27.09.2013 Views

Management Scope 04 2007

Management Scope 04 2007

Management Scope 04 2007

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

APRIL <strong>2007</strong>, € 8 ,90<br />

Goochelen met groei


Nieuwe ruimten binnengaan.<br />

Openstaan voor vernieuwing.<br />

Cfo’s met inzicht laten zich niet op de kop zitten<br />

door regels, wetten en codes.<br />

Die vinden ze zelf ook belangrijk.<br />

Zij zien er als ondernemer juist nieuwe<br />

mogelijkheden in. Nieuwe kansen.<br />

Zij. En wij.<br />

Deloitte.<br />

Zien waar de kansen liggen.<br />

www.deloitte.nl/cfo ©Deloitte <strong>2007</strong>


Gelooft u in reïncarnatie?<br />

Hier staat het bewijs.<br />

Met de C6 introduceert Citroën een nieuwe legende. Net als zijn illustere voorganger, de DS, verleent zijn design hem direct de status van een<br />

klassieker. En net als in de DS genieten inzittenden van het unieke hydropneumatische veersysteem. Natuurlijk heeft de tijd niet echt stilgestaan en<br />

zit de C6 vol technologisch hoogstaande innovaties. Bijvoorbeeld de hydractieve vering die elektronisch is geregeld en daarmee garant staat voor<br />

optimaal comfort en een ideale wegligging. Of het head-up display dat belangrijke informatie op de voorruit projecteert. Technisch hoogwaardig is<br />

ook de fluisterstille 2.2 HDi-motor waarmee deze auto vanaf nu leverbaar is. Ach, de luxe van rijden in een C6 kunnen wij u noch met woorden, noch<br />

met beelden doen ervaren. Wij nodigen u dan ook graag uit voor een proefrit.<br />

Vanafprijs € 53.200, incl. BTW en BPM, excl. verwijderingsbijdrage en kosten rijklaar maken. Leaseprijs € 1.125 is excl. BTW, Full<br />

Service & Operational Lease excl. brandstof inclusief metaallak, via Citroën Leasing & Financiering op basis van 48 maanden,<br />

20.000 km per jaar. Brandstofverbruik 6,6-11,2 l/100 km. (1 op 15,1-8,9): CO2-emissie: 175-266 g/km. De C6 is getest door EuroNCAP in<br />

november 2005 en heeft de maximale score van vijf sterren in de categorie Bescherming volwassen inzittenden gekregen. Standaard<br />

uitrusting is afhankelijk van de motorversie. Prijs- en specificatiewijzigingen voorbehouden. Voor meer informatie kijk op www.citroen.nl.<br />

Citroën prefereert .<br />

24 Groei<br />

Innovatie is de motor achter groei. En concurrentie achter die<br />

van innovatie. Daar is Nederland nu juist geen ster in. Positief<br />

geformuleerd: de Nederlandse detailhandel heeft nog veel<br />

groeipotentie.<br />

38 Luxeprobleem<br />

In de 46 jaar dat Randstad bestaat, heeft het een gemiddelde groei<br />

laten zien van niet minder dan twintig procent per jaar. “Groei zit<br />

ons in de genen,” aldus bestuursvoorzitter Ben Noteboom.<br />

16 Saaie man op overnamepad?<br />

“Ik ben liever saai dan dat ik zaken binnen haal<br />

waarvan ik later niet kan verklaren waarom ik<br />

er zo veel voor heb betaald,” zo verklaart ceo<br />

Ad Scheepbouwer van KPN zijn conservatieve<br />

- of moderne? - groeistrategie.<br />

34 Partners moeten zich aanpassen<br />

Zelf werkt ze zestig uur, maar haar personeel mag niet meer<br />

dan veertig uur werken. Anja Groeneveld, executive partner van<br />

inhoud<br />

Accenture, gaat voor groei. Maar dat het personeel zich rotwerkt,<br />

is niet de manier.<br />

44 Geen reden voor groei<br />

Waarom moeten bedrijven groeien? Omdat er anders niks aan is,<br />

het bedrijfsleven. Maar die dubbele cijfers, is dat echt nodig? Geen<br />

boom haalt het in zijn stam tot aan de hemel te groeien, zeggen<br />

de antigroei-economen.


Elke maand Verder deze maand<br />

9 Commentaar<br />

10 De Scopist<br />

14 Signalen<br />

23 Column Jeroen Smit<br />

31 Wandelgangen<br />

33 Komen & Gaan<br />

48 Need to Read<br />

70 Kunst<br />

73 Auto<br />

74 Reizen<br />

MANAGEMENT SCOPE<br />

A MEETING OF MINDS<br />

APRIL <strong>2007</strong><br />

ISSN 1387-5183<br />

Een uitgave van <strong>Scope</strong><br />

Publishing B.V. <strong>Management</strong><br />

<strong>Scope</strong> is aange sloten bij<br />

Het Instituut voor Media Auditing<br />

ABONNEMENTEN<br />

De abonnementsprijs van<br />

<strong>Management</strong> <strong>Scope</strong> bedraagt<br />

€ 89,50 per jaar. Losse nummers<br />

€ 8,90 (inclusief 6% BTW).<br />

Schriftelijke annulering van<br />

abonnementen is mogelijk<br />

tot uiterlijk twee maanden<br />

voor het begin van het nieuwe<br />

abonnementsjaar. Voor meer<br />

informatie kunt u contact<br />

opnemen met <strong>Scope</strong> Publishing.<br />

ADRESWIJZIGINGEN<br />

Het doorgeven van adreswijzigingen<br />

aan de administratie dient<br />

schriftelijk te gebeuren.<br />

60 ‘Niet verkopen zolang ik leef’<br />

Zijn kinderen gaan waarschijnlijk geen leiding geven in het bedrijf.<br />

Dat geeft niet, zegt directeur Kommer Damen van Damen Shipyards.<br />

Maar o wee als ze de aandelen verkopen terwijl hij leeft.<br />

56 Niet te stoppen<br />

Voorpublicatie boek van Chris Zook<br />

58 Wat de klant wil<br />

ADMINISTRATIE EN REDACTIE<br />

Postbus 23<br />

1190 AA Ouderkerk a/d Amstel<br />

Telefoon: 020-311 37 99<br />

Fax: 020-696 48 74<br />

info@managementscope.nl<br />

www.managementscope.nl<br />

Advertentie-exploitatie:<br />

020-311 37 98<br />

Redactie: 020-311 37 97<br />

redactie@managementscope.nl<br />

DIRECTEUR/UITGEVER<br />

Walter Vesters<br />

ADVERTENTIEVERKOOP<br />

Edgar van Bueren<br />

(commercieel manager),<br />

Nouchka Jonker<br />

HOOFDREDACTEUR<br />

drs. Quinty Danko<br />

EINDREDACTEUR<br />

Marjan Bleeker<br />

REDACTIECOÖRDINATOR<br />

drs. Marlous van Krieken<br />

BLADMANAGER<br />

Martijn Lub<br />

Gerichte informatie<br />

64 New boys network<br />

Netwerken in kunstkring en in Europa<br />

66 APK voor commissarissen<br />

Doe aan zelf-evaluatie<br />

50 In Oost-Europa zit de groei<br />

Een mediabedrijf dat het haalt op alleen autonome groei? Geen<br />

haalbare kaart. Dat meent Eija Ailasmaa, ceo van Sanoma<br />

Magazines. Groeien doet ze op het moment vooral in Oost-Europa,<br />

waar Men’s health als stijlbijbel geldt.<br />

MEDEWERKERS<br />

drs. Miloe van Beek, drs. Bim<br />

Bensdorp, Saskia Bruyn,<br />

Carien van Dijk, drs. Aldo<br />

Dikker, mr. Dave Dirks, drs.<br />

Philip Dröge, drs. Ilse Engwirda,<br />

Ron van Gelderen, drs. Linda<br />

Huijsmans, Rita Jager, drs.<br />

Twan van de Kerkhof, drs.<br />

Geertje Kindermans, ing. Leo<br />

Klaver, Herman Kleintjes,<br />

Koen van Santvoord, drs.<br />

Irene Schoemakers, drs. Jan<br />

Schoenmakers, drs. Jeroen Smit,<br />

Mark van de Voort, Ivo Weyel,<br />

drs. Erwin Wijman, drs. Marike<br />

van Zanten, drs. Cok de Zwart<br />

INTERVIEWERS<br />

prof. dr. Tineke Bahlmann (lid<br />

Commissariaat voor de Media),<br />

drs. ing. Peter Bakker (ceo TNT),<br />

Leendert Bikker (oprichter<br />

Branson & Guevara), drs. Herman<br />

Bol (lid raad van bestuur UMC<br />

Utrecht), Theo Bouwman (oudbestuurs<br />

voorzitter PCM Uitgevers),<br />

Marco Gianotten (directeur Giarte<br />

Media Group), ir. Eric de Groot<br />

(partner Boer & Croon), Rob ten<br />

Heggeler (lid RvB Rabobank<br />

International), Piet Hoogendoorn<br />

RA (chairman Deloitte), Philip<br />

Houben (ceo Wavin), Cees Janssen<br />

RA RV (Navitas Capital), Haico<br />

Meijerink (directeur Wolters<br />

Kluwer LTRE), Ronald Meijers (lid<br />

executive board Kraut hammer<br />

Int.), drs. Andy Mosmans (directeur<br />

ARA Groep), Frans Nauta (China-<br />

en innovatiedeskundige), dr. Paul<br />

Nobelen (bestuursadviseur), Cees<br />

Pronk MBA (director business<br />

development Hay Group), drs.<br />

Harry Starren (directeur de Baak),<br />

drs. Saskia J. Stuiveling (president<br />

Algemene Rekenkamer), Jeanine<br />

van der Vlist (ceo Worldmax), dr.<br />

Hans Wijers (bestuursvoorzitter<br />

Akzo Nobel)<br />

VORMGEVING<br />

thielenpeters advertising<br />

Jeroen Peters (art-director),<br />

Colette Korteweg,<br />

Tim Pootjes<br />

FOTOGRAFIE<br />

Marco Bakker, Erik van der Burgt,<br />

Lex Draijer, Diederik van der Laan,<br />

Anya van Lit, Sjaak Ramakers,<br />

Rob van der Vet, Ton Zonneveld<br />

Het magazine<br />

voor topmanagers<br />

en managers<br />

die naar de top willen<br />

Abonnee worden?<br />

Kijk op<br />

www.managementscope.nl<br />

ILLUSTRATOR<br />

Aad Goudappel<br />

COVER<br />

Thielenpeters<br />

DRUKWERK/DISTRIBUTIE<br />

Roto Smeets, Weert<br />

OPLAGE 52.627 exemplaren<br />

(opgave HOI 2006)<br />

COPYRIGHT <strong>2007</strong><br />

Niets in deze uitgave mag worden<br />

ver menigvuldigd en/of openbaar<br />

gemaakt door middel van druk,<br />

foto-kopie, microfilm of op welke<br />

andere wijze dan ook, zonder<br />

schriftelijke toestemming van de<br />

uitgever.<br />

HET VOLGENDE NUMMER<br />

Verschijnt: 27 april<br />

Sluiting advertenties:<br />

10 april<br />

De bank van kracht<br />

en durf.<br />

Je hoeft als bank niet aan de Zuidas te zitten<br />

om sterk te zijn. Maar wel de moed hebben om<br />

te anticiperen op klanten die ondernemen<br />

om te winnen. Je moet wél precies weten hoe lang<br />

de polsstok is. Maar die kennis kunt u een Friese<br />

bank wel toevertrouwen. frieslandbank.nl<br />

Willen is kunnen


www.sandd.nl<br />

De populariteit van Sandd is inmiddels zo groot<br />

dat iedereen ervan wil meeprofiteren.<br />

Het op één na grootste postbedrijf van Nederland.<br />

Groeien en afbreken<br />

Groeien moet, anders haken aandeelhouders af. En ook een economie<br />

moet groeien, anders kunnen we met z’n allen niet ieder jaar weer meer<br />

verdienen. Maar is dat nu werkelijk zo nodig? Kunnen aandeelhouders en<br />

anderen niet eens genoegen nemen met wat ze hebben?<br />

Nee. Hoewel antigroei-economen proberen anders te beweren op pagina<br />

44, ver komen ze er niet mee. Er is geen weg terug. Maar waar moet de<br />

groei vandaan komen? Met alleen beter of harder werken, zijn we er niet.<br />

Overnames dan? Tja, topmannen zijn er inmiddels wel achter dat groeien<br />

om het groeien door fusies of overnames ook niet altijd de juiste weg is.<br />

En als ze er nog niet achter zijn, dan worden ze er wel fijntjes op gewezen<br />

door de mondige aandeelhouders. Terug naar de kern is weer het devies, en<br />

of dat nu via een beursgang of een strategische verkoop gaat, onderdelen<br />

die niet passen, moeten worden afgestoten. Dat zagen we bij Akzo Nobel en de verkoop van Organon.<br />

Waar moet dan de groei en vooruitgang vandaan komen? Van innovatie. En innovatie kan niet zonder<br />

concurrentie, beschrijft Mathijs Bouwman op pagina 24. Opengooien dus die markten. Dan kunnen we<br />

ook nog wat meer van de groei van andere economieën meepikken.<br />

Quinty Danko<br />

Hoofdredacteur<br />

PS Samen met Deloitte hebben we gekeken wat er op de agenda van de cfo staat. In de bijgevoegde special<br />

leest u dat het leven voor hem draait om fusies, overnames en splitsingen. Bovendien verandert zijn rol in<br />

razend tempo, waar het accent op de interne en externe verslaggeving lag, gaat het nu vooral om overnames<br />

en het vraagstuk van aandeelhouderswaarde.<br />

Reageren op qdanko@managementscope.nl<br />

Reacties<br />

Column Willem Hollander (februari <strong>2007</strong>)<br />

De heer Hollander van het NCD schrijft in zijn column: “... Die paar uitschieters in het nieuws (directeuren met exorbitante<br />

salarissen of stijging daarvan), geven dus een volstrekt verkeerd beeld van de hele beroepsgroep.”<br />

Ik zou zeggen:<br />

Doe (bijvoorbeeld in NCD-verband) wat aan die misplaatste exorbitantie, onder andere om er voor te zorgen dat het<br />

uitschieters blijven. En verder: die uitschieters geven net zo’n verkeerd beeld wanneer ze niet in het nieuws komen,<br />

alleen komt de beroepsgroep er dan misschien wat makkelijker mee weg. Maar dat kan toch niet de bedoeling zijn?<br />

Dus ik zou zeggen: don’t blame the messenger.<br />

Joost van der Vleuten, rijksambtenaar<br />

commentaar<br />

APRIL <strong>2007</strong> 9


descopist<br />

10 MANAGEMENT SCOPE<br />

Foto: Ringo<br />

Chinese brainpower overklast polderintelligentie<br />

Het duurt niet lang meer en dan komen Chinese bedrijven ónze studenten scouten. Vraag<br />

is dan: zijn wíj nog wel goed genoeg? De Chinese brainpower begint namelijk al behoorlijk<br />

te concurreren met onze denkkracht.<br />

Lange tijd meenden we dat we niet bang hoefden te zijn voor de communistische kapitalisten, aangezien zij slechts<br />

nuttig waren als leverancier van goedkope wegwerparbeid. Die gedachte is achterhaald. De Chinezen hebben ons<br />

verslagen met lagere loonkosten, maar over niet al te lange tijd passeert de Chinese economie ons ook in intelligentie.<br />

Het recente partijcongres openbaarde een paar opmerkelijke feiten. De Chinese markteconomie gaat een tweede<br />

fase in. Niet langer is ongebreidelde groei de prioriteit van de Chinezen. In Peking is het besef doorgebroken dat<br />

diepte-investeringen in onderwijs, een fatsoenlijk rechtssysteem en een sociaal vangnet even belangrijk zijn voor een<br />

gezonde groei, als lompe omzetexplosies. De Aziatische tijger begint tegenwoordig al met twee woorden te praten,<br />

met mes en vork te eten en in krijtstreeppakken rond te lopen.<br />

Nu pas begint de echte strijd. En die slag speelt zich hoofdzakelijk af op de campussen van de universiteiten. De<br />

honger naar kennis is in China zo groot dat er universiteiten uit de grond worden gestampt als Vinex-lokaties in de<br />

polder. Sommige westerse bedrijven houden al roadshows langs de campussen op zoek naar goedkope hersens, vaak<br />

ingenieurs.<br />

De uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling zijn in de afgelopen jaren fors toegenomen in China. In 1998 was het<br />

totale budget voor R&D zo’n 0,7 procent van het bruto binnenlands product. In 20<strong>04</strong> was dit percentage verdubbeld<br />

tot 1,35 procent van een nog groter binnenlands product. In absolute termen explodeerde de R&D-uitgaven van<br />

China in 20<strong>04</strong> tot circa achttien miljard euro, goed voor een zesde plaats in de wereld, na de VS, Japan, Duitsland,<br />

Frankrijk en Engeland.<br />

Chinese studenten zijn er vaak ambitieuzer, beschikken over meer discipline en werken harder dan de nieuwe generatie<br />

hoger opgeleiden in het Westen, blijkt uit onderzoek. Dit verschil in arbeidsethos uit zich in kleine zaken, zoals<br />

onder meer hun ingetogen seksuele gedrag tijdens hun studie. Uit een wetenschappelijke studie onder Amerikaanse<br />

studenten komt naar voren dat de Chinese studenten minder amoureuze avontuurtjes beleven dan de Amerikaanse<br />

collegekids en daardoor beter presteren. Dus: opstaan, jongens en meisjes! Niet blijven nagloeien, want jullie Chinese<br />

vrienden zitten alweer frisgewassen bij het college.<br />

John L. Hennessy, de president van Stanford University, voorspelde afgelopen zomer dat in twee decennia de beste<br />

universiteiten ter wereld in India en China zullen staan. De eerste Chinese businessschool staat al in de top50 van<br />

beste mba-opleidingen van de Financial Times. Nog maar dertien plaatsen verwijderd van de beste business-school<br />

van Nederland, de Erasmus-universiteit. En vér voor instituut Nyenrode. Het ooit vermaarde opleidingsinstituut voor<br />

Hollandse premiers en topmannen haalde de top100 niet eens. (MK)<br />

Corruptie als exportproduct<br />

Wie in zijn eigen land gewend is de regels te buigen, doet dat ook in het buitenland.<br />

Op de jaarlijkse corruptieranglijst van Transparency International<br />

staat Nederland op een keurig negende plaats. Landen als Finland<br />

en Nieuw-Zeeland zijn nog netter, maar Nederland is minder corrupt<br />

dan bijvoorbeeld Duitsland of de VS.<br />

Of Nederlanders zich in landen als Bulgarije, Rusland en Namibië<br />

ook altijd netjes gedragen, valt moeilijk vast te stellen. Sinds 2001<br />

is omkoping buiten de landsgrenzen strafbaar, dus informatie<br />

over het gedrag van Nederlandse ondernemers in corrupte landen<br />

is nauwelijks voorhanden. In het lokale café zal het bekende<br />

’s lands wijs, ’s lands eer nog wel eens klinken, maar daarbuiten<br />

is corruptie geen bespreekbaar onderwerp.<br />

Een beetje corruptie werkt in onderontwikkelde landen als smeerolie,<br />

is vaak het idee. Onterecht, want uit economisch onderzoek<br />

van de afgelopen jaren blijkt zonneklaar dat corruptie juist het<br />

zand in de machine is. “Ik kan een vergunning niet sneller verlenen,”<br />

zei een Indiase ambtenaar ooit. “Maar ik kan hem wel een<br />

eeuwigheid vertragen.” Corruptie verlamt de economie.<br />

Bovendien lijkt het er op dat ’s lands wijs, ’s lands eer niet op<br />

gaat. Corruptie is een exportproduct. Wie er in het ene land de<br />

regels heeft leren buigen,<br />

doet dat in een ander land<br />

ook. Dat blijkt in elk geval<br />

uit een onlangs verschenen<br />

onderzoek Cultures of<br />

Corruption: Evidence from<br />

Diplomatic Parking Tickets<br />

van twee Amerikaanse economen,<br />

Ray Fisman en Edward<br />

Miguel. Hun laboratorium<br />

was New York, een stad waar<br />

duizenden diplomaten uit alle<br />

Foto: Matt Musselman<br />

windstreken wonen. Deze genieten diplomatieke onschendbaarheid<br />

en hoeven zelfs hun parkeerboetes niet te betalen. Misbruik<br />

maken van deze positie is een vorm van corruptie, stellen Fisman<br />

en Miguel. Ze ontdekten dat diplomaten uit landen die laag staan<br />

op de ranglijst van Transparency International veel vaker fout<br />

parkeren dan diplomaten uit nette landen. De normen van het<br />

thuisland verhuisden mee naar New York. Zo kregen diplomaten<br />

uit Koeweit (nummer 48 op de corruptielijst) gemiddeld 246 parkeerboetes<br />

in vijf jaar tijd. Dat is één per week. De achttien diplomaten<br />

uit Finland (het minst corrupte land ter wereld) kregen in<br />

dezelfde tijd gemiddeld 0,1 bekeuringen. Sociale normen reizen<br />

blijkbaar mee met de diplomaat, concluderen de onderzoekers.<br />

Het slechte nieuws voor ondernemers is dus dat door mee te<br />

gaan met corrupte gebruiken in het buitenland gewenning kan<br />

optreden. Wie meedoet met de lokale gebruiken in Bulgarije en<br />

Namibië, gaat terug in Nederland misschien eerder de fout in. Er<br />

is ook goed nieuws: Nederlandse diplomaten zijn de netste jongetjes<br />

van de klas. In vijf jaar tijd kregen onze zeventien diplomaten<br />

in New York geen enkele parkeerboete. (MB)<br />

M A N A G E M E N T F O R U M<br />

M A N A G E M E N T F O R U M<br />

De Scopist bevat artikelen van Mathijs Bouman, Hans Crooijmans, Quinty Danko, Mark Koster en Jeroen Smit. Zij werken behalve<br />

aan het blad ook mee aan management-weblog www.descopist.nl. De Scopist is het opinieplatform van <strong>Management</strong> <strong>Scope</strong>,<br />

waarop topjournalisten hun mening geven over financieel, economisch en bedrijfsnieuws.<br />

APRIL <strong>2007</strong> 11


Soepeler ontslagrecht?<br />

Toch maar wel<br />

Het ontslagrecht zou versoepeld moeten worden,<br />

want dat is goed voor de economie en de<br />

arbeidsmarkt, zo luidt het axioma. Twee Delftse<br />

economen plaatsen daar vraagtekens bij.<br />

Tegendraadse geluiden, leuk. Dus was het plezierig om in het<br />

economenblad ESB Soepel ontslag creeert onzekerheid van Robert<br />

Vergeer en Ronald Dekker te lezen. Kern van het betoog van deze<br />

twee aan de TU Delft verbonden economen is dat Nederland niet<br />

veel te winnen, maar eerder te verliezen heeft van versoepeling van<br />

ontslagrecht. De meeste economen beweren juist het tegenovergestelde.<br />

De - veronderstelde - vergaande ontslagbescherming in<br />

Nederland zou in hun redenering de dynamiek en doorstroming op<br />

de arbeidsmarkt blokkeren en werkgevers doen huiveren om personeel<br />

aan te nemen.<br />

De meeste argumenten die Vergeer en Dekker voor hun stelling<br />

aanvoeren zijn niet nieuw. Zo betogen ze dat mensen voorzichtiger<br />

worden met consumeren en investeren wanneer hun vaste baan op<br />

losse schroeven komt te staan. Met alle negatieve gevolgen van dien<br />

op macro-niveau. Ze veronderstellen ook dat de houding van werknemers<br />

verandert naarmate de onzekerheid over hun baan groeit.<br />

Personeel zou zich bijvoorbeeld minder inzetten voor procesverbeteringen<br />

binnen het bedrijf omdat dit ten koste van de eigen positie<br />

zou gaan. In de woorden van Vergeer en Dekker: de loyaliteit neemt<br />

af en de waarde van het ‘sociaal kapitaal’ daalt. Dit laatste verschijnsel<br />

zou vooral schadelijk zijn voor ‘kennisintensieve en innovatieve<br />

organisaties’. De economen geven daarvan twee voorbeelden: de<br />

vertegenwoordiger die stiekem samenwerkt met de concurrent. En<br />

de technicus die bouwtekeningen van een prototype lekt.<br />

Hier slaan beide economen de plank mis. Want in de voorbeelden is<br />

gewoon sprake van crimineel gedrag. Bovendien is versoepeling van<br />

het ontslagrecht niet direct een maatregel die de beter opgeleide<br />

werknemers en kenniswerkers raakt. Dat soort werknemers staat<br />

over het algemeen sterk op de arbeidsmarkt. Bedrijven willen ze<br />

12 MANAGEMENT SCOPE<br />

eerder aan zich binden dan ze loslaten.<br />

Een andere zwakke plek in het betoog van Vergeer en Dekker is<br />

dat ze er een idelologisch argument bijhalen. Uit internationale<br />

vergelijkingen blijkt: hoe soepeler het arbeidsrecht, des te groter de<br />

inkomensverschillen. En dat vindt het duo verkeerd. Hier wordt de<br />

politieke achtergrond van Dekker (GroenLinks) en Vergeer (SP) al te<br />

duidelijk zichtbaar. Meer hout snijdt de constatering dat de Nederlandse<br />

arbeidsmarkt, vergeleken met bijvoorbeeld de rest van Europa,<br />

al behoorlijk flexibel is. Mede dankzij professionele uitzendorganisaties.<br />

Vooral grotere bedrijven kennen met hun hr- en juridische<br />

afdelingen bovendien wel de weg wanneer ze het nodig achten om<br />

medewerkers en ontslaan. Vergeer en Dekker gaan nochtans voorbij<br />

aan de minder benijdenswaardige positie van kleine en middelgrote<br />

ondernemingen, toch de kurk waarop de Nederlandse economie<br />

drijft. Juist voor deze bedrijven, die snel op veranderende marktomstandigheden<br />

moeten kunnen anticiperen, vormen ontslagprocedures<br />

een zware last. Terwijl ook disfunctioneren van een medewerker<br />

er bij bedrijven met een kleine personeelsbezetting stevig inhakt.<br />

Het zou dus toch niet gek zijn als de discussie in de SER over een<br />

soepeler ontslagrecht uit haar impasse wordt gehaald. (HC)<br />

Wat vindt u ervan? www.descopist.nl<br />

Het ontslagrecht moet op de helling<br />

• Mee eens, want het stimuleert luiheid<br />

(91 stemmen)<br />

• Mee eens, want het frustreert de economie<br />

(131 stemmen)<br />

• Oneens, want het beschermt terecht de<br />

werknemers (219 stemmen)<br />

Foto: Lisa Fanucchi<br />

21%<br />

30%<br />

50%<br />

DE GLOEDNIEUWE VOLVO S80<br />

VOOR VOLVO IS HET GEEN LUXE OM EEN AUTO TE ONTWERPEN DIE VOORUIT DENKT. DIE, DOOR Z’N INSTINCTIEVE TECHNOLOGIE ZELFS<br />

HELPT ONGELUKKEN TE VOORKOMEN. OMDAT VOLVO BESEFT DAT JE ALLERGROOTSTE LUXE HET LEVEN ZELF IS. DE GLOEDNIEUWE<br />

VOLVO S80 IS DAARVAN HET ULTIEME BEWIJS: EEN ZEER LUXUEUZE BUSINESS LIMOUSINE, VOORZIEN VAN ALLES OM ’T LEVEN NIET<br />

ALLEEN ZO VEILIG, MAAR ZEKER OOK ZO AANGENAAM MOGELIJK TE MAKEN. WWW.VOLVOCARS.NL<br />

Volvo S80 vanaf € 44.500 incl. BTW, excl. kosten rijklaar maken, kentekenkosten en verwijderingsbijdrage. Leasen vanaf € 799 p.m., excl. BTW en brandstof. Op basis van Full Operational Lease, 60 maanden,<br />

20.000 km. p.j. Volvo Car Lease (0345) 68 87 80 tijdens kantooruren. Gem. verbruik 6,3 - 11,9 l/100 km (15,9 – 8,4 km/l), Gem. CO2 uitstoot resp. 167 – 284 g/km. Wijzigingen voorbehouden.


