27.09.2013 Views

atholieke lournahst

atholieke lournahst

atholieke lournahst

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

INZENDINGEN AAN HET SECRETARIAAT:<br />

KON1NGSSTRAAT22B.TEL.6529<br />

HILVERSUM<br />

REDACTIE!<br />

J. W. L. VAN MASTRIGT<br />

A. L. G. M. VAN OORSCHOT<br />

S. H. A. M. ZOETMULDER<br />

<br />

3e JAARGANG - MAANDBLAD 4<br />

<strong>atholieke</strong><br />

<strong>lournahst</strong><br />

NOVEMBER 1948<br />

ORGAAN VAN DE KATHOLIEKE<br />

NEDERLANDSE JOURNALISTENKRING<br />

HET TAAIE MISVERSTAND<br />

Over het gezegende meningsverschil<br />

E Tijd, de Maasbode, de Volks­<br />

D krant en — ook zij — De Linie<br />

zijn enige tijd geleden verrast met<br />

een briefje van een bezorgd lezer,<br />

die -blijkbaar nimmer een Paleis van<br />

Justitie bezoekt en daar de advocatenkamer<br />

een blik toestiert. Alsdan<br />

zou hij, waarschijnlijk tot zijn ontzetting,<br />

bemerken, dat de pleitbezorgers,<br />

die nog geen kwartier te voren<br />

elkaar voor de balie ten hevigste in<br />

de juridische haren hebben gezeten,<br />

in vriendschappelijke kout nog eens<br />

napraten en als ze ihet druk hebben<br />

gezamenlijk in de stad blijven eten.<br />

Nu zijn advocaten nog herkenbaar,<br />

zolang ze een toga dragen.<br />

Journalisten herkent men niet zo<br />

licht, tenzij helaas sommigen aan<br />

hun slechte manieren; maar daar<br />

gaat het nu niet over. Waren wij<br />

w e 1 te onderscheiden en ware de<br />

bezorgde lezer toezoeker van bepaalde<br />

koffie- en bierhuizen, hij zou een<br />

nog grotere ontzetting ondergaan<br />

door daar redacteuren van sterk tegenovergestelde<br />

couranten collegiaal<br />

aan de borrel te zien, wellicht op dezelfde<br />

dag, dan hunlieder bladen<br />

weer eens een fiks meningsverschil<br />

aan het uitvechten waren. Pourquoi<br />

pas?<br />

Dit alles zou reeds voldoende zijn<br />

voor een vertoog over het nut van<br />

het bezoeken van gerechtszalen en<br />

herbergen voor het opdoen van bemoedigende<br />

wetenschap. De bezorgde<br />

lezer, die zulks blijkbaar verzuimd<br />

heeft, althans niet het juiste<br />

nut er uit heeft getrokken, is aan de<br />

bovengenoemde bladen per torief<br />

zijn ergernis kenbaar gaan maken<br />

over het feit, dat zij elkaar nogal<br />

eens bestrijden over de bepaalde aangelegenheden.<br />

Hij vergelijkt de polemiek<br />

van Tijd en Volkskrant liefst<br />

met die, waarvoor kijvende buurvrouwen<br />

met de politierechter in<br />

aanraking plegen te komen en zoekt<br />

daarvan een diepe oorzaak zonder<br />

die overigens te noemen. Als remedie<br />

toeveelt hij' een conferentie van de<br />

hoofdredacteuren aan „om die kinderachtige<br />

ruzietjes aan kant te<br />

maken." .<br />

U zouden wij, eerbiedig maar be­<br />

N zwerend, voor deze hoofdredacteuren<br />

willem gaan staan en hun toeroepen:<br />

doe dat niet. Waar gaat het<br />

heen, wanneer we het zelfs in onderdelen<br />

met elkaar eens zijn? Niets<br />

dan onleesbare kranten zullen er het<br />

resultaat van zijn. Heeft niet de<br />

hoofdredacteur van De Linie, prof.<br />

dr. Creyghton S. J. het, in De Nieuwe<br />

Eeuw nogwel, toegejuicht, dat er in<br />

de k<strong>atholieke</strong> pers blijk werd gegeven<br />

van meningsverschil? De Tijd<br />

heeft er zelfs 'een hoofdartikel aan<br />

gespendeerd op het thema van „het<br />

!kan vriezen maar het kan ook<br />

dooien" en daarbij opgemerkt:<br />

Hij, die beweert, dat het vriezen<br />

zal, kan gelijk hebben, maar ook hij,<br />

die van mening is, dat men het verstandigst<br />

doet met dooi te verwachten.<br />

Nu is het dwaasheid om de eis<br />

te stellen, dat allen 'dergelijke situaties<br />

hetzelfde beoordelen. Indien<br />

voor het een -zowel als voor het ander<br />

wat te zeggen is —' wat bijvoorbeeld<br />

meestal het geval zal -zijn in .beleidskwesties<br />

— moet ook die vrijheid bestaan<br />

om zich zowel voor het een als<br />

voor het ander uit te spreken. Tenzij<br />

een hoger belang dat niet gewenst<br />

doet zijn, een hoger belang, eisend,<br />

dat men zijin meningsverschil opschort<br />

of 'binnenskamers houdt.<br />

Maar dat hoger belang, dunkt ons,<br />

wordt niet reeds gevormd door de<br />

eenheid zelf. Eenheid zonder meer is<br />

geen ideaal. Het gaat er maar om,<br />

waartoe -men één is. IHet doel, waartoe<br />

eenheid gevergd wordt, bepaalt<br />

of men haar al dan niet en, zo ja, in<br />

meerdere of mindere mate moet in<br />

acht nemen.<br />

Dat men, zich verplicht voelt te<br />

doen, alsof men in alles overeenstemt,<br />

is dikwijls geen 'bewijs van<br />

kracht, maar veel eerder een bewijs<br />

van zwakte. Het kan wijzen op in­<br />

nerlijke onzekerheid en op een gebrek<br />

aan vertrouwen in de kracht<br />

van de beginselen, die men huldigt.<br />

Het kan ook voortkomen uit kortzichtigheid,<br />

die een z.g.n. vrije kwestie<br />

doet aanzienTvoor een principiële.<br />

Krachtsontplooiing, die voortkomt<br />

uit kortzichtigheid, heeft geen lange<br />

adem.<br />

R zijn, naar onze mening, in Ne­<br />

E<br />

derland te veel Katholiek! bladen;<br />

een zekere concentratie ware zeer<br />

gewenst, geloven wij. Maar een te<br />

veel op dit gebied achten wij een geringer,<br />

kwaad (dan ieen teVwainig. Wanneer<br />

er bijvoorbeeld slechts één landelijke<br />

K<strong>atholieke</strong> krant was, dan<br />

zou dat een beslist minder gunstige<br />

toestand zijn dan de bestaande. Weinigen<br />

zullen dit willen toetwisten, nemen<br />

wij aan. Maar waarom zou<br />

men het niet toetwisten, wanneer<br />

men het uit den boze acht, dat K<strong>atholieke</strong>n<br />

blijk geven van meningsverschil.<br />

Als zij zich naar buiten altijd<br />

onder alle omstandigheden één<br />

zouden moeten; tonen, bestond er<br />

geen doorslaande reden voor meer<br />

dan één landelijk Katholiek blad.<br />

Hoogstens dat daarvoor zo lang nog<br />

reden was als de toeschikking over<br />

het papier nog niet vrij is gekomen.<br />

Maar wanneer de kranten weer volop<br />

papier zullen kunnen geven, zal<br />

in één krant aan alle aspecten van<br />

het leven ruimschoots voldoende aandacht<br />

kunnen/ worden toeisteed. En<br />

dat de ene krant aan een bepaald<br />

aspect toch nog meer aandacht zou<br />

willen besteden, een andere aan datzelfde<br />

aspect juist minder, zou dat<br />

uit iets anders voortkomen dan uit<br />

een 'divergentie, die men zonder overdrijving"<br />

meningsverschil zou mogen<br />

noemen ?<br />

AAR, zullen velen opmerken, het<br />

M gaat om de manier, waarop men<br />

het meningsverschil tot uitdrukking<br />

torengt. Schrijver van boven geciteerde<br />

brief vindt „De Volkskrant"<br />

en „De Tijd" kijven als buurvrouwen.<br />

Zouden buurvrouwen nooit anders<br />

kijven, dan zou er aan meningsverschil<br />

tussen buurvrouwen nooit een<br />

politierechter te pas komen.<br />

Wij ontkennen, dat in de polemie-<br />

1


Een bisschop die het schrijven<br />

in het bloed zit<br />

Hij kan zelfs zijn bisschopsstaf<br />

niet uit de inktkoker houden'<br />

KATHOLIEKE journalisten hebben<br />

een collega in de bisschop van<br />

Fort Wayne — Mgr. John Noll —<br />

en het verhaal door Richard Grinder<br />

over hem in „St, Anthony Messenger"<br />

gegeven, is als een loflied op<br />

de journalistiek.<br />

Veertig jaar geleden waren de K<strong>atholieke</strong>n<br />

in de Ver. Staten ihet voorwerp<br />

van een felle bestrijding in pers<br />

en openbare vergadering, vooral de<br />

pers was meestal scherp antikatholiek<br />

en ze bestreken een geweldig<br />

terrein. Twee der ergste schandblaadjes<br />

hadden samien een oplaag<br />

van meer dan een millioen. En de<br />

K<strong>atholieke</strong>n hadden ongeveer niets<br />

om daar tegonover te plaatsen.<br />

Toen kwam ce jonge priester met<br />

de wapperende rode haardos naar<br />

voren. Father John Noll, bezocht<br />

vergaderingen, waar individuen die<br />

zien „ex^priester" noemden, maar<br />

toet niet waren, de Kerk beschimpten.<br />

Daar vroeg hij: steeds debat aan en<br />

zette de bedriegers: hopeloos voor<br />

dwaas, al werd hij: zelf soms naar<br />

buiten gedreven.<br />

In die tijd kwam. ihij tot inzicht<br />

dat öe pers het grote middel was, en<br />

nadat hij eenmaal in de ban van<br />

drukinkt en zetraam geraakt was,<br />

was hij er voor zijn verder leven aan<br />

verslaafd, zodat Grinder constateert:<br />

„Hij kan zelfs zijn bisschopsstaf niet<br />

uit de inktkoker houden".<br />

LS kapelaan te Hartford City in<br />

A<br />

Indiana begon Father Noll met<br />

een maandelijks parochieblaadje „The<br />

parish monthly" waar hij in korte<br />

artikeltjes de meest dwaze voorstellingen<br />

van andersdenkenden omtrent<br />

de k<strong>atholieke</strong> leer rechtzette.<br />

Hij deed^néér:<br />

Naast het defensieve gedeelte was<br />

er een offensief door de juiste formulering<br />

van de k<strong>atholieke</strong> begrippen<br />

en dat op een manier, die ouderen<br />

het hoofd deed schudden over „de<br />

vrolijk rondihuppelende apologeet".<br />

Ze voorspelden een voorspoedig overlijden<br />

van het blaadje.<br />

Het tegendeel gebeurde, „The<br />

ken, die de K<strong>atholieke</strong> bladep. onderling<br />

na de oorlog hebben gevoerd,<br />

anders dan bij hoge uitzondering de<br />

liefde voor elkander in gedrang is<br />

gekomen, die liefde, waaraan men<br />

ons moet kunnen herkennen. Pittigheid,<br />

ja, heftigheid in de polemiek<br />

behoeft met die liefde allerminst in<br />

strijd te zijn. Want pittigheid en heftigheid<br />

behoeven allerminst 'noodzakelijk<br />

kwetsend te zijn.<br />

2<br />

Monthly" maakte opgang. Pastoors,<br />

vooral, in de diaspora, vroegen honderden<br />

exemplaren tegelijk en op ëen<br />

goeie dag merkte Father Noll dat hij<br />

niet alleen hoofdredacteur maar ook<br />

uitgever diende te zijn.. Het persklaar<br />

maken van zijn blaadje werd<br />

een telkens terugkerend feest — alleen<br />

het was veel te klein en te mager<br />

en verscheen ééns per maand.<br />

In 1912 waagde hij de stap. „Our<br />

Sunday Visitor" verving het maandblad.<br />

Elke week zou het uitkomen.<br />

Het begon met een oplaag van 35.000,<br />

na een jaar was dit gestegen tot<br />

200.000, in 1914 wend de 400.000<br />

oyerschreden en in ill947 telde het<br />

725.000 abonné's.<br />

Dit is geschreven als troost<br />

voor hen, die als ridder van de<br />

drukpers, als nieuwsverzamelaars,<br />

inktslaven, schrijfmaniakken of<br />

hollende van redactiekamer naar<br />

rotatiepers baden in hun sweet en<br />

vaak gesmaad worden als lastige<br />

„persmuskieten".<br />

Die fenomenale groei bracht grote<br />

moeilijkheden, er waren helpers nodig,<br />

kantoren en persen. In Huntington<br />

verkeerde het plaatselijk katholiek<br />

dagblad in moeilijkheden, father<br />

Noll kwam dia situatie opnemen en<br />

na wat over en weer gepraat werd<br />

de koop gesloten. Het hele geval<br />

werd overgenomen en onder hoofdleiding<br />

van de Apostel-met-de-pen<br />

gingen dag- en weekblad' samen van<br />

de persen in Huntington.<br />

Krant en „Our Sunday Visitor"<br />

voeren er wel bij, zó, dat ook het<br />

krantenbureau imet de drukkerij veel<br />

te klein werden.<br />

ORT na 1920 is het enorme com­<br />

K plex gebouwd dat een halve<br />

straat in Huntington omvat en<br />

father Noll droomde er van hier<br />

voortaan te leven en i24 uur per etmaal<br />

zich aan het apostolaat van<br />

het geschreven woord te wijden.<br />

Maar er kwam een spelbreker in<br />

de vorm van zijn Kerkelijke overheid.<br />

In Mei 1925 verscheen de Apostolische<br />

iDelegaat in de drukkerij en<br />

kondigde aan dat father NolL door<br />

Z.H. de Paus was benoemd tot Bisschop<br />

van Fort Wayne.<br />

Een aardbeving had minder ontsteltenis<br />

kunnen brengen dan dit bericht.<br />

Redactie, drukkers en lezers<br />

vreesden dat ze voortaan hun grote<br />

stuwkracht zouden missen.<br />

Geen nood — Fort Wayne lag<br />

maar 35 mijlen van Huntington en<br />

er was ook nog een telefoon.<br />

Jaren lang legde Mgr. John Noll<br />

eens per week mijter en staf op zij<br />

en reisde naar zijn krantenbedrijf.<br />

Daar haastte hij zich van de bureaux<br />

naar de drukkerij'; eigenlijk dook hij<br />

op alle punten op, met zijn sigaar<br />

in de ene en een manuscript in de<br />

andere hand, terwijl hij soms op de<br />

onmogelijkste plaatsen neerstreek<br />

om nog wat te krabbelen, te corrigeren<br />

of te reviseren. (De wapperende<br />

rode haardos was nog even weerbarstig<br />

als in de jaren dat de drager<br />

ervan op vergaderingen debatteerde,<br />

en evenzeer als toen was het een<br />

signaal dat de loods aan boord was.<br />

Wanneer alles bedisseld was voor de<br />

komende week, opdrachten gegeven,<br />

gewenste medewerkers aangeschreven<br />

en als alles op veilig stond, waste<br />

hij' zijn handen, schoof de ring<br />

weer aan zijn vinger en keerde terug<br />

naar staf en mijter.<br />

Zijn krant werd gelezen in de meest<br />

vreemde en onverwachte milieu's:<br />

Joden, Vrijmetselaars, Mormonen en<br />

Presbyterianen lazen hem even<br />

trouw als de huisgenoten des geloofs.<br />

Ook „Our Sunday Visitor" had een<br />

machtige invloed meer in geestelijke<br />

zin; een missionaris vertelde dat vele<br />

families die in de afgelegen districten<br />

woonden en gedurende bijna een<br />

generatie van priesterlijke bediening<br />

verstoken waren, trouw bleven aan<br />

het geloof door „Our Sunday Visitor"<br />

— het was hun enig contact met de<br />

Kerk.<br />

U is Mgr. John Noll oud, ruim 73<br />

N<br />

jaar, maar het schrijven kan hij<br />

nog niet laten. Nog steeds zijn er op<br />

de bureaux te Huntington een paar<br />

vertrekken voor hem gereserveerd,<br />

waar hij op de meest onverwachte<br />

tijden binnenkomt om een hoofdartikel<br />

te schrijven, vragen te beantwoorden<br />

of drukproeven helpen corrigeren.<br />

Grinder vertelt nog van de ontzaglijk<br />

veel andere werken door de bisschop<br />

van Fort Wayne tot stand gebracht<br />

vooral op charitatief gebied,<br />

maar dat blijft hier buiten beschouwing.<br />

Ons doel was alleen, iets te<br />

vertellen over een groot journalist<br />

aan de andere zijde van de Oceaan-<br />

U. K. D.<br />

Hans Hermans naar Indonesië<br />

Collega Hans Hermans, secretaris<br />

van de minister-president is Zondag<br />

j.1. naar Indonesië vertrokken om<br />

in opdracht van de regering een coördinatie<br />

tot stand te brengen van de<br />

voorlichtingsdienst tussen Den Haag<br />

en Batavia. Verwacht wordt dat de<br />

heer Hermans tegen het einde van<br />

dit jaar naar Nederland zal terugkeren.


