CLOPPENBÜRG -AMSTERDAM
CLOPPENBÜRG -AMSTERDAM
CLOPPENBÜRG -AMSTERDAM
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
uitvloeisel dier volmaking- die van<br />
Tsion uitgaat, bestijgt dan een afstammeling<br />
van den Davidischen stam den<br />
ouden troon, om als dienaar van Gods<br />
woord in godsvrucht, wijsheid, strenge<br />
rechtvaardigheia en teedre menschenliefde<br />
te regeeren. Deze toekomstige vorst is dus<br />
niet de verlosser, ook niet de brenger<br />
der volmaking, maar slechts haar drager,<br />
nadat zij door den goddelijken Verlosser<br />
zeiven aan het menschdom geschonken is.<br />
En vraagt men: langs welken weg moet<br />
die verlossing intreden ? dan luidt het eenvoudige<br />
antwoord overal in den Bijbel:<br />
door volmaakte bekeering van alle ondeugden,<br />
die de oorzaken waren van de ballingschap<br />
met al hare ellende. Dus: eerst<br />
inkeer, berouw, vergiffenis, dan ten<br />
gevolge daarvan verlossing, herstel,<br />
zedelijke volmaking, wederverheffing van<br />
Jeruzalem, en ten slotte optreden van den<br />
vorst uit het Davidische stamhuis. Het<br />
zoude ons te ver voeren, wilden wij alle<br />
Bijbelplaatsen citeeren, waar deze orde<br />
van ontwikkeling blijkt of in duidelijke<br />
bewoordingen is te boek gesteld. Maar laat<br />
ons wel wijzen op de achtereenvolgende<br />
lofzeggingen van ons hoofdgebed, de<br />
ni'&y njiOiJ' (meer bepaaldelijk de<br />
13 middelste lofzeggingen, die de eigenlijke<br />
gebeden inhouden). In die reeks, met<br />
^P^J? 1H nOV flK aan het slot staat<br />
de gemelde orde zonneklaar geteekend.<br />
Ook de omstandigheid, dat in dit gebed<br />
de toekomstige vorst uit Davids huis niet<br />
met den naam van fTSTC bestempeld<br />
wordt, komt geheel overeen met den Bijbel,<br />
waarin deze naam nergens als de speciale<br />
aanduiding van bedoelden vorst voorkomt.<br />
rPÜ-'O is in den Bijbel ieder persoon, die<br />
• T<br />
gewijd (letterlijk: gezalfd) is voor eene<br />
hoogere bestemming, als Saul, David,<br />
Cyrus, de hoogepriester onder Israël, ja<br />
Israël zelf (Ps. 105, 15), maar nergens<br />
speciaal „de Messias", en allerminst in<br />
de beteekenis van „verlosser".<br />
Wanneer men dus later den vorst, die in den<br />
tijd der volmaking ter troone stijgt, n^'ö<br />
noemde, dan kon dit zonder bezwaar geschieden,<br />
mits men daarbij bedenke :<br />
10. dit dit predicaat als een van algemeenen<br />
aard en geenszins als een soort van<br />
eigennaam op te vatten zij ;<br />
20. dat voor het oude Jodendom de<br />
intrede van den Messiaanschen t ij d het<br />
eigenlijke object van Israëls toekomstgeloof<br />
blijft, terwijl het optreden van bedoelden<br />
vorst, eerst als daaruit voortvloeiende en<br />
daaraan ondergeschikt moet gedacht<br />
worden.<br />
Lijnrecht nu tegenover deze oud-testamentische<br />
opvatting staat die van het Christendom,<br />
dat zijnen Messias juist in eene<br />
zondige menschheid laat optreden, om<br />
haar door zijnen zoendood van schuld te<br />
verlossen.<br />
Dat nu deze laatste opvatting in den<br />
Bijbel, althans bij eene gezonde, nuchtere<br />
DE VRIJDAGAVOND 259<br />
opvatting van den tekst, niet kan teruggevonden<br />
worden, behoeft na het voorafgaande<br />
geen betoog. En zoo kan dus ook<br />
ons vers niets anders beteekenen dan dat<br />
tot Tsion de verlossing (n.1. uit Gods<br />
hand) komt, wanneer alles onder Jacob<br />
eerst van zijne zonde zal bekeerd zijn.<br />
Maar de foutieve vertaling, die „de verlosser"<br />
uit Sion laat komen en „de goddeloosheden<br />
afwenden van Jacob" is de<br />
alleszins zeer bedenkelijke steun voor de<br />
niet-Joodsche opvatting van het Messianisme.<br />
EEN BEROEMD<br />
HISTORICUS<br />
door E. Asscher Ezn.,<br />
Amsterdam Dr. Heinrich (Hirsch) Graetz,<br />
geboren 31 Uciober 1817, le<br />
Xions ia de provincie Posen ;<br />
overleden 7 September 1891, le<br />
München.<br />
Tot de Joodsohe geleerden, die door hun<br />
arbeid een grooten invloed op het Joodsche<br />
geestesleven van hun tijd hebben geoefend,<br />
moet in de eerste plaats gerekend worden<br />
