CLOPPENBÜRG -AMSTERDAM
CLOPPENBÜRG -AMSTERDAM
CLOPPENBÜRG -AMSTERDAM
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
krachtiger is, dan welke het Rabbinaat<br />
kan geven.<br />
In de Staat New-Vork zijn n.1. in 1917 en<br />
1922 wetten afgekondigd, krachtens welke<br />
het strafbaar is zoowel uitdrukkelijk als<br />
stilzwijgend iemand in den waan te brengen<br />
of te laten, dat het vleesch of de vleeschproducten,<br />
welke men hem verkoopt,<br />
„kosher" zijn. Vleeschwarenf abrikanten<br />
en handelaars, die zich door deze wetten<br />
benadeeld achtten, hebben een poging<br />
gedaan om deze wetten als in strijd met de<br />
Grondwet nietig te doen verklaren, doch<br />
de Rechter heeft uitgemaakt, dat genoemde<br />
wetten wel degelijk constitutioneel zijn.<br />
Deze Amerikaansche wetten zijn zeker toe<br />
te juichen en laten zich ook aanzien als de<br />
basis van een meer uitgebreide wetgeving<br />
omtrent het Kascheroet. Het systeem<br />
van wetgeving leent zich echter in Amerika<br />
veel beter dan in Nederland voor een dergelijke<br />
wettelijke regeling, en hoe welkom<br />
deze ook in ons land zou zijn, ik geloof<br />
niet, dat wij op een zoodanige directe inmenging<br />
mogen hopen.<br />
Daarom is het mijn voornemen om eens<br />
na te gaan of het mogelijk is met het<br />
thans in Nederland geldende recht te<br />
komen —• hetzij direct of indirect — tot de<br />
bescherming van het Kascheroet.<br />
Hiervoor is het noodig de handeling,<br />
waardoor inbreuk wordt gemaakt op het<br />
Kascheroet te systematiseeren en te<br />
onderzoeken welk juridisch karakter deze<br />
draagt. Voor het strafrecht moet men<br />
weten, of de handeling past in eenige<br />
delictsomschrijving, die de Strafwet bevat.<br />
Voor het civiele recht moet onderzocht<br />
worden of de handeling van invloed is op<br />
de rechtsverhouding tusschen de eventueele<br />
contractanten öf dat door deze handeling<br />
een rechtsband wordt gelegd, die te voren<br />
niet bestond.<br />
Het bestek van deze beschouwing laat niet<br />
toe om alle denkbare vormen, waarin een<br />
inbreuk op het Kascheroet zich kan<br />
voordoen aan een juridisch onderzoek te<br />
onderwerpen. Wij zullen ons daarom beperken<br />
tot den meest eenvoudigen en meest<br />
voorkomenden vorm en wel op het gebied<br />
van het Strafrecht.<br />
Winkelier A. verkoopt aan B. als ,,onder<br />
rabbinaal toezicht" vervaardigde boter,<br />
of gebak, welk artikel dit in werkelijkheid<br />
niet is en derhalve ongeoorloofd is voor<br />
Joodsch gebruik.<br />
Deze handeling kwetst, geheel afgescheiden<br />
van de vraag" van het Kascheroet,<br />
ons rechtsbewustzijn. Ieder gevoelt deze<br />
handeling als „bedrog".<br />
Wanneer wij nu in ons Nederlandsch Wetboek<br />
van Strafrecht dén titel nalezen,<br />
welke handelt over bedrog (Titel 25,<br />
Boek 2). dan treft ons ongetwijfeld hetgeen<br />
artikel 329 sub 2° bepaalt:<br />
„Met gevangenisstraf van ten hoogste een<br />
„jaar wordt gestraft de verkooper die den<br />
„kooper bedriegt:<br />
„ten opzichte van den aard, de<br />
, ,h o e d a n ig h e i d of de hoeveelheid van<br />
DE VRIJDAG AVOND 267<br />
„het geleverde, door het aanwenden van<br />
„listige kunstgrepen".<br />
De woorden „ten opzichte van den aard,<br />
hoedanigheid... van het geleverde''<br />
nopen ons tot de volgende vraag:<br />
Is „het al of niet onder rabbinaal toezicht<br />
vervaardigd zijn, het al of niet voor Joodsch<br />
gebruik geoorloofd zijn" op zichzelf te beschouwen<br />
als den a a r d -of de h o e d a n i gh<br />
e i d van eenig artikel ?<br />
Wat de hoedanigheid betreft, zal<br />
het antwoord op deze vraag ontkennend<br />
zijn. De hoedanigheid is de essentieele<br />
eigenschap van een zaak. De zaak zelf is<br />
de bron van de hoedanigheid ; deze wordt<br />