Dr. P. HEYMEIJER S. J. Vertrouwen op God alleen<br />

Bisschoppelijk Gemachtigde voor de<br />

Pers<br />

Het Hoogwaardig Episcopaat heeft<br />

patter dr. P. Heymeijer S.J. benoemd<br />

tot gemacMigde in alle aangelegenheden,<br />

die de k<strong>atholieke</strong> pers betreffen<br />

en verder tot geestelijk adviseur<br />

van de bestaande of nog op te richten<br />

organisaties op het gebied van het<br />

perswezen, zoals de Kath. Ned. Dagbladpers<br />

en de Kath. Ned. Journalistenkring.<br />

Voor wait de K.N.D.P. en het K.N.P.<br />

betreft: de nieuwe functionaris ' zal<br />

opvolger zijn van wijlen dr R. Nuy<br />

8.J. Verder zal hij in onze Kath. Ned.,<br />

Journalistenkring de taak van onze<br />

geestelijk raadsman, prof. dr. L. J.<br />

W. Smit, overnemen. Terwüle van de<br />

thans bereikte concentratie zal prof.<br />

Smit dus aftreden, hetgeen ons hoofdbestuur<br />

natuurlijk betreurt om de<br />

persoon van de functionaris. Dr. Heymeijer<br />

zal zich vestigen Buitenhof 5<br />

in Den Haag, waar het bureau van de<br />

K.N.D.P. is gevestigd.<br />

In ons December-nummer komt<br />

onze redactie op deze mutatie terug.<br />

Krant en Filmkeuring<br />

De film „Duel in de Zon" heeft<br />

redacties van verschillende dagbladen<br />

in het geweer geroepen. Zelfs is het<br />

woord „walgelijk" gevallen. Bovendien<br />

werd de volgende critiek geuit:<br />

„Wij .spreken dan nog niet eens'<br />

over het onbegrijpelijke feit, dat een<br />

Haagse K.F.C.-commissie deze film<br />

zonder restrictie toelaatbaar achtte<br />

voor personen boven 18 jaar. Het lijkt<br />

onbegonnen werk de gruwelijke in-.<br />

competentie van een deel der<br />

k<strong>atholieke</strong> Filmkeuringscommissies<br />

te blijven critiseren."<br />

Men vergist zich, als men zou aannemen,<br />

dat over gewichtige vraagstukken,<br />

welke de hoogste belangen<br />

van de k<strong>atholieke</strong>n als bevolkingsgroep<br />

raken, eenstemmigheid van<br />

mening in de hogere regionen bestaat.<br />

Er is veel verschil van mening, veel<br />

vrijheid van oordeel; — men kan<br />

zelfs met succes de stelling verdedigen,<br />

dat hier geen „katholiek tekort",<br />

maar eerder een „katholiek teveel"<br />

bestaat.<br />

Ten aanzien van de filmkeuring,<br />

met name wat geschikt en wat afgewezen<br />

moet worden, botsen de opvattingen<br />

nu al jaren op elkaar. En het<br />

is allerminst te verwachten, dat de<br />

naaste toekomst overbrugging van de<br />

tegenstellingen zal brengen. Ook<br />

weer dezer dagen vlogen de oude<br />

tegenvoeters Tijd en Maasbode elkaar<br />

in de haren over de zg. C-films, waarbij<br />

de een meende, dat precies het<br />

tegenovergestelde waar was van hetgeen<br />

de ander had beweerd.<br />

Op dit terrein plant het voorbijgaande<br />

misverstand, dat tot blijvend<br />

misverstand leidt, zich voort.<br />

IN een der oraties die de Kerk dezer dagen bidt, vraagt zij, dat Gods huis-<br />

* gezin (zij zelf m'.a.w.), „dat alleen steunt op de hoop der hemelse genade<br />

steeds door (zijn) bescherming moge verdedigd worden" (25ste Zondag na<br />

Pinksteren). Dit woord moet ons eens doen nadenken om zijn diepe betekenis<br />

en om zijn draagwijdte. De vraag is immers of wij kinderen der, Kerk, die<br />

gezindheid die zij zichzelf toekent, ook bezitten.<br />

Er is zeker geen christen, die niet op God vertrouwt; het hoort tot het<br />

wezen van het christendom zelf. En niemand zal willen bekennen dat hij<br />

zulks niet doet. God is machtig en goed, wie zou niet op Hem willen steunen .<br />

Maar er wordt nog meer gezegd. Het kleine woordje „alleen verandert de<br />

Za On God alleen vertrouwen, wordt van ons gevraagd. Dat is niet zo gemakkelijk<br />

Wij zijn zo geneigd God als een soort laatste reserve te gebruiken, Hem<br />

te bewaren voor de tijd dat het helemaal misgelopen is, en als wij, volstrekt<br />

geen andere uitkomst meer weten. Maar in stilte verlangen wij toch, dat het<br />

^IntLTen-Sen'S als basis van onze hoop er nog een hele reeks andere<br />

dingen op na. Men vertrouwt dan op eigen wijsheid en inzicht, op? slimheid<br />

en hstigheid eventueel; op zijn geld of zijn macht; op relaties van vrienden;<br />

op gezondheid of kracht; op zijn goed-gesternte of de samenloop der omstandigheden;<br />

of op de simpele verwachting, dat het nogal los zal lopen of<br />

op Tllfrlei maatregelen die men in zijn kortzichtigheid nieende te moeten<br />

nemen.<br />

E ondervinding heeft ons niet zelden geleerd, hoe wankel en ijdel derge­<br />

D<br />

lijke steunpunten zijn. Maar toch, het is zo moeilijk die alle op zij te<br />

zetten HelgXf, en eigenlijk reeds een redelijk inzicht, leren ons hoe goed<br />

en vooroïlig het is, gezifn Gods macht en de onmacht van de mens, om ons<br />

resoluut aal God toe te vertrouwen. Maar toch, het valt niet mee God alleen<br />

ah^ fundameufvan onze hoop te nemen. Het bevrijdt ons wel * waar van veel<br />

onrust en vrees, die achteraf nodeloos gebleken is, en toch zijn wij huiverig<br />

61 Hoe komt ditfkiet zelden omdat men eigenlijk allerlei verlangens en beo-eerten<br />

rzich voedt, die weinig of niets hebben uit te staan met het rijk<br />

Cod beeeerte naar rijkdom en aanzien der mensen, naar grote weelden en<br />

SeM^ngen naar een gemakkelijk en comfortabel leven, naar zingenot en<br />

verSoS Wanneer men met alle vezels van zijn wezen vastgehecht is<br />

aan de aafde, kan de geest zo moeilijk opstijgen tot God om zich m Hem<br />

all V e ervie V n e s b ÏÏfh n ebben vaak een te zwak geloof. Geloof is de fundamentele<br />

deu^d van de christen en gebrek aan deze deugd wreekt zich over de gehele<br />

Ïn. wfontkennen niet, dat God almachtig en goed is, maar 't leeft voo,* ons<br />

niet het ze*t ons zo weinig, wij betrekken het met op ons eigen leven en zo-<br />

^ende maakt het slechts een geringe indruk en wij blijven dus maar liefst<br />

bij "at ons onmTddeSaanspre g ekt e°n waarvan wij de hulp al wel ooit ondervonden<br />

hebben.<br />

NATUURLIJK moeten wij ons van het vertrouwen op God geen verwrongen<br />

N beeld vormen. Ook hier kan een moeilijkheid schuilen. Want het kan gebeuren<br />

dat w^ de karikatuur'van vertrouwen zo zeer verafschuwen, dat wij<br />

°°££ rg^er^ren P o e p n God niet gelijkstellen met een naïeve kortzichtige<br />

zorTetóosheid met onnadenkende oppervlakkigheid, met indolentie of traagzorgeloosnem<br />

me middelen het resultaat ons vanzelf m<br />

Echoot vairnTtiï ook niet hetzelfde als een minderwaardigheidscomplex<br />

of een gebrek aan zelfvertrouwen in zuiver natuurlijke dingen<br />

God wil dat wij de geëigende middelen aanwenaen en dat wij de Krachten<br />

die ffiiTus schonk ooi gebruiken. Wie niet zaait, zal niet maaien; wie zich<br />

n et insnant zaln mmer iets groots bereiken. Wie niet bereid is tot samenwerk^o?<br />

móet nietSen over povere resultaten. Met dat al is ook op deze<br />

terïnfn hei• Goasvertwuwen noodzakelijk, maar het sluit het gebruik der<br />

middelen mede in.<br />

DAARBUITEN is nog een groot gebied, waar wij met onze zuiver mense-<br />

O^itkó krachten weinig of niets tot stand kunnen brengen. Hier moeten de<br />

factoren van geduid en geloof, die in het vertrouwen zijn opgesloten meer tot<br />

h VoS'iTdTao op het gebied van het christelijk ^ * £ 2 E<br />

volkomen te kort schiet. Hier moeten en mogen wij v ^n God aües verwach<br />

ten, die onze verlangens vervult naar de mate der waarachtigheid en zuiver<br />

he God V s a ïenTd e e h s°taat ons ter beschikking, -niet alleen in de toekomst, maar nu<br />

on het eizen ogenblik. Wij moeten niet slechts de toekomstige genade afwaehten<br />

maafdevoorhandene gebruiken en met haar meewerkend doen wat nu<br />

nodisr is Wij moeten rustig en vastberaden werken waar wij staan wetend dat<br />

GÏd S onsnTet zal trlaten g tenzij wij zelf Hem in de steek ^en^En ook dan<br />

nog roept Hij ons terug tot zich door Zijn barmhartigheid. Dr. L., SMIT,


Typografische wansmaak Wist u dat...<br />

•T^OEN in 1945 wij bevrijd waren van de Duitse overheersing en uit onze<br />

* jarenlange afzondering werden verlost, was het een bijzondere belevenis,<br />

zoveel buitenlandse kranten weer te zien. Mij verheugde het dat de eerwaardige<br />

Times en de .eveneens journalistiek-voortreffelijke Manchester<br />

Guardian zichzelf in gehalte van inhoud maar ook in typografische uitvoering<br />

gelijk gebleven waren, aldus Robert Peereboom in „Haarlems Dagblad" van<br />

12 October. Al telden zij zoveel minder pagina's dan vroeger. Het verheugde<br />

mij des te meer toen ik de populaire Londense dagbladen terugzag. Want<br />

hun uiterlijk was min of meer schrikwekkend. In de jaren van afwezigheid<br />

van het vasteland bleek hun „opmaak", voor de oorlog al luidruchtig, tot<br />

een bepaald vervaarlijk koppen-gedrang te zijn uitgedijd. Zo vervaarlijk, dat<br />

de eigenlijke tekst van berichten, verslagen en beschouwingen erdoor scheen<br />

te worden verpletterd. Als staal van typografische wansmaak scheen het<br />

bovendien nauwelijks te evenaren.<br />

Dit met ongerustheid aanziend, ben ik er sindsdien zo'n beetje aan gewend<br />

geraakt. Er is geen verbetering in gekomen. De Londense volksbladen hebben<br />

trouwens hun weerga op het Continent gevonden. Niet alleen Frankrijk en<br />

België getuigen daar van. Onder de Parijse boulevardbladen zijn er zelfs, die<br />

hun 'Londense soortgenoten nog weten te overtreffen.<br />

R/TEiN kan deze verschijnselen pogen te verklaren door te zeggen: nu ja, dit<br />

"* zijn bladen die in wereldsteden verschijnen en van straatverkoop leven.<br />

De bezige moderne mens, voortgejaagd in het rennende leven dier bevolkingscentra<br />

met milïioenen inwoners, mist veelal de tijd om in bus of underground<br />

zijn krant nauwkeurig te lezen en daarom moet men hem wel in koppen over<br />

de hoofdzaken inlichten. Maar afdoende is deze verklaring niet. Die steden<br />

waren voor de oorlog ook al jachtige centra, evenals nu. Het is sindsdien<br />

nog veel erger geworden met de lawaaïigheid en oppervlakkigheid van hun<br />

volksbladen. Niet alteen wat het uiterlijk, maar meestal ook wat de inhoud<br />

betreft. En zekere gevolgen van dit verschijnsel, ofschoon minder opvallend<br />

en ook minder opzichtig, vallen bij enkele Nederlandse bladen waar te nemen.<br />

Sinds het begrip moderne propaganda zijn bedenkelijke erkenning, verworven<br />

heeft en zijn hoogtij in de wereld beleeft schijnt ook bij een aantal krantenmensen<br />

de gedachte te hebben postgevat, dat naarmate de maatschappelijke<br />

positie van de lezerskring bescheidener is, men deze — als zijnde „de massa"<br />

— met meer rumoer en meer oppervlakkigheid tegemoet dient te treden.<br />

Dit is een beleid dat niet opbouwend is en gebrek aan besef van verantwoordelijkheid<br />

toont. De overweging, die het kennelijk beheerst, is reeds als<br />

uitgangspunt verkeerd. Wij zijn er niet om een product, te leveren, dat het<br />

publiek zo gedwee mogelijk slikt en dat poogt af te dalen naar zijn veronderstelde<br />

peil, maar om voor te lichten en op te bouwen. De kranten zijn er,<br />

zoals ik als motto voorin mijn onlangs verschenen boekje „Het Dagblad"<br />

heb gezegd, om de mensen te helpen. Dat verwachten zij ervan en daar<br />

hebben zij m.i. recht op. Dat bv. de Londense volksbladen zover tekort schieten<br />

in hun voorlichting omtrent het buitenland en de internationale vraagstukken<br />

en onnoodig veel ruimte geven aan wedderijen en sensationele strafzaken is<br />

een groot gebrek en kenmerkt ze als- kranten, die in. 'hun taak falen.<br />

rVE WERELD na een oorlog toont vele vreemde en onrustbarende verschijn*<br />

*^ selen. Dit verschijnsel is vooroorlogs, maar verergerd. Ik ben er niet te<br />

somber over gestemd, omdat het naar mijn mening zijn ondergang tegemoet<br />

gaat. Het lezers-publiek zelf begint een steeds duidelijker voorkeur voor<br />

kranten met beter inhoud en soberder — tevens fraaier — uitvoering te<br />

tonen. Dat is ook in Engeland gebleken door de regelmatige grote stijging<br />

van de lezerstallen der z.g. „class-papers". Als iemand een beperkte opleiding<br />

heeft gehad is hij er als regel op uit, zijn' kennis en begrip te vergroten.<br />

Daarbij moet zijn dagelijkse lectuur, de krant, hem helpen. Hij zal gaarne<br />

lezen omtrent onderwerpen, die buiten de dagelijkse sfeer van zijn denken<br />

liggen, als zij op heldere en begrijpelijke wijze worden opgediend. Hij begeert<br />

daarbij evenmin geweldige koppen als gezwollen taal.<br />

Er komt bij dat men door al dit rumoer de wezenlijke betekenis ook vanhet<br />

eenvoudige nieuwsbericht verzwakt inplaats van versterkt. Evenals een<br />

schrijver, die veel uitroeptekens, bijvoeglijke naamwoorden en krasse termen<br />

gebruikt, de uitwerking van zijn betoog verzwakt instede van het te versterken.<br />

Het heeft een verdovend, geen overtuigend effect.<br />

Het begrip „de massa" zit onze tijd dwars. Velen begrijpen er weinig van<br />

en hebben zelfs nog niet ontdekt dat duizenden mensen, die ieder afzonderlijk<br />

hun krant zitten te lezen, even zovele persoonlijkheden zijn en niet een<br />

menigte op een plein of in een stadion. Zij beseffen blijkbaar evenmin dat de<br />

lijn van begrip, intelligentie en 'belangstelling geenszins evenwijdig loopt met<br />

die van welstand en op menig punt evenmin met die van school-opleiding.<br />

De toekomst zal wel verandering brengen in opvattingen, die zich niet<br />

alleen bij sommige kranten maar ook — dikwijls sterker — op ander gebied,<br />

zoals dat van bioscoop en radio, voordoen. In deze tijd vormen zij een nadeel<br />

en een rem.<br />

4<br />

= het op 18 October precies een<br />

kwart-eeuw geleden was dat J. C.<br />

Weeraat bij de N.R.C, kwam?<br />

= hij vele gelukwensen heeft ontvangen,<br />

waarbij wij gaarne de onze<br />

voegen ?<br />

= zoals ,,de Waarheid" het uitdrukt:<br />

generaal de Gaulle zich meester heeft<br />

gemaakt van het Parijse dagblad<br />

Franc-Tireur en 25 redacteuren het<br />

blad hebben verlaten?<br />

= daarentegen J. H. Ritman, van de<br />

Voorlichtingsdienst in Batavia in<br />

Manilla de pers heeft ontsmet?<br />

= de Nieuwe Haagse Courant meedeelt<br />

dat de perszuivering op O. K.<br />

en W. niet meer ressorteert onder<br />

„Pers" (dr. C. Beekenkamp) doch<br />

onder Kabinet en Algemene Zaken<br />

(mr. J. Schölvinck) ?<br />

= in verband met schriftelijke vragen<br />

van het Tweede Kamerlid Burger<br />

minister Rutten medegedeeld heeft,<br />

dat de uitspraken van de commissie<br />

voor de perszuivering worden ten<br />

uitvoer gelegd door mededeling aan<br />

degenen, op wie de uitspraken betrekking<br />

hebben en door mededeling aan<br />

de officier van justitie van de arrondissementsrechtbank<br />

binnen welker<br />

ressort, de betrokkene zijn functie<br />

uitoefent of laatstelijk uitoefende?<br />

= de minister het onnodig acht om,<br />

wanneer de tenuitvoerlegging eenmaal<br />

geschied is, maatregelen te<br />

nemen „als waarborg voor de toekomst<br />

tot tenuitvoerlegging." en de<br />

minister voorts opmerkt: „Wel is die<br />

waarborg aanwezig voor wat betreft<br />

de naleving van de uitspraken der<br />

commissie voor de perszuivering.<br />

Zulks regardeert immers de officier<br />

van justitie, die hierboven werd aangeduid.<br />

Bovendien is nog een ambtenaar<br />

van het ministerie van Onderwijs,<br />

Kunsten en Wetenschappen met<br />

controle belast. Bij vermoeden van<br />

overtreding verwittigt hij de betrokken<br />

officier van justitie" ?<br />

=- mevrouw Blaauw—De Ridder,<br />

vroeger chef-redactrice van De Nederlander,<br />

niet meer bij dit blad<br />

werkzaam is?<br />

= de heer H. Lamme is afgetreden<br />

als voorzitter van de Nederlandse<br />

Vereniging van Fotojournalisten en<br />

dat in de algemene vergadering dezer<br />

vereniging, welke 2 October* te Amsterdam<br />

werd gehouden, de heer S.<br />

Presser tot voorzitter gekozen is?<br />

En hebt u, nu u dit weet, het gevoel<br />

een opgeluchter, bevrijder mens te<br />

zijn?<br />

Intern. Unie Kath. Persbureaux<br />

Tot secretaris-generaal van de<br />

Internationale Unie van K<strong>atholieke</strong><br />

Persbureaux (Inkap) is benoemd coll.<br />

H. Kemna, hoofdredacteur van het<br />

Katholiek Nederlands Persbureau in<br />

Den Haag.