Signalen<br />

14 MANAGEMENT SCOPE<br />

Fusie geen feest<br />

Grolsch, pas op voor te hoge ambities in de internationale biermarkt. Ook andere<br />

bedrijven moeten zich nog eens twee keer bedenken voordat ze overnames doen.<br />

Bij de presentatie van de jaarcijfers 2006 liet topman Ab Pasman van Grolsch zich uit over de groeiambities van<br />

het bedrijf. In sommige markten zouden volgens hem ‘hink-stap-sprongen’ moeten worden gemaakt qua volumegroei<br />

en marktaandeel. Topmanagers bedienen zich graag van begrippen uit de sportwereld om hun ambitieniveau<br />

tot uitdrukking te brengen. ‘We leggen de lat hoog’ is er ook zo een. Pasman wil Grolsch een plaats<br />

bij de top10 van de exportbieren zien innemen, een reuzensprong vanaf de huidige 21ste plaats. Of het over<br />

die lat heen springt, van een aantal factoren af. Een te lange aanloop bijvoorbeeld kan leiden tot verlies aan<br />

sprongkracht, maar als het bedrijf welhaast uit stand hoog zou willen springen, zal het zich aan de wetten van<br />

de zwaartekracht nauwelijks kunnen onttrekken.<br />

Als bedrijven zoals Grolsch de ambitie hebben om een forse sprong te maken qua groei, marktaandeel of rentabiliteit,<br />

zullen ze een optimum moeten vinden tussen de noodzakelijke horizontale en beoogde verticale beweging.<br />

Bedrijven die zich bijvoorbeeld in hoofdzaak richten op autonome groei, waarbij eerst veel moet worden<br />

geïnvesteerd in eigen mensen en middelen, zouden wel eens kansen in de markt kunnen missen en op de concurrentie<br />

kunnen achterlopen. Maar wie welhaast uit stand via grote overnames forse groei en extra marktaandeel<br />

tracht te bewerkstelligen, verslikt zich vaak in de moeite die het kost om die overnames terug te verdienen<br />

en te integreren in de eigen organisatie en bedrijfsvoering.<br />

Pasman spreekt over mogelijke overnames en samenwerking met andere brouwerijen in het kader van zijn<br />

expansiestrategie. De aanloop naar een plaats bij de top10 in de internationale biermarkt is hem kennelijk te<br />

lang. Maar zo’n positie mag nooit een doelstelling op zich zijn die geforceerd bereikt zou moeten worden. De<br />

wetten van de bedrijfseconomische zwaartekracht zullen het bedrijf parten spelen. De lat wat lager en de aanloop<br />

wat langer, lijkt voor Grolsch het beste advies. (BB)<br />

Foto: Carlos Chavez<br />

Minder fte’s kosten<br />

meer geld<br />

Om beursanalisten tevreden te houden is er een merkwaardig<br />

paradoxale managementpraktijk gegroeid. Ondernemingen<br />

brengen het aantal fulltime medewerkers (fte’s) omlaag waardoor<br />

de arbeidsproductiviteit op papier stijgt, maar tegelijkertijd<br />

wordt de uiteraard toch noodzakelijke capaciteit ingehuurd<br />

tegen niet zelden hogere kosten. Leve de outsourcing.<br />

Hoewel vooral op de werkvloer deze paradox leidt tot veel<br />

geklaag, weet het topmanagement hier een prima strategisch<br />

verhaal bij te vertellen. Goed voor de beurswaarde, vanuit hroogpunt<br />

meer ruimte voor flexibele inzet van medewerkers,<br />

altijd up-to-date kennis, geen ziektekosten, geen zorgen over<br />

vergrijzende werknemers, makkelijke oplossingen bij arbeidsconflicten,<br />

en ga zo maar door. En dat mag wat kosten, want<br />

op de langere termijn zou dat juist geld opleveren.<br />

Die rekensom klopt natuurlijk niet. In de praktijk leidt ondoordachte<br />

outsourcing tot jarenlange detachering. Collega’s en<br />

chefs weten niet meer of iemand wel of niet op de loonlijst<br />

staat. Of er is juist een veelvuldige wisseling van de wacht, als<br />

het juiste personeel al überhaupt kan worden gevonden. Veel<br />

verlieskosten worden gemaakt door iedere keer weer inwerken<br />

en leren, ervaring wordt niet of nauwelijks opgebouwd<br />

en als het dan zover is dat Jantje is ingewerkt en een gewaardeerd<br />

lid is van het team, vertrekt hij naar een andere klus en<br />

komt Pietje of Marietje.<br />

Managers zijn blijkbaar erg hardleers. Al decennia lang circuleren<br />

wetenschappelijk onderbouwde verhalen over de<br />

hoge faalratio van fusies waarmee niets wordt gedaan. Nu<br />

is onlangs een onderzoek gepresenteerd waaruit bleek dat<br />

ook bijna zeventig procent van de outsourcingprojecten niet<br />

opbrengt wat er van werd verwacht, dan wel een totale mislukking<br />

is gebleken. Zouden managers zich daar wel iets van<br />

aan trekken? (WdW)<br />

column<br />

Eerste stap<br />

terug<br />

Het is alsof ik 35 jaar teruggeplaatst ben,<br />

in de tijd van Arie Groeneveld’s droom<br />

van arbeiderszelfbestuur. Gelukkig is die<br />

droom geen werkelijkheid geworden. Het<br />

failliet van de denkbeelden van NVV Arie<br />

Groeneveld en PvdA minister-president Joop den Uyl is inmiddels<br />

overal duidelijk geworden. Of toch niet?<br />

In het coalitieakkoord lees ik namelijk onder het kopje ‘Inkomensbeleid’:<br />

“De ondernemingsraad krijgt bij beursgenoteerde<br />

vennootschappen een adviesrecht aan de vergadering van aandeelhouders<br />

op het voorstel van de raad van commissarissen<br />

voor het beloningsbeleid van topbestuurders.” De OR wordt dus<br />

een beoordelingsinstituut voor de kwaliteit van het functioneren<br />

van directeuren. Zonder deskundige beoordeling kunnen zij<br />

immers de redelijkheid van de voorstellen van de raad van commissarissen<br />

niet vaststellen? Als deze plannen doorgaan, komen<br />

we terug in de tijd van grote tegenstellingen tussen arbeid en<br />

kapitaal. Dat is merkwaardig, want eerder staat in datzelfde coalitieakkoord:<br />

“Een vitale en innovatieve economie is de basis van<br />

duurzame ontwikkeling van onze welvaart.”<br />

De plannen van de drie coalitiegenoten zijn, op z’n zachtst<br />

gezegd, uiterst onwenselijk. Bovendien is het een slag in de lucht<br />

zonder realiteitsgehalte. Het plan kent aan de ondernemingsraad<br />

meer kennis en deskundigheid toe dan aan de remuneratiecommissie<br />

van de raad van commissarissen. Gaat de OR functioneringsgesprekken<br />

voeren met de directie? Op basis waarvan? De<br />

OR heeft een kennisachterstand. Dat moet ook zo blijven. Niet<br />

alle informatie kan van de directiekamer naar de vergaderzaal<br />

van de OR. Bovendien zijn directiebeloningen mede gebaseerd<br />

op een benchmarking van vergelijkbare functies bij andere<br />

ondernemingen. Heeft een OR inzicht hoe de directie bij een<br />

andere onderneming functioneert? Of gaan de ondernemingsraden<br />

van die ondernemingen met elkaar overleggen? De vakbeweging<br />

zal daarbij graag willen faciliteren, vermoed ik. Zo krijgen<br />

de vakbonden invloed op het beloningsbeleid voor directeuren.<br />

En het houdt natuurlijk niet op bij beursgenoteerde ondernemingen.<br />

Als deze topbuit door de vakbonden is binnengehaald,<br />

zullen de niet-genoteerde ondernemingen het doelwit worden.<br />

Waar dat eindigt? In een nachtmerrie voor ondernemend<br />

Nederland.<br />

Hoe maakt u het, mijnheer Groeneveld? Krijgt u 35 jaar na dato<br />

alsnog uw zin?<br />

Willem Hollander is voorzitter van het Nederlands<br />

Centrum van Directeuren en Commissarissen<br />

Reacties: whollander@managementscope.nl<br />

Aan Signalen werkten mee: Bim Bensdorp en Willem de Wijs<br />

APRIL <strong>2007</strong> 15


INTERVIEW<br />

Saaie man op overnamepad?<br />

“Ik ben liever saai dan dat ik zaken binnen haal waarvan ik drie<br />

jaar later niet kan verklaren waarom ik er zo’n hoog bedrag voor<br />

heb betaald,” zo verklaart ceo Ad Scheepbouwer van KPN zijn conservatieve<br />

- of moderne? - groeistrategie. Toch kan er nog wel een<br />

overname aan komen.<br />

Interview Philip Houben | Tekst Miloe van Beek | Fotografie Lex Draijer<br />

Ad Scheepbouwer is net terug van een reis naar Amerika en nog wat<br />

vermoeid. Dat verandert al snel wanneer hij praat over de groeistrategieën<br />

van KPN, het bedrijf dat hij uit de rode cijfers haalde. Zes jaar<br />

staat hij aan het roer van het telecombedrijf dat ondanks een krimpende<br />

markt de ambitie heeft om te groeien. Als het aan Scheepbouwer<br />

ligt, bereikt KPN die groei niet door acquisities, maar via autonome<br />

groei. Het levert hem nog wel eens het verwijt saaiheid op. Het deert<br />

hem niet: “Ik ben liever saai dan dat ik zaken binnen haal waarvan ik<br />

drie jaar later niet kan verklaren waarom ik er zo’n hoog bedrag voor<br />

heb betaald.”<br />

Toen hij in 2001 TNT inruilde voor KPN, kwam hij terecht in een bedrijf<br />

dat financieel aan de grond zat. De overname van E-Plus in Duitsland<br />

en de verwerving van UMTS-licenties hadden gezorgd voor een schuldenlast<br />

van 24 miljard euro. Scheepbouwer voerde een streng en sober<br />

regime in. Hij ontsloeg 2.800 mensen, liet de directie en het management<br />

salaris inleveren en gaf voor vijf miljard euro nieuwe aandelen uit.<br />

De schuldenlast is inmiddels gereduceerd tot een kleine acht miljard<br />

euro. Vorig jaar groeide de omzet voor het eerst weer een beetje en<br />

steeg de nettowinst naar ruim anderhalf miljard. Voor dit jaar is het<br />

vooruitzicht volgens Scheepbouwer “ongeveer flat.”<br />

De 62-jarige topman heeft aangegeven nog tot 2009 te willen aanblijven.<br />

Afscheid nemen van KPN met een mooie klapper hoeft van hem<br />

niet: “Daarvoor heb ik genoeg in de krant gestaan. Maar mocht er toch<br />

een geweldige deal langskomen, dan zou dat natuurlijk wel heel leuk<br />

zijn.” Om dat waar te maken, is hij best bereid een paar jaar langer aan<br />

te blijven. “Het is belangrijk om de tent goed achter te laten. Als een<br />

jaar na je vertrek de kranten vol staan met problemen, miskopen en<br />

reorganisaties, straalt dat op jezelf af. De kans dat je daarmee op je bek<br />

gaat, is groot.”<br />

Klinkt als wijsheid tot het laatste moment.<br />

“Ik heb inmiddels 45 jaar werkervaring en probeer nog steeds van<br />

alles te leren wat ik om me heen zie. Als ik een jaar of drie weg ben<br />

en het concern draait nog aardig, dan heb ik het goed achtergelaten.<br />

Toen ik indertijd mijn vertrek bij TNT aankondigde, vond de raad van<br />

commissarissen dat niet leuk. Maar de drie divisies lagen er drie jaar<br />

later nog steeds goed bij. Ik ben dus op het juiste moment weggegaan.<br />

En mocht ik het niet meer helemaal helder zien, dan heb ik<br />

nog een raad van commissarissen. Een deel zat ook al hier toen KPN<br />

bijna failliet ging. Als zij zouden denken ‘die Scheepbouwer wil even<br />

de krant halen en als hij weg is, zitten wij met de rotzooi,’ dan gaat<br />

de deal sowieso niet door.”<br />

Is de oorlogskas van KPN groot genoeg om een grote deal te<br />

sluiten?<br />

“Wij hebben in ons financiële model een ruimte van ongeveer drie<br />

miljard euro. Dat klinkt als veel geld, maar je kunt er uiteindelijk niet<br />

zoveel mee. Als wij iets heel groots willen, zal het aparte financiering<br />

vergen.”<br />

Wat met uw reputatie en achtergrond niet zo heel moeilijk zal<br />

zijn.<br />

“Met een goed verhaal kun je altijd geld krijgen. Daar zie ik niet<br />

tegenop. Het is moeilijker om je organisatie zover te krijgen om deze<br />

deals te laten lopen. Als wij 800 miljoen bieden en een ander 1,3 miljard,<br />

laat dan maar gaan. Dat is lastig voor enthousiaste, talentvolle<br />

mensen. ‘Mag hier dan niets,’ is al snel het verwijt. Maar ik denk dat<br />

je nee moet blijven zeggen tot er echt iets goeds langs komt. Ik heb<br />

ondertussen genoeg acquisities gedaan om te weten dat het niet<br />

altijd goed afloopt.”<br />

KPN is zelf het perfecte voorbeeld, tien jaar geleden zijn die<br />

fouten al gemaakt.<br />

“En het is verbazingwekkend hoe snel de wereld dat weer vergeet.<br />

In 1999 is er door de telecommunicatie industrie meer dan honderd<br />

miljard aan UMTS-licenties betaald. Dat is, zacht gezegd, geen doorslaand<br />

succes geworden. Laatst vroegen Amerikaanse beleggers me <br />

16 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 17


Ad Scheepbouwer (62)<br />

ceo KPN<br />

Opleiding: mulo en in de avonduren SPD boekhouddiploma<br />

Loopbaan: algemeen directeur van PTT Post (vanaf 1988). In 1992<br />

raad van bestuur Koninklijke PTT Nederland. Tien jaar later ceo van<br />

TPG. In 1998 ook lid van raad van commissarissen van KPN. Sinds<br />

2001 ceo van KPN; president van luchtvrachtdivisie van Pakhoed<br />

Holding (Pandair Group) (1976-1988)<br />

Nevenactiviteiten: voorzitter raad van commissarissen van<br />

Havenbedrijf Rotterdam, voorzitter raad van toezicht van Medisch<br />

Centrum Rijnmond-Zuid, lid raad van commissarissen van, en<br />

investeerder in RFS Holland Holding (Wehkamp), lid raad van<br />

commissarissen Made in Scotland, lid raad van advies van ECP.NL,<br />

voorzitter Economische Adviesraad Dordrecht<br />

Hobby’s: varen, golfen, boekwinkels afstruinen<br />

Thuis: getrouwd en drie kinderen.<br />

of zoiets weer kon gebeuren. Ik denk het wel, we moeten alleen een<br />

paar jaar wachten tot iedereen die daar destijds een belangrijke rol bij<br />

heeft gespeeld, weg is. Een volgende generatie zal hetzelfde doen,<br />

mensen blijven namelijk altijd in dezelfde valkuilen lopen. Op een<br />

gegeven moment ontstaat ergens euforie over en diegene die ervoor<br />

waarschuwt, wordt gezien als ouwe zeur.”<br />

Ook heldendom beklijft niet zo goed in Nederland. In 2001 was<br />

u de held van aandeelhoudend Nederland, de man die KPN<br />

van de rand van de afgrond terug bracht in de vaart der volkeren.<br />

Maar nu willen de aandeelhouders weer groei zien. Is dat<br />

terecht?<br />

“Bedrijven moeten altijd structureel proberen te groeien. Anders<br />

komt de focus te veel te liggen op de kosten. Als je geen winst<br />

maakt, ben je alleen bezig met wat eruit gaat en dat haalt de creativiteit<br />

uit het bedrijf en je medewerkers. Ik zet graag jonge mensen<br />

in hoge functies. Ze hebben lef, kunnen hard werken en zijn ondernemend.<br />

Maar hun talenten kunnen ze het beste ontwikkelen in<br />

een omgeving waar winstgevende groei een doel is. Omdat een deel<br />

van onze omzet in het vaste telefoonnet ligt, een stagnerende markt<br />

waar kabel- en internetbedrijven als Google en Skype van mee eten,<br />

is autonome groei inderdaad lastig voor KPN.”<br />

“ Als we onze diensten niet uitbreiden,<br />

worden we weggevaagd”<br />

Groei moet dus komen van acquisities. Dan loop je in de thuismarkt<br />

tegen mededingsproblemen aan.<br />

“Klopt, in Nederland lopen we al gauw tegen grenzen aan. Hier is<br />

onze overname van Tiscali nog niet goedgekeurd door de NMA, in<br />

Amerika wachten we op toestemming voor de acquisitie van i-Basis.<br />

Maar de NMA is niet de enige die ons tegenhoudt om acquisities<br />

te doen, zelf vind ik het namelijk vaak teveel een vlucht naar voren.<br />

Het is leuk en spannend om te groeien door overnames, maar voor<br />

mij ligt de echte uitdaging in autonome groei, het vernieuwen van<br />

ons portfolio. Als we de dertig miljoen klanten van KPN in Nederland,<br />

België en Duitsland voor één euro per maand nieuwe diensten<br />

kunnen verkopen, denk aan internetinformatie, mobiel betalen of<br />

dating services, dan betekent dat dertig miljoen per maand extra<br />

omzet. Om die nieuwe diensten te kunnen leveren, gaan wij met<br />

kleine bedrijfjes partnerships aan. Zij hebben een dienst en een idee,<br />

wij hebben de klanten en de distributie. Zo maak je autonome groei<br />

spannend.”<br />

U denkt dat er in Nederland nog groei zit in de diensten van<br />

KPN?<br />

“Als we onze diensten niet uitbreiden, worden we weggevaagd. De<br />

toekomst is volgens mij een combinatie van internet, bellen en televisie.<br />

Daarom bieden wij twee televisiepakketten, het eenvoudige<br />

Digitenne en uitgebreide IP TV waarbij via internet veel televisie- en<br />

radiostations en films kunnen worden bekeken en opgevraagd. In<br />

de Verenigde Staten geeft men per maand gemiddeld negentig<br />

euro uit aan televisie en internet. Nederland is geen Amerika, maar<br />

er zit zeker groei in de uitgaven. Ook de mobiele telefoonmarkt<br />

voor allochtonen is voor ons groeiend. Sinds kort hebben we Ay<br />

Yildiz, een mobiel telefoonmerk in Nederland, België en Duitsland.<br />

De service van deze dienst is helemaal in het Turks, met goedkope<br />

tarieven van en naar Turkije. Die dienstverlening loopt goed en we<br />

willen kijken of we dat ook voor andere bevolkingsgroepen kunnen<br />

gaan doen.”<br />

Is het moeilijk om een organisatie te besturen die zowel actief<br />

is in een krimpende markt met traditionele diensten als in de<br />

fast moving world van internet?<br />

“Moeilijk, maar niet onmogelijk. Een deel van KPN heeft te maken<br />

met serieuze krimp, op die afdeling is ieder dubbeltje dat wordt<br />

uitgegeven teveel. In het deel waar winstgevende groei een doelstelling<br />

is, wordt juist veel geld gespendeerd. Dat betekent dat je dit<br />

bedrijf moet besturen met een soort januskop.”<br />

Hoe zit het met de groei van KPN in het buitenland?<br />

“Met België en Duitsland heeft KPN een markt van zo’n 110 miljoen<br />

mensen. In Duitsland hebben we de nummer drie mobiele operator<br />

overgenomen en qua omzet en winst succesvol uitgebouwd. Dat<br />

doen we door een specifiek aanbod, heel goedkoop bellen zonder<br />

telefoons weg te geven. De Duitsers vallen daar massaal voor. Dat<br />

trucje kunnen we, als we zouden willen, ook in aangrenzende landen<br />

als Zwitserland en Oostenrijk herhalen. We zitten sterk in België<br />

en kijken ook naar de mogelijkheden in Frankrijk.”<br />

Is KPN te koop?<br />

“Natuurlijk. Wij zijn beursgenoteerd, de aandelen zijn honderd<br />

procent in handen van de vrije markt. Wie ons wil kopen, moet<br />

gewoon bieden. We zijn dan overigens niet gevoelig voor de beurskoers<br />

en een beetje extra, maar mocht iemand een waarde kunnen<br />

neertellen gebaseerd op een synergie die hij kan bereiken en wij<br />

niet, dan is het wat mij betreft een keuze van de aandeelhouders.”<br />

“De tent is van de aandeelhouders”<br />

De aandeelhouder is de baas?<br />

“Vind ik wel. Het personeel is belangrijk bij KPN, maar ik ben niet<br />

van het stakeholdersmodel: met z’n allen om de tafel zitten om het<br />

er eens over te hebben. Als een duidelijke meerderheid van de aandeelhouders<br />

ergens voor is, tsja de tent is van hen.”<br />

Wat gebeurt er als een belangrijke aandeelhouder aangeeft<br />

het niet eens te zijn met uw groeistrategie? Niks overnames,<br />

niks voorwaartse groei, er moet meer worden uitgekeerd.<br />

“Dan kan hij dat op de agenda van de volgende aandeelhoudersvergadering<br />

laten zetten. Als een overweldigende meerderheid<br />

dezelfde mening blijkt te hebben, dan lijkt het me beter als ze voor<br />

mij een ander zoeken. Ik heb geen zin daar een langdurig gevecht<br />

over aan te gaan. De aandeelhouder heeft wat mij betreft het<br />

laatste woord. Maar als zoiets gebeurt, spelen er vaak meerdere<br />

issues die zich over jaren hebben opgebouwd. Want aandeelhouder<br />

stemmen geen bestuursvoorzitter weg die een overtuigend verhaal<br />

vertelt over de groeistrategie en overnames doet waarvan de koers<br />

stijgt. Je positie is een stuk zwakker wanneer de beurskoers na<br />

een aankoop met twintig procent daalt. Dan vindt de markt een<br />

voorstel kennelijk waardeloos. Ieder plan behelst risico’s, maar als<br />

de financiële wereld er niet in gelooft, moet je je afvragen waar je<br />

aan begint. Ieder kwartaal opnieuw uitleggen hoe het gaat, vereist<br />

veel moed.”<br />

Een ceo moet toch ook een beetje moedig zijn?<br />

“Er is wel een verschil tussen een beetje moed en in een donker gat<br />

tuimelen. Ik heb na een jaar of zes best wat credibility opgebouwd,<br />

maar als ik met nieuwe, miljarden kostende voorstellen kom die de<br />

aandeelhouders niet begrijpen, dan kunnen ze me best laten vallen.”<br />

Kan KPN die jonge, ondernemende mensen aantrekken die<br />

voor groei moeten zorgen?<br />

“Voor een deel. Wij hebben op onze multimedia afdeling best talentvolle<br />

mensen in huis. Alleen zit de internetwereld voor een groot deel<br />

in Amerika. Als je alle grote vernieuwingen van de laatste tijd analyseert,<br />

dan moet je constateren dat alle mooie nieuwe ondernemingen<br />

en grote ontwikkelingen daar ontstaan. De maatschappelijke waardering<br />

voor ondernemingslust is sterker aanwezig en de omgeving en<br />

het klimaat zijn erop ingericht.”<br />

“ Voorwaarden voor ondernemingslust en<br />

creativiteit zijn in Europa niet aanwezig”<br />

U gelooft niet dat we in Europa een cultuuromslag gaan<br />

maken en net zo ondernemend kunnen worden?<br />

“Volstrekt niet. De Lissabon agenda wordt getekend en daarna<br />

gebeurt er niets meer mee. De voorwaarden voor ondernemingslust<br />

en creativiteit zijn in Europa niet aanwezig. Succes moet iets zijn wat<br />

iedereen fijn vindt, waarvoor applaus is. In Amerika maakt men lijstjes<br />

van mensen die het meest verdienen, als je bovenaan staat, komt<br />

de hele buurt langs om je te feliciteren. Hier word je in de verdachtenhoek<br />