niet van buiten af bepaald. De hoedanigheid<br />
i|s de objectieve gesteldheid van een<br />
zaak, de wijze, waarop deze zich naar<br />
buiten openbaart. Twee banketbakkers<br />
kunnen van dezelfde grondstoffen<br />
dezelfde artikelen produceeren, terwijl<br />
men van den een, die onder rabbinaal<br />
toezicht staat wèl, van den ander, die dit<br />
toezicht mist, niet mag gebruiken. Bovendien<br />
doet het aan de hoedanigheid van een<br />
product niets af, wanneer dit met ongeoorloofde<br />
hulpmiddelen (b.v. vaatwerk) is<br />
behandeld.<br />
Anders is het gesteld met het begrip<br />
aard. De aard wordt niet voldoende bepaald<br />
door de enkele objectieve gesteldheid<br />
van de zaak zelve. Van buiten komende<br />
factoren zullen vaak een woordje meespreken.<br />
Zoo hebben wij in ons geval niet met<br />
de hoedanigheid, maar met den aard der<br />
spijs te doen. Voor den godsdien stigen<br />
Jood verandert door de rabbinale goedkeuring<br />
de spijs van aard, of liever hierdoor<br />
verkrijgt deze eerst den aard, het<br />
karakter van „spijs", daar de niet-rabbinaal<br />
goedgekeurde dit karakter voor hem<br />
mist, immers het is hem verboden het als<br />
zoodanig, als spijs, te gebruiken.<br />
Deze interpretatie van art. 329 sub 2 0<br />
W.<br />
v. S. kan van groote beteekenis zijn voor<br />
de bescherming van het Kascheroet. Met<br />
genoemde bepaling is het althans mogelijk<br />
00 te treden tegen bedriegeliike handelingen,<br />
die het Kascheroet bedreigen. Ze<br />
richt zich direct tegen de bedrijvers<br />
daarvan.<br />
Het gevolg van dit strafbare bedrog is<br />
vooreerst, dat het Joodsch-orthodoxe publiek<br />
wordt benadeeld in zijn ideëel-godsdienstige<br />
belangen. Maar er ziin nog<br />
andere gevolgen aan verbonden, die van<br />
even groot belang zijn voor het orthodox-<br />
Toodsche leven.<br />
Meestal zal het strafbare bedrog, dat inbreuk<br />
maakt op het Kascheroet, verder<br />
reiken dan het belang van het koopend<br />
oubliek en zal de bedriegende verkooper<br />
behalve den kooper tevens zijn concurrent,<br />
die soortgelijke artikelen verkoopt, doch<br />
welke inderdaad onder rabbinaal toezicht<br />
zijn, ben.adeelen. De verkooper pleegt dan<br />
oneerliike concurrentie. Een<br />
voorbeeld is gemakkelijk te vinden. Twee<br />
winkeliers A. en B. wonende in eikaars<br />
nabijheid, verkoopen beide boter. A. heeft<br />
boter, bereid „onder rabbinaal toezicht",<br />
Leven sverzekering^Maatschappij<br />
ARNHEM<br />
GUNSTIGE POLISVOORWAARDEN<br />
CONCURREERENDE TARIEVEN<br />
Hoofdkantoor Velperplein 1 te Arnhem<br />
Bijkantoor te Amsterdam, Rokin 9<br />
N.V. de Haarl. Hypotheekbank<br />
5'/ 2 en 5 pCts. PANDBRIEVEN<br />
tegen Amsterdamschen Beurskoers.<br />
Verkrijgbaar bij alle Bankiers<br />
en Commissionnairs in Effecten.<br />
PAVILJOEN VONDELPARK<br />
II 1 huls voor de uitgaande<br />
I l d wereld van Amsterdam<br />
AFTERNOON TEA<br />
Dinner and Supper - DANCING<br />
J. ZOMERDIJK BUSSINK<br />
ROOKT SPATRAM<br />
B. niet. Nu bootst B. de gewaarmerkte<br />
rabbinale verpakking bedriegelijk na en<br />
verkoopt zijn boter aldus goedkooper dan<br />
A. aan het publiek, dat rabbinale boter<br />
vraagt. Door de bedriegelijke handelingen<br />
van B. wordt A. in zijn bedrijf ernstig benadeeld.<br />
Aldus zien wij, dat niet orthodoxe<br />
winkeliers het instituut van het Kascheroet<br />
misbruikend zich ten koste van godsdienstige<br />
collega's kunnen verrijken.<br />
Tegen dergelijke praktijken kan worden<br />
opgetreden met de bepaling van art. 328<br />
bis W. V/ S., die aldus luidt:<br />
„Hij, die, om het handels- of bedrijfsdebiet<br />
van zich zeiven of van een ander<br />
te vestigen, te behouden of uit te breiden,<br />
eenige bedriegelijke handeling pleegt tot