Instituut voor k<strong>atholieke</strong> journalistiek<br />

Op weg naar de vreugden van een krantenschrijver<br />

De promotor mgr. prof. dr. R. R. Post temidden van de rector-magnificus<br />

prof mr J. Jurgens, de voorzitter vam het Curatorium Leo Hanekroot, de<br />

lector in de dagbladwetenschap Hans Hermans en de directeur van het<br />

Instituut Jan Nieuwenhuis.<br />

N ADAT reeds1 een aantal maanden<br />

Nijmegen de eerste studenten<br />

voor de opleiding tot katholiek<br />

journalist zag komen, is '23 October<br />

j.1. met enige plechtigheid het'Instituut<br />

voor - de K<strong>atholieke</strong> Journalistiek<br />

aan de K<strong>atholieke</strong> universiteit<br />

geopend. Deze opening geschiedde in<br />

het gebouw Stella Maris en werd<br />

verricht door coll. Leo Hanekroot,<br />

voorzitter van het curatorium van<br />

het instituut en tevens voorzitter<br />

van de K.N.J.K.<br />

Over het werk van docenten en<br />

.studenten was tevoren God's zegen<br />

afgeroepen in eeni door Mgr. Prof.<br />

Dr. R. R. Post, lid van het curatorium<br />

van het instituut, in de kapel<br />

aam de /Van Oldenbameveldstraat<br />

opgedragen H. Mis.<br />

In Stella Maris verzamelden zich<br />

tal van autoriteiten om de plechtige<br />

opening van het instituut bij te wonen.<br />

Er waren o.a. dr. C. Beekenkamp,<br />

namens de minister van Onderwijs,<br />

de heer A. M. Reinalda, voorzitter<br />

van de Persraad en commisisaris<br />

van de Koningin in de provincie<br />

Utrecht, dJe heer G. Bodewes,<br />

voorzitter van de Kath. Ned. Dagbladpers<br />

en vice-voorzitter van de<br />

Ned. Dagbladpers, en het bestuurslid<br />

C. Dosker, mr. W. Veenhoven, secretaris<br />

van de NJD.P., de. rector-magnificus<br />

van de R.K. Universiteit prof.<br />

mr. J. Jurgens met de hoogleraren<br />

Van Welie, Bellon, Petit, Duynstee<br />

en verder enige dtooenltent, mr. F.<br />

Haan namens het curatorium van de<br />

R.K. Universiteit, de burgemeester<br />

van Nijmegen, mr. Hustinx, prof. dr.<br />

K. Baschwitz, hoogleraar in de dagbladwetenschap<br />

aan de Gem. Universiteit<br />

te Amsterdam, dr. Bonaventura<br />

Kruitwagen 0,'F.M., het voltallig<br />

curatorium van het te openen<br />

instituut, coll. J. Bruna en A. van<br />

Oorschot leden van het dag. bestuur<br />

K.N.J.K., mr. A. E. van Rantwijk<br />

secretaris Fed. Ned. journalisten, de<br />

heer J. Schaars voorzitter Kath.<br />

Nïeuwsbladpers, mr. Drost secretaris<br />

van de Notu, hoofdredacteuren en directeuren<br />

van 1 K<strong>atholieke</strong>n: dagbladen.<br />

Onder de vele andere genodigden<br />

waren ook de ongeveer 25 dames en<br />

heren studenten,<br />

nalistiek lopen,<br />

bezoeken.<br />

üie colleges jourof<br />

het Instituut<br />

De voorzitter van de Curatoriumkring,<br />

wees er in zijn openingswoord<br />

op, dat er enige weifeling bestaat in<br />

journalistieke kringen inzake het<br />

noodzakelijke van een opleiding tot<br />

lid van het gilde. Moeilijkheden<br />

echter zijn er om loverwonnen te<br />

worden. De journalistiek, aldus spr.,<br />

is inderdaad eeni vak, dat geleerd<br />

moet worden. De journalistiek is ook<br />

een kunst, levend hij de gratie van<br />

het talent. Hen kunst, die echter<br />

evenzeer de gratie van de vakkennis<br />

nodig heeft. De journalistiek is niet<br />

uitsluitend te leren in de leerschool<br />

van het leven. Dit vasthouden is een<br />

miskenning van de waardigheid van<br />

het vak. De improvisatie is weliswaar<br />

een der aantrekkelijkste eigenschappen<br />

van de journalistiek, maar<br />

niettemin moet die vaardigheid in<br />

het domein der journalistiek gefundeerd<br />

zijn op ontwikkeling en universele,<br />

bijna encyclopaedische kennis.<br />

Spr. ging de 'betekenis van de<br />

opleiding na, welke hij zeide niet<br />

voor genieën te bestemmen, doch wel<br />

voor talenten, die zich hun taak<br />

waardig willen maken. Hij releveerde<br />

de wordingsgeschiedenis en noemde<br />

deze bijzonder kort en rooskleurig.<br />

Met de wens, dat de Grote meester<br />

de werkzaamheden van docenten en<br />

studenten. Zijn Zegen zou schenken,<br />

verklaarde hij het instituut voor geopend.<br />

De rector-magnificus, prof. Jurgens,<br />

sprak namens de Universiteit<br />

er zijn vreugde over uit, de doop van<br />

het instituut te hebben mogen meemaken<br />

en hij wees op de k<strong>atholieke</strong><br />

geest, die het borelingske vergezelt.<br />

Spr. bracht dank aan hen, die hun<br />

krachten aa)n cje tot standkoming<br />

gaven/ en met een opwekkend woord<br />

van welkom aan het instituut besloot<br />

de rector zijn woorden.<br />

Voor de K.N.D.P. en de N.D.P.<br />

sprak de heer Bodewes er zijn vreug-<br />

Tijdens de openingsrede van Leo Haxnekroot kon onze fotograaf slechts een<br />

klem deel van het gehoor bereiken. V.Ln.r.: prof. Jurgens, collega Schraver<br />

vm de N.J.K., prof. Duynstee, mr Drost en mr Veenhoven resp. secretarts:<br />

van Notu en N.D.P., de hei-en Bodewes en Schaars resp. voorzitter van K.N DP.<br />

en KNNP., de collegae Vam, Oorschot en Bruna, dag. bestuur KJV.J.K.<br />

5


Ook de journalist leze zijn krant<br />

Niet langer „vlot maar oppervlakkig"<br />

P"N, majoor, hoe schrijf je nu eigenlijk Chassé?" vroeg de jonge collega<br />

W aan het einde van een persbezoek aan onze gastheer, toen we op het<br />

punt stonden de kazerne te verlaten, die de naam droeg van de held van<br />

Antwerpen's citadel.<br />

Laten we nu niet gaan beschrijven, dat die majoor even grote ogen opzette<br />

als een drie kwartier tevoren, toen dezelfde collega ten aanschouwen en ten<br />

aanhore van een peloton reeruten in hun eetzaal — waar ook de pers die<br />

dag de substantiële so§aateri-menage genoot — in afwachting van het opdienen<br />

zijn bord omkeerde en met vork en mes er een roffel op ging slaan,<br />

klaarblijkelijk meer onder invloed van het milieu dan van de zorgvuldigheid<br />

van zijn opvoeding.<br />

DEIDE feiten liggen in (het verleng-<br />

*-* de van elkaar. Zij openbaren op<br />

zijn zachtst gezegd een gebrek aan<br />

terughoudendheid, dat niet zelden<br />

voor de gastheer even pijnlijke vormen<br />

aanneemt als voor de collegae<br />

in wier midden domiheden als deze<br />


Dr. R. Nuy S.J.<br />

IN MEMORIAM<br />

ET de dood van pater dr. R.<br />

M Nuy S.J. heeft de Nederlandse<br />

provincie der Jezuïeten en met haar<br />

geheel katholiek Nederland een uitzonderlijk<br />

groot verlies geleden.<br />

Wanneer gevraagd wordt in een<br />

kort bestek deze veelzijdige persoonlijkheid<br />

te herdenken, dan blijkt eerst<br />

hoe moeilijk het is de vele kwaliteiten<br />

van deze uiterst actieve en werkzame<br />

priester te schetsen: pater<br />

Nuy, de Jezuïet, de theoloog en professor<br />

in de philosophic, de geleerde<br />

met practische kijk op de eigentijdse<br />

problemen, de ijveraar voor de k<strong>atholieke</strong><br />

pers, de leider der retraiten,<br />

de begaafde spreker, de priester<br />

en zielzorger.<br />

NDANKS zijn dikwijls overstel­<br />

O pende werkzaamheden dreef<br />

deze liefde voor de zielen hem er<br />

toe, tijdens de weekeinden zijn vele<br />

clubs voor godsdienstige kernvorming<br />

aan te houden, die hij had in<br />

verschillende steden, vooral in het<br />

Zuiden des lands. Maar dit verhinderde<br />

hem niet des. Maandagsmorgens<br />

na meditatie en H. Mis in alle<br />

vroegte en na leen lange treinreis<br />

weer om half negen op het bureau<br />

van de K<strong>atholieke</strong> Nederlandse Dagbladpers<br />

en het Katholiek Nederlands<br />

Persbureau aanwezig te zijn.<br />

Deze liefde voor de zielen ging bij<br />

pater Nuy gepaard met grote scherpzinnigheid<br />

en mensenkennis. Ook<br />

voor tal van practische problemen<br />

kwamen velen hem raadplegen om<br />

zijn scherp inzicht en juist geformuleerde<br />

oordelen. Hij bezat een ruime<br />

blik en was zeker niet eng van opvatting.<br />

AARNAAST was hij uitermate<br />

D principieel. Zijn ideeën waren<br />

zeer geprononceerd en in menig opzicht<br />

was hij daarmede zijn tijd ver<br />

vooruit. Menigeen, die meende progressief<br />

te zijn, kwam na 'n gesprek<br />

met hem tot de conclusie, dat pater<br />

Nuy ultra-progressief was. Deze<br />

apostolische priester was geen voorstander<br />

van het isolement en van het<br />

in veilige hoekjes en kastjes opgesloten<br />

houden der k<strong>atholieke</strong>n. Maar<br />

bij zijn contact met andersdenkenden<br />

begon hij met het beginsel scherp te<br />

omlijnen en de principiële verschillen<br />

klaar en duidelijk uiteen te zetten,<br />

om zo de toenadering, waar deze<br />

te verwezenlijken was zonder prijsgeving<br />

van het beginsel, mogelijk Je<br />

maken. En bij dit alles was hij een<br />

man van wijze voorzichtigheid en<br />

van opvallende gehoorzaamheid aan<br />

het gezag.<br />

r\EZE priester, die door zijn goed-<br />

*J-moedig uiterlijk zeker niet de<br />

indruk wekte van een asceet, bleek<br />

bij nadere beschouwing een man van<br />

diepe en gezonde vroomheid en van<br />

een weinig geëvenaarde Werklust.<br />

Hij heeft van de korte levensspanne,<br />

die hem toebedacht was, alle mogelijkheden<br />

tot apostolaat uitgebuit en<br />

daardoor in kortere tijd meer dan<br />

«anderen tot stand gebracht. Juist<br />

deze levenskunst en levenslust maakten<br />

hem onbevreesd voor. de dood.<br />

Nog in zijn laatste ziekte verlangde<br />

hij niet te sterven maar te werken<br />

en gaf hij nog graag zijn adviezen.<br />

Maar toch heeft hij, zoals bleek<br />

uit een van zijn laatste gesprekken,<br />

toen hij voor zichzelf het einde onafwendbaar<br />

wist, de dood rustig en<br />

vol overgave in de ogen geschouwd.<br />

Hij had gewerkt zolang het dag was.<br />

totdat de nacht kwam, waarin niemand<br />

meer werken kan. Gelukkig<br />

die, als hij, de duisternis niet behoeft<br />

te vrezen, omdat zijn lampen<br />

gevuld zijn. H. K.<br />

Met toestemming van het hoogwaardig<br />

Episcopaat was de hele<br />

werkkracht van dr. Nuy ter beschikking<br />

gesteld van de Kath. Dagbladpers.<br />

Als geestelijk raadsman stond<br />

hij ons met raad en daad ter zijde,<br />

om de ideële eisen, die aan de K<strong>atholieke</strong><br />

Dagbladpers, behoren te worden<br />

gesteld, te onderzoeken, vast te leggen<br />

en te doen uitvoeren en nakomen.<br />

In de bestuursvergaderingen en in<br />

de ledenbijeenkomsten voelden wij<br />

ons steeds gesticht door de wijze,<br />

waarop hij zijn mening over de aanhangige<br />

vraagstukken deed kennen<br />

en ons onze plicht Ideed gevoelen.<br />

Ook aan het Katholiek Nederlands<br />

Persbureau, een instelling van de<br />

K<strong>atholieke</strong> Dagbladpers, gaf hij zijn<br />

volle werkkracht.<br />

Hij was voor ons ook de grote<br />

stuwkracht om via de commissie<br />

van samenwerking, de in de organisatie<br />

van de K<strong>atholieke</strong> Dagbladpers<br />

vastgestelde richtlijnen ingang<br />

te doen vinden bij andere k<strong>atholieke</strong><br />

persorganen als nieuwspers, opiniepers<br />

en tijdschriften.<br />

Hij was ook een groot voorstander<br />

van een nauwe samenwerking<br />

met de K<strong>atholieke</strong> Nederl. Journalistenkring,<br />

waardoor in belangrijke<br />

aangelegenheden een gemeenschappelijk<br />

standpunt kon worden bepaald.<br />

G. H. J. B. BODEWES,<br />

Voorzitter Kath. Ned. Dagbladpers<br />

Max van Poll<br />

ET Max van Poll is een merk­<br />

M waardige verschijning 'in de journalistiek<br />

heengegaan. Hij vertegenwoordigde<br />

een stijl apart. Het zou<br />

niet goed zijn, als het katholiekjournalistieke<br />

huis slechts met personen<br />

als hij bevolkt was, maar zonder<br />

hem zou de geschiedenis van<br />

onze journalistiek een grote figuur<br />

gemist hebben. Bizonder sterk leefde<br />

in hem het besef van een roeping. De<br />

roeping van een voortrekker en een<br />

profeet, om dit wat te grote woord<br />

te gebruiken.<br />

Hij schuwde het rustig wandelen<br />

langs veel-betreden paden, doch had<br />

belangstelling voor het geestelijk<br />

avontuur met een onwrikbare k<strong>atholieke</strong><br />

levensovertuiging tot uitgangspunt.<br />

Er is wel eens meewarig het<br />

hoofd geschud, als deze autodidact<br />

zich waagde aan het propageren van<br />

stoutmoedige denkbeelden op het gebied<br />

van sociale en politieke hervormingen.<br />

Het was in de dagen, dat<br />

men nog voorzichtigjes onderscheid<br />

maakte tussen kapitalisme met en<br />

zonder aanhalingstekens, dat velen de<br />

sociale politiek voltooid achtten met<br />

een achturendag en een stel verzekeringswetten<br />

zonder begrip voor de<br />

noodzaak van een grondige structuurverandering.<br />

Dat Max van Poll<br />

aan de andere kant wel eens te ver<br />

doorschoot, had hij met iedere voortrekker<br />

gemeen.<br />

Hij was in ieder geval een bezieler<br />

en een leven-wekker, die door de jongeren<br />

van na de eerste wereldoorlog<br />

op zijn terrein gaarne als een leidsman<br />

werd aanvaard. In de Nieuwe<br />

Eeuw dier dagen wist hij met Pieter<br />

van der Meer, Jos van Wel en Kropman<br />

een zo nieuw en eigen geluid<br />

voor te dragen, dat er door de jongeren<br />

iedere week met geestdrift naar<br />

het blad werd gegrepen, terwijl ook<br />

vele ouderen er zich gretig aan verwarmden<br />

of ergerden.<br />

AX VAN POLL zScht de popula­<br />

M riteit niet. Hij had een overtuigihgsmoed,<br />

die niet week voor het<br />

vooruitzicht van hartstochtelijke<br />

tegenspraak, evenmin voor dat van<br />

materiële moeilijkheden voor zich en<br />

zijn gezin. Hij is vooral in dit opzicht<br />

een voorbeeld, hoezeer de vormen en<br />

stijlen in de journalistiek ook met de<br />

jaren mogen evolueren. Hij was een<br />

hartelijke vriend en compagnon voor<br />

aankomende journalisten en jongere<br />

collega's. Hij troonde niet als een<br />

ongenaakbare in een apart vertrek,<br />

maar maakte van een- redactie een<br />

„republiek van kameraden". Zijn<br />

gastvrij huis stond steeds open en de<br />

uren, aan zijn haard doorgebracht,<br />

met ernstige en joviale gesprekken<br />

met spel en scherts, behoren tot de<br />

aangenaamste levensherinneringen.<br />

Wat bovenal echter een diepe indruk<br />

maakte in de omgang met Max van<br />

Poll, was zijn hecht k<strong>atholieke</strong><br />

levensovertuiging, die zich zo wonderwel<br />

verdroeg met zijn echt-Brabantse<br />

levensblijheid. Hij was een<br />

gave mens, waarop de journalistenstand<br />

trots mag gaan.<br />

IN dit blad willen we niet uitweiden<br />

over Van Poll als politicus. Daar<br />

kan ieder zo zijn eigen mening over<br />

hebben, al staat vast, dat dit deel van<br />

zijn levenstaak ook gedragen werd<br />

door de nobelste vaderlandse en k<strong>atholieke</strong><br />

gevoelens. Velen hebben op<br />

een grijze Octoberdag aan zijn<br />

graf op het St. Catharinakerkhof te<br />

Eindhoven gestaan met een hart vol<br />

droefheid maar ook vol dankbaarheid.<br />

J. B.<br />

7


Hanteren we schaar en lijmpot<br />

niet te veel?<br />

Creatief werk geeft meer voldoening<br />

ALS de grote „men", die ons publiek is, 'geringschattend over het edele<br />

*» ambacht, dat onze broodwinning is, spreekt, dan komen schaar en lijmpot<br />

daaraan te pas, zijnde onmisbare attributen voor hen, die een krant plegen<br />

te vullen. En inderdaad, zelfs de beste journalist kan het maar bezwaarlijk<br />