gezet. De maatstaf voor succes is in Nederland ‘doe maar <br />

18 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 19


gewoon dan doe je al gek genoeg.’ Ik vind dat de grootste dooddoener<br />

van de eeuw, je kweekt er allemaal grijze muizen mee. Doe maar<br />

zo gek mogelijk dan doe je nog gewoon genoeg, vind ik een stuk<br />

beter. De goodwill die mensen aanmoedigt om dingen te bereiken<br />

is in landen als Nederland, België, Duitsland, Frankrijk onvoldoende<br />

aanwezig.”<br />

De vernieuwing moet dus uit Amerika komen?<br />

“En Azië. Ik begrijp het politieke en economische model van China<br />

niet helemaal, maar er heerst wel een winnaarsmentaliteit. Wij<br />

werken sinds kort met Chinezen samen omdat ze een deel van het<br />

nieuwe mobiele netwerk van KPN aanleggen. Zij werken zeven dagen<br />

per week en slapen vaak ook nog op kantoor. Elk jaar studeren er<br />

in China 600 duizend ingenieurs af die voor de helft van het geld<br />

dat wij verdienen, twee keer zo hard willen werken. Onze gebaande<br />

20 MANAGEMENT SCOPE<br />

Advertentie<br />

paden en infrastructuren zorgen ervoor dat we de wedstrijd nog even<br />

winnen. In Nederland zijn we vooral bezig met de vraag hoe we alles<br />

beter kunnen verdelen, terwijl we zouden moeten nadenken over<br />

hoe we beter kunnen concurreren. Ik zou liever meer discussies willen<br />

voeren over hoe we als Nederland of Europa de concurrentie met landen<br />

als China aangaan in plaats van de discussie over de kloof tussen<br />

arm en rijk die in Nederland veel wordt gevoerd. Amerika gaat voor<br />

een deel ook kapot aan de gevolgen van globalisering, maar reageert<br />

veel flexibeler. Zij sluiten de tent eerder en gaan in China zitten.”<br />

Vormt China een bedreiging voor KPN?<br />

”Net zoveel als voor ieder ander Nederlands bedrijf. Wij moeten er<br />

vooral veel zaken mee doen en er van leren. Keurige bedrijven als<br />

Ericsson, Nokia en Alcatel maken al lang netwerken. Maar sinds wij<br />

met de Chinezen samenwerken, hebben deze bedrijven hun prijzen<br />

moeten halveren en zijn ze overgestapt op een ander businessmodel.<br />

Anders kunnen ze niet concurreren. De druk van de nieuwe wereld is<br />

enorm.”<br />

En de consument is er beter mee af?<br />

“Uiteindelijk wel. Als je het als organisatie allemaal ook een beetje<br />

leuk vindt, kun je er plezier aan beleven. Een deel van het personeel<br />

is wel bang, zij denken dat hun bestaan op het spel staat. Dat is de<br />

verkeerde houding. KPN had in 1998 vaste telefonie, faxen en data<br />

communicatie als hoofdactiviteit. In 2008 is dat mobiele telefonie,<br />

mobiel internetten, all IP en mobiele tv. De wereld transformeert,<br />

werknemers moeten over andere competenties beschikken en vooral<br />

verandering leuk vinden.” <br />

Interviewer Philip Houben<br />

is bestuursvoorzitter van Wavin<br />

Reacties: phouben@wavin.nl<br />

© <strong>2007</strong> Accenture. All rights reserved.<br />

fl exible<br />

70%<br />

We know what it takes to be a Tiger.<br />

High performers blend rigid operating principles with<br />

a knack for changing shape. That’s just one finding<br />

from our comprehensive research on over 500 of the<br />

world’s most successful companies. For an in-depth<br />

look at our study of and experience with high performers,<br />

visit accenture.com/research<br />

unbending<br />

30%


TIONALE<br />

Tijdschriftenbon<br />

5<br />

19 april Nationale<br />

Secretaressedag<br />

Verras uw secretaresse met de<br />

Nationale Tijdschriftenbon<br />

Binnen één minuut geregeld op www.tijdschriftenbon.nl<br />

D e z e w a a r d e b o n i s g e l d i g t / m d e c e m b e r 2 0 0 9<br />

Voor een een abonnement abonnement naar keuze keuze<br />

HOE HET WERKT<br />

1. Ga naar<br />

www.tijdschriftenbon.nl<br />

2. Voer uw persoonlijke<br />

code in.<br />

3. Kies uw favoriete<br />

abonnement.<br />

10<br />

Kras uw persoonlijke code:<br />

NATIONALE<br />

Tijdschriftenbon<br />

D e z e w a a r d e b o n i s g e l d i g t / m d e c e m b e r 2 0 0 9<br />

Voor een een abonnement abonnement naar keuze keuze<br />

HOE HET WERKT<br />

1. Ga naar<br />

www.tijdschriftenbon.nl<br />

2. Voer uw persoonlijke<br />

code in.<br />

3. Kies uw favoriete<br />

abonnement.<br />

15<br />

Kras uw persoonlijke code:<br />

NATIONALE<br />

Tijdschriftenbon<br />

D e z e w a a r d e b o n i s g e l d i g t / m d e c e m b e r 2 0 0 9<br />

Voor een een abonnement abonnement naar keuze keuze<br />

HOE HET WERKT<br />

1. Ga naar<br />

www.tijdschriftenbon.nl<br />

2. Voer uw persoonlijke<br />

code in.<br />

3. Kies uw favoriete<br />

abonnement.<br />

20<br />

Kras uw persoonlijke code:<br />

NATIONALE<br />

Tijdschriftenbon<br />

Een ruime keuze uit 350 automatisch aflopende tijdschriftabonnementen.<br />

Binnen 24 uur bezorgd in een feestelijke<br />

verpakking. Bestel via www.nationaletijdschriftenbon.nl<br />

D e z e w a a r d e b o n i s g e l d i g t / m d e c e m b e r 2 0 0 9<br />

Voor een een abonnement abonnement naar keuze keuze<br />

HOE HET WERKT<br />

1. Ga naar<br />

www.tijdschriftenbon.nl<br />

2. Voer uw persoonlijke<br />

code in.<br />

3. Kies uw favoriete<br />

abonnement.<br />

25<br />

Kras uw persoonlijke code:<br />

NATIONALE<br />

Tijdschriftenbon<br />

D e z e w a a r d e b o n i s g e l d i g t / m d e c e m b e r 2 0 0 9<br />

Voor een een abonnement abonnement naar keuze keuze<br />

HOE HET WERKT<br />

1. Ga naar<br />

www.tijdschriftenbon.nl<br />

2. Voer uw persoonlijke<br />

code in.<br />

3. Kies uw favoriete<br />

abonnement.<br />

Kras uw persoonlijke code:<br />

NATIONALE<br />

Tijdschriftenbon<br />

35<br />

D e z e w a a r d e b o n i s g e l d i g t / m d e c e m b e r 2 0 0 9<br />

Voor een een abonnement abonnement naar keuze keuze<br />

HOE HET WERKT<br />

1. Ga naar<br />

www.tijdschriftenbon.nl<br />

2. Voer uw persoonlijke<br />

code in.<br />

3. Kies uw favoriete<br />

abonnement.<br />

Kras uw persoonlijke code:<br />

NATIONALE<br />

Tijdschriftenbon<br />

50<br />

D e z e w a a r d e b o n i s g e l d i g t / m d e c e m b e r 2 0 0 9<br />

Voor een een abonnement abonnement naar keuze keuze<br />

NATIONALE<br />

Tijdschriftenbon<br />

voor een abonnement naar keuze<br />

HOE HET WERKT<br />

1. Ga naar<br />

www.tijdschriftenbon.nl<br />

2. Voer uw persoonlijke<br />

code in.<br />

3. Kies uw favoriete<br />

abonnement.<br />

Kras uw persoonlijke code:<br />

Weer vreugdevuur<br />

der ijdelheid<br />

Soms denk je ergens een patroon te zien: een stevig déja vu gevoel dient zich aan.<br />

In de jaren tachtig en negentig ging het over junk bonds en leveraged buy-outs, nu<br />

overheersen begrippen als hedge funds en private equity. Eigenlijk gaat het over<br />

hetzelfde: activistische aandeelhouders die de macht willen in de bedrijven waarin<br />

ze investeren. Omdat ze vinden dat de bestuurders zitten te slapen en de potentie van hun bedrijf onvoldoende<br />

benutten.<br />

Toen noemde Tom Wolfe in zijn fameuze boek Bonfire of the vanities de helden op Wallstreet de masters of the<br />

universe. In zijn boek Liars poker had Michael Lewis het over de big swinging dicks. In de geschiedenis van de hebzucht<br />

zijn namen als Michael Milken en Ivan Boesky hier nadrukkelijk mee verbonden. In de film Wallstreet kregen<br />

ze een onvergetelijk gezicht door acteur Michael Douglas die Gordon Gekko (“Greed is good” ) speelde.<br />

Ieder tijdperk heeft zijn eigen iconen. We hebben er even op moeten wachten, maar ook deze financiële boom<br />

heeft eindelijk een gezicht gekregen. De meest zichtbare speler van dit vreugdevuur der ijdelheden heet Stephen<br />

Schwartzman, de baas/oprichter van Blackstone. In 1985 goed voor 400 duizend dollar, nu controleert Blackstone<br />

47 bedrijven met een omzet van 85 miljard dollar. Schwartzman zelf is goed voor zo’n drie miljard dollar.<br />

Als iconen zich decadent gaan gedragen is de val dichtbij<br />

Omdat banken zo ontzettend veel van deze investeerders houden, kunnen ze vier tot vijf keer hun eigen (risicodragende)<br />

inleg erbij lenen en gigantische bedragen op tafel leggen om eveneens gigantische bedrijven te kopen. Die<br />

dan in een waanzinnig tempo moeten worden gereorganiseerd, geherstructureerd of gestript. Om met forse winst<br />

weer te verkopen. Met als Nederlandse voorbeelden: VNU, PCM, Stork, Ahold en ABN Amro. In de VS lijkt het spel<br />

inmiddels in de overtreffende trap te zijn beland. De afgelopen maanden buitelden de grote spelers op de private<br />

equity-markt over elkaar heen, met nog grotere, duurdere deals. Kocht Blackstone begin dit jaar voor 39 miljard<br />

dollar het vastgoedfonds Equity Offices, een paar weken later legde Kohlberg Kravis Roberts & Co 44 miljard dollar<br />

neer voor een Texaans energiebedrijf.<br />

Hoe lang kan dit nog zo doorgaan? Zelfs een grote fan van private equity, Jack Welch, begint zich zorgen te maken:<br />

“Durfkapitalisten betalen enorm hoge prijzen voor overnames.” Zowel De Nederlandsche Bank als de Autoriteit<br />

Financiële Markten hebben de afgelopen maanden hun zorgen geuit over de snelle opmars van private equity en<br />

hedge funds. DNB-directeur Arnold Schilder stelde recent dat de toestroom van kapitaal de groei op dit moment<br />

meer drijft, dan het ruime aanbod van rendabele investeringsprojecten.<br />

Bovendien worden veel deals nog mogelijk gemaakt door de aanhoudend lage rente. Maar hoe lang blijven die zo<br />

laag? Het wordt oppassen geblazen. Voor de banken die het geld lenen (en grotendeels de risico’s weer doorverkopen).<br />

En vooral natuurlijk voor de partijen die activistische aandeelhouders van risicodragend kapitaal voorzien.<br />

Zoals de pensioenfondsen.<br />

De AFM riep: “De hype-achtige trekken baren zorgen. Het vertrouwen en de financiële stabiliteit staan op het spel.”<br />

De Tweede Kamer organiseerde zelfs een hoorzitting. Komt dit inzicht op tijd om ongelukken te voorkomen?<br />

Remmert Laan, commissaris bij KKR Private Equity Investors, zei tegen FEM/Business: “Statistisch gezien heb je om<br />

de zoveel jaar een crisis. We groeien er nu als sector heen.” En snel ook. Links en rechts slaat de paniek toe. Verschillende<br />

grote spelers (banken en hedge funds) proberen door misbruik van voorwetenschap de zakken snel te<br />

vullen. De Amerikaanse beurstoezichthouder spreekt al van: “Eén van de meest uitgebreide insider-trading operaties<br />

sinds de dagen van Ivan Boesky.”<br />

In februari spendeerde mevrouw Schwartzman miljoenen om de zestigste verjaardag van haar man op te luisteren.<br />

Rod Stewart en Patti Labelle zongen liedjes voor de vijfhonderd prominente gasten. Als iconen zich extreem decadent<br />

gaan gedragen, dan is de onvermijdelijke val meestal dichtbij.<br />

Jeroen Smit is publicist/moderator, hij schreef de bestseller Het drama Ahold, het managementboek van het jaar 2005<br />

en was hoofdredacteur van FEM/De Week. Reacties: jsmit@managementscope.nl<br />

column<br />

APRIL <strong>2007</strong> 23<br />

Tekst Jeroen Smit


ANALYSE<br />

Groei<br />

Innovatie is de motor achter groei. En concurrentie achter die<br />

van innovatie. Wat betekent dat voor de toekomst van groei?<br />

Tekst Mathijs Bouman<br />

Wetenschappers zijn slecht in het beantwoorden van simpele vragen.<br />

De bekende weg loopt in de wetenschap vaak dood. Vraag<br />

aan een natuurkundige wat zwaartekracht precies is en hij zal je<br />

bedremmeld aankijken. Vraag een psycholoog wat het bewustzijn<br />

is of een astronoom naar de oorsprong van het heelal, en ze moeten<br />

het antwoord schuldig blijven.<br />

De economische wetenschap is geen uitzondering. Hoe ontstaat<br />

economische groei? Het is de meest logische vraag die je een<br />

econoom kunt stellen, maar een simpel antwoord heeft hij niet.<br />

Waarom blijft de ene maatschappij vastzitten in armoede, terwijl de<br />

andere er in slaagt om ieder jaar weer meer te produceren? “Tja,”<br />

antwoordt de econoom, “dat is een lastige, ik bel u straks terug...”<br />

Dat ontdekte ook de Amerikaanse satiricus Patrick O’Rourke toen<br />

hij eind jaren negentig zijn bestseller Eat the Rich schreef. “Ik had<br />

een simpele vraag,” begint het boek, “waarom is het ene gebied<br />

welvarend, terwijl het andere er niets van bakt?” Met intelligentie<br />

kan het niets te maken hebben, meent O’Rourke, “want nergens<br />

op aarde zijn de mensen dommer dan in Beverly Hills, maar toch<br />

zwemmen ze daar in het geld. En terwijl in Rusland schaken een<br />

volkssport is, koken ze daar soep van stenen.” Aanwezigheid van<br />

grondstoffen is ook geen verklaring, schrijft de auteur. “Afrika<br />

heeft uranium, goud, diamanten en wat al niet meer, terwijl Scandinavië<br />

daar maar weinig van heeft, en ook nog eens bevroren is.”<br />

O’Rourke komt er niet uit.<br />

Hij bevindt zich in het goede gezelschap van de gehele economische<br />

wetenschap. Toch is de zaak niet uitzichtloos. Er zijn de afgelopen<br />

jaren een aantal puzzelstukjes ontdekt die uiteindelijk het<br />

hele plaatje zouden kunnen opleveren. Daaruit blijkt dat evidente<br />

verschillen tussen landen, zoals aanwezigheid van grondstoffen en<br />

geografische ligging, nauwelijks een rol spelen. Dat had O’Rourke<br />

goed gezien. Grote olievondsten maken Noorwegen rijk, terwijl<br />

olieland Nigeria in de armoedespiraal blijft zitten. In Zuid-Korea<br />

eten ze kaviaar, in Noord-Korea boomschors.<br />

Het eerste puzzelstukje werd in de jaren vijftig van de vorige eeuw<br />

gevonden door de latere Nobelprijswinnaar Robert Solow, toen<br />

hij een groeitheorie ontwikkelde waarin de voorraad aan kapitaalgoederen<br />

(machines, werktuigen et cetera) de centrale rol speelt.<br />

Alleen als bedrijven investeren, kan het inkomen per hoofd van de<br />

bevolking blijven stijgen. Om te investeren moeten bedrijven lenen,<br />

redeneerde Solow, dus de hoeveelheid spaargeld in een economie<br />

bepaald uiteindelijk het groeitempo. Het land met de meest spaarzame<br />

bevolking zal uiteindelijk de hoogste economische groei kennen.<br />

Een sympathieke theorie. Maar toen in de loop van de jaren zeventig<br />

de grenzen voor kapitaalverkeer in de geïndustrialiseerde wereld<br />

wegsmolten, raakten binnenlandse besparingen en investeringen<br />

ontkoppeld. Bedrijven waren niet meer afhankelijk van binnenlandse<br />

besparingen, maar konden op de internationale kapitaalmarkt<br />

lenen. Desondanks bleven er tussen landen grote verschillen in<br />

groei - in tegenspraak met de theorie van Solow.<br />

Het Eureka-moment<br />

Economen moesten op zoek naar een nieuwe verklaring van economische<br />

groei. Begin jaren tachtig schreef een jonge Amerikaanse<br />

econoom, Paul Romer, een proefschrift over het verband tussen<br />

kennis en groei. Volgens Romer zijn kennis en technologie de ware<br />

stuwkracht van economische ontwikkeling. Investeringen blijven<br />

belangrijk in zijn ‘endogene groeitheorie’, maar het maakt veel uit<br />

of het om meer van hetzelfde soort kapitaalgoederen gaat, of dat<br />

er wordt geïnvesteerd in nieuwe technologie.<br />

De belangrijkste bijdrage van Romer is dat hij laat zien hoe nieuwe<br />

technologie ontstaat. Het is in Romers wereld niet de solistische uitvinder<br />

die met een toevallig Eureka-moment de technologie een stap<br />

verder helpt. Kennis groeit in kleine stapjes, volgens processen <br />

24 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 25


die door bedrijven vrij goed te beheersen zijn. Hoe groter de voorraad<br />

technologische kennis in een economie, des te makkelijker<br />

is het om weer nieuwe kennis te laten ontstaan. Philips genereert<br />

ieder jaar veel nieuwe patenten, juist omdat het een grote kluis vol<br />

oude patenten heeft staan. Kennis leidt tot nieuwe kennis en een<br />

economie die het kunstje eenmaal door heeft, blijft volgens Romer<br />

structureel groeien.<br />

Romers inzichten hebben grote invloed op het economisch beleid<br />

gehad. Als groei ontstaat uit kennis, ligt er een taak voor de overheid<br />

om het kennisniveau van de bevolking te vergroten. Investeren<br />

in kennis en technologie betaalt zich dubbel en dwars terug, want<br />

een enkele impuls leidt tot langdurig hogere groei.<br />

Stond in de jaren zestig en zeventig het economische beleid nog in<br />

het teken van industriebeleid en bevordering van spaarzin, vanaf de<br />

jaren negentig zijn overheden overal ter wereld enthousiast aan de<br />

slag gegaan met Romers agenda. Stimuleren van R&D, technologie<br />

en innovatie werd de nieuwe hobby van politici en ambtenaren.<br />

Pleidooien voor beter onderwijs, technologiesubsidies en belastingmaatregelen<br />

om innovatie te stimuleren, staan in ieder verkiezingsprogramma.<br />

Ieder land heeft een innovatieplatform of iets wat daar<br />

op lijkt. En tientallen denktanks bedelven de hoofdsteden onder<br />

rapporten over technologiebeleid.<br />

Met - op z’n zachts gezegd - wisselende resultaten. Terwijl economen<br />

het eens zijn over het belang van R&D en innovatie, is over de<br />

effectiviteit van technologiebeleid veel minder zekerheid. Technologiesubsidies<br />

belanden vaak bij kansloze ideeën - anders had de<br />

markt ze wel gefinancierd. Belastingkortingen worden geïncasseerd<br />

voor projecten die zonder overheidssteun ook waren doorgegaan.<br />

Vaak neemt het management van een innovatief bedrijf eerst de<br />

beslissing om geld te steken in een bepaalde nieuwe technologie,<br />

en besluit de financiële man pas daarna ook nog even subsidiegeld<br />

aan te vragen.<br />

Keihard gevecht<br />

Er is ook een fundamenteler probleem. De theorie van Romer gaat<br />

er stilzwijgend van uit dat nieuwe kennis en technologie automatisch<br />

opborrelt uit oudere kennis en technologie. In werkelijkheid<br />

is het een taai en moeizaam proces dat van veel externe factoren<br />

afhankelijk is. Geld uitdelen aan bedrijven en universiteiten in de<br />

hoop dat de groeimotor zal aanslaan, heeft alleen zin als de factoren<br />

kloppen.<br />

Allereerst moet de overheid zorgen voor de juist instituties. Het<br />

rechtsysteem moet toegankelijk en eerlijk zijn, zodat de uitvinder en<br />

investeerder de vruchten van het werk plukken, en niet een oneerlijke<br />

concurrent of corrupte ambtenaar. Patenten, licenties en andere<br />

juridische regels rond eigendom moeten perfect in orde zijn. Je kunt<br />

nog zoveel technologiesubsidies geven, zolang de innovator niet<br />

zeker is dat de opbrengst van zijn inspanningen uiteindelijk op zijn<br />

eigen bankrekening terecht komt, blijft hij op z’n handen zitten.<br />

Dat klinkt evident, maar de regeringsleiders van de Europese Unie<br />

zien het verband nog altijd niet. Terwijl zij hoogdravende ambities<br />

over ‘de meest vernieuwende economie ter wereld in 2010’ formuleren,<br />

en de subsidiekraan in Brussel wijd opengaat, verzuimen zij<br />

al jaren om een simpel EU-patent te regelen. Door ruzie over het<br />

aantal talen waarin zo’n gemeenschapsoctrooi zou moeten worden<br />

gesteld (logisch lijkt één: Engels), komt het maar niet van de grond.<br />

Patenteren van een uitvinding in alle landen van de Europese Unie<br />

blijft daardoor een omslachtige en kostbare zaak.<br />

Minstens zo belangrijk als goede instituties is een flexibele economie.<br />

In 2002 schreef de invloedrijke Amerikaanse econoom William<br />

Baumol het boek The free-market innovation machine. Daarin legt<br />

de tachtigjarige auteur met jeugdige geestdrift uit dat alleen het<br />

marktmechanisme voor innovatie kan zorgen. Alleen in een kapitalistische<br />

economie, waarin ondernemerschap en concurrentie alle<br />

ruimte krijgen, kan zich ‘het wonder van de economische groei’<br />

voltrekken. Volgens Baumol zijn het vooral de grotere bedrijven die<br />

voor de benodigde dynamiek zorgen. Het keiharde gevecht tussen<br />

oligopolistische bedrijven is de motor van innovatie en dus ook van<br />

groei. Gevechten als die tussen Toyota en General Motors, Airbus<br />

en Boeing, Apple en Microsoft, Google en Yahoo, zorgen dat de<br />

technologische grens steeds verder komt te liggen. Zonder rücksichtsloze<br />

concurrentie geen innovatie, en zonder innovatie geen<br />

groei.<br />

Maar dan moet die concurrentie natuurlijk wel de kans krijgen.<br />

Pogingen van overheden om bedrijven te beschermen tegen het<br />

harde gevecht op de markt brengen daarom de economische<br />

groei in gevaar. Het gebeurt vaak met de beste bedoelingen, maar<br />

afschermen van binnenlandse markten, subsidiëren van noodlijdende<br />

bedrijven en belemmeren van marktwerking hebben uiteindelijk<br />

tot gevolg dat de innovatiemachine van Baumol afslaat en de groei<br />

terugvalt. De overheid zou er juist voor moeten zorgen dat de druk<br />

op het eigen bedrijfsleven zo hoog mogelijk wordt opgevoerd, door<br />

scherp te letten op marktmisbruik en concurrentie vanuit het buitenland<br />

te verwelkomen.<br />

Nederland laat het liggen<br />

Dat laatste heeft Nederland traditioneel altijd al gedaan. Het<br />

bedrijfsleven is het gevecht op de wereldmarkt nooit uit de weg<br />

gegaan, en de dynamiek die dat teweeg bracht heeft ons een<br />

flink aantal innovatieve multinationals opgeleverd die zich kunnen<br />

meten met de mondiale concurrentie.<br />

Op andere terreinen is er echter nog een wereld te winnen voor de<br />

Nederlandse economie.<br />

Als Romer gelijk heeft, en R&D de drijvende kracht is achter groei,<br />

laat Nederland veel kansen liggen. De totale uitgaven aan R&D<br />

bedragen zo’n 1,8 procent van het Nederlandse bruto binnenlands<br />

product. Het gemiddelde in de Oeso, de club van de dertig belangrijkste<br />

industriële landen, is 2,3 procent. In de succeseconomie van<br />

Finland wordt maar liefst 2,5 procent van het bbp aan R&D uitgegeven.<br />

Ook andere indicatoren laten zien dat Nederland achterblijft.<br />

Volgens berekeningen van de Oeso bedragen de Nederlandse<br />

uigaven aan kennis (de som van R&D, hoger onderwijs en software)<br />

3,8 procent van het bbp. Gemiddeld is dat 5,1 in de Oeso, en in<br />

Finland zelfs 6,1 procent. Van iedere duizend Nederlandse werknemers<br />

zijn er 5,2 onderzoeker. In de dertig Oeso-landen is dat<br />

gemiddeld 8,3, terwijl er meer dan 17 Finse onderzoekers op iedere<br />

duizend werknemers rondlopen.<br />

Alleen op het gebied van patenten scoort Nederland bovengemiddeld.<br />

Per miljoen inwoners hebben Nederlandse bedrijven een kleine<br />

zestig zogenoemde ‘patentfamilies’ in handen. Dit zijn groepen<br />

bij elkaar horende patenten en volgens de statistici van de Oeso<br />

een betere indicator dan het het aantal afzonderlijke patenten.<br />

Het gemiddelde aantal patentfamilies in de Oeso bedraagt 54 per<br />

miljoen inwoners. Nederland doet het wat dat betreft bovengemiddeld<br />

- vooral dankzij patentenfabriek Philips. In Finland, overigens,<br />

staat de teller op 114.<br />

Gelukkig valt de relatief geringe Nederlandse R&D wel in een<br />

vruchtbare bodem. Als goed gedefinieerde eigendomsrechten, vrij<br />

ondernemerschap en marktwerking voorwaarden zijn voor succesvolle<br />

innovatie heeft Nederland veel potentie. Een van de meest<br />

brede indicatoren van economische vrijheid is de Index of <br />

26 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 27


economic freedom van de Amerikaanse Heritage Foundation. Volgens<br />

die ranglijst hoort Nederland bij de landen met een ‘grotendeel<br />

vrije’ economie. In landen als de Verenigde Staten, Groot-Brittannië<br />

en Zwitserland hebben ondernemers nog meer vrijheid, maar<br />

met een veertiende plaats hoort Nederland toch bij de mondiale<br />

subtop.<br />

Om die potentie te kunnen benutten, moeten de uitgaven aan<br />

onderwijs en onderzoek in Nederland omhoog - tenminste als we<br />

de economen geloven. De één miljard die het nieuwe kabinet extra<br />

uittrekt voor onderwijs is een goed begin. Maar niet meer dan dat.<br />

Om de achterstand in te lopen - of beter: om te zetten in een voorsprong<br />

- is meer geld nodig. Om bijvoorbeeld de uitgaven aan kennis<br />

op Fins peil te brengen, moet Nederland 2,3 procentpunt van het<br />

bbp extra uittrekken. Dat is ongeveer 11 miljard euro. De overheid<br />

hoeft dat bedrag niet helemaal voor haar rekening te nemen, het<br />

bedrijfsleven kan natuurlijk ook bijdragen.<br />

Bovendien is de vrije economie iets waarvoor iedere dag moet worden<br />

gevochten. Politici en ambtenaren hebben van nature een onbedwingbare<br />

drang tot regelen en organiseren. Abstracte zaken als<br />

marktwerking en vrij ondernemerschap delven al snel het onderspit<br />

als de burger klaagt over het bedrijfsleven of als belangengroepen<br />

lobbyen om staatsteun en bescherming van markten. Het is dan ook<br />

geen best teken dat in het regeerakkoord van het nieuwe kabinet<br />

het woord marktwerking geen enkele keer voorkomt. Jaren geleden<br />

klaagde toenmalig eurocommissaris Frits Bolkestein al dat er op het<br />

Nieuwe Arbowet: Meer maatwerk, minder regels<br />

Op 1 januari <strong>2007</strong> wordt de nieuwe Arbowet van kracht. Met deze<br />

