ETIL-rapport van 1956 - Gemeente Helden
ETIL-rapport van 1956 - Gemeente Helden
ETIL-rapport van 1956 - Gemeente Helden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Conclusi_es_.<br />
- 103 -<br />
Het inwonertal <strong>van</strong> de thans rond 9700 personen tellende<br />
gemeente <strong>Helden</strong> is in de laatste kwart eeuw belangrijk toegenomen,<br />
Duidelijk komt. dit naar voren wanneer men haar groeiindex - 1 56 -<br />
vergelijkt met die <strong>van</strong> Limburg - 145 - en het Rijk - 134 -. Een<br />
onderzoek naar de oorzaken <strong>van</strong> deze stijging toont aan dat zij<br />
geheel aan de natuurlijke factoren te danken is d.w. z. aan het<br />
hoge gebo ort ecijfer - n.l. gemiddeld rond 32 o/oo -. Dat de bevolking<br />
<strong>van</strong> <strong>Helden</strong> nog niet in een sneller tempo is gegroeid<br />
vindt zijn verklaring in het feit dat er altijd meer personen uit<br />
de gemeente vertrokken zijn dan er zich gevestigd hebben. Het<br />
vertreksaldo over de laatste 25 jaar bedraagt n.l. ruim 20 fo <strong>van</strong><br />
het geboorteoverschot. In hoofdzaak richt de migratie zich op de<br />
directe en iets verdere omgeving. Slechts weinigen. trekken over<br />
grote afstanden,<br />
Een met het geboorteaantal samenhangend structuurelement<br />
betreft de leeftijdsopbouw. Daar waar dit cijfer hoog is treft men<br />
verhoudingsgewijs een groot aantal j eugdigen aan; evenzo omge—<br />
keerd. In <strong>Helden</strong> is het aandeel der 0-14 jarigen in de totale<br />
bevolking, te wet en 38 fo, dan ook veel groter dan in Limburg<br />
- 33 fo - en Nederland - 29 f° -.<br />
Omdat de jeugdigen over het algemeen in gezinsverband samenleven<br />
ligt de veronderstelling voor de hand dat <strong>Helden</strong> veel<br />
grote gezinnen zal hebben. Van de in 1947 in de gemeente verblijvende<br />
huishoudingen bestond bijna 27 fo uit meer dan 7 personen<br />
en hierin leefde ruim 45 fo <strong>van</strong> de bevolking. In Limburg waren<br />
deze cijfers resp. rond 11 en 24 fo en in het Rijk 6 en 15 f°»<br />
De structuur <strong>van</strong> de in <strong>Helden</strong> in een beroep werkzame personen<br />
is in de laatste decennia weinig veranderd. Van de mannelijke<br />
beroepsb evolking had in 1930 ca 64 fo een werkkring in de<br />
landbouw en bijna 22 fo in de nijverheid. In 1947 was dit resp.<br />
rond 60 en 25,5 $, Wegens de concentratie <strong>van</strong> 3/5 deel <strong>van</strong> de<br />
mannen in de agrarische productie is de economische structuur<br />
<strong>van</strong> de gemeente sterk eenzijdig. Dit in tegenstelling met b.v.<br />
de provincie waar de mannen meer over de diverse bedrijf sklassen<br />
zijn verspreid en de opbouw zodoende gezonder is.<br />
Op de duur icon de landbouw niet meer aan de snel toenemende<br />
bevolking een bestaan verschaffen. Vele personen zagen zich -<br />
zoals gezegd - ged?/-ongen uit hun geboortedorpen te vertrekken,<br />
terwijl in de laatste tijd het verschijnsel <strong>van</strong> elders werken sterk<br />
in om<strong>van</strong>g is toegenomen. In 1947 had ruim Qfo <strong>van</strong> de mannen die<br />
een beroep uitoefenden een werkkring buiten <strong>Helden</strong>; bij de