeren (hoezo lokale autonomie?) en laten<br />

vastleggen bij de notaris. Kiesverenigingen die het niet met een door het congres vastgestelde<br />

wijziging eens zijn, of “vergeten” hiermee dit bij hun notaris te laten vastleggen, kunnen<br />

daardoor formeel geen onderdeel van de <strong>ChristenUnie</strong> meer uitmaken. Dit probleem wordt<br />

door de geënquêteerden breed onderkend 46 . Vanwege de vraagstelling is niet helemaal<br />

duidelijk of de bezwaren zich alleen richten tegen de starheid van het systeem of ook tegen de<br />

kosten van de wijzigingen. x<br />

De versnippering van de <strong>ChristenUnie</strong>-structuur uit zich in een veelheid aan documenten, er<br />

zijn maar liefst 5 statuten, 14 reglementen, 1 protocol en 1 gedragscode. De meeste andere<br />

partijen regelen hetzelfde met twee of drie documenten. Voorwaarde hiervoor is wel dat de<br />

partij bestaat uit één vereniging. Qua omvang van de teksten valt het mee en behoort de<br />

<strong>ChristenUnie</strong> tot de middengroep. Uit de partijvergelijking komt dat enkele andere partijen,<br />

zoals GroenLinks, kiezen voor meer sobere statuten. Hierin worden doel en grondslag<br />

vastgelegd en is de structuur verder zo min mogelijk is uitgewerkt. De uitwerking vindt dan<br />

plaats in een huishoudelijk reglement, wat met een eenvoudige procedure kan worden<br />

aangepast. Hier komt de notaris niet aan te pas.<br />

4.5.4. Vertegenwoordigende of directe democratie?<br />

Een ander vraagstuk binnen de partijstructuur is die van de wijze waarop leden hun invloed<br />

kunnen uitoefenen. Daarbij worden verschillende systemen onderscheiden.<br />

<strong>ChristenUnie</strong>, SP en PvdA werken met vertegenwoordigende democratie. Dit is een getrapt<br />

systeem: de leden kiezen een bestuur, het bestuur kiest een vertegenwoordiger (afgevaardigde<br />

naar congres of provinciale Unie), de vertegenwoordigers kiezen weer een bestuur, enz. Dit<br />

systeem is een afgeleide van het getrapte kiesstelsel uit 1848 en werkt op zich goed als alle<br />

43 Enquête vraag 30, reacties in antwoorden nrs. 5, 11, 30, 36, 57, 59, 61, 64, 66, 71, 74, 76, 78, 80 (zie hiervoor<br />

bijlage 13)<br />

44 Enquête vraag 24 (zie bijlage 13)<br />

45 Enquête vraag 19 (zie bijlage 13)<br />

46 Enquête vraag 21 (zie bijlage 13)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 44 8 september 2009


schakels goed functioneren. De afgevaardigden naar het Uniecongres handelen formeel<br />

zonder last, maar het is wel de bedoeling dat zij hun kiesvereniging zo goed mogelijk<br />

vertegenwoordigen. Uit onder andere de enquête blijkt dat het systeem nu niet zo<br />

functioneert. Uniecongressen en provinciale vergaderingen worden bijna niet in samenspraak<br />

met de leden voorbereid. In de enquête wordt ook aangegeven dat er een grote afstand wordt<br />

ervaren tussen de geledingen van de partij.<br />

Naast het systeem van de vertegenwoordigende democratie staat dat van de directe<br />

democratie. Leden stemmen dan rechtstreeks op het ledencongres over alle belangrijke issues.<br />

GroenLinks, VVD en D66 werken al jaren met dit systeem en houden zo tevens hun netwerk<br />

in stand.<br />

Het CDA kent een interessante mengvorm van vertegenwoordigende en directe democratie.<br />

De leden kunnen direct stemrecht uitoefenen in alle organen op alle niveaus. Daarnaast<br />

hebben de organen zelf ook een aantal stemmen toegewezen gekregen. Collectief en individu<br />

worden zo in één vergadering verenigd.<br />

Een ledenpartij levert per definitie niet een flexibeler organisatiestructuur op dan een<br />

federatieve partij. Flexibiliteit is dus geen argument om de leden meer invloed te geven.<br />

Waarom zou de <strong>ChristenUnie</strong> dan toch moeten overwegen om een ledenpartij te worden? Een<br />

belangrijk argument hiervoor wordt gegeven door de wens om de eigen autonomie te<br />

behouden 47 . Ook al gaat het in de enquête om de positie van de lokale vereniging, hiermee<br />

wordt onderstreept hoe belangrijk het is dat beslissingen laag in de organisatie genomen<br />

worden. <strong>ChristenUnie</strong> leden willen graag dichtbij de beslissingen van hun partij staan en deze<br />

beslissingen zelf kunnen nemen. De huidige wijze van vertegenwoordiging wordt door leden<br />

nauwelijks meer herkend als iets van henzelf. Het ledenmodel zal, als het op de juiste manier<br />

wordt vormgegeven, waarschijnlijk meer aansluiten bij de wens van eigen autonomie.<br />

Uit de enquête blijkt dat dit vraagstuk aandacht behoeft en dat hierover zeer verdeeld wordt<br />

gedacht 48 . Dat geeft te denken omdat de vraag om meer ledeninvloed binnen de partij<br />

momenteel eigenlijk nauwelijks onderwerp van gesprek is. Interessant is dat de antwoorden in<br />

de enquête een heel gepolariseerd beeld opleveren. Er tekenen zich heel duidelijk twee totaal<br />

verschillende opvattingen binnen de partij af en beide groepen zijn ongeveer even groot.<br />

4.5.5. Unieconvent, themagroepen of Partijraad?<br />

Binnen de partijstructuur is het Unieconvent (de vergadering van provinciale voorzitters) het<br />

minst bekend. Dat is ook niet zo vreemd, wat binnen de partij is het Unieconvent een<br />

zelfstandig orgaan wat vanwege de getrapte structuur het verst verwijderd staat van de leden.<br />

Het Unieconvent treedt ook nauwelijks op de voorgrond. De belangrijkste taak, adviseur en<br />

sparringpartner van het Landelijk bestuur en verbindingsschakel tussen Landelijk bestuur en<br />

regio’s, heeft zich nooit echt als zodanig ontwikkeld. Als adviseur zou het Unieconvent zich<br />

bezig moeten houden met bestuurlijke aangelegenheden. In zekere zin zou het Unieconvent de<br />

rol van een Partijraad kunnen vervullen. Dat zouden de leden trouwens zelf ook graag zo zien<br />

(en dan niet al te politiek-inhoudelijk). Het vaststellen van een kandidatenlijst voor de Eerste<br />

Kamer lukt wel, maar dit proces voltrekt zich vrijwel geheel buiten het zicht van de rest van<br />

de partij.<br />

47 Enquête vraag 19 (zie bijlage 13)<br />

48 Enquête vraag 25 en vraag 30, reacties in antwoorden nrs. 2, 4, 10, 16, 21, 26, 34, 36, 44, 46, 55, 64, 65, 66,<br />

70, 76. (zie bijlage 13)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 45 8 september 2009


Voor adviezen over inhoudelijke dossiers heeft het Landelijk bestuur besloten om<br />

themagroepen in te stellen die in principe een tijdelijk karakter hebben en overal over kunnen<br />

gaan. De eerste groepen, waarin mensen op persoonlijk titel plaatsnemen, moeten nog starten.<br />

Deze denktanks gaan in tegenstelling tot het Unieconvent wel aan de slag met gedetailleerde<br />

politiek-inhoudelijke thema’s en adviseren dus meer in de richting van de politici. Met de<br />

themagroepen is nog onvoldoende ervaring opgedaan om er een uitspraak over te kunnen<br />

doen.<br />

De suggestie om een gekozen Partijraad 49 als adviseur van het Landelijk bestuur in te stellen<br />

is in de enquête opvallend positief ontvangen. Voor een onderwerp wat nooit eerder is<br />

geagendeerd en nooit eerder in discussies is meegenomen, is het aantal kaderleden wat<br />

primair positief reageert erg hoog. Blijkbaar leeft dit onderwerp onderhuids vrij sterk. Wie er<br />

in zo’n Partijraad zouden moeten zitten en hoe groot deze zou moeten zijn, is niet verder<br />

uitgewerkt. Ook wat de taken zouden moeten zijn en hoe die raad gekozen zou moeten<br />

worden is in het midden gelaten. Het zou heel goed kunnen gaan om een samenvoeging van<br />

de taken van het Unieconvent en de themagroepen. Het lijkt zeker de moeite waard te zijn om<br />

hier eens nader naar te kijken. Bij de andere partijen varieert de grootte van een Partijraad<br />

tussen de 29 (SGP) en 183 (SP) personen. Ook de inhoudelijke taken zijn verschillend.<br />

Sommige partijen werken met zogenaamde platforms (D66) of werkgroepen (GroenLinks).<br />

Deze richten zichzelf op met een zelfgekozen doel, worden daarna door het partijbestuur<br />

erkend en opereren vervolgens autonoom binnen de partij. Bij GroenLinks opereren ze naast<br />

de Partijraad. De werkwijze is meestal digitaal, bijvoorbeeld via een internet community. In<br />

feite gaat het om specialisten op een of meer thema’s die samen binnen een vrije structuur een<br />

denktank vormen. Ze kunnen zo vraagstukken bestuderen, besluitvorming voorbereiden en<br />

voorstellen indienen. Deze manier van werken is bijzonder flexibel.<br />

Indien wordt besloten tot het instellen van een gekozen Partijraad zal dit met de nodige<br />

zorgvuldigheid moeten gebeuren. Hiervoor moeten dan nog veel vragen worden beantwoord.<br />

Moet het alleen om bestuurlijke of ook om politiek-inhoudelijke onderwerpen gaan? Moeten<br />

de themagroepen een eigen status krijgen? Of moeten ze integreren in de Partijraad? Als er<br />

gekozen moet worden, hoe moet dat dan?<br />

49 Enquête vraag 29 (zie bijlage 13)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 46 8 september 2009


5 Conclusies en discussie.<br />

In dit hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten uit het vorige hoofdstuk bijeen gebracht en<br />

conclusies getrokken. De centrale vraagstelling daarbij luidt: Is de organisatie van de<br />

<strong>ChristenUnie</strong> toekomstvast in het licht van de komende generaties? Moet het beleid worden<br />

aangepast en is het wenselijk de huidige partijstructuur te veranderen?<br />

Omdat in de paragrafen van hoofdstuk 4 ook al veel deelresultaten zijn geanalyseerd, waarbij<br />

al heel wat conclusies zijn getrokken, worden hier alleen nog de hoofdlijnen neergezet.<br />

5.1 Analyse<br />

Nederland kent al ruim 400 jaar een vorm van democratie met sterk verschillende<br />

bestuursvormen. Het huidige bestuurssysteem heeft zich pas vanaf 1917 ontwikkeld tot een<br />

meerpartijen- en uiteindelijk een multipartijenstelsel. Vanuit het historisch perspectief is<br />

duidelijk dat Nederland er eeuwen over heeft gedaan om naar dit politieke stelsel toe te<br />

groeien. Veel van de huidige structuren zijn historisch bepaald en worden gevoelsmatig<br />

verbonden aan specifieke waarden uit de Reformatie omdat ze dezelfde ontstaansgeschiedenis<br />

hebben.<br />

Nederlanders hebben behoefte om elkaar de maat te nemen. Die kritische grondhouding ten<br />

opzichte van elkaar is tevens de kracht waardoor de natie is ontstaan. Vanaf het begin van het<br />

ontstaan werd de Republiek der Nederlanden regelmatig meegesleept in een of ander<br />

opgelaaid intern machtsconflict of godsdiensttwist. De afsplitsing van België was de laatste<br />

strijd waarin dit nog met enig militair geweld gepaard ging. Daarna werd het gevecht meer<br />

geciviliseerd hetgeen merkbaar was aan een golf van kerkscheuringen en het ontstaan van de<br />

grote zuilen binnen de maatschappij. Splitsen bij onenigheid werd iets volkseigens, een<br />

gebruik wat uiteindelijk werd doorgezet in de oprichting van een bijna ontelbare hoeveelheid<br />

politieke partijen.<br />

De organisatiestructuren van de politieke partijen zijn allemaal verschillend evenals het<br />

democratische gehalte. Er zijn partijen met directe en indirecte zeggenschap voor de leden. Er<br />

zijn ook partijen waarbij invloed van leden niet of nauwelijks mogelijk is. De structuur van de<br />

organisatie kan heel plat of heel gelaagd zijn. Er is geen samenhang gevonden tussen het<br />

aantal leden of kiezers en de organisatiestructuur. De ideologie en de politieke boodschap<br />

lijken daarvoor toch het meest relevant te zijn.<br />

Door de introductie van o.a. de moderne media werd de wereld in nog geen 50 jaar ontsloten<br />

voor het westerse volk. Radio en televisie werden vanaf eind jaren zestig gemeengoed<br />

waardoor Nederlanders steeds meer in contact kwamen met andere (meest westerse) culturen.<br />

Communicatie werd steeds sneller door de invoering van telex en fax, internationale<br />

verbindingen per trein en vliegtuig. Door de introductie van het internet en mobiele telefonie<br />

werd de wereld uiteindelijk een dorp. Mensen zijn deel gaan uitmaken van wereldwijde<br />

netwerken. Ook de 2 e en grote delen van de 3 e wereld gaan daar nu in toenemende mate deel<br />

van uit maken. Door deze verbetering van de eigen positie en de mondiale oriëntatie<br />

vermindert de behoefte van mensen om door anderen vertegenwoordigd te worden. De<br />

organisatiegraad neemt af.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 47 8 september 2009


Het huidige systeem van de vertegenwoordigende democratie is beproefd. Het stamt uit de<br />

tijd dat het grootste deel van de bevolking nog analfabeet was en niet mocht stemmen, dat de<br />

postkoets en trekschuit snelle vervoerswijzen waren en dat de uitvinding van de telefoon nog<br />

op zich moest laten wachten. Vertegenwoordiging was de enige manier om de stemmen van<br />

het volk bijeen te brengen. Er waren geen andere opties. Die andere opties zijn er nu wel.<br />

Fysieke afstanden betekenen niets meer. We stappen in de auto of trein, een brief wordt<br />

binnen een dag bezorgd en via mobiele telefoon en e-mail zijn we altijd bereikbaar.<br />

De mens is in de laatste decennia individueler en zelfredzamer geworden. Oude zuilen en<br />

waarden sneeuwen onder op het internationale toneel en zijn niet langer onderscheidend.<br />

Links en rechts vloeien in elkaar over. Politieke partijen sluiten als collectief niet meer aan bij<br />

een behoefte en zien een teruggang in het ledenbestand en kiezers. Bij de komende generaties<br />

zal die behoefte waarschijnlijk alleen nog maar afnemen. Hoe ver deze ontwikkeling door zal<br />

zetten is de vraag. In het meest extreme geval kan het betekenen dat het huidige<br />

bestuurssysteem met politieke partijen en lidmaatschappen weer gaat verdwijnen en plaats zal<br />

maken voor een ander soort structuur. Door de eeuwen heen is dat immers vaker gebeurd.<br />

Het belang van macht en autoriteit nemen af en maken plaats voor authenticiteit, echtheid en<br />

doelgerichtheid. Ook vindt er steeds meer een verschuiving plaats van formele organisaties<br />

naar informele netwerken. Binnen die netwerken kunnen mensen elkaar op één of meer<br />

thema’s opzoeken. Nogmaals professor Roel in ’t Veld: “Ze weten van elkaars bestaan af en<br />

zoeken ook verhoudingen. In zo’n netwerk is empathie de centrale waarde. Het draait om<br />

rekening houden met. Maar ja, dan heb je het openbaar bestuur waarin dat netwerk is<br />

opgehangen. En ons openbaar bestuur is gebaseerd op verantwoordingsrelaties, zowel<br />

verticaal als horizontaal. Hiërarchie kan de omgang met complexiteit, die karakteristiek is<br />

voor het functioneren van netwerken, niet aan.” 50<br />

Een populistische partij als de PVV weet hier op een heel slimme manier op in te spelen. Zij<br />

kiest bewust voor het opereren binnen een netwerk met vrijwilligers en steekt geen energie in<br />

het opzetten van een organisatie en het werven van leden.<br />

De drie belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen waar de <strong>ChristenUnie</strong> mee te maken<br />

heeft zijn:<br />

o de (gewenste) instroom van nieuwe generaties.<br />

o de instroom van leden met een niet- traditioneel-reformatorische achtergrond<br />

o de uitstroom van oudere generaties uit actieve functies.<br />

Uit de enquête blijkt dat het kader de <strong>ChristenUnie</strong> zich bewust is van de toekomst. Er wordt<br />

nagedacht over de positie van de partij en de invloeden die nieuwe groepen kiezers, waarmee<br />

men zich verbonden weet, met zich meebrengen. Opvolging van het zittende kader is een<br />

groot aandachtspunt, evenals de huidige organisatiestructuur. De partij lijkt een beetje<br />

overgeorganiseerd. Er zijn ook een aantal interne structuren die niet (meer) functioneren en<br />

die langzamerhand ter discussie komen te staan. Gelukkig is de achterban bovengemiddeld<br />

betrokken en laat het kader zich niet tegenhouden door het woud van regels. De keuze voor<br />

het vertegenwoordigende systeem is binnen de partij niet langer vanzelfsprekend. Er is een<br />

toenemend draagvlak voor meer ledeninvloed en voor de invoering van een direct gekozen<br />

Partijraad.<br />

50 R. in ’t Veld in “Bekwame burger redt democratie”, artikel in Binnenlands Bestuur. (21 augustus 2009)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 48 8 september 2009


5.2 Synthese.<br />

Binnen de <strong>ChristenUnie</strong> is men zich bewust dat maatschappij verandert. Ook intern worden<br />

ontwikkelingen herkend en opgepakt. De stijl van <strong>ChristenUnie</strong> is daarbij niet die van een<br />

revolutie maar die van het volgen van een geleidelijk proces. Een aantal oude spelregels wordt<br />

al lang niet meer volgens het boekje gevolgd. De opvolgingsproblematiek wordt steeds<br />

actueler. De veranderde wijze van communiceren bij de nieuwe generaties zal mogelijk<br />

binnen enkele jaren om aanpassing van de werkwijze en de partijstructuur vragen. Nieuwe<br />

leden van buiten de reformatorische richting leveren nieuwe ideeën en waarden, maar stellen<br />

ook oude ter discussie. Een (terechte) zorg daarbij welke ook in de enquête is geuit, is of het<br />

ideologische gedachtegoed van de partij hierdoor zal veranderen.<br />

Een deel van het partijkader associeert het bewaren van het gedachtegoed nog met het behoud<br />

van de bestaande organisatiestructuur, vanwege de gezamenlijke ontstaansgeschiedenis.<br />

Daarbij moet wel worden bedacht dat de partij in feite niet meer dan 60 jaar bestaat en<br />

opereert in een systeem wat nog maar 130 jaar oud is. Het christendom bestaat al bijna 2000<br />

jaar en de verwachting, zeker die van leden van de <strong>ChristenUnie</strong>, is dat dit tot aan het einde<br />

der tijden zo zal blijven. In dat licht bekeken is het zeer waarschijnlijk dat ook de huidige<br />

<strong>ChristenUnie</strong> een kind van zijn tijd zal blijken te zijn en dat komende generaties weer<br />

behoefte zullen hebben aan andere formuleringen en structuren. Deze laatste conclusie geldt<br />

overigens voor alle politieke partijen.<br />

De belangrijkste vraag voor de <strong>ChristenUnie</strong> is hoe de partij zich klaar moet maken voor de<br />

komende generaties. Wanneer de oudere generaties hun posities gaan verlaten zal dat niet in<br />

één keer gebeuren. Lang nadat ze hun functies hebben opgegeven zullen ze als gewoon lid<br />

nog extra betrokken blijven en de partij (hopelijk) kritisch blijven volgen. Deze betrokkenheid<br />

wordt binnen de partij enorm gewaardeerd en maakt tevens veranderingsprocessen extra<br />

complex. Het “hoe” antwoord kan hier niet gegeven worden, omdat dit moet plaatsvinden<br />

vanuit een intern proces. Als handreiking hiervoor wordt in het volgende hoofdstuk een aantal<br />

richtinggevende aanbevelingen gedaan.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 49 8 september 2009


5.3 Discussie (stellingen)<br />

1. Alle politieke partijen zijn een kind van hun tijd. Binnen eeuwenoude democratieën zoals<br />

in Nederland vormen ze een tijdelijk verschijnsel en hebben in hun huidige vorm hun<br />

langste tijd alweer gehad.<br />

2. Er zullen altijd generatiekloven en ideologische verschillen zijn, net als leiders en volgers.<br />

Er is geen enkele aanleiding om hier nu meer dan normale aandacht aan te schenken.<br />

3. Informele netwerken zullen door de ontwikkeling van moderne communicatiemiddelen<br />

snel in belangrijkheid toenemen. De positie van het openbaar bestuur zal hierdoor sterk<br />

verschuiven en in belangrijkheid afnemen.<br />

4. Omdat de <strong>ChristenUnie</strong> een authentiek eigen profiel en doel heeft, zou het makkelijker<br />

moeten zijn om aansluiting te vinden bij de behoeften van nieuw komende generaties, dan<br />

bij andere meer algemeen georiënteerde partijen.<br />

5. De instroom van leden uit de nieuwe generaties of zonder traditioneel-reformatische<br />

achtergrond vormen geen bedreiging, maar zijn juist een verrijking van de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 50 8 september 2009


6 Evaluatie en aanbevelingen.<br />

In dit hoofdstuk wordt eerst teruggekeken op het proces van totstandkoming van deze scriptie.<br />

Is alles gegaan zoals voorzien? Zijn er bijzondere wendingen geweest? Vervolgens worden er<br />

specifieke aanbevelingen opgesteld die de <strong>ChristenUnie</strong> zou kunnen gebruiken om de<br />

partijstructuur aan te passen.<br />

6.1 Evaluatie.<br />

Het schrijven van een scriptie, naast het hebben van een volledige baan en vele<br />

maatschappelijke activiteiten is een zware opgave gebleken. Het aan het papier toevertrouwen<br />

van gedachten en deze steeds weer herformuleren vergt tijd en heeft menig nachtelijk uur<br />

opgeslokt. En als je denkt halverwege te zijn en je dan gedwongen voelt het onderzoek af te<br />

breken en opnieuw te binnen, kan de moed je in de schoenen zinken.<br />

Bij de keuze van een nieuw onderwerp is bewust gekozen voor een opgave buiten de<br />

werksfeer. Als lid van het landelijke bestuur van de <strong>ChristenUnie</strong> en raadscommissielid in<br />

Sneek lag het huidige onderwerp binnen handbereik. De oorspronkelijke doelstelling was om<br />

onderlinge partijstructuren te vergelijken. Tijdens het schrijven van de scriptie werden daar de<br />

context van het historisch perspectief en de komst en ontwikkeling van nieuwe generaties aan<br />

toegevoegd. Vanuit deze context kon een stevige verbinding naar de organisatiestructuur van<br />

de <strong>ChristenUnie</strong> worden gemaakt. De oorspronkelijke doelstelling om partijstructuren te<br />

vergelijken verdween naar de achtergrond en werd een middel om tot een nieuw doel te<br />

komen. De focus werd steeds meer direct gericht op de <strong>ChristenUnie</strong>. Zo veranderden titel en<br />

doelstelling en groeide het document.<br />

Het schrijfproces heeft ongeveer 5 weken geduurd binnen de periode van 1 juli t/m 20<br />

augustus. In de maand daarvoor was al ruw materiaal verzameld, de enquête uitgezet en<br />

waren drie interviews gehouden. Het echte schrijfproces begon op een camping in Avigliana<br />

(Italië), in een zeer inspirerende omgeving met uitzicht over een groot meer. Hier werd, in de<br />

buitenlucht en bij een temperatuur van ruim 30°C, de romp van de scriptie neergezet en zagen<br />

de eerste versies van de hoofdstukken 1 t/m 3 met de bijlagen 1 t/m 9 en 13 het daglicht.<br />

In Lauterbrunnen (Zwitserland) werd de eerste versie van hoofdstuk 4 geschreven, net als<br />

bijlagen 10 en 11 en een aanzet voor de hoofdstukken 5 en 6. In augustus werden de laatste<br />

onderdelen in Nederland toegevoegd en kwamen de tekstherzieningen en correcties. Laag na<br />

laag werd zo de scriptie opgebouwd en geholpen door commentaren van meelezers steeds<br />

krachtiger en puntiger gemaakt.<br />

Het ontbreken van een echte opdrachtgever was ook wel een aandachtspunt. De <strong>ChristenUnie</strong><br />

wilde zeker aan het onderzoek meewerken, maar een opdrachtgeverrol lag niet direct voor de<br />

hand, daarvoor was het onderwerp te prematuur. Deze onderwerpkeuze was veel meer een<br />

persoonlijke, en daar lag dan ook de oplossing. Vanuit de positie van lid van het Landelijk<br />

Bestuur lag een persoonlijk opdrachtgeverschap immers binnen handbereik. Zo werden auteur<br />

en opdrachtgever verenigd.<br />

De inzet van de enquête als instrument, in combinatie met gesprekken en interviews en eigen<br />

kennis van de organisatie en algemene politiek, leverden meer dan voldoende materiaal op.<br />

De feedback vanuit het partijbureau en van sommige personen rondom mij hebben dit<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 51 8 september 2009


esultaat opgeleverd. De enquête heeft na het voltooien van deze scriptie nog doorgelopen tot<br />

7 september en deze resultaten zijn in de publicatieversie alsnog meegenomen.<br />

Verrassend was het verschijnen van een interview 51 over een vergelijkbaar onderwerp met<br />

professor Roel in ’t Veld in Binnenlands Bestuur, vlak voor het inleveren van deze scriptie. In<br />

dit opiniërende achtergrondartikel trok hij vanuit zijn eigen PvdA achtergrond ongeveer<br />

parallelle conclusies. Dat leverde een enorm stuk herkenning op.<br />

6.2 Aanbevelingen.<br />

Als het gaat om aanbevelingen voor de <strong>ChristenUnie</strong> is het onmogelijk om een kant-en-klaar<br />

product te leveren. Over dit onderwerp zou immers een bibliotheek vol geschreven kunnen<br />

worden en zeer waarschijnlijk is dat ook al eens gedaan.<br />

Uit het onderzoek komen wel een aantal concrete verbeterpunten voor de partij naar voren,<br />

waarvan sommige eenvoudig uit te voeren zijn en andere een uitgebreid nader onderzoek of<br />

de start van een intern proces zullen vergen. Hieronder is een lijst met aanbevelingen<br />

opgenomen. Omdat het gaat om een democratisch proces zal het aan de leden van de partij<br />

zijn om hierover, al dan niet rechtstreeks, een besluit te nemen.<br />

6.2.1 Aanbevelingen over de partijstructuur.<br />

1. De bestuurslast voor de lokale verenigingen is soms te zwaar. In navolging van andere<br />

partijen zouden in die situaties de taken overgenomen moeten kunnen worden door de<br />

provinciale vereniging of de naburige vereniging.<br />

2. Zorg zo snel mogelijk dat de vertegenwoordiging van leden op het Uniecongres is<br />

gewaarborgd door de lokale vereniging en de afvaardiging naar het congres te laten<br />

functioneren zoals is bedoeld.<br />

3. Onderzoek of het mogelijk is de partijstatuten sterk te vereenvoudigen, met<br />

gebruikmaking van een overgangsregeling zodat de kiesverenigingen niet gelijk<br />

gedwongen worden hun eigen statuten te wijzigen. Neem zo veel mogelijk zaken op in het<br />

huishoudelijk reglement en maak de partijstructuur zo flexibel mogelijk.<br />

4. Het Unieconvent staat door zijn werkwijze en wijze van benoemen van de leden zover van<br />

de (kader)leden af dat de legitimatie van dit orgaan ter discussie moet worden gesteld.<br />

Onderzoek of het Unieconvent als orgaan nog wel bestaansrecht heeft. Mogelijke opties<br />

naast opheffen zijn het moderniseren van het Unieconvent of het laten opgaan in een<br />

Partijraad.<br />

5. Laat de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer vaststellen door het Uniecongres.<br />

6. Maak, naar voorbeeld van GroenLinks of D66, nieuwe werkvormen mogelijk via<br />

werkgroepen of platforms, die los binnen de partij kunnen opereren, adviezen kunnen<br />

opstellen en voorstellen kunnen indienen.<br />

7. Onderzoek of en hoe een rechtstreeks gekozen Partijraad kan worden ingesteld. Bepaal<br />

daarbij hoe groot deze Partijraad zou moeten zijn en welke taken deze zou moeten hebben.<br />

Kijk verder of benoeming van de leden mogelijk is door het Uniecongres en/of het<br />

Ledencongres.<br />

8. Start een proces om te onderzoeken of en zo ja wanneer en hoe het beëindigen van de<br />

federatieve structuur gewenst is. Onderzoek wat de voor- en nadelen zijn van een<br />

partijmodel met meer rechtstreekse invloed van leden. Belangrijk hierbij is wel dat de<br />

