Krekelboek - Vormen vzw
Krekelboek - Vormen vzw
Krekelboek - Vormen vzw
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3.2. Ieder mens gelijkwaardig behandelen<br />
Met het spel “Wie vindt de stift?” kun je de kinderen doen aanvoelen welk effect een niet-gelijkwaardige<br />
behandeling kan hebben op je gevoelens, reacties, gedrag en resultaten. Vanuit zulke<br />
bewustwording kunnen kinderen hun gedrag t.o.v. elkaar bijsturen.<br />
WIE VINDT DE STIFT? Je kondigt aan dat je met de kinderen een speciaal verstopspelletje wil spelen. Je<br />
stuurt een vrijwilliger die ‘zoeker’ wil spelen naar buiten. Ondertussen verstop je ‘de stift’ ergens in<br />
het lokaal en spreek je met de rest van de kinderen af dat ze de zoeker goed moeten ondersteunen<br />
en aanmoedigen, evenwel zonder de verstopplaats te verraden. Ze mogen zinnen zeggen als:<br />
‘je gaat het zeker vinden’, ‘je bent goed bezig’, ‘dat is de goede richting’, ‘je zal het zeker kunnen,<br />
nog even doorgaan’. Als de zoeker de stift vindt, geeft iedereen een enthousiast applaus.<br />
Dan stuur je een tweede vrijwilliger naar buiten. De stift wordt op een even moeilijke plek verstopt,<br />
maar je spreekt nu af met de rest van de kinderen dat ze de zoeker moeten ontmoedigen met zinnen<br />
als: ‘dit is echt veel te moeilijk’. ‘dat vind je nooit’, ‘dit is hopeloos’, ‘je zou er maar beter mee<br />
ophouden’, ‘zo zal je het nooit vinden’. Laat dit niet te lang duren, want het kan voor de zoeker<br />
wel zeer vervelend worden. Wanneer de zoeker het opgeeft (of als je zelf een einde maakt aan de<br />
zoektocht), moet je hem/haar zeer goed opvangen, bedanken voor de inzet en zeggen dat hij/zij het<br />
fantastisch goed gedaan heeft. Je zegt dat je de kinderen opzettelijk had gevraagd om zo negatief te<br />
zijn. Je legt de eigenlijke bedoeling van dit ‘pestspel’ duidelijk uit aan de zoeker.<br />
Vragen voor de nabespreking:<br />
π Hoe zijn de verschillende zoektochten verlopen? Wie had de stift het snelst gevonden?<br />
π Hoe voelde het om aangemoedigd/ontmoedigd te worden?<br />
π Hoe voelde het om de zoeker aan te moedigen/te ontmoedigen?<br />
π Wat dacht je als zoeker over de andere kinderen van de klas?<br />
π Welk effect hadden de opmerkingen van de andere leerlingen op je zin om verder te zoeken?<br />
π Hebben die opmerkingen je verder geholpen of tegengewerkt voor het vinden van de stift?<br />
π Vond je het een eerlijk spel? Waarom wel/waarom niet?<br />
π Herken je in je eigen leven ook situaties waar kinderen anders behandeld worden? Krijgt ieder-<br />
een dezelfde aanmoediging of ondersteuning in het spel, in de klas, de sportclub, ...?<br />
π Geven we zelf aan iedereen dezelfde aanmoedigingen als we spelen? Wanneer wel? Wanneer<br />
niet?<br />
π Wat kunnen we doen om elkaar dezelfde kansen te geven?<br />
‘Spelen’ LAGER ONDERWIJS<br />
147<br />
recht op gelijke<br />
behandeling