wet krijgen werkgevers en werknemers meer mogelijkheden om<br />

samen het arbeidsomstandighedenbeleid binnen de sector of de<br />

onderneming in te vullen. Er komt dus meer ruimte voor maatwerk,<br />

met als uiteindelijk resultaat: verbetering van de veiligheid<br />

en gezondheid op de werkvloer.<br />

Werkgevers en werknemers krijgen gezamenlijk de mogelijkheid<br />

een effectiever arbobeleid op te stellen: samen beter aan de slag.<br />

Meer informatie? Kijk op www.arbonieuwestijl.nl.<br />

Arbonieuwestijl.nl samen beter aan de slag<br />

28 MANAGEMENT SCOPE<br />

Waarom een nieuwe Arbowet?<br />

De Arbowet wordt aangepast om een aantal redenen. Zo wil de<br />

overheid de arboregels eenvoudiger en gemakkelijker uitvoerbaar<br />

maken. Want door de huidige gedetailleerde regels zien<br />

werkgevers vaak door de bomen het bos niet meer. Daarom<br />

komt er meer ruimte voor maatwerk en eigen inbreng van<br />

werkgevers en werknemers. Daarnaast wil het kabinet de<br />

administratieve lasten voor bedrijven verminderen. Ook zal de<br />

nieuwe Arbowet beter aansluiten bij het verzuim- en reïntegratiebeleid.<br />

Wat verandert er?<br />

Door minder gedetailleerde regels en meer maatwerk krijgen<br />

werkgevers en werknemers samen de mogelijkheid om het arbobeleid<br />

toe te spitsen op de situatie in hun eigen bedrijf of branche.<br />

De overheid stelt voor de nieuwe Arbowet doelvoorschriften op<br />

waarin is vastgelegd welke bescherming bedrijven moeten bieden<br />

aan werknemers. Voor een klein bedrijf heeft ziekte of arbeidsongeschiktheid<br />

van een werknemer grote (financiële) gevolgen, maar<br />

er is vaak weinig tijd om de hele regelgeving uit te zoeken. Daarom<br />

is het goed dat de Arbowet voor maatwerk zorgt. Werknemers<br />

en werkgevers uit een bepaalde branche of van een onderneming<br />

bepalen voortaan zelf op welke manier zij invulling geven aan deze<br />

doelvoorschriften. De werkgever voert hierover overleg met de<br />

ondernemingsraad of personeelsvereniging. De gekozen invulling<br />

wordt vervolgens vastgelegd in een zogeheten arbocatalogus.<br />

Advertentie<br />

Werknemers en werkgevers bepalen voortaan zelf op welke manier zij<br />

invulling geven aan de nieuwe Arbowet.<br />

Arbocatalogi<br />

In een arbocatalogus staan de verschillende manieren beschreven<br />

waarop werkgevers kunnen voldoen aan de doelvoorschriften die<br />

de overheid stelt. Bijvoorbeeld: beschrijvingen van technieken en<br />

methoden, goede praktijken, normen en praktische handleidingen.<br />

De verantwoordelijkheid voor het opstellen en bekendmaken van<br />

de arbocatalogi ligt bij de werkgevers en werknemers (of organisaties<br />

van werkgevers en werknemers, bijvoorbeeld binnen een<br />

bepaalde sector). Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid<br />

voert vervolgens een marginale toets uit, ondermeer om<br />

te bezien of bij navolging van de catalogus wordt voldaan aan de<br />

wettelijke doelvoorschriften. De bestaande beleidsregels worden<br />

ingetrokken zodra werkgevers en werknemers een positief<br />

getoetste arbocatalogus hebben opgesteld voor hun sector.<br />

De Arbeidsinspectie controleert de handhaving van de wet- en<br />

regelgeving. Als er een positief getoetste arbocatalogus is, neemt<br />

zij deze als referentiekader bij de inspecties. Hoe een inspectie<br />

verloopt en welke verplichtingen een werkgever heeft, kan men<br />

terug vinden in speciale branchebrochures die de Arbeidsinspectie<br />

opstelt. Bij overtredingen legt de Arbeidsinspectie boetes op die<br />

een stuk hoger liggen dan voorheen.<br />

061129_225x285 Ondernemen MKB.in1 1 29-11-2006 11:07:30<br />

terrein van de marktwerking in Nederland een poolwind was opgestoken.<br />

De afgelopen tijd is die alleen maar verder aangewakkerd.<br />

Het Wal-Mart-effect<br />

Een goed voorbeeld van hoe de Hollandse regelzucht economische<br />

groei in de weg zit, is te vinden in de detailhandel. Het Nederlandse<br />

winkelbedrijf is een van de minst efficiënte van Europa. Volgens<br />

cijfers van de Oeso ligt de toegevoegde waarde per werknemer<br />

twintig procent onder het EU-gemiddelde, en zelfs veertig procent<br />

onder dat van landen als Duitsland, Finland en Zweden. De reden<br />

is volgens de Oeso dat in Nederland de winkels relatief klein zijn,<br />

waardoor investeringen in ict hier minder snel rendabel zijn. Dat de<br />

detailhandel hier niet de benodigde schaal kan bereiken, komt niet<br />

omdat het publiek zo graag in kleine winkels shopt, maar door de<br />

vestigingsregels. De grote hypermarkten aan de rand van de stad,<br />

die de detailhandel in andere landen zo efficiënt maakt, wordt in<br />

Nederland onmogelijk gemaakt door wet- en regelgeving. Uit angst<br />

dat de binnensteden zullen leeglopen, doet de overheid er alles aan<br />

om supermarkten in de stad te houden. Dat als gevolg daarvan de<br />

sector technologisch achterblijft, wordt daarbij uit het oog verloren.<br />

Positief geformuleerd: de Nederlandse detailhandel heeft nog veel<br />

groeipotentie. Als de vestigingsregels worden versoepeld, kan dat<br />

de arbeidsproductiviteit een flinke impuls geven. Net zoals in de<br />

technologische ontwikkelingen in de Amerikaanse detailhandel<br />

dat gedurende de tweede helft van de jaren negentig voor de<br />

Amerikaanse economie deed. Volgens berekeningen van McKinsey<br />

is een kwart van de Amerikaanse productiviteitsgroei in die periode<br />

te danken aan de detailhandel. Het Wal-Mart-effect, zo doopten de<br />

onderzoekers dit fenomeen. Investeringen in ict betalen zich in de<br />

VS dubbel en dwars terug, juist vanwege de grote schaal waarop<br />

Amerikaanse bedrijven als Wal-Mart kunnen opereren. Door de<br />

Nederlandse winkels kunstmatig klein te houden, kortwiekt de<br />

overheid economische groei.<br />

Naast de vestigingsregels gaat er nog veel meer mis in Nederland.<br />

De hoge administratieve lastendruk, de wildgroei aan instanties die<br />

het bedrijfsleven controleren - en voor de voeten lopen, de starre<br />

ontslagbescherming die bedrijven terughoudend maakt om het<br />

personeelsbestand uit te breiden, een immigratiedienst die maar<br />

mondjesmaat buitenlandse kenniswerkers binnenlaat.<br />

Er is weinig fantasie voor nodig om de<br />

lijst met Nederlandse groeibelemmeringen aan te<br />

vullen.<br />

Dat komt niet door onwil van de overheid. Het<br />

streven van politici en ambtenaren om de economische<br />

groei alle kans te geven, is oprecht. Maar<br />

in de dagelijkse beslommeringen van politiek en<br />

beleid raakt dat streven vaak ondergesneeuwd.<br />

De les voor de beleidsmakers moet dan ook niet<br />

zijn dat economen niet weten waar economische<br />

groei vandaan komt. Maar wel dat ze langzamerhand<br />

een goed idee hebben van wat die<br />

groei tegenwerkt. Gierigheid op het gebied van<br />

onderwijs en R&D en het belemmeren van vrije<br />

markten en ondernemerschap vormen een gegarandeerd<br />

recept voor economische stagnatie. Het<br />

is als motto te lang om boven de ingang van alle<br />

Haagse ministeries te schilderen, maar het zou<br />

niet misstaan. <br />

Restart<br />

Nederland<br />

Vanaf nu is USG Restart de nieuwe én vertrouwde partner op<br />

de arbeidsmarkt. Voortgekomen uit United Restart, Carela en<br />

Accea. Of het nu gaat om re-integratie, outplacement,<br />

jobcoaching, assessments, HR-detachering of recruitment:<br />

USG Restart biedt totaaloplossingen voor alle<br />

arbeidsvraagstukken. En dat geldt voor u als bedrijf of<br />

overheidsinstantie, maar ook voor werknemers én<br />

werkzoekenden. Maak ook een goed begin en bel voor<br />

een afspraak met één van onze persoonlijke adviseurs.<br />

Kijk op www.usgrestart.nl voor een vestiging bij u in<br />

de buurt. U kunt ook met ons hoofdkantoor contact<br />

opnemen: 036 529 98 21.<br />

Wij komen graag bij u langs om uw mogelijkheden<br />

in kaart te brengen!<br />

Waar wilt u<br />

beginnen?<br />

een goed begin


gilissen.nl<br />

Uw financiële<br />

toekomst plannen<br />

in een uur?<br />

Ja, en nu weer<br />

even serieus.<br />

Het opstellen van een persoonlijk vermogensplan is een serieuze zaak. Zeker als het<br />

om een serieus vermogen gaat. Daar moet je dus ruim de tijd voor nemen. En dat is<br />

zolang als het duurt. Wilt u dat wij ruim de tijd nemen voor úw financiële toekomst?<br />

Bel dan (020) 527 67 67 voor een afspraak of mail privatebanking@gilissen.nl<br />

Serious money. Taken seriously.<br />

Rijkman Groenink Joop Wijn Bert Heemskerk<br />

Exit per sms<br />

Er zijn twee dingen die je niet per sms doet: een einde maken aan je relatie en een medewerker ontslaan. Maar bij<br />

ABN Amro vinden ze blijkbaar dat in werknemersliefde en arbeidsverhoudingen alles is geoorloofd. Een aantal jaar<br />

geleden kreeg een substantieel deel van de medewerkers al per brief te horen dat ze ‘misbaar’ waren en onlangs<br />

greep Paul Aukema van ABN Amro op vrijdagavond zijn mobieltje om ondergeschikte Bob Emanuels te ontslaan,<br />

hoofd trading voor de afdeling particulieren. ‘Je hoeft maandag niet meer te komen,’ luidde de boodschap. Vrij<br />

vertaald in sms-taal: B BB, WW en WB (Beste Bob, Wegwezen en wegblijven). Met welk emoticon zou Emanuels<br />

zijn baas geantwoord hebben:-( of >=< (heel boos)? Vast dat laatste, want Emanuels stapte direct naar de kortgedingrechter,<br />

die hem in het gelijk stelde. Volgens Emanuels zou hij de w8 zijn aangezegd omdat ‘zijn stijl van leidinggeven<br />

niet past binnen de cultuur van de bank’. Gezien de kille manier waarop de bank met haar mensen omgaat, is<br />

dat eerder een geuzencompliment dan een diskwalificatie. Topman Rijkman Groenink hoeft straks dan ook niet raar<br />

staan te kijken als ook hij een vervelend sms’je krijgt. De onduidelijke strategie en achterblijvende beurskoers van ABN<br />

Amro hebben inmiddels geleid tot een kritische brief van hedge fund TCI, met het dringende verzoek tot opsplitsing.<br />

De commissarissen van ABN Amro kunnen de hongerige wolf misschien alleen nog op afstand houden door Groenink<br />

uit de trojka te gooien. Dat slechtnieuwsgesprek hoeft president-commissaris Arthur Martinez slechts één druk op<br />

de knop te kosten: SRRY RKMN, X-it.<br />

Tegen de achtergrond van een dergelijke cultuur is het eigenlijk helemaal niet zo raar dat Joop Wijn, ex-minister van<br />

Economische Zaken, zich meer thuis voelt bij de Rabobank. Voordat hij fulltime de politiek inging, werkte Wijn vier<br />

jaar bij ABN Amro. Nu hij geen zin blijkt te hebben in het voorzitterschap van de CDA-fractie, zou je denken dat hij<br />

vanuit Den Haag direct zou doorrijden naar de Zuidas, of een stukje eerder zou afslaan, bij Schiphol. Bij beide organisaties<br />

zou het ontvangstcomité al klaar hebben gestaan voor boy wonder Wijn. In plaats daarvan kiest de ‘jeune<br />

premier’ van de christendemocraten voor het maatschappelijke karakter en de solide financiering van de Rabobank,<br />

waar hij een directiepost gaat vervullen en aan de raad van bestuur gaat rapporteren. Rabo-topman Bert Heemskerk<br />

zal wel blij zijn dat hij deze triple-A-kandidaat heeft weten binnen te halen.<br />

Twee cfo’s op een kussen<br />

De kwalificatie AAA is overigens niet altijd een aanbeveling. Bij financiële man Maarten ‘Triple A’ Henderson<br />

stonden die letters destijds voor ‘autistisch, arrogant en autoritair’. Dat was in de tijd dat Henderson als cfo van KPN<br />

mede-architect was van het miljardenverslindende UMTS- en acquisitiebeleid dat het bedrijf bijna te gronde richtte.<br />

Hij hielp redder Ad Scheepbouwer vervolgens wel de rommel opruimen voordat hij overstapte naar Nuon, dat hij<br />

rijp zou gaan maken voor een beursgang. Krap een jaar later was hij er alweer weg. Net op tijd, nu de Nuon-top<br />

onthoofd blijkt te worden in de voorgenomen fusie met Essent. Niet alleen Nuon-topman Ludo van Halderen, maar<br />

ook Hendersons opvolger, Doede Vierstra, staat straks op straat. Henderson zelf lijkt alleen te zijn weggegaan om<br />

zijn hoofd in een nog grotere strop te steken. Hij wordt tot medio 2008 cfo van Getronics en volgt daarmee financiële<br />

man Theo Janssen op, die geen zin had in een tweede Ahold. En daar begint het wel op te lijken, met een<br />

forse afboeking die al veel eerder had moeten plaatsvinden en een onderzoek van de AFM naar verzwegen fraude<br />

bij de Italiaanse dochter. In plaats van topman Klaas Wagenaar naar huis te sturen, kiezen de commissarissen onder<br />

leiding Jeroen van Smit Rinus is publicist/moderator, Minderhoud nu hij voor schreef een door de bestseller de wol Het geverfde drama cfo Ahold, die de het ceo managementboek<br />

tegenspel kan bieden. De vraag is<br />

of van die het oplossing jaar 2005 afdoende en was hoofdredacteur is. Want ook Wagenaar van FEM/De heeft Week. een Reacties: achtergrond jsmit@managementscope.nl<br />

als financiële man en deed ooit het licht uit<br />

bij het onfortuinlijke Baan Company. Been there, done that. Wagenaar zal zich dan ook niet snel laten corrigeren. De<br />

commissarissen van Getronics lijken bovendien voorbij te gaan aan een oude wijsheid: twee cfo’s op een kussen, daar<br />

slaapt de duivel tussen.<br />

APRIL <strong>2007</strong> 31 wandelgangen


Freelance Finance Professional?<br />

Door onze jarenlange focus op de arbeidsmarkt van<br />

financiële professionals, zijn wij dé specialist van interim<br />

finance professionals in Nederland. Wij garanderen dat<br />

u binnen 24 uur de gewenste interim finance professional<br />

beschikbaar heeft voor inzet in uw organisatie.<br />

Steens & Partners Interim Finance Consultants biedt<br />

vanuit een heldere visie ondersteuning aan bedrijven en<br />

organisaties op financieel-organisatorisch gebied. Wij<br />

richten ons hierbij op het optimaliseren en inrichten<br />

van de processen en het bieden van continuïteit in de<br />

financiële bedrijfsvoering. Onze organisatie kan snel<br />

inspelen op ontwikkelingen binnen uw organisatie.<br />

Financieel Interim <strong>Management</strong> Advies<br />

________________________________________________<br />

Onderscheidend Specialist in Financiële Professionals<br />

Steens & Partners Interim Finance Consultants biedt<br />

interim finance oplossingen op een aantal specifieke<br />

gebieden:<br />

Uitvoering van complexe financiële- en<br />

administratieve werkzaamheden<br />

Doorvoering directiebesluiten en nieuwe<br />

regelgevingen<br />

Interim management en projectleiding<br />

Advisering en ondersteuning bij<br />

strategische bedrijfsvoering en<br />

besluitvorming<br />

Amsterdam Rotterdam T 010-289 7666 E interim@steens.nl<br />

WWW.STEENS.NL<br />

BESTUURDERS IN<br />

NAAM BEDRIJF FUNCTIE REDEN PER VOORHEEN<br />

Coorens, Eric Macintosh Retail Group lid RvB benoeming 01-06-07 ceo Kwantum Benelux<br />

Hele, John ING Groep cfo opvolging 24-<strong>04</strong>-07 vice-cfo ING Groep<br />

Henderson, Maarten Getronics cfo ad-interim opvolging 01-<strong>04</strong>-07 cfo ad-interim Debitel AG<br />

Rusckowski, Steve Philips lid RvB benoeming 01-<strong>04</strong>-07 blijft ceo Philips Medical Systems<br />

Strijbos, Theo Macintosh Retail Group lid RvB benoeming 01-05-07 cfo Dixons Groep<br />

Timmermans, Koos ING Groep lid RvB benoeming 24-<strong>04</strong>-07 vice-CRO ING Groep<br />

Ventress, Peter Buhrmann lid RvB benoeming 12-<strong>04</strong>-07 president Buhrmann Corporate Express Europe<br />

Wijn, Joop Rabobank Nederland directeur benoeming 01-06-07 staatssecretaris Economische Zaken<br />

BESTUURDERS UIT<br />

NAAM BEDRIJF FUNCTIE REDEN PER NIEUWE FUNCTIE<br />

Maas, Cees ING Groep cfo pensioen 24-<strong>04</strong>-07 blijft adviseur RvB ING Groep<br />

Nieuwenhuyzen, van, Gilles CSM lid RvB oriënteert zich op nieuwe functie 01-05-07 niet bekend<br />

Stevens, Stef Macintosh Retail Group lid RvB pensioen 01-07-07 niet bekend<br />

Wiel, van de, Lambert Macintosh Retail Group lid RvB pensioen 01-07-07 niet bekend<br />

Wilderbeek, Toon Akzo Nobel lid RvB afsplitsing Organon BioSciences 28-02-07 ceo Organon BioSciences<br />

COMMISSARISSEN IN<br />

NAAM BEDRIJF FUNCTIE REDEN PER BASIS<br />

Beusmans, Bart Unilever Nederland voorzitter RvC opvolging 27-02-07 lid RvB Stichting Universiteitsfonds Twente<br />

Bruzelius, Peggy Akzo Nobel lid RvC benoeming 25-<strong>04</strong>-07 lid RvC Syngenta Global<br />

Burgmans, Antony Aegon lid RvC opvolging 25-<strong>04</strong>-07 lid RvC Akzo Nobel<br />

Connolly, John Deloitte voorzitter RvC opvolging 01-06-07 ceo Deloitte UK<br />

Groenink, Rijkman Shell lid RvC opvolging 16-05-07 ceo ABN Amro<br />

Peijs, Karla Aegon lid RvC opvolging 25-<strong>04</strong>-07 commissaris van de Koningin Zeeland<br />

Prondzynski, von, Heino Philips lid RvC benoeming 29-03-07 voormalig ceo Roche Diagnostics<br />

COMMISSARISSEN UIT<br />

NAAM BEDRIJF FUNCTIE REDEN PER BASIS<br />

Cohen, Abraham Akzo Nobel lid RvC termijnen verstreken 01-05-07 voorzitter RvC Vasomedical<br />

Hartog, den, Cees Stork lid RvC geen herbenoeming 02-03-07 adviseur RvC Stork<br />

Hoogendoorn, Piet Deloitte voorzitter RvC pensioen 31-05-07 geen<br />

Lede, van, Cees Akzo Nobel lid RvC beperking aantal commissariaten 01-05-07 voorzitter RvC Heineken<br />

Loudon, Aarnout Shell lid RvC pensioen 16-05-07 lid RvA Allianz AG<br />

Mérieux, Alain Akzo Nobel lid RvC persoonlijke redenen 01-05-07 ceo BioMérieux<br />

Slechte, Jan Fortis lid RvC termijn verstreken 23-05-07 lid Stichting Continuïteit Fortis<br />

Vogelaar, Ella Unilever Nederland voorzitter RvC nieuwe functie 27-02-07 minister van Integratie<br />

Bestuursmutaties: redactie@managementscope.nl<br />

APRIL <strong>2007</strong> 33 komen&gaan


INTERVIEW<br />

Partners moeten zich aanpassen<br />

Zelf werkt ze zestig uur, maar haar personeel mag niet meer dan<br />

veertig uur werken. Anja Groeneveld, executive managing director<br />

partner van Accenture, gaat voor groei. Maar dat het personeel<br />

zich rotwerkt, is niet de manier.<br />

Interview Jeanine van der Vlist | Tekst Leo Klaver | Fotografie Sjaak Ramakers<br />