51 R. in ’t Veld in “Bekwame burger redt democratie”, artikel in Binnenlands Bestuur. (21 augustus 2009)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 52 8 september 2009


lokale autonomie behouden blijft of mogelijk zelfs kan worden versterkt.<br />

Kiesverenigingen en provinciale Unies zouden hiervoor bijvoorbeeld tot afdelingen met<br />

veel eigen zeggenschap kunnen worden omgevormd.<br />

9. Onderzoek of de huidige situatie met een Unie- en een Ledencongres voor de partij(leden)<br />

het meest optimale is. Er is een tweedeling tussen voor- en tegenstanders van uitbreiding<br />

van de bevoegdheden van het Ledencongres. Een mengvorm van invloed van leden en<br />

kiesverenigingen zoals bij het CDA, kan daarbij ook een interessante optie zijn.<br />

6.2.2 Aanbevelingen over de aansluiting naar komende generaties<br />

10. Durf te veranderen. Houd ontwikkelingen in de gaten en maak contact. Doe tijdig een stap<br />

terug en geef nieuwe generaties de ruimte. Het partijkader lijkt hiervoor voldoende open<br />

te staan. Bouw aan een informeel (digitaal) netwerk/ community rondom de partij.<br />

Werkvorm of structuren zijn daarbij niet van belang. Authenticiteit wel.<br />

11. De kern van de boodschap is goed verwoord in de Unieverklaring. Onderzoek of in de<br />

Uniefundering meer ruimte kan worden gegeven voor nieuwe groepen als Evangelischen<br />

en Rooms-katholieken. Omdat dit een statutenwijziging vraagt is het goed dit proces in<br />

samenhang met aanbeveling 3 te beschouwen.<br />

12. Stel, in navolging van het CDA, de contributie voor jongeren tot 25 jaar vast op nul euro.<br />

6.2.3 Aanbevelingen over de eigen organisatie<br />

13. Leg een uitgebreider (mail-)adressenbestand aan van alle kaderleden ten behoeve van het<br />

bouwen van een netwerk, het houden van enquêtes, enz.<br />

14. Denk na of de partij op de lange termijn alleen moet bestaan uit een vereniging met leden<br />

of dat de achterban waarmee een verbinding gewenst is, ook op een andere manier aan de<br />

partij verbonden kan zijn.<br />

Dit zijn de belangrijkste aanbevelingen. Er zijn nog tal van kleinere verbeterpunten te<br />

destilleren uit o.a. bijlage 12 (tweegesprek) en bijlage 13 (vooral de antwoorden op vraag 30)<br />

of door de vergelijking met andere partijen. Daarbij geldt ook dat deze aanbevelingen slechts<br />

onderdeel zijn van een momentopname en dat de tijd gewoon doortikt. Het uitvoeren van de<br />

hierboven geformuleerde of andere verbeterpunten, mag nooit een doel op zichzelf zijn.<br />

Het gaat juist om het proces wat daar toe leidt, de zoektocht naar de ander. Een bekende<br />

Romeins-Joodse ethicus heeft het ooit zo geformuleerd: “Handel niet uit geldingsdrang of<br />

eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf. Heb niet alleen<br />

uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander.” 52<br />

Met dit citaat sluit ik deze scriptie af.<br />

52 Apostel Paulus, Brief aan de Filippenzen, hoofdstuk 2: 3-4. (ca. 62 na Chr.) – vertaling NBV.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 53 8 september 2009


7 Literatuurlijst.<br />

• Inleiding constitutioneel recht, door C.A.J.M. Kortmann & P.P.T. Boven d'Eert.<br />

• Inleiding tot het Staatsrecht en het Bestuursrecht, door J.M. de Meij & mw. I.C. van der Vlies.<br />

• De moderne democratie, door Meindert Fennema & H. Ronden.<br />

• Kieswet – 28 september 1989.<br />

• Onderzoek – de basis, door H. van Buuren en H. Hummel – 1997.<br />

• De hedendaagse politieke partij, door F.R. Ankersmit – 2000.<br />

• De noodzakelijke heruitvinding van de vertegenwoordigende democratie, door C.W. de Vries – 2000.<br />

• Interne partijdemocratie en representatie, door R.A. Koole – 2000.<br />

• Politieke partijen en de Civil society, door P. Kalma – 2000.<br />

• Representatie zonder partijen, door A.P.M. Lucardie – 2000.<br />

• Het kader van de <strong>ChristenUnie</strong>, door A.P.M. Lucardie, J. Hippe, W.H. van Schuur en G. Voerman – 2001.<br />

• Normen en rechtshandelingen, rechtswetenschap als interpreteren en observeren, M. Herweyer – 2003<br />

• Plebiscitaire partijen (vernieuwing van partijorganisaties), door Gerrit Voerman – 2004.<br />

• Het verzinsel van de partijdemocratie, door Bert Middel – 2004.<br />

• De SGP onder vuur, door A.H.M. Dolle – 2005.<br />

• A Great place to live, artikel van Mathieu Weggeman in Pentascopekrant nr 1, jaargang 01.<br />

• Feminisering van de <strong>ChristenUnie</strong>? door M. Jager-Vreugdenhil en M. Leyenaar – 2006.<br />

• Generatie Einstein op de werkvloer, door Inez Groen – 2006.<br />

• Ja maar,…. HUH? De theorie van het omdenken, door Berthold Günster – 2008.<br />

• Portfolio EVC-procedure Bestuurskunde, door G.C.A. Schouwstra – 2008<br />

• Persbericht Documentatiecentrum Nederlandse politieke Partijen – 15 januari 2009.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 54 8 september 2009


Bijlage 1 – De partijstructuur van het CDA.<br />

Opgericht in: 1980<br />

Type partij: Ledenpartij<br />

Organisatiestructuur: 440 afdelingen<br />

Ledental per 1 januari 2009: 68.102<br />

Voorlopers: KVP, ARP en CHU<br />

Grootte statuten en huishoudelijk reglement 24084 woorden<br />

De historie van de voorlopers van het CDA:<br />

o Anti Revolutionaire Partij (1879-1980)<br />

o Vrije Antirevolutionaire Partij (1897-1903), Christelijk Historische Kiezersbond (1898-1903), Friese Bond<br />

(1898-1908), Christelijk-Historische Partij (1903-1908), Christelijk-Historische Unie (1908-1980)<br />

o Algemene Bond van RK-kiesverenigingen (1904-1926), Rooms-Katholieke Staatspartij (1926-1945),<br />

Katholieke Volkspartij (1945-1980)<br />

1.1 Partijgrondslag en -doelstelling:<br />

Het CDA aanvaardt de Heilige Schrift als richtsnoer voor het politiek handelen. Het CDA<br />

streeft naar een maatschappij waarin de bijbelse gerechtigheid gestalte krijgt, de<br />

mens zijn vrijheid en verantwoordelijkheid kan beleven en waarin het welzijn van allen<br />

wordt gediend; zij legt haar politieke overtuiging vast in een Program van Uitgangspunten 53<br />

en haar concrete doeleinden in een verkiezingsprogram, waarmee zij zich uitdrukkelijk<br />

richt tot de gehele Nederlandse samenleving zonder onderscheid naar geloofsovertuiging<br />

of maatschappelijke groepering. (Statuten art 2 en 3.)<br />

1.2 Organigram:<br />

Een organigram was bij het partijbureau van het CDA is niet beschikbaar. Daarom staat<br />

hieronder een niet-officieel, vereenvoudigd organigram, afgeleid van de Statuten en het<br />

Huishoudelijk Reglement 54 van het CDA.<br />

Afbeelding 9: Organigram CDA (Gert Schouwstra 2009).<br />

53 Program van Uitgangspunten CDA – 1993.<br />

54 Statuten en Huishoudelijk reglement van het CDA – 1 november 2003.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 55 8 september 2009


1.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />

De totstandkoming van het CDA heeft een lange voorbereidingstijd gekend. Vanaf 1967 werd<br />

al samengewerkt en het eerste gezamenlijke verkiezingsprogramma kwam in 1971. Twee jaar<br />

later kwam het besluit om te gaan fuseren.<br />

Deze fusie naar één verenigingsstructuur was niet gemakkelijk. Er moesten grote politieke en<br />

culturele verschillen overbrugd worden. Met name de KVP, die stond voor een brede<br />

volkspartij, en de ARP met een evangelisch-radicale vleugel waren de twee uitersten die bij<br />

elkaar gebracht moesten worden. Uiteindelijk werd in 1975 de gezamenlijke grondslag<br />

vastgesteld. Het CDA bestaat uit één landelijke vereniging, met lokale afdelingen. Iedere<br />

Nederlander of Nederlandse ingezetene die 14 jaar of ouder is, kan lid worden van het CDA.<br />

Voor het uitoefenen van stemrecht is voldoen van de contributie een voorwaarde. Leden van<br />

het CDJA zijn tot 25 jaar vrijgesteld van contributie.<br />

1.3.1. Gemeentelijke afdelingen<br />

Alle leden woonachtig binnen de grenzen van een gemeente, vormen samen een<br />

gemeentelijke afdeling. Iedere gemeentelijke afdeling heeft een bestuur, waarvan de leden<br />

worden verkozen door de Algemene Vergadering die twee keer per jaar bijeenkomt en het<br />

hoogste orgaan van de afdeling is. Gemeentelijke afdelingen kunnen ook wijk- of<br />

dorpsafdelingen omvatten. Een afdeling komt pas tot stand na erkenning door het dagelijks<br />

bestuur van de partij. Het afdelingsbestuur bestaat uit tenminste 5 leden. Er kan een dagelijks<br />

bestuur zijn. Te verdelen taken zijn: voorzitter, penningmeester, secretaris, communicatie en<br />

voorlichting, vorming en scholing. Het jaarverslag wordt verzonden naar het partijbureau en<br />

het financiële verslag naar de provinciale afdeling. Standaardreglementen worden vastgesteld<br />

door het Partijbestuur dat ook controle uitoefent en aan afdelingen rechten kan ontnemen. Bij<br />

onregelmatigheden kan het Partijbestuur ingrijpen en de taken van een afdeling volledig<br />

overnemen. Deze taken zijn:<br />

o het op basis van de grondslag van de partij bijdragen aan en bevorderen van de<br />

verwezenlijking van de doelstelling van de partij.<br />

o het bevorderen van de deelneming aan het werk van en de onderlinge samenwerking van<br />

de leden in de partij, onder meer door de bevordering van de participatie van vrouwen en<br />

jongeren.<br />

o de bespreking en toetsing van het (gevoerde) politieke beleid.<br />

o de activiteiten die de gemeentelijke afdeling onder meer ter bereiking van de doelstelling<br />

ten dienste staan, deze zijn omschreven in het standaardreglement. (verkiezingen,<br />

gemeentelijke fractie, enz.)<br />

o voldoen aan de financiële verplichtingen naar de partij.<br />

o na voldoening financiële verplichtingen één lid en verder één lid per honderd leden af te<br />

vaardigen naar de algemene vergadering van de provinciale afdeling. De afgevaardigden<br />

worden aangewezen door de algemene vergadering.<br />

1.3.2 Provinciale afdelingen<br />

Alle leden woonachtig binnen de grenzen van een provincie, vormen tezamen een provinciale<br />

afdeling. Provinciale afdelingen kunnen regio’s omvatten. Iedere provinciale afdeling heeft<br />

een bestuur dat wordt gekozen door de Algemene Vergadering van de provinciale afdeling.<br />

De Algemene Vergadering is het hoogste orgaan van de afdeling, hier heeft ieder lid toegang.<br />

Het afdelingsbestuur bestaat uit tenminste 11 leden. Er kan een dagelijks bestuur zijn. Te<br />

verdelen taken zijn: voorzitter, penningmeester, secretaris, communicatie en voorlichting,<br />

vorming en scholing. Het jaarverslag wordt verzonden naar het partijbureau en het financiële<br />

verslag naar de provinciale afdeling. Standaardreglementen worden vastgesteld door het<br />

Partijbestuur die ook controle uitoefent en aan afdelingen rechten kan ontnemen. Bij<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 56 8 september 2009


onregelmatigheden kan het Partijbestuur ingrijpen en de taken van een provinciale afdeling<br />

volledig overnemen. Deze taken zijn:<br />

o in overleg met DB aan afdeling toewijzen van leden uit gemeenten zonder eigen afdeling.<br />

o voorbespreken van te behandelen zaken voor het partijcongres.<br />

o indienen amendementen en voorstellen voor het partijcongres.<br />

o gemeentelijke amendementen en voorstellen voor het partijcongres voorzien van een<br />

advies.<br />

o (mede) zorgen voor alle organisatorische belangen van de partij in het werkgebied.<br />

(statenverkiezingen, provinciale fractie, enz.)<br />

o zorg voor de public relations en communicatie en het (mede) coördineren van de public<br />

relations en communicatie en activiteiten van de afdelingen binnen het werkgebied.<br />

o toezicht op de gemeentelijke afdelingen binnen het werkgebied.<br />

o bespreking van het politieke beleid in de provincie en van de partij in het bijzonder.<br />

o politiek vormings- en scholingswerk, het jongerenwerk en het vrouwenwerk.<br />

o verkiezing van de afgevaardigden naar het partijcongres alsmede de afgevaardigde naar<br />

het partijbestuur en zijn plaatsvervanger.<br />

1.3.3. Partijcongres<br />

Het hoogste besluitvormende orgaan binnen het CDA is het Partijcongres. Het Partijcongres<br />

is toegankelijk voor alle leden. Leden die ten minste acht weken lid zijn en hun contributie<br />

hebben betaald, hebben stemrecht op bijeenkomsten van het Partijcongres. Extra stemrecht op<br />

een bijeenkomst van het Partijcongres hebben: het CDJA (de CDA-jongeren) (10 extra<br />

stemmen), het CDAV (het CDA-Vrouwenberaad) (10 extra stemmen) en iedere provinciale<br />

afdeling (10 extra stemmen plus één stem per 500 leden) Via dit extra stemrecht worden op<br />

een gemiddelde bijeenkomst van het Partijcongres zo’n 200 extra stemmen uitgebracht.<br />

iedereen kan voorstellen, amendementen en resoluties indienen. Er kan gewerkt worden met<br />

deelraden. Op het partijcongres worden alleen zaken besproken die tevoren op de agenda zijn<br />

geplaatst, met uitzondering van actualiteiten en toevoegingen op voordracht van het<br />

partijbestuur of dagelijks bestuur. Tenzij anders afgesproken, is de partijvoorzitter ook<br />

voorzitter van het congres. Taken van het Partijcongres zijn:<br />

o bespreking en toetsing van het politieke beleid, vooral landelijk en europees.<br />

o aannemen van schriftelijke resoluties en doen van uitspraken, zowel over vraagstukken<br />

van politiek beleid als over organisatorische zaken.<br />

o besluiten tot het houden van een schriftelijke ledenraadpleging.<br />

o behandeling en vaststelling van de jaarverslagen van de partijorganen en bijzondere<br />

organen en organisaties.<br />

o behandeling en vaststelling van de balans en rekening van baten en lasten, alsmede de<br />

begroting van partij, bijzondere organen en organisaties die ondersteuning ontvangen.<br />

o de vaststelling en wijziging van reglementen en statuten van de partij.<br />

o goedkeuring van de statuten en reglementen van de bijzondere organisaties.<br />

o vaststelling van program ten behoeve van de verkiezingen van de leden van de Tweede<br />

Kamer der Staten-Generaal en van de leden van het Europees Parlement.<br />

o vaststelling en wijziging van het Program van Uitgangspunten.<br />

o vaststelling van de uitslag van de verkiezing van het partijbestuur door de leden.<br />

o verkiezing dan wel aanwijzing van de lijsttrekker(s) voor de verkiezing van de leden van<br />

de Tweede Kamer der Staten-Generaal respectievelijk het Europees Parlement.<br />

o benoeming van ereleden op voorstel van het partijbestuur.<br />

o vaststelling van de in te dienen kandidatenlijst voor de verkiezingen van Eerste en Tweede<br />

kamer en het Europees Parlement.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 57 8 september 2009


o verkiezing van de voorzitters van de bijzondere organen en van het Wetenschappelijk<br />

Instituut en van het Vrouwenberaad.<br />

o verkiezing van de leden en plaatsvervangende leden van de Commissie van Beroep, de<br />

Toetsingscommissie, de Royementscommissie en de Financiële Commissie.<br />

o nemen van beslissingen over alle voorstellen van organisatorische en financiële aard.<br />

o vaststellen van een reglement van orde van het partijcongres.<br />

1.3.4. Het Partijbestuur<br />

Het Partijbestuur is belast met de leiding over en voorbereiding van alle politieke en<br />

organisatorische activiteiten van en binnen de partij. Het Partijbestuur komt ten minste zes<br />

maal per jaar bijeen. De voorzitter van het partijbestuur wordt door de leden gekozen (d.m.v.<br />

een stemming per internet, post of telefoon) na een meervoudige voordracht door het<br />

partijbestuur. Leden en afdelingen kunnen met voldoende steun kandidaten toevoegen. Een<br />

soortgelijke procedure is er voor de twee vice-voorzitters en maximaal negen overige<br />

bestuursleden, maar deze worden gekozen op het Partijcongres. Verder zitten in het<br />

partijbestuur de voorzitters van de twaalf provinciale afdelingen die zijn gekozen door hun<br />

Algemene Vergadering, de voorzitter van het CDJA en de voorzitter van het CDAV. Totaal<br />

26 personen. Daarnaast zijn er nog 5 vaste adviseurs. Taken zijn:<br />

o leiding geven aan alle politieke en organisatorische activiteiten van en binnen de partij.<br />

o voorbereiding van de besluitvorming en uitvoering van de besluiten van het partijcongres.<br />

o zorg voor de handhaving van de statuten en de bijbehorende reglementen.<br />

o vaststelling van een leidraad voor het program voor de verkiezingen van de leden van de<br />

Provinciale Staten en de gemeenteraad.<br />

o bespreking van het politieke beleid van de landelijke en Europese fracties.<br />

o voorbereiding en organisatie van de landelijke en Europese verkiezingen.<br />

o instellen van campagnecommissie en aanstellen campagneleider.<br />

o beleggen van partijconferenties ter behandeling van actuele vraagstukken.<br />

o het uitgeven van de partijbladen.<br />

o zorg voor het beheer van de geldmiddelen en eigendommen van de partij.<br />

o nemen van beslissingen in spoedeisende gevallen en in alle gevallen waarin door statuten<br />

en reglementen niet is voorzien.<br />

o instellen en opheffen van commissies, alsmede de benoeming van de leden hiervan.<br />

o vaststelling van reglementen en/of richtlijnen voor deze commissies.<br />

o verkiezing van de secretaris en de penningmeester en twee overige leden van het dagelijks<br />

bestuur binnen het Partijbestuur.<br />

o vaststelling van een meervoudige voordracht voor de verkiezing van de voorzitter door de<br />

leden van de partij en voor de verkiezing van de beide vice-voorzitters en de vrijgekozen<br />

leden van het partijbestuur door het partijcongres.<br />

1.3.5. Het Dagelijks Bestuur.<br />

Het Dagelijks Bestuur bestaat uit: de Partijvoorzitter; de twee vice-voorzitters en maximaal<br />

vier overige leden van het Partijbestuur. De leiding van het dagelijks bestuur berust bij de<br />

voorzitter. Hij bepaalt de orde van de vergaderingen van het dagelijks bestuur. Het Dagelijks<br />

Bestuur komt ten minste twaalf maal per jaar bijeen. Taken zijn:<br />

o leiding van het partijbestuur, onder goedkeuring van het partijbestuur.<br />

o dagelijkse leiding van alle politieke en organisatorische activiteiten binnen de partij.<br />

o voorbereiding van de besluitvorming en uitvoering van de besluiten van het partijbestuur.<br />

o nemen van beslissingen in spoedeisende gevallen, namens het partijbestuur.<br />

o bijeenroepen van het partijcongres.<br />

o benoeming, de schorsing en het ontslag van personeel.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 58 8 september 2009


o vertegenwoordigen van de partij, dit kan ook door de voorzitter alleen of een van de beide<br />

vice-voorzitters tezamen met de secretaris of zijn plaatsvervanger.<br />

o handhaving van de bepalingen in statuten en/of reglementen.<br />

1.3.6. Landelijk Bureau<br />

Het landelijke CDA-bureau ondersteunt alle structuren. Hier werken ca 55 medewerkers.<br />

Bijzondere organen van de partij zijn: het Scholingsinstituut, de Commissie Buitenland,<br />

de Eduardo Frei Stichting, het Intercultureel Beraad, de Commissie van Beroep, de<br />

Royementscommissie, de Toetsingscommissie, de Financiële Commissie, de Redactieraad.<br />

Op voorstel van het partijbestuur kan het partijcongres andere bijzondere organen instellen. Er<br />

zijn verder nog diverse andere bijzondere organisaties (zoals het Wetenschappelijk Instituut<br />

en de CDA-Bestuurdersvereniging).<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 59 8 september 2009


Bijlage 2 – De partijstructuur van de PvdA.<br />

Opgericht: 9 februari 1946<br />

Type partij: Verenigingspartij<br />

Organisatiestructuur: afdelingen en gewesten<br />

Ledental per 1 januari 2009: 56.507<br />

Voorgangers: SDAP (1897), VDB (1901) & CDU (1926)<br />

Grootte statuten en huishoudelijk reglement 12508 woorden<br />

2.1 Partijdoelstelling:<br />

In artikel 2 van de Statuten 55 is opgenomen “De Partij van de Arbeid is een sociaaldemocratische<br />

partij, die zich inspant om haar beginselen te verwezenlijken zoals deze nader<br />

zijn omschreven in het door het congres vastgestelde beginselprogram”.<br />

In het oude Beginselprogram 56 stond die doelstelling nog een heel concreet: “Het<br />

demokratisch-socialisme stelt zich een zodanige herverdeling van kennis, arbeid, inkomen en<br />

macht ten doel dat alle mensen in staat zijn zich zelfstandig te ontwikkelen en in vrijheid te<br />

ontplooien”. In het nieuwe Beginselmanifest 57 staat deze doelstelling niet meer zo concreet<br />

beschreven, maar worden de beginselen langs de volgende drie gedachtelijnen verder<br />

uitgewerkt: - Idealen, - Beginselen in een moderne tijd, - Verlangens.<br />

2.2 Organigram:<br />

Afbeelding 10: Organigram PvdA - bron: website PvdA 2009.<br />

2.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />

Iedere ingezetene van Nederland van 16 jaar en ouder, kan lid zijn van de PvdA en daardoor<br />

binnen een afdeling en een gewest lidmaatschapsrechten uitoefenen. Een dubbel lidmaatschap<br />

55 Statuten en Huishoudelijk reglement van de PvdA – 13 juni 2008.<br />

56 Beginselprogramma Partij van de Arbeid – 1977.<br />

57 Beginselmanifest Partij van de Arbeid – 29 januari 2005.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 60 8 september 2009


met een andere politieke partij is niet toegestaan. De Statuten, het Huishoudelijk Reglement<br />

en het Beginselmanifest zijn voor alle geledingen van de partij onverkort van toepassing.<br />

2.3.1 De Afdeling:<br />

De partij bestaat uit afdelingen met een bestuur wat tenminste uit 3 personen bestaat. De<br />

afdelingsvergadering is het hoogste gezag binnen de afdeling. Grote afdelingen met meer dan<br />

500 leden kunnen toestemming krijgen om te experimenteren met de bestuurlijkorganisatorische<br />

inrichting van de partij in hun regio. Taken van de afdeling zijn:<br />

o voorbereiding en deelname aan het congres (o.a. benoemen afvaardiging).<br />

o voorbereiding en deelname aan de gewestelijke vergadering (o.a. benoemen afvaardiging).<br />

o werven van leden voor bestuurlijke en vertegenwoordigende functies.<br />

o organiseren van deelname aan lokale verkiezingen.<br />

o adviseren van gemeenteraadsfractie over toetreding tot het college van B&W.<br />

o adviseren van gemeenteraadsfractie over lokale politiek.<br />

o bij meer dan 500 leden: deelnemen in de Adviesraad Verenigingszaken<br />

2.3.2 Het Gewest:<br />

Alle afdelingen binnen een Provincie vormen een gewest met een bestuur wat tenminste uit 3<br />

personen bestaat. De gewestelijke vergadering is het hoogste gezag binnen het gewest. Deze<br />

bestaat uit afgevaardigden van de afdelingen en uit het gewestelijk bestuur. Alle leden<br />

woonachtig binnen het gewest hebben spreekrecht. Een gewest kan worden onderverdeeld in<br />

regio’s. Taken van het gewest zijn:<br />

o bevorderen van deelname van de leden in het gewest aan de provinciale politiek.<br />

o werven van leden voor bestuurlijke en vertegenwoordigende functies.<br />

o organiseren van deelname aan Provinciale-Statenverkiezingen.<br />

o adviseren van statenfractie over toetreding tot het college van GS.<br />

o adviseren van statenfractie over provinciale politiek.<br />

2.3.3 Het Congres:<br />

Het congres is het hoogste gezag binnen de PvdA. Het congres is openbaar en bestaat uit de<br />

afgevaardigden van de afdelingen en de leden van het partijbestuur. Een afgevaardigde<br />

handelt zonder last of ruggespraak maar verantwoordt zich desgevraagd wel aan zijn afdeling.<br />

Een afgevaardigde vertegenwoordigt maximaal 500 personen en heeft 1 stem per 50 personen.<br />

Belangrijke taken van het congres zijn:<br />

o vaststellen beginselprogram (op voordracht van het partijbestuur).<br />

o op hoofdlijnen vaststellen verkiezingsprogram Tweede Kamer en Europees Parlement.<br />

o vaststellen kandidatenlijsten voor de Eerste en Tweede Kamer en het Europees Parlement<br />

(op voordracht van het partijbestuur).<br />

o besluiten over een lijstverbinding en lijstencombinatie.<br />

o beslissen over eindresultaat onderhandelingen kabinetsformatie en deelname aan een<br />

kabinet.<br />

o tweejaarlijks verkiezen van het partijbestuur.<br />

o onderzoeken financiële rekening van het partijbestuur. Goedkeuring algemeen jaarverslag<br />

over het gevoerde beleid en financiële verslag.<br />

o vaststellen welke functies worden vervuld door bezoldigde bestuurders.<br />

o beslissen over een voorstel tot ontbinding van de partij en tot wijziging van de statuten.<br />

2.3.4 Het congrespresidium:<br />

De 9 leden die elke twee jaar door het congres worden gekozen adviseren het partijbestuur<br />

over de voorbereiding van het congres en wijzen de technische voorzitters voor alle<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 61 8 september 2009


deelsessies van het congres aan. Ze bereiden de congresagenda voor en delen de spreektijd<br />

toe. Samen met het partijbestuur wordt bepaald welke moties en amendementen van een<br />

preadvies worden voorzien. Leden van het congrespresidium mogen geen andere kaderfunctie<br />

op het congres hebben.<br />

2.3.5 Partijbestuur:<br />

Dit bestaat uit een voorzitter, vice-voorzitter, internationaal secretaris, penningmeester en 7<br />

overige leden. Er is geen rooster van aftreden, elke twee jaar wordt collectief een nieuw<br />

bestuur voor 2 jaar benoemd. Op voorstel van het partijbestuur en op advies van de<br />

Adviesraad Verenigingszaken stelt het congres een jaar van tevoren een profiel vast voor het<br />

te verkiezen partijbestuur. Kandidaten kunnen solliciteren, dan wel worden voorgedragen. Het<br />

partijbestuur heeft een aantal vaste adviseurs. Er is geen DB. Taken van het partijbestuur zijn:<br />

o het bestuur en de algemene leiding van de partij, het beheer van de partijorganisatie en het<br />

uitvoeren van alle overige toegewezen taken en bevoegdheden.<br />

o uitvoeren van besluiten van het congres uit en toezicht houden op de naleving van de<br />

statuten en reglementen.<br />

o bijeenroepen van het Politiek Forum en de Adviesraad Verenigingszaken.<br />

o bemiddelen bij het voorkomen of beslechten van conflicten binnen de partij.<br />

o bevorderen van de deelname van de leden aan het politieke debat en de besluitvorming<br />

door middel van het organiseren van bijeenkomsten, manifestaties en ledenraadpleging.<br />

o onderhouden van contacten met maatschappelijke groepen en organisaties.<br />

o voorlichting over en in de partij en met de campagnevoering.<br />

o vaststellen van de begroting en beheer geldmiddelen en eigendommen van de partij.<br />

o onderhouden contacten met door de partij gesubsidieerde neveninstellingen<br />

o actief in het werven, selecteren, opleiden en begeleiden partijkaderleden en ambtsdragers.<br />

Naast de algemene bepalingen die gelden volgens het Burgerlijk Wetboek wordt de partij<br />

vertegenwoordigd door de voorzitter en de penningmeester. Bij afwezigheid wordt de<br />

voorzitter vervangen door de vice-voorzitter.<br />

2.3.6 Politiek Forum:<br />

Het politiek forum is meningsvormend en opiniërend en vergadert drie keer per jaar over de<br />

sociaal-democratische agenda. Op deze vergadering verantwoorden partijbestuur, kamerleden,<br />

europarlementariërs zich over het gevoerde beleid. Ook de bewindspersonen zijn aanwezig.<br />

