Zomer - Actorion

Martine Willemsen: “Daarnaast biedt het Olympisch Netwerk
op termijn een uitgelezen kans om ook andere sportaspecten
in de regio te faciliteren. Denk hierbij aan sporten voor
mensen met een beperking. Het netwerk heeft alle relevante
partijen in een regio al bij elkaar gebracht. Het is dan relatief
eenvoudig om dit netwerk breder in te zetten. De partijen in
het netwerk rondom een front office hebben allemaal een
belang bij de sport of zijn actief in de sportsector. Deze
partijen maken keuzes voor de sport in hun regio en geven
aan wat de behoefte is aan de inzet van combinatiefuncties,
welke kansrijke sportomgevingen ondersteund dienen te worden,
welke laagdrempelige sportstimuleringsplannen opgezet
worden, hoe talentontwikkeling wordt vormgegeven en
welke (top)sportevenementen georganiseerd zullen worden.
Met een sterk Olympisch Netwerk krijgt het sportklimaat in
Gelderland een breed draagvlak. Dit creëert mogelijkheden
Doel is middel, middel is doel
Hans Esmeijer, gedeputeerde van de provincie Gelderland,
steunt de Olympische ambities volledig: “Voor mij is
2016 een eerste richtpunt. Het wenkend perspectief van
Olympische Spelen in 2028 in Nederland kan helpen om
veel meer mensen te motiveren iets aan sport te gaan doen.
Zo wordt doel middel en het middel doel. Zeker, het gaat
om accommodaties, evenementen en topsporters, maar
vooral om een activerend sportklimaat. In 2016 wil ik graag
dat 75 procent van de inwoners van Gelderland voldoende
beweegt!”
Direct contact met Martine Willemsen: martine@olympischnetwerkgelderland.nl
voor Gelderlanders om op een laagdrempelige manier in aanraking
te komen met sport en sportstimulerende maatregelen.
Zo willen we helpen om de Gelderlanders nog meer aan het
sporten te krijgen.”
Gedeputeerde Staten kiezen 5 Gelderse
kernsporten
De sportnota is in november 2009 goedgekeurd door de
Provinciale Staten. Aan deze nota was echter nog geen budget
gekoppeld. Op 30 juni van dit jaar zullen de uitgewerkte
plannen, inclusief financiële paragraaf, nogmaals door de
Provinciale Staten beoordeeld worden. Martine Willemsen: “En
dan weten we dus hoeveel geld we de komende jaren kunnen
investeren in de Gelderse sport.” In de uitgewerkte versie van
de sportnota doet de Provincie een voorstel voor vijf Gelderse
kernsporten. Martine Willemsen: “Bij het bepalen van de
kernsporten is gekeken naar onder andere het aantal talenten
binnen de verschillende sporten, de infrastructuur en accommodaties,
het aantal verenigingen, de historie et cetera. Op 2
juni zijn vanuit het college van Gedeputeerde Staten wielrennen,
atletiek, volleybal, judo en de hippische sport voorgesteld
als kernsporten. Als er 30 juni een positief besluit valt, krijgen
deze vijf sporten extra geld voor bijvoorbeeld het ondersteunen
van talenten, het organiseren van topsportevenementen
en de bouw van accommodaties. In 2011 komen daar, wanneer
onze plannen door Provinciale Staten goedgekeurd worden,
waarschijnlijk nog vijf of tien sporten bij.”
www.olympischnetwerkgelderland.nl
Wie kent de vier P’s in de marketing
niet: Producteigenschappen, Prijszetting,
Promotie en Placement. Ze vormen samen
de marketingmix waar ieder die spullen aan
de man wil brengen zich op zijn manier
van bedient. ‘Placement’ maakte het laatste
decennium een interessante ontwikkeling
door: de slag om de consument wordt
steeds meer op internet uitgevochten.
36 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - juni 2010 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - juni 2010 37
column
marketing-p van politicus
Denk aan de opkomst van webwinkels, de voor een
gewone surfer nogal irritante reclames en pop-upvensters
op de meeste websites en het grootste kwaad
van alles: spam.
In dit rijtje van internetgerelateerde mogelijkheden
ontbraken tot voor kort de sociale media. In ons land
nog nauwelijks op gang gekomen, maar in Amerika
ontwikkelt ‘social media marketing’ zich het laatste
jaar razendsnel. Bedrijven hebben in de gaten dat zij
via sociale media veel sneller dan voorheen direct met
potentiële klanten in contact kunnen komen. Uit een
van de eerste diepgaande enquêtes onder marketingmanagers
in Amerika (Michael A. Stelzner, 2010 Social
Media Marketing Industry Report) blijkt hoe nieuw deze
ontwikkeling is. Tweederde van de ondervraagden geeft
aan dat zij er nog maar een paar maanden of minder
mee bezig zijn en er een of twee dagen per week aan
besteden. Niet alle bekende sociale media zijn bij hen
even populair; in de top-4 staan Twitter, Facebook,
Linkedin en blogs. Vooral bloggen groeit snel ten koste
van bijvoorbeeld MySpace. Vanwege de nog grote onbekendheid
van deze binnen de marketing nieuwe media,
bestaat er een grote vraag naar kennis over met name
het ‘infiltreren’ in Twitter en Facebook. Dit gebrek aan
kennis is des te urgenter omdat de mogelijkheden om
te ‘outsourcen’ ook nog maar beperkt ontwikkeld zijn.
Over de belangrijkste voordelen van de sociale media
voor marketeers is men het wel eens: het is zeer goedkoop
en vergroot direct de ‘exposure’ van de eigen
producten. Maar er is méér mogelijk. Met een beetje
kennis kan je al snel gebruik maken van de aan bijvoorbeeld
Facebook en Linkedin ten grondslag liggende
structuren, waardoor je direct in contact komt met
interessante marktsegmenten. Deze wijze van onder de
aandacht brengen van de eigen producten heeft nog
een duidelijk secundair effect. Meer dan de helft van de
ondervraagden signaleert een stijging in hun rangschikking
bij grote zoekmachines als Google.
Hoe snel en in welke mate deze marketingontwikkelingen
in Nederland navolging zullen krijgen, valt nu
nog moeilijk te voorspellen. Binnen mijn vakgebied de
politicologie zien wij een duidelijke stijging van het
aantal twitterende en bloggende politici. Sommigen
doen dit overtuigend en hebben veel ‘volgers’, anderen
doen mee ‘om er bij te horen’. Effect hebben deze
marketingstrategieën vooral als zich journalisten onder
de volgers bevinden, die vervolgens in de traditionele
media weer verslag doen van het product, de politicus.
Onderzoek naar het gebruik van Facebook of Linkedin
door politici is mij nog niet bekend. In ieder geval hoop
ik dat politici sociale media niet alleen in deze periode
van campagnevoeren gebruiken, maar ook gaan inzetten
als communicatie-instrument nadat men op zijn of
haar zetel heeft plaatsgenomen. Zij zijn tenslotte de
eerste P in politieke marketingmix.
Monique Leyenaar
Hoogleraar Vergelijkende Politicologie,
i.h.b. Politieke Participatie en Politieke Vernieuwing,
Radboud Universiteit Nijmegen
m.leyenaar@fm.ru.nl