stellen zonder schaar; de lijmpot kan de grootste onder ons van nut zijn.<br />

Overigens behoeft men zich van de publieke ondeskundigheid natuurlijk niet<br />

alles aan te trekken. Men kan er mee doen zoals Sint Paulus deed met scheldende<br />

vrouwen: men gaat ze achteloos voorbij.<br />

N toch — dit verhaal zou reeds<br />

E ten einde zijn, zo er geen,„en<br />

toch" volgde — meen ik, dat het<br />

g"oed is, zich van tijd tot tijd te realiseren<br />

of wij inderdaad schaar en<br />

lijmpot niet te veel hanteren, of wij<br />

m.a.w. niet te klakkeloos accepteren<br />

hetg-een 1 telex en A.P.dienst —i om<br />

d!e belangrijkste te noemen — ons<br />

ter publicatie voorzetten. Het moest<br />

eigenlijk zo zijn, dat de nog steeds<br />

nijpende plaatsruimte, die bij elke<br />

krant zwaar gevoeld wordt, ons allen<br />

noopte tot het volledig bewerken<br />

van alles wat ons per telexrol of anderszins<br />

bereikt. Herschrijvende en<br />

tegelijk comprimerende zou men van<br />

zijn nieuws een beknopte hoeveelheid<br />

aantrekkelijke leesstof kunnen maken.<br />

Het euvel der gelijkvormigheid der<br />

bladen, zo gehekeld in bezettingstijd,<br />

zou daardoor ondervangen worden.<br />

Deze voor de hand liggende werkzaamheid<br />

wordt echter lang niet<br />

overal gevolgd.<br />

Wie dagelijks een groot aantal Nederlandse<br />

dagbladen — landelijke<br />

zowel als regionale —i doorneemt,<br />

komt tot de conclusie dat al te veel<br />

nieuws achteloos van bepaalde<br />

nieuwsbronnen aanvaard wordt en al<br />

dan niet van een andere kop voorzien<br />

de krant in gaat.<br />

0 e .<br />

loft 0 *<br />

fltl)*<br />

van den<br />

P' Dag<br />

UU HUURDE ZIJN KLEEOING BIJ:<br />

Gebr.Lokhoff<br />

GERARD DOUSTRAAT 88<br />

AMSTERDAM ZUID<br />

TROUW-. ROUW- EN<br />

AVONDKLEEDING<br />

8<br />

Afgezien van het feit, dat bewerkte<br />

kopij altijd groter aantrekkelijkheid<br />

heeft, dat herschrijven van<br />

telexnieuws de journalist meer voldoening<br />

moet geven dan het publiceren<br />

van door anderen geredigeerde<br />

berichten en „verhalen", is er ook<br />

nog het gevaar voor K<strong>atholieke</strong> bladen],<br />

dat men de neutraliteit van het<br />

ANP en de vaak zeer sterk partijdige<br />

oriëntatie van 1 buitenlandse persbureaux<br />

zonder meer plaaCsruimte<br />

verleent in een blad, dat een bepaalde<br />

levenshouding als basis heeft.<br />

ITET is nog niet zo gek lang ge-<br />

** leden dat een onzer grote bladen<br />

een foto plaatste — wij menen dat<br />

het een matrijs van (PasJ-fHolland<br />

was — waarop te zi#n was, dat zustertjes<br />

hun eeuwige gelofte aflegden<br />

in handen van een bisschop. Het onderschrift<br />

vermeldde „de wijding"<br />

dezer zusters en het bewuste blad<br />

nam dat precies zo over.<br />

Voorbeeld van recenter datum is<br />

het bericht over de slechte uitslag<br />

der eindexamens aan middelbare<br />

scholen in het Zuiden des lands.<br />

Meerdere bladen [zijn hier ingetippeld,<br />

hetgeen beslist niet het geval<br />

zou zijn igeweest, als de betreffende<br />

kopij herschreven em (het kan bijna<br />

•niet anders) geestelijk eigendom van<br />

de herschrijvende journalist zou zijn<br />

geworden.<br />

Derde voorbeeld: er kwam een bericht<br />

over spionnage, gepleegd door<br />

priesters in China. Het bericht heeft<br />

in zeer vele bladen .gestaan. Men<br />

noemde de bron (Reuter) wel, maar<br />

gaf zich verder niet de moeite, het<br />

publiek in te lichten over de instelling<br />

van het Reuter-aigentschap in<br />

het door de communisten bezette<br />

deel van China. De grote massa<br />

leest wel over het feit der spionnage,<br />

maar denkt er geen ogenblik bij, dat<br />

het bericht van Reuter komt en dus<br />

met het nodige zout genomen moet<br />

worden. Ditzelfde geldt voor wat<br />

Antara over Nederland vertelt en<br />

wat Tass te zeggen! heeft over de<br />

ontwikkeling van Berlijn.<br />

Men vergeet te veel, dat al deze<br />

onnadenkend overgenomen berichten<br />

dan toch maar in k<strong>atholieke</strong> bladen<br />

komen te staan en dat ons volk een<br />

krantenbericht gelooft, enkel en<br />

alleen „omdat het in de krant gestaan<br />

heeft".<br />

Merkwaardige figuren<br />

onder de U.N.O.-journalisten<br />

IE in .«het paleis de Chaillot<br />

W ronddoolt, zal daar bij alle<br />

journalistieke oploopjes zo goed<br />

als in alle stille hoekjes dezelfde<br />

oude dame tegenkomen, altijd<br />

babbelend of spiedend, aldus de<br />

Parijse correspondent van de<br />

Volkskrant. Hoeden af, het is madame<br />

Genevieve Tabouis, iets<br />

frêler en iets grijzer nog dan bij<br />

de Vredesconferentie, nu twee jaar<br />

geleden, maar toch maar weer<br />

present. Cynische collega's schrijven<br />

de tweede wereldoorlog voor<br />

een groot deel aan haar onbegrensde<br />

fantasie toe. Zat ze, vóór<br />

1939 om zo te zeggen niet onder<br />

alle (geheime) conferentietafels<br />

mee te luisteren, of het nu tussen<br />

de laarzen van brullende dictatoren<br />

was, of naast de druipende<br />

paraplüie van Chamberlain? „Om<br />

14 uur 32 sloeg Hitler woedend op<br />

tafel en kon Mussolini alleen maar<br />

„Si, Pührer mio" zeggen", enzovoorts.<br />

Na zulke onthullingen<br />

kwamen steevast de kanselarijen<br />

van half Europa in beweging. Nu<br />

werkt ze voor de Parijse „Aurore".<br />

Haar onthullingen zijn niet meer<br />

zo sensationeel. Radio Tass, die in<br />

de perswijk van het Palais — achter<br />

een altijd gesloten deur — aanwezig<br />

is, maait haar alles voor de<br />

voeten weg En wie is die journalist,<br />

in vredesnaam, die iedere<br />

dag rustig binnenkomt, zijn „walkie-talkie"<br />

omdoet en dan Ja,<br />

wat er dan gebeurt! Iedere minuut,<br />

of als hij minder in vorm is, om<br />

de twee minuten, borrelt er ergens<br />

uit zijn lichaam een geluid op, dat<br />

aan, een kwakende eend doet denken.<br />

Een schel, afgrijselijk geluid.<br />

De U.N.O.-politie heeft de man<br />

discreet onder de loupe genomen.<br />

Maar zij kan niet ingrijpen. Deze<br />

man kwaakt niet opzettelijk. Hij<br />

heeft nu eenmaal die „tik". Geen<br />

artikel in het Handvest, dat menselijke<br />

eenden uit de vergaderingen<br />

der Verenigde Volken uitsluit.<br />

EN hoofdredacteur noemde on­<br />

E langs de reportage de schoonste<br />

vorm van journalistiek, omdat daarin<br />

het creatieve werk het meeste tot<br />

zijn recht komt. Met alle waardering<br />

voor deze opmerking, .meen ik te mogen<br />

zeggen, dat ook de rubrieken<br />

binnen- en buitenland ruimte genoeg<br />

overlaten voor creatief werk, mits<br />

men zich* voldoende abstraheert van<br />

zijn nieuwsbronnen, mits men deze<br />

bronnen alleen als zodanig en nie t<br />

als leveranciers van persklare kopij<br />

beschouwt. Weliswaar dient het gemak<br />

de mens, maar of de (gemakzucht<br />

'hier de journalistiek, zeer bijzonder<br />

dei k<strong>atholieke</strong> journalistiek<br />

dient, is een andere vraag. Ter overweging.<br />

HENRI KERKHOFFS.