Het politiek forum geeft gevraagd en ongevraagd advies. De 25 grootste afdelingen vaardigen<br />

elk 1 deelnemer af. Amsterdam en Rotterdam en alle gewesten vaardigen twee deelnemers af.<br />

Verder zijn er nog 30 deelnemers vanuit vakgebieden en twee leden per speciale doelgroep en<br />

de wetenschappelijke stichtingen van de partij. Totaal heeft het politiek forum dus ongeveer<br />

100 deelnemers. Zij worden steeds voor twee jaar benoemd.<br />

2.3.7 Adviesraad Verenigingszaken:<br />

Deze raad bestaat uit de dagelijkse besturen van de gewesten en de afdelingen met meer dan<br />

500 leden, aangevuld met twee leden van het Partijbestuur. De adviesraad houdt zich bezig<br />

met organisatorische zaken en verenigingszaken en adviseert daarin het partijbestuur. Verder<br />

heeft de raad adviesrecht en instemmingbevoegdheid over het werkplan van het partijbestuur<br />

en de begroting. Er wordt 6 keer per jaar vergaderd onder voorzitterschap van het<br />

congrespresidium.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 62 8 september 2009


Bijlage 3 – De partijstructuur van de SP.<br />

Opgericht: 22 oktober 1972<br />

Type partij: Verenigingspartij<br />

Organisatiestructuur: ruim150 afdelingen<br />

Ledental per 1 januari 2009: 50.444<br />

Voorlopers: geen<br />

Grootte statuten en huishoudelijk reglement 4481 + 2929 = 7410 woorden<br />

3.1 Organigram:<br />

Afbeelding 11: Organigram Socialistische Partij – bron website SP 2009.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 63 8 september 2009


3.2 Partijdoelstelling:<br />

De vereniging stelt zich ten doel het verwezenlijken van een socialistische maatschappij in<br />

Nederland, een maatschappij waarin de menselijke waardigheid, de gelijkwaardigheid van<br />

mensen en de solidariteit tussen mensen daadwerkelijk gestalte krijgen.<br />

3.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />

Iedereen die in Nederland woont en 16 jaar of ouder is, kan lid zijn van de SP. Een dubbel<br />

lidmaatschap met een andere politieke partij is niet toegestaan. De Statuten 58 , het<br />

Huishoudelijk Reglement 59 en het Beginselmanifest 60 zijn voor alle geledingen van de partij<br />

onverkort van toepassing.<br />

3.3.1 De Afdeling:<br />

Een afdeling bestaat uit tenminste 50 leden en wordt ingesteld door de Partijraad. De afdeling<br />

draagt zorg voor het organiseren van de plaatselijke activiteiten van de vereniging en voert de<br />

besluiten van de partijraad, het congres en het partijbestuur uit. De afdelingsvergadering<br />

vergadert tenminste 1 keer per jaar en is het hoogste gezag binnen de afdeling. Het<br />

afdelingsbestuur bestaat uit tenminste 5 personen en is belast met het besturen van de<br />

afdeling. De voorzitter van de afdeling wordt in die functie gekozen en is als zodanig ook lid<br />

van de Partijraad. Er wordt maandelijks schriftelijk gerapporteerd aan het partijbestuur over<br />

de stand van zaken. Het Partijbestuur heeft de bevoegdheid een afdeling of afdelingsbestuur te<br />

schorsen. De Partijraad beslist dan over het vervolg.<br />

3.3.2 De Regio:<br />

De Partijraad stelt regio’s in en wijst afdelingen daaraan toe. De voor twee jaar gekozen<br />

regiobestuurder maakt deel uit van het Partijbestuur. In een periodieke regionale conferentie<br />

ontmoeten de vertegenwoordigers van afdelingen en partijbestuur elkaar. Taken van de<br />

regionale conferentie zijn:<br />

o vaststellen van de verkiezingslijst voor Provinciale Staten.<br />

o beoordelen van het jaarverslag van de zittende Statenfractie.<br />

o adviseren aan de Partijraad. (opiniërend)<br />

o de regiobestuurder is sparringpartner voor de afdelingen, ontvangt maandverslagen en<br />

rapporteert periodiek binnen het partijbestuur.<br />

3.3.3 De Partijraad:<br />

De Partijraad bestaat uit de voorzitters van de afdelingen en de leden van het partijbestuur. Zij<br />

vormen het hoogste gezag binnen de vereniging. Taken zijn:<br />

o het vaststellen van de algemene politieke lijn van de vereniging.<br />

o benoemen van een financiële controlecommissie.<br />

o vaststellen van de door de individuele leden aan de vereniging te betalen contributie.<br />

o vaststellen van de financiële bijdrage van de vereniging aan de afzonderlijke afdelingen.<br />

o vaststellen van de begroting en jaarrekening van de vereniging.<br />

o vaststellen van de verkiezingslijst voor de Eerste Kamer en het Europees Parlement, op<br />

voordracht van de kandidatencommissie.<br />

o vaststellen van de verkiezingslijst voor de Tweede Kamer, tenzij het Congres dit doet.<br />

58 Statuten van de SP – 2003.<br />

59 Huishoudelijk reglement van de SP – ongedateerd.<br />

60 Heel de mens, kernvisie van de SP – 18 december 1999.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 64 8 september 2009


De Partijraad vergadert onder voorzitterschap van het partijbestuur. Voorzitters van<br />

afdelingen hebben per 50 leden één stem. De leden van het partijbestuur hebben 1 stem.<br />

3.3.4 Het Congres:<br />

Het congres vergadert tenminste 1 maal per vier jaar en wordt bijeengeroepen door het<br />

Partijbestuur. Leden kunnen verzoeken om een congres. De afdeling stuurt per 50 leden een<br />

afgevaardigde. Taken van het congres zijn:<br />

o bespreken van de algemene politieke situatie en nemen van besluiten over te volgen<br />

politieke lijn.<br />

o vaststellen van het verslag van het partijbestuur.<br />

o vaststellen van de kandidatenlijst en het verkiezingsprogramma in verband met de<br />

verkiezingen voor de Tweede Kamer.<br />

o het opmaken van bindende voordrachten terzake van de benoeming van de door de<br />

partijraad te benoemen leden van het partijbestuur.<br />

3.3.5 Het Partijbestuur<br />

Het partijbestuur bestaat uit de regiobestuurders, de voorzitters van de fracties in Tweede<br />

Kamer, Eerste Kamer en Europees Parlement, en uit ten minste 9 leden benoemd door de<br />

partijraad. De voorzitter en algemeen secretaris worden direct gekozen. Taken zijn:<br />

o de leiding en het besturen van de vereniging. Het partijbestuur kiest uit zijn midden een<br />

dagelijks bestuur.<br />

o het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse leiding van de vereniging.<br />

o zorgdragen voor de voorbereiding van de vergaderingen van de partijraad en het congres<br />

en uitvoeren van de besluiten van de partijraad en het congres.<br />

o toezicht houden op de afdelingen en regionale conferenties en zo nodig geven van hulp en<br />

aanwijzingen.<br />

o verantwoording afleggen aan de partijraad omtrent het gevoerde en te voeren beleid.<br />

o bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten.<br />

Ieder bestuurslid kan een extra bestuursvergadering bijeenroepen.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 65 8 september 2009


Bijlage 4 – De partijstructuur van de VVD.<br />

Opgericht: 24 januari 1948<br />

Type partij: Ledenpartij<br />

Organisatiestructuur: 428 afdelingen, 19 regio’s<br />

Ledental per 1 januari 2009: 37.703<br />

Voorlopers: Liberale unie (1885), Vrijzinnig-Democratische Bond<br />

(1901), Liberale Staatspartij de Vrijheidbond (1926),<br />

Partij van de Vrijheid (1945)<br />

Grootte statuten en huishoudelijk reglement 6121 + 8509 = 14630 woorden<br />

4.1 Partijdoelstelling:<br />

De VVD stelt zich ten doel de toepassing te bevorderen van de liberale beginselen zoals nader<br />

omschreven in de algemene vergadering vastgestelde beginselverklaring 61 . De VVD streeft<br />

dit doel na door alle wettige middelen die aan het doel bevorderlijk zijn, in het bijzonder door:<br />

Het verder ontwikkelen, verdiepen en verbreiden van de liberale beginselen en het vergroten<br />

van hun invloed op onder andere de nationale en internationale politiek en het bevorderen van<br />

de verkiezing van leden van de VVD in de vertegenwoordigende lichamen.<br />

4.2 Organigram:<br />

Afbeelding 12: Organigram VVD – (Algemeen Secretariaat VVD).<br />

De partijstructuur is verder vastgelegd in de Statuten 62 en het Huishoudelijk reglement 63 .<br />

Vanwege de complexiteit van bovenstaand organigram, is hieronder nog een vereenvoudigde<br />

versie opgenomen.<br />

61 Liberaal manifest VVD “Om de vrijheid” – september 2005.<br />

62 Statuten VVD – 29 oktober 2007.<br />

63 Huishoudelijk reglement VVD – 15 september 2007.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 66 8 september 2009


Afbeelding 13: Vereenvoudigd organigram VVD – (Gert Schouwstra).<br />

4.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />

Iedereen die in Nederland woont en 18 jaar of ouder is, kan lid zijn van de VVD. De leden,<br />

verenigd in ongeveer 428 afdelingen van de VVD, vormen de basis van de partij. Elk<br />

voorlopig besluit, genomen aan de basis, vindt zijn definitieve beslissing bij het hoogste<br />

gezagsorgaan van de VVD: de algemene ledenvergadering. De VVD is democratisch<br />

georganiseerd op meerdere niveaus. Leden hebben spreekrecht in hun afdelingsvergadering,<br />

centralevergadering en de algemene vergadering.<br />

4.3.1 De afdeling<br />

In elke gemeente, waarin ten minste zeven leden van de VVD wonen, kan een afdeling<br />

worden opgericht. Er zijn zelfs zes afdelingen in het buitenland. Ook in de afdeling ligt bij de<br />

ledenvergadering, die ten minste één maal per jaar moet worden gehouden, de uiteindelijke<br />

beslissingsbevoegdheid<br />

Verder kunnen leden door inhoudelijke discussies meepraten over de liberale koers, zich<br />

inzetten voor het voeren van een permanente campagne, werven van leden en het organiseren<br />

van cursussen, politiek cafés en andere activiteiten. Uiteraard is het gemeentelijk beleid één<br />

van de meest naar voren springende onderwerpen waar de afdeling zich mee bezighoudt.<br />

De taken van de afdeling worden niet geregeld in de statuten, maar in het huishoudelijk<br />

reglement. Bestuursleden worden door de afdelingsvergadering benoemd op voordracht van<br />

het zittende bestuur of 10% van de leden. De taken, rechten en verplichtingen van (het bestuur<br />

van) een afdeling zijn:<br />

o al hetgeen voortvloeit uit de statuten en de reglementen van de VVD.<br />

o het meewerken aan de kandidaatstelling voor alle vertegenwoordigende lichamen op de<br />

wijze als nader geregeld in reglementen van de VVD.<br />

o het binnen haar gebied bevorderen van alle activiteiten, die dienstig zijn aan de<br />

doelstellingen van de VVD.<br />

o al hetgeen haar door het hoofdbestuur is opgedragen.<br />

o al hetgeen overigens bevorderlijk is aan het doel van de VVD.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 67 8 september 2009


4.3.2 De regio<br />

Met ingang van 1 januari 2005 zijn de ondercentrales als bestuurslaag afgeschaft. Op<br />

vrijwillige basis kunnen afdelingen besluiten om samen te werken in regionaal verband. De<br />

leden van het regiobestuur worden door het regiocontact uit de leden van de aangesloten<br />

afdelingen benoemd. De regio heeft ondermeer taken op het terrein van coördinatie van PR,<br />

ledenwerving en opleiding en training.<br />

4.3.3 De provinciecentrale of statencentrale<br />

Eenmaal in de vier jaar treedt de provinciecentrale op. Leden worden hiervoor opgeroepen.<br />

Bestuursleden worden door de centrale vergadering benoemd op voordracht van het zittende<br />

bestuur of de ledenvergadering van één van de afdelingen. Als het gebied van de<br />

provinciecentrale samenvalt met dat van een kamercentrale, delen ze hetzelfde bestuur. Als er<br />

meerdere kamercentrales zijn benoemt de ledenvergadering van de provinciecentrale het<br />

bestuur. De taken, rechten en verplichtingen van (het bestuur van) een provinciecentrale zijn:<br />

o het bevorderen van de rol van de VVD in de provinciale politiek.<br />

o de kandidaatstelling voor leden van de provinciale staten.<br />

o het bevorderen van de verkiezing van de gestelde kandidaten.<br />

4.3.4 De waterschapscentrale:<br />

Eenmaal in de vier jaar treedt de waterschapscentrale op. Leden worden hiervoor opgeroepen.<br />

Bestuursleden worden door de centrale vergadering benoemd op voordracht van het zittende<br />

bestuur of de ledenvergadering van één van de afdelingen. Als het gebied van de<br />

waterschapscentrale samenvalt met dat van een kamercentrale, delen ze hetzelfde bestuur. Als<br />

er meerdere kamercentrales zijn benoemt de ledenvergadering van de waterschapscentrale het<br />

bestuur. Taken, rechten en verplichtingen van (het bestuur van) een waterschapscentrale zijn:<br />

o het bevorderen van de rol van de VVD in de waterschapsbesturen.<br />

o de kandidaatstelling voor de leden van waterschapsbesturen.<br />

o het bevorderen van de verkiezingen van de gestelde kandidaten.<br />

4.3.5 De kamercentrale<br />

Voor verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer heeft Nederland volgens de Kieswet<br />

negentien rijkskieskringen. De VVD telt echter geen negentien maar zeventien<br />

kamercentrales, omdat de kamercentrale Gelderland en de kamercentrale Brabant zich<br />

uitstrekken over het gebied van ieder twee rijkskieskringen.<br />

Evenals in de afdelingen berust het hoogste gezag bij de ten minste één maal per jaar te<br />

houden centralevergadering. Alle VVD-leden hebben toegang tot deze vergadering, mogen<br />

het woord voeren en hebben stemrecht. De centralevergadering kiest het bestuur van hun<br />

kamercentrale. Dat bestaat uit een voorzitter (die tevens lid is van de Partijraad), één of meer<br />

vice-voorzitters, de secretaris, de penningmeester en één of meer andere leden voor het<br />

vervullen van bepaalde taken (zoals PR, jongerenbeleid, talentmanagement en opleiding en<br />

training). Allen worden in functie benoemd. De taken, rechten en verplichtingen van (het<br />

bestuur van) een kamercentrale zijn:<br />

o het binnen haar gebied bevorderen en stimuleren van de oprichting van afdelingen.<br />

o het bevorderen en stimuleren van het goede verloop van de werkzaamheden in de<br />

afdelingen binnen haar gebied.<br />

o het bevorderen en stimuleren van de uitvoering van het door de algemene vergadering<br />

vastgestelde beleid van het hoofdbestuur.<br />

o het benoemen van leden in de partijraad.<br />

o de kandidaatstelling voor de Tweede Kamer.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 68 8 september 2009


o meewerken aan de kandidaatstelling voor andere vertegenwoordigende lichamen.<br />

o bevorderen van werkzaamheden in de afdelingen en statencentrale(s) in haar gebied.<br />

o verzorgen van PR-, opleidings- en trainingsactiviteiten.<br />

o begeleiden van talent.<br />

o benoemen van leden van de partijraad.<br />

o vertegenwoordiging in het Liberaal Vrouwen Netwerk.<br />

4.3.6 De algemene vergadering<br />

De belangrijkste beslissingen van de VVD worden genomen in het hoogste partijorgaan: de<br />

algemene vergadering. De leden worden hiervoor schriftelijk uitgenodigd. De algemene<br />

vergadering wordt twee keer per jaar georganiseerd en bestaat uit twee kamers die<br />

tegelijkertijd vergaderen: de algemene vergadering van afgevaardigden en de algemene<br />

ledenvergadering. Besluitvorming over een agendapunt vindt altijd maar in één van deze twee<br />

kamers plaats.<br />

In de algemene vergadering van afgevaardigden heeft iedere afgevaardigde van een afdeling<br />

op basis van het ledental van de desbetreffende afdeling één of meerdere stemmen (voor<br />

iedere 50 leden 1 stem). Taak van de algemene vergadering van afgevaardigden is:<br />

o besluitvorming over statuten en reglementen.<br />

In de algemene ledenvergadering vindt hoofdelijke stemming plaats. Taak van de algemene<br />

ledenvergadering is:<br />

o besluitvorming over politieke onderwerpen, het verlenen van eretitels en het besluit tot<br />

een ledenraadpleging over politieke onderwerpen.<br />

o besluitvorming over de overige onderwerpen.<br />

Er kan ook besloten worden door middel van een ledenraadpleging. Hierbij krijgt iedere<br />

stemgerechtigde gedurende een bepaalde periode de gelegenheid om over een onderwerp,<br />

kandidatenlijst of te vervullen functie een aanbeveling uit te brengen.<br />

4.3.7 Het hoofdbestuur<br />

Het hoofdbestuur (HB) bestaat uit 7 tot 13 leden, één door ledenraadpleging gekozen<br />

voorzitter, één of meerdere vice-voorzitters, een penningmeester, algemeen secretaris en<br />

overige leden die de taken verdelen. De vergaderingen van het HB worden met adviserende<br />

stem bijgewoond door de voorzitters van de Kamerfracties, een vertegenwoordiger van de<br />

VVD-fractie in het EP, een vertegenwoordiger van de VVD-leden in de Raad van Ministers<br />

(bij regeringsdeelname), de voorzitter van de VVD Bestuurdersvereniging en de vicevoorzitter<br />

van de JOVD. De hoofdbestuursleden worden door de algemene vergadering voor<br />

de tijd van drie jaar verkozen en zijn één maal herkiesbaar.<br />

Tenminste één HB-lid is in het bijzonder belast met de organisatie van de partij, één met de<br />

politiekinhoudelijke discussie, één met de in- en externe communicatie, één met de<br />

opleidings- en trainingsactiviteiten van de Haya van Somerenstichting en één met het<br />

onderhouden van contacten met buitenlandse liberale partijen. Het hoofdbestuur wordt<br />

ondersteund door bezoldigde medewerkers. Zij vormen onder leiding van de directeur het<br />

Algemeen Secretariaat, gevestigd in het Thorbeckehuis in Den Haag. Taken van het HB zijn:<br />

o de algemene leiding van de VVD en het uitvoeren van besluiten van de algemene<br />

vergadering.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 69 8 september 2009


o periodiek overleg met de voorzitters van de besturen van de kamercentrales over de<br />

begroting, de jaarplannen, de adviezen inzake kandidatenlijsten, de belangrijke te<br />

vervullen vacatures, en belangrijke organisatorische en huishoudelijke aangelegenheden.<br />

o aangaan van overeenkomsten.<br />

o benoemen en ontslaan van de directeur van het algemeen secretariaat.<br />

o laten uitvoeren van taakonderdelen door partijcommissies, landelijke commissies of ad<br />

hoc commissies zoals in het huishoudelijk reglement bepaald.<br />

o bepalen van de manier waarop een ledenraadpleging plaatsvindt.<br />

4.3.8 Partijraad<br />

De Partijraad bestaat uit 86 stemgerechtigde leden en heeft in politiek opzicht een adviserende<br />

en stimulerende taak. Het komt voor dat de partijraad politieke uitspraken doet en politieke<br />

besluiten neemt namens de VVD. Een voorbeeld hiervan is het besluit tot het houden van een<br />

ledenraadpleging over een politiek onderwerp. De partijraad kan gevraagd en ongevraagd<br />

adviezen geven aan de algemene vergadering, het hoofdbestuur, de fracties in de Eerste en<br />

Tweede Kamer der Staten-Generaal en de VVD-leden in het Europees Parlement. De<br />

algemene vergadering kan te allen tijde uitspraken en standpunten van de partijraad wijzigen,<br />

welke vanaf dan gelden als het standpunt van de vereniging. De stemgerechtigde leden van de<br />

Partijraad worden voor drie jaar benoemd door de jaarlijkse ledenvergadering van de<br />

kamercentrale. De kamercentrale regelt hoe de vergaderingen van de partijraad worden<br />

voorbereid en hoe de door haar benoemde leden van de partijraad verantwoording afleggen<br />

aan de ledenvergadering. Het stemrecht in de partijraad is persoonlijk en niet overdraagbaar.<br />

Het hoofdbestuur roept de partijraad bij elkaar en zorgt in samenwerking met het Algemeen<br />

Secretariaat voor de voorbereiding, leiding en administratieve ondersteuning. Dit gebeurt zo<br />

vaak als wenselijk is op verzoek van ten minste tien leden van de partijraad, in beginsel is dit<br />

viermaal per jaar.<br />

De onderwerpen van de Partijraad worden door het hoofdbestuur in samenwerking met oa.<br />

landelijke partijcommissies van advies en de kamercentrales (met name de Landelijke<br />

Commissie Inhoudelijk Debat) vastgesteld. De wijze van behandeling kan variëren per<br />

bijeenkomst. Kamercentrales zijn verantwoordelijk voor de eigen voorbereiding van de<br />

Partijraad. Ieder lid van de VVD kan de vergaderingen van de partijraad bijwonen en heeft<br />

hierin spreekrecht, maar geen stemrecht.<br />

Adviserende leden van de partijraad<br />

Naast de stemgerechtigde leden bestaan er ook leden van advies. Deze adviserende leden<br />

hebben alleen een adviserende stem: de ereleden, maximaal 10 het hoofdbestuur benoemde<br />

leden, VVD-leden in de Staten-Generaal en het Europees Parlement, de leden van het<br />

hoofdbestuur, één aangewezen lid van elk bestuur van een kamercentrale, de voorzitters van<br />

partijcommissies, de voorzitters van de VVD-bestuurdersvereniging en de voorzitter en de<br />

directeur van de prof. mr. B.M. Teldersstichting.<br />

Themabijeenkomsten & Flitscongressen<br />

Met enige regelmaat worden op landelijk niveau Themabijeenkomsten georganiseerd die tot<br />

doel hebben om maatschappelijke kwesties of bestuurlijk problemen binnen de samenleving<br />

centraal te stellen en liberale antwoorden hierop te formuleren. Voor urgente zaken en om in<br />

te kunnen spelen op de landelijke politieke actualiteit worden de zogeheten Flitscongressen<br />

georganiseerd. Ieder VVD-lid kan hieraan deelnemen.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 70 8 september 2009


Bijlage 5 – De partijstructuur van de PVV.<br />

Opgericht: 22 februari 2006<br />

Type partij: Politieke beweging<br />

Organisatiestructuur: geen formele structuur<br />

Ledental per 1 januari 2007: 1 (alleen de bestuurder)<br />

Voorlopers: geen<br />

Grootte statuten en huishoudelijk reglement onbekend<br />

5.1 Partijdoelstelling:<br />

Doel van de PVV is politiek bedrijven en op te komen voor een vrij welvarend en<br />

onafhankelijk Nederland. Daarnaast zijn er veel politieke doelen vastgelegd. De statuten van<br />

de vereniging Groep Wilders/PVV zijn niet voor onderzoek beschikbaar. Wel beschikbaar is<br />

de onafhankelijkheidsverklaring 64 van de Groep Wilders. In deze verklaring wordt uitgelegd<br />

wat de politieke standpunten zijn en hoe het losmakingproces van de VVD heeft<br />

plaatsgevonden.<br />

5.2 Organigram:<br />

Afbeelding 14: Organigram van de PVV – bron NRC Handelsblad 2007.<br />

64 Geert Wilders, Onafhankelijkheidsverklaring (13 maart 2005)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 71 8 september 2009


Vanwege zijn afwijkende structuur is er geen organigram van de PVV beschikbaar. De<br />

structuur is wel beschreven door derden, onder ander door NRC Handelsblad. In feite gaat het<br />

hier om een beweging die is ingepast in het politieke systeem.<br />

5.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />

Het is interessant om op te merken hoe de PVV zich qua structuur onderscheidt van bestaande<br />

partijen. De PVV kent geen leden. De rechtspersoon die in de Tweede Kamer<br />

vertegenwoordigd is onder de naam PVV is de Vereniging Groep Wilders. Deze vereniging<br />

bestaat uit dhr. Wilders en de Stichting Groep Wilders. Zowel de Vereniging Groep Wilders<br />

als de Stichting Groep Wilders hebben maar 1 lid en een bestuur dat bestaat uit 1 persoon:<br />

Geert Wilders. Noch de stichting, noch de vereniging laten leden toe.<br />

Zeer opvallend is de parallel met de geschiedenis van de Nationaal Socialistische Beweging<br />

in Nederland. Deze politieke partij heeft bestaan tot 1945. Op 14 december 1931 vond de<br />

oprichtingsvergadering plaats, maar ook deze beweging werd pas een jaar later, op 4<br />

november 1932, bij notariële acte als stichting ingeschreven. De statuten van de stichting 65<br />

bepaalden dat het bestuur werd gevormd door één persoon: Ir A.A. Mussert, die de titel<br />

Algemeen Leider mocht voeren. De Algemeen Leider benoemde een Algemene Raad van<br />

minstens vijf personen, maar deze raad had geen bevoegdheid. De statuten bepaalden<br />

namelijk: alle besluiten neemt de Algemeen Leider, al of niet de Raad gehoord hebbende. De<br />

Algemeen Leider kon de leden van de Raad naar believen ontslaan en benoemen. Om zich te<br />

onderscheiden noemde de NSB zich consequent een beweging<br />

in plaats van een politieke partij. Afschaffing van het<br />

individueel kiesrecht, arbeidsplicht en beperking persvrijheid<br />

waren enkele voorbeelden van de partijdoelstelling. Bijzonder<br />

is dat gekozen werd voor de weg van de parlementaire<br />

democratie om deze doelen te verwezenlijken. Verder is het<br />

opvallend dat zowel NSB als PVV, hebben gekozen voor een<br />

zwart-rood-witte meeuw als logo.<br />

Afbeelding 15: Logo’s van PVV en NSB.<br />

Natuurlijk moet hier ook worden vermeld dat de PVV afstand neemt van de standpunten van<br />

de NSB. De NSB nam destijds duidelijk anti-joodse standpunten in en radicaliseerde daar<br />

steeds meer in. Wilders sympathiseert juist met Israël en noemt het land: “De eerste<br />

verdedigingslinie van het Westen”. En de PVV verzet zich specifiek tegen wat zij “de<br />

islamisering van Nederland” noemt, maar verwacht daarin zelf niet verder te zullen<br />

radicaliseren.<br />

De werkwijze van de PVV is niet om met volledig uitgeschreven programma’s te komen.<br />

Puntsgewijs worden de zaken opgesomd waar de PVV duidelijk voor of tegen is. Dit gebeurt<br />

in het Verkiezingspamflet 66 . De basis van het verkiezingspamflet wordt gevormd door de<br />

stukken: Een Nieuwe Gouden Eeuw 67 , Klare Wijn 68 , een Nieuw-realistische Visie 69 en de<br />

eerder genoemde Onafhankelijkheidsverklaring.<br />

65 Statuten van de stichting Nationaal Socialistische Beweging – 4 november 1932.<br />

66 Groep Wilders, verkiezingspamflet (25 augustus 2006)<br />

67 Groep Wilders / Partij voor de Vrijheid, Een nieuwe gouden Eeuw, economisch manifest (26 april 2006)<br />

68 Geert Wilders, Klare Wijn, verkiezingsmanifest (21 maart 2006)<br />

69 Geert Wilders, Een nieuw-realistische visie, ideologisch manifest (21 maart 2006)<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 72 8 september 2009


De PVV kent veel vrijwilligers en donateurs, maar geen leden. Dat wil niet zeggen dat<br />

Wilders niet luistert naar de mensen om hem heen. Hij luistert juist heel goed en speelt in op<br />

levende sentimenten. Maar hij doet dat vanuit een autoritaire en niet-democratische positie.<br />

Op die manier verschaft hij duidelijkheid binnen de politieke arena en daar is bij een deel van<br />

kiezers zeker behoefte aan. Opvallend is dat de PVV zich in die duidelijkheid beperkt tot<br />

enkele thema’s. Omdat Wilders alles zelf in de hand wil houden verzet hij zich tegen<br />

inhoudelijke en personele verbreding van de partij. De vraag is of hij dat kan volhouden. Op<br />

de voor hun achterban minder belangrijke dossiers kan men de woordvoerders van de partij<br />

regelmatig op inconsistentie betrappen.<br />

Dat het loont om openlijk tegen de gevestigde politiek in te gaan is meermalen bewezen. D66<br />

is hier redelijk succesvol in geweest en tijdelijk konden ook de LPF, Leefbaar Nederland en<br />

