24.09.2013 Views

ETIL-rapport van 1956 - Gemeente Helden

ETIL-rapport van 1956 - Gemeente Helden

ETIL-rapport van 1956 - Gemeente Helden

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

- 98 -<br />

waar voldoende krachten aanwezig zijn blijven de arbeidsbesparende<br />

methoden het langst rusten, Hoeveel mensen op deze wijze overbodig<br />

zullen worden is niet te ramen ook niet bij benadering daar<br />

niet alleen niet bekend is of rationalisatie wordt toegepast<br />

maar ook niet in welke mate dit zal gebeuren. Een in dezen meer<br />

concrete factor vormt het grondverlies verband houdend met de<br />

uitbreiding der bebouwing en de aanleg <strong>van</strong> industrleterrein.<br />

Voor <strong>Helden</strong> kan dit globaal op 2 a 3 ha per jaar worden gesteld;<br />

in hoofdzaak bestaande uit bouwland zodat als gevolg hier<strong>van</strong><br />

ca 8 volwaardige arbeidskrachten in 15 jaar tijds zouden moeten<br />

afvloeien, althans wanneer deze oppervlakte slechts bij enkele<br />

bedrijven in gebruik is. De spreiding over een groot aantal ondernemingen<br />

en een lange periode doet echter vermoeden dat <strong>van</strong><br />

een ree*le afvloeiing weinig terecht zal komen. Samenvattend kan<br />

gezegd worden dat saneren.de maatregelen met betrekking tot bodembewerking<br />

en bedrijfsvoering "hele of gedeeltelijke" krachten<br />

kunnen en zullen vrijmaken maar dat gezien de veelal kleine bedrijven,<br />

de om<strong>van</strong>g hier<strong>van</strong> gering zal zijn. En dit temeer daar<br />

door tegenwerkende factoren als intensivering deze in meerdere<br />

of mindere mate overtollige kracht weer productief te maken is,<br />

Grotendeels is dit ook met het reele grondverlies het geval.<br />

Op de uiteindelijke om<strong>van</strong>g der afvloeiing zullen de boven beschreven<br />

omstandigheden dan ook weinig positieve invloed uitoefenen.<br />

Stelt men de in het voorgaande gemaakte berekeningen naast<br />

elkaar dan blijkt dat: een begroting <strong>van</strong> de beroepsb evolking op<br />

basis <strong>van</strong> de natuurlijke aanwas een aanbod <strong>van</strong> 1600 personen<br />

oplevert; dat de buitenlandse migratie een mogelijke vermindering<br />

<strong>van</strong> ca 200 arbeidskrachten inhoudt; dat de agrarische productie<br />

een latent overschot <strong>van</strong> 106 en een reeel tekort <strong>van</strong> 40 man telt;<br />

dat als gevolg <strong>van</strong> intensivering de landbouw nog rond 50 personen<br />

kan opnemen; dat de factor grondverlies vrijwel te verwaar-<br />

Iczen is, terwijl het aantal ingeschreven werklozen ongeveer 30<br />

bedraagt* Rekening houdend met deze cijfers lijkt het niet onverantwoord<br />

het scheppen <strong>van</strong> werkgelegenheid in bedrijf stakken<br />

buiten de agrarische sfeer op een aantal <strong>van</strong> 1500 personen in<br />

te stellen, waar<strong>van</strong> rond 1100 mannen. Ten overvloede zij hierbij<br />

opgemerkt dat in dezen <strong>van</strong> de binnenlandse migratie geheel is<br />

afgezien en dat alleen de buitenlandse in aanmerking is genornen*<br />

Sveneens is het feit buiten beschouwing gebleven dat een verhoging<br />

<strong>van</strong> de arbeidsproductiviteit een gedeelte <strong>van</strong> de personeelsbezetting<br />

der bestaande nijverheidsbedrijven op de oorspronke-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!