Wat ons<br />

25 JAAR GELEDEN<br />

bezig hield<br />

• In een rapport over de medezeggenschap<br />

van aandeelhouders ener<br />

vennootschap bij de samenstelling van<br />

een door haar uitgegeven katholiek<br />

dagblad, komt de volgende stelling<br />

voor: een katholiek blad behoort wegens<br />

zijn ideëel karakter en doel niet<br />

in de eerste en voornaamste plaats<br />

het maken van winst te beogen. Men<br />

ziet: de gedachte is niet nieuw!<br />

9 De inschrijving werd geopend<br />

van een 7 procent lening, groot 8 millioen<br />

pond voor de Daily Mail, tegen<br />

de koers van 99 procent. Nauwelijks<br />

geopend, moest de inschrijving worden<br />

gesloten, wegens overtekening.<br />

En tegenwoordig overweegt men een<br />

puzzle-actie om noodlijdende k<strong>atholieke</strong><br />

dagbladen op de been te houden.<br />

• Bij de Bank of British West-<br />

Africa geldt een systeem van winstverdeling,<br />

waarbij elk lid van het personeel<br />

over zijn salaris voor eenzelfde<br />

dividend wordt gecrediteerd, als aandeelhouders<br />

ontvangen. 'Een overjarig<br />

voorbeeld voor het dagbladbedrijf?<br />

• De bond van k<strong>atholieke</strong> dagbladschrijvers<br />

in België reikt een gedenkpenning<br />

uit aan journalisten, die<br />

25 jaar bij de organisatie zijn aangesloten.<br />

Niets belet ons, na een<br />

kwarteeuw, in Nederland hetzelfde te<br />

doen.<br />

9 In een enquête van de Britse<br />

„National Union of Journalists" heeft<br />

John Galsworthy het verbod bepleit,<br />

dat één persoon meer dan één nieuwsblad<br />

beheert. Tegenwoordig streven<br />

we naar combinatie in velerlei zin.<br />

• De staat van ontvangsten en<br />

uitgaven der Ned. R.K. Journalistenvereniging<br />

bedroeg in totaal ƒ 1971,51,<br />

waarvan bijna de helft voor het<br />

orgaan. Thans zijn de cijfers weliswaar<br />

veel hoger; maar wat de organisatie<br />

nu weet te bereiken, is naar<br />

verhouding.<br />

v. O.<br />

Canadese studiebeurzen<br />

. Het Ministerie van Onderwijs,<br />

Kunsten en Wetenschappen deelt ons<br />

het volgende mede:<br />

Door de Canadian Council for Re- .<br />

construction is via de Unesco aan<br />

de Minister van Onderwijs, Kunsten<br />

en Wetenschappen een viertal studiebeurzen<br />

aangeboden. Een daarvan<br />

bestrijkt [het gebied der „mass<br />

media".<br />

Aan het prospectus ontlenen wij<br />

het volgende:<br />

Nieuws uit<br />

ALGEMENE BESTUURSVER­<br />

GADERING TE SCHEVENINGEN<br />

Aanwezig zijn alle leden, benevens<br />

de geestelijk raadsman.<br />

Een lange reeks ingekomen stukken<br />

was aan de orde; een tiental<br />

betrof het verzoek tot lidmaatschap.<br />

Het grootste deel der verzoeken<br />

werd ingewilligd; een enkel gegadigde<br />

werd als 'buitengewoon lid aanvaard<br />

(ir. Edm. Nicholas). T.a.v. een<br />

enkel verzoek uit (Limburg zullen<br />

nadere inlichtingen worden ingewonnen.<br />

, Besloten werd, dat verzoeken om<br />

een speciale contributie-regeling in<br />

de kleinst mogelijke kring zullen<br />

worden behandeld; voorlopig worden<br />

deze afgedaan door voorzitter en<br />

secretaris-penningmeester.<br />

De mogelijkheid van instelling van<br />

een sectie-hoofdredacteuren binnen<br />

de K.N. J.K." werd wederom langdurig<br />

besproken. Verschillende bestuursleden<br />

hadden bezwaar tegen deze<br />

sectie, wilden althans dat met de<br />

nodige waarborgen er naar gestreefd<br />

zou worden, dat deze sectie geen<br />

„staat in de staat" zou worden. Andere<br />

leden meenden de sectie niet te<br />

moeten beperken tot hoofdredacteuren,<br />

maar tot alle journalisten eerste<br />

klasse (vgl. C.A.O.), waartegen weer<br />

anderen overwegend bezwaar hadden.<br />

Omdat men niet tot overeenstemming<br />

geraakte (en de sectie zal<br />

alleen opgericht worden indien alle<br />

bestuursleden zich met een bepaalde<br />

vorm van deze sectie kunnen verenigen)<br />

komt deze zaak later op-<br />

- MASS MEDIA<br />

(with particular emphasis on educational<br />

aspects)<br />

a) Radio.<br />

The Canadian Broadcasting Corporation<br />

offers opportunities for<br />

observation of techniques of mass<br />

communication by radio, particularly<br />

in the field of educational broadcasting.<br />

Distinctive aspects in<br />

such educational programmes are<br />

work in radio broadcasting for<br />

rural audiences and the organisation<br />

of radio forums. Certain universities<br />

also offer training facilities<br />

in the use of radio for education.<br />

Candidates in this field should be<br />

trained script-writers, programmeproducers<br />

or radio-reporters, with<br />

professional experience in radio-work,<br />

or educators whoso teaching programmes<br />

require a knowledge of<br />

radio production and techniques.<br />

.<br />

to) Film Production.<br />

The Canadian National Film<br />

Board, and', through it, other documentary<br />

film producers in Canada,<br />

offer facilities for 'observation of<br />

production methods and the noncommercial<br />

distribution of educational<br />

films to specialized groups. Can-<br />

de K.N. J.K.<br />

nieuw aan de orde.<br />

Het rooster van de aftredende bestuursleden<br />

werd na loting als volgt<br />

samengesteld (deze leden zijn niet<br />

onmiddellijk herkiesbaar):<br />

il' Januari 1949 treden af de coll.<br />

W. Goldschmidt en C. de Groot,<br />

1 Januari 195Ö F. Kuijpers en<br />

W. Pedroli,<br />

1 Januari 1951 J. Wilbrink, H.<br />

Smits en L. Frequin.<br />

Het rooster van aftreden van<br />

de leden van het dagelijks bestuur<br />

ziet er na loting als volgt<br />

uit (deze collegae zijn onmiddellijk<br />

herkiesbaar): aftredend 1<br />

Januari 1949 coll. J. Bruna, 1<br />

Januari 1950 coll. L. Hanekroot en<br />

1 Januari 1951 coil. A. van Oorschot.<br />

De bijeenkomst werd gesloten met<br />

uitgebreide gedachtenwisseling over<br />

allerlei kleingoed.<br />

W. P.<br />

VERTEGENWOORDIGINGEN<br />

De leden van het dagelijks bestuur<br />

en leden van het algemeen bestuur<br />

waren aanwezig bij de officiële opening<br />

van het Instituut voor de K<strong>atholieke</strong><br />

journalistiek te Nijmegen,<br />

waar coll. L. Hanekroot als voorzitter<br />

K.N.J.K. en van het Curatorium<br />

de openingsrede hield. — De collegae<br />

Bruna en van Oorschot vertegenwoordigden<br />

onze organisatie bij uitvaart<br />

en begrafenis van Max van<br />

Poll te Eindhoven, laatstgenoemde<br />

bovendien tijdens het plechtig Requiem<br />

van pater dr. R. Nuy S. J. te<br />

's Gravenhage.<br />

di'dates should be either trained film<br />

technicians or producers or educators<br />

specializing in problems of<br />

visual education.<br />

c) Journalism.<br />

In addition to facilities for the<br />

professional study of journalism at<br />

the post-graduate level at Canadian<br />

universities, certain Canadian newspapers<br />

offer facilities for the study<br />

of newspaper production techniques,<br />

press agency service, feature writing.<br />

Candidates should be practising<br />

journalists with a minimum of three<br />

to five years' professional experience<br />

as reporters, editorial or feature<br />

writers.<br />

Reiskosten naar Canada en terug<br />

en $ 180.— per maand voor een<br />

periode van 6 maanden -worden vergoed.<br />

Bovendien worden nog verdere<br />

faciliteiten, zoals toelage voor collegegelden<br />

en reiskosten in Canada,<br />

verleend.<br />

Zij, die in aanmerking wensen te<br />

komen voor plaatsing op een lijst<br />

van gegadigden, waaruit t.z.t. door<br />

de Minister van O. K. en W. een keus<br />

zal worden gedaan, kunnen hun sollicitaties<br />

inzenden vóór 15 November<br />

bij de iChef afd. [Buit. Betn. vJi.<br />

ministerie van O. K. en W., Princessegracht<br />

19, den Haag.<br />

9


BOEKEN %£ JOURNALISTEN<br />

Het zaad tussen de doornen,<br />

door HERLUF VAN MERLET.<br />

Uitgave Amsterdamse Boek. en<br />

Courant Mij.; 404 biz. 'Geo. ƒ5.90.<br />

Na enkele jaren van ziekte — hij<br />

was slachtoffer van de oorlogsomstandigheden<br />

— heeft onze collega<br />

H. Baron van Lamsweerde weer<br />

naar de schrijfpen gegrepen — nog<br />

niet in de anonymiteit van de krant,<br />

maar onder pseudoniem als romancier.<br />

Wie dit nieuwe werk vergelijkt<br />

met bijvoorbeeld „De Soutane", een<br />

van zijn eerstelingen, zal bemerken,<br />

hoezeer dit talent is gegroeid.<br />

Zekere durf van probleemstelling<br />

in „De Soutane" is nu overtroffen<br />

door het waagstuk van de auteur,<br />

ondanks Nederlandse afkomst een<br />

Russische roman te schrijven. Het is<br />

de geschiedenis van een pope in een<br />

verloren dorpje van het onmetelijke<br />

Rusland, een man, die meent God en'<br />

de duivel te slim af te zijn en die<br />

slachtoffer wordt van eigen schijnheiligheid.<br />

Dit belangwekkende gegeven<br />

heeft de schrijver uitgewerkt in<br />

gemakkelijk te verteren, soms wat<br />

gezwollen zinnen; nu en dan ook<br />

"missen wij een waarlijk diep doordringen<br />

in de stof. Hinderlijk is dit<br />

niet; over een bijzonder onderwerp<br />

werd aangenaam en onderhoudend<br />

geschreven.<br />

België en Luxemburg, door F.<br />

A. LUYTEN. Uitgave Ned. Keurboekerij,<br />

Amsterdam; 248 blz<br />

Geb. ƒ 5.90.<br />

Journalisten, die in de Beneluxbeweging<br />

aanleiding vinden tot beschouwingen<br />

en reportages, kunnen<br />

van dit reisboek genoegen beleven.<br />

De schrijver is niet slechts een aangenaam,<br />

maar ook een deskundig<br />

geleider. Hij doorkruist en bestudeert<br />

met ons de beide partner-landen,<br />

niet alleen om toeristische motieven,<br />

maar ook, om de Nederlander meer<br />

bekend en vertrouwd te maken met<br />

de geschiedenis en de sociografische<br />

ontwikkeling van de bevriende lage<br />

landen.<br />

-Ideeën hebben benen, door<br />

PETER HOWARD. Uitgave A.<br />

W. Sijthoff, Leiden; 202 blz. Geb.<br />

ƒ 3.90.<br />

Nu reeds is de derde druk<br />

van deze ideologie voor de democratie<br />

verschenen. Geen wonder,<br />

want de schrijver heeft een weldadige<br />

tekening van de strijd der ideeën<br />

geschonken. Duidelijk heeft hij aangetoond,<br />

dat de wereldcrisis van onze<br />

dagen is veroorzaakt door voortschrijdend<br />

materialisme. Maar Howard<br />

is niet zonder vertrouwen: in<br />

uitzicht stelt hij God, door Wie de<br />

wereld kan worden herschapen. Hij<br />

komt tot de nuchtere conclusie, dat<br />

de christelijke ideologie waarborg is<br />

van het voortbestaan der wezenlijke<br />

democratie.<br />

10<br />

Onze weg naar geluk, .door<br />

GERALD VANN O.P. Uitgave<br />

De Koepel, Nijmegen; 205 blz.<br />

Bij Sheed & Ward in Londen was<br />

reeds de Engelse uitgave van dit<br />

boek verschenen, onder de titel „The<br />

divine Pity". Nu liggen de markante<br />

beschouwingen over de sociale betekenis,<br />

van de acht zaligheden in een<br />

aantrekkelijke Nederlandse uitgave<br />

voor ons. Wie een taak vervult in<br />

het maatschappelijke leven, vindt in<br />

dit boek een voortreffelijke gids.<br />

Hier worden eeuwen-oude waarheden<br />

van de christelijke leer, in moderne<br />

vorm aangepast aan het leven vaii<br />

de moderne mens, aan ons voorgelegd.<br />

De vertaler, pater A. v. d. Brekel,<br />

is er in geslaagd, de schone gedachten<br />

yan de auteur, onaangetast<br />

te laten.<br />

Ik moest naar Tsjoengking,<br />

door MARK TENNIEN. Uitgave<br />

De Koepel, Nijmegen; 312 blz.<br />

Geb. ƒ 5.90.<br />

Dit is een reeks reportages van<br />

een missionaris, die naar Tsjoengking<br />

was uitgezonden, om er in hevige<br />

oorlogstijd verdelingsbureaux<br />

te vestigen. Wat hij zoal meemaakte,<br />

legde hij vast in dit Amerikaanse,<br />

fris geschreven boek, waarin de lezer<br />

menig staaltje volkenkunde ziet<br />

voorgelegd. De schrijver kreeg de<br />

beste getuigenissen van Amerikaans*<br />

generaals mee. Hier volgt er een:<br />

,,wie houdt van mensen, die moed<br />

hebben en alleen leven om anderen<br />

onbaatzuchtig te helpen, zal het boek<br />

van pater Tennien met plezier lezen."<br />

Nederlands Volksliederenboek;<br />

verzamelbundel door Mr. A.<br />

LOOSJES en Mr. J. KUNST.<br />

Uitgave Sijthoff, Leiden; 247 blz.<br />

Geb. ƒ 6.50. ,<br />

Samenstellers én uitgever dienden'<br />

de nationale zaak, de beste Nederlandse<br />

liederen te bundelen. En dus<br />

vinden we voldoende materaal bijeen<br />

gebracht, als afweer vari vele zouteloze<br />

liedjes, waaraan men zich in<br />

menige huiskamer en op straat bezondigt.<br />

Wie deze bundel raadpleegt, kan<br />

zich verrijken met geschiedzangen,<br />

vaak aardig van tekst en fris getoonzet.<br />

De keuze uit vaderlandse en<br />

geestelijke liederen, verhalende- en<br />

minneliederen, studenten^, soldatenen<br />

zeemansliederen, wiege. en kinderliederen,<br />

en ook liederen van gemengde<br />

inhoud, is aanmerkelijk<br />

groot: 145 van de beste. Nu zinge<br />

men het Nederlandse lied, en men<br />

zinge het goed. Die leuze moesten wij<br />

méér propageren in de krant.<br />

Kroningsalbum; uitgave van<br />

de Ned. Keurboekerij te Amsterdam.<br />

Prijs ƒ 2.50.<br />

De fraaiste foto's die bij gelegenheid<br />

van de inhuldiging van Koningin<br />

Juliana werden gemaakt, heeft<br />

Willem v. d. Poll in een attractief album<br />

samengebracht. De tekst over<br />

wat binnen geschiedde, is van Gerard<br />

M. Rutten; over het feest buitenshuis<br />

schreef de radioverslaggever<br />

Herman Felderhof. Gelukkig zijn de<br />

foto's in hoofdzaak scherp en een<br />

aantal exclusief, voor zover ze een<br />

kijkje bieden „in de keuken" van het<br />

paleis en in de Burgerzaal, waar<br />

voor de hoge gasten sprookjesachtig<br />

de tafel was gedekt.<br />

Kleinere uitgaven. — Een beknopte<br />

handleiding en wegwijzer met betrekking<br />

tot de K<strong>atholieke</strong> geestelijke<br />

gezondheidszorg werd bekwaam samengesteld<br />

door pastoor H. Bless,<br />

(uitg. J. J. Romen en Zonen, Roermond).<br />

= Bij dezelfde uitgevers verschenen<br />

twee boekjes in de Moederschapszorg-bibliotheek,<br />

nl. „De voeding<br />

in de zwangerschap", door de<br />

vrouwenarts G. J. Lubbers en „Bloed<br />

en Zwangerschap", door dr. Judith<br />

E. Uliéo. = Han v. Erde Dubois<br />

(onze collega H. Kerkhoffs) schreef<br />

een nieuw boekje, wederom in de serie<br />

,,Onder ons", uitgegeven bij G.<br />

Mosmans Zoon in Den Bosch. Hij<br />

voert daarin gesprekken met vader<br />

en moeder — gesprekken tot het<br />

hart, maar vooral tot het verstand =<br />

,,1948 Anno Christi" is het zinnenspèl<br />

dat A. Defresne in opdracht van de<br />

Minister schreef naar aanleiding<br />

van het Regeringsjubileum. Met<br />

vakmanschap heeft deze auteurregisseur<br />

een tekst geschreven,<br />

waarbij de chaotische schakeringen<br />

van onze dagen tot uitdrukking<br />

worden gebracht (uitgave A.B.C.­<br />

Amsterdam).. = Het nieuwe maandblad<br />

„Mandril" (uitgever Jules Peirel,<br />

Amsterdam) heeft medewerkers<br />

met klinkende namen: Praetvaer<br />

van Elsevier, Dagboekanier<br />

van Parool, G. Brugmans en<br />

Mathieu 'Smedts van de Volkskrant,<br />

Carmiggelt, Boost en anderen.<br />

Het eerste nummer slaat een<br />

lichte toets aan, een enkele maal<br />

zelfs té licht! = In de Sleutelbloemreeks<br />

(De Koepel, Nijmegen) brengt<br />

de in dit jaar overleden Ernest v. d.<br />

Hallen een ontroerend eerherstel<br />

aan zijn vriend Felix Timmermans,<br />

slachtoffer van na-oorlogse haat. —<br />

In dezelfde reeks is verschenen een<br />

selectie, die de gewone man (collega<br />

Jan Perks) voor de K.R.O. heeft geschreven,<br />

we zeggen: heeft geschreven,<br />

want de tekst vloeit al weer<br />

sedert een klein jaar uit andere pen.<br />

= Bij gelegenheid van het gouden<br />

priesterfeest van Z.H. Paus Pius XII<br />

op 2 April 1949 zal bij de firma J. J-<br />

Romen & Zonen te Roermond een gedenkboek<br />

verschijnen getiteld: Pastor<br />

Angelicus, Paus Pius XII. Dit werK<br />

zal worden geschreven door Mgr. Dr-<br />

Jan Olav Smit, die als kanunnik van<br />

St. Pieter en inwoner van Vaticaanstad<br />

.in nauw contact staat met d e<br />

Heilige Vader. Kardinaal de Jong en<br />

de gezant van onze regering bij d e<br />

H.. Stoel, vereren dit werk met een<br />

voorwoord. Ruim 30 exclusieve foto's<br />

zullen het werk dat ± 300 pagina's,<br />

groot formaat, telt, illustreren.