TON op een grote sympathie rekenen. Bewegingen en partijen die het Haagse wereldje<br />

wakker willen schudden zijn meer dan welkom binnen de Nederlandse politiek. Alleen als zij<br />

het gehele politieke systeem ter discussie stellen door te verkondigen dat stelsel eigenlijk een<br />

lachertje is, wordt dat bedreigend wanneer zij door grote groepen van de bevolking serieus<br />

worden genomen. De PVV wil eigenlijk geen politieke partij wil zijn, maar wordt gedwongen<br />

om het spel gedeeltelijk mee te spelen. Hierdoor ontstaat grote spanning met de, al dan niet<br />

geschreven, spelregels.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 73 8 september 2009


Bijlage 6 – De partijstructuur van GroenLinks.<br />

Opgericht: 24 november 1990<br />

Type partij: Ledenpartij<br />

Organisatiestructuur: afdelingen<br />

Ledental per 1 januari 2009: 20.815<br />

Voorlopers: CPN, EVP, PPR en PSP<br />

Grootte statuten en huishoudelijk reglement 12737 woorden<br />

6.1 Partijdoelstelling:<br />

De Vereniging heeft als doelstelling het bedrijven van GroenLinkse politiek 70 . In haar<br />

programma's wordt omschreven wat onder GroenLinkse politiek wordt verstaan.<br />

6.2 Organigram:<br />

Afbeelding 16: Organigram GroenLinks – bron website GL 2009.<br />

6.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />

In de Statuten 71 is opgenomen dat iedereen die ouder is dan 16 jaar, lid kan worden van<br />

GroenLinks. Leden kunnen zich kandidaat stellen voor alle functies wanneer ze gesteund<br />

worden door tenminste 15 andere leden. Besturen bestaan uit tenminste 3 leden en hebben een<br />

zittingsduur van twee jaar met maximaal twee verlengingen.<br />

70 Uitgangspunten van de GroenLinkse politiek -1992.<br />

71 Statuten & Huishoudelijk reglement GroenLinks – maart 2009.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 74 8 september 2009


6.3.1 de Afdeling:<br />

Ieder lid van de vereniging behoort bij een afdeling. Deze kan een of meer gemeenten<br />

omvatten en wordt vastgesteld door het partijbestuur. Een afdeling kan ook een deelgemeente<br />

omvatten en vormt dan samen met de andere afdelingen binnen die gemeente een federatie.<br />

Een afdeling moet tenminste 15 leden hebben en minstens 2 keer per jaar vergaderen. Ieder<br />

lid heeft binnen de afdeling en binnen de federatie één stem. Taken zijn:<br />

o het benoemen van een bestuur om de belangen van GroenLinks te behartigen.<br />

o besluiten over deelname gemeentelijke verkiezingen en lijstverbindingen.<br />

o zorgdragen voor deelname aan de verkiezing van de leden van de gemeenteraad.<br />

o beoordelen van het beleid van de fractie van GroenLinks in de gemeenteraad.<br />

Blijft een afdelingsbestuur op een of andere wijze in gebreke, bijvoorbeeld door het niet<br />

uitschrijven van een ledenvergadering, dan worden haar taken overgenomen door het<br />

provinciale bestuur. In gevallen dat de interventie langer dan een jaar duurt, besluit het<br />

partijbestuur over wijziging van de afdelingsgrenzen in het gebied.<br />

6.3.2 de Provinciale vergadering:<br />

Alle leden binnen een provincie vormen de provinciale vergadering. Taken van deze<br />

vergadering zijn:<br />

o het benoemen van een bestuur om de belangen van GroenLinks te behartigen.<br />

o zorgdragen voor deelname aan de verkiezing van de leden van Provinciale Staten.<br />

o beoordelen van het beleid van de fractie van GroenLinks in Provinciale Staten.<br />

6.3.3 Het Provinciaal bestuur:<br />

o organisatie en voorbereiding van Provinciale Ledenvergadering<br />

o stimuleren van de oprichting van afdelingen binnen de provincie.<br />

o op verzoek ondersteunen van afdelingen en bemiddelen bij conflicten.<br />

o tijdelijk overnemen van de taken van een afdelingsbestuur dat in gebreke blijft.<br />

o betrekken van afdelingen bij provinciaal-politieke activiteiten.<br />

o organiseren van de kandidaatstelling en verkiezingscampagne voor de Provinciale<br />

Statenverkiezingen.<br />

6.3.4 Partijbestuur:<br />

Het partijbestuur heeft de dagelijkse leiding over de partij. Het partijvoorzitterschap is een<br />

betaalde functie voor vier dagen in de week. Het partijbestuur wordt gevormd door de<br />

voorzitter en zes leden die verantwoordelijk zijn voor inhoudelijke ontwikkeling, voor<br />

internationale contacten en –beleid, voor Europese contacten en –beleid, voor het financieel<br />

beleid, voor partijontwikkeling, voor publiciteit en campagnes en voor personeel en<br />

organisatie. De leden van het partijbestuur worden in functie gekozen. Het partijbestuur legt<br />

verantwoording af aan de partijraad en het Congres. Taken zijn:<br />

o algemene leiding geven aan de partij en het landelijk bureau.<br />

o uitvoeren van besluiten van het Congres.<br />

o beleid ontwikkelen op basis van de congresbesluiten<br />

o opstellen van begroting en jaarstukken.<br />

o aangaan van overeenkomsten namens de partij.<br />

o bepalen afdelingsgrenzen, na overleg met de betrokken leden.<br />

o afdelingen, federaties en provincies stimuleren en daartoe de nodige politieke en<br />

organisatorische initiatieven nemen.<br />

o goedkeuren van reglementen van afdelingen en andere onderdelen van de partij.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 75 8 september 2009


o toepassen hardheidsclausule statuten en reglementen en besluiten nemen in gevallen waar<br />

deze niet in voorzien (dit altijd met mededeling aan de partijraad).<br />

Het partijbestuur wordt ondersteund door de afdeling Bestuursondersteuning van het<br />

Landelijk Bureau van GroenLinks. Op het Landelijk Bureau werken 40 medewerkers.<br />

6.3.5 Het Congres:<br />

Het Congres is het hoogste orgaan binnen GroenLinks en wordt gevormd door de aanwezige<br />

stemgerechtigde partijleden. Het wordt tenminste 1 keer per jaar bijeengeroepen door het<br />

partijbestuur of 10% van de leden. Taken van het Congres zijn.<br />

o alle bevoegdheden die niet bij wet, statuten of reglementen aan anderen zijn opgedragen.<br />

o op hoofdlijnen bepalen van het beleid van het partijbestuur en beoordelen van de<br />

uitvoering van het beleid door het partijbestuur.<br />

o vaststellen/wijzigen huishoudelijk reglement en statuten.<br />

o benoemen kascommissie.<br />

o beoordelen van het beleid van de fracties van GroenLinks in de Eerste en in de Tweede<br />

Kamer der Staten-Generaal en van de delegatie in het Europese Parlement.<br />

o aanwijzen kandidaten aan voor de verkiezingen van de leden van de Eerste en Tweede<br />

Kamer der Staten-Generaal en van het Europese Parlement.<br />

o vaststelling van politieke programma's en van verkiezingsprogramma's voor de<br />

verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer en van het Europese Parlement.<br />

o het Congres kan besluiten tot het organiseren van een besluitvormend referendum.<br />

o besluiten van het Congres kunnen aan een correctief referendum worden onderworpen.<br />

o voor interne verkiezingen kan een ledenreferendum worden georganiseerd<br />

Referendum:<br />

Een referendum wordt schriftelijk gehouden onder de leden van de vereniging, die 4 weken de<br />

tijd hebben om hun besluit kenbaar te maken. Een referendum geldt als een partijbesluit bij<br />

een deelname van 50% of meer van de leden.<br />

6.3.6 Congrespresidum:<br />

Het congrespresidium draagt zorg voor het voorzitterschap en het secretariaat van het Congres<br />

en voor de overige organisatie. Het wordt benoemd door het Congres en bestaat uit 5 - 9<br />

personen. Kandidaatstelling kan plaatsvinden door het zittende presidium, de partijraad, of<br />

een groep van 15 leden. Het partijbestuur voegt hier een adviseur aan toe. De voorzitter en<br />

secretaris van het partijbestuur en hun vervangers treden niet op als voorzitter of secretaris<br />

van het Congres. Jaarlijks wordt verantwoord aan de partijraad. Taken zijn:<br />

o voorzitterschap en secretariaat van het Congres en van eventuele aparte onderdelen.<br />

o vaststelling van de dagorde van het Congres.<br />

o samenstelling van de agenda en het tijdschema, na overleg met het partijbestuur.<br />

o organisatorische voorbereiding van het Congres, na overleg met het partijbestuur.<br />

o uitreiken van stemkaarten, stembiljetten, enz. aan stemgerechtigde congresdeelnemers.<br />

o benoemen van een stembureau bestaande uit ten minste drie partijleden.<br />

o doen van een voorstel aan het Congres voor de afhandeling van de agenda.<br />

o verdelen spreektijd.<br />

o een zo rustig en ordelijk mogelijk verloop van de besluitvorming op het Congres.<br />

o vaststellen van notulen van het Congres en het binnen vier weken na het Congres<br />

toezenden daarvan aan het partijbestuur.<br />

o gevraagd en ongevraagd adviseren van het partijbestuur met betrekking tot het Congres.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 76 8 september 2009


6.3.7 De partijraad<br />

De partijraad bestaat uit 80 leden en komt gemiddeld vier keer per jaar bijeen. De leden van<br />

de partijraad worden elke twee jaar gekozen door de afdelingsvergaderingen. De leden leggen<br />

verantwoording af aan de lokale of provinciale vergadering van waaruit ze zijn gekozen.<br />

Taken 72 van de partijraad zijn:<br />

o controle op het beleid van de fracties van GroenLinks in de Eerste en in de Tweede Kamer<br />

der Staten-Generaal en van de delegatie in het Europese Parlement.<br />

o controle op het beleid van het partijbestuur, onverminderd de bevoegdheid van het<br />

Congres.<br />

o wijzigen huishoudelijk reglement (ook bevoegdheid van congres)<br />

o het doen van politieke uitspraken, al of niet op voorstel van het partijbestuur.<br />

o het toezicht op uitvoering van de congresbesluiten tussen de Congressen door<br />

o het nemen van beslissingen in alle gevallen die het partijbestuur of het Congres aan de<br />

partijraad voorlegt.<br />

o het vaststellen van de jaarverslagen en de jaarrekening van verbonden instellingen.<br />

o het instellen van kandidatencommissies voor de verkiezingen<br />

6.3.8 Werkgroepen:<br />

Een werkgroep is een eigenstandige organisatie van mensen binnen de vereniging die een<br />

gedeelde belangstelling voor een thema hebben en daar mee bezig zijn. Een werkgroep kan<br />

tevens worden gevormd door mensen die zich specifiek voelen aangetrokken door één van de<br />

inspiratiebronnen van GroenLinks en zich daarop nader willen bezinnen. Een werkgroep<br />

werkt volgens een door het partijbestuur vastgesteld protocol en regelt verder zijn eigen<br />

werkwijze. Een werkgroep heeft het recht moties, amendementen en voorstellen voor het<br />

Congres in te dienen.<br />

72 GroenLinks, Handboek partijraad 2008-2010.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 77 8 september 2009


Bijlage 7 – De partijstructuur van D66.<br />

Opgericht: 14 oktober 1966<br />

Type partij: Ledenpartij<br />

Organisatiestructuur: 250-300 afdelingen, 12 regio’s<br />

Ledental per 1 januari 2009: 12.432<br />

Voorlopers: geen<br />

Grootte statuten en aanvullend reglement 20923 + 12077 = 23000 woorden<br />

7.1 Partijdoelstelling:<br />

De partij stelt zich als sociaal-liberale partij ten doel een politiek te bedrijven waarin zij de<br />

mens centraal stelt: vrij, betrokken, gelijkwaardig en mondig en streeft naar een<br />

democratische, duurzame en open samenleving. 73<br />

7.2 Organigram:<br />

Afbeelding 17: Organigram D66 – (Gert Schouwstra 2009).<br />

In de statuten 74 en reglementen zijn de structuur en taken en bevoegdheden vastgelegd. Er zijn<br />

ook nog aanvullende reglementen 75 .<br />

7.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />

Leden die in een bepaalde plaats wonen 'vallen' onder de afdeling waaronder deze plaats is<br />

ingedeeld en vervolgens onder de betreffende regio. Er wordt onderscheid gemaakt tussen<br />

gewone leden en lokale leden. Er zijn 3 niveaus met drie bestuurslagen. De besturen zorgen er<br />

o.a. voor dat begroting, jaarstukken en voorstellen over reglementen en politieke<br />

programma’s op de agenda van de ledenvergaderingen komen. Alle niet bij wet of statuten en<br />

reglementen toegekende bevoegdheden komen toe aan de ledenvergaderingen.<br />

7.3.1 de Afdeling<br />

73 D66 Uitgangspunten – 25 maart 2000.<br />

74 D66 Statuten en Huishoudelijk reglement – februari 2008.<br />

75 D66 LB set aanvullende reglementen en procedures – februari 2008.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 78 8 september 2009


De afdelingen volgen over het algemeen de grenzen van een of meerdere gemeenten. Een<br />

aantal van de afdelingen kent deelafdelingen, Leden uit een afdeling kiezen hun<br />

afdelingsbestuur; hetzelfde geldt voor het regiobestuur. Taken zijn:<br />

o besluiten over begroting, jaarstukken en voorstellen over afdelingsreglementen en<br />

politieke programma’s.<br />

o besluiten over de toelating van lokale leden tot de vereniging en bepalen van de hoogte<br />

van hun contributie.<br />

o zorgdragen voor het voeren van lokale verkiezingscampagnes.<br />

7.3.2 de Regio<br />

De partij is landelijk opgedeeld in twaalf regio's (de provincies)<br />

Binnen de regio's kent de partij een aantal sub-regio's. Taken zijn:<br />

o besluiten over begroting, jaarstukken en voorstellen over afdelingsreglementen en<br />

politieke programma’s.<br />

o zorgdragen voor het voeren van lokale verkiezingscampagnes.<br />

o indeling van de regio in dekkende afdelingen.<br />

7.3.3 het Congres<br />

Het hoogste orgaan binnen de partij is de landelijke ledenvergadering of Congres. Dit wordt<br />

in de regel twee maal per jaar gehouden. Taken zijn:<br />

o het kiezen van de leden van het Landelijk Bestuur en de commissies van de<br />

ledenvergadering.<br />

o het vaststellen van de landelijke verkiezingsprogramma’s.<br />

o het kiezen van de lijsttrekker bij landelijke en Europese verkiezingen.<br />

o het al dan niet bevestigen van de door een fractie in de Staten-Generaal of de delegatie in<br />

het Europees Parlement gekozen voorzitter, indien deze niet bij de daaraan voorafgaande<br />

verkiezingen tot lijsttrekker is gekozen.<br />

o het vaststellen van de begroting, alsmede het goedkeuren van de jaarrekening en voorts<br />

overige politieke, organisatorische en financiële besluiten te nemen.<br />

o het kiezen van de leden van het Geschillencollege op een wijze als nader bij of krachtens<br />

dit reglement geregeld.<br />

o het vaststellen van de statuten en het huishoudelijk reglement.<br />

o het vaststellen van de jaarlijkse contributieverplichting en het vaststellen van de jaarlijkse<br />

verdeling van de financiële bijdrage van het Landelijk Bestuur over de regio’s en<br />

afdelingen.<br />

o het op voorstel van het Landelijk Bestuur besluiten tot het aangaan of beëindigen van het<br />

lidmaatschap van andere verenigingen, daaronder begrepen internationale verenigingen<br />

van partijen en Europese politieke partijen.<br />

Referendum:<br />

Een referendum wordt na een besluit van de ledenvergadering schriftelijk gehouden onder de<br />

leden van de vereniging, die 4 weken de tijd hebben om hun besluit kenbaar te maken. Het<br />

mag niet gaan over personen, de begroting, wijziging van statuten of reglementen. Een<br />

referendum is geldig als tenminste 10% van de leden heeft deelgenomen. Het resultaat geldt<br />

als een besluit van de ledenvergadering.<br />

Ledenraadpleging:<br />

Ieder bestuur kan over gaan tot een ledenraadpleging en stelt daar zelf een regeling voor op.<br />

7.3.4 de Landelijke Besluitvormingscommissie<br />

Deze commissie bereidt de besluitvorming voor het congres voor. Taken zijn:<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 79 8 september 2009


o advisering van het Landelijk Bestuur omtrent op te nemen agendapunten.<br />

o bewaking van procedures inzake besluitvorming, zoals tijdige publicatie door Bestuur.<br />

o het toetsen van moties en amendementen, gevolgd door toelating, weigering of aanpassing<br />

van de redactie.<br />

o vaststellen van besluiten van het congres ten behoeve van het Landelijk Bestuur en deze<br />

verwerken in actiepuntenlijsten.<br />

o bewaken van de uitvoering van besluiten van het congres door het Landelijk Bestuur.<br />

o schorsen van besluiten van het congres die in strijd zijn met de statuten of het<br />

huishoudelijk reglement. Als hiertegen geen beroep wordt aangetekend, dan is het besluit<br />

van het congres nietig verklaard.<br />

o instrueren van regio’s en afdelingen omtrent besluitvormingsprocedures, zoals<br />

zorgdragen, dat amendementen zich richten op essentiële punten van besluitvorming.<br />

o bewaken samenhang statuten en huishoudelijk reglement.<br />

o beslissent ter vergadering, indien wordt gestemd over een niet schriftelijk vastgesteld<br />

voorstel, over de formulering daarvan.<br />

o vaststellen van de notulen van het congres of de uitkomst van het referendum.<br />

o bewaking van de statuten en het huishoudelijk reglement voor de gehele partij.<br />

7.3.5 het Landelijk Bestuur<br />

Het hoogste bestuursorgaan in de partij is het landelijk bestuur. Dit bestaat uit 5 tot 11 leden.<br />

Alle leden kunnen leden voor het landelijk bestuur kiezen of kunnen daarin verkozen worden.<br />

Taken zijn:<br />

o de algemene leiding van de partij.<br />

o de uitvoering van de besluiten van het congres.<br />

o beslissen over de toelating tot de vereniging als gewoon lid.<br />

o indelen van het land in dekkende regio’s.<br />

o vaststellen aanvullende reglementen voor huishoudelijke en politieke vergaderingen.<br />

o ingrijpen bij afdelingen of regio’s waar een onwerkbare situaties is ontstaan.<br />

o het voorbereiden van het congres inhoudende: het vervaardigen beschikbaar stellen aan de<br />

leden van de concept voorstellen, tijdig vaststellen en publiceren van een<br />

congresreglement, het organiseren van het besluitvormingsproces, waaronder begrepen de<br />

tijdige consultatie van de landelijke Besluitvormingscommissie.<br />

o het aanwijzen van een oneven aantal voorzitters van het congres.<br />

o congres voorstellen maken voor het politieke programma.<br />

o beheer financiën, waaronder begroting en jaarrekening.<br />

o initiatieven nemen en randvoorwaarden creëren om tot een goed politiek debat te komen.<br />

o de partij te vertegenwoordigen bij de fractie en de vinger aan de pols te houden in de<br />

uitvoering van het verkiezingsprogramma en andere politieke keuzes.<br />

o bevorderen dat er zich voldoende en goed gekwalificeerde kandidaten voor vacatures<br />

binnen en namens de partij aanmelden.<br />

o organiseren van politieke evenementen van algemene strekking, zoals spreekbeurten en<br />

verkiezingsbijeenkomsten.<br />

o zorgdragen voor het voeren van een verkiezingscampagne en betrekken van de fractie en<br />

kandidaten.<br />

o verantwoording afleggen aan het congres d.m.v. verslag van zijn werkzaamheden.<br />

Het Landelijk Bureau van D66 is gevestigd in Den Haag en is onder meer belast met het<br />

voeren van de ledenadministratie, ondersteuning van het landelijk bestuur en verschillende<br />

commissies, partijvoorlichting en organisatie van de congressen en andere landelijke<br />

bijeenkomsten.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 80 8 september 2009


7.3.6 De financiële commissie<br />

Deze commissie is belast met het financiële toezicht op het bestuur. Taken zijn:<br />

o rapporteren aan de ledenvergadering over het gevoerde financiële beheer.<br />

o uitvaardigen van richtlijnen voor het financiële toezicht van de hele partij.<br />

7.3.7. Het Platform:<br />

Leden van D66 kunnen zich verenigen in een platform met een gemeenschappelijke<br />

doelstelling of thema. Bij minimaal 20 leden kan aanmelding bij het Landelijk Bestuur<br />

plaatsvinden waarna erkenning volgt. Een platform kan gevraagd en ongevraagd adviseren en<br />

mag op het Congres voorstellen, moties en amendementen indienen.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 81 8 september 2009


Bijlage 8 – De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

Opgericht: 22 januari 2000<br />

Type partij: Federatieve verenigingspartij<br />

Organisatiestructuur: 220 gemeentelijke en 11 provinciale verenigingen<br />

Ledental per 1 januari 2009: 26.745<br />

Voorlopers: GPV (1948) en RPF (1975)<br />

Grootte statuten en reglementen 3407 + 3126 + 2242 + 1428 + 2367 + 2960<br />

+ 973 + 2342 = 18845 woorden<br />

8.1. Partijgrondslag en -doelstelling:<br />

De grondslag van de <strong>ChristenUnie</strong> is statutair vastgelegd in de Uniefundering. Deze is later<br />

aangevuld met de Unieverklaring. Omdat de <strong>ChristenUnie</strong> een specifiek onderwerp van dit<br />

onderzoek is, zijn beide documenten relevant en hier onverkort opgenomen:<br />

Uniefundering:<br />

“De <strong>ChristenUnie</strong> erkent Gods heerschappij over het staatkundig leven, dat de overheid door<br />

God is gegeven en in zijn dienst staat en dat christenen de verantwoordelijkheid hebben actief<br />

te zijn in de samenleving. Zij fundeert haar politieke overtuiging op de Bijbel, het<br />

geïnspireerde en gezaghebbende Woord van God, die door de Drie Formulieren van Eenheid<br />

wordt nagesproken en die ook voor het staatkundig leven wijsheid bevat.”<br />

Unieverklaring:<br />

“Wij, leden van de <strong>ChristenUnie</strong>, hebben ons verenigd om vanuit ons christelijk geloof<br />

invloed uit te oefenen op het bestuur van ons land en in de samenleving. Gelovig luisterend<br />

naar het Woord van God en met een open oog voor de werkelijkheid zoeken wij naar zijn wil.<br />

We laten ons daarbij aansporen door Gods opdracht om Hem lief te hebben en ook onze<br />

medemensen. We willen dat de overheid de geestelijke en politieke vrijheden waarborgt,<br />

opdat God naar zijn Woord gediend kan worden.<br />

Van die vrijheden willen we gebruikmaken om onze christelijke overtuiging in de politiek en<br />

in de maatschappij uit te dragen. Wij zijn ervan overtuigd dat de God die wij belijden en<br />

willen dienen, ook door de overheid en in de samenleving gehoorzaamd en geëerd behoort te<br />

worden. Een overheid die Gods geboden in praktijk brengt, dient het welzijn van de<br />

samenleving. God heeft alles volmaakt geschapen. De wereld is echter aangetast door de<br />

ongehoorzaamheid van de mens. Daarom heeft de samenleving gezag nodig, dat het kwaad<br />

indamt en tegengaat.<br />

Vanuit onze overtuiging komen wij op voor het recht van allen die deel uitmaken van onze<br />

samenleving en ook streven wij naar gerechtigheid in internationale betrekkingen. Deze<br />

overtuiging plaatst de actuele politiek in het perspectief van Jezus Christus, wie alle macht is<br />

gegeven in hemel en op aarde. Door Hem is er uitzicht op een leven over de grenzen van de<br />

huidige wereld heen. Vanuit dit vertrouwen zoeken wij gedreven naar de steun van allen die<br />

met ons deze politiek willen steunen en bevorderen. We doen dit alles in het besef dat we<br />

afhankelijk zijn van God en bidden om de leiding van de Heilige Geest.”<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 82 8 september 2009


8.2 Organigram:<br />

Afbeelding 18: Organigram <strong>ChristenUnie</strong> – bron: partijbureau <strong>ChristenUnie</strong> 2009.<br />

8.3. Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />

In de partijstatuten 76 is opgenomen dat alle natuurlijke personen ouder dan 18 jaar als lid van<br />

de <strong>ChristenUnie</strong> kunnen worden toegelaten. De partij is federatief opgebouwd, dat wil zeggen<br />

dat elke lokale <strong>ChristenUnie</strong> een autonome vereniging is met een eigen inschrijving bij de<br />

notaris en de Kamer van Koophandel. De leden van de landelijke vereniging worden gevormd<br />

door de lokale verenigingen. Natuurlijke personen kunnen dus niet rechtstreeks lid zijn van de<br />

landelijke <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

76 Statuten <strong>ChristenUnie</strong> – 17 november 2007.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 83 8 september 2009


8.3.1 lokale kiesvereniging<br />

Elke lokale <strong>ChristenUnie</strong> heeft een verenigingsbestuur van drie tot negen personen met eigen<br />

statuten 77 , reglement 78 en, als men meedoet met de gemeenteraadsverkiezingen, een fractie.<br />

De leden kiezen het lokale bestuur 79 . Het bestuur is verantwoordelijk voor de samenstelling<br />

van de lijst voor de verkiezingen. De raadsfractie, met medewerkers, functioneert zelfstandig<br />

maar is verantwoording schuldig aan de leden en het bestuur. Ook is er overleg tussen bestuur<br />

en fractie. Elke lokale <strong>ChristenUnie</strong> kan een afvaardiging sturen naar het Uniecongres, het<br />

hoogste orgaan binnen de <strong>ChristenUnie</strong>. Het aantal stemmen is afhankelijk van het aantal<br />

leden dat de lokale <strong>ChristenUnie</strong> heeft.<br />

8.3.2 de provinciale Unie<br />

Per provincie is er een provinciale Unie. Deze is opgebouwd uit de lokale <strong>ChristenUnie</strong>s op<br />

het grondgebied van de betreffende provincie. Het provinciebestuur wordt gekozen door de<br />

afgevaardigden van de lokale unies en heeft een eigen reglement 80 . Het provinciale bestuur is<br />

verantwoordelijk voor de kandidatenlijst voor de provinciale Statenverkiezingen. De fractie<br />

van de <strong>ChristenUnie</strong> in de provincie opereert zelfstandig, maar is wel verantwoording<br />

schuldig aan de leden (dat zijn de lokale <strong>ChristenUnie</strong>s). De voorzitters van alle<br />

provinciebesturen zijn verenigd in het Unieconvent, wat een zelfstandig bestuursorgaan is met<br />

een eigen reglement 81 , dit orgaan heeft een adviserende rol ten opzichte van het landelijk<br />

bestuur.<br />

8.3.3 het Uniecongres<br />

Het Uniecongres is het hoogste orgaan van de <strong>ChristenUnie</strong> en beslist over bestuurlijke zaken.<br />

Leden hebben geen direct stemrecht, maar worden vertegenwoordigd door afgevaardigden<br />

namens de lokale <strong>ChristenUnie</strong>. Het congres kent een eigen reglement 82 .<br />

8.3.4 het Ledencongres<br />

Het Ledencongres is de vergadering van de leden van de kiesverenigingen. Het houdt zich<br />

bezig met de bezinning op en meningsvorming over politieke en maatschappelijke<br />

vraagstukken. Het mag hierover uitspraken te doen en is zo adviseur van de verschillende<br />

fracties over de politieke koers. Over politieke zaken leggen de fracties van de Eerste Kamer,<br />

de Tweede Kamer en het Europees Parlement verantwoording af aan het ledencongres. Ook<br />

het ledencongres heeft zijn eigen reglement 83 .<br />

8.3.5 het landelijke Bestuur<br />

Het landelijke Bestuur legt bestuurlijke verantwoording af aan het Uniecongres.<br />

77 Modelstatuten kiesvereniging <strong>ChristenUnie</strong> – 1 januari 2004.<br />

78 Modelreglement lokale <strong>ChristenUnie</strong> – 1 januari 2004.<br />

79 Reglement kandidaatstelling en verkiezingen – 17 november 2007.<br />

80 Reglement Provinciale Unie – 1 januari 2004.<br />

81 Reglement Unieconvent <strong>ChristenUnie</strong> – 1 januari 2004.<br />

82 Reglement Uniecongres – 17 november 2007.<br />

83 Reglement Ledencongres – 17 november 2007.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 84 8 september 2009


Bijlage 9 – De partijstructuur van de SGP.<br />

Opgericht in: 1914 (inschrijving 24 april 1918)<br />

Type partij: Verenigingspartij<br />

Organisatiestructuur: losse verenigingen<br />

Ledental per 1 januari 2009: 26.940<br />

Voorlopers: geen<br />

Grootte statuten en huishoudelijk reglement 4463 + 3081+ onbekend = tenminste 7544 woorden<br />

