22 REMCO VAN DER BURG, FRANCIS VUIJSJE, META DE HOON & IGNAS SNELLEN een compleet andere tak van sport in de astronomie. Maar in die miljoenen helderheidsmetingen zou je misschien ook planeetovergangen op het spoor kunnen komen. Toen de zoekmethode eenmaal was ontwikkeld en beproefd, hadden Remco, Meta en Francis de slag te pakken. Hoog tijd om ook echt op planetenjacht te gaan. Francis: “We richtten ons op de vijftienduizend helderste sterren in de database. De schatting was dat daar één of hooguit twee planeetovergangen tussen zouden zitten.” Of nul natuurlijk. “Het was duidelijk dat we echt geluk zouden moeten hebben”, aldus Snellen. Lang niet alle sterren worden door grote planeten vergezeld, en dan moet de oriëntatie van de baan ook nog eens precies goed zijn. “Vanaf het moment dat we echt begonnen te zoeken, zat de mogelijkheid van een daadwerkelijke ontdekking echter wel de hele tijd in mijn hoofd”, vult Meta direct aan. Met een verwachte zoektijd van vijf minuten per ster was direct duidelijk dat er heel veel computertijd nodig was. In de meivakantie van 2007 werden bijna alle pc’s van collega-astronomen ‘overgenomen’ om deel te nemen aan de planetenjacht. De hele vierde verdieping van het Oortgebouw aan de Niels Bohrweg stond dag en nacht te stampen, en een week later boog het Leidse exoplanetenteam zich over de resultaten. Remco: “Het programma zegt niet: ‘Er is een planeet gevonden.’ Je moet de kandidaten stuk voor stuk checken.” Er waren zo’n achthonderd potentiële sterren ontdekt. In verreweg de meeste gevallen ging het om ‘vals alarm’. Uiteindelijk bleven er negen heuse ‘overgangskandidaten’ over. Eén daarvan vertoonde alle kenmerken van een bona fide exoplaneet. Een slag groter dan Jupiter, met een omlooptijd van twee dagen, elf uur en veertig minuten. In een baan rond een ster op vijftienhonderd lichtjaar afstand. Nee, er ging niet meteen een fles champagne open. “Op zo’n moment moet je heel nuchter blijven”, zegt Meta. Maar Snellen had er eigenlijk meteen een goed gevoel over: “Die dag had ik echt het idee dat het wel eens raak zou kunnen zijn.” Zekerheid Absolute zekerheid kwam overigens pas maanden later, toen er vervolgwaarnemingen aan de ster verricht werden met grote telescopen in Chili, onder andere met de Europese Very Large Telescope (VLT). Daaruit bleek dat de planeet ruim anderhalf keer zo groot is als Jupiter, en dat de ster waar hij omheen draait een oppervlaktetemperatuur heeft van bijna 6700 graden en bovendien een hoge rotatiesnelheid heeft. “Nog nooit is er een exoplaneet gevonden bij zo’n hete, snel roterende ster”, verduidelijkt Snellen. Vermoedelijk is de gasvormige reuzenplaneet opgezwollen door de energierijke straling van de ster, hoewel de details van dat mechanisme nog slecht bekend zijn. Een tweede artikel over OGLE2-TR-L9b, zoals de Leidse exoplaneet officieel wordt aangeduid, wordt binnenkort gepubliceerd, eveneens in Astronomy & Astrophysics. Snellen: “Het is absoluut uitzonderlijk dat er vakpublicaties voortvloeien uit een bacheloronderzoek.” In de toekomst hoopt hij met de VLT Survey Telescope nog veel meer exoplaneten op te sporen. De eerste waarnemingen met de sterk vertraagde telescoop worden in het voorjaar van 2009 verwacht. Voor Remco, Meta en Francis is het niet vanzelfsprekend dat ze in de toekomst in het exoplanetenonderzoek belanden. “Ik ben nog een groentje natuurlijk,” grijnst Remco, “en voor mijn masteropleiding doe ik onderzoek op heel andere terreinen.” Datzelfde geldt voor Francis. “Het is een leuk onderwerp,” zegt ze, “maar er zijn zo veel leuke onderwerpen in de sterrenkunde.” Meta tenslotte heeft inmiddels haar masteropleiding lucht- en ruimtevaarttechniek afgerond, en twijfelt of ze er ook nog een master sterrenkunde aan vast plakt. “Want uiteindelijk ligt mijn interesse toch vooral bij de techniek.” Govert Schilling
Het bovenste paneel laat een schematische weergave zien van een exoplaneet (rood) die voor haar ster langs gaat. Omdat een klein gedeelte van de ster hierdoor wordt verduisterd, zal de ster gedurende de overgang iets minder helder lijken (middelste paneel). Het onderste paneel laat de door de Leidse studenten ontdekte lichtcurve zien. De ster vertoont eens in de 2,5 dagen net zo’n dipje als door het model voorspeld. 23