Martelaar der persvrijheid<br />

Zeven Nederlandse journalisten,<br />

onlangs op reis langs de kusten<br />

van Normandië en Bretagne, ontdekten<br />

op de St. Michielsberg, de<br />

rots in zee tussen Granville en St.<br />

Malo, het graf van hun collega D.<br />

Dubourg (de Boer?), een Nederlands<br />

journalist, die daar in 17Ji6<br />

in gevangenschap was overleden.<br />

Hij had het gewaagd critiék ie<br />

oefenen op regervngsbesluiten van<br />

de Franse koning. Volgens een<br />

plaatselijke geschiedschrijver was<br />

hij eigenlijk een Frans?nan geweest,<br />

die naar Nederland was<br />

uitgeweken, omdat hij daar alleen<br />

de persvrijheid had kunnen vinden,<br />

die hij nodig had om zijn<br />

werk naar eer en geweten te verrichten.<br />

• Tijdens een reis naar<br />

Frankrijk onder een Nederlandse<br />

naam en op een Nederlands paspoort<br />

was hij gegrepen en veroordeeld<br />

tot levenslange vestingstraf.<br />

KLAARHEID NODIG<br />

Vlag Halfstok heette een brochure,<br />

geschreven door de heer Lunshof,<br />

waarin het tegenhouden van de herverschijning<br />

van De Telegraaf als<br />

grof onrecht en diefstal werd betiteld.<br />

Mr. van Heuven Goedhart, oud-minister<br />

van Justitie en hoofdredacteur<br />

van Het Parool, voelde zich door bepaalde<br />

passages beledigd en daagde<br />

de schrijver in kort geding voor de<br />

Rechtbank. De president van de Amsterdamse<br />

Rechtbank wees de vordering<br />

af. Laat de heer van H. G.<br />

maar naar de gewone rechter gaan,<br />

aldus zijn uitspraak, ik zie niet voldoende<br />

aanleiding om de verspreiding<br />

der brochure te stoppen.<br />

De heer van H. G. is niet naar de<br />

gewone rechter gegaan. De heer<br />

Lunshof bleef verder ongemoeid. Om<br />

de zaak toch aan het rollen te houden,<br />

heeft de heer Lunshof een nieuwe<br />

brochure het licht doen zien. „Dieven<br />

in de nacht". Daarin preciseert hij<br />

nader zijn beschuldigingen aan het<br />

adres van „Het Parool" en bepaalde<br />

Parool-mensen. Hij beweert,,dat een<br />

S.D.-spion een belangrijke rol heeft<br />

gespeeld in d-e hele Paroolhistorie. Hij<br />

roept twijfel op aan de standvastigheid<br />

van anderen. Hij brengt ook de<br />

Perszuivering in het geding en gewaagt<br />

van stukken, die verdonkeremaand<br />

zouden zijn.<br />

Wij achten ons niet in staat dit<br />

alles op zijn juistheid te beoordelen.<br />

Maar we weten wel, dat aldus zwartop-wlt<br />

gedrukte beschuldigingen niet<br />

zonder meer als aanlflacht mogen blijven<br />

wegen op bepaalde personen in<br />

Nederland en op heel ons na-oorlogse<br />

rechtswezen. „Ik heb het recht om<br />

gestraft te worden, wanneer ik een<br />

oud-minister van Justitie aan de kaak<br />

stel op onjuiste gronden", zegt de<br />

heer Lunshof in ieder geval terecht.<br />

Er moet iets gebeuren in deze<br />

zaak! (De Stem).<br />

FEDERA TIENIEUWS<br />

DE RAAD VAN UITVOERING<br />

CAO. DAGBLADPERS<br />

De Raad van Uitvoering van de<br />

C.A.O. voor Dagbladjournalisten is<br />

thans als volgt samengesteld:<br />

Leden-directeuren: Mr. H. M. Planten<br />

en J. Groenewegen (plaatsvervangers:<br />

Mr. H. Dikkers en J. Kuypers).<br />

Leden-journalisten: Coll. Mr. M.<br />

Rooy en L. J. S. Hanekroot (plaatsvervangers:<br />

K. Voskuil en S. H. A.<br />

M. Zoetmulder).<br />

Voorzitter: Mr. H. M. Planten, plv.<br />

voorzitter: Mr. M. Rooy.<br />

Secretarissen: Mr. C. A. Steketee<br />

en Mr. A. E. van Rantwijk.<br />

De Raad heeft reeds enige malen<br />

vergaderd teneinde uitspraak te doen<br />

over een aantal door directies en<br />

journalisten voorgelegde vragen.<br />

De uitspraken van de Raad, welke<br />

algemene betekenis hebben voor de<br />

interpretatie van de C.A.O., zullen<br />

geregeld in het orgaan worden gepubliceerd.<br />

Wij verwijzen naar de<br />

publicatie elders in dit nummer.<br />

CONTRIBUTIE-INNING<br />

Bij de grote meerderheid der dagbladen<br />

geschiedt de contributieinning,<br />

ingevolge Art. 41 van de<br />

C.A.O., thans door tussenkomst van<br />

de administratie der onderneming.<br />

Met enkele dagbladen, die verzuimden<br />

de gevraagde gegevens te verstrekken;<br />

wordt nog over deze aangelegenheid<br />

gecorrespondeerd. De<br />

contributie der bij de laatstgenoemde<br />

bladen werkende journalisten zal<br />

voorlopig nog per maandelijkse kwitantie<br />

worden geïnd. Een aantal collega's<br />

zijn nog achterstallige contributie<br />

verschuldigd. In sommige gevallen<br />

zegden zij toe de contributie<br />

te zullen gireren, doch zij lieten dit<br />

na; in andere gevallen bereikte de<br />

aangeboden kwitantie hen niet doordat<br />

zij afwezig waren of verzuimd<br />

hadden hun adresverandering aan het<br />

Federatiebureau op te geven. De betrokkenen<br />

zullen geleidelijk allen<br />

bericht ontvangen over de nog door<br />

hen verschuldigde contributie; indien<br />

daarmede een enigszins hoog bedrag<br />

gemoeid is, zal gelegenheid tot afbetaling<br />

in termijnen worden gegeven.<br />

ADRESWIJZIGINGEN EN<br />

AANMELDINGEN<br />

Het Federatiebureau maakte van<br />

de invoering van de contributie-inning<br />

volgens de regeling , van de<br />

C.A.O. gebruik om aan de dagbladen<br />

een opgave van de adressen der<br />

leden te vragen. Uit de verkregen<br />

gegevens bleek, dat een vrij groot<br />

aantal leden was verhuisd of van<br />

werkkring was veranderd, zonder dat<br />

zij hiervan aan het Federatiebureau<br />

kennis hadden gegeven. Wij doen<br />

nogmaals een beroep op de leden om<br />

wijzigingen rechtstreeks aan het<br />

Federatiebureau op te geven; alleen<br />

dan kunnen zij er van verzekerd zijn,<br />

dat deze' in de centrale administratie<br />

worden verwerkt. Aan afdelingssecretariaten<br />

gedane opgaven plegen<br />

helaas niet altijd te worden doorgezonden.<br />

Hetzelfde geldt t.a.v. aanmelding<br />

van nieuwe leden; ook deze<br />

dienen rechtstreeks aan het Federatiebureau<br />

te worden opgegeven. Dan<br />

wordt vermeden dat collega's bij hun<br />

afdeling als lid staan ingeschreven,<br />

zonder dat zij bij het Federatiebureau<br />

bekend zijn, zoals zich thans in<br />

enkele gevallen heeft voorgedaan!<br />

SECTIE TIJDSCHRIFT­<br />

JOURNALISTEN<br />

Wij deelden reeds eerder mede, dat<br />

een uit de Coll. F. M. S. Donders, Mr.<br />

E. Elias en J. Jasper Pzn. gevormde<br />

commissie, het initiatief heeft genomen<br />

tot oprichting van een sectie<br />

tijdschriftjournalisten. Deze Commissie<br />

heeft tot dusver een 25-tal adhaesie-betuigingen<br />

ontvangen. Hoewel<br />

dit aantal de Commissie enigszins is<br />

tegengevallen, meent zij dat er toch<br />

alle aanleiding is om haar actie voort<br />

te zetten. De betrokken collega's zullen<br />

hier binnenkort nader over vernemen.<br />

Na de invoering van de<br />

C. A. O. voor dagbladjournalisten,<br />

blijkt ook bij de tijdschriftjournalisten<br />

de belangstelling voor het werk<br />

van de Federatie te zijn toegenomen.<br />

SECTIE RADIOJOURNALISTEN<br />

Een Commissie bestaande uit de<br />

heren A. L. G. M. van Oofschot (K.N.<br />

J.K.), C. Sikkink (K.N.J.K.), K. D.<br />

Dokkum (N.J.K.), Drs. H. Jonker<br />

(Omroep) en R. de la Rive Box<br />

(Omroep) stelden — op verzoek van<br />

de afdelingen 't Gooi (N.J.K.) en Midden<br />

Nederland (K.N.J.K.) — een<br />

onderzoek in naar de vraag welke<br />

omroepmedewerkers kunnen worden<br />

beschouwd journalistieke arbeid te<br />

verrichten.<br />

Het door deze Commissie uitgebrachte<br />

rapport werd in de besturen<br />

van de K.N.J.K. en de N.J.K. besproken.<br />

Deze besturen konden er zich<br />

mede verenigen dat voortaan als<br />

journalisten worden beschouwd ook<br />

zij, die er hun hoofdberoep van maken<br />

teksten van voorlichtende aard,<br />

welke door de Radio worden verspreid,<br />

redactioneel te verzorgen, of<br />

op te stellen èn uit te spreken. De<br />

hieruit voortvloeiende wijziging van<br />

de reglementaire bepalingen, zal op<br />

de eerstvolgende algemene vergadering<br />

der Kringen aan de orde worden<br />

gesteld.<br />

Het ligt in de bedoeling de radiojournalisten<br />

te verenigen in een gezamenlijke<br />

sectie van N.J.K. en K.N.<br />

J.K.<br />

Een verslag van een op 28 October<br />

jl. gehouden vergadering van de<br />

betrokken afdelingen, waarin de toetreding<br />

van omroepmedewerkers tot<br />

de organisaties is besproken, zal in<br />

het volgende nummer worden opgenomen.<br />

11


JOURNALISTIEK JOURNAAL<br />

• Robert Peereboom heeft in zijn<br />

Haarlems Dagblad een beschouwing<br />

gegeven over de krant en haar lezers<br />

die de moeite van overdenking- onzerzijds<br />

wel alleszins waard is. Peereboom<br />

meent dat de kranten er zijn om<br />

de mensen te helpen en dat de mensen<br />

dit van hun kranten verwachten. En<br />

dit helpen, zo bedoelt Peereboom het<br />

toch, toetekent voor een goed deel<br />

,,omhoog helpen".<br />

• Ik houd van dit Peereboomse<br />

idealisme en ik houd van de krant en<br />

van de journalistiek en omdat dit<br />

Journaal een persoonlijke tint heeft,<br />

zij de persoonlijke opmerking mij veroorloofd,<br />

dat ik wel gaarne zou willen<br />

dat Peereboom gelijk heeft; dat hij<br />

misschien ook wel gelijk heeft (wat<br />

goed en prettig zou zijn), maar dat<br />

hij misschien ook wel ongelijk heeft.<br />

En dat ik dit laatste zelfs vrees.<br />

9 Peereboom komt, ter staving<br />

van zijn idealistische stelling, met het<br />

onomstotelijk feit dat de Britse, zogenaamde<br />

„class-papers" haar lezerstal<br />

aanmerkelijk zien stijgen. Dat is ongetwijfeld<br />

waar, maar dit feit te gebruiken<br />

als adstructie van zijn mening<br />

is, dunkt mij, een gevaarlijke bezigheid<br />

van Peereboom.<br />

9 Met evenveel plezier immers,<br />

kan de man die een tegenovergesteld<br />

standpunt inneemt op twee even onomstotelijke<br />

feiten wijzen ter adstructie<br />

van zijn opvatting. Ten.eerste: dat<br />

de sensatie-bladen een even grote, zo<br />

niet grotere stijging doen zien. Ten.<br />

tweede: dat hun oplagecijfers „überhaupt"<br />

zo enorm veel groter zijn dan<br />

die van de class-papers.<br />

9 De afzichtelijke journalistieke<br />

phenomeen „News of the World"<br />

heeft een oplaag van om de<br />

7.000.000. Leg daarnaast de cijfers<br />

van de Zondags-class-papers Sunday<br />

Times en Observer en waar blijft<br />

dan de reden van uw optimisme,<br />

goede Peereboom ? Leg de Daily<br />

Express naast de Times, de Manchester<br />

Guardian, de Yorkshire Post<br />

en zeg dan niet dat de laatste drie<br />

immers omhoog gaan, want, absoluut<br />

en procentueel, gaat dat Beaverbrookse<br />

schandaalblad nóg harder<br />

vooruit.<br />

• Ik wilde twee vragen stellen:<br />

is het werkelijk de taak van de krant<br />

haar lezers omhoog te helpen ? En<br />

verlangen die lezers dat werkelijk van<br />

hun krant? — Ik wilde oprecht dat<br />

het zo ware, doch ik betwijfel het<br />

wel. Peereboom stelt dat nu maar zo,<br />

uit het idealisme van zijn respectabele<br />

overtuiging, maar er is voor twijfel<br />

reden te over.<br />

• Ik houd hier natuurlijk geen<br />

pleidooi voor de afdaling van de krant<br />

naar de laagsten barer lezers, doch ik<br />

12<br />

acht het wel gerechtvaardigd de stelling<br />

te poneren dat zij zich naar het<br />

gemiddelde van haar lezerskring heeft<br />

te richten. En tevens: dat dit gemiddelde<br />

niet zo idealistisch-hoog ligt als<br />

de idealistische hoofdredacteur van<br />

Haarlems Dagblad denkt.<br />

9 „Het begrip „de massa" zit<br />

onze tijd dwars", schrijft Peereboom.<br />

Inderdaad. En dit begrip heeft allerlei<br />

wonderlijke eigenschappen. Eén<br />

daarvan is dat het zó glibberig is,<br />

dat het niet te vatten is. Maar één<br />

ding is zeker: wanneer ge het over de<br />

massa hebt, dan kunt ge zeker niet<br />

doelen op de lezerskringen van de<br />

„class papers". In Engeland niet, in<br />

Nederland niet en nergens ter wereld.<br />

9 Ik zou wel eens willen zien,<br />

wat er geschieden zou, in ons eigen<br />

goede Nederland wanneer hier een<br />

dagblad zou verschijnen van het peil<br />

en de stijl van de Daily Express en<br />

dan (in zijn nare soort) even volmaakt<br />

gemaakt. Ik vermoed (zonder<br />

. dit dan „goed te keuren") dat het alle<br />

idealisme over krant en lezer aan<br />

diggelen zou slaan, door in korte tijd<br />

het hoogste oplagecijfer van alle Nederlandse<br />

dagbladen te bereiken.<br />

Journalist helpt Kattenburg<br />

Onze collega Jacobs, Amsterdams<br />

redacteur van de Limburgiapers,<br />

schreef voor zijn kranten een serie<br />

artikelen over de toestanden in het<br />

Amsterdamse Kattenburg; vertelde<br />

zijn lezers hoe in deze wijk van de<br />

hoofdstad een groot aantal mensen<br />

onder zorgelijke omstandigheden<br />

leeft.<br />

Deze artikelen hadden het onverwachte<br />

resultaat, dat drie verpleegsters<br />

te Maasniel bij Roermond in hun<br />

omgeving inzamelingen hielden. Kort<br />

daarna verschenen zij in de hoofdstad<br />

bij het politiebureau Kattenburgmet<br />

een grote vrachtauto vol met<br />

kleren, etenswaren, snoepgoed en<br />

levertraan en in zeer korte tijd was<br />

het politiebureau getransformeerd in<br />

een uitdeelpost. Sindsdien hebben de<br />

redacties van de Limburgiapers de<br />

' actie opgevoerd, met als verblijdend<br />

gevolg, dat nieuwe zendingen op Kattenburg<br />

zijn aangekomen.<br />

v. O.<br />

K<strong>atholieke</strong> pers in Amerika<br />

Het eerste nummer van „Ibero-<br />

America", het eerste Pan.Amerikaan.<br />

se k<strong>atholieke</strong> opinie- en nieuwsblad,<br />

zal in Januari in Mexico verschijnen.<br />

Het tijdschrift zal drie hoofdrubrieken<br />

hebben. De eerste zal zijn gewijd<br />

aa/i pauselijke redevoeringen, belangrijke<br />

andere toespraken en artikelen<br />

van vooraanstaande Westelijke schrijvers.<br />

De tweede rubriek bestrijkt de<br />

9 „Het begrip „massa" zit ons<br />

dwars...." ja; en ik geloof dat het<br />

ons maar steeds dwarser komt te zitten.<br />

Ik geloof bovendien dat die massa<br />

groter is dan velen denken, in die zin<br />

dat er veel elementen toe behoren, die<br />

wij er niet toe achten te behoren.<br />

Met name en journalistiek-gezien:<br />

dat het verbazingwekkend zou zijn te<br />

ervaren hoevele Intellectuelen en (om<br />

in die terminologie te blijven) „class"mensen<br />

in hun dagblad-eisen en -verlangens<br />

zich in niets onderscheiden<br />

van de grauwe, onvatbare, raadselachtige<br />

rest.<br />

• Die 7.000.000-oplage van News<br />

of the World is een teken aan de<br />

wand. Dit cijfer zegt duidelijker dan<br />

wat ook, dat dit geelste blad-der-gelebladen<br />

in vrijwel ieder Engels huis des<br />

Zondags wordt gelezen. Ook in talloze<br />

„elass"-huizen. — Dit is een van de<br />

vele symptomen die mij sceptisch<br />

stemmen omtrent de Peereboomse<br />

blijmoedigheid en ook — driewerf<br />

helaas! — omtrent zijn (en mijn<br />

eigen) idealismen ten opzichte van de<br />

pers, de taak die zij te vervullen zou<br />

hebben en wat haar lezers van haar<br />

zouden verwachten.<br />

9 „Het begrip „massa" zit ons<br />

dwars "<br />

En hoe!<br />

ELIAS.<br />

EVEN WATERTANDEN!<br />

ADIES' Home Journal, het<br />

L grootste Amerikaanse tijdschrift<br />

voor vrouwen, met een<br />

oplage van 4% millioen exemplaren<br />

en een omvang van 278<br />

pagina's, gaf onlangs een nummer<br />

uit, dat een advertentie-opbrengst<br />

had van 2% millioen dollar. Zelfs<br />

voor Amerika een record! Het blad<br />

wordt uitgegeven door Bruce en<br />

Beatrice Gould.<br />

voornaamste uitingen van k<strong>atholieke</strong><br />

activiteit op internationaal terrein;<br />

de derde houdt zich bezig met de<br />

bespreking van letterkundig werk,<br />

films, toneel, muziek enzovoorts.<br />

WELLEVENDHEID<br />

„Het Parool" van 4 October:<br />

„Don't smoke, rookt U alsjeblieft<br />

niet", zegt Marta Eggerth, als wij een<br />

sigaret willen opsteken en zij zet de<br />

asbak met een wijds gebaar ver weg.<br />

Vanmorgen. Wij zitten in het Amsterdamse<br />

Amstelhotel tegenover de<br />

„Hongaarse zangeres en filmster".<br />

Terwijl het al onwellevend is om<br />

aan een vreemde, welke men in diens<br />

huis bezoekt, het verzoek te richten<br />

of men een eigen sigaret mag opsteken.<br />

Aldus een terechte aantekening<br />

in ,,De Linie".