9.1 Partijgrondslag en -doelstelling:<br />

“De partij stelt zich op de grondslag van Gods Woord, zoals daarvan belijdenis gedaan wordt<br />

in de artikelen 2 tot en met 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Zij onderschrijft geheel<br />

en onvoorwaardelijk de Drie Formulieren van Enigheid, zoals deze zijn vastgesteld in de<br />

Nationale Synode, gehouden te Dordrecht in de jaren 1618-1619. Zij belijdt mitsdien het<br />

absoluut gezag van Gods Woord (naar de zuivere Statenvertaling) over alle terreinen van het<br />

leven en derhalve mede over het terrein van het staatkundige en maatschappelijke leven zoals<br />

nader uitgewerkt in het Program van Beginselen. De partij stelt zich ten doel de beginselen<br />

van Gods Woord op staatkundig terrein tot meerdere erkenning te brengen in den lande<br />

overeenkomstig haar grondslag. Derhalve is haar streven erop gericht dat Gods Woord als<br />

norm aanvaard wordt voor het politieke en maatschappelijke leven. Zij tracht dit doel met<br />

name te bereiken door met een op voormelde grondslag gebaseerd verkiezingsprogram deel te<br />

nemen aan de verkiezingen voor de Staten-Generaal, Staten en Raden. Haar streven is niet<br />

zozeer gericht op een meerderheid van kiezers, als wel op de handhaving en doorwerking van<br />

de beginselen door haar beleden.”<br />

9.2 Organigram:<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 85 8 september 2009


Afbeelding 19: Organigram SGP – bron: website SGP 2009.<br />

Afbeelding 20: Aanvullend organigram SGP – (Gert Schouwstra) 2009<br />

9.3 Toelichting structuur en verdeling bevoegdheden:<br />

Overeenkomstig de statuten 84 kan iedereen die achttien jaar of ouder is en de partijbeginselen<br />

onderschrijft, zich aansluiten bij een lokale kiesvereniging. De partij is opgebouwd uit<br />

afdelingen die tevens de lokale verenigingen zijn. De partij valt op doordat zij onderscheid<br />

maakt tussen de posities van mannen en vrouwen. In het Program van Beginselen worden<br />

man en vrouw als gelijkwaardig, maar met verschillende roepingen beschouwd.<br />

Vrouwenkiesrecht wordt beschouwd als strijdig met de roeping van de vrouw, maar het is aan<br />

de vrouw zelf om hierover te beslissen. Actieve deelname van vrouwen in politieke of<br />

bestuursorganen wordt in het beginselprogram ook uitgesloten.<br />

Tot in de jaren ’90 was het binnen de SGP vanzelfsprekend dat het politieke handwerk<br />

exclusief aan mannen was voorbehouden. Aan die vanzelfsprekendheid kwam in de jaren 90<br />

geleidelijk een einde, toen vrouwen zich bewuster van hun positie werden. Daarom werden in<br />

1996 de statuten gewijzigd, waarbij het lidmaatschap alleen nog maar voor mannen werd<br />

opengesteld. Voor vrouwen werd een buitengewoon lidmaatschap gecreëerd, wat inhield dat<br />

ze intern geen stemrecht hadden en van alle vertegenwoordigende- en bestuursfuncties<br />

werden uitgesloten. In 2005 kwam de SGP vanwege deze statuten onder vuur te liggen en<br />

werd de Nederlandse overheid gedwongen om de partijsubsidie in te trekken. Om aan de<br />

subsidie-eisen te voldoen werden in 2007 de statuten aangepast en het lidmaatschap<br />

opengesteld voor alle personen. Het bijzondere lidmaatschap verdween. De uitsluitingen van<br />

vrouwen in het beginselprogram 85 , waarnaar in de statuten wordt verwezen, bleven wel<br />

bestaan.<br />

9.3.1. Gemeentelijke kiesvereniging.<br />

Deze kan bestaan uit één maar ook uit meer plaatselijke kiesverenigingen die dan samen de<br />

gemeentelijke kiesvereniging vormen. Het besluit tot oprichting van een plaatselijke<br />

kiesvereniging vindt plaats door de leden en moet goedgekeurd worden door het<br />

Hoofdbestuur. Dit gebeurt na raadpleging van diverse geledingen. Kiesverenigingen regelen<br />

hun eigen bevoegdheden en hebben eigen statuten die moeten zijn goedgekeurd door het<br />

84 Statuten van de Staatkundig Gereformeerder Partij (SGP) – 31 maart 2007.<br />

85 Program van Beginselen (SGP) – 26 februari 2000.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 86 8 september 2009


Hoofdbestuur. Hierin mogen geen strijdigheden zijn met de landelijke statuten opgenomen en<br />

grondslag en doel moeten worden aanvaard. Plaatselijke kiesverenigingen zijn autonoom,<br />

maar tevens gebonden aan uitspraken van de algemene Vergadering. Besluiten die hier van<br />

afwijken kunnen door het Hoofdbestuur worden vernietigd.<br />

9.3.2. Provinciale verenigingen<br />

De gemeentelijke kiesverenigingen vormen samen een provinciale vereniging. De provinciale<br />

verenigingen kiezen hun eigen bestuur en regelen hun werkzaamheden bij huishoudelijk<br />

reglement, dat geen bepalingen mag bevatten die in strijd zijn met deze Statuten, het<br />

Algemeen Reglement of besluiten van de partij. Er kunnen binnen het werkgebied kringen<br />

worden ingesteld. Het bestuur stelt de conceptkandidatenlijst vast op advies van een<br />

selectiecommissie. De ledenvergadering brengt hierover advies uit, waarna het bestuur beslist.<br />

De leden van Provinciale Staten mogen het Hoofdbestuur adviseren over kandidaten voor de<br />

Eerste Kamer.<br />

9.3.3.a Algemene Vergadering<br />

Toegang, spreek- en stemrecht tot de Algemene Vergadering hebben de aangewezen<br />

afgevaardigden van de plaatselijke kiesverenigingen, het Hoofdbestuur, de algemeen<br />

secretaris en eventueel de aangewezen adviseurs. De vergadering vindt plaats wanneer het<br />

Hoofdbestuur dit wenselijk vindt of als 10% van de stemgerechtigden hierom verzoekt. Taken<br />

zijn:<br />

o voorstellen van het Hoofdbestuur behandelen.<br />

o wijzigingen van Statuten, algemeen Reglement of Program van Beginselen vaststellen.<br />

o kiezen lijsttrekker (het Hoofdbestuur kan een voordracht doen)<br />

o uitbrengen van advies aan het Hoofdbestuur over de conceptkandidatenlijst.<br />

Kiesverenigingen die een voorstel willen indienen voor de Algemene Vergadering sturen dat<br />

een half jaar tevoren naar het Hoofdbestuur. Voorstellen die in de drie jaren daarvoor al<br />

eerder waren behandeld, worden terzijde gelegd. Het Hoofdbestuur voorziet het voorstel van<br />

een preadvies en legt het voor aan de Provinciale afdeling, waar het in stemming wordt<br />

gebracht. Bij een positief besluit mag het voorstel door naar de Algemene Vergadering.<br />

9.3.3.b Jaarvergadering<br />

Dit is een bijzondere Algemene Vergadering die in maart wordt gehouden. Op deze<br />

vergadering hebben ook alle leden toegang. Spreek- en stemrecht hebben alleen de<br />

aangewezen afgevaardigden van de plaatselijke kiesverenigingen. In deze vergadering komt<br />

aan de orde:<br />

o het jaarverslag en de rekening en verantwoording.<br />

o vervulling van de vacatures in het Hoofdbestuur.<br />

o voorstellen van het Hoofdbestuur of van de plaatselijke kiesverenigingen, aangekondigd<br />

bij de oproeping voor de vergadering.<br />

9.3.4 de Raad van Advies<br />

Deze bestaat uit 29 vertrouwensmannen die op basis van de laatste verkiezingsuitslag een<br />

evenredige vertegenwoordiging van het land zijn. Bij belangrijke partijaangelegenheden<br />

consulteert het Hoofdbestuur de Raad van Advies. De gegeven adviezen hebben geen bindend<br />

karakter.<br />

9.3.5 Hoofdbestuur<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 87 8 september 2009


Het partijbestuur bestaat uit 9 tot 15 leden, die worden benoemd door de Algemene<br />

Vergadering. De zittingsduur is vijf jaar en bestuursleden zijn onbeperkt herkiesbaar. Het<br />

Hoofdbestuur wijst zelf een partijvoorzitter voor de Algemene Vergadering, een algemeen<br />

voorzitter voor het Hoofdbestuur, een secretaris en een penningmeester en hun<br />

plaatsvervangers aan. Taken zijn:<br />

o de algemene leiding van de partij en met de uitvoering van de besluiten van de algemene<br />

vergadering.<br />

o bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten namens de vereniging.<br />

o zonder goedkeuring van de algemene vergadering aangaan van rechtshandelingen, mits<br />

die een bedrag of waarde € 226.890,11 niet te boven gaan.<br />

o vaststellen van de conceptkandidatenlijst voor verkiezingen na advies van een<br />

selectiecommissie. De ledenvergadering brengt hierover advies uit, waarna het<br />

Hoofdbestuur de definitieve lijst vaststelt.<br />

o Vaststellen kandidatenlijst voor de Eerste Kamer.<br />

9.3.6 Dagelijks Bestuur<br />

Het Hoofdbestuur wijst een Dagelijks Bestuur van 3-5 personen aan. Dit is te allen tijde<br />

verantwoording schuldig van zijn beleid aan het Hoofdbestuur. Notulen en besluiten van het<br />

dagelijks bestuur worden toegezonden aan de leden van het Hoofdbestuur. Taken zijn:<br />

o voorbereidingen van de vergaderingen van het Hoofdbestuur, de algemene vergaderingen<br />

en de vergaderingen van het Hoofdbestuur met de Raad van Advies.<br />

o de uitvoering van besluiten.<br />

o afwikkelen van lopende zaken in opdracht van het Hoofdbestuur.<br />

o afdoen van zaken die een beslissing op korte termijn vragen en niet van zodanig<br />

belangrijke aard zijn, dat zij vooraf aan het oordeel van het Hoofdbestuur zouden moeten<br />

worden onderworpen.<br />

9.3.7 Algemeen Secretaris<br />

De algemeen secretaris heeft een bezoldigde functie en wordt benoemd door het<br />

Hoofdbestuur. Hij wordt als regel uitgenodigd voor alle vergaderingen en heeft daar een<br />

adviserende stem. De algemeen secretaris mag zaken afwikkelen die door het Hoofdbestuur<br />

aan hem zijn gemandateerd.<br />

9.3.8 Overige geledingen<br />

Er is nog een Commissie van Beroep, die zich specifiek bezighoudt met opzegging en<br />

ontzetting uit het lidmaatschap van de partij. Verder nog een jongerenorganisatie en een<br />

Studiecentrum. Door het hoofdbestuur kunnen ook specifieke commissies worden ingesteld<br />

die alleen tot taak hebben het Hoofdbestuur te adviseren en niet mogen afwijken van hun<br />

opdracht.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 88 8 september 2009


Bijlage 10 – Interview met Arno Brok (VVD).<br />

Interview met de heer Arno Brok (1968), burgemeester van Sneek en vice-voorzitter van de<br />

bestuurdersvereniging van de VVD. (14 minuten – integrale transcriptie)<br />

GS U bent oud-Thorbeckestudent en VVD politicus, dus<br />

het onderwerp “vergelijking van<br />

verenigingsstructuren van politieke partijen” zal u<br />

wel aanspreken. Kunt u me iets vertellen over de<br />

verenigingsstructuur van de VVD?<br />

AB Landelijk hebben we zo’n 45.000 leden. We hebben<br />

een kamercentralebestuur, die vallen veelal samen<br />

met Provinciale besturen. Soms zijn er ook<br />

verschillende kamercentrales in een provincie. Bijv<br />

in Noord-Holland heb je Noord-Holland Noord,<br />

Kennemerland en Amsterdam. In Zuid-Holland heb<br />

je Dordrecht, Rotterdam, Den Haag, Leiden, dus wel<br />

4 of 5. Maar in Brabant heb je er een, dat waren er<br />

twee. Meestal zijn er 1 of 2 kamercentrales per<br />

provincie. En dan heb je daaronder de afdelingen,<br />

die zijn doorgaans gegroepeerd per gemeente, dan<br />

heb je ook nog regio’s. Wta je tegenwoordig bij<br />

onze partij ook meer ziet, door ledenschaarste, veroudering, enz. is dat afdelingen die<br />

wat teruglopen gaan samenbundelen in regio’s maar dat ze dan wel 1 x in de vier jaar<br />

met een afzonderlijke lijst opstellen voor hun gemeente en daarvoor dan een<br />

lijstvormende vergadering hebben. En daar zie je ook wel in clusteren.<br />

We hebben een hoofdbestuur dat de landelijke dingen oppakt en congressen<br />

organiseert. De provinciale besturen faciliteren vooral de afdelingen en bemoeien zich<br />

met statenverkiezingen en provinciale politiek. Hier in Fryslân, waar ik 9 jaar<br />

voorzitter van het provinciale bestuur ben geweest zijn ze heel ondersteunend aan de<br />

afdelingen, trouble-shooting, helpen met recruteren, en dat soort dingen<br />

In de partijorganisatie is naast de organisatie ook een bestuurdersvereniging. We<br />

hebben ook de Haya van Somerenstichting, die doet alles met vorming en scholing. In<br />

de bestuurdersvereniging, waar ik ondervoorzitter van ben, ressorteren alle<br />

Kamerleden, alle burgemeesters, wethouders, kaderleden, waterschapsbestuurders,<br />

raadsleden, statenleden. De bestuurdersvereniging organiseert vooral dingen die niet<br />

politiek zijn, maar wel ondersteunend aan het werk; scholing, samenkomsten,<br />

themalezingen, enz. Het is een hele inhoudelijke vereniging en het is echt heel leuk.<br />

We hebben een congres in november en een voorjaarsvergadering in april.<br />

De bestuurdersvereniging heeft een hoofdbestuur en een algemeen bestuur en daar zit<br />

van iedere provincie één bij. In het Algemeen Bestuur van de bestuurdersvereniging<br />

zitten 12 mensen, plus dan het DB.<br />

GS Zitten die 12 mensen daar als afgevaardigde?<br />

AB Ja, ze zijn afgevaardigde van de provinciale vereniging, zo proberen we een linking<br />

pin te hebben. Onderdeel van de bestuurdersvereniging is ook de ledenkring, dat zijn<br />

de waterschapsbestuurders, maar ook het Professor Oud-gezelschap, dat zijn de<br />

burgemeesters. Dan hebben we ook nog de Schepenenbank, dat zijn alle wethouders.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 89 8 september 2009


Die treffen elkaar dan, dat is vooral ook een meet-and-greet, om van elkaar te leren en<br />

elkaar op te zoeken.<br />

GS Die 12 afgevaardigden, zijn dat leden van het provinciaal bestuur die ook in het<br />

hoofdbestuur zitten?<br />

AB Nee, de provincies zitten alleen in de bestuurdersvereniging, niet in het hoofdbestuur.<br />

Vroeger hadden we dat wel, toen had iedere provincie iemand in het hoofdbestuur,<br />

maar dan kreeg je zo’n hele grote stoffige vergadering. Dat hebben we jaren geleden<br />

afgeschaft. Wat we nog wel hebben is een Partijraad. Die adviseert het Hoofdbestuur<br />

gevraagd en ongevraagd over tal van zaken aangaande de partij. Dus die congresseren<br />

niet, maar ze houden wel bijeenkomsten om de partij spiegels voor te houden.<br />

GS Hoe groot is die Partijraad?<br />

AB Daar zitten tientallen mensen in. Ik denk zo’n 40 á 50. Niet direct prominenten, maar<br />

mensen die lokaal goed verankerd zijn. Op dit moment voeren we een discussie hoe<br />

die Partijraad goed de toekomst in moet. Is het nog wel effectief genoeg, is het<br />

instrument nog wel van deze tijd?<br />

GS Hebben de afdelingen ook hun eigen bestuur, en met eigen autonomie?<br />

AB Ja, die hebben hun eigen bestuur. Ze eigenlijk in alles autonoom. Ze moeten 1x per<br />

jaar een ledenvergadering houden en de jaarverslagen opsturen. Doen ze dat niet of<br />

niet op tijd, dan krijgen ze de contributieafdracht niet. Het is zo dat een groot deel van<br />

de contributie gaat naar het hoofdbestuur, een substantieel deel naar de afdeling en een<br />

heel klein deel naar de provincie. Daarnaast hebben we nog fondswervingsacties,<br />

waarvan één actie in het bijzonder gericht is om de afdelingen te spekken.<br />

GS Als je naar die autonome afdelingen kijkt, zijn jullie dan een ledenpartij of een<br />

verenigingspartij? Is er één VVD, of zijn er allemaal kleine VVD-tjes die samen de<br />

partij vormen?<br />

AB Ja, er is één VVD, er zijn wat uitzonderingen, dat heeft met de statutaire<br />

mogelijkheden te maken, dan hebben we het over Brussel, de Antillen, enz. Die<br />

hebben soms een wat andere structuur gekozen. Maar eigenlijk is het één partij.<br />

GS Heeft iedere afdeling zijn eigen inschrijving en statuten en zo?<br />

AB Nee, absoluut niet. Uniformiteit staat voorop. Alle<br />

statuten en reglementen zijn landelijk vastgelegd.<br />

GS Hebben jullie ook moeite met de bemensing binnen<br />

de partij? We zien de tendens dat er steeds minder<br />

mensen lid willen worden van een politieke partij.<br />

De PVV anticipeert hierop, daar kun je geen eens<br />

meer lid van worden. Hoeveel last heeft de VVD<br />

van dit verschijnsel?<br />

AB Dat ligt heel verschillend. Iedere partij heeft hier<br />

last van. Het gaat nu meer naar het cafetariamodel:<br />

wat levert het mij op, in plaats van gedrevenheid.<br />

GS Zijn jullie daar ook mee bezig? De houdbaarheid van het huidige verenigingsmodel<br />

bekijken?<br />

AB Nee, we zijn daar niet in die zin mee bezig. Wat wel in de afgelopen tijd meer gebeurt,<br />

is dat de rekrutering van mensen voor politieke lichamen, (vroeger moest je een jaar<br />

voor de kandidaatstelling al lid van de VVD zijn om op een lijst te kunnen staan) daar<br />

wordt tegenwoordig allemaal dispensatie voor gegeven. Dus als je zegt, mijn<br />

groenteboer is een echte liberaal, die heeft zijn hele leven al VVD gestemd maar hij is<br />

nog nooit lid geworden en hij wil nu op de lijst, daar is dan wel wat meer ruimte en<br />

flexibiliteit in gekomen. Dat is ook meer wat deze tijd van ons vraagt. Als je alleen<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 90 8 september 2009


maar naar de reglementen zou kijken, dan zijn heel veel goede mensen niet meer<br />

inzetbaar, ook niet voor een ministerschap of zo.<br />

GS Zie je nog meer trends van dingen die veranderen?<br />

AB Bijvoorbeeld die tientjesleden, bijzondere lidmaatschappen of gezinslidmaatschappen,<br />

dat zie je ook. Ik denk wel dat wij bewust voor hebben gekozen om een politieke partij<br />

te blijven. De democratische legitimatie van een politieke beweging is er niet. Bij ons<br />

heb je de partijdemocratie die ook dingen agendeert en onderdeel van de discussie laat<br />

zijn. Kijk, Wilders heeft makkelijk praten, dat is natuurlijk dictatoriaal wat daar<br />

gebeurt. Hij hoeft met niemand te overleggen. Follow the leader!<br />

GS Zijn er nog dingen waarin de VVD zich onderscheidt van andere partijen, qua manier<br />

waarop ze zich organiseren?<br />

AB Gezelligheid. Het is erg gezellig bij de VVD. Dat is geen grapje, dat is echt zo. Het is<br />

een echte netwerkpartij, maar<br />

liberale VVD-ers zijn ook hele<br />

gezellige mensen. Als ik hoor hoe<br />

een congres bij het CDA er aan<br />

toe gaat, dat is heel hiërarchisch,<br />

met zelfs spreektijden. Bij de<br />

PvdA is de stemming vaak heel<br />

erg zuur, Bij ons is ’s avonds het<br />

inhoudelijke gedeelte al afgelopen<br />

hoor. Eerst zijn er lezingen,<br />

inleidingen en daarna borrelen,<br />

dan is het feest! Dan lossen we de<br />

heupen en gaan we de dansvloer<br />

op. Die congressen van de VVD<br />

zijn, hoe slecht het ook gaat met<br />

de partij, altijd leuk. Het is altijd<br />

een reünie, je ziet je vrienden van<br />

vroeger uit de JOVD overal weer<br />

terug komen. Die VVD<br />

congressen zijn altijd leuk! Ik<br />

hoorde dan wel eens van<br />

Margreet de Boer, zo van: “O<br />

verschrikkelijk, er wordt op het<br />

congres gezeurd, lastig, enz.” Dat<br />

hebben wij niet, wij hebben een<br />

goede sfeer in de partij, altijd ook<br />

in moeilijke tijden.<br />

GS Ja en die zijn er zat. Bedankt voor<br />

dit interview. Burgemeester Arno Brok.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 91 8 september 2009


Bijlage 11 – Interview met Hans van den Broek en Andries<br />

Ekhart (PvdA).<br />

Interview met de heren Hans van den Broek (1951) en Andries Ekhart (1954), beiden PvdA-<br />

wethouder in Sneek. (35 minuten – integrale transcriptie)<br />

GS Ik ben aan het afstuderen bij de Thorbecke-academie en wil<br />

graag jullie interviewen over het onderwerp: vergelijking<br />

van de partijstructuren van 8 partijen. Ik gebruik hierbij de<br />

verenigingsstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> als ankerpunt<br />

omdat ik in een tweede deel inzoom op de partijstructuur<br />

van de <strong>ChristenUnie</strong>. Ik heb de PvdA website bekeken en<br />

de organigrammen en statuten gelezen, van jullie wil ik<br />

graag weten hoe het echt werkt. Soms staat het heel mooi in<br />

een organigram, maar in de praktijk doe je het dan net even<br />

anders. De soorten lidmaatschappen veranderen.<br />

AE Een tientjeslid bijvoorbeeld.<br />

GS Ja, of zoals bij de PVV, daar kun je helemaal geen lid meer<br />

van worden.<br />

AE Daar ben ik principieel op tegen.<br />

GS Het zijn ontwikkelingen in de maatschappij die we tegen<br />

komen. Wethouder Hans van den Broek<br />

AE Hoe lang draai jij al mee in de Partij van de Arbeid, Hans?<br />

HB Ik dacht dat het al vanaf 1975 was, tot mijn verbazing ontving ik kortgeleden en brief<br />

met een speldje er in met de mededeling dat ik al 32 jaar lid was. Als je zo redeneert,<br />

kom je op 1977 terecht. Ik heb er nooit aan gedacht, maar dat speldje had natuurlijk<br />

met 30 of 25 jaar al gemoeten.<br />

GS En dat speldje komt dan gewoon bij je thuis?<br />

HB Ja, nu wel. Ik kan het mij nog net herinneren: vroeger werden die plechtig uitgereikt.<br />

Meestal kwam dan een partijbestuurder langs<br />

AE Nou we hebben wel Lutz Jacobi hier gehad voor de mensen die 60 jaar lid waren. En<br />

ik ben nog met Minne van Oosten bij een aantal mensen geweest, maar daar hebben<br />

we geen ruchtbaarheid aan gegeven.<br />

GS Wat ik wil weten is: werkt het bij jullie zoals het in het boekje staat? Zijn er<br />

veranderingen in de partij waar jullie tegen aanlopen, waarbij je bijvoorbeeld denkt:<br />

deze structuur is niet meer houdbaar.<br />

HB Ik loop nu dus 32 jaar mee en er hebben al forse veranderingen plaats gevonden.<br />

Vroeger waren we een strak georganiseerde partij, met het bekende fenomeen<br />

afdelingsvergadering die ongeveer één keer in de maand plaatsvonden en druk werden<br />

bezocht. Er werd naast lokale politiek ook voorbereidingen getroffen voor het<br />

eerstkomende congres. Dat ging bijna altijd vooraf aan een gewestelijke vergadering,<br />

waarin het gewest Friesland in dit geval, maar dat kan ook een ander gewest zijn,<br />

bijvoorbeeld Amsterdam, dat was in mijn beleving één groot gewest.<br />

GS Een gewest is dat een cluster van afdelingen?<br />

HB Ja, en in Friesland was dat dan op provinciaal niveau, maar dichtbevolkte gebieden<br />

hadden dan meerdere gewesten. Die gewestelijke vergaderingen hadden met grote<br />

regelmaat plaats. Dat ging dan over de provinciale politiek, soms ook wel over<br />

gemeentepolitiek van provinciaal belang. Maar we hadden ook altijd een vrij hoge<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 92 8 september 2009


dosis van ideologische discussie en hoe je dat dan weer vertaalt naar partijbestuur en<br />

landelijke congressen die vaak ook nog meer dan 1x per jaar plaatsvonden. Het was<br />

een beetje afhankelijk van de activiteit en politieke omstandigheden. Dat was ook de<br />

tijd dat er een landelijk congres bijeen werd geroepen om de verkiezingen voor te<br />

bereiden en eventueel toestemming te verlenen om wel of niet deel te nemen aan een<br />

kabinet. Dan waren er de beruchte discussies waarbij het congres voor de zoveelste<br />

keer zei: we moeten uit de Nato. Dat is allemaal in de loop van de tachtiger jaren<br />

langzaamaan veranderd. Volgens mij was er toen ook al sprake van de langzaam<br />

afnemende belangstelling voor lidmaatschap van politieke organisaties.<br />

AE We zijn in die dertig jaar ook gehalveerd in ledental. Vroeger was 20% lid van een<br />

politieke partij en nu zitten we op 3 tot 4%.<br />

HB Een aantal associaties die we vroeger hadden zijn nu ook verdwenen,<br />

met de vakbonden bijvoorbeeld. Die gingen zich ook verzelfstandigen.<br />

In de eerste grote congressen, maar ook in de 1 meivieringen. Die heb<br />

ik in Sneek een keertje als voorzitter meegemaakt, daar kwamen toen<br />

ruim 400 mensen. En dan had je standjes van de VARA en het<br />

Humanistisch Verbond, de FNV en daarvoor de NVV.<br />

AE Ja, als ons lid van de oude garde, Minne, een praatje houdt dat gaat het nog steeds over<br />

de VARA, de vakbond en de Partij van de Arbeid.<br />

GS En de Rode Vrouwen?<br />

AE En de Rode Vrouwen, natuurlijk. Weet je, ik ben veel later begonnen bij de PvdA. Ik<br />

weet nog mijn eerste vergadering was bij Jikke Osinga. Ik kom daar binnen en dacht:<br />

o het is hier niet druk. Wat je ook zag, en dat zie je nu nog, de oude diehards, die<br />

komen nog. Ik heb daar wel eens zitten tellen: je hebt dan de fractie en het bestuur en<br />

de wethouders en dan heb je het gros van de aanwezigen wel gehad. Ik moet wel<br />

zeggen dat ik het de laatste tijd weer wat vind aantrekken. We hebben ook jongere<br />

mensen in het bestuur gekregen. Maar dat zie je heel veel, Het probleem is om aan<br />

mensen te komen voor het bestuur van een afdeling. Als je nu ziet dat zelfs de VNG<br />

op het congres een stand had: Hoe zorg ik dat mensen raadslid worden? Dan denk ik<br />

toch dat we behoorlijk achteruit aan het hollen zijn. Of er nu ook verband is met de<br />

verenigingsstructuur? Het is meer een algemeen maatschappelijk probleem, de<br />

politieke betrokkenheid is er niet meer, de verzuiling heb je niet echt meer. Als je kijkt<br />

hoe mensen nu stemmen, is dat onverklaarbaar. De voormalige communisten uit<br />

