Profielwerkstuk voetbal & natuurkunde - KNAW Onderwijsprijs
Profielwerkstuk voetbal & natuurkunde - KNAW Onderwijsprijs
Profielwerkstuk voetbal & natuurkunde - KNAW Onderwijsprijs
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
5.4 Conclusie videometen<br />
Uit de resultaten van de verticale snelheid valt te concluderen dat de ballen hierin behoorlijk aan<br />
elkaar gelijk zijn. Er zijn echter wel twee ballen die enigszins afwijken van de andere ballen. We<br />
bekijken dit voor de snelheid en voor de versnelling. De versnelling is hierin het belangrijkste, omdat<br />
hier de verschillen in luchtwrijving uit zijn af te leiden.<br />
Bij de verticale snelheid zien we dat de grafieken bijna aan elkaar gelijk zijn. In het laatste stuk is te<br />
zien dat de ‘negatieve’ snelheid van de Adidas official match ball Europa league meer afneemt dan bij<br />
de andere ballen. Dit zou erop kunnen duiden dat deze bal meer luchtweerstand ondervindt dan de<br />
andere ballen. Daarnaast is te zien dat de Puma PWR‐C3.1 tournament afwijkt. Hier is te zien dat de<br />
‘negatieve’ snelheid minder afneemt dan bij de andere ballen. Dit zou er juist op kunnen duiden dat<br />
deze bal minder luchtwrijving ondervindt dan de andere ballen.<br />
Bij de verticale versnelling zien we logischerwijs het zelfde als bij de verticale snelheid. We zien dat<br />
de ‘negatieve’ versnelling van de Adidas official match ball Europa league in het laatste stuk een stuk<br />
hoger uitvalt dan die van de andere ballen. Hieruit kan dan met zekerheid geconcludeerd worden dat<br />
deze bal de meeste luchtwrijving ondervindt. De Puma PWR‐C4.1 Club en, met name, de Puma PWR‐<br />
C3.1 tournament ondervinden volgens de grafiek de minste luchtwrijving. Deze ballen liggen dus het<br />
laagst in de grafiek. De andere balsoorten liggen hier zeer dicht op elkaar en daar valt dus niets meer<br />
uit te concluderen dan dat dezelfde ballen ongeveer evenveel luchtwrijving hebben ondervonden.<br />
Uit de resultaten van de horizontale snelheid blijkt opnieuw dat de snelheden van de verschillende<br />
ballen erg dicht bij elkaar liggen. Het lijkt misschien dat deze waarden verder uit elkaar liggen dan die<br />
van de verticale snelheid, maar dat is niet het geval, dit is te wijten aan de verschillende schalen. De<br />
(nagenoeg) gelijke snelheden zijn logisch, omdat de ballen iedere keer met een constante kracht<br />
worden afgeschoten en de horizontale snelheid maar heel weinig afneemt. Dit is in<br />
overeenstemming met onze kennis over een horizontale beweging uit Atheneum 5. Bij een schot<br />
zonder luchtwrijving zal de horizontale snelheid constant blijven en met luchtwrijving zal deze<br />
snelheid dus maar heel licht afnemen.<br />
Bij de horizontale snelheid is wel te zien dat de snelheid van de Puma PWR‐C3.1 tournament en de<br />
Select brillant super een stukje hoger ligt dan bij de andere ballen. Dit heeft deels te maken met het<br />
(kleine) verschil in beginsnelheden, maar omdat deze niet gelijk zijn van alle balsoorten kunnen we<br />
hier nog maar weinig uit concluderen. Om de juiste conclusies te trekken moeten we dan ook<br />
voornamelijk naar de horizontale versnelling van de ballen kijken. Deze versnelling is immers het<br />
gevolg van de luchtweerstand. Hoe groter de ‘negatieve’ versnelling, hoe groter de luchtweerstand,<br />
dus hoe groter de CD – waarde.<br />
Allereerst moeten we concluderen dat er redelijk grote verschillen zijn in de horizontale versnelling<br />
van de ballen. We zien dat vooral de Adidas official match ball Europa league, maar ook de Derbystar<br />
brillant apps, de Nike total 90 ascente en de Puma PWR‐C5.1 trainer HS een hoge ‘negatieve’<br />
versnelling hebben. Deze ballen hebben volgens deze gegevens dus de grootste luchtweerstand. De<br />
Puma PWR‐C4.1 Club, de Select brillant super en met name de Puma PWR‐C3.1 tournament hebben<br />
de laagste ‘negatieve’ vertraging. We kunnen dus concluderen dat deze ballen de minste<br />
luchtweerstand ondervinden.<br />
Als de verticale en horizontale versnellingen met elkaar vergelijken zien we dat de grafieken overeen<br />
komen wat betreft de invloed van de luchtweerstand. In beide grafieken is ‘de volgorde’ van de<br />
weerstand van de ballen hetzelfde. Hieruit kunnen we kunnen concluderen dat het videometen goed<br />
is uitgevoerd. De verschillen in weerstand zijn bij de horizontale snelheid beter waar te nemen en dat<br />
© Mike van Oppen & Richard Post 36