UITSPRAKEN Openbare les dr. M. Schneider<br />

Raad van Uitvoering GA.O.<br />

voor Dagbladjournalisten<br />

Wij laten hier de eerste reeks volgen<br />

van die uitspraken van de Raad<br />

van Uitvoering, welke volgens beslissing<br />

van de Raad voor publicatie<br />

in de verenigingsorganen in aanmerking<br />

komen.<br />

Art. 7, lid 5 (no. 1.)<br />

De bepaling van art. 7, lid 5, heeft<br />

betrekking op de vaststelling van<br />

het miMimnm-salarisbedrag, bij welke<br />

vaststelling derhalve in de in art.<br />

7, lid 5 genoemde gevallen één, resp.<br />

twee extra-verhogingen in aanmerking<br />

dierfen te worden genomen.<br />

Hieruit vloeit voort, dat de opvatting,<br />

als zou deze bepaling betrekking<br />

hebben op het materiële salarisbedrag<br />

en mitsdien ook van toepassing<br />

zijn op salarissen, die boven<br />

het krachtens de C.A.O. vastgestelde<br />

minimumbedrag liggen, door de<br />

Raad onjuist wordt geacht.<br />

Art. 7, leden 5 en 7. (No. 2 en 1.)<br />

De strekking van de bepaling van<br />

art. 7, lid 5, is in hoofdzaak deze,<br />

dat aan hen, die in de oorlogsjaren<br />

geen gevolg hebben kunnen geven<br />

aan hun voornemen, zich in de journalistiek<br />

te begeven en dit voornemen<br />

eerst na de bevrijding hebben<br />

kunnen verwezenlijken en verwezenlijkt,<br />

een zekere tegemoetkoming<br />

wordt gegeven, waardoor de gevolgen<br />

van deze door de oorlog veroorzaakte<br />

vertraging — althans in<br />

financieel opzicht —• geheel of ten<br />

dele worden ondervangen.<br />

Indien op deze tegemoetkoming<br />

art. 7, lid 7, van toepassing zou worden<br />

verklaard, zou dit medebrengen,<br />

dat de uit hoofde van art. 7, lid 5,<br />

toegekende verhoging (en) binnen<br />

één of enkele jaren zou (den) zijn ingelopen,<br />

waarmede vorenbedoelde<br />

tegemoetkoming ongedaan zou zijn<br />

gemaakt en aan de strekking van<br />

art. 7, lid 5, haar kracht zou worden<br />

ontnomen.<br />

Het vorenstaande overwegende,<br />

spreekt de Raad'als zijn oordeel uit,<br />

dat het bepaalde in art. 7, lid 7, niet<br />

van toepassing is op de verhogingen,<br />

bedoeld in art. 7, lid 5.<br />

Art. 19, lid 1. (No. 1.)<br />

Waar bij de vacantieregeling in'de<br />

C.A.O. kennelijk- is uitgegaan van<br />

een inwerkingtreding der C.A.O. op<br />

1 Januari, acht de Raad het niet op<br />

zijn weg te liggen, te bevorderen,<br />

dat in de dagbladondernemingen nog<br />

in het resterende deel van het jaar<br />

1948 uitvoering wordt gegeven aan<br />

het bepaalde in art. 19.<br />

Artt. 32 en 33. (No. 1.)<br />

Uit het feit, dat in de artt. 32 en<br />

?/ó slechts sprake is van journalisten<br />

en — in tegenstelling tot de<br />

tekst van art. 31 — leerling-journalisten<br />

daarin niet vermeld worden,<br />

laat zich afleiden, dat pensioenregelingen<br />

uit hoofde van de C.A.O. niet<br />

De urgentie ener dagbladwetenschap<br />

R. Maarten Schneider heeft er<br />

D goed aan gedaan de urgentie<br />

ener dagbladwetenschap in Nederland<br />

tot onderwerp te maken van de openbare<br />

leis bij de opening van zijn<br />

voordrachten over het dagbladwezen<br />

— in opdracht van het<br />

Leidsch Universiteitsfonds — aan<br />

de rijksuniversiteit te Leiden op<br />

19 October i-ni het Klein Auditorium<br />

van ihet aloude gebouw op het Rapenburg'<br />

gehouden^ In k<strong>atholieke</strong><br />

kring is deze urgentie gevoeld en<br />

heeft men aan de universiteit te<br />

Nijmegen de dagbladwetenschap een<br />

gelijkwaardige plaats naast andere<br />

takken van wetenschap ingeruimd.<br />

Ook het curatorium van de gemeentelijke<br />

universiteit te Amsterdam en<br />

het gemeentebestuur van de hoofdstad-<br />

'hebben deze urgentie erkend<br />

en 'bij de oprichting van de 7e faculteit<br />

aan de dagbladwetenschap de<br />

haar toekomende plaats ingeruimd<br />

De Nederlandse regering schijnt<br />

echter van deze urgentie niet overtuigd<br />

te zijn 1 , ondanks het feit, dat<br />

zowel het k<strong>atholieke</strong> als het Amsterdamse<br />

element ruimschoots in haar<br />

vertegenwoordigd zijn. Of moet het<br />

aan onkunde en wanbegrip van de<br />

befcVümirldleren: onzer rijksuniversiteiten<br />

en hogescholen worden toegeschreven,<br />

dat nog op geen dezer instellingen<br />

ook maar een lectoraat in de<br />

dagbladwetenschap is ingesteld. Het<br />

Leidsche Universiteitsfonds voorziet<br />

srnds 1930 enigszins in deze leemte<br />

voor zover Delden betreft, van particuliere<br />

zijde worden de Utrechtse<br />

studenten in de gelegenheid gesteld<br />

aldaar enig inzicht in de dagbladwetenschap<br />

te verkrijgen.<br />

Hoe nodig zulks is heeft dr Schneider<br />

in zijn openbare les uiteengezet.<br />

Het steeds gecompliceerder karakter<br />

der nationale en internationale structuur,<br />

dat van de journalist op verantwoordelijke<br />

posten een steeds grotere<br />

kennis van allerlei wetenschappelijke<br />

en maatschappelijke versclhijntselen<br />

vereist |en daarom een<br />

speciale opleiding van journalisten<br />

langs wetenschappelijke weg nodig<br />

maakt, brengt 'ook steeds meer<br />

overheidspersonen, leiders van maatschappelijke<br />

instellingen en hoofden<br />

van bedrijven met de journalistiek en<br />

andere uitingsvormen van de pers in<br />

aanraking. De onkunde in de toonaangevende<br />

kringen van de maatschappij<br />

ten opzic'hte van de pers, is<br />

in Nederland ontstellend groot. Bij<br />

de betekenis van de pers voor het<br />

op leerling-journalis,ten van toepassing<br />

zijn.<br />

Art. 1,2 (No 1.)<br />

Aanvragen tot verlening van een<br />

abonnement uit hoofde van dit artikel<br />

zullen slechts in behandeling behoeven<br />

te worden genomen, indien<br />

zij zijn mede-ondertekend door de<br />

directie van de aanvrager.<br />

behoud van de democratische rechtsorde<br />

mag men zulks een nadeel noemen<br />

voor de Nederlandse volkskracht.<br />

Zowel in hét belang van de<br />

journalistiek en de journalist als in<br />

'het algemeen volksbelang is niet alleen<br />

de vestiging ener dagbladwetenschap<br />

in Nederland urgent, maar ook<br />

de gelegenheid voor zo- breed mogelijke<br />

kringen om zich in die wetenschap<br />

een inzicht te verstrekken.<br />

Al zijn wij dus allerminst met de<br />

gang van zaken aan onze rijksuniversiteiten<br />

voldaan, wij. verheugen er<br />

ons over, dat de „leeropdracht indertijd<br />

aan Lievegoed verstrekt, na een<br />

hiaat van bijna twee jaren, thans<br />

tenminste is gecontinueerd. Wij geloven,<br />

dat dr. Schneider op deze<br />

plaats zijn leermeester niet zal beschamen<br />

en wensen ihem van harte<br />

geluk met de aanvang zijner lessen,<br />

waarbij wij. de hoop uitspreken, dat<br />

zij niet alleen bij vele toekomstige<br />

leiders van ons maatschappelijk leven<br />

een beter inzicht in de betekenis<br />

van de pers zullen wekken, en dat zij<br />

zullen bijdragen tot de vorming van<br />

voor hun steeds moeilijker taak berekende<br />

journalisten, maar cat zij<br />

ook de overheid van universiteit en<br />

staat zullen overtuigen van de urgentie<br />

ener dagbiadwietenschap in<br />

Nederland.<br />

Het kleine-auditorium was Dinsdag<br />

19 October bijna te klein om alle<br />

belangstellenden te bevatten. Het<br />

deed ons genoegen naast 'de bestuurderen<br />

van het L


MAAKWERK VERSUS MAATWERK<br />

Bezwaren en gevaren van confectiejournalistiek<br />

N een'aantal uitmuntende artikelen,<br />

I waaruit wij meermalen het een en<br />

ander hebben overgenomen, heeft<br />

collega Lodewijk de uitgevers van<br />

nieuwsbladen er van trachten te<br />

overtuigen: Heren, geef aan uw blad<br />

een eigen cachet, karakter, persoonlijkheid<br />

en dos betekenis; laat 'het<br />

daartoe verzorgen door een redacteur-vakman,<br />

de enige die in staat<br />

is van uw kleine -krantje een goed<br />

krantje te maken.<br />

Wij geloven dat collega Lodewijk<br />

gelijk heeft en dat het dilettantisme<br />

in de journalistiek, ook in de „kleine<br />

krantjes", op den duur alleen maar<br />

tot mislukking en onheil kan leiden<br />

— al willen we graag erkennen dat<br />

er redacteuren-iuitgevers zijn geweest<br />

die ten volle tegen 'hun taak opgewassen<br />

bleken te zijn. (Maar die zijn<br />

dan ook na verloop van tijd boven<br />

hun aanvankelijk dilettantisme uitgegroeid.)<br />

Nog om een andere reden<br />

evenwel v«rdien(t h/et 'betoog van<br />

collega Lodewijk onze instemming en<br />

waar het mogelijk is onze steun. De<br />

kleine pers vormt een belangrijk afzetgebied<br />

voor onae journalistieke<br />

„waar'*, en een belangrijk terrein<br />

voor jonge (niet al te jonge!) journalisten<br />

om hun krachten zelfstandig<br />

te beproeven en ervaring op te doen.<br />

Vooral de journalist die zelf van<br />

plattelandse komaf is (een geboren<br />

stedlelimg zal met assimilatie-moei-,<br />

lijkheden; te kampen hebben) zal, na<br />

voltooiing van zijn eigenlijke opleiding<br />

bv. aan een flink provinciaal<br />

dagblad, in een tijd van zelfstandige<br />

werkzaamheid aan een nieuwsblad<br />

kostelijke ervaring kunnen verzamelen,<br />

die hem te stade zal komen als<br />

•hij daarna zijn vleugels verder wil<br />

uitslaan. Zulke mogelijkheden worden<br />

al te zeer verwaarloosd door degenen<br />

die de journalistiek in de eer-<br />

Iste plaats als een aangelegenheid<br />

van stedelijke aard beschouwen, en<br />

die vergeten dat verreweg het grootste<br />

deel van het Nederlandse volk<br />

voor zijn nieuwsvoorziening en voorlichting<br />

uitsluitend aangewezen is óp<br />

de provinciale en plaatselijke pers.<br />

Vooralsnog denkt een aantal uitgevers<br />

van „kleine krantjes" er anders<br />

over. Zij hebben minder belangstelling<br />

voor (en gewoonlijk ook<br />

minder verstand van —) de kwaliteit<br />

van hun blad dan voor d'e winst die<br />

het kan opbrengen. (De verspreidingsmogelijikheid<br />

is uit de aard van de<br />

zaak beperkt, in vergroting van oplaag<br />

kunnen ze het dus vaak niet<br />

zoeken. De opbrengst van de advertenties,<br />

die hiermee en met de structuur<br />

van het plaatselijk economisch<br />

leven samenhangt, 'kan evenmin<br />

makkelijk worden opgedreven. De<br />

papierleverancier heeft zijn prijs,<br />

drukinkt krijg je niet met korting en<br />

14<br />

de lonen in de typografie (de uitgever<br />

is meestal zijn eigen drukker)<br />

liggen vast in een C.A.O. Maar op<br />

de kopij is naar hartelust te bezuinigen.<br />

Hier komt het persbureau, of liever<br />

het persartikelen-bureau de uitgever<br />

van het „kleine krantje" te<br />

'hulp. Het levert hem voor een uiterst<br />

schappelijke prijs, laten we zeggen<br />

één tot twee tientjes in de maand,<br />

elke week een paar artikelen over<br />

de meest uiteenlopende onderwerpen,<br />

actuele en algemene: binnen- en<br />

buitenland, financiën en economie,<br />

sport, mode, kunst, korte verhalen,<br />

zo nodig met illustraties er bij (in de<br />

vorm van matrijzen: een gulden<br />

extra en wat betaal je voor het<br />

reproductierecht van een originele<br />

tekening of foto, die je dan nog moet<br />

laten clicheren ook?!) Kortom: met<br />

een abonnement op zo'n persartikelen-bureau<br />

is het „kleine krantje"<br />

al bijna klaar. De redacteur hoeft<br />

alleen nog maar te zorgen voor hét<br />

plaatselijk nieuws, de ingezonden<br />

stukken en de bonnenlijst.<br />

Het oprichten van een persartikelen-'bureau<br />

is een klein kunstje. Bedrijfskapitaal<br />

is er bijna niet voor<br />

nodig. Men bedenkt een naam, liefst<br />

een indrukwekkende naam, laat papier<br />

en enveloppen met een hoofd<br />

bedrukken, schaft zich een cyclostyle<br />

en een voorraad stencils aan alsmede<br />

het adresboek voor de Boekhandel,<br />

en men kan (beginnen!. Natuurlijk<br />

moet men dan nog de handigheic:<br />

hebben om stukjes te schrijven, of<br />

te laten schrijven, die zo algemeen<br />

zijn dat ze van Eysden tot Rcodeschool<br />

niemand aanstoot geven en<br />

toch de indruk, althans de illusie<br />

wekken dat er iets in staat — dat<br />

vereist een talent op zichzelf. Voorts<br />

moet men over enige welbespraaktheid<br />

beschikken en, vooral in het begin,<br />

op stap kunnen gaan om zijn<br />

waar aan de man te brengen.; Ten<br />

slotte moet men -een eenvoudige administratie<br />

kunnen voeren. Merkwaardig<br />

genoeg blijkt het laatste het<br />

moeilijkste te zijn. Menig klein maar<br />

'bloeiend persartikelen-ibureau is ten<br />

onder gegaan doordat de eigenaar<br />

leefdel van 'de lopende inkomsten,<br />

geen begrip had van zijn kostprijs,<br />

geen oog hield op de uitstaande posten<br />

en niet wist wat hij zijn medewerkers<br />

schuldig was. De meeste<br />

journalisten zijn nu eenmaal slechte<br />

boekhouders, en het is niet te geloven<br />

hoe groot de administratieve<br />

•chaos kan zijn die een argeloos man<br />

in een half jaar tijid's zelfs in een<br />

eenmansbedrijfje kan aanrichten.<br />

Argeloosheid is natuurlijk niet<br />

noodzakelijk een eigenschap van op­<br />

richters van peilsartikelen-bureaux.<br />

Het is hier misschien de plaats om<br />

een persoonlijke ervaring te vertellen<br />

die al veel jonge collega's tot lering<br />

is geweest.<br />

In het begin van mijn journalistieke<br />

loop'baan produceerde ik, door<br />

de nood gedreven, korte verhalen aan<br />

de lopende band. De afzet was tamelijk<br />

bevredigend, maar natuurlijk had<br />

ik na verloop van tijd een heel stapeltje<br />

geweigerde verhalen in een la<br />

liggen. Toen viel mijn aandacht op<br />

'n kleine advertentie in De Telegraaf,<br />

waarin schrijvers vari korte verhalen<br />

die geregelde afzetting van hun product<br />

wensten, werden verzocht een<br />

aantal proefstukken in te zenden onder<br />

nummer zoveel, bureau van dit<br />

(bladl.<br />

Wel, kwaad kon het nooit. En het<br />

had iets aanlokkelijks, voortaan al<br />

je kopij naar één adres te sturen in<br />

plaats van elk verhaal afzonderlijk<br />

te moeten onderbrengen. Bovendien<br />

kan een persbureau, dat één verhaal<br />

aan tien bladen en blaadjes kwijt<br />

kan, goedkoop leveren en toch zijn<br />

medewerkers behoorlijk betalen. Met<br />

deze overwegingen koos ik een dozijn<br />

verhalen uit mijn voorraad en zond<br />

ze aan Nr. zoveel, bureau De Telegraaf.<br />

En hoorde er natuurlijk nooit<br />

iets van. (Een behoorlijk bureau<br />

plaatst geen advertentie onder nummer.)<br />

Informatie bij De Telegraaf bleef<br />

natuurlijk zonder resultaat. Een aanklacht<br />

bij de politie (ik heb toch gezegd<br />

dat ik nog jong was?) werkte<br />

evenmin iets uit. Maar na een jaar<br />

bracht een toeval me op het spoor.<br />

Eén van mijn verhalen was geschreven<br />

naar aanleiding van een<br />

grappige gebeurtenis die ik van een<br />

logeetje had gehoord. 'Dit logeetje<br />

had mijn verhaal • gelezen voor het de<br />

deur uitging. Uit Apeldoorn;, waar zij<br />

woonde, zond zo me nu eensklaps<br />

een nummer van de Apeidoornso<br />

Courant waarin mijn kort verhaal<br />

was opgenomen, ondertekend met<br />

een pseudoniem dat niet het mijne<br />

was<br />

Een brief aan eoïïega Fjugaard<br />

bracht onmiddellijk de gewenste opheldering.<br />

Met zijn gewone welwillendheid<br />

schreef hij dat hij er geen<br />

vermoeden van had gehad dat het<br />

verhaal van mij was; hij had het,<br />

met een aantal andere, ontvangen<br />

van de Verenigde Persbureaux in Den<br />

Haag, van wie hij deze soort van<br />

kopij geregeld betrok tegen een vast<br />

tarief.<br />

Nu wendde ik me tot het opgegeven<br />

adres en kreeg natuurlijk<br />

wéér geen antwoord. Er was een<br />

nieuw bezoek aan de politie nodig<br />

om de heren aan 't schrikken te maken.<br />

Daarop volgdie' een verklaring:<br />

mijn verhalen ' waren (alle twaalf)<br />

afgekeurd; door een fout van de expeditie<br />

was echter toch één er van


(voorzien van een pseudoniem dat<br />

ik er niet onder had gezet!) in<br />

een zending aan „een onzer relaties"<br />

terecht gekomen. Mijn vraag, waarom<br />

dit dan niet in elk geval gehonoreerd<br />