Noordoost Groningen stemmen nu massaal op Wilders. Het zijn heel onlogische<br />

stappen: ook de SP verliest ook aan Wilders.<br />

GS Links en rechts bestaan niet meer, maar het gaat meer om populisme versus<br />

democratie.<br />

HB Maar als je naar de partijstructuren kijkt dan zijn sinds eind 80 en begin 90 de eerste<br />

grote veranderingen gekomen. In de eerste plaats verweet men de PvdA een<br />

ingekeerdheid. Dat werd een vergadertijgergevaar genoemd. Het aardige was dat daar<br />

soms de vonken vanaf vlogen, waarvan sommige journalisten ook wel weer<br />

gecharmeerd waren. Daar werd tenminste wel gediscussieerd en kom daar maar eens<br />

om. Als je bijvoorbeeld bij de VVD kwam, dan volgden ze vaak wat de partijleider<br />

zei. Ze noemden hem trouwens niet eens de partijleider.<br />

Er is toen een poging gedaan om met -wat wij later noemden- kenniscentra te gaan<br />

werken. Dat was de eerste poging om landelijk thematische bijeenkomsten te<br />

organiseren om degenen die in een bepaald terrein geïnteresseerd waren, danwel ook<br />

te gebruiken om de deskundigheid in een Tweede Kamerfractie met eventuele<br />

bewindslieden te versterken en een bepaald thema door te spreken met de afvaardiging<br />

die dan kwam. Maar er was een grote vrijblijvendheid en in mijn ervaring –ik heb een<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 93 8 september 2009


aantal van die sessies meegemaakt –was het dat er toch al vrij snel van de top naar<br />

beneden werd verteld hoe het in elkaar zat. En weinig andersom. Dat begon men toen<br />

ook te beseffen en eind jaren 90 heeft men dat wat anders ingericht. Deskundigheid<br />

wordt nu gevraagd bij ons, en dan kom je al vrij snel terecht bij fractieleden, maar<br />

zeker bij wethouders. Nu zie je dat die bijeenkomsten vaak wel worden georganiseerd<br />

om daar in overleg met de Tweede Kamerleden, vaak geassisteerd door enkele<br />

bestuursleden, om daarin van onder op te overleggen.<br />

AE Bijvoorbeeld over de WMO, een actueel<br />

onderwerp, dan probeert men echt van onderen de<br />

kennis op te snuiven die men landelijk wil<br />

gebruiken. We hebben nu ook het CLB, het<br />

Centrum Lokaal Bestuur. Ik zit zelf ook in een<br />

aantal van die netwerken en Hans is daar het<br />

meest bij betrokken. Wat wel leuk is, en ik kan<br />

ook wel merken dat het ene verschil is of je wel of<br />

niet in de regering zit, ik zit nu regelmatig in<br />

Utrecht en dan komen Aboutaleb en ook<br />

Kleinsma, gewoon om lokale mensen te vragen<br />

voor netwerkbijeenkomsten. En dan krijg je de<br />

vraag wat speelt er in de wet werk en bijstand en<br />

daar zitten dan weer Tweede Kamerleden bij,<br />

Speckman en zo. Jij bent vooral geweest naar die<br />

dagen in Den Haag, waarbij de Tweede<br />

Kamerleden meestal wethouders uitnodigen. We<br />

hebben de Rosa-leergang nog, dat is een soort<br />

opleidingscentrum voor mensen die raadslid of<br />

wethouder willen worden. Hans, jij zit volgens<br />

mij in zo’n intervisiegroep? Wethouder Andries Ekhart<br />

HB Ja, dat een initiatief geweest van een aantal jaren gelden, eigenlijk meer bedoeld voor<br />

nieuwe raadsleden en in dit geval wethouders. Ik was geen nieuwe wethouder maar<br />

heb me daarvoor opgegeven onder het motto dat we meer moeten doen aan<br />

uitwisselen van ervaring en begeleiden en opleiden van nieuwe mensen. Ik snap wel<br />

dat een partij, en daar deden wij niet aan mee, dat deden andere partijen meer, ging<br />

werken aan nieuw kader. D66 deed dat toen zeker, want ik kan mij herinneren dat men<br />

heeft geprobeerd om Esther Roosen, toen onze PvdA-wethouder, toe te laten treden tot<br />

D66. Dat vonden wij heel aardig. Maar die zaten gewoon verlegen om kader en<br />

deskundigheid. En dan ga je shoppen, je gaat mensen opzoeken. Wat de PvdA de<br />

laatste tijden heeft gedaan is gewoon bij wijze van spreke adverteren: Bent u<br />

geïnteresseerd, meld u dan aan. Het werd meer een sollicitatie naar een functie, dan<br />

dat je uit de partijgelederen naar voren kwam. Die traditie is ook bij ons behoorlijk<br />

geduikeld. Het aardige is dan wel dat hier in Fryslân en ik weet niet of dat elders ook<br />

gebeurt, een wethoudersoverleg met gedeputeerden is opgezet. Dat doen we met de<br />

grote kernen.<br />

AE Ja dat noemen we de G4.<br />

HB Het is een tijdje zo geweest dat we als wethouders van de grote kernen bij elkaar<br />

kwamen. Daar was behoefte aan. Zo hebben we platforms die officieel waren afgelast,<br />

zoals een binnengewest, een regio, weer nieuw leven ingeblazen.<br />

AE We doen dat 4 x per jaar, meestal in Heerenveen. Daar zijn dan naast de wethouders<br />

van de 4 grote gemeenten ook de gedeputeerden aanwezig en verder de Kamerleden<br />

Jacques Tichelaar en Lutz Jacobi. Een enkele keer is ook het gewestelijke bestuur er<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 94 8 september 2009


ij. We hebben dan een overleg aan de hand van actuele politiek. Hans en ik gaan<br />

meestal samen en dan worden we bijgepraat over wat er landelijk en provinciaal<br />

speelt. Het zijn hele nuttige bijeenkomsten.<br />

GS Hoe zit het, zijn jullie allemaal lid van dezelfde vereniging?<br />

AE Ja, we zijn één vereniging en dan ben je tegelijk lid van de afdeling Sneek. Je bent<br />

landelijk lid van de PvdA en daar gaat de afdracht van contributie ook heen.<br />

GS Als je naar de gelaagdheid kijkt. Er is een lokale afdeling, ga je daarna gelijk naar het<br />

landelijk niveau of zit daar nog een provinciale afdeling tussen? Of is de provinciale<br />

afdeling gelijkwaardig aan de lokale?<br />

AE We hebben nog steeds de afvaardiging van de afdeling Sneek naar de gewestelijke<br />

vergadering, dat zijn Hans en ik ook toevallig. Dat is dus de gezamenlijke vergadering<br />

van alle afdelingen in Fryslân. Elke vergadering kan daar een vertegenwoordiging<br />

heen sturen, dat kunnen raadsleden zijn, maar ook wethouders. Die komen regelmatig<br />

bijeen en ook wel naar aanleiding van de actuele politiek. Het gebeurt wel eens, ik zit<br />

natuurlijk goed in de sociale werkvoorziening, dat ik daar een verhaal ga houden hoe<br />

dat werkt. En over het algemeen gaat het daar toch over de actuele politiek.<br />

Provinciale, gemeentelijke en waterschapsverkiezingen doen we zelfs wel in<br />

Noordelijk verband, we zijn nu al weer bezig en daar komen dan mensen van het<br />

partijbureau bij, o.a. voor de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2010. Ik ben zelf<br />

laatst in Leek geweest om daar wat te vertellen over lokale politiek.<br />

GS Dan opereren er drie gewesten dus als één gewest?<br />

AE Ja, maar dan gaat het puur over de vraag: hoe gaan we samen de campagne in, wat zijn<br />

de gezamenlijke thema’s? En daarna krijgen we weer een lokaal tintje. Maar in de<br />

voorbereiding wordt dus samengewerkt. Er worden workshops georganiseerd. Hoe<br />

schrijf ik een verkiezingsprogramma? Maar volgens mij doet elke partij dat met<br />

bepaalde variaties. Wat je dus wel merkt is dat als je opschaalt naar de drie<br />

Noordelijke provincies, dat je dan een paar honderd man bij elkaar hebt.<br />

GS En dan moet zo’n gewest een bestuur hebben. Kiezen jullie dat als lokale afdelingen<br />

of wordt dat aangewezen vanuit het landelijk bureau? Hoe werkt dat bij jullie?<br />

HB Nee, nee, dat gaat van onderaf. We kiezen ons eigen bestuur, net als bij de afdelingen<br />

trouwens. Al moet je vaak wel je best doen om mensen te rekruteren. Dat wordt dan<br />

vaak overgelaten aan een paar zittende bestuursleden, hetzij de voorzitter, hetzij een<br />

oudere knar om mee te denken wie er geschikt zou zijn. Het is ons de laatste paar<br />

keren vrij aardig gelukt om op afdelingsniveau mensen te vinden. Stella van Gent is zo<br />

binnen gekomen, die ken jij. En Wendy Swart die is ook zo binnengekomen, zij zat in<br />

het bestuur en is zo gewestelijk bestuurder geworden. We doen het dus zelf, er wordt<br />

niets van bovenaf opgelegd, al moeten we er lokaal wel aan trekken om mensen op<br />

een plek te krijgen.<br />

AE We hebben ook consequent onze ouderenochtenden, dat is echt een succes. Wat ook<br />

een leuke actie was, we hebben gewoon de ledenlijst gepakt en we zijn allemaal 5<br />

mensen (alleen niet de 80+ers) gaan bellen met de vraag: u bent lid van de PvdA, we<br />

zien u nooit.<br />

HB Nou zo hebben we het niet gebracht. HaHa.<br />

AE Maar we hebben ze wel gevraagd om eens op een afdelingsavond te komen en dat<br />

heeft toch gewerkt. Zo is Hans Janssen er ook bij gekomen.<br />

GS Hoe groot is zo’n gewestelijk bestuur?<br />

HB Eeuh, in elk geval 7 man geloof ik. Wel een behoorlijke club. Bertus Mulder is nu<br />

voorzitter. En die hebben dan elk afzonderlijk enkele taken. Elk bestuurslid van het<br />

gewest heeft ook de taak om een bepaalde streek te bedienen, contactpersoon te zijn.<br />

Dat lukt niet altijd, maar de poging is er wel. Die zijn dan weer gekoppeld aan<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 95 8 september 2009


fractieleden van de Staten die dan dezelfde taak hebben en voor een bepaald gebied<br />

contactpersoon zijn. En zo wordt geprobeerd om de onderlinge contacten te<br />

versterken. Het is minder strak georganiseerd. Maar het houdt in dat je iets gaat doen,<br />

in plaats van steeds maar vergaderen. Daarmee zijn toch wel een aantal mensen<br />

overgehaald om hierin te stappen. Deze taken zijn overigens wel formeel als<br />

functieonderdeel geregeld.<br />

AE In het platform van de Zuidwesthoek, dat zijn de bekende 8 gemeenten plus<br />

Skarsterlân, hebben we drie keer per jaar een bijeenkomst in café Nijland. Vroeger zal<br />

Hans Konst daarbij, maar sinds hij gedeputeerde is geworden, is dat overgedragen aan<br />

Statenlid Wiek van de Vlugt. Dat is wel wat uit nood geboren, want zij is de enige die<br />

uit de Zuidwesthoek komt.<br />

HB Het gebeurt ook wel dat de voorzitter van het platform dingen regelt. De Statenleden<br />

hoeven niet alles te regelen, maar ze zijn wel verplicht om te komen.<br />

GS Als ik nou een trapje hoger ga, kom ik dan gelijk bij het landelijk bestuur uit?<br />

HB Het landelijk bestuur wordt samengesteld door het congres. De stukken worden van<br />

tevoren bekend gemaakt en een keer in de twee jaar wordt een nieuw bestuur gekozen.<br />

Ook hier is wel sprake van co-optatie, maar in principe kan ieder lid zich kandidaat<br />

stellen voor het bestuur. Voor de vrijkomende vacatures is vaak ook een profiel<br />

beschikbaar. Bijvoorbeeld, voorzitter, secretaris of buitenland.<br />

GS Hebben jullie ook een verdeelsleutel over de gewesten?<br />

HB Nee, het grote partijbestuur had dat vroeger wel, dat er van ieder gewest een<br />

vertegenwoordiger in moest zitten, maar dat is niet meer zo.<br />

AE Het heeft wel met de afdelingen te maken. We betalen landelijk contributie en als we<br />

in de nieuwe gemeente boven de 400 leden zouden uitschieten, dan is dat financieel<br />

weer aantrekkelijk.<br />

GS En als je nu als gewest Friesland iemand in het bestuur wilt hebben, is dat dus geen<br />

automatisme?<br />

HB Nee, maar als je dat wilt, ga je gewoon op een bepaalde vacature koersen, bijvoorbeeld<br />

degene die speciaal is aangesteld voor gewesten en dergelijke. Je trekt dan als gewest<br />

één lijn of je maakt een deal met een ander gewest en zo krijg je voldoende stemmen.<br />

AE Het is ook zo dat bepaalde kamerleden, zoals Luts Jacobi verantwoordelijk zijn voor<br />

bepaalde clusters. Dat deed Jacques Tichelaar ook wel.<br />

GS Alle bestuursleden hebben dus hun eigen taken en een soort landsdeel of zo. Is er ook<br />

nog iets anders? Een partijraad of zoiets?<br />

HB Een partijraad houden, doen we niet zo vaak. Eigenlijk is het wel de bedoeling dat we<br />

hem gebruiken, maar er was veel kritiek op. In de vorige periode probeerden de leden<br />

de dienst uit te maken, daar zitten bijna al die gewestelijke voorzitters en van de<br />

grotere gewesten twee of drie. Het was vanuit de gewesten wel een gekozen orgaan,<br />

maar ja, wat is dan nog gekozen? Men heeft eigenlijk de partijraad willen afschaffen<br />

en plaats daarvan meer landelijke congressen willen organiseren. Dus een meer<br />

algemene vertegenwoordiging.<br />

AE De partijraad bestaat officieel nog wel. Wat we wel veel doen is het organiseren van<br />

werkbezoeken, meestal aan de hand van een bepaald thema en in de aanloop naar<br />

verkiezingen.<br />

HB De partijraad kan nog wel gebruikt worden als voorbereidend orgaan voor een<br />

congres.<br />

AE Hans, sinds wanneer mogen wij ons rechtstreeks bemoeien met het kiezen van de<br />

lijsttrekker? Bijvoorbeeld met de Europese verkiezingen, dan moeten we stemmen.<br />

HB Dat is sinds een jaar of tien denk ik. We doen dat niet op een ledencongres, maar we<br />

stemmen als individueel lid, gewoon digitaal via internet. Je krijgt een sleutelcode en<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 96 8 september 2009


dan mag je een stem uitbrengen. Dat wordt soms ook voor andere onderwerpen<br />

gedaan.<br />

AE Ja en we houden dan peilingen, die doen Kamerleden nog wel eens. Ik heb het gehad<br />

met jeugd en alcohol, dan vraagt bijvoorbeeld Lea Bouwmeester een aantal<br />

wethouders om naar Den Haag te komen om te overleggen en dan kan zij dat weer<br />

meenemen in de besluitvorming.<br />

GS Jullie moeten ook leden hebben die digibeet zijn. Hoe betrek je die dan hierbij?<br />

HB Digibeet? Ja dat klopt, maar je kunt dus ook schriftelijk stemmen.<br />

AE We hebben verder ook nog ons eigen provinciale blad, de Reade Trime. Dat is niet<br />

overal zo. Die wordt vooral vormgegeven door Bertus Mulder. En natuurlijk Joop van<br />

den Berg die al drie keer afscheid heeft genomen, maar nog steeds aanwezig is. We<br />

zijn toen naar zijn afscheid in Heerenveen geweest en je komt hem nog steeds overal<br />

tegen.<br />

HB Het gemakkelijkst is natuurlijk om een Kamerlid te nemen wat hier in de buurt woont<br />

om eens een artikel te schrijven. En verder wordt ook aan ons wel gevraagd om ergens<br />

iets over te schrijven. Langzaam aan wordt je zelf ook bekend.<br />

AE Dat is wel heel handig. En je hebt natuurlijk Lutz Jacobi die echt toegankelijk is, die<br />

belt zelf ook wel eens. Dan belt ze op: speelt er nog wat? Die ken ik natuurlijk ook vrij<br />

goed omdat ze hiervoor directeur was van de GGD. Maar ze belt zelf wel makkelijk.<br />

GS Laten we het hebben over de top van de partij. Er is een landelijk bestuur, ook nog een<br />

dagelijks bestuur. Heeft dat DB nog speciale mandaten, of moeten ze gewoon op de<br />

winkel passen als het LB niet bij elkaar komt? Hoe is dat bij jullie?<br />

HB Nou speciale mandaten, ze zijn er in elk geval om de organisatie te runnen. De<br />

voorzitter wordt betaald en is fulltime. Dan zijn er nog wat deelfuncties die beperkte<br />

betaling kennen. En daarnaast zijn er nog een partijbureau met allemaal betaalde<br />

krachten en de Beckmanstichting, het wetenschappelijke instituut.<br />

GS Hebben we nu de hele partijstructuur zo’n beetje behandeld? Of zijn er nog<br />

aanvullende structuren en netwerken?<br />

AE Ja er zijn altijd aanvullende informele netwerken. Bijvoorbeeld die G4, dat is geen<br />

officieel orgaan. En ook wel met de Zuidwesthoek en Harlingen erbij. Dan gaat één<br />

gemeente ook met de PvdA wethouders erbij iets organiseren. We hebben dan geen<br />

echte agenda, dat is zo formeel, maar we brengen dan bijvoorbeeld een bezoek aan de<br />

weduwe Joustra en ondertussen zijn we dan bezig met de partijpolitiek en afstemming<br />

met elkaar. Een vermenging van gezelligheid, samen eten, en discussie, soms met een<br />

agenda, zoals toen met de visserijproblemen met Karel Helder.<br />

HB Dat was voor de Zuidwesthoek, maar we schromen ook niet om anderen bijvoorbeeld<br />

van Heerenveen, eens uit te nodigen. Lykele Buwalda ging wel vaak mee.<br />

AE Ja en ik heb bijvoorbeeld het CFG-bestuur redelijk veel contact, maar dat is meer<br />

gelieerd aan mijn functie, niet aan de partij.<br />

GS Als je nu naar de maatschappelijke trends kijkt. Ik vermoed dat jullie ook heel veel<br />

oudere leden hebben. Het ledenaantal neemt af. Dat gebeurt bij alle partijen, dus ook<br />

bij jullie.<br />

AE Nou het gekke is, je hebt gelijk hoor, als ik kijk van wat boven de tachtig is, maar ik<br />

merk nu dat we er eindelijk ook weer wat jongeren bij krijgen. Het is nog niet zo dat<br />

ik denk: wat ben ik blij, want er moeten nog veel meer bij, maar ik kan toch merken<br />

dat we een beetje verjonging hebben gehad.<br />

GS Verwacht je de komende tien jaar nog veranderingen moet doorvoeren omdat je de<br />

plekken niet meer bemenst krijgt? Is dat bij jullie een issue?<br />

HB Nog niet, maar het feit dat de organisatiestructuur wat minder strak wordt<br />

georganiseerd, op verschillende niveaus, toont wel aan dat de partij zich aan het<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 97 8 september 2009


aanpassen is aan de omstandigheden. Dat vind ik wel. De pogingen om wat<br />

kenniscentra te formeren, clusters die elkaar over een bepaald onderwerp op de hoogte<br />

gaan houden, dat soort bijeenkomsten gaan vaak via de computer, maar soms komen<br />

ze ook werkelijk bij elkaar. Ik noem dat semi-informeel, want de deelname is niet<br />

verplicht. Je geeft je vrijwillig op en iedereen kan eigenlijk het initiatief nemen, dat is<br />

het aardige ervan. Dat is het grote verschil met 20 jaar geleden, toen moest alles eerst<br />

officieel worden geregeld.<br />

AE Als je dan kijkt naar de laatste paar jaar, wat wij aan digitale nieuwsbrieven<br />

binnenkrijgen. Bijna wekelijks komt er iets binnenrollen. Dan heb je ook nog de<br />

Statenfractie met hun nieuwsbrief, maar die komt meestal als mosterd na de maaltijd.<br />

HB Dat is natuurlijk ook de huidige tijd, veel informatie gaat digitaal.<br />

GS Goed ik denk dat ik nu alles heb wat ik wilde weten. Bedankt voor dit gesprek.<br />

AE Anders kun je altijd Bertus Mulder nog even vragen, die heeft zelfs wel genoeg<br />

informatie voor een masterstudie.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 98 8 september 2009


Bijlage 12 – Tweegesprek met Jouke-Jan de Groot<br />

(<strong>ChristenUnie</strong>).<br />

Jouke-Jan de Groot (1978) is bestuurssecretaris en lid van het<br />

managementteam van het partijbureau. Gesprekspartner Gert<br />

Schouwstra is lid van het Landelijk Bestuur en lokaal politicus in<br />

Sneek. Het gaat hier niet om een interview, maar om een<br />

tweegesprek waarbij op elkaar wordt gereageerd en meningen naast<br />

elkaar worden gezet. Vanwege de lengte van het gesprek (bijna 2<br />

uur) is gekozen om dit niet integraal weer te geven. Hieronder<br />

worden puntsgewijs de gespreksonderwerpen samengevat: Jouke Jan de Groot<br />

De structuur van de PVV is heel helder, maar statuten zijn niet te pakken te krijgen.<br />

Misschien bij de KvK? Er zijn twee leden: Geert Wilders en de Stichting Geert Wilders.<br />

Wat is de informele structuur er omheen? Daar kom je dus ook niet achter. Dat laatste<br />

geldt overigens voor alle partijen.<br />

Er is gepubliceerd over partijstructuren. Je zou contact op kunnen nemen met Gerrit<br />

Voerman van het Documentatiecentrum Nederlandse politieke partijen (DNPP). Dat is<br />

onderdeel van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Hij heeft vast wel wat literatuurtips.<br />

Ze geven jaarlijks een boekje uit met een overzicht van het partijpolitieke landschap.<br />

Het DNPP is momenteel met een onderzoek bezig naar de <strong>ChristenUnie</strong>. Die heeft tien<br />

jaar geleden bij de oprichting een demografisch onderzoek gedaan naar de achterban en<br />

dat wordt nu herhaald. De resultaten zullen begin 2010 worden gepresenteerd.<br />

Er is een vernieuwingsgolf onder politieke partijen. In de jaren 90 is een aantal partijen<br />

overgegaan naar meer ledeninvloed. Wij hebben dat ook gedaan door het instellen van een<br />

ledencongres. Er is een verschuiving van indirecte naar directe invloed van de leden.<br />

Als je partijstructuren met elkaar vergelijkt, heeft dat dan te maken met de kiezer? Is er<br />

sprake van meer ledeninvloed als tendens, of kiest elke partij de structuur die bij haar<br />

leden past? Of andersom: leden kiezen een partij met een structuur waar ze beste bij<br />

passen. Het type mens is verschillend. Bij <strong>ChristenUnie</strong> is zeker sprake van een groep<br />

leden met verwantschaployaliteit en een groep met idealistische motieven vergelijkbaar<br />

met GroenLinks. Die laatste groep kan ook eerder afhaken na een teleurstelling.<br />

Wat heeft de <strong>ChristenUnie</strong> aan een onderlinge vergelijking van partijen? Belangrijke<br />

vraag voor de <strong>ChristenUnie</strong> is: Wat is het doel van een politieke partij en lukt het in de<br />

toekomst om wat we doen te continueren? Lukt dat ook nog met de mens van vandaag?<br />

Of van morgen? Hoe lossen andere partijen dat op? Welke beweging zou de <strong>ChristenUnie</strong><br />

tussen nu en vijf jaar moeten maken? Een trendanalyse dus. Wat is hier over<br />

gepubliceerd? Brengen we dat hier allemaal bij elkaar in een scriptie?<br />

Via de RUG heb je goed toegang tot krantendatabases.<br />

Het is wel aardig om te verglijken met bijv. GroenLinks. Die hebben een hele platte<br />

ledenorganisatie, met wat losse structuren er omheen. Nadeel is dat ze geen extern<br />

netwerk hebben. Wij leunen erg zwaar op bijv. de kerken, want onze eigen verenigingen<br />

zijn ook niet sterk. Bij het CDA zie je dat ook binnen de kerk. PvdA idem met de<br />

vakorganisaties. D66 en VVD hebben dat minder. De vraag is of die netwerken blijven<br />

bestaan. Het aantal leden neemt af en het aantal betrokken leden neemt mogelijk toe.<br />

Er zijn verenigingen waar geen (actief) bestuur meer is, de vereniging bestaat wel, maar er<br />

is geen kader. Misschien gaat de oplossing wel buiten de formele structuren vallen. Men<br />

ziet het nut van die structuren ook niet altijd. Er is behoefte aan creativiteit, maar 8 jaar<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 99 8 september 2009


geleden zijn de statuten op het gebied van de structuur en functies helemaal<br />

dichtgetimmerd. We zouden dat veel losser kunnen maken. Er zijn functies als promotor<br />

of politiek secretaris die we zo belangrijk vonden dat ze zijn vastgelegd. Daar zijn vaak<br />

geen aparte mensen voor te vinden.<br />

Structuren zijn niet meer vanzelfsprekend. De Provinciale Unie is meer de provinciale<br />

kiesvereniging, misschien moet je hen zo gaan noemen. CDA is wat platter, daar bestaat<br />

een afdeling als er een minimum aantal leden is, maar als ze geen bestuur voor elkaar<br />

kunnen krijgen, vallen ze onder de buren. De provinciale afdeling is een gewone afdeling.<br />

Wat zijn de trends binnen de organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong>? Hoe vatten leden het zelf<br />

op? Hoe zien we er over tien jaar uit? Is het omvallen van besturen en niet meer kunnen<br />

opvullen van lege plekken alleen symptomatisch voor het Noorden of is het Noorden<br />

hierin alleen maar koploper? Opvallend is de afwijkende structuur van Limburg, die nooit<br />

echt voorzien was. De verenigingsstructuur moet alleen maar de politieke activiteiten<br />

ondersteunen en is geen doel op zich.<br />

De Provinciale Unie functioneert niet overal gelijk en is soms moeilijk te bemensen. Soms<br />

ontbreekt daardoor bestuurskracht. Taken als coachen van lokale verenigingen komen niet<br />

van de grond, advisering richting landelijk bestuur ook niet.<br />

Unieconvent, hier zitten de provinciale voorzitters q.q. in, zonder last en ruggespraak en<br />

niet als afvaardiging. Reglementair doel is: “D.m.v. medezeggenschap, overleg en<br />

onderling contact de bestuurlijke organisatie van de <strong>ChristenUnie</strong> versterken op<br />

provinciaal en landelijk niveau”. Dat kweekt verwachtingen. Het Unieconvent is een kind<br />

van zijn tijd, ingesteld als sparringpartner voor het bestuur, bedoeld als een voorportaal<br />

voor moeilijke besluiten. Daarom vergaderde het Unieconvent ook ruim voor het<br />

Uniecongres. Andere partijen maken de provinciale voorzitter lid van het landelijke<br />

bestuur (dubbelrol). Bij ons ontlenen sommige personen een positie aan het Unieconvent,<br />

anderen in het geheel niet. De nota van Jouke Jan over dit onderwerp heeft wel wat stof<br />

doen opwaaien. Je ziet dat de oude structuur hier en daar kraakt.<br />

Het landelijke bestuur gaat zich dit najaar bezinnen over de taakopvatting van het bestuur.<br />

Die heeft wel wat te maken met de structuur die er achter zit. Lijnen vanuit bestuur naar<br />

de regio die de taken van het Unieconvent doorkruisen.<br />

Mogelijk is de studieopdracht wat te breed. Hoe ga je die met elkaar vergelijken zonder de<br />

statuten te herschrijven? Welke variabelen gebruik je voor de vergelijking?<br />

Welke taken heeft een politieke partij? Een organisatie moet voor zijn taak zijn berekend.<br />

Het CDA verplicht zijn 430 afdelingen om mee te doen met de verkiezingen. Dat vraagt<br />

een andere organisatie dan bij de PVV waar alleen de krenten uit de pap er uit gehaald<br />

worden.<br />

Wij hebben ongeveer 40% van de leden van het CDA, maar hoe verhoudt de work-load<br />

zich? Als het gaat om bedienen van wethouders, raadsleden, afdelingsbesturen, enz. Wat<br />

doen wij onszelf aan, als je een beperkt aantal mensen hebt die beschikbaar zijn voor<br />

functies hebben we dan de taken wel handig verdeeld? Hoe bereik je je idealen qua<br />

samenwerking?<br />

Er was een discussie in de Provinciale Unie van Drenthe, waar het complete bestuur<br />

aftrad. Uitgaande van een samenwerkingsverband van lokale verenigingen, waarvan de<br />

meeste noodlijdend: Stel je voor dat we alle verenigingen op één hoop zouden gooien, dan<br />

hebben we één goed bestuur van 10 mensen voor zowel lokale, als provinciale als<br />

waterschapstaken. Dat wordt dan besturen op afstand, een heel andere werkwijze en<br />

structuur naar lokale fractie en contactpersonen. Maar je hebt als bestuur ook een heel<br />

andere positie, meer macht en dus ook aantrekkelijk voor sollicitanten. Ook binnen<br />

<strong>ChristenUnie</strong> zijn mensen gevoelig voor macht en positie. Daar zitten dus tegengestelde<br />

bewegingen in.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 100 8 september 2009


Vroeger werd er juist veel heil gezocht in het dichttimmeren van organisaties met statuten<br />

en reglementen. Dat zijn mensen nu wel wat zat. De fusiefase van GPV en RPF was niet<br />

het juiste moment om dit anders te doen. Eerst moest het vertrouwen tussen de<br />

bloedgroepen nog groeien. Dat speelde alleen maar waar beide partijen voorkwamen.<br />

Wij hebben het oude AR-model overgenomen. Iedere vereniging is autonoom en kan zelf<br />

besluiten uit de Unie te stappen. Dan mogen ze zich geen <strong>ChristenUnie</strong> meer noemen,<br />

maar ze kunnen gewoon zelfstandig blijven functioneren.<br />

Een van de problemen die we tegenkomen is dat we overwegen om de Uniefundering te<br />

vernieuwen. Daar wordt letterlijk naar verwezen in de landelijke statuten en ook in de<br />

lokale statuten. Je hebt dan in de landelijke vergadering 2/3 van de stemmen nodig.<br />