Graetz, de beroemde geschiedschrijver<br />
van ons volk. Zonder aarzeling kan worden<br />
beweerd, dat zijn elf-deelig geschiedwerk<br />
zeer veel heeft bijgedragen tot de verheffing<br />
van het zelfbewustzijn van het Joodsche<br />
volk in de laatste 40 jaar. Men behoeft<br />
slechts een wijle in zijn geschiedwerk te<br />
hebben gelezen, om tot de overtuiging te<br />
komen, dat hier een man van bizondere<br />
gaven aan het woord is, een persoonlijkheid<br />
van den eersten rang. Graetz is een<br />
man van temperament, in zijn sympathiën<br />
en antiparhiën is hij hevig; hij kan hartstochtelijk<br />
Liefhebben, maar ook hartstochtelijk<br />
haten. Zijn stijl is overal levendig<br />
en boeit in hooge mate door de overgave,<br />
waarmee hij de historie van zijn volk doorvoeld<br />
heeft. Zijn groote geleerdheid en<br />
enorme belezenheid in de geheele Joodsche<br />
litteratuur stelt hem in staat den polsslag<br />
der tijden te voelen, in zijn fantasie dan<br />
eens middeleeuwer te zijn, dan weer terugte<br />
kunnen leven in de oertijden, het leven<br />
in de Joodsche leerscholen van Palestina<br />
en Babylonië mede te maken, als banneling<br />
mee uit Spanje te trekken, en het<br />
geestelijke leven van de Amsterdamsche<br />
Joodsche gemeente in de 17e eeuw kleur<br />
te geven. Zóó kan slechts iemand schrijven,<br />
die zich zijn afkomst en waarde als Jood<br />
ten volle bewust is en die heel duidelijk de<br />
ononderbroken keten gevoelt, welke hem<br />
met het Joodsche verleden en de Joodsche<br />
toekomst verbindt.<br />
Ga zijn leven van af zijn prilste jeugd na,<br />
en ge merkt met welk een geniale geest<br />
gij te doen hebt! Een jongen, die er van<br />
af zijn barmitswo een dagboek op nahoudt<br />
en die dit dagboek getrouwelijk bijhoudt!<br />
Wij hebben zoo gelegenheid, de intimiteit<br />
van een jong leven, zijn Sturm- und Drangperiode,<br />
een uitnemend kuituurbeeld van<br />
1 Arnhemsche Hypotheekbank 1<br />
!; 6%, 5 1<br />
/2% en 5% pandbrieven j<br />
i! a resp. 100,%, 981/2 % en 96%. j<br />
OIR.: Hr.SJ.VANZIJST, Mr. J.F.VERSTEEVEN j<br />
zijn tijd zich voor onze oogen te zien ontwikkelen.<br />
Wat verslond hij al niet in zijn<br />
jeugd aan wetenschap in zijn eenzame<br />
jaren, vóór hij de leerling van Rabbiner<br />
Hirsch mocht zijn ! Autodidact in Grieksch,<br />
Latijn, Fransen en Engelsch, in philosophie<br />
en natuurwetenscnappen, kalenderberekening<br />
en kosmographie, werd hem<br />
dit alles ten slotte te machtig, duizelde het<br />
hem voor al dit weten, wist hij niet meer,<br />
waaraan zich te houden en wat te gelooven.<br />
Geloovig van aard was hij in zijn jeugd<br />
zeker, idealistisch evenzeer. Het waren de<br />
„Neunzehn Brief e über Judentum" van<br />
Samson Raphaël Hirsch, die hem weer<br />
stuur en steun gaven, en die het verlangen<br />
in hem deden geboren worden, den anonymen<br />
schrijver van dit baanbrekend geschrift<br />
van nabij te leeren kennen.<br />
Schrijven kan hij, pittig en raak, en in<br />
menig, soms anonym stuk partij kiezen in<br />
brandende vraagstukken, of „kille"-aangelegenheden<br />
van zijn tijd. Schrijven beter<br />
dan spreken; de gedachte reeds, aan het<br />
optreden in het openbaar, als prediker,<br />
maakt hem zenuwachtig en onzeker. Als<br />
hij als jong candidaat-rabbijn ergens in<br />
Oost-Pruisen op Kol Nidré-avond een<br />
preek moet houden, en, na enkele zinnen<br />
gestameld te hebben, den preekstoel moet<br />
verlaten, dan is in dit opzicht zijn lot<br />
beslist; prediker wordt hij niet, geen<br />
rabbijn, maar leeraar en bovenal geschiedschrijver.<br />
Waar veel licht is, is ook veel schaduw!<br />
Het is daarom ook niet te verwonderen,<br />
dat Graetz' werk geen onverdeelden bijval<br />
heeft gevonden en merkwaardiger wijze<br />
kwam de bestrijding van de twee uiterste<br />
richtingen in het Jodendom: van zijn<br />
oud-leermeester Rabbiner Hirsch en van<br />
Dr. Abraham Geiger, den voorvechter van<br />
de Reform. Deze laatste beschuldigt hem<br />
boudweg van plagiaat. Wat het echter beteekent<br />
een Joodsche geschiedenis in