was, werd beantwoord met een<br />

verontschuldiging: men had zóveel<br />

proefkopij ontvangen, dat het niet<br />

doenlijk was geweest van alle verworpenen<br />

ide adnasisen te noteren.<br />

Waar dan mijn andere elf verhalen<br />

gebleven waren? Die waren vernietigd.<br />

Maar het geplaatste verhaal<br />

kreeg ik, hoewel' het eigenlijk öngeischukt<br />

Jwas, natiuurl|ij(k alsnog 'betaald.<br />

Met ƒ 2,50' als ik me goed<br />

herinner<br />

Veel later heb ik de directeur van<br />

de Verenigde Persburcaux teruggezien.<br />

Hij droeg een dubbele naam en<br />

een indrukwekkend uniform. Een<br />

zwarte.<br />

* *<br />

*<br />

Men mene niet dat ik hiermee iets<br />

ten nadele van persartikelen-bureaux<br />

in het algemeen heb willen zeggen,<br />

of ook maar suggereren. Het goede<br />

perisartikelen-bureau kan, en zal, zijn<br />

medewerkers behoorlijk en soms zeer<br />

behoorlijk betalen. Het kan dit doen<br />

dank zij het principe van grote omzet<br />

bij lage prijs. Maar hierin ligt nu<br />

juist voor ons journalisten het gevaar.<br />

Immers, die grote omzet houdt<br />

in dat tien", twintig bladen voorzien<br />

worden van hetzelfde verhaal, hetzelfde<br />

modepraatje, 'hetzelfde 'buitenlandse<br />

overzicht. In ihet gunstigste<br />

geval wordt de schrijver daarvan<br />

goed betaald. Maar ten koste van<br />

negentien collega's van wier dienisten<br />

nu geen gebruik kan worden gemaakt.<br />

Journalistiek ligt er in de productie<br />

van kopij voor persartikelen-bureaux<br />

het gevaar . dat men zijn<br />

persoonlijkheid, ook als vakman,<br />

"vergooit en zijn niveau verlaagt.<br />

Journalistiek wordt marktwaar. Het<br />

persoonlijke artikel wordt massaartikel.<br />

Terecht heeft collega Lodewijk<br />

er op gewezen dat dit de dood<br />

is voor de bladen die zulke kopij<br />

plaatsen. Het is echter evenzeer funest<br />

voor degenen die ze schrijven,<br />

en voor de waardigheid en het peil<br />

van de journalistiek in het algemeen.<br />

Economisch brengt de opkomst<br />

van het persartikel-bureau voor<br />

ons dit gevaar mee, dat onze markt<br />

bedorven wordt. • De prijzen worden<br />

gedrukt tot ver beneden het niveau<br />

waarop voor een individuele journalist<br />

medewerking aan een blad nog<br />

mogelijk is. De belangstelling voor<br />

het werk van de free lance wordt<br />

vermoord: wat zal een redacteur nog<br />

individuele inzendingen gaan lezen<br />

ais hij voor een prikje elke week een<br />

Pak kopij op zijn bureau krijgt waarin<br />

hij maar hoeft te graaien? Op den<br />

duur wordt het onpersoonlijke massaartikel,<br />

dat 'hoogstens prikkelt tot<br />

Instemming maar om |elke controverse<br />

heenglijdt, zo algemeen, dat<br />

e en meer individuele journalistiek<br />

niet eens meer op prijs wordt gesteld.<br />

Samengevat: het persartikelen-bur<br />

eau dreigt het karakter van de jour­<br />

nalistiek en van de journalisten aan<br />

te tasten. Het tast in elk geval het<br />

bestaan van de journalisten aan,<br />

want-wanneer het (in het gunstigste<br />

geval') enkelen goed betaalt, kan het<br />

dit alleen doen doordat het velen het<br />

brood uit de mond stoot.<br />

Ten aanzien van het karakter zei<br />

ik: dreigt aan te tasten. Het hoeft<br />

natuurlijk niet. Een goed persartikelen-bureau<br />

kan, voor een beperkte<br />

groep van kleine nieuwsbladen, nuttig<br />

werk doen. (Maar, en hier krijgt<br />

collega Lodewijk weer gelijk: alloen<br />

als zulke bladen worden geredigeerd<br />

door een* vakman, want deze alleen<br />

kan persbureau-kopij met het oordeel<br />

des onderscheids behandelen.)<br />

Maar laten we er geen- doekjes<br />

om winden: de werkelijkheid is<br />

vaak anders. Voor mij ligt een bundel<br />

perskopij van een bureau met een<br />

indrukwekkende naam, gedekt door<br />

medewerkers die geen onbekenden<br />

zijn. De inhoud is zo onbenullig, dat<br />

ito de heren bizonder graag met hun<br />

eigen pakket om de oren zou willen<br />

slaan. Zo van „Wat doet het er toe,<br />

't is toch maar voor. die boeren in de<br />

provincie". Taal en stijl zijn van dien<br />

•aard, dat mijn vriend Discipulus aan<br />

dit éne (week)pakket voor maanden<br />

„Humor en Menselijkheid<br />

in de journalistiek"<br />

Op uitnodiging van de Haagse<br />

Journalisten Vereniging en de Kring<br />

Zuid-Holland van de K.N.J.K. heeft<br />

mr. E. Elias, redcateur van „Elsevier's<br />

Weekblad" Dinsdagavond 19<br />

October in „Boschlust" in den "Haag<br />

gesproken over ,,Humor en menselijkheid<br />

in de journalistiek."<br />

Wat min of meer zwaarwichtig als<br />

een „voordracht" was aangekondigd,<br />

werd een genoeglijk praatje met gedachtenwisseling,<br />

waarin het onderwerp,<br />

luchtig gehanteerd, niet „uitputtend"<br />

werd behandeld. Collega<br />

Elias vond van „human interest", die<br />

combinatie van humor, menselijkheid<br />

en wijsheid, waarvan de Amerikaanse<br />

pers de primeur heeft gehad, te weinig<br />

in onze bladen. En dit is nu juist<br />

het element dat de Amerikaanse en<br />

Engelse bladen zo leesbaar maakt.<br />

Spr. noemde de goede Amerikaanse<br />

pers de beste van de wereld en de<br />

Parijse editie van de „New York He-<br />

genoeg zou hebben. Kortom, een<br />

krant die deze rommel zou opnemen,<br />

zou een caricatuur en een aanfluiting<br />

worden. Zo'n („Sinertkrantje"<br />

(het woord is van collega Lodewijk),<br />

waar de stedeling in zijn zomerpension<br />

om zit te schudden: „Moet je<br />

dat boerenkrantje eens zien!" Maar<br />

de kopij komt uit de Amsterdamse<br />

Fleet Street.<br />

Confectie is geen schande. Het is<br />

igeen schande confectiejounnalistiek<br />

te gebruiken, en evenmin ze te vervaardigen.<br />

Maar wie dit doet, dient<br />

zich toch wel enkele dingen af te<br />

vragen.<br />

Is het bedrijf waarvoor ik ga werken<br />

bona fide? Wordt het goed geredigeerd,<br />

en zakelijk goed geleid?<br />

Is hetgeen de afnemers geboden<br />

wordt van goede kwaliteit, en in alle<br />

opzichten verantwoord? En vooral:<br />

help ik niet, ter wille van onmiddellijk<br />

persoonlijk gewin, de markt bederven<br />

—• niet alleen voor eeni grote<br />

groep van collega's maar op den<br />

duur ook voor mezelf?<br />

De kip legt voor ons nu eenmaal<br />

zelden gouden eieren, hoogstens zilveren.<br />

Laten we oppassen dat we<br />

ihêt dier in fleurig leven houden.<br />

Y. F.<br />

raid Tribune" de beste van Europa.<br />

Humor en menselijkheid zijn in zekere<br />

zin synoniem. „Het „menselijke" in<br />

een blad spreekt ieder aan. En in<br />

deze menselijkheid izit ook nieuws.<br />

Als bijv. van Hitler wordt verteld, dat<br />

hij in een bioscoop snoepjes placht te<br />

eten, of van de Gaulle, dat hij 60<br />

Players per dag rookte, zegt dat iets<br />

omtrent hun persoonlijkheid. Menselijkheid,<br />

humor en wijsheid dooreengemengd<br />

zijn 't die de lezers dadelijk<br />

doen grijpen naar stukjes, zoals deze<br />

dagelijks uit de pen vloeien van Knap<br />

en Simon Carmiggelt. Een dagblad,<br />

dat succes wil hebben, moet óók ^human<br />

interest" tonen. Overigens is de<br />

humor in de journalistiek heus altijd<br />

niet humoristisch, niet zo „lollig". Er<br />

gaat een beetje wereldwijsheid onder<br />

gemengd. En wat men in een hoofdartikel<br />

niet kan zeggen, kan men wel<br />

luchten in een rubriek als „Praetvaria"<br />

en dan slikt men 't!<br />

Collega D. J. Lambooy dankte als<br />

voorzitter mr. Elias uit naam van de<br />

leden en hun dames voor zijn causerie.<br />

Op de Persafdeling van een Departementale Voorlichtingsdienst<br />

kan worden geplaatst een<br />

JOURNALIST<br />

met practische ervaring voor redactionele en organisatorische<br />

werkzaamheden.<br />

Sollicitaties te richten tot de Centrale Personeelsdienst, Binnenhof<br />

4 te 's-Gravenhage, onder motto G/Jour.—205.<br />

15


CHARIVARÏA<br />

Bezet gebied<br />

U hebt er niets • te zoeken dan ademnood.<br />

(Vrije Volk).<br />

Een meer efficiënt gebruik van het<br />

paard in het bedrijf, middels een deskundig<br />

rij- en menonderricht. (N. R. O.<br />

Geldinzamelingsacties, die middels gewone<br />

radiospeeches geld in het laadje<br />

brengen. (Volkskrant).<br />

Dit begeesterend woord. (Schoolblad).<br />

Wanneer men eerst het Leerboek der<br />

Psychologie heeft doorgenomen<br />

(Schoolblad).<br />

De kleine Arabier kan een oorlog beëindigen.<br />

(Groene).<br />

De zeer in zijn eigen rhetoriek verliefde<br />

Manuilski. (Tijd).<br />

Een Kuuroord op de Veluwe. (N. R. C).<br />

Het Brusseler Pact van Vijf.<br />

(Vrije Volk).<br />

Binnen het raam der organisatie.<br />

(N. R. C).<br />

Hjaar techniek is niet moeiteloos genoeg.<br />

(Vrije Volk).<br />

Dageraad der vrijheid<br />

Men verheelt zich niet dat de droeve<br />

noodzaak van het consolideren van de<br />

Westeuropese verdediging ongetwijfeld<br />

de desbetreffende staten er toe zal dwingen<br />

werkkrachten en economische mogelijkheden<br />

voor militaire doeleinden aan<br />

te v-enden. (Vrije Volk).<br />

Dat gaat zo: je wilt schrijven,<br />

„betreffende"; te rechter tijd herinner<br />

je je dat dit Duits is en je aarzelt<br />

wat is ook weer het Nederlandse<br />

woord voor „betreffende"<br />

o ja, „desbetreffende", en ziedaar,<br />

het staat er. Van hier af is het nog<br />

een lange weg voor je gewoon, en<br />

• zonder eerst in het Duits te denken,<br />

„betrokken" schrijft, maar "de eerste<br />

stap is gezet. Volhard en waak.<br />

Engelse ziekte in hevige graad<br />

Eenmaal brandweerman, is de dienst<br />

een zware. (Haagsche Post).<br />

Nog erger<br />

Waar zelfs een Engelsman zou<br />

schrijven ,,the closest relations",<br />

meent Het Vrije Volk te moeten zetten:<br />

De meest nauwe betrekkingen.<br />

Moeilijk Nederlands<br />

Zij schifte het rijp van het groen.<br />

(Vrije Volk).<br />

Maandagmorgen teste Job de Roos die<br />

kracht nog eens in Rotterdam. (Parool).<br />

Ga zo voort: al schiffend en tessend<br />

kom js er wel.<br />

Moeilijk Frans<br />

Représailles. (Vrije Volk — 15 maal in<br />

één artikel, om te bewijzen dat het geen<br />

drukfout is).<br />

Er naast<br />

Naast al die moorden bleek, dat Schaap<br />

een van de ergste beulen van het Scholtenshuis<br />

was geweest. (Alg. Hbl.).<br />

Occulte vermogens van gassen<br />

Toen kwamen de gassen op de<br />

' brandweerlieden af. Die gassen biologeerden<br />

hen. De brandweerlieden<br />

16<br />

konden zich er niet tegen verzetten.'<br />

Ze voelden dat ze iets moesten doen,<br />

hoewel ze het niet wilden. En ze deden<br />

het: ze bedwelmden. — Vandaar<br />

dat de Haagsche Post kon schrijven<br />

over:<br />

Gassen die enige brandweerlieden<br />

deden bedwelmen.<br />

Bilocatie van een mes 0<br />

Uitblijven van voldoende hulp zal voor<br />

deze gebieden het mes aan twee ongunstige<br />

kanten tegelijk doen snijden.<br />

(Trouw).<br />

Het welig sissende bloed<br />

Het bloed en de wraak echter, die in<br />

het door de Duitsers als slagveld misbruikte<br />

Italië niet minder welig opsisten,<br />

komen in het tweede deel.<br />

(Vrije Volk).<br />

Gezelsschapsspelletje<br />

Lees in een niet al te kleine kring<br />

de volgende zin uit Het Parool voor:<br />

De U. M. Elsevier heeft de Nederlandse<br />

vertaling- voortreffelijk en naar betekenis<br />

waardig verzorgd.<br />

Stel nu de volgende vragen: 1.<br />

Hoort „voortreffelijk" bij „waardig"<br />

of bij „verzorgd"? 2. Hoort „naar<br />

betekenis" bij „waardig" of bij „verzorgd"?<br />

3. Moet er ergens een komma<br />

staan die er niet staat ? 4. Wat<br />

heeft de schrijver precies bedoeld?<br />

5 Is het goed Nederlands?<br />

Succes verzekerd. Binnen een<br />

kwartier komen de buren vragen<br />

wat er aan de hand is.<br />

Haarcultuur<br />

Hij verklaarde, dat de regering de departementale<br />

verkiezingen heeft ingesteld<br />

om haar geheel en al af te schaffen.<br />

(Vrije Volk).<br />

Het is Discipulus bekend dat dit<br />

goed is. Precies volgens „de" grammatica.<br />

Dat is juist het grappige er<br />

van. Snapt u?<br />

Bedrieger!<br />

Iedere dagbladcriticus die er zich op<br />

beroemt dat zijn critieken objectief zijn,<br />

bedriegt zijn lezers niet alleen, doch hij<br />

is hun bovendien van generlei hulp<br />

of nut. .<br />

(Sat. Review of Litterature, New York).<br />

(Elsevier, 16 Oct., blz. 5).<br />

De (New Yorkse) Saturday Review of'<br />

Literature.^. 4. ledere toneelcriticus die<br />

zich erop beroemt dat hij objectief is,<br />

bedriegt zijn lezers niet alleen, doch bovendien<br />

is hij hun in geen enkel opzicht<br />

van nut.<br />

(Elsevier, 16 Oct., blz. 16).<br />

Het opschrift is van Elsevier.<br />

Een raadgeving . . .<br />

Een zin mag b.v. uit niet meer dan 19<br />

woorden bestaan en 100 woorden mogen<br />

hoogstens 150 lettergrepen bevatten<br />

Associated Press., stelde èen memorandum<br />

op voor haar employe's, waarin deze<br />

voor de keuze werden geplaatst: — Zeg<br />

het kort of anders er uit! Adj. Directeur<br />

Alan Gould verklaarde: „Maar al<br />

te vaak zoeken we naar de ingewikkeldste<br />

manier om de eenvoudigste dingen<br />

te zeggen."<br />

Mij dunkt, dat ook menige Nederlandse<br />

journalist dit eenvoudige lesje ter harte<br />

kan nemen!<br />

(C. Ballintijn in De Journalist van<br />

Juni 1948).<br />

... en een voorbeeld<br />

Nu de eigenares van het vliegveld<br />

Ypenburg in enige hoogstaande nota's<br />

de aandacht heeft gevestigd op de mogelijkheid<br />

om op weinig kostbare en<br />

snelle wijze dit luchtvaartterrein uit te<br />

breiden tot een luchthaven van zodanige<br />

aard en capaciteit, dat dit voorlopig de<br />

meest dringende behoeften van Rotterdam<br />

zou kunnen bevredigen, en nu enige<br />

Rotterdamse week- en dagbladen hierin<br />

aanleiding vonden om het gesprek over<br />

de vliegveldquaestie-Rotterdam meer<br />

perspectief te verlenen, kan het goed<br />

zijn te waarschuwen voor het hervatten<br />

van een strijd met woorden over deze<br />

aangelegenheid, welke maar al te gauw<br />

in onvruchtbare geprikkeldheid kan ontaarden.<br />

(„Van Geachte Rotterdamse zijde"<br />

in de N. R. C. van 13 Oct. 1948).<br />

CORRESPONDENTIE.<br />

R. D. J. te A. critiseert De Journalist<br />

wegens „a 1'impossible nul<br />

n'est tenu", dat zou betekenen „aan<br />

het onmogelijke is niemand niet (dus<br />

iedereen wél) gehouden", en wegens<br />

jeu („de jeu van sfeer en stemming").<br />

„Waarom niet „jui" ? Dan<br />

hadden wij ook phonetisch de Amsterdamse<br />

uitspraak van jus gehad."<br />

Maar niet de spelling die zowel<br />

Koenen als Van Dale geven voor<br />

jeu = fleurigheid, aardigheid; hetgeen<br />

luister, geurig- oflUeurigheid<br />

aan een zaak verleent, opschik. — De<br />

Amsterdamse uitspraak van jus is bij<br />

mijn weten sju.<br />

Iedere veilingmeester roept, voor<br />

hij een koop toewijst: „Niemand<br />

niet?" zonder dat dit aanleiding<br />

geeft tot het misverstand als zouden<br />

alle aanwezigen tegelijk een hoger,<br />

bod doen. De mededeling „Ik heb. er<br />

geen zin aan" wordt door toevoeging<br />

van een tweede ontkenning: „Ik heb<br />

er niets geen zin aan", niet omgekeerd,<br />

maar ijuist versterkt. Men<br />

kan de levende taal niet negeren,<br />

veel minder op theoretische gronden<br />

volhouden dat ze het tegenovergestelde<br />

zegt van wat iedereen er uit<br />

verstaat. (De omgekeerde redenering:<br />

dat alles wat gezegd wordt nu<br />

ook goed genoeg is voor de krant,<br />

neem ik niet voor mijn rekening.)<br />

Overigens is „è. 1'impossible nul n'est<br />

tenu" uitermate correct Frans.<br />

J. H. d. G. te A. heeft gelijk: het<br />

zelfstandig naamwoord smokkel is<br />

door Van Dale en Koenen aanvaard<br />

en blijkt volgens het Wbk. al in de<br />

17de eeuw in gebruik te zijn geweest.<br />

Vroeger werd het (bij mijn weten)<br />

zelden gebezigd; in de oorlog werd<br />

het schering en inslag. Haje verwerpt<br />

het (blijkbaar ten onrechte) als germanisme.<br />

Maar * ik had verder moeten<br />

kijken dan zijn en mijn neus<br />

lang was. DISCIPULUS

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!