Daarna moeten de statutair verplichte modelstatuten worden aangepast. Vervolgens<br />

moeten alle zelfstandige verenigingen hun statuten conform dat landelijke model<br />

aanpassen en dat is een probleem, want de kiesverenigingen kunnen alleen lid zijn van de<br />

Unie als hun statuten overeenkomen met dat landelijke model. Stel dat enkele<br />

kiesverenigingen dat niet doen. Nu kun je daar wel iets op bedenken, maar dan krijg je dus<br />

verschillende lidmaatschapscriteria. Bijvoorbeeld voor tegenstemmers die weigeren te<br />

veranderen.<br />

Het is ook een probleem voor een kleine wijziging in de statuten, want er is altijd wel een<br />

vereniging die het niet vaststelt en dus in overtreding is. In die zin is die lokale autonomie<br />

niet meer van deze tijd.<br />

We noemen ons niet alleen Unie, we hebben het ook georganiseerd als een Unie. Een<br />

federaal verbond. Misschien moeten we over 5 jaar de Unie wel opheffen en een Partij<br />

worden. Dat ligt bij sommigen wel heel gevoelig, kiesvereniging of afdeling. Je kunt de<br />

werkwijze zo laten als die is en toch naar een ledenpartij gaan. Je wordt dan<br />

organisatorisch veel flexibeler en dynamischer.<br />

Bij het organiseren van de Europese Verkiezingen hebben wij gekozen om de lijn naar de<br />

lokale verenigingen te volgen. Daar leeft het niet echt, niemand staat in de modus<br />

‘campagnevoeren’ en de stukken worden door de secretaris op de stapel gelegd voor de<br />

volgende bestuursvergadering over 4 maanden. Zo gebeurt er dus helemaal niets. Mailtjes<br />

worden door de secretarissen nauwelijks geopend. Als ik dan nabel zeggen ze: we hadden<br />

nog geen tijd om te reageren, 2 á 3 weken is veel te kort, want we zijn nu niet actief bezig<br />

met de vereniging. In feite gaat de vereniging buiten de eigen campagnetijd in slaapstand.<br />

En landelijk maken we geen gebruik van onze e-mailadressen van leden, we blijven<br />

werken via de lokale verenigingen.<br />

We vragen kiesverenigingen om plakteams voor posters samen te stellen, terwijl je bij de<br />

meeste gemeenten de posters rechtstreeks naar het gemeentehuis kunt sturen en dan<br />

plakken zij ze op. En dan is de weg via de kiesvereniging te lang en komen de posters er<br />

dus niet te hangen.<br />

Het niet echt betrokken zijn van leden en achterban bij verkiezingscampagnes is een<br />

landelijke trend, die niet specifiek is terug te voeren op de organisatiestructuur. Je ziet dit<br />

verschijnsel ook bij alle partijen. De trage organisatie draagt wel aan bij dat een vraag de<br />

leden niet of niet meer op tijd bereikt. We hebben onszelf wel eens een netwerkpartij<br />

genoemd, momenteel loopt het netwerk dood. Er zitten zoveel filters tussen dat een<br />

boodschap vanuit het landelijk bureau ergens in de lijn blijft hangen.<br />

Ter voorbereiding van een Uniecongres worden heel vaak geen ledenvergaderingen meer<br />

gehouden. Er worden zelfs vaak geen bestuursvergaderingen meer gehouden.<br />

Afgevaardigden gaan dus zonder stemopdracht naar het congres en mogen naar bevind<br />

van zaken handelen. Er zijn maar enkele uitzonderingen. Wat is dan de legitimatie van het<br />

Uniecongres? Vergelijk het eens met het ledencongres waar ieder voor zich stemt?<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 101 8 september 2009


Je kunt je afvragen of de structuur is wat we willen, maar de structuur hoeft ook nooit een<br />

beletsel te zijn. er zijn kiesverenigingen die gewoon om en door de structuren heen<br />

opereren. Een structuur kan je doelen wel helpen of ondersteunen. Anderzijds zijn er<br />

plekken waar de oude structuren bloeien. Je zou moeten bekijken of er een structuur<br />

mogelijk is waar zowel de oude, als een nieuwe vorm naast elkaar in kan bestaan. Die<br />

ruimte geeft.<br />

De <strong>ChristenUnie</strong> heeft heel veel statuten en reglementen. De meeste onderdelen hebben<br />

een apart statuut en er is geen totaaloverzicht en ook geen officieel organigram. Dat<br />

betekent altijd veel zoekwerk. Andere partijen hebben dat geregeld in één statuut.<br />

De meeste partijen hebben professionele fulltime of parttime bestuurders. Wij hebben een<br />

voorzitter die deels is vrijgesteld.<br />

Discussie over politiek of niet-politiek bestuur. Bij ons is de helft politiek georiënteerd: de<br />

voorzitter, vice-voorzitter, de politiek secretaris en de internationaal secretaris zijn dat<br />

vanuit hun functie. De penningmeester en secretaris zijn beiden wethouder. En aan de<br />

andere kant zijn er leden die geen politieke besluiten willen nemen over bijvoorbeeld een<br />

programma en alleen voor het proces gaan. Dat is wel spannend. De rol van het DB is ook<br />

onduidelijk, reglementair bestaat het zelfs niet eens. Er zijn geen functies of<br />

bevoegdheden vastgesteld en discussies worden vaak overgedaan. De functie van bijv.<br />

politiek secretaris is niet duidelijk, de beschrijving is verouderd, vertegenwoordigt deze<br />

het bestuur naar de politiek of de politiek in het bestuur? Welk mandaat hoort daar dan<br />

bij? Hetzelfde geldt voor de eurofractie, soms stelt de werkgroep iets vast en kun je<br />

eigenlijk als bestuur niets meer aan veranderen. Het gaat dan niet om integriteit of<br />

vertrouwen, want daar is geen discussie over. Het is gewoon onduidelijk hoe we de<br />

verhoudingen hebben geregeld.<br />

Nu we meer een bestuurspartij zijn geworden, krijgen we meer verantwoordelijkheden en<br />

wordt het thema programmavorming actueler. Het is heel lastig om als bestuur<br />

inhoudelijke kaders mee te geven aan een programmacommissie. Per partij gaat dat<br />

overigens heel anders, sommigen kiezen voor een veel bredere opzet. Bijvoorbeeld met<br />

een denktank of een partijraad die als sparring partner voor de programmacommissie<br />

fungeert. Daar zitten dan 30/40 man in die een half jaar bezig zijn met een thema. Dat gaat<br />

dan over de kroonjuwelen van de partij; bijvoorbeeld bewapening (GroenLinks) of<br />

democratie (D66). Wij hebben nu net de themacommissies opgezet, die zouden die rol<br />

kunnen gaan vervullen.<br />

De politieke secretaris is niet de vertegenwoordiger van de politiek in het bestuur.<br />

Andersom kan ook niet echt, hij kan niet namens het bestuur de politieke koers van de<br />

partij bewaken. Hij is meer een verbindingspersoon die de grote lijnen van het programma<br />

toetst. Dat is niet altijd goed zichtbaar. We maken geen verslagen van onze bezoeken. Ook<br />

het bewindspersonenoverleg (BPO) is een nieuwe figuur binnen de partij, die een deel van<br />

de taken van de politiek secretaris heeft overgenomen.<br />

Als je nog meer wilt weten waarom de structuur van de <strong>ChristenUnie</strong> zo is ontstaan, kun<br />

je bellen met Herman Bouma, voorzitter van het Unieconvent en destijds ook voorzitter<br />

van GPV.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 102 8 september 2009


Bijlage 13 – Vragenlijst kaderleden <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

Door middel van een internetvragenlijst is aan de kaderleden van de <strong>ChristenUnie</strong> gevraagd<br />

om hun mening te geven over de structuur van de partij. De hoeveelheid uitgezette enquêtes is<br />

onbekend omdat er binnen de partij niet eens geen mailinglijst voor het partijkader bestaat.<br />

Benaderd zijn alle leden van de bestuurdersvereniging en de secretarissen van de lokale<br />

verenigingen (n = 1802 personen) met het verzoek de mail door te sturen naar andere<br />

kaderleden. In principe kan ieder lid inloggen en de enquête eenmalig invullen.<br />

De vragenlijst is op 1 juli 2009 online gezet en kon tot en met 7 september worden ingevuld.<br />

Op 7 juli waren er 219 reacties binnen.<br />

Op 14 juli waren er 236 reacties binnen.<br />

Op 23 juli waren er 249 reacties binnen.<br />

Op 30 juli waren er 252 reacties binnen.<br />

Op 18 augustus waren er 259 reacties binnen.<br />

Op 20 augustus waren er 286 reacties binnen.<br />

Op 21 augustus waren er 307 reacties binnen.<br />

Op 23 augustus waren er 317 reacties binnen.<br />

Op 7 september waren er 344 reacties binnen, waarna de enquête offline is gegaan.<br />

De respons komt daarmee op ruim 19%. Gezien de tussenliggende vakantieperiode is dat<br />

goed. Bij de antwoorden is afgerond op hele percentages. Hierdoor kunnen kleine<br />

afrondingsverschillen ontstaan.<br />

Persoonlijke vragen<br />

1) Wat is uw leeftijd?<br />

1% < 20 jaar (generatie C, Y en Z)<br />

14% 20-35 jaar (generatie X + Y)<br />

30% 35-50 jaar (verloren generatie)<br />

47% 50-65 jaar (protestgeneratie)<br />

9% > 65 jaar (vooroorlogse generatie)<br />

2) Bent u een man of een vrouw?<br />

77% man<br />

23% vrouw<br />

3) Bent u al lang lid van de <strong>ChristenUnie</strong> of haar voorgangers?<br />

11% < 5 jaar<br />

19% 5 tot 10 jaar<br />

28% 10 tot 20 jaar<br />

42% > 20 jaar<br />

4) Van welke partij was u eerder lid?<br />

33% GPV<br />

41% RPF<br />

24% Geen<br />

3% Andere partij, nl CDA (5x), SGP (2x), EVP (1x), ARP (1x)<br />

5) Kunt u van de onderstaande stellingen aangeven in hoeverre u het er mee eens bent?<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 103 8 september 2009


Over de lokale kiesvereniging:<br />

1. Ik ben erg tevreden over het functioneren van mijn eigen kiesvereniging.<br />

5% absoluut mee eens<br />

45% mee eens<br />

16% neutraal / weet niet<br />

28% niet mee eens<br />

6% absoluut niet mee eens<br />

2. Mijn vereniging heeft een actief en kundig bestuur.<br />

5% absoluut mee eens<br />

49% mee eens<br />

21% neutraal / weet niet<br />

21% niet mee eens<br />

5% absoluut niet mee eens<br />

3. Mijn vereniging heeft voldoende bestuursleden.<br />

6% absoluut mee eens<br />

34% mee eens<br />

9% neutraal / weet niet<br />

38% niet mee eens<br />

13% absoluut niet mee eens<br />

4. Mijn vereniging vergadert minstens twee keer per jaar.<br />

23% absoluut mee eens<br />

49% mee eens<br />

3% neutraal / weet niet<br />

21% niet mee eens<br />

4% absoluut niet mee eens<br />

5. Ik verwacht dat het steeds moeilijker zal worden om geschikte bestuursleden te vinden.<br />

26% absoluut mee eens<br />

51% mee eens<br />

13% neutraal / weet niet<br />

10% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

6. In mijn vereniging is het geen probleem om goede mensen te vinden voor een<br />

programma- en selectiecommissie.<br />

4% absoluut mee eens<br />

31% mee eens<br />

17% neutraal / weet niet<br />

35% niet mee eens<br />

12% absoluut niet mee eens<br />

7. In mijn vereniging bereidt het bestuur zich goed voor op de discussies over thema’s op het<br />

Uniecongres.<br />

1% absoluut mee eens<br />

22% mee eens<br />

29% neutraal / weet niet<br />

35% niet mee eens<br />

13% absoluut niet mee eens<br />

8. In mijn vereniging betrekt het bestuur de leden bij de voorbereiding van het Uniecongres.<br />

1% absoluut mee eens<br />

13% mee eens<br />

18% neutraal / weet niet<br />

47% niet mee eens<br />

22% absoluut niet mee eens<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 104 8 september 2009


Over de Provinciale Unie:<br />

9. De Provinciale Unie is het samenwerkingsverband van de plaatselijke verenigingen.<br />

7% absoluut mee eens<br />

37% mee eens<br />

28% neutraal / weet niet<br />

22% niet mee eens<br />

7% absoluut niet mee eens<br />

10. Ik weet goed welke taken de Provinciale Unie heeft.<br />

8% absoluut mee eens<br />

36% mee eens<br />

23% neutraal / weet niet<br />

27% niet mee eens<br />

5% absoluut niet mee eens<br />

11. Ik ben erg tevreden over het functioneren van het Provinciale Uniebestuur.<br />

3% absoluut mee eens<br />

22% mee eens<br />

56% neutraal / weet niet<br />

17% niet mee eens<br />

3% absoluut niet mee eens<br />

12. Het Provinciale Uniebestuur bevordert de samenhang tussen de lokale verenigingen.<br />

2% absoluut mee eens<br />

21% mee eens<br />

35% neutraal / weet niet<br />

33% niet mee eens<br />

9% absoluut niet mee eens<br />

13. Ik weet welke taken en bevoegdheden het Unieconvent (de vergadering van de provinciale<br />

voorzitters) heeft.<br />

4% absoluut mee eens<br />

15% mee eens<br />

29% neutraal / weet niet<br />

39% niet mee eens<br />

13% absoluut niet mee eens<br />

14. Eén van de bevoegdheden van het Unieconvent is dat zij de kandidatenlijst voor de Eerste<br />

Kamer vaststelt. Ik vind dat niet het Unieconvent, maar het Uniecongres de bevoegdheid<br />

moet krijgen om de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer vast te stellen.<br />

11% absoluut mee eens<br />

35% mee eens<br />

28% neutraal / weet niet<br />

21% niet mee eens<br />

5% absoluut niet mee eens<br />

15. Ik vind dat niet het Unieconvent, maar het Ledencongres de bevoegdheid moet krijgen<br />

om de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer vast te stellen.<br />

7% absoluut mee eens<br />

27% mee eens<br />

25% neutraal / weet niet<br />

34% niet mee eens<br />

7% absoluut niet mee eens<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 105 8 september 2009


16. In mijn Provinciale Unie is het geen probleem om voldoende mensen te vinden voor een<br />

programma- en selectiecommissie.<br />

1% absoluut mee eens<br />

8% mee eens<br />

68% neutraal / weet niet<br />

19% niet mee eens<br />

4% absoluut niet mee eens<br />

Over de verenigingsstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong>:<br />

17. Ik vind dat de huidige verenigingsstructuren goed functioneren.<br />

3% absoluut mee eens<br />

52% mee eens<br />

25% neutraal / weet niet<br />

19% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

18. Ik vind dat de huidige verenigingsstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> om te veel menskracht<br />

vraagt.<br />

2% absoluut mee eens<br />

24% mee eens<br />

34% neutraal / weet niet<br />

37% niet mee eens<br />

2% absoluut niet mee eens<br />

19. Ik vind de lokale autonomie van de verenigingen belangrijk, want deze benadrukt de<br />

verscheidenheid binnen de partij.<br />

17% absoluut mee eens<br />

57% mee eens<br />

11% neutraal / weet niet<br />

14% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

20. Ik vind dat de huidige verenigingsstructuur ons soms belemmert om snel op de<br />

maatschappelijke actualiteiten en veranderingen in te spelen.<br />

2% absoluut mee eens<br />

18% mee eens<br />

26% neutraal / weet niet<br />

50% niet mee eens<br />

5% absoluut niet mee eens<br />

21. Doordat alle kiesverenigingen hun eigen statuten en inschrijving moeten hebben, is een<br />

starre organisatie ontstaan die ons veel geld en energie kost.<br />

6% absoluut mee eens<br />

51% mee eens<br />

25% neutraal / weet niet<br />

17% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

22. Ik vind de huidige verenigingsstructuur iets waar goed over is nagedacht en wat je niet<br />

zomaar moet veranderen.<br />

3% absoluut mee eens<br />

20% mee eens<br />

33% neutraal / weet niet<br />

39% niet mee eens<br />

5% absoluut niet mee eens<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 106 8 september 2009


23. Ik vind dat de leden meer directe invloed moeten hebben. Belangrijke onderwerpen<br />

moeten op het Ledencongres worden besproken in plaats van op het Uniecongres.<br />

3% absoluut mee eens<br />

40% mee eens<br />

21% neutraal / weet niet<br />

32% niet mee eens<br />

4% absoluut niet mee eens<br />

24. De huidige partijstructuur is toekomstvast.<br />

2% absoluut mee eens<br />

35% mee eens<br />

40% neutraal / weet niet<br />

21% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

25. Van mij mag de <strong>ChristenUnie</strong> veranderen van een partij met losse verenigingen die<br />

samenwerken in een Unie, naar een ledenpartij waarbij iedereen lid is van dezelfde<br />

vereniging.<br />

7% absoluut mee eens<br />

33% mee eens<br />

24% neutraal / weet niet<br />

30% niet mee eens<br />

6% absoluut niet mee eens<br />

26. Ik weet wat de taken van het Landelijk Bestuur zijn.<br />

4% absoluut mee eens<br />

60% mee eens<br />

27% neutraal / weet niet<br />

8% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

27. Ik ben erg tevreden over het functioneren van het Landelijk Bestuur.<br />

3% absoluut mee eens<br />

57% mee eens<br />

35% neutraal / weet niet<br />

5% niet mee eens<br />

1% absoluut niet mee eens<br />

28. Het Landelijk Bestuur bemoeit zich te weinig met de regio.<br />

4% absoluut mee eens<br />

33% mee eens<br />

40% neutraal / weet niet<br />

21% niet mee eens<br />

2% absoluut niet mee eens<br />

29. Het Landelijk Bestuur zou zich moeten laten adviseren door een gekozen brede partijraad,<br />

zoals dat in andere partijen ook het geval is.<br />

5% absoluut mee eens<br />

38% mee eens<br />

40% neutraal / weet niet<br />

15% niet mee eens<br />

2% absoluut niet mee eens<br />

30. Ik zou over dit onderwerp graag nog het volgende willen meegeven:<br />

1. Een advies verbondsraad is niet verkeerd, maar moet wel representatief zijn. Bij losse leden is er niet meer te<br />

vergaderen en te besturen, dat worden Poolse landdagen, of een klein hoopje mensen moeten alles doen.<br />

2. KV's vertegenwoordigen hun eigen leden onvoldoende. Daarmee heeft een enkelvoudig lid weinig in te brengen<br />

en zou je net zo goed geen lid van de <strong>ChristenUnie</strong> hoeven te zijn, als je denkt daarmee invloed te krijgen. PU's<br />

maken hun taken echt te weinig waar.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 107 8 september 2009


3. Landelijk Bestuur moet zich niet bemoeien met plaatselijke vormen van samenwerking met de SGP. Respecteer<br />

lokale afwegingen.<br />

4. Wanneer je leden meer invloed wilt geven (dat hoeft helemaal niet verkeerd te zijn hoor), is het wel van belang<br />

dat je 'toegangseisen' stelt. Ik weet eigenlijk niet of je bij het lid worden iets moet ondertekenen, vergeten! Je zult<br />

op de een of andere manier moeten borgen dat het gedachtegoed gegarandeerd blijft.<br />

5. Het is erg gemakkelijk om de huidige structuur weg te zetten als gedateerd en passé. We moeten ons realiseren dat<br />

voor het GPV de "hoogkerkelijke" structuur van zelfstandige verenigingen zijn historie kent. Ook de huidige<br />

structuur van de CU sluit daarop aan. Voor de toekomst schieten we met deze structuur ernstig tekort. In mijn<br />

dorp (ik zit zelf in de gemeenteraad) is er niet of nauwelijks enige activiteit te bespeuren van het plaatselijk<br />

bestuur en de vereniging. Mijn taxatie is dat breder het geval is. Dat werkt niet erg motiverend voor de mensen die<br />

in raden en colleges het politieke handwerk verrichten. Ik heb niet het passende antwoord op deze ontwikkeling<br />

maar wil de partij mee in de toekomst dan is een degelijke relatie met de achterban belangrijk. Ik vind een breed<br />

gekozen partijraad nog niet zo'n gek idee. Je zult er wel voor moeten zorgen dat hier de relevante "partijen" aan<br />

het woord komen én de partijraad moet echt invloed hebben. We kunnen niet volstaan met een adviesclub waarna<br />

de "top" anders besluit.<br />

6. Het LB tracht in elk geval met de statenfractie goed contact te onderhouden. De inspanning van de bestuurscontactpersoon<br />

wordt zeer gewaardeerd. Het LB is overigens behoorlijk onzichtbaar, terwijl vanuit dit gremium<br />

leiding zou moeten uitgaan. Er ligt ongetwijfeld een relatie tot het vrijwillige karakter van de bestuursfuncties. Te<br />

overwegen zou zijn de landelijk voorzitter een paar dagen per week te honoreren voor die functie.<br />

7. Op maatschappelijke ontwikkelingen kun je direct reageren naar de kamer. De provinciale status is onduidelijk<br />

wat haar functie betreft in het geheel van de organisatie. Ze zou zich meer moeten profileren tussen landelijke<br />

unie en kiesverenigingen. Het is belangrijk dat de plaatselijke kiesverenigingen blijven bestaan: dicht bij de klant.<br />

Bij een landelijke vereniging is het al snel: "' ver van mijn bed". Het ledencongres heeft wel een belangrijke<br />

functie om landelijke thema's door te spreken.<br />

8. De Provinciale Unie heeft weinig toegevoegde waarde (kijk hier eens kritisch naar)<br />

9. Als oud-bestuurslid, fractielid gemeenteraad, DB.-lid provinciale unie, lid unieconvent en waterschapbestuurder<br />

voor de CU voel ik mij verbonden met deze partij. Maar moet helaas vaststellen dat er een aantal onderdelen<br />

zoals de plaatselijke vereniging minder goed functioneren, daarnaast moet er veel moeite worden gedaan om<br />

nieuwe en jonge bestuursleden te vinden voor alle geledingen. Het Unieconvent is ook op zoek naar een steviger<br />

invulling van haar taken. Eén van haar taken zou een deelname kunnen zijn aan een partijraad analoog aan de<br />

Centrale Verbondsraad van het GPV. Voor de waterschappen moet er ook vorm gekozen worden die aansluit bij<br />

één van de organisatievormen van de C.U. De provinciale Unie kan moeilijk leiding geven aan waterschappen die<br />

soms meer dan 3 provinciegrenzen overschrijden. Bovendien krijgen dan lokale afdelingen te maken met een voor<br />

hen vreemde figuur dat het P.U.bestuur van Gelderland enige zeggenschap heeft in Zuid-Holland-Noord-Brabant<br />

en Utrecht. De ervaring heeft geleerd dat dit fricties oproept<br />

10. Komend uit de voormalige Christelijk Historische Unie die voortreffelijk heeft gefunctioneerd, ook toen zij<br />

regelmatig regeringsverantwoordelijkheid droeg, zie ik geen enkele reden om te veranderen naar een starre<br />

politieke vereniging. Waarom andere partijen nadoen ?<br />

11. Ik heb het gevoel, dat onze organisatie wat te breed is opgezet. Een wat plattere organisatie, waarin sneller kan<br />

worden gereageerd op politieke- en maatschappelijke ontwikkelingen zou adequater hierop kunnen inspelen.<br />

Misschien moet je bekijken of het Uniecongres en het Ledencongres samengevoegd kunnen worden.<br />

12. De <strong>ChristenUnie</strong> heeft een fundament en een daarop gebaseerde boodschap, nieuwe leden, nieuwe kiezers zijn<br />

van harte welkom op die basis en niet om de partij van binnenuit aan te passen aan de (post)moderniteit.<br />

13. We hebben een grote kiesvereniging (ca 300 leden) echter lage motivatie graad. (veelgehoorde reactie: we betalen<br />

contributie dat is toch voldoende?) Persoonlijke benadering van leden voor taken en activiteiten lukt nog goed.<br />

Spontane opgave door leden voor activiteiten en/of bestuurs-/fractie taken ontbreekt. Onze ledenvergaderingen<br />

hebben een opkomstpercentage van 6%. Belangrijke factoren als motivatie en betrokkenheid lijken te ontbreken.<br />

Respons op een gericht onderzoek naar deze factoren leverde 1 reactie op. Hoe geïnteresseerd zijn onze leden in<br />

de politiek? Hoe bewust is hun keus voor de partij waarvan zij lid zijn? Op welke wijze kan een wijziging in de<br />

organisatiestructuur c.q. aanpassing van (bestuurs-/partij functies) bijdragen aan motivatie en betrokkenheid van<br />

haar leden? Immers de getuigenissen van gemotiveerde leden leveren meer rendement op dan een advertentie in<br />

een landelijk dagblad of een spotje op TV. Dit even ter aanvulling........<br />

14. Vertrouw op God! laat de Bijbel spreken wat goed is voor het volk. Wordt geen CDA in de toekomst. Verder wil<br />

ik je de vrede en liefde van Christus toe bidden.<br />

15. De uitkomst kan gekleurd zijn. Het is moeilijk mensen te vinden die politiek actief willen zijn/worden. Degene<br />

die op zijn plek zit doet volgens mij zijn taak wel goed, maar we weten dat van elkaar niet . Wat doet provinciaal?<br />

Wat op Uniecongres? Je bent druk genoeg met je eigen toko. Dus uit onwetendheid kan ik de enquête slecht<br />

invullen en mogelijk beeld negatief kleuren.<br />

16. Over dit onderwerp moeten we nadenken in het licht van de landelijke discussie over de functie van politieke<br />

partijen.<br />

17. Gooi geen 'oude' schoenen (die nog goed lopen) weg voor je nieuwe hebt (juiste maat, kleur, kwaliteit, prijs).<br />

18. Het is als overal: de top heeft geen idee wat er beneden leeft. Ook de fractie in de Tweede Kamer laat veel te<br />

weinig zien waar zij voor staat. Heel jammer. Wie kool en geit spaart komt dus nergens.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 108 8 september 2009


19. Binnen evangelische kringen is niet zo'n vergadercultuur. Het blijkt toch moeilijk om te binnen een bestuur vast te<br />

houden. Mocht de structuur veranderen dan lijkt me dit een aandachtspunt.<br />

20. Betrokkenheid van de leden is essentieel. Die vergroot je niet door het veranderen van structuren. Als KV hebben<br />

we al veel geprobeerd om de halfjaarlijkse ledenvergaderingen aantrekkelijker te maken, bijv externe spreker,<br />

vergaderen bij een bedrijf in combinatie met. een bedrijfspresentatie. Toch zijn we altijd blij als er 10% van de<br />

leden opkomt (dat is dan incl. bestuur, fractie en wethouder. De fractie is er sterk op gericht via een digitale<br />

nieuwsbrief de leden over haar doen en laten te informeren en soms meningen te peilen. De website van de lokale<br />

Unie die voornamelijk door de fractie wordt gevuld, wordt wel veelvuldig bekeken. In juni jl voor het eerst meer<br />

dan 1000 "hits". Dus gebrek aan interesse kan wat worden opgevangen respectievelijk vergroot via internet en<br />

email.<br />

21. De lokale verenigingen zijn het hoogste orgaan dat de <strong>ChristenUnie</strong> kent. Landelijk zou dat veel meer uit de verf<br />

moeten komen. Niet het Uniebestuur is de baas maar het Uniecongres. Het blijkt dat de bezoekers van het<br />

ledencongres dezelfde zijn als die welke toegang tot het uniecongres hebben. Als de lokale verenigingen goed<br />

functioneren wordt een veel groter aantal leden bereikt dan welke je met een ledencongres bereikt. Lokale<br />

besturen moeten veel meer zaken op projectmatige basis aan leden uitbesteden. Het aantal professionele<br />

hulpmiddelen dat een lokaal bestuur toegestuurd krijgt om in te zetten bij het interesseren van leden is te weinig.<br />

22. Meer 'wij-cultuur' creëren.<br />

23. Op dit moment is de landelijke partij erg op Den Haag en op het midden van het land geconcentreerd. Er is weinig<br />

aandacht voor de regio's. Terwijl de <strong>ChristenUnie</strong> met name sterk in de regio's vertegenwoordigd is. Dit levert in<br />

toenemende mate onvrede en gemopper op, ook bij lokale politici. Zij krijgen steeds meer het gevoel dat de<br />

landelijke partij verder van hun af komt te staan. Hier zou iets op bedacht moeten worden.<br />

24. Wil men de huidige structuur behouden, dan zal gedacht kunnen worden om enthousiasmerende<br />

regiocoördinatoren aan te stellen die de besturen van plaatselijke vereniging "nieuw leven" in kunnen blazen.<br />

