Profielwerkstuk voetbal & natuurkunde - KNAW Onderwijsprijs
Profielwerkstuk voetbal & natuurkunde - KNAW Onderwijsprijs
Profielwerkstuk voetbal & natuurkunde - KNAW Onderwijsprijs
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6.4 Evaluatie windtunneltest<br />
Dat het windtunnelexperiment niet helemaal is verlopen zoals als wij hadden gehoopt is u misschien<br />
al wel opgevallen. Toen wij de universiteitszaal binnenkwamen waren we dolenthousiast en dachten<br />
echt dat we het hadden getroffen.<br />
Er zijn echter een aantal factoren welke onze resultaten hebben kunnen beïnvloeden. Ten eerste<br />
moesten we de windsnelheid in de windtunnel zelf meten met een windsnelheidsmeter, wat neer<br />
kwam op een zeer eenvoudige sleutelhanger die toevallig ook de windsnelheid kon meten. Je kunt de<br />
betrouwbaarheid van deze meter dus in twijfel trekken, maar het is onmogelijk te zeggen hoe groot<br />
de mogelijke meetfout hiervan is.<br />
Daarnaast was er nog een ander probleem dat we niet buiten beschouwing mogen houden. Wanneer<br />
we de windsnelheid opvoerden nam de uitslag van de weegschaal logischerwijs ook toe. Wanneer de<br />
windtunnel uit werd gezet liep de weegschaal dan ook terug naar 0. In sommige gevallen kwam hij<br />
echter nooit terug op nul. De ene keer bleef hij op 13 gram rusten, de andere keer op 17 gram en<br />
soms juist weer op ‐7 gram. In deze verschillen was geen logica te ontdekken waardoor het ook<br />
onmogelijk is te bereken hoe groot deze meetfout zou kunnen zijn en hoeveel invloed deze heeft op<br />
onze resultaten.<br />
Verder was de windtunnel natuurlijk niet gemaakt voor een <strong>voetbal</strong>. De manier waarop wij de bal in<br />
de windtunnel hadden bevestigd (figuur 6.5) was misschien wel inventief, maar natuurlijk niet ideaal.<br />
Dit zag je wanneer de windsnelheid rond de 7,5 m/s kwam. In veel gevallen begon de bal dan hevig<br />
te zwabberen waardoor de uitslag op de weegschaal teveel schommelde tussen bepaalde waarden<br />
om deze goed af te lezen. Deze manier van vastmaken heeft uiteraard invloed gehad op de<br />
resultaten, maar ook dit keer is het onmogelijk om deze eventuele meetfout door te berekenen in<br />
onze antwoorden om zo de gevolgen ervan te overzien.<br />
Ten slotte kwamen wij er pas in Eindhoven achter dat de windtunnel niet hoger dan rond de 12 m/s<br />
wind zou kunnen blazen. Achteraf was dit geen extra groot probleem, aangezien de bal al hevig<br />
begon te zwabberen wanneer we richting de 10 m/s gingen. Het is echter wel jammer dat we niet bij<br />
hogere windsnelheden hebben kunnen meten, want als het goed is zouden we dan een daling van de<br />
CD‐waarde hadden moeten kunnen waarnemen bij een snelheid rond de 30 m/s (zie 1.9).<br />
Al met al kunnen we op basis van deze gegevens toch wel enige uitspraken doen over de verhouding<br />
van de CD‐waarden van de verschillende ballen ten opzichte van elkaar.<br />
Figuur 6.5 Inventief, maar niet ideaal…<br />
© Mike van Oppen & Richard Post 54