Profielwerkstuk voetbal & natuurkunde - KNAW Onderwijsprijs
Profielwerkstuk voetbal & natuurkunde - KNAW Onderwijsprijs
Profielwerkstuk voetbal & natuurkunde - KNAW Onderwijsprijs
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
willen wij ook niet dat andere, opvallende, soort schot dat in de <strong>voetbal</strong>sport voor komt vergeten. Als<br />
de bal niet aan de zijkant, maar gewoon in het midden wordt geraakt heeft het magnus effect geen<br />
invloed op de beweging van de bal en zou de bal dus gewoon rechtdoor moeten bewegen. Dit is<br />
echter niet altijd het geval, als de bal met een bepaalde snelheid wordt afgeschoten kan het<br />
voorkomen dat de door iedere doelman gevreesde ‘zwabberbal’ ontstaat (figuur 3.1).<br />
Figuur 3. 1 Benadering van zwabberbal door C. Ronaldo in 2006 © Computatational Fluid Dynamics for Sport Simulation<br />
(1)<br />
Dit fenomeen is erg complex en er wordt nog niet erg lang onderzoek gedaan naar dit verschijnsel bij<br />
<strong>voetbal</strong>. Het verschijnsel komt bij honkbal echter veel meer (de zogenaamde knuckleball) voor dan<br />
bij <strong>voetbal</strong> en daardoor is hier al heel veel meer onderzoek naar gedaan. Het principe van het<br />
zwabberen werkt bij een <strong>voetbal</strong> hetzelfde als bij een honkbal (1). Het grote verschil is dat een<br />
honkbal twee kenmerkende naden heeft die zorgen voor het effect. Doordat een honkbal veel<br />
minder symmetrisch is dan een <strong>voetbal</strong> komt het zwabbereffect hier vaker voor.<br />
3.1 Het ontstaan van een zwabberbal:<br />
Een zwabberbal wordt geworpen met een niet te grote snelheid en geen of bijna geen spin. De bal<br />
vliegt dan door de lucht op een onverwachte manier. De oorzaak hiervan ligt bij het effect dat de<br />
kenmerkende naad op de honkbal invloed heeft op het overgaan en scheiden van de grenslaag (zie<br />
luchtweerstand). De naad kan, afhankelijk van de snelheid van de bal en de plaats van de van de<br />
naad t.o.v. de luchtstromingen zorgen voor het overgaan en scheiden van de grenslaag, waarbij een<br />
zijwaartse kracht ontstaat. Als een bal heel langzaam draait tijdens een worp veranderd niet alleen<br />
de grote van de krachtverandering, maar ook de richting hiervan. Ook als de bal zonder enige spin<br />
wordt weggeworpen zorgt de asymmetrische vorm van de honkbal voor een heel klein beetje rotatie.<br />
Wanneer de naad op de juiste manier tegen de luchtstroom in staat tijdens een worp zien we dat de<br />
grenslaag aan de bovenkant van de bal en aan de onderkant van de bal op een verschillende manier<br />
scheiden (figuur 3.2). De naad zit in dit geval op het bovenste deel van de bal (rode rondjes laten zien<br />
waar de naad loopt) waardoor zij invloed hebben op de luchtstroom die langs de bovenkant van het<br />
oppervlak loopt. Aan de onderkant is de grenslaag gewoon laminair en laat dus vrij vroeg los. Aan de<br />
bovenste zijden zorgt de naad ervoor dat de grenslaag overgaat van laminair in turbulent waardoor<br />
de grenslaag langer aan het oppervlak van de bal blijft pakken. De ‘wake’ die ontstaat achter de bal is<br />
aan de onderkant (in werkelijkheid linkerkant) ‘langer’ dan aan de bovenkant (rechterkant) waardoor<br />
© Mike van Oppen & Richard Post 16