Soms aan de hand mee nemen om vaardigheden bij te brengen van het leren beleggen van aantrekkelijke<br />

bijeenkomsten.<br />

25. Het Wetenschappelijk Bureau en de bestuurdersvereniging adviseren het Landelijk Bestuur. Dat is voldoende.<br />

26. Met dit onderwerp heb ik grote moeite. Met het stellen van vragen om te bezien hoe het lokale bestuur kan<br />

worden versterkt, heb ik geen problemen. Ook ik maak me zorgen of we nog wel voldoende kader houden. Deze<br />

vragenlijst en zeker de toelichting stuurt een bepaalde richting uit. Ik geloof niet dat de oplossing zit in meer<br />

invloed van leden of meer centralisatie. De kern van de <strong>ChristenUnie</strong> bestaat juist uit de lokale verenigingen. Zij<br />

bewaken ook de identiteit en niet de kiezers die zich nu ineens aangesproken voelen door de <strong>ChristenUnie</strong>. De<br />

lokale besturen zouden voor hen het eerste aanspreekpunt moeten zijn en niet een landelijk bureau op afstand. Dat<br />

er door sympathiserende buitenstaanders anders naar ons wordt gekeken en we vaker in coalities zitten, is voor<br />

mij geen reden om de partijstructuur te veranderen. Zitten we wel te wachten op nieuwe leden met andere<br />

opvattingen? Het lijkt meer om macht en invloed te gaan en minder om inhoud en identiteit.<br />

27. Naar aanleiding van deze enquête vraag ik mij inderdaad af wat de rol van het Provinciaal bestuur is. Dit is<br />

natuurlijk niet goed. Ik begrijp wel dat zij de rol heeft om goede kandidaten te vinden voor het Provinciaal bestuur<br />

en te zorgen dat zij haar rol op een discrete en correcte manier uitvoert. Naar aanleiding van de enquête wil ik<br />

graag opmerken dat er soms in één vraagstelling twee antwoorden schuilen. Bijvoorbeeld: mijn vereniging heeft<br />

een actief en kundig bestuur. Ik sta natuurlijk wel volledig achter de punten van de <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

28. De kosten van individuele inschrijving en de bureaucratische rompslomp bij KvK is lastig en duur. Vinden van<br />

juiste bestuursleden staat wel los van structuur want aantal zaken moet je blijven regelen. We kunnen de grootste<br />

winst maken in goede aansluiting van bestuurslagen en betrouwbaar en slagvaardig partijbureau. Als we voor een<br />

actie gaan dan moet dat ook van Tweede Kamer tot raadslid weggezet kunnen worden.<br />

29. Voordat je gaat veranderen is het goed na te denken over hetgeen je weggooit. En belangrijk is wat de oorzaak is<br />

van het minder goed functioneren. Als je actief bent (Ik ben raadslid) ervaar je zaken anders, dan wanneer je aan<br />

de kant staat en politiek niet zo betrokken bent. We zien een generatie opgroeien, die politiek minder betrokken is<br />

en ook binnen de kring van de CU wordt er steeds vaker geschopt. De vraag is of dat op te lossen is met een<br />

andere structuur. Dus niets tegen veranderingen, maar of dit het juiste antwoord is op de vragen die jij je stelt? Ik<br />

weet het niet.<br />

30. Het zou m.i. zeer wenselijk zijn wanneer men binnen de partij fundamenteel zou gaan nadenken over een<br />

structuur die "future proof " is. De algehele achteruitgang van het ledenaantal van politieke partijen zal ook de CU<br />

niet voorbij gaan en alleen daarom zal het ook steeds moeilijker worden om voldoende (bekwame) bestuurders te<br />

vinden om een werkelijke keuze te maken. We moeten zorgen dat we op dit punt niet door de praktijk worden<br />

ingehaald. Een commissie van wijze mannen uit de verschillende geledingen om dit onderwerp op te pakken zou<br />

ik toejuichen.<br />

31. Ik ervaar als lokale politicus een heel grote afstand tussen partijbureau/landelijke politiek<br />

32. Provinciale en Waterschapsverkiezingscampagnes worden slecht georganiseerd<br />

33. Wanneer je overweegt om de plaatselijke kiesverenigingen op te heffen dan loop je wel het risico dat je ook de<br />

binding met de plaatselijke CU kiezers gaat verliezen. De politiek komt dan weer verder van de burger te staan. Ik<br />

ervaar het nu al dat het niet vanzelfsprekend is dat onze trouwe aanhangers ons (CU) trouw blijven.<br />

34. De macht en het misbruik van macht van enkelingen in het bestuur maakt de lokale <strong>ChristenUnie</strong> tot een kille<br />

club! Het zelf benoemen en blijven zitten terwijl termijn verstreken is, is onrecht naar de leden. Raadsfractie<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 109 8 september 2009


wordt voortdurend geminacht en vernederd door het optreden van enkelingen van het bestuur. Landelijke<br />

maatregelen nodig om deze excessen te voorkomen. <strong>ChristenUnie</strong> moet ook geloofwaardig binnen onze partij<br />

zijn! De voorzitter van onze lokale <strong>ChristenUnie</strong> is incompetent en heeft altijd een eigen agenda.<br />

35. Van belang is dat de <strong>ChristenUnie</strong> geen 'bobo' cultuur ontwikkeld, zoals bij andere partijen het geval is. Nu valt<br />

op bijeenkomsten de grote saamhorigheid en gelijkwaardigheid op en dat is iets om te koesteren. Sommige<br />

contacten kunnen heel laagdrempelig gelegd worden (website, kaderschool, provincie), sommige leveren soms<br />

niets op (tweede kamerfractie, landelijk bureau) Kies voor eenvoud, zonder al te veel lagen, wat past het beste bij<br />

ons profiel en onze boodschap en waarmee is de samenleving het meest gediend. Wat is het doel van de structuur:<br />

partij goed organiseren of zoveel mogelijk leden trekken dan wel betrekken of macht verdelen? Als doel duidelijk<br />

is kan de passende structuur gevonden worden.<br />

36. Doordat onze vereniging voornamelijk uit leden uit een verpleeg/verzorginghuis bestaat is de vereniging bijna<br />

slapende. Ondanks dat een raadslid in de plaatselijke gemeenteraad<br />

37. Na de verkiezingen van 2010 de aanbevelingen/opmerkingen uit deze enquête meenemen om het besturen in de<br />

toekomst een juiste impuls te geven. Zodat de <strong>ChristenUnie</strong> de toekomst goed in gaat.<br />

38. Werken aan een meer efficiënte en effectieve partijstructuur met kortere lijnen en geen dubbele (bestuurs)lagen.<br />

Ontwerp van en werken met zo veel mogelijk protocollen voor bespreking van thema's en bestuursvergaderingen.<br />

39. Hoe je ook structureert, eindeloze debatstructuren zijn wat mij betreft niet aan de <strong>ChristenUnie</strong> besteed. Een breed<br />

gedragen statuut, goede programma's, e.d. dát zijn de peilers waarop een <strong>ChristenUnie</strong> moet staan. De dagelijkse<br />

invulling is dan aan de vertegenwoordigers in raden, staten, en Tweede Kamer. Zeg dus maar een soort duaal<br />

stelsel. Verantwoording achteraf.<br />

40. Ondanks de grote verschillen in de achterban toch proberen om als eenheid naar buiten toe te treden, veel respect<br />

voor elkaar, maar niet bang zijn om voor onze eigen identiteit uit te komen als het gaat om standpunten van bijv.<br />

de SGP. Ik ben heel blij, dat we in deze tijd wel mee mogen praten en dat is bij de SGP niet de bedoeling.<br />

41. Er zou een maximale zittingsduur moeten worden vastgesteld. In sommige kiesverenigingen krijgt een nieuwe<br />

garde geen kans c.q. voelt zich niet aangetrokken tot de <strong>ChristenUnie</strong> omdat er een vaste, verouderende groep<br />

mensen zit die vast in het zadel zit maar zich niets aantrekt van wat er om hen heen verandert/gaande is. Dit is in<br />

sommige plaatsen echt de dood in de pot, en vermindert sterk de aantrekkingskracht van onze partij.<br />

42. De betrokkenheid van leden is minimaal Besturen doen alles eraan om iets te organiseren, maar de leden laten het<br />

vaak afweten ook in verkiezingstijd Als lid mag toch enige betrokkenheid verwacht worden Mis een beetje de<br />

betrokkenheid uit GPV/RPF tijden Er was betrokkenheid vanuit Christelijk oogpunt Ook al was je niet altijd<br />

politiek actief men ondersteunde zijn partij We zijn geen vrijblijvende hobbyclub maar hebben een bijbelse<br />

politieke boodschap te brengen! Leden bewust maken dus dat we ook vanuit onze christelijke opdracht ook een<br />

politieke opdracht hebben Onze politici verdienen het om meer ondersteuning vanuit de achterban Hoe krijgen<br />

we leden weer actief voor bestuursfuncties, promotieactiviteiten enz. Maak me een beetje zorgen over de jongere<br />

generatie die moeilijk te bewegen is lid te worden van de CU of überhaupt iets te doen voor de CU ( de goede niet<br />

te na gesproken) het werk moet wel weer door de jongere generatie over genomen worden Toegegeven we zijn<br />

allemaal druk maar we moeten wel prioriteiten stellen Christelijke politiek is belangrijk en jammer dat zoveel<br />

lokale unies een sluimerend bestaan leiden.<br />

43. We moeten zorgen dat er een eenheid uitstraalt vanuit de partij. Dit is nu niet het geval.<br />

44. Er is een groot gebrek aan communicatie binnen de partij. Allerlei (ook ingrijpende) besluiten worden genomen,<br />

zonder dat de leden daarvan op de hoogte zijn of worden geïnformeerd. Die informatie komt (soms) pas achteraf,<br />

maar het komt ook steeds vaker voor dat er helemaal niet gecommuniceerd wordt en je als lid nieuws in de krant<br />

moet lezen. Ik vind dat een zeer kwalijke zaak en het begint er voor te zorgen dat ik me als lid steeds minder thuis<br />

voel binnen de CU. Zelf ben ik lid van een Provinciale Unie, maar zelfs via die lijn komt nauwelijks nieuws<br />

binnen. Ik heb de indruk dat de organisatie binnen de partij daar (voor een deel) debet aan is. Een ander deel komt<br />

mijns inziens door de houding binnen het Partijbureau. Die zou zich meer op de leden moeten richten, die de<br />

partij toch vormen!<br />

45. Het is vaak niet zo zeer het manco van de vereniging als wel het ontbreken van belangstelling bij de leden. In<br />

onze plaats hebben we ruim 300 leden. Op de laatst gehouden ledenvergadering waren er zo'n 30 leden<br />

opgekomen.<br />

46. Nog ter verduidelijking: hoewel hier plaatselijk de vereniging niet goed functioneert, we kunnen moeilijk<br />

bestuursleden vinden (al tien jaar de zelfde bestuursleden) vind ik de verenigingsstructuur op zich wel goed.<br />

47. Onderling vertrouwen is belangrijk: korte lijnen. Goede informatie over te volgen procedures bij verkiezingen en<br />

coalitieonderhandelingen.<br />

48. Ik vind het jammer dat er zowel in 2006 bij de gemeenteraadsverkiezingen als daarna de CU landelijk de KV-en<br />

die willen samenwerken met de SGP (en dat succesvol doen) niet actief ondersteunen en begeleiden. Het komt op<br />

mij over als "zoek het zelf maar uit en als het misgaat, pech!". Dat heeft mij als fractievoorzitter doen besluiten<br />

mij niet meer actief te bemoeien met de landelijke partij. Ik heb er genoeg van, ik investeer niet meer. De Tweede<br />

Kamer fractie, met name indertijd Andre Rouvoet (ook in 2007 vlak na zijn benoeming tot minister) en de heer<br />

Pot heb ik voor een ingewikkelde zaak van een burger een aantal keren benaderd. Ondanks herhaalde pogingen<br />

nooit meer wat gehoord. P.S. Dat geldt niet voor de andere Tweede Kamerleden.<br />

49. De positie van het Unieconvent moet sterker verankerd worden.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 110 8 september 2009


50. Zo heel erg autonoom zijn de huidige verenigingen nu ook weer niet. Leden kunnen buiten de vereniging om lid<br />

worden en blijven onzichtbaar voor de lokale verenigingen. Contributie wordt centraal geïnd, en statuten zijn<br />

landelijk voorgeschreven. Het gebrek aan bestuursleden is geen specifiek politiek of <strong>ChristenUnie</strong> probleem. De<br />

sport-, oranje-, bijbelstudieverenigingen en kerkenraden etc zitten hier ook mee. Een structuur verandering in de<br />

partij zal niet meer vrijwilligers opleveren. Eerder minder. Probeer ook via HandSchrift e.d. aan een<br />

mentaliteitsverandering te werken.<br />

51. Het Landelijk Bestuur zou zich moeten beraden over wat de grondslag van de partij is: persoonlijk ben ik van<br />

mening dat de grondslag moet worden gebaseerd op wat er in de Bijbel staat, namelijk dat je moet geloven in<br />

Jezus Christus als de Zoon van God en dat Hij voor je zonden gestorven is. Alles wat we er meer van maken vind<br />

ik niet goed (drie formulieren van enigheid e.d.). Dat zijn naar mijn idee allemaal menselijke constructies die<br />

minder goed werken.<br />

52. In de toelichting wordt zowel over leden als over kiezers gesproken. In de vraagstelling kwam dit niet uit de verf.<br />

Houd het onderscheid tussen leden en kiezers scherp.<br />

53. De organisatiestructuur is een belangrijk item om eens goed tegen het licht te houden. De betrokkenheid bij de<br />

landelijke CU-dagen, vooral Uniecongres (grijze-oude-mannendag), is niet meer van deze tijd: dit moeten we niet<br />

meer willen!!! Meer veranderen richting 'inspiratiedag'. NB: niet zomaar het bestaande netwerk van plaatselijke<br />

werkgroepen opgeven!! Het is voor mij de vraag of de mensen die plaatselijk actief zijn in CU-besturen (veel<br />

grijze heteromannen) wel een goede afspiegeling zijn voor inhoudelijke politieke besluitvorming. Zegen en<br />

wijsheid toegewenst.<br />

54. Het is denk ik goed om over een aantal thema's verder door te denken! Wellicht in regioverband.<br />

55. Bij vraag 29: dit zou voordelen kunnen hebben, maar vergt wel weer een hele organisatie en dus is de vraag of dit<br />

wel realiseerbaar is.<br />

56. Over de enquête zelf: Lastig als neutraal en weet niet onder dezelfde noemer vallen. Zijn twee totaal verschillende<br />

gedachtes. T.a.v. Het werk van het Provinciaal Bestuur zou in Handschrift eens goed moeten worden uitgelegd.<br />

Veel leden weten amper dat het bestaat en al helemaal niet wat de taken van het bestuursorgaan zijn. T.a.v.<br />

Landelijk Bestuur. Weten alle lokale unies dat leden van het Landelijk Bestuur aan regio's zijn gekoppeld? M.i. is<br />

ook het werk van LB nogal onbekend.<br />

57. Ik juich het toe als de partijstructuur doorzichtiger wordt; al die geledingen -welke al dateren uit de tijd van het<br />

GPV- zijn niet meer van deze tijd. Al die vergaderingen kosten veel tijd en daarvoor krijg geen bestuurders meer<br />

terwijl ook de leden wegblijven. Ik ben zelf al jaren voorzitter van een Kiesvereniging. Het uitschrijven van een<br />

ledenvergadering levert buiten het verkiezingsjaar nauwelijks respons op van de leden. Alleen als er een landelijk<br />

kopstuk wordt uitgenodigd willen de leden nog wel komen!<br />

58. Van bovenaf gedicteerd worden is niet mijn ideaal.<br />

59. Kom met visie getoetst aan de praktijk van vandaag. Niet structuren in tact laten omdat 'we het altijd zo gedaan<br />

hebben', maar kijken naar wat het beste is voor de <strong>ChristenUnie</strong> en haar leden nu en in de toekomst!<br />

60. Er zijn nogal wat tendentieuze vragen, waarbij de mening van de enquêteur in de vraag ligt opgesloten. Verder<br />

vraag ik me af of het gemiddelde CU-lid een goed oordeel kan geven over het functioneren van de partijstructuur,<br />

waardoor het mi niet zo kan zijn dat "de-meeste-stemmen-gelden". Een goede analyse van de beantwoording is<br />

daardoor zeker noodzakelijk.<br />

61. De Perspectiefleden staan los van de kiesvereniging. Mogelijk kunnen die ook daarbij gevoegd worden.<br />

62. Na een periode van overgang van de diverse partijen is het nu de tijd om over te gaan naar een partij<br />

<strong>ChristenUnie</strong>. En af te stappen van diverse groepen binnen de <strong>ChristenUnie</strong>. Dit werkt alleen vertragend in de<br />

besluitvorming. Het kind is nu volwassen en daar moeten we nu naar handelen.<br />

63. Het is goed dat de Unie van onderop (verenigingen en leden) wordt georganiseerd en geen partij wordt met een<br />

paar beslissers (hoofdbestuur).<br />

64. Het is goed om erover na te denken of de huidige structuur verbeterd kan worden. De structuur van andere<br />

partijen kan hierin worden meegenomen.<br />

65. Ben zelf lokaal bestuurslid, en er wordt nu nog gedacht in de termen van die was GPV en die was RPF ,en dat<br />

blokkeert toch een gedeelte van de besluitvorming en daadkracht.<br />

66. Zoals uit de beantwoording blijkt, heb ik weinig zicht en kennis van de partij. Tot 20 jaar geleden was dit anders,<br />

maar door verhuizing ben ik eerst 14 jaar weinig actief geweest en richt ik me de laatste 6 jaar op het raadswerk,<br />

een prachtige opgave.<br />

67. De suggestie dat aparte verenigingen meer tijd kosten is opportuun. Ik denk dat lokale verenigingen het mogelijk<br />

maken, dat lokale besturen hun leden kennen en daardoor ook een potentieel aan bestuurskracht bereikt wordt, dat<br />

anders niet in beeld zou komen.<br />

68. Méér rechtstreekse invloed van Kiesverenigingen, dus van de leden.<br />

69. Houden zo!<br />

70. Er is op alle niveaus, lokaal, provinciaal en landelijk te weinig inhoudelijke discussie over alle politieke<br />

onderwerpen. Wat zou een legitiem standpunt van de <strong>ChristenUnie</strong> kunnen zijn en moeten zijn en waarom. Vele<br />

leden weten dat niet.<br />

71. Het landelijk bestuur zou wellicht een nog betere of directere communicatie en informatie kunnen toepassen<br />

richting leden (of in ieder geval bestuursleden) over zeer belangrijke zaken die besproken of besloten worden<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 111 8 september 2009


tussen congressen in. Bijvoorbeeld over de keuze om op Europees niveau gescheiden van SGP verder te gaan (of<br />

om de SGP zijn eigen weg te laten kiezen). Communicatie hierover is er wel geweest, maar dan achteraf.<br />

72. Wanneer ik tegenstrijdige antwoorden heb gegeven over de huidige partijstructuur, en de toekomstvastheid<br />

daarvan, wil ik daarmee zeggen dat het wat mij betreft nu goed werkt, maar dat het altijd goed is om te kijken of<br />

wij ons kunnen ontwikkelen en verbeteren!<br />

73. Ik vind dat sommige kamerleden soms uitspraken doen die niet de goedkeuring wegdragen van de achterban en<br />

dus schade aanrichten aan de partij. Wanneer ze toch een bepaalde visie willen uitdragen moeten ze deze op zijn<br />

minst met de andere kamerleden bespreken en het liefst met de achterban.<br />

74. Meer directe democratie in de partij lijkt mooi, vanwege de directe betrokkenheid van de leden. En wellicht een<br />

oplossing voor de geringe belangstelling voor de plaatselijke vereniging. Echter, invloed via de kiesverenigingen<br />

zorgt ervoor dat de inbreng op congressen op z'n minst met een aantal mensen besproken is en de kans op<br />

afgewogen inbreng groter is. En bovendien, als leden betrokken willen zijn dan kan dat altijd door lid van een<br />

plaatselijke vereniging te worden. Wanneer er en laag leden alleen rond de landelijke besluitvorming zou zijn, dan<br />

is er ook minder potentieel en aantrekkingskracht voor politiek bedrijven en organiseren op het lokale vlak.<br />

75. Als 'gewoon' lid heb ik me nauwelijks verdiept in de Uniestructuur getuige mijn antwoorden. Ik denk dat in kleine<br />

commissies of clubs sneller standpunten kunnen worden ingenomen, maar dat er te weinig met de overige leden<br />

over gecommuniceerd wordt. Vergroten van interne transparantie is wenselijk. Risico is dat de waan van de dag<br />

meer invloed krijgt door minder goed geïnformeerde gewone leden bij alle besluiten te betrekken.<br />

76. De vereniging is op een dergelijke manier opgebouwd dat er veel tijd verloren gaat bij allerhande vragen. Zelf heb<br />

ik dat als tijdelijk penningmeester ervaren dat communicatie met het hogere bestuur traag verloopt (niet alleen<br />

met de fiscale en financiële personen van dat bestuur). Verder is er, zoals ik hierboven al heb aangegeven, te<br />

weinig feeling tussen het landelijke bestuur en de leden. Zo ook tussen Unieleden en de leden. Er ligt een te grote<br />

'verantwoordelijkheid zonder advies' bij de hoogste organen, neem nu de kandidaten voor de Europese Unie. Het<br />

selecteren daarvan kan met meer samenwerking en een beter gecommuniceerde adviesvraag. Hiermee hopende u<br />

van dienst te zijn.<br />

77. De lokale verenigingen worden structureel genegeerd door het landelijke bestuur en de landelijke politici, terwijl<br />

daar het hart klopt van de partij.<br />

78. Voor het goed functioneren in de gemeentepolitiek zijn zelfstandige plaatselijke verenigingen belangrijk. De<br />

huidige structuur is formeel een Unie van plaatselijke verenigingen, maar in de praktijk zeer centralistisch. De<br />

ledenadministratie werkt alsof er één landelijke vereniging is. Verenigingen hebben niets te zeggen over hun<br />

eigen statuten of voorwaarden aan kandidaten. De partij verplicht plaatselijke verenigingen hun kandidaten<br />

verklaringen te laten ondertekenen die in strijd zijn met de wet. Door het Uniecongres weg te stoppen in een<br />

Ledencongres (waar je vooral voor toespraken mag klappen) wordt de invloed van de plaatselijke verenigingen<br />

(en via deze van de individuele leden) op het beleid van het landelijk bestuur gehinderd.<br />

79. lokaal zijn veel verschillen in activiteit maar ook in mening over zaken. ik vind dat het bestuur lokale<br />

vertegenwoordigers ook op de vingers moeten tikken als zij andere standpunten verkondigen dan landelijk.<br />

Bovendien is het ene bestuur het andere niet. ik woon nu in XXXX daar is het aardig goed geregeld. In XXXX is<br />

het bestuur op sterven na dood. In XXXX was het vroeger voor de RPF ook moeilijk om mensen te vinden. Eisen<br />

worden ook veel hoger door de ingewikkelder wordende maatschappij. Verder vind ik het geen gek idee als de<br />

partijvoorzitter betaald wordt (al is het maar part-time) waardoor hij meer zijn gezicht kan laten zien. Verder vind<br />

ik alles wel erg voorgekookt op congressen. alles wordt strak geregisseerd. Dat zou wat mij betreft wel wat<br />

flexibeler mogen. (zonder er een Poolse landdag van te maken) De voorzitter moet niet van alles toe zeggen om<br />

van het gezeur af te zijn, en dan niks doen. We mogen best laten zien dat we een partij zijn van mensen die een<br />

mening hebben, en uiteindelijk de met elkaar afgesproken lijn volgen. Ik zie dat deze enquête vooral over de<br />

bestuurskant gaat. Ik heb ook nog wel een aantal punten over de gemeenteraadszaken. dat is ook lokaal niet altijd<br />

even leuk, maar wie weet komt daar een vervolgonderzoek naar ? ;-)<br />

80. We krijgen echt een enorm gebrek aan kader. Dat speelt nu al. Dat gaat onze groei belemmeren. We moeten<br />

bewust veel meer investeren in jong talent. Ik maak me soms echt bezorgd over de bezetting van belangrijke<br />

posten binnen de <strong>ChristenUnie</strong>. Geef jongeren de ruimte en bouw echt iets om hen bij de partij te betrekken en in<br />

een soort traject hun plaats te laten vinden. Want ze komen niet vanzelf. Veel succes. Deze enquête komt<br />

misschien heel negatief over, maar dat is niet de bedoeling. Mensen bedoelen het heel goed en de druk op de<br />

schouders van mensen die de kar trekken is zwaar. Maar ze komen lang niet toe aan hun taken. Dat geeft aan vele<br />

kanten frustratie. Bestuursleden omdat ze weten dat ze het niet goed doen, maar niet anders kunnen omdat er zo<br />

weinig mensen zijn en Raads- Statenleden die met lede ogen zien dat ze geen echte support of tegenwicht krijgen.<br />

Hartelijke groet en gelukkig mogen we weten dat we een God hebben die helpt. Dus in die zin zie ik de toekomst<br />

ook zonnig in ;-).<br />

81. Als je de actieve leden op landelijk niveau rechtstreeks laat beslissen, hol je de verenigingsstructuur uit en geef je<br />

te veel invloed aan een kleine groep. Laat leden vooral plaatselijk actief zijn. De huidige combinatie van<br />

Uniecongres (beslissend) en ledencongres (opiniërend/adviserend) is een goede greep.<br />

82. Succes!<br />

83. Door de huidige structuur kan het voorkomen dat de ene <strong>ChristenUnie</strong>fractie in een gemeente voor een plan is,<br />

terwijl een gemeente verder de fractie tegen is. Dit komt vervreemdend over, zeker als de gemeenten in één<br />

verzorgingsgebied van lokale media liggen. Voor Brabantse kiesverenigingen is de reis naar UnieCongressen in<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 112 8 september 2009


Zwolle belastend en erg ver. Zeker omdat er veel werk terecht komt op de schouders van enkele personen die<br />

actief zijn en die dan ook nog eens naar Zwolle moeten voor een congres. Meer stemrecht naar leden zou dit<br />

versimpelen.<br />

84. Het is moeilijk om in de huidige opzet v.h. partijcongres tot een goede discussie met elkaar te komen. Daarvoor is<br />

het gebeuren te massaal. Ik vind het heel erg belangrijk, dat waar het gaat om het functioneren v.h. christelijke<br />

fundament van de <strong>ChristenUnie</strong>, het bestuur zeer voorzichtig en zorgvuldig optreedt. Ook vanwege de gehoorde<br />

suggestie dat regeringsdeelname wel erg goed bevalt en dat er daarom te gemakkelijk compromissen gesloten<br />

worden.<br />

85. Welke structuur dan ook het beste past bij de toekomst, deze moet bestand zijn tegen populisme en<br />

opruistromingen á la Yvette Lont. Voor gedegen ideeën met betrekking tot beleidswijzigingen kan er een systeem<br />

komen van een minimaal aantal "gelijkgestemde (n) verenigingen" die samen initiatieven initiëren, stimuleren en<br />

daardoor kunnen proberen te wijzigen. Ten aanzien van de samenwerking met de SGP zouden en er landelijk<br />

lossere regels van bemoeizucht moeten zijn. Men zou - net als de SGP - lokale samenwerking binnen fracties<br />

over moeten laten aan de autonome plaatselijke verenigingen.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 113 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 114 8 september 2009


Bijlage 14 – Metadata vragenlijst kaderleden <strong>ChristenUnie</strong>.<br />

In deze bijlage staan de verzamelde ruwe data van de gehouden enquête in tabelvorm.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 115 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 116 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 117 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 118 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 119 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 120 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 121 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 122 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 123 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 124 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 125 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 126 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 127 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 128 8 september 2009


De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 129 8 september 2009


Supplement A – Losse bundel met statuten en<br />

reglementen.<br />

De statuten en reglementen van alle onderzochte politieke partijen verschillen enorm in stijl<br />

en omvang. Om de verschillen tussen deze partijen goed te kunnen beoordelen is het van<br />

belang om deze documenten te kunnen lezen. Onbewerkt zijn ze voor deze scriptie niet meer<br />

dan een brondocument en dus opgenomen in de literatuurlijst, maar voor sommige lezers van<br />

deze scriptie hebben ze wel extra importantie.<br />

Daarom zijn alle statuten en reglementen als losse bijlage in een Supplement A onverkort<br />

opgenomen. Dit supplement vormt geen feitelijk onderdeel van deze scriptie en daarom niet<br />

bijgevoegd. Op verzoek is het wel leverbaar, maar het moet worden gezien als een<br />

verzameling niet bewerkt bronnenmateriaal naast de scriptie.<br />

De meeste statuten en reglementen van bestaande en niet-meer bestaande politieke partijen<br />

zijn online te raadplegen bij het Documentatiecentrum Nederlandse politieke partijen in<br />

Groningen. Zie hiervoor http://www.rug.nl/dnpp/index.<br />

De partijstructuur van de <strong>ChristenUnie</strong> in het perspectief van de toekomst.<br />

Gert Schouwstra Pagina 130 8 september 2009

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!