Een opmerking van een Delftse professor tijdens een introductiedag<br />

aan de TU over zijns inziens slechte mogelijkheden om als architect<br />

aan de slag te kunnen, maakte dat Anja Groenewoud - daardoor nu<br />

partner bij Accenture - besloot na haar middelbare schooltijd economie<br />

te gaan studeren aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Niet<br />

dat ze het in Amsterdam niet naar haar zin zou hebben. Integendeel,<br />

ze straalt plezier uit, zit vol ambitie en heeft meer dan zin in haar nog<br />

redelijk nieuwe functie als eerste vrouwelijke country manager director<br />

bij Accenture Nederland en managing director van de Nederlandse<br />

Resources Operating Group. Maar ze geeft het eerlijk toe, ze was<br />

toch liever architect geworden. Haar voorliefde voor het inrichten van<br />

ruimten heeft ze overigens binnen de adviesorganisatie niet helemaal<br />

hoeven te bedekken. Het bestaande pand van Accenture aan de<br />

Apollolaan is mede gerealiseerd volgens haar denkbeelden, en ook<br />

het nieuwe Accenturekantoor in Amsterdam-Zuid zal ideeën van haar<br />

over architectuur in zich dragen.<br />

Het nieuwe kantoor betrekt het adviesbedrijf omdat de Apollolaan te<br />

klein is geworden. Accenture Nederland is in vijf jaar tijd dubbel zo<br />

groot geworden. Zowel wat betreft omzet (369 miljoen euro in 2006)<br />

als personeel (2000 eind 2006). Daarmee deed en doet de organisatie<br />

in ieder geval wat betreft groei van het aantal medewerkers het<br />

beter dan collega ict-bedrijven als Getronics, Atos Origin, LogicaCMG<br />

of Cap Gemini. Deze ict-leveranciers zagen in het jaar 2005 bijvoorbeeld<br />

hun headcount dalen. ict-bedrijven als IBM, Ordina, Centric of<br />

EDS konden hun headcount weliswaar omhoog zien komen, maar<br />

toch niet zo stevig als Accenture dat deed.<br />

“ Uitbesteden van bedrijfsprocessen zorgt<br />

voor toegevoegde waarde”<br />

Wat doet Accenture beter waardoor het harder groeit dat<br />

andere adviesbureaus?<br />

“Op onze website staat dat Accenture een high performance-organisatie<br />

is die optimaal gebruik maakt van haar mogelijkheden om<br />

de langetermijndoelstellingen te behalen en om concurrenten te<br />

overtreffen. Het antwoord op je vraag ligt daarin besloten. Richting<br />

klanten doen we hetzelfde. We willen met organisaties samenwerken<br />

om ze door middel van innovaties een high performance business te<br />

laten zijn en te blijven. Organisaties waarvoor we werken zien dan<br />

ook dat hun bedrijfsresultaten omhoog gaan, vooral omdat ze na<br />

onze gezamenlijke inspanningen kunnen beschikken over efficiënter<br />

werkende bedrijfsprocessen. Vooral bij outsourcing is dat goed<br />

zichtbaar. Het uitbesteden van bedrijfsprocessen, business proces<br />

outsourcing, zorgt voor veel toegevoegde waarde. Vroeger besloten<br />

organisaties vaak om redenen van kostenbesparing uit te besteden,<br />

maar het gaat ze steeds meer om het binnenhalen van extra kennis.<br />

Wij hebben die extra kennis. We besteden niet voor niets ongeveer<br />

vier procent van onze omzet aan het opleiden van onze mensen.”<br />

Dat alles doen andere bureaus in meer of mindere mate uiteraard<br />

ook. Wat is het geheim van uw organisatie?<br />

“Misschien is dat wel omdat de verbeteringen die we doorvoeren in<br />

bedrijfsprocessen meetbaar zijn. Neem bijvoorbeeld een hr-proces dat<br />

we onlangs voor een organisatie hebben geoptimaliseerd. Een analyse<br />

leerde daar dat zeventig procent van de vragen die medewerkers<br />

stelden, simpele standaardvragen waren. Die worden nu via internet<br />

beantwoord. Doordat de hr-afdeling zich niet meer met deze onderwerpen<br />

hoeft bezig te houden, is er meer tijd om mensen persoonlijk<br />

en direct antwoord te geven op meer ingewikkelde vraagstukken,<br />

zoals pensioenen dat kunnen zijn. Dat betekent dus voor dit bedrijf<br />

een efficiënter maar ook een klantvriendelijker hr-proces. In recrutingprocessen<br />

is een betere sturing te verkrijgen als je weet, en dat ook<br />

administratief vastlegt, waarom potentieel nieuwe medewerkers juist<br />

wel besluiten om bij je organisatie te gaan werken, of waarom ze<br />

toch voor een andere werkgever kiezen. Voor een organisatie kan<br />

het kunnen beschikken over dit soort informatie het verschil <br />

34 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 35


Anja Groenwoud (44)<br />

Country Managing Director Accenture Nederland<br />

Opleiding: bedrijfseconomie Erasmus Universiteit Rotterdam<br />

Loopbaan: als graduate bij Accenture begonnen en in<br />

2000 partner<br />

Nevenactiviteiten: verantwoordelijk voor Resources Operating<br />

Group in Nederland<br />

Hobby’s: geen<br />

Thuis: getrouwd en een dochter van negen<br />

uitmaken tussen groeien of stilstaan. Nog een voorbeeld, een industriëel<br />

bedrijf kan een snelle start maken als we een ERP-systeem<br />

implementeren dat, omdat de inrichting daarvan is gebaseerd op<br />

onze benchmarkstudies, slechts voor twintig procent maatwerk hoeft<br />

te zijn. De overige tachtig procent van de bedrijfsprocessen kan direct<br />

profiteren van de mogelijkheden van het ERP-systeem. Dat soort verbeteringen<br />

zijn meetbaar.”<br />

Waar haalt Accenture zijn kennis vandaan?<br />

“Uit zijn mensen. Accenture wereldwijd kent een global delivery netwerk<br />

met daarin 45 locaties waarin expertise op specifieke terreinen<br />

bijeen wordt gebracht. Zo is Praag het centrum voor financiële kennis,<br />

Bratislava weet alles van ERP, in India zit veel ict-kennis en Milaan<br />

weet het nodige van datamining en CRM. Zoals gezegd, investeren<br />

wij veel in onze mensen die met hun studie en hun ervaring weten<br />

hoe het bij klanten beter kan. Dat plaatst onze medewerkers overigens<br />

ook vaak voor een dilemma. Wij denken dat het beter kan,<br />

maar soms begrijpt de klant dat nog niet, of is de organisatie nog<br />

niet zo ver. Dan kan onze blinde passie ook wel eens vermoeiend zijn<br />

voor de klant. Wij zijn bijtertjes die ons houden aan onze definitie<br />

van goed stewardship: de plek beter achterlaten dan zoals we deze<br />

gevonden hebben. Een mooi voorbeeld van dit laatste is misschien<br />

wel het digitale incheck-systeem zoals we dat op Schiphol hebben<br />

geïmplementeerd waardoor het inchecken een stuk sneller gaat,<br />

zeker voor mensen die alleen handbagage bij zich hebben. Dit voorbeeld<br />

wordt nu door vele andere luchtvaartmaatschappijen gevolgd.”<br />

Betekent dat ook niet dat de mogelijkheden van groei van<br />

Accenture in hoge mate wordt bepaald door zijn vermogen<br />

om nieuwe mensen aan te trekken? Gezien de grote tekorten<br />

aan ict-medewerkers, moet dat toch voor problemen kunnen<br />

zorgen?<br />

“Zonder nieuwe mensen inderdaad geen groei en we vissen allemaal<br />

in de zelfde vijver. Onze uitdaging is, rekening houdende met het<br />

verloop, ongeveer vierhonderd nieuwe medewerkers per jaar aan te<br />

trekken. Van het aantal pas afgestudeerde mensen die bij ons komen<br />

werken, komt zestig procent binnen via het eigen netwerk dat onze<br />

medewerkers hebben. Mensen met ervaring komen wat minder via<br />

dat kanaal binnen. Overigens ervaren onze klanten zelf ook tekorten<br />

en vragen ons dan of we mensen met kennis over bijvoorbeeld SAP<br />

beschikbaar kunnen stellen. Een deel van deze kennis kunnen we<br />

aanbieden omdat we wereldwijd ruim 146 duizend medewerkers tellen.<br />

Zo hebben we voor een outsourcingsproject bij ABN Amro een<br />

aantal ict-deskundigen uit India gehaald die hier in Nederland zorgen<br />

dat gespecialiseerde kennis aanwezig in een van de 46 expertise locaties<br />

ter beschikking van het project komt. Die mensen slaan dus een<br />

brug tussen klant en kennis.”<br />

Hoe groot is het verloop van medewerkers binnen Accenture<br />

Nederland?<br />

“Ik vind een verloop van achttien procent zoals wij die kennen, een<br />

beetje veel van het goede. Dat betekent namelijk dat ons bedrijf zich<br />

in de loop van vijf jaar volledig vernieuwt. Nu kun je wel het nodige<br />

doen om dat verloop te reduceren. Zo hebben we bijvoorbeeld<br />

gemerkt dat het percentage verloop daalt naar tien procent als medewerkers<br />

meer vanuit een vaste locatie kunnen werken.”<br />

“ Hoe hoger het verloop, hoe lager de<br />

bonus”<br />

Dat lijkt me niet helemaal voldoende om mensen binnen te<br />

houden?<br />

“We doen inderdaad meer. Kijk, vroeger gooiden partners klussen<br />

over de schutting en wij vingen die als jonge honden wel op. Dat<br />

werkt niet meer. Jonge mensen willen meer coaching en willen dat<br />

partners meer zichtbaar zijn. Seniors moeten regelmatig vragen hoe<br />

het met hen gaat op projecten, of ze het nog wel leuk vinden, of ze<br />

niet te lang op een en hetzelfde project zitten. Dat soort zaken. Dat<br />

gebeurde vroeger niet of nauwelijks. Dat moet mensen meer binnenhouden.<br />

Senior medewerkers, partners worden binnen Accenture ook<br />

beoordeeld op de mate waarin ze in staat zijn om hun mensen binnen<br />

te houden. Hoe hoger het verloop, hoe lager de bonus. Partners<br />

moeten daarnaast beseffen dat medewerkers van nu graag in een<br />

kleine eenheid werken, het gevoel willen hebben dat ze ondernemer<br />

kunnen zijn. Ook willen ze over eigen budgetten kunnen beschikken<br />

en willen als persoon er- en herkend worden. Is dat allemaal het<br />

geval dan zullen ze hier ook willen blijven werken.”<br />

Hoe komt het trouwens dat het zo lastig is om goed gekwalificeerde<br />

ict-mensen binnen te halen. Heeft de ict-wereld zijn<br />

aantrekkelijkheid zo verloren dat er alleen nog maar mensen<br />

binnen te halen zijn door hen bijvoorbeeld in een F1-auto over<br />

het circuit in Zandvoort te laten razen?<br />

“Ik ben mijn carrière bij Accenture begonnen met een programmeercursus<br />

in de VS. Afschuwelijk vond ik dat. Studenten denken nog<br />

steeds dat ict programmeren is. Maar dat is het niet. ict is het begrijpen<br />

van bedrijfsprocessen en het verbeteren daarvan. Dat besef is er<br />

niet en dus gaan veel jonge mensen wat anders studeren. Wellicht<br />

moeten we op universiteiten meer en beter vertellen wat ict echt is.”<br />

Nu staat Accenture bekend als een organisatie waarin men<br />

hard moet werken en lang. Ook dat is iets wat jonge mensen<br />

steeds meer tegen gaat staan...<br />

“Zeker. Daarom houd ik zelf ook nauwlettend in de gaten of medewerkers<br />

structureel overwerken. Als dat te vaak en te langdurig het<br />

geval is, ga ik kijken wat daar aan de hand is. De tijd waarin men<br />

dacht dat lang werken ook productief werken is, ligt denk ik achter<br />

ons. Wat we ook hebben afgedekt, is dat medewerkers te lang van<br />

huis zijn. Ze mogen niet langer dan drie nachten per week weg van<br />

huis zijn als ze op locatie werken.“<br />

“ Ik probeer om zoveel mogelijk bij mijn<br />

eigen kracht te blijven”<br />

Hoe lang werkt je zelf?<br />

Lange stilte.....”Ik denk dat ik toch ook wel zestig uur per week<br />

werk. Maar ik heb dan ook een senior functie. Een partner mag niet<br />

verwachten dat hij met veertig uur klaar is. Bovendien lijd ik er ook<br />

niet onder. Ik hoop dat ik uitstraal dat ik plezier heb in mijn werk,<br />

maar misschien moet ik toch ook wel eens niet op zondag mijn mail<br />

gaan lezen, maar dat bewaren tot maandagochtend.”<br />

Als ik dat allemaal zo hoor, dan moeten er niet alleen nieuwe<br />

medewerkers binnen worden gehaald, maar moeten vooral de<br />

partners op een andere manier gaan werken. Is dat niet een<br />

nog grotere uitdaging?<br />

“Onze partners moeten in deze ontwikkeling meegaan. Onze toekomstige<br />

groei is daarvan mede afhankelijk. Dat zal duidelijk zijn.<br />

Tien jaar geleden was het voldoende als een partner maar voldoende<br />

omzet binnenbracht. Die tijd is dus niet meer. We hebben onze 360graden<br />

surveys waarin het werkveld de partner zijn of haar functioneren<br />

beoordeelt, maar we doen meer. Zo hebben we onlangs een<br />

pilot gehouden waarin een nieuwe leadership development-methode<br />

centraal stond. Overigens vind ik het kunnen werken aan de verdere<br />

ontwikkeling van het topmanagement zelf een van de aantrekkelijke<br />

kanten aan mijn functie. Het past binnen de cultuur van dit bedrijf.<br />

Zelf ben ik ook een voorbeeld van een medewerker die alle gelegenheid<br />

heeft gekregen om mee te groeien met het bedrijf. En dat hoeft<br />

allemaal niet van een leien dakje te gaan. Ik heb ook wel mijn hickups<br />

gekend, heb ook een half jaar onbetaald verlof gehad om een<br />

tijdje rustig te kunnen nadenken over hoe verder te gaan, maar ben<br />

ook in de gelegenheid gesteld om gedurende een langere periode<br />

te studeren, terwijl ik wel partner bleef. Partner zijn en dan ook nog<br />

drie dagen per week studeren, dat was toen redelijk uniek. Maar wel<br />

heel goed dat het bedrijf me op deze wijze heeft kunnen behouden.<br />

Dat is toch ook de kracht van deze organisatie.”<br />

Hoe gaan je collega’s ermee om dat je, zoals dat heet, zo<br />

omhoog bent gegroeid? Ik heb hetzelfde groeipad gekend,<br />

maar dan bij Dell en daar hadden collega’s met wie ik lange<br />

tijd als gelijke in een groep had gewerkt het daar niet altijd<br />

even gemakkelijk mee.<br />

“Nee, die reacties heb ik niet gehad. Ik doe wat ik moet doen, doe<br />

dat op mijn eigen manier, vul accenten anders in dan mijn zeer sterke<br />

voorganger die ik zeker niet wil kopiëren. Ik probeer om zoveel<br />

mogelijk bij mijn eigen kracht te blijven.”<br />

Is dat een ander soort kracht dan mannelijke partners die hebben?<br />

Lange stilte. “Ja, wat is het mannelijk gedrag. Mannen bedenken<br />

soms liever iets dan dat zij toegeven het niet precies te weten. Ik kom<br />

er zelf vrij gemakkelijk voor uit als ik iets niet weet. Maar misschien<br />

is mijn kracht wel dat ik probeer om zoveel mogelijk facetten in een<br />

besluit te betrekken. Ik wil graag even wat langer nadenken, dan dat<br />

ik pretendeer dat ik het weet.”<br />

En zo gaat er nooit iets mis?<br />

“Natuurlijk zijn er ook bij ons issues. Ook bij ons lopen projecten<br />

soms vertraging op. Maar ik vind het dan wel de uitdaging om fouten<br />

bespreekbaar te maken en deze niet onder het tapijt te vegen.<br />

Bovendien hebben we de goede gewoonte om extra mandagen die<br />

benodigd zijn om het project weer een goede kant op te sturen niet<br />

in rekening te brengen.”<br />

Dit gesprek ging grotendeels over groei en hoe Accenture deze<br />

groei gaat bewerkstelligen. Mij is duidelijk geworden dat er<br />

een sterke relatie is tussen groei en medewerkers. Nog een<br />

paar vragen tot slot. Waarom neemt Accenture geen bedrijven<br />

over om te groeien?<br />

“Dat doen we wel, maar we nemen alleen over als die bedrijven over<br />

kennis beschikken die voor ons aanvullend is. We zullen geen bedrijven<br />

overnemen die hetzelfde doen als wij. Zo hebben we onlangs<br />

een onderneming overgenomen die in staat is om de effectiviteit<br />

van marketingcampagnes te meten. Daar hebben wij en vooral onze<br />

klanten iets aan.”<br />

Toch meer van hetzelfde?<br />

“Het doel is een nieuwe basis te leggen voor onze verdere groei. Om<br />

dat voor elkaar te krijgen zijn we nu intern ook bezig met een stevige<br />

reorganisatie. We liepen tegen het probleem aan dat onze gespecialiseerde<br />

kennisgebieden steeds meer eilandjes op zich gingen vormen.<br />

Dat willen we dus niet. Die structuur gaan we omgooien om de kennis<br />

efficiënt beschikbaar te kunnen hebben voor onze drie takken van<br />

sport: consulting, technologie en outsourcing.”<br />

Wordt het niet steeds lastiger om flexibel te opereren, om<br />

goed in te kunnen spelen op veranderende marktomstandigheden,<br />

om te groeien nu Accenture gezien zijn omvang de kans<br />

loopt steeds bureaucratischer te worden?<br />

“Nee, dat zou je denken, maar dat is niet het geval. Omdat al onze<br />

medewerkers altijd bezig zijn bedrijfsprocessen te verbeteren, zullen<br />

ze niet snel voor zichzelf bureaucratische processen ontwikkelen, laat<br />

staan dat ze dat ambiëren.” <br />

Interviewer Jeanine van der Vlist<br />

is ceo van Worldmax<br />

Reacties: jvandervlist@managementscope.nl<br />

36 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 37


INTERVIEW<br />

Luxeprobleem<br />

In de 46 jaar dat Randstad bestaat, groeit het gemiddeld met<br />

niet minder dan twintig procent per jaar. “De groei zit ons in de<br />

genen,” aldus bestuursvoorzitter Ben Noteboom.<br />

Interview Tineke Bahlmann | Tekst Irene Schoemakers | Fotografie Anya van Lit<br />

De lift naar de bovenste verdieping waar het kantoor van ceo Ben<br />

Noteboom zich bevindt, gaat opmerkelijk snel. “Dat is nog een overblijfsel<br />

van Randstad-vader Frits Goldschmeding,” weet een van de<br />

medewerkers te melden. “Hij vond dat zijn medewerkers zo min mogelijk<br />

tijd moesten verliezen met het zichzelf verplaatsen van de een naar<br />

de andere verdieping.”<br />

Noteboom - die sinds 2003 zijn intrek heeft genomen in de oude<br />

kamer van Goldschmeding - is jong, toont nuchter en maakt een<br />

relaxte indruk. Niet verwonderlijk. Het gaat immers goed met Nederlands<br />

grootste genoteerde uitzendorganisatie, een titel die Randstad<br />

eind vorig jaar wist over te nemen van Vedior. Begin maart van dit<br />

jaar werd Randstad gepromoveerd naar de AEX-index. De 25 op het<br />

Damrak in 2006 meest verhandelde fondsen worden in de hoofdindex<br />

opgenomen en dit keer kon Randstad hier, onder andere ten koste<br />

van Getronics, van profiteren. Het promoveerde en liet de AMX-index<br />

achter zich. Met de toetreding van Randstad is een eind komen aan<br />

de bijzondere situatie dat het kleinere Vedior wél en Randstad niet in<br />

Amsterdams belangrijkste index is opgenomen. Maar ook andere ontwikkelingen<br />

zijn indrukwekkend. Sinds de introductie van het aandeel<br />

in 1990 is de koers zeventien keer over de kop gegaan, het bedrijf<br />

heeft inmiddels 16 duizend medewerkers verdeeld over twintig landen<br />

en de omzet bedraagt vandaag de dag ruim acht miljard euro. Ook met<br />

de winst zit het wel snor. In het dertiende kwartaal achtereen alweer<br />

wist het concern gemiddeld meer dan tien procent winst te behalen. De<br />

nettowinst steeg vorig jaar met 49 procent en de autonome omzetgroei<br />

bedroeg in 2006 23 procent. Een percentage dat voor Randstad overigens<br />

gesneden koek is. In de 46 jaar dat het concern bestaat, bedraagt<br />

de gemiddelde jaarlijkse groei zo’n twintig procent. “We groeien inderdaad<br />

hard,” zegt Noteboom met een voorzichtige glimlach. “We zijn<br />

inmiddels groter en verdienen meer dan de concurrent.”<br />

Het afgelopen jaar was een recordjaar in de geschiedenis van<br />

Randstad. Nog nooit had het bedrijf zo’n omzet en winststijging,<br />

u bent nummer één in Nederland en wereldwijd heeft uw organisatie<br />

inmiddels de derde positie bereikt op het gebied van hrdienstverlening.<br />

Wat doet Randstad beter dan de concurrenten?<br />

“We zijn in de eerste plaats de enige uitzendorganisatie ter wereld die<br />

verkoop en matchmaking door een en dezelfde persoon laten doen. Al<br />

onze concurrenten hebben die functie gescheiden. Wij gaan er echter<br />

vanuit dat wanneer een van onze medewerkers een bedrijf, de cultuur,<br />

het management goed kent, hij of zij ook een betere match kan organiseren.<br />

Daarnaast werken we zeer gestructureerd en standaardiseren<br />

de werkzaamheden daar waar mogelijk. We hebben onze methodieken<br />

vastgelegd en passen deze consistent toe. Voor iedere vestiging is dus<br />

duidelijk welke diensten ze moeten bewerken, hoe ze dat moeten doen<br />

en op welke wijze we willen groeien. We beschikken namelijk ook over<br />

een standaard groeimodel.”<br />

Hoe ziet dat model er uit?<br />

“Dat is het inmiddels befaamde waterleliemodel dat ooit door<br />

Goldschmeding zelf is bedacht met het idee dat aan zo’n waterlelieplant<br />

steeds een nieuwe bloem groeit en tot wasdom komt. Als we<br />

ergens een nieuwe unit opzetten, breiden we deze eerst uit totdat we<br />

onze productiviteitsdoelstellingen hebben bereikt. Pas daarna gaan we<br />

elders van start. Het aardige van zo’n waterlelie is bovendien dat als hij<br />

te groot wordt je hem doormidden kunt snijden en kunt overplanten.<br />

Je behoudt dan dezelfde familie en dezelfde cultuur. Vergelijk het maar<br />

met een olievlek. Dat klinkt alleen minder plezierig.”<br />

Schuilt er ook gevaar in de snelle groei? Een bedrijf kan immers<br />

ook te snel groeien.<br />

“Ik ben daar niet zo bang voor. We hebben groei in onze genen zitten.<br />

Het past bij ons. We zijn bovendien een gedecentraliseerde organisatie,<br />

hebben maar liefst 2.600 vestigingen, en al die vestigingen functioneren<br />

redelijk autonoom. Het is ook bepaald niet zo dat ik hier een<br />

magische strategische beslissing kan nemen die maakt dat er opeens<br />

wonderen gebeuren. Andersom overigens ook niet. Met andere woorden:<br />

die groei is redelijk eigen aan de manier waarop de onderneming<br />

is opgebouwd. Dat gaat bijna vanzelf.”<br />

Is die groei volledig autonoom?<br />

“Ja. Nagenoeg. Slechts vijf procent van onze groei is het resultaat van<br />

acquisities. De rest is autonoom.”<br />

Waarom kiest u daarvoor?<br />

“Omdat dit een betrouwbare vorm van groei is, de meeste waarde creeert<br />

en zijn succes inmiddels heeft bewezen.”<br />

Maar u acquireert zo nu en dan wel?<br />

“Jazeker. Wanneer we bijvoorbeeld willen groeien in een bepaald segment<br />

of in een bepaald deel van de wereld, maar daarmee houden <br />

38 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 39


we wel rekening met capaciteit van de landenorganisatie. Om die reden<br />

hebben we bedrijven gekocht in China, India en Polen. Maar we hebben<br />

op dit moment geen dringende behoefte om daar landen aan toe<br />

te voegen. Liever bouwen we bestaande groei verder uit. Onze primaire<br />

focus is en blijft gericht op autonome groei. We kunnen niet alles tegelijk.<br />

We zijn vorig jaar met meer dan twintig procent gegroeid. Wanneer<br />

we daar dan ook nog eens ingewikkelde fusies aan toevoegen, lopen<br />

we het gevaar het allemaal niet meer te kunnen verhapstukken.”<br />

“Zodra je overmoedig wordt, gaat het mis”<br />

Klinkt als een luxeprobleem.<br />

“Inderdaad. Dat is het ook. We hebben te veel geld en geen schulden.<br />

Maar zodra je overmoedig wordt, gaat het mis. Je moet met beide<br />

benen op de grond blijven staan en realistisch inschatten wat je als<br />

organisatie wel en niet kunt verwerken.”<br />

Een uitzendorganisatie is bij uitstek conjunctuurgevoelig. Hoe<br />

gaat u daarmee om?<br />

“Valt wel mee. Het klopt dat we wat meebewegen met de economie,<br />

maar met gemiddeld twintig procent groei per jaar hebben we denk<br />

ik ook wel bewezen dat het met die conjunctuurgevoeligheid wel<br />

meevalt. We schommelen wel een beetje mee, maar of het nu goed of<br />

slecht gaat met de economie, flexwerk is altijd nodig. Om die schommelingen<br />

iets meer op te vangen, hebben we bovendien andere hrdiensten<br />

ontwikkeld voor klanten. Denk aan recruiting, outplacement,<br />

payrolling. En vergeet niet dat onze grootste klant minder dan één procent<br />

van onze omzet uitmaakt. Mochten we zo’n klant verliezen, dan is<br />

dat uiteraard heel vervelend, maar dan is er nog geen man overboord.”<br />

Uw span of control is behoorlijk groot. Hoe managt u dat?<br />

“Die span of control is erg overzichtelijk. We hanteren enkele belangrijke<br />

kernwaarden: mensen, methodieken en het merk. Dat is de kern van<br />

waar we ons mee bezighouden en dat is wat er aan mij wordt gerapporteerd.<br />

De verschillende landenmanagers rapporten op hun beurt<br />

weer aan een lid van de raad van bestuur. Vrij logisch allemaal.”<br />

Het klinkt allemaal zo makkelijk. Maar schijn kan soms bedriegen.<br />

Gaat er dan nooit iets mis?<br />

“Integendeel. Er gaat altijd en overal van alles mis. Het beste bedrijf in<br />

de wereld maakt hooguit één fout minder dan de concurrent.”<br />

Wat is voor u een kritische succesfactor?<br />

“Cultuur. Die is enorm belangrijk. Zeker in een gedecentraliseerde<br />

dienstverlenende organisatie. Het begint en eindigt immers met onze<br />

medewerkers. We kunnen niet even een nieuw product ontwikkelen en<br />

daarvan meteen miljoenen verkopen. Het gaat bij ons om mensen en<br />

dus is cultuur van levensbelang.”<br />

Waar moet die cultuur aan voldoen?<br />

“Twee voorwaarden. De cultuur moet dusdanig zijn dat er een sfeer is<br />

van veiligheid en trots. Mensen moeten zich veilig voelen én ze moeten<br />

trots zijn op hun bedrijf. Dat laatste lukt vooral doordat een van onze<br />

doelstellingen is dat we als bedrijf een bijdrage moeten leveren aan<br />

de maatschappij. De wereld om ons heen - dat geldt ook voor onze<br />

medewerkers - moet er beter van worden dat wij bestaan. Daar worden<br />

mensen trots van. Als in een van onze Amerikaanse vestigingen<br />

een zwerver wordt binnengehaald als medewerker en deze persoon<br />

koopt drie jaar later zelf een huis, dan woekert dat de gevoelens van<br />

trots enorm aan. Dat motiveert honderd keer meer dan dat de baas<br />

er alsmaar op hamert hoe mooi de groeicijfers wel niet zijn. Wat dat<br />

betreft bevind ik me in een behoorlijk schizofrene wereld en moet je<br />

Ben Noteboom (48)<br />

ceo Randstad<br />

Opleiding: post academische studie distributie, Cranfield<br />

Universiteit Engeland, rechtenstudie Erasmus universiteit (1982)<br />

Loopbaan: bestuursvoorzitter Randstad Holding (2003-heden),<br />

ceo en interim president (2002-2003), lid executive board<br />

(2001-2002), diverse managementfuncties (1993-2001); diverse<br />

managementfuncties bij Dow Chemical, assistant to the financial<br />

and legal director bij Zurel (1982).<br />

Nevenactiviteiten: commissaris Bührmann<br />

Hobby’s: zeilen<br />

als bestuursvoorzitter toch eigenlijk wel een beetje een afwijking hebben<br />

om hier goed te kunnen functioneren. Aan de ene kant zijn er de<br />

aandeelhouders die vooral opgewonden raken door koersen, winstgroei,<br />

ebitda en cashflow. Aan de andere kant zijn er de medewerkers<br />

aan wie dit soort informatie niet of nauwelijks is besteed. Dat boeit ze<br />

eenvoudigweg niet. Wat ze wél boeit is dat ze mensen aan het werk<br />

helpen en klanten blij maken. Beide kanten zijn dus belangrijk, en beide<br />

kanten hebben aandacht nodig. Want laten we wel wezen. Wanneer<br />

iedere intercedent per dag een half uur langer werkt en net iets meer<br />

telefoontjes pleegt, hebben we een fantastisch jaar. En die extra inspanning<br />

wordt alleen maar gerealiseerd door intrinsieke motivatie.”<br />

Hoe lastig is het om een goede cultuur te realiseren waarin mensen<br />

gemotiveerd en trots zijn?<br />

“Valt wel mee. Cultuurveránderingen, die zijn lastig. Je hebt het dan<br />

over het veranderen van gedrag. En gedrag is doorgaans vrij hardnekkig.<br />

Maar in ons geval voegen we doorgaans mensen toe aan onze cultuur.<br />

We veranderen de cultuur niet. En dan is het eigenlijk niet eens<br />

zo ingewikkeld. Iedereen wil graag succes hebben. Daar begint <br />

APRIL <strong>2007</strong> 41


het al mee. En wij zijn een behoorlijk succesvolle organisatie. We reiken<br />

onze medewerkers bovendien tools en methodieken aan die hun succes<br />

hebben bewezen. Daar kunnen ze dus meteen mee aan de slag en<br />

daar hoeven we geen discussies over te hebben. We hebben bovendien<br />

voornamelijk hbo-ers en academici in dienst die gewend zijn iets van<br />

hun leven te maken. Ze zijn gretig en willen groeien en presteren. En<br />

als het dan vervolgens allemaal goed gaat, lopen we natuurlijk het<br />

risico tevreden te worden. Ieder kwartaal zijn we minsten een half uur<br />

tevreden. En dat is gevaarlijk.”<br />

U heeft ook vestigingen in Angelsaksische landen. Daar zal de<br />

nadruk ongetwijfeld meer op geld liggen.<br />

“Klopt. Maar ook daar willen mensen graag voor ons werken. Ondanks<br />

het feit dat er bijvoorbeeld in Amerika veel minder sprake is van een<br />

sociaal vangnet, zijn mensen ook daar gemotiveerd om bij ons werken.<br />

Ook zij zijn enthousiast. Diep van binnen delen we dus allemaal<br />

dezelfde waarden.”<br />

Wat gebeurt er met mensen die niet voldoende gemotiveerd en<br />

dienstverlenend zijn?<br />

“Als het goed is worden ze niet aangenomen. En als ze wel binnenkomen,<br />

gaan ze doorgaans snel weer weg. Dat regelt zich vaak vanzelf.<br />

Ze voelen zich dan al snel een vreemde eend in de bijt en kiezen er dan<br />

vaak voor om te vertrekken. Onze medewerkers gaan ofwel relatief snel<br />

weg, ofwel ze blijven heel lang.”<br />

Heeft een sterke cultuur ook nadelen?<br />

“Absoluut. We zijn hierdoor tolerant naar mensen waarvan wij vinden<br />

dat ze niet in onze cultuur passen. Die mensen heb je soms wel nodig.”<br />

Doen jullie ook nog wel eens wat gemeenschappelijks?<br />

“Jazeker. In 2005 nog hebben we ter ere van ons 45-jarig bestaan een<br />

feestje voor alle 16 duizend medewerkers gegeven. Het feest vond in<br />

de diverse landen op hetzelfde tijdstip plaats. Via een satellietverbinding<br />

heb ik de medewerkers vervolgens allemaal toegesproken.<br />

Hoe gaat zo’n verhaal dan?<br />

“Helemaal fout natuurlijk. Ik wil dan vooral informatie geven over<br />

het bedrijf en hoe goed we het met elkaar doen. Dat werkt niet op<br />

zo’n moment. Je moet gewoon met elkaar het glas heffen en zeggen:<br />

‘Geniet van het feestje en heb het gezellig.’”<br />

Delen de medewerkers mee in het succes van de organisatie?<br />

“Ja, dat is voor iedereen mogelijk. Vroeger konden medewerkers opties<br />

42 MANAGEMENT SCOPE<br />

krijgen. Frits had speciaal hiervoor 25 procent van de aandelen in een<br />

apart fonds gestopt. Maar dat systeem hebben we twee jaar geleden<br />

veranderd omdat het fonds als gevolg van de toename van het aantal<br />

medewerkers, niet langer toereikend was. Nu kunnen medewerkers zelf<br />

vijf procent van hun salaris per jaar sparen om aandelen te kopen. Die<br />

aandelen krijgen ze dan met veertig procent korting.”<br />

Doen veel mensen mee?<br />

“Op dit moment een kwart van alle medewerkers. Te weinig dus. Niet<br />

iedereen kan of wil kennelijk vijf procent van zijn salaris sparen ten<br />

behoeve van aandelen. Hopelijk stijgt het aantal deelnemende medewerkers.<br />

Het hebben van aandelen vergroot immers ook de binding<br />

met de organisatie.”<br />

Waar stopt de groei?<br />

“Voorlopig kunnen we nog wel even vooruit. We hebben in Nederland<br />

25 procent marktaandeel en zijn daarmee weliswaar marktleider maar<br />

we kunnen onze positie ook nog verder uitbouwen. Zeker daar waar<br />

het diensten als recruitment en payrolling betreft. We zijn de grootste<br />

schepper van werkgelegenheid in Duitsland, maar hebben in Amerika<br />

nog maar twee procent marktaandeel. De grootste uitzendorganisatie<br />

daar heeft slechts vier procent marktaandeel. Er valt daar dus nog veel<br />

te halen.”<br />

“ Onze concurrenten worden er beter van<br />

als wij groeien”<br />

Wat wil Randstad met die groei?<br />

“We geloven echt dat iedereen er voordeel bij heeft als het goed<br />

met ons gaat: onze medewerkers, de uitzendkrachten, bedrijven, de<br />

arbeidsmarkt. Frist schreef in 1976 al dat ons bedrijf gelooft in simultane<br />

belangenbehartiging. Later is daarvoor het woord stakeholders<br />

bedacht. Zelfs onze concurrenten worden er beter van als wij groeien<br />

en goed presteren. Daardoor stijgt het imago van uitzendwerk in de<br />

branche waarvan zij ook weer de vruchten kunnen plukken. En het<br />

voordeel van groot zijn in een klein landje als Nederland is dat er voor<br />

ons veel meer buitenland valt te behalen dan voor menig uitzendorganisatie<br />

in een ander land.”<br />

Tot slot. Hoe zit het met uw eigen groei?<br />

“Ha. Ik zal heus wel het een en ander hebben geleerd over de jaren.<br />

Het gebeurt immers zelden dat je direct vanuit de schoolbank in zo’n<br />

functie terechtkomt. Toch denk ik dat je ook ceo-zijn min of meer in<br />

de genen moet hebben zitten. Ooit heb ik een lezing gehouden voor<br />

studenten waarin ik ze vertelde hoe je mijns inziens ceo kon worden.<br />

Daar kleven in ieder geval twee voorwaarden aan: gezond verstand<br />

en onafhankelijk denken. Beide eigenschappen zijn lastig aan te leren.<br />

Die heb je of die heb je niet. Daarnaast heb je natuurlijk ook nog een<br />

fikse dosis geluk en timing nodig. Vervolgens kan een beetje relativeren<br />

ook geen kwaad. Als het je grote droom is in het leven om de baas te<br />

worden van een multinationale onderneming, ben je mijns inziens fout<br />

bezig. Het leven is meer dan werken alleen.” <br />

Tineke Bahlmann is lid van het Commissariaat<br />

voor de Media<br />

Reacties: tbahlmann@managementscope.nl<br />

©<strong>2007</strong> SAP AG; SAP and the SAP logo are trademarks or registered trademarks<br />

of SAP AG in Germany and several other countries. O&M SAP EC 16/07 NL<br />

* Bij Dun & Bradstreet, Inc., geregistreerde kleine en middelgrote ondernemingen<br />

met 1 tot 2500 werknemers. Hiertoe behoren ook klanten van SAP ® All-in-One<br />

en SAP ® Business One solutions verkocht via resellers.<br />

Software op maat die meegroeit met uw onderneming. Die verrassend<br />

betaalbaar is. En ook nog eens zorgt voor grip op ál uw bedrijfsprocessen.<br />

Dat zijn slechts drie van de vele redenen waarom meer dan 65%* van onze<br />

klanten een kleine of middelgrote onderneming is. Collega-ondernemers<br />

vertellen u er graag meer over: www.sap.nl/software


ANALYSE<br />

Geen reden voor groei<br />

Waarom moeten bedrijven groeien? Omdat er anders niks aan is,<br />

het bedrijfsleven. Maar die dubbele cijfers, is dat echt nodig? Geen<br />

boom haalt het in zijn stam tot aan de hemel te groeien, zeggen<br />

de antigroei-economen.<br />

Tekst Jeroen Siebelink | Illustratie Aad Goudappel<br />

Groei is vies. Je mag het niet meer zeggen, maar het is wel lékker<br />

vies. Om te zeggen. Nog één dan: economische groei is materieel<br />

gewin ten koste van moreel verval. Oeh, wat een aantrekkelijk<br />

antikapitalistisch achterhoedegevecht om je weer eens in rond te<br />

wentelen. Zoals de antigroei-econoom Robert Malthus (1766-1834)<br />

dat deed - toen nog in de voorhoede. Hij voorspelde een ramp als<br />

de bevolking exponentieel toeneemt en de voedselproductie slechts<br />

lineair.<br />

Opgraven die lijken van de guerilla’s van de contra-groei. Beetje<br />

make-up op de schedels, dasje recht - zet ze maar eens overeind.<br />

Nu is het er de tijd voor. We worden tenslotte geregeerd door het<br />

maatschappelijk verantwoorde kabinet Balkenende IV, dat zich de<br />

gevaren van groei lijkt aan te trekken. “Het kabinet kan zich ervoor<br />

inspannen dat productie en consumptie in de samenleving afflauwt<br />

en zich uiteindelijk stabiliseert,” zegt Bob Goudzwaard zelfs. De<br />

emeritus hoogleraar economie van de Vrije Universiteit schreef<br />

ooit het radicale CDA-verkiezingsprogramma Niet bij brood alleen.<br />

Op verzoek van <strong>Management</strong> <strong>Scope</strong> doet hij graag nog eens een<br />

pleidooi voor zijn Economie van het genoeg. “Maar nulgroei lukt<br />

alleen wanneer ook financiële claims op bedrijven - lonen, uitgekeerde<br />

winsten, belastingen - zich matigen.”<br />

Ritselend en rammelend stappen ze uit hun tombes. De Club van<br />

Rome (1972), John Kenneth Galbraith (1908-2006)... Goudzwaard<br />

leeft weer helemaal op als ik de namen van deze illustere zombies<br />

noem. Zíj waagden ooit te opperen dat kapitalisme slechts individuele<br />

rijkdom produceerde - ten koste van publieke armoede en<br />

uitputting van de aarde. Belachelijk werden ze gemaakt. Romantici<br />

waren het, die nog geloofden in de ‘nobele wilde’ van Rousseau.<br />

Naïeve christenen - ervan overtuigd dat de mens sinds de verstoting<br />

uit het paradijs steeds verder afglijdt van het paradijselijk ideaal.<br />

Hen werd het zwijgen opgelegd, maar ze blijken anno <strong>2007</strong> nog<br />

steeds goed van zin. “Groei is een dogma met een destructieve<br />

consumptieve component,” zegt Goudzwaard. “Iedereen denkt: als<br />

het nationaal inkomen maar groeit - de milieuproblemen lossen we<br />

achteraf op door beter om te springen met energie en afval. Dat is<br />

dweilen met de kraan open.” Goudzwaard zegt al 21 jaar dat we<br />

er niet aan ontkomen iets aan de consumptie te doen.<br />

Alleen de geitenwollensokken luisterden.<br />

Huiveringwekkend<br />

Want groei, zei grondlegger van de economie Adam Smith (1723- <br />

Zelfs voor Philips is groei niet heilig<br />

Onder Cees van der Hoeven beloofde Ahold ongeconditioneerde<br />

groei, altijd in dubbele cijfers. Maakte niet uit of hij over een groeimarkt<br />

of volwassen markt sprak, groei was een eenheidsworst.<br />

Dat gaat niet meer zo. Voordat managers met een businessplan<br />

voor een nieuwe product-marktcombinatie aan komen zetten, eist<br />

bijvoorbeeld het bestuur van Philips een op maat van die markt<br />

geschreven financieel groeiplaatje. “Dat is een hygiënefactor nu,”<br />

zegt een hoge Philipsmanager. “Als dat niet klopt, kíjken ze niet<br />

eens meer naar de business case. Grote groeipotentie is daarbij<br />

echter geen harde eis. Elke business krijgt zijn eigen, geconditioneerde<br />

groeitarget.”<br />

Neem de flat panels van Philips Consumer Electronics (CE). Die<br />

industrie is zeer dynamisch: veel concurrentie, neerwaartse prijzen.<br />

Voor CE heeft het alleen zin daar te blijven als ze de allergrootste<br />

is. “Alleen dan kan je onderhandelen met leveranciers voor de<br />

allerlaagste inkoopprijzen. Anders wordt het dog eat dog.”<br />

Welke groeitarget hoort hierbij? Een hoge zou je zeggen, want<br />

investeerders eisen een premie voor dit marktrisico. Dit risico<br />

bepaalt namelijk - samen met de hoeveelheid benodigd kapitaal<br />

- de zogeheten weighted avarege cost of capital, de WACC. In<br />

de tijd dat Van der Hoeven Ahold leidde (en Jan Timmer Philips)<br />

rekende men nog niet met de WACC. Nu is er een WACC voor<br />

elke business. De WACC wordt gerelateerd aan de netto contante<br />

waarde van de verwachte opbrengsten van de business (NCW). Is<br />

die NCW groter dan nul, dan is er sprake van ‘goede groei’, zoals<br />

ze bij Philips zeggen. Is de NCW kleiner dan nul - dan kan je nog<br />

zo hard groeien, maar de board wijst het af als ‘slechte groei’.<br />

Zodoende hangt de groei-eis niet alleen af van het marktrisico,<br />

maar ook van bijvoorbeeld de benodigde investeringen. Hoe meer<br />

assets, hoe hoger de groeieis. CE is echter asset light: ze laat tv’s<br />

elders produceren en stuurt op lage voorraden. Met dit negatieve<br />

werkkapitaal kan ze van flinterdunne marges en dito rendement<br />

leven. “Daarom volstaat een groei-eis van een paar procent”, vertelt<br />

de Philipsmanager. “Voor Domestic Appliances volstaat ook<br />

een eencijferig getal.”<br />

Van Medical Systems eist de board echter groei in dubbele cijfers.<br />

Waarom? Omdat die markt weliswaar een gemiddeld risico kent<br />

maar van het type high asset is én omdat de geringe transparantie<br />

en de hoge drempel voor toetreders hoge integrale marges mogelijk<br />

maakt. De industrie vráágt hier om een hoge groei-eis. “Zet<br />

maar voor een miljard euro een fabriek neer en verdien het terug<br />

in drie jaar,” zegt de board tegen Medical Systems.<br />

44 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 45


1790) al, is juist hét middel waarmee de mens zich kan losmaken<br />

van de kale strijd om het bestaan. Het stelt de mens in staat zich<br />

te wijden aan nobeler doelen als scholing en wetenschap. Groei<br />

beschaaft. “Wellicht toen de meeste mensen nog moesten vechten<br />

voor hun bestaan,” probeerde de Oxford-econoom Avner Offer<br />

onlangs nog, “maar die vlieger gaat niet op in de huidige economie<br />

van de overvloed.”<br />

Wel degelijk, zo slaat Harvard-econoom Benjamin Friedman deze<br />

late oprisping van de antigroei-lobby weer neer. “Economische<br />

groei beschaaft ook rijke samenlevingen.” Met voorbeelden uit de<br />

twintigste eeuw toont hij aan dat voorspoed altijd gepaard gaat<br />

met tolerantie en democratie. Depressies met het tegenovergestelde.<br />

Zijn huiveringwekkende voorbeeld van het Duitsland in de jaren<br />

dertig overtuigt: zodra de economie stagneert, zoeken mensen<br />

zondebokken en willen ze niet meer delen. En waar doet dát beeld<br />

aan denken? Nederland. De laatste jaren.<br />

Groei is dus best goed. Maar is het ook goed voor al die multinationals<br />

die de groeitargets zo hoog opschroeven dat ze zich overeten<br />

aan niet goed te verteren overnames?<br />

Meer bedrijven vertrekken van de beurs dan dat er bij komen.<br />

Geen zin meer in de gejaagdheid die daarbij hoort. De neiging om<br />

almaar meer te willen verdienen, zo beseften ze na hun naakte<br />

bestaan in het glazen huis, was eigenlijk ingegeven door wat de<br />

buren verdienen. Alleen relatieve welvaart boeit nog, niet absolute.<br />

46 MANAGEMENT SCOPE<br />

Doordrongen van die perversiteit besloten ze hun bedrijf voortaan<br />

in te richten naar het vermeerderen van geluk, niet welvaart.<br />

Tot grote tevredenheid van de econoom Richard Layard, voormalig<br />

adviseur van Tony Blair en auteur van het succesvolle Happiness.<br />

Zijn slogan: “Bevordering van gezondheid, familiebanden, en vrijheid<br />

moet de grondslag zijn van economisch beleid.”<br />

Instemmend verwijst Goudzwaard naar de Hollandse actualiteit.<br />

“Door de komst van venture kapitaal is het accent op kortetermijnsucces<br />

verder toegenomen. Bedrijven als Stork en Ahold die zich<br />

daartegen verweren hebben het gelijk aan hun kant, ook economisch.”<br />

Is hij behalve tegen het dogma van macro-economische groei ook<br />

gekant tegen bedrijfseconomische groei? “Nee, als commissaris<br />

van bouwbedrijf Ubbink stond ik het destijds ook voor,” bekent hij.<br />

“Maar ik wás voor groei om stand te houden in het nu eenmaal<br />

vigerende systeem van kapitalisme en de druk van een dynamische<br />

markt. Tenslotte wilde Ubbink wel werkgelegenheid behouden. En<br />

als je meer waarde toevoegt dan dat je aan natuurlijk en menselijk<br />

kapitaal uitput, is er niets aan de hand.” Het leverde Ubbink zelden<br />

dilemma’s op. “Een uitbreiding ging eens niet door, omdat die te<br />

veel omgevingsschade met zich mee zou brengen.”<br />

Plateauen<br />

Als de scherpste kantjes eraf zijn, kan blijkbaar zelfs een antigroeilobbyist<br />

leven met het kapitalistisch systeem. Want dog eat dog,<br />

wie niet eet wordt gegeten, dus enige groei moet - daarin berust<br />

ook hij. Maar hoezo eigenlijk? Je kan toch ook lekker door blijven<br />

keutelen, zoals die vriendelijke ijzerhandelaar bij ons om de hoek?<br />

Niks uitbreiden, bij elke houtschroef van twee eurocent die je bij<br />

hem koopt krijg je een kwartier advies. En je mag hem altijd weer<br />

ruilen. Hij houdt flinke voorraden aan, heeft tien gezellige kerels<br />

op leeftijd in vaste dienst. En hij draait prima, zolang hij de inflatie<br />

maar voor blijft.<br />

Zelfs het oneindig veel grotere Shell vond het ooit voldoende om<br />

te plateauen. Voormalig groupcontroller Rupert Cox vertelde me -<br />

enige jaren voor het reserveschandaal - dat hij niets liever nastreeft<br />

dan een vlakke, continue prestatie. Zijn controlsysteem was gericht<br />

op een gemiddelde prestatie die elk jaar te herhalen is. Leidend<br />

principe, zowel in externe verslaggeving als bij intern performancemanagement,<br />

was haalbaarheid. Sustainability, in zijn woorden.<br />

Dat kon hij in de jaren negentig makkelijk beweren, want toen<br />

leken de olievoorraden onuitputtelijk en de olieprijs stabiel. Met de<br />

schaarste en prijsturbulentie van nu is dat onmogelijk.<br />

Met ‘haalbaarheid’ kom je niet meer weg bij aandeelhouders. En<br />

dat is maar goed ook, vindt Jules Theeuwes, econoom aan de UvA<br />

en lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.<br />

“Vermogens en rendementen behoren toe te nemen. Investeren in<br />

het bedrijfsleven is slechts één manier. Als het spaarboekje, overheidspapieren,<br />

vreemde valuta of een schilderij van Van Gogh meer<br />

oplevert, moet een belegging daarheen. Dat is de meest fundamentele<br />

wet die groei rechtvaardigt.”<br />

Idioot<br />

Juist als ik mijn hoop op overtuigende argumenten voor nulgroei<br />

begin te verliezen, ontvang ik een mail van Oxford University.<br />

“Alles wat ik nog kan toevoegen aan wat ik al in mijn boeken<br />

geschreven heb,” schrijft Avner Offer mij, “is dat het absurd<br />

is te verwachten dat de meeste ondernemingen in één sector<br />

bovengemiddeld presteren. Want dat verwacht men op de beurs.<br />

Supergroei is een doel waaraan hoogstens een heel kleine top kan<br />

voldoen. Analisten en beleggers die dat toch steeds weer van elk<br />

bedrijf verwachten, zijn idioten. Alleen als aansporing van managers<br />

om beter hun best te doen echter, it might make sense.”<br />

Financiële groei dus - niet om te overleven tussen de haaien, maar<br />

louter ter motivatie van mens en manager. Ook Theeuwes gelooft<br />

daarin.<br />

“Groeiende bedrijven kunnen zich hogere lonen permitteren. Dat<br />

maakt ze tot aantrekkelijke werkgevers.” Onzin, zegt Goudzwaard.<br />

“Puur financiële doeleinden zijn daartoe niet toereikend, dat weet<br />

iedereen.”<br />

Resteert nog één mogelijke reden om te groeien: het drijft innovatie.<br />

En andersom. “Kapitalisme is creatieve destructie,” zei de<br />

Oostenrijkse econoom Joseph Schumpeter (1883-1950) al, en<br />

hedendaagse economen komen nog altijd met nieuwe bewijzen<br />

dat bedrijven die innoveren, beter presteren.<br />

“Vooral als ze oog hebben voor sociale en ecologische onderwerpen,”<br />

zegt Toos Hofstede van de Universiteit van Twente. Ze keek<br />

onlangs in de keukens van Interpolis, Gulpener en InterfaceFlor en<br />

concludeerde: “Als je maatschappelijk verantwoord ondernemen<br />

daadwerkelijk in je kernprocessen doorvoert - en er niet louter over<br />

communiceert - presteer je ook financieel bovengemiddeld. Dit<br />

moet dan wel voortkomen uit diepgevoelde drijfveren. Zodra een<br />

bedrijf het doet vanwege druk vanuit de omgeving, zijn de resultaten<br />

minder.”<br />

Advertentie<br />

Is dat nou wel zo? Hangen innovatie en groei samen? Of de Nederlandse<br />

economie nu hard groeit of zacht, elk jaar opnieuw stellen<br />

de Nederlandse patentcijfers teleur. Het percentage van het bnp<br />

dat wij aan R&D besteden is minder hoog dan dat van vergelijkbare<br />

ontwikkelde landen. “Dat is inderdaad teleurstellend,” zegt<br />

Theeuwes. “Even los gezien van ons waterinnovaties en sierteelt<br />

natuurlijk, maar we zijn vooral goed in het toepassen van uitvindingen<br />

van élders. We hebben tenslotte een van de hoogste niveaus<br />

van arbeidsproductiviteit in de wereld, en dat kan alleen met de<br />

modernste technieken ter wereld.”<br />

Een erg beperkt type van innovatie, zo serveert Goudzwaard ook<br />

dit laatste argument voor groei af.<br />

Bloeien, en toch niet groeien: het kan wel. Denk aan coöperaties,<br />

en zogeheten focolare bedrijven. De laatste zijn gemeenschappen<br />

die de voorschriften van de Bijbel letterlijk in de praktijk te brengen.<br />

Tweederde van hun winst is voor armoedebestrijding en vorming.<br />

Wereldwijd werken zo’n 750 bedrijven als zodanig, waarvan één in<br />

Nederland: de abdij Mariënkroon in het Brabantse Nieuwkuijk.<br />

“Het gaat er mij niet om groei kunstmatig te voorkomen,” zegt<br />

Goudzwaard. “Wél dat groei tot hoofddoel vervalt. Denk aan de<br />

vruchtboom. Alleen door het zeer streng te snoeien en te weerhouden<br />

van verticale expansie, zet het beter vrucht. Geen boom haalt<br />

het in zijn stam tot aan de hemel te groeien.”<br />

Is dit de niet ter zake doende gedachte van een gereformeerde<br />

tuinder? Het is in ieder geval ook de gedachte die sommige<br />

bewindslieden aanspreekt, in dit kabinet. <br />

Zullen wij voor een<br />

jobcoach zorgen?<br />

Neemt u iemand in dienst die gedeeltelijk arbeidsgeschikt is, dan bieden wij u goede<br />

garanties en voorzieningen. Zoals extra begeleiding door een jobcoach, om ervoor te<br />

zorgen dat uw nieuwe medewerker zijn of haar plek weet te vinden. Meer weten?<br />

Ga naar www.gekniptvoordejuistebaan.nl Daar vindt u onder “re-integratieinstrumenten”<br />

alle gunstige werkgeversvoorwaarden helder uitgelegd.<br />

DONIA0663_UWV_183x115 Jobcoach.i1 1 12-02-<strong>2007</strong> 10:24:06<br />

APRIL <strong>2007</strong> 47


need to readTekst<br />

Ron van Gelderen<br />

48 MANAGEMENT SCOPE<br />

• Grootmeester in beslissen<br />

<strong>Management</strong>-professoren Marc<br />

Buelens en Herman Van den<br />

Broeck leren ons beter beslissen.<br />

Uitstekend boek zonder<br />

simplistische geboden.<br />

• Sociale vaardigheden voor<br />

leidinggevenden<br />

Psychologie-professor Jan Pieter<br />

van Oudenhoven schetst de sociale<br />

vaardigheden van managers.<br />

Terwijl hij voldoende stof heeft<br />

voor zeven dikke pillen, maakt<br />

hij slechts een dun boekje.<br />

Wetenschap op dieet.<br />

Verplichte kost<br />

• De rol van het geweten<br />

Coach Karin Jironet en adviseur<br />

David Vriesendorp interviewen<br />

elf vooraanstaande managers.<br />

Boeiende interviewbundel vol<br />

stof tot nadenken.<br />

Tijdverspilling<br />

• Onderhandelen is kinderspel<br />

Uitgever Bill Adler jr geeft peuteronderwijs<br />

aan onderhandelende<br />

managers. Na dertig pagina’s krijg<br />

je de onbedwingbare neiging<br />

ome Bill ondersteboven in de<br />

prullenbak te zetten. <strong>Management</strong><br />

in Pampers.<br />

• Dagen van gejuich en gejubel<br />

Directeur Glenn Willemsen<br />

verslaat het einde van de slavernij<br />

in de Nederlandse koloniën.<br />

Onthullend boek over duistere<br />

handelsgeschiedenis.<br />

• Oplossingsgericht coachen<br />

Docenten Peter Szabó en Insoo<br />

Kim Berg schrijven het zoveelste<br />

boek over coachen. Ze leveren<br />

beslist geen slecht werk, maar ze<br />

voegen simpelweg te weinig toe<br />

aan wat we al weten. Coaching<br />

in herhaling.<br />

Beter beslissen<br />

Veel managers zijn volgens professoren<br />

Marc Buelens en Herman Van den Broeck<br />

slechte beslissers. Naar hun oordeel zijn<br />

de meeste managers vakinhoudelijk sterk<br />

genoeg, maar zijn ze weinig besluitvaardig.<br />

Veel managers laten zich misleiden<br />

door hun brein, verzamelen onvoldoende<br />

informatie en schatten de risico’s slecht<br />

in. ‘’Ons brein is veel sterker in rationaliseren dan in rationeel<br />

zijn,’’ aldus de twee Gentse management-hoogleraren.<br />

Buelens en Van den Broeck publiceren het boek ‘Grootmeester in<br />

Beslissen’ in de hoop het besluitvormingsproces te verbeteren. Na<br />

lezing van hun uitstekende boek zal de lezer gelukkig nog steeds<br />

verkeerde beslissingen nemen. De praktijk is weerbarstig. Verwacht<br />

van de hoogleraren geen simplistische lijstjes van geboden<br />

en verboden. Wel is de lezer aan het eind van het boek beter in<br />

staat doelen te stellen, informatie te verzamelen en uit alle opties<br />

de op dat moment best denkbare optie te kiezen. De eenvoudigste<br />

tip staat op pagina 125: verzamel voldoende tegenargumenten.<br />

“Second opinions first.”<br />

Als de lezer zich bewust wordt van zijn falen, is volgens Buelens<br />

en Van den Broek al veel gewonnen. Managers zouden in<br />

ieder geval moeten erkennen dat ze slecht beslissen. De twee<br />

professoren kennen slechts één situatie waarin managers hun<br />

beoordelingsfouten ruiterlijk toegeven: ‘’Namelijk wanneer ze,<br />

met de bewijzen op tafel, worden beschuldigd van fraude.’’ Au!<br />

Met zulke vrienden heb je geen vijanden nodig. De manager die<br />

beledigd afhaakt, heeft wellicht gelijk. De collega die het boek<br />

desondanks leest, neemt veruit de beste beslissing.<br />

Marc Buelens en Herman Van den Broeck: Grootmeester in<br />

beslissen. Redactie Fannie Debussche. LannooCampus/Scriptum.<br />

181p. ISBN 9077432078. € 16,95<br />

Zuiver geweten<br />

Stel dat u ‘s avonds met uw beste vriend<br />

naar huis rijdt. Uw vriend rijdt 120 kilometer<br />

waar 100 is toegestaan. Een fietser<br />

steekt plotseling over, wordt geraakt en<br />

overlijdt ter plekke. U bent de enige getuige.<br />

Voor de rechter kunt u kiezen uit drie<br />

verhalen. A: uw vriend reed 120 kilometer<br />

per uur. B: u weet het waarachtig niet<br />

omdat u was ingedut. C: uw vriend reed<br />

zeker niet harder dan 95 kilometer.<br />

Op een congres waar deze kwestie aan de orde kwam, koos de<br />

overgrote meerderheid voor de waarheid. Slechts een enkeling<br />

opteerde voor het tweede verhaal en slechts één man koos voor<br />

de derde optie. Die ene man was Thomas Cohn, oud-bestuursvoorzitter<br />

van Siemens Nederland. ‘’Alle Nederlanders zijn hier<br />

verontwaardigd over,’’ vertelt Cohn in de boeiende interviewbundel<br />

‘De rol van het geweten’. Vriendschap gaat voor hem boven<br />

de waarheid: “Vanuit het perspectief dat je voor je vrienden door<br />

het vuur moet gaan en je de fietser bovendien niet meer tot<br />

leven kunt wekken. Ik sta voor deze loyaliteit.”<br />

De Siemens-manager en tien andere managers spraken met<br />

management-coach Karin Jironet en ethiek-adviseur David<br />

Vriesendorp. Met name het belang van zelfreflectie en intuïtie<br />

keert in veel gesprekken terug. Opvallend veel managers vertellen<br />

dat ze in de loop van hun carrière meer zichzelf zijn geworden.<br />

“Worden wie je bent,” blijkt een belangrijk ideaal. Bewonderenswaardig<br />

is de zelfreflectie van Marike van Lier Lels (voorheen<br />

Schiphol) en van Ole van der Straaten (voorheen Laurus). Behartigenswaardig<br />

is de intuïtie van Rijkman Groenink (ABN Amro)<br />

en van Jacqueline Rijsdijk (De Nederlandsche Bank). Lezenswaardig<br />

zijn ook de bespiegelingen van onder anderen Tony Ruys<br />

(Heineken) en Kees Storm (Aegon). Volop stof tot nadenken.<br />

David Vriesendorp en Karin Jironet: De rol van het geweten.<br />

Persoonlijke verhalen van leiders in het Nederlandse bedrijfsleven.<br />

Business Contact. 159p. ISBN 9<strong>04</strong>7003713. € 17,50<br />

Vrije slaven<br />

Honderd Afrikaanse slaven bereikten in<br />

1596 op een gekaapt schip de haven van<br />

Middelburg. Ze werden op gezag van de<br />

stadsbestuurders vrijgelaten. Tot ongenoegen<br />

van de Nederlandse reder die direct<br />

bezwaar maakte tegen deze bestuurlijke<br />

dwaling. Met succes. “Vrye lyberteyt”,<br />

natuurlijke vrijheid, gold volgens de Staten<br />

van Zeeland alleen de burgers van eigen bodem. De reder mocht<br />

met de Moren doen “soe hy ‘t verstaet”. Hij kon zijn levende<br />

handelswaar zonder verder oponthoud in West-Indië te gelde<br />

maken.<br />

Ook de volgende eeuwen bleef Nederland slaven drijven, zo<br />

beschrijft Glenn Willemsen in ‘Dagen van gejuich en gejubel’.<br />

Het duurde tot 1 juli 1863 voordat de slavernij in alle Nederlandse<br />

koloniën werd afgeschaft. Ruim 45 duizend Surinaamse<br />

en Antilliaanse slaven kregen op deze dag hun vrijheid. Directeur<br />

Willemsen van het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden<br />

en erfenis (NiNsee) doet in zijn onthullende boek verslag<br />

van de dagen rond 1 juli 1863 en de bittere strijd en wonderlijke<br />

beslissingen die daaraan vooraf gingen.<br />

Het einde van de slavernij maakte volgens Willemsen overigens<br />

geen einde aan alle onrecht op de overzeese plantages voor suiker,<br />

zout, koffie en katoen. Terwijl de plantage-eigenaren schadeloos<br />

werden gesteld voor het verlies van hun menselijke machines,<br />

vierden de slaven hun herwonnen vrijheid onder streng<br />

staatstoezicht met weinig meer dan de kleren aan hun lijf. Het<br />

nieuws dat de bazen van de staat driehonderd gulden per slaaf<br />

ontvingen, werd de ex-slaven zorgvuldig onthouden.<br />

Glenn Willemsen: Dagen van gejuch en gejubel. Viering en<br />

herdenking van de afschaffing van de slavernij in Nederland,<br />

Suriname en de Nederlandse Antillen. Amrit. 327p.<br />

ISBN 9074897460. € 24,90<br />

APRIL <strong>2007</strong> 49


INTERVIEW<br />

In Oost-Europa zit de groei<br />

Een mediabedrijf dat het haalt op alleen autonome groei?<br />

Geen haalbare kaart. Dat meent Eija Ailasmaa, ceo van Sanoma<br />

Magazines.<br />

Interview Paul Nobelen | Tekst Saskia Bruyn | Fotografie Eline Klein<br />

Eija Ailasmaa is sinds 2003 ceo van Sanoma Magazines - de Europese<br />

tak van de mega-uitgeverij - en verantwoordelijk voor dertien landen.<br />

Haar Finse invloed is onmiskenbaar in de in lichte, natureltinten uitgevoerde<br />

vergaderzaal. Op tafel schittert Iittala glaswerk en servies. Interviewer<br />

Paul Nobelen kent het land via zijn schoonouders, en hoewel de<br />

verschillen volgens hem op het eerste gezicht groot zijn, stelt Ailasmaa<br />

vast dat de overeenkomsten nog veel groter zijn. Ze woont en werkt vijf<br />

dagen per week in Amsterdam en kan goed overweg met de Nederlanders,<br />

die net als de Finnen open en direct zijn, en weinig hiërarchisch<br />

ingesteld. Zelf is ze vooral uiterst zakelijk, met twee opvallende eigenschappen:<br />

een warme passie voor het traditionele tijdschrift als trusted<br />

friend, en een ambitie zo helder en scherp als een ijspegel.<br />

Hoe houd je greep op groei?<br />

“We hebben ons bordje vol momenteel. We willen onze groei sturen in<br />

drie richtingen. Ten eerste willen we onze huidige kracht, onze marktpositie,<br />

behouden en versterken. We zijn nu actief in dertien Europese<br />

landen en zijn bijna overal marktleider onder de tijdschriftenuitgevers.<br />

Die positie willen we consolideren, maar we willen ook innoveren, maximaal<br />

de kansen grijpen die zich voordoen. Een kernstrategie is om onze<br />

bestaande merken verder te ontwikkelen, door ons te begeven op de<br />

markt voor evenementen en andere met onze merken samenhangende<br />

producten en online activiteiten. Door onze aanwezigheid voortdurend<br />

te versterken, blijven we groeien. Als tweede punt op onze groei-agenda<br />

zijn we volop bezig met geografische uitbreiding en het betreden van<br />

nieuwe markten. Rusland is onze laatste aanwinst, daar hebben we de<br />

Independent Media-holding aangekocht. In Rusland groeien de mediabedrijven<br />

momenteel het hardst van heel Europa. Via Rusland bereiken<br />

we Oekraïne. Vanuit Moskou kijken we nu naar de voormalige Sovjetrepublieken<br />

die dankzij hun olie- en gasvoorraden een snelle onwikkeling<br />

doormaken, zoals Kazachstan en Georgië waar we al actief zijn. En als<br />

derde natuurlijk de nieuwe media. Weer een heel ander verhaal.”<br />

Wat is uw groeistrategie, kiest u voor autonome groei of groei<br />

door acquisities?<br />

“Het zou prachtig zijn om het met louter autonome groei te kunnen<br />

redden, maar in de Westerse wereld is dat voor een mediabedrijf geen<br />

haalbare kaart. Door de technologische ontwikkelingen is de markt zo<br />

sterk veranderd. De lezers verkassen naar de online media, gevolgd<br />

door de adverteerders. Een uitdaging voor de ‘klassieke’ media, waarbij<br />

het erg moeilijk is geworden om autonome groei te creëren. In de tijdschriftenbranche<br />

kun je nog wel groeien, als je een sterke positie hebt<br />

en de capaciteit om steeds te innoveren en nieuwe titels te lanceren.<br />

Wij grijpen onze kansen en breiden onze activiteiten uit waar we kunnen.<br />

Daarbij kijken we op dit moment dus vooral naar Oost-Europa.”<br />

Waarom juist Oost-Europa?<br />

“Daar zit de groei! De markt voor media is nog onontgonnen, en de<br />

economie groeit er zo hard (Ailasmaa toont ter illustratie een kaart van<br />

Europa waarop de groei van het nationaal inkomen in 2006 is aangegeven.<br />

De verschillen tussen Oost en West spreken voor zich, red.). Er is<br />

ruimte voor nieuwe titels en voor consolidatie.”<br />

“ We willen altijd op korte termijn<br />

marktleider kunnen worden”<br />

Waarom kies je voor een bepaald land om naar uit te breiden?<br />

“Er moet een interessante markt zijn voor ons, we moeten er kunnen<br />

groeien. Ons belangrijkste criterium is altijd: we willen op korte termijn<br />

marktleider kunnen worden, in marktaandeel en in omzet. Als die kans<br />

er is, stappen we in. We zijn te groot om ergens niche-speler te blijven,<br />

we willen dominant zijn. We zijn op dit moment nummer vier in<br />

Europa, met een omzet van bijna 1,2 miljard euro.”<br />

Wil Sanoma Magazines er in opkomende markten als eerste<br />

instappen of kijken jullie eerst de kat uit de boom?<br />

“Dat hangt ervan af, we hebben het in het verleden allebei met succes<br />

gedaan. Als je de kans hebt om snel naar de leidende positie door<br />

te groeien is het een voordeel om het initiatief te hebben. Dat is goed<br />

gelukt in Hongarije en Bulgarije. Rusland was een voorbeeld van de<br />

andere strategie. We beoordelen het per geval, wat de beste benadering<br />

voor ons is.”<br />

Slaat u in onrijpe markten de fase van de gedrukte media over<br />

om meteen online te gaan?<br />

“Integendeel, de online markt is daar ook nog onderontwikkeld. De<br />

breedbandpenetratie is er laag, en die is nodig voor interessante internet-business.<br />

Snelle internetverbindingen naar alle huishoudens. Daar is<br />

het internetgebruik nog onbetekenend, er liggen juist groeikansen voor<br />

de traditionele media.”<br />

Verschuift u uw aandacht nu van ontwikkelde landen naar de<br />

opkomende markten in Oost-Europa?<br />

“Zo zwart/wit ligt het niet. Die markten zijn nog relatief klein, en wij<br />

zijn te groot om ons daar volledig op te richten. Het grootste <br />

50 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 51


probleem in het Westen was het achterwege blijven van economische<br />

vooruitgang. Vooral in Nederland zijn het zware tijden geweest, vorig<br />

jaar zagen we nog een omzetdaling. Vooral de losse verkopen stonden<br />

onder druk, daar zat de pijn, de wederverkopers hadden moeite de<br />

lezer te bereiken. Het is ook deels een marketing-probleem, wij moeten<br />

onze marketing-inspanning voor die verkoopkanalen opvoeren. In België<br />

ging het iets beter, daar was iets minder concurrentie. Maar nu ziet<br />

het ernaar uit dat het tij gaat keren. Ook in het Westen gaan de zaken<br />

goed voor ons, zelfs met wat minder groei kunnen we hier nog mooie<br />

winsten halen. We moeten het allebei doen.”<br />

Sommige bladen kun je vertalen, maar de meeste tijdschrifttitels<br />

zijn toch land- en cultuurgebonden?<br />

“Dat is zeker zo, en dat is ook onze kracht, om altijd dichtbij de markt<br />

te staan. In onze portfolio hebben we de sterkste merken van het land,<br />

en die zijn onze ruggengraat. De internationale merken, zoals Elle,<br />

Cosmopolitan, National Geographic, zijn leuke extra’s, maar niet van<br />

cruciaal belang voor ons. Dat zijn titels als Libelle, dat is een instituut<br />

en zeer robuust, zakelijk gezien. Maar we willen het allebei hebben: de<br />

sterke nationale merken en ook goede licentietitels, we willen een preferred<br />

partner zijn. Wij zijn de grootste partner van Hearst International,<br />

met tien edities van Cosmopolitan in licentie in onze marktgebieden,<br />

zeven edities van National Geographic tot dusver en de meest succesvolle<br />

edities van Donald Duck in Nederland en Finland, een partnerrelatie<br />

die al meer dan vijftig jaar bestaat.”<br />

Wat is dan de synergie van zo’n portfolio?<br />

“Synergie is een interessant maar zeer lastig begrip in de mediawereld.<br />

Advertentie<br />

Dat zag je bij Time/Warner en America Online, synergie is heel moelijk<br />

te bereiken. Er is wel wat schaalvoordeel te behalen, mogelijkheden<br />

voor ‘insourcing’, en dat buiten wij ook uit. Maar ‘zachte’ synergie is<br />

belangrijker voor ons: een cultuur tot stand brengen waarin snel veel<br />

wordt geleerd, door best practices en best business concepts uit te wisselen<br />

en innovatie kansen te geven. Er is in mediabedrijven niet zozeer<br />

synergie in de klassieke zin van het woord. Plaatselijk misschien wel,<br />

wanneer je een stevige organisatie hebt neergezet als basis om op verder<br />

te groeien en nieuwe projecten te lanceren. Wij starten met tien à<br />

twintig nieuwe titels ieder jaar, en natuurlijk snoeien we ook titels weg.<br />

In al onze bladen vernieuwen we voortdurend, je kunt niet meer lui zijn<br />

en een tijdschrift jarenlang onveranderd laten bestaan.”<br />

Zoals gezegd, met autonome groei alleen kom je er niet. Hoe<br />

kies je de juiste bedrijven voor overnames?<br />

“Grote overnames zijn de enige manier om in onze branche te blijven<br />

groeien. Wij hebben wat dat betreft een goede staat van dienst. Maar<br />

je moet niet alleen naar groei kijken, bedrijven moeten bij je passen en<br />

je moet waarde kunnen toevoegen. En je moet na een overname rekening<br />

houden met een integratieproces.”<br />

Hoe ga je om met de culturele verschillen na een overname?<br />

“We werken zeer gedecentraliseerd. De inhoud van de bladen die<br />

onze merken maken, wordt door de redacties gemaakt, volgens de<br />

plaatselijke cultuur, smaak en waarden in een samenleving, en de taal<br />

natuurlijk. Er zijn zoveel verschillen, dat kan je niet vanaf een centraal<br />

hoofdkantoor regelen. We willen dichtbij de klant, de lezer zijn. Maar<br />

er is wel een gemeenschappelijke basis; als groter geheel hebben we<br />

de capaciteit om toonaangevende merken te produceren, gericht op<br />

de klant en op inhoud. We geven intern kennis en vaardigheden aan<br />

elkaar door, door voortdurend van elkaar te leren. Daarvoor organiseren<br />

we ieder jaar een managementconferentie met workshops en keynotespeakers,<br />

om kennis te delen en het leerproces te versnellen. Dat is<br />

een belangrijke functie van ons hoofdkantoor, naast het uitvoeren van<br />

onze groeistrategie door uitbreiding en overnames. Zo geven we de<br />

Sanoma-cultuur vorm, maar dat is een proces van jaren. We hebben<br />

hier in Nederland in oktober vorig jaar de vijfde verjaardag gevierd van<br />

onze komst hier, na de overname van VNU Tijdschriften. Het ging niet<br />

vanzelf, we hebben er hard aan moeten werken, maar ik denk ik dat ik<br />

nu kan zeggen dat het gelukt is. Er ontwikkelt zich een Sanoma-gevoel,<br />

het is één bedrijf geworden. Dat willen we ook bereiken met onze<br />

mensen uit België, Hongarije, Rusland.”<br />

“ Adverteerders zijn in verwarring door de<br />

opkomst van de online media”<br />

Heb je om te groeien verschillende typen medewerkers nodig,<br />

of juist Sanoma-klonen?<br />

“Het is een zeer divers gezelschap, nog afgezien van de voor de<br />

handliggende verschillen als die tussen bijvoorbeeld een redacteur en<br />

verkoper. Per land zijn er grote culturele verschillen, maar we delen<br />

ook bepaalde waarden, zoals onze klantgerichtheid, gerichtheid op de<br />

Als u een probleem heeft, hebben wij een<br />

probleem. En wij houden niet van problemen.<br />

Welkom in onze zakelijke wereld.<br />

lezer, die kan ik niet genoeg benadrukken, en de creativiteit die een<br />

mediabedrijf nodig heeft, in combinatie met betrouwbaarheid. En we<br />

zijn ambitieus. Onze groeipaden zijn ook divers en vragen verschillende<br />

skillsets op verschillende niveaus in het bedrijf. Een zekere mate van<br />

creativiteit is vereist, naast zakelijke scherpzinnigheid. Leervermogen<br />

is erg belangrijk voor de open cultuur die wij voorstaan. Iets wat we<br />

momenteel aan het leren zijn, is het nog beter begrijpen van een<br />

tweede groep klanten, namelijk onze adverteerders. Die zijn in verwarring,<br />

door de opkomst van de online media, wat voor modellen werken<br />

daar? Het televisiepubliek raakt gefragmenteerd, we moeten ons hele<br />

aanbod opnieuw vormgeven. Dat is volop in ontwikkeling, we kunnen<br />

niet meer alleen bezig zijn met het verkopen van paginaruimte.<br />

Op basis van onze kracht, onze sterke merken en de lezersgroepen die<br />

daaraan zijn verbonden, kunnen we oplossingen aanbieden en lezers<br />

en adverteerders bij elkaar brengen. Bijvoorbeeld door het organiseren<br />

van evenementen. Lezersgroepen en hun communities zullen steeds<br />

belangrijker worden.”<br />

We hebben in de afgelopen jaren nogal wat dynamiek gezien in<br />

de top van Sanoma, hoort dat ook bij uw groeistrategie?<br />

“Laten we dat niet overdrijven, over het geheel genomen zijn we<br />

behoorlijk stabiel en dat mag van mij nog wel wat stabieler. Het is de<br />

aard van dit bedrijf dat je veel kennis en ervaring nodig hebt om het<br />

goed te doen, je moet weten hoe je een merk neerzet en hoe je het<br />

bedrijf laat presteren. Je moet zuinig zijn op deze silent knowledge,<br />

die is erg belangrijk voor succes. Zelf heb ik het geluk gehad om in <br />

52 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 53<br />

Advertentie


Eija Ailasmaa (56)<br />

ceo van Sanoma Magazines<br />

Opleiding: masters social sciences, University of Helsinki,<br />

Sanoma School of Journalism<br />

Loopbaan: Sinds 2003 president en ceo, Sanoma Magazines;<br />

vice president en president, Sanoma Magazines (2001-2003);<br />

president, Sanoma Magazines Finland/Helsinki (2000-2001);<br />

executive vice president en general manager, Magazines Finland/<br />

Helsinki Media (1998-2000); vice president Publishing, Sanomaprint/Helsinki<br />

(1989-1998); hoofd-redacteur, Kodin Kuvalehti<br />

(1985-1989); redactionele functies bij Ilta-Sanomat (1975-1985)<br />

Nevenactiviteiten: RSM Erasmus University Advisory Board,<br />

member board Hansaprint Oy<br />

Hobby’s: “geen tijd voor“<br />

Thuis: getrouwd en twee kinderen<br />

dit bedrijf verschillende posities te kunnen vervullen, zoals redacteur,<br />

uitgever en bestuurder, en betrokken te zijn bij alle media-typen: kranten,<br />

tijdschriften en ook televisie.”<br />

Is het mogelijk om groei te combineren met kostenbesparingen?<br />

“Dit is harde noodzaak in de hele media-industrie. De klassieke media<br />

vertonen een dalende lijn omdat publiek en adverteerders zich verplaatsen<br />

naar de nieuwe, online media. Daar moet je in investeren. Doelgroepen<br />

raken gefragmenteerd, dus je moet met meer verschillende<br />

producten en programma’s komen om aan hun wensen te voldoen. Om<br />

al die vernieuwingen en ontwikkelingen te kunnen bekostigen, moet je<br />

bestaande productie zo efficiënt mogelijk gemaakt worden, maar wel<br />

op een slimme manier. Daar zijn we voortdurend mee bezig.”<br />

Gelooft u in de toekomst van de gedrukte media?<br />

“Voor de gedrukte media als geheel weet ik het niet, kranten zijn een<br />

ander verhaal, maar ik geloof zeker in tijdschriften. Papieren tijdschriften<br />

ja. Bedenk even wat een enorm verschil er is tussen de ervaring van<br />

het lezen in een blad en die van het beeldscherm. Voor het opzoeken<br />

van praktische informatie is het scherm prima, maar als je leesplezier<br />

wil, je wilt ontspanning, dan lees je niet zó (gaat rechtop zitten), maar<br />

zó (leunt achterover). Dat is een moment van luxe. En denk aan de<br />

beeldkwaliteit en de combinatie met mooi beeld en grafische vormgeving,<br />

typografie. Mode, beauty, kookgenot, en dan niet alleen het<br />

recept, maar de inspiratie van het plaatje, op goed papier gedrukt. De<br />

54 MANAGEMENT SCOPE<br />

‘look and feel’, om het maar simpel te zeggen, is niet zo gemakkelijk te<br />

vervangen door het scherm.”<br />

Wil de consument daarvoor blijven betalen, hoe zit het met de<br />

prijselasticiteit van de vraag?<br />

“Oh ja hoor, de huidige lezersgroep heeft zijn leesgewoonten al<br />

gevormd. De jongere generatie is onze zorg. Zij zijn zoveel online, wat<br />

voor gewoontes vormen zij om aan hun informatiebehoefte te voldoen?<br />

Dat weten we nog niet. Maar de huidige groep lezers zal er echt<br />

niet mee stoppen. Het gaat niet om de prijs, maar om de ervaring. Juist<br />

de dure bladen, de glossy’s, doen het erg goed in sommige landen.<br />

Belangrijk voor adverteerders. Wat het het beste doet, verschilt ook<br />

weer per land. In Rusland bijvoorbeeld, bestaat onze portfolio voor een<br />

groot deel uit glossy’s, we richten ons op een rijk lezerspubliek. Er zijn<br />

nu zo’n 90 duizend miljonairs in Moskou, er is veel geld uit te geven.”<br />

Hoe trekt Sanoma dat jonge publiek aan, dat is opgegroeid met<br />

het internet?<br />

“De verandering gaat geleidelijk, het duurt lang voordat alle ‘oude’<br />

lezers verdwenen zijn. En dan nog is het helemaal de vraag hoe de<br />

jongeren van nu zich gaan gedragen als ze een volwassen leven gaan<br />

leiden, als ze kinderen gaan krijgen en huizen kopen. Lezen ze dan<br />

onze babybladen nog, of onze interieurbladen? Of kopen ze alles puur<br />

rationeel online? Hebben ze geen behoefte aan de inspiratie van Eigen<br />

Huis, of VT Wonen? We weten het niet. Maar we willen dichtbij ze blijven,<br />

en dat zijn we ook, online. Als we ze niet voor onze gedrukte titels<br />

kunnen winnen, bedienen we ze in elk geval daar. Jonge moeders zijn<br />

de meest actieve gebruikers van de elektronische communities van onze<br />

bladen. Ze lezen die, en komen ook naar de websites. Misschien is die<br />

combinatie wel de toekomst.”<br />

U heeft een lange loopbaan achter de rug binnen Sanoma, hoe<br />

bent u daarbij als persoon gegroeid?<br />

“Ja, ik ben begonnen als redacteur bij verschillende bladen. In 1985<br />

werd ik hoofdredacteur van een titel waarmee het slecht ging, er werd<br />

al een tijd lang verlies op gemaakt. Daar wilde ik natuurlijk iets aan<br />

doen. Ik merkte dat het daarvoor niet voldoende is om aan de redactionele<br />

inhoud te sleutelen, je moet ook invloed hebben op de marketing,<br />

advertentieverkoop en andere aspecten van het productieproces.<br />

Je hebt dus macht nodig. Toen het lukte en de oplage van het blad<br />

omhoog ging, was dat mijn beloning. Ik kreeg de smaak te pakken en<br />

heb de overstap naar de zakelijke kant van het bedrijf gemaakt. Maar<br />

dat is niet aan iedere redacteur besteed. Mijn volgende uitdaging, na<br />

de overname van VNU Tijdschriften, is het volgen van onze klanten in<br />

de transformatie naar de nieuwe mediamarkt. Terwijl we tegelijk succesvol<br />

blijven met onze gedrukte media. Daarvoor zullen we ons verder<br />

moeten ontwikkelen, en als dat lukt, is het een fantastische prestatie.”<br />

Na het gesprek kan Ailasmaa het niet laten op het enorme tijdschriftenrek<br />

te wijzen. Ze toont de Russische aanwinsten: Derk Sauer’s Moscow<br />

Times, de duimdikke superglossy Harper’s Bazaar en de Men’s Health.<br />

Ailasmaa: “Dit is de stijlbijbel van de trendy Russische man. Hij doet het<br />

daar geweldig, terwijl mannenbladen in West-Europa moeilijk te verkopen<br />

zijn.” Waarom? Jaaa... Dát begrijpen is de kern van groei in de<br />

tijdschriftenwereld, aldus de Finse. <br />

Interviewer Paul Nobelen is bestuursadviseur<br />

Reacties: pnobelen@managementscope.nl<br />

O P I N I E P L A T F O R M<br />

Als u een website hebt die aandacht besteedt aan nieuws, politiek,<br />

management, economie of de beurs, dan zijn de headlines uit De Scopist<br />

wellicht een prettige aanvulling. De Scopist is een toonaangevend weblog<br />

waarop tweemaal daags het belangrijkste financieel-economisch nieuws<br />

kritisch wordt besproken door een aantal vooraanstaande journalisten.<br />

U kunt onze headlines zelf heel gemakkelijk op uw eigen website zetten.<br />

www.descopist.nl<br />

Door www.descopist.nl/feed op uw website te plaatsen, verschijnen<br />

De Scopist headlines namelijk automatisch. Iedere keer als er vervolgens<br />

een nieuw artikel op De Scopist ingevoerd is, worden ook de<br />

headlines op uw site ververst. Uw site is dus altijd actueel. Plezierige<br />

bijkomstigheid: onze RSS service is geheel gratis. Meer weten? Kijk op<br />

www.descopist.nl


VOORPUBLICATIE<br />

Op zoek naar nieuwe kansen<br />

Slechts één op de drie bedrijven zal over tien jaar nog met de huidige<br />

strategie overleven. De rest moet op zoek naar iets nieuws. Auteur<br />

Chris Zook geeft in zijn boek Unstoppable aan hoe ze dat kunnen<br />

doen. Een voorpublicatie van het boek dat in mei verschijnt.<br />

Tekst Chris Zook<br />

Over tien jaar ziet ruim één op de drie bedrijven z’n kernactiviteit<br />

failliet gaan, of de onafhankelijkheid verliezen door een overname<br />

of fusie. De tweede van de drie zal zelfstandig of met een private<br />

equity-partij zijn kernactiviteit en strategie fundamenteel, en misschien<br />

zelfs pijnlijk, moeten herdefiniëren. De laatste van de drie zal<br />

er zonder kleerscheuren doorheen komen en juist groeien. Wie welk<br />

lot beschoren is, is in de meeste gevallen niet duidelijk.<br />

De afgelopen zeven jaar heeft Bain & Company onderzoek gedaan<br />

naar de manier waarop bedrijven groeien en winstgevende groei<br />

behouden en welke strategie zij daarbij gebruiken. Dit is gedaan<br />

door achtduizend bedrijfs-cases van de afgelopen twintig jaar te<br />

bestuderen. En wat blijkt: de meeste strategieën volgen de cyclus<br />

van: focus-uitbreiden-herdefiniëren. Veel bedrijven staan nu voor een<br />

herdefiniëring van hun strategie. Dat is de reden waarom Unstoppable<br />

gaat over herdefiniëren. De centrale vraag in het boek is: wat te<br />

doen als de groeiformule uit het verleden de grens bereikt?<br />

Dat menig bedrijf met een strategieprobleem kampt, werd laatst<br />

schrijnend duidelijk toen in de Wall Street Journal op twee pagina’s<br />

vier artikelen berichtten over aankomende of genoodzaakte herdefinities.<br />

Eén stuk beschreef de wanhoop van de managers van Ford,<br />

die aankondigen dat hun business model niet meer werkt. Het<br />

tweede artikel gaat over de strijd bij Kodak; hoe te veranderen naar<br />

een nieuw business model met een reeks concurrenten, terwijl het<br />

bedrijf gewoon doordraait. In de afgelopen tien jaar zijn winsten in<br />

de fotografiemarkt ondanks de turbulentie bijna verdubbeld. Het is<br />

verbazingwekkend dat negentig procent van hun omzet nu komt<br />

uit producten en diensten, zoals digitale camera’s, geheugenkaarten<br />

en dergelijke, die tien jaar geleden nog niet bestonden. En verder<br />

een artikel over de vraagtekens bij het nieuwe winstmodel van<br />

kranten en één over dalende aandelenkoersen in telecombedrijven<br />

als Vodafone. Heeft een telecombedrijf nog wel bestaansrecht nu<br />

iedereen een telefoon heeft en je zoveel kan praten als je wilt en<br />

de prijzen kelderen.<br />

56 MANAGEMENT SCOPE<br />

De weg van de minste weerstand<br />

Bedrijven die niet verder kunnen groeien in hun kernactiviteit, kunnen<br />

kiezen voor drie voor de hand liggende opties:<br />

• Een grote transformatie inzetten om te proberen het groeivraagstuk<br />

in één keer op te lossen. Zoals de overname van Time<br />

Warner door AOL in 2000, die het concurrentieveld volledig zou<br />

veranderen. Nu gaan de bedrijven weer uit elkaar, omdat de<br />

combinatie minder is gebleken dan de som van beide delen.<br />

• Een nieuwe aantrekkelijke markt aanboren die een aantal stappen<br />

verwijderd is van de kernactiviteit, zoals Vivendi, het bedrijf<br />

dat van water overstapte naar entertainment.<br />

• Besluiten om het oude model te verdedigen terwijl de regels<br />

in de sector veranderen en proberen de laatste te zijn die blijft<br />

bestaan, zoals bijvoorbeeld Blockbuster doet, de videotheek met<br />

achtduizend vestigingen wereldwijd.<br />

De kans op succes in elk van deze gevallen is echter minder dan<br />

tien procent. Het is net alsof je meedoet aan de loterij. Het is<br />

echter wel degelijk mogelijk om een manier te vinden, hoewel dit<br />

moeilijk is, die het faalrisico vijf tot tien keer verkleint. Dit gaat<br />

om strategieën die de kernactiviteit ontmantelen en een nieuwe<br />

formule creëren voor winstgevende groei. Deze zijn veel moeilijker<br />

te vinden, maar wel veel effectiever. Helaas zien te veel bedrijven<br />

meteen af van deze zoektocht naar de verborgen schat, en richten<br />

ze zich liever op de eerdergenoemde verleidingen.<br />

Wat zijn de verborgen schatten en waar zijn ze te vinden? Het zijn<br />

middelen die je bezit of waar je gemakkelijk toegang toe hebt.<br />

Middelen die ooit ondergeschikt of bijkomstig waren aan de oude<br />

strategie, maar nu de sleutel zijn tot de strategie van het toekomstige<br />

business model. En hoe ouder en complexer het bedrijf, hoe<br />

meer kans dat het dit soort middelen in huis heeft.<br />

Strategische verborgen middelen<br />

n Onontgonnen klanteigenschappen<br />

Dit zijn de meest voorkomende verborgen middelen, zoals een<br />

ongebruikt merk, bereik van klanten of unieke informatie. Een<br />

voorbeeld van een transformatiestrategie die alle drie omvat zou<br />

diamantbedrijf De Beers kunnen zijn. De Beers heeft z’n bron<br />

van groei omgedraaid en de marktwaarde negen maal vergroot<br />

in vijf jaar door de aanbodgedreven strategie te veranderen in<br />

een vraaggestuurde, die zich richt op het onbenutte merkpotentieel<br />

en het unieke bereik bij klanten.<br />

n Ondergewaardeerde groeiplatforms<br />

Dit zijn bijvoorbeeld de interne support functie, of het totaalresultaat<br />

van aantal aangrenzende investeringen. De omslag bij bijvoorbeeld<br />

IBM is gebaseerd op het relatief kleine services onderdeel,<br />

wat destijds minder dan tien procent van de omzet was,<br />

en dat nu de kern is geworden van het bedrijf. Soms komt de<br />

kracht van verborgen middelen vrij door het bedrijf in te krimpen<br />

en de investering en aandacht te concentreren op een veel kleiner<br />

deel: letterlijk krimpen om te groeien. Een mooi voorbeeld is<br />

Vopak, ‘s werelds grootste onafhankelijke tankterminal-operator,<br />

gespecialiseerd in de op- en overslag van vloeibare en gasvormige<br />

chemie- en olieproducten. Het bedrijf is bijna acht keer verkleind<br />

en heeft nu een omzetgroei van veertien procent en een<br />

winstgroei van 27 procent, in een sector die gekenmerkt is door<br />

lage groei.<br />

n Onderbenut vermogen<br />

Een voorbeeld van een bedrijf dat groeide door iets te doen<br />

met zijn onbenutte vermogen, is Marvel Entertainment. Dat was<br />

ooit marktleider in stripboeken, niet echt een markt voor de<br />

toekomst. Het bedrijf stevende af op een faillissement in 1996,<br />

ondanks dat het een leger superhelden als Spiderman en de<br />

Incredible Hulk in huis had. Tegenwoordig maakt Marvel meer<br />

dan honderd miljoen dollar winst op een omzet van vierhonderd<br />

miljoen dollar doordat zijn archieven met duizenden stripfiguren<br />

en verhalen zijn ingezet in een formule gericht op films, games<br />

en het internet. Ook de opmerkelijke vernieuwing van Apple<br />

Computer is een voorbeeld van krachtig en onderbenut vermogen<br />

dat wordt toegepast in een snelle nieuwe markt.<br />

Dit alles lijkt op de op waarheid gebaseerde film Apollo 13 waarbij<br />

de astronauten in de ruimte zich realiseerden dat ze lucht verloren<br />

in de cabine en in de zeer onderschatte radio boodschap naar<br />

Houston seinden ‘we hebben een probleem.‘ De vluchtleiding verzamelde<br />

alles in het ruimteveer van kauwgum tot ondergoed tot<br />

plakband. En het waren juist deze dingen, die ooit als volledig overbodig<br />

bestempeld waren, die nu de sleutel waren tot een levensreddende<br />

oplossing. Verborgen schatten dus. <br />

Vopak zocht met succes naar altenatieve groei<br />

Chris Zook, hoofd van de Global Strategy Practice van Bain & Company:<br />

Unstoppable. Harvard Business Press. 224p. ISBN 1422103668. $29,95<br />

APRIL <strong>2007</strong> 57<br />

Foto: Koninklijke Vopak N.V.


ANALYSE<br />

Wat wil de klant<br />

Klanten willen dat je echt met ze meedenkt.<br />

Welke software maakt dat mogelijk?<br />

Tekst Leo Klaver<br />

Het binnenhalen van een nieuwe klant is vijf keer zo duur als het<br />

vasthouden van een bestaande klant. Een organisatie die dat weet<br />

en die op zoek is naar winstmaximalisatie, verschuift dus snel zijn<br />

prioriteit van het verwerven van nieuwe klanten naar het behouden<br />

ervan. De praktijk laat zien dat dit in de regel betekent dat dure<br />

Customer Relation <strong>Management</strong> (CRM) systemen worden geïnstalleerd.<br />

Die systemen moeten aangeven wat de bestaande klanten<br />

doen om vervolgens deze klanten in de watten te kunnen leggen.<br />

Dit alles met als doel de churnrate, ofwel het weglopen van klanten,<br />

te reduceren. Met alleen zo’n systeem ben je er echter niet.<br />

Klanten laten zich weliswaar graag in de watten leggen, maar dat<br />

wil nog niet zeggen dat ze een bedrijf trouw blijven. Ze zijn zomaar<br />

weer vertrokken. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een recent gehouden<br />

onderzoek door TNO Informatie- en Communicatietechnologie<br />

waarin aan 401 consumenten van telefonie-, internet-, en digitale<br />

televisiediensten is gevraagd naar hun voornemen om klant te<br />

blijven bij de organisatie waar ze de diensten afnemen. Het blijkt<br />

dat op grote schaal uitgevoerde marketingactiviteiten nauwelijks<br />

invloed hebben. Het creëren van communities voor klanten, het<br />

bieden van de mogelijkheid om tegen extra betaling betere service<br />

te krijgen en spaar- en beloningsacties, het zet allemaal geen zoden<br />

aan de dijk. Wat klanten willen, is gerichte informatie. De loyaliteitsintentie<br />

neemt pas toe als een aanbieder ze wijst op manieren<br />

om goedkoper uit te zijn, pro-actief met passende aanbiedingen<br />

komt en de mogelijkheid biedt om gratis een product een tijdje uit<br />

te proberen. Ze willen ook medewerkers met kennis van zaken die<br />

ze serieus nemen, die hulpvaardig zijn en die met de klant meedenken<br />

en oplossingen bieden.<br />

Tien keer doorverbonden<br />

Het heeft, zo geeft het onderzoek van TNO aan, geen enkele zin<br />

om CRM-systemen te bouwen die alleen<br />

weergeven wat klanten doen als er niet<br />

gelijktijdig door de organisatie een marketingstrategie<br />

wordt ontwikkeld die is gebaseerd op<br />

innovatie en nieuwe diensten. Andere studies<br />

onderschrijven dat: zeventig procent van alle<br />

CRM-initiatieven leidt niet tot verbetering, vooral<br />

omdat er geen marketingstrategie is ontwikkeld.<br />

Hier moet onmiddellijk aan worden toegevoegd dat<br />

CRM plus innovatieve marketingstrategie ook nog geen<br />

weg is die automatisch voert naar succes. Immers, een CRMsysteem<br />

en een innovatieve strategie kunnen alleen goed werken<br />

als de mensen die het CRM-systeem moeten gebruiken, kunnen<br />

beschikken over alle informatie. Dan pas kunnen alle vragen direct<br />

worden beantwoord zonder dat er tien keer moet worden doorverbonden.<br />

Dat kan als de CRM-technologie wordt gekoppeld aan<br />

een Service Oriented Architectuur. Met deze technologie bepalen<br />

niet langer de ict-systemen hoe de bedrijfsprocessen eruit zien (dat<br />

is lange tijd het geval geweest), maar maken de bedrijfsprocessen<br />

slechts gebruik van de informatie in deze ict-systemen. De koppeling<br />

CRM en SOA maakt dat een organisatie kan denken in klanten<br />

en hun wensen in plaats van producten of diensten.<br />

- Bijna - net zo goed als mensen<br />

KPN is een voorbeeld van een bedrijf dat met de SOA-technologie<br />

bezig is. De manier waarop dit gebeurt, is recent door onderzoeksbureau<br />

Gartner Group bestempeld als een best practice.<br />

De grootste verandering is technisch gezien dat het aantal ictapplicaties<br />

drastisch vermindert. En wel van ongeveer duizend naar<br />

ongeveer honderd, aldus Peter Hermans die op corporate niveau<br />

werkt aan het verbeteren van de ict-architectuur van KPN. Elke<br />

business-unit had zijn eigen ict-systemen, dat is veranderd waar-<br />

door iedereen in de organisatie van een systeem<br />

gebruik kan maken. Door zo te werken, zijn bij<br />

KPN bijvoorbeeld inmiddels zo’n dertig businesssupportdesks<br />

die ieder hun eigen productpakket<br />

ondersteunden, vervangen door slechts vier desks<br />

die een bundel van producten kunnen ondersteunen.<br />

Klanten, die tegenwoordig steeds meer een bundel van<br />

diensten afnemen zoals telefonie, internet, tv, krijgen zo<br />

efficiënte hulp voor alle diensten die ze hebben afgenomen<br />

en hoeven niet voor elk afzonderlijke dienst een andere helpdesk<br />

te bellen.<br />

Het is echter wel een beetje jammer dat de werknemers niet voor<br />

alle klanten pro-actief oplossingen kunnen bedenken. En dat de<br />

klant geen genoegen neemt met de pakketten die de computer<br />

aankan. Daarom wordt er nu hard gewerkt aan EDA, ofwel Event<br />

Driven Architectuur. Het Amerikaanse bedrijf Starbucks gebruikt<br />

deze technologie inmiddels. Het assortiment van Starbucks is zo<br />

omvangrijk dat een klant een keuze kan maken uit 52 duizend verschillende<br />

koffie/likeur/gebakje/koekje-combinaties. Met de traditionele<br />

technologie kan dit bedrijf niet meer uit de voeten. Het heeft<br />

een systeem nodig dat als een klant zegt welke combinatie hij wil<br />

hebben, precies aangeeft wat er moet gebeuren. Bovendien wil het<br />

een systeem hebben dat klanten op basis van een gemaakte keuze,<br />

suggesties aan de hand kan doen van andere combinaties die de<br />

klant wellicht kan waarderen. Een EDA-architectuur kan op situaties<br />

reageren, - bijna - net zo goed als mensen dat kunnen, althans dat<br />

is het (gewenste) idee. Nu kan het met koffie, binnenkort kan het<br />

systeem waarschijnlijk ook een route door een ziekenhuis bepalen<br />

voor een klant die verschillende afspraken moet maken en die<br />

route ook nog eens zonder problemen verleggen als er een calamiteit<br />

ontstaat. <br />

Vooruitzien is…<br />

verantwoord groeien<br />

Groei is weer in. Niet dat groei ooit uit is<br />

geweest, maar in een aantrekkende economie<br />

is iedereen nu eenmaal meer gefocust op groei.<br />

Veel managers dromen van groei. Immers,<br />

hoe meer de onderneming groeit des te meer het<br />

ego wordt gestreeld en de portemonnee gespekt.<br />

Ook aandeelhouders willen groei zien, want als de<br />

onderneming groeit, heeft dat gevolgen voor de<br />

ontwikkeling van de waarde van het aandeel.<br />

Met de sterke opkomst van private equity is groei<br />

in voornoemde zin al helemaal een must. Ondernemingen<br />

worden namelijk vaak zo zwaar gefi nancierd<br />

dat groei een noodzaak wordt om te overleven.<br />

Geen groei is dan geen optie meer, want anders...<br />

Hier zien we een mogelijke belangentegenstelling<br />

ontstaan tussen de aandeelhouder die groei wil en<br />

de manager. Voor de aandeelhouder is groei ook<br />

mogelijk door ondernemingen te splitsen en af te<br />

stoten. Voor de manager is dat geen aantrekkelijke<br />

optie. De onderneming waaraan deze leiding geeft,<br />

wordt zo kleiner en diens positie minder imposant.<br />

Zijn dit type drijfveren nu werkbaar om tot groei te<br />

komen? Wij denken van niet. Tenminste niet op lange<br />

termijn. Corgwell ziet groei als een proces dat start<br />

bij de cultuur van de onderneming. Is er een brede en<br />

diepgevoelde wil om het beste voor uw klanten na te<br />

streven? Bent u bereidt om daarbij out of the box te<br />

denken? Heeft u de persoonlijke groei van uw medewerkers<br />

hoog in het vaandel staan? Is er ruimte voor<br />

creativiteit en eigen initiatief, voor ondernemerschap?<br />

Innovatief denken en handelen is daartoe<br />

cruciaal, welk proces start bij mensen. Wij zien<br />

groei als een logisch gevolg van verantwoord<br />

ondernemen. Niet gedreven door egocentrische<br />

overwegingen, niet gedreven door korte termijn<br />

aandeelhouderswensen, maar door de wil iets<br />

goeds na te streven en daarmee ook een resultaat<br />

te leveren dat iedere aandeelhouder tevreden stelt.<br />

Dit bedoelt Corgwell met corporate wellness.<br />

Hoe gaat u met groei om? Wilt u een stabiele groei<br />

met gemotiveerde medewerkers en enthousiaste<br />

klanten? Hoe maakt u uw aandeelhouders gelukkig?<br />

Laat het ons weten op wellness@corgwell.nl<br />

Corgwell… de vooruitzichten ver vooruit!<br />

58 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 59<br />

Advertentie<br />

———<br />

www.corgwell.nl


FAMILIEBEDRIJF<br />

‘ Niet verkopen<br />

zolang ik leef’<br />

Zijn kinderen gaan waarschijnlijk geen leiding geven in het bedrijf.<br />

Dat geeft niet, zegt directeur Kommer Damen van Damen Shipyards.<br />

Maar o wee als ze de aandelen verkopen terwijl hij leeft.<br />

Interview Cees Pronk | Tekst Rita Jager | Fotografie Marco Bakker<br />

Een scheepswerf zonder schepen, zo lijkt het. De haven van het familiebedrijf<br />

Damen Shipyards in Gorinchem is op een paar boten na leeg.<br />

“Voorheen lag het hier vol met voorraad, maar het is allemaal op. Er<br />

zijn mensen die dit heel goed vinden, want het betekent dat we veel<br />

verkocht hebben. Ik vind het heel slecht,” zegt directievoorzitter Kommer<br />

Damen. Hij moet er zelf om lachen. “Dat klinkt wel een beetje<br />

vreemd,” zegt hij. En hij voegt toe: “We willen ruimte houden voor<br />

korte levertijden. We hebben een enorme orderportefeuille en daarmee<br />

loopt je levertijd juist op. Maar je kunt natuurlijk ook trots zijn dat je<br />

zo’n orderportefeuille hebt.”<br />

De kamer van Kommer Damen op het hoofdkantoor van Damen<br />

Shipyards Group biedt een mooi uitzicht op de Boven-Merwede, de<br />

rivier die een voortzetting is van de Waal. Het is een drukke scheepvaartroute.<br />

“Al het scheepvaartverkeer tussen Duitsland en Antwerpen<br />

en Rotterdam komt hier langs,” zegt Damen. Binnen hangen schilderijen<br />

van zeilschepen en havens van schilders uit de negentiende en<br />

twintigste eeuw. Er staan enkele modelschepen - waaronder een miniatuur<br />

van de clipper Stad Amsterdam - en een kleine verzameling oude<br />

scheepsinstrumenten.<br />

Damen zeilt. Hij heeft al een keer in etappen de wereld rond gezeild en<br />

dat wil hij nog een keer gaan doen. Nu, op zijn 62ste, vindt hij het daar<br />

wel tijd voor en stoot hij meer en meer taken af. Sinds vorig jaar is hij<br />

niet meer ceo van het bedrijf. “Ik vind het zo langzamerhand tijd om<br />

andere dingen te gaan doen. Ik houd er nog niet echt mee op, ik blijf<br />

wel actief, maar ik denk niet dat het verstandig is nog met de dagelijkse<br />

dingen bezig te zijn. Het is heel veeleisend om zo’n bedrijf dagelijks<br />

aan te sturen.” Kommer Damen heeft het gevoel dat het overdragen<br />

van taken nu ook kan, omdat het bedrijf na jaren van groei inmiddels in<br />

een wat rustiger vaarwater is terechtgekomen. “We zitten momenteel<br />

in een situatie en we zijn ook van een omvang dat we niet meer hard<br />

hoeven groeien. Dat is ook een reden dat ik de leiding heb overgedragen.”<br />

Damen is nog wel steeds eigenaar, samen met zijn vier kinderen.<br />

“Ik heb ooit in de jaren tachtig besloten om een nieuwe holding op te<br />

richten en aan mijn kinderen 48 procent van de aandelen over te dragen.<br />

Dit heb ik gedaan om zo de successierechten laag te houden. In<br />

de praktijk is hun zeggenschap niet groot, maar ik probeer ze wel op te<br />

voeden en op te leiden naar het moment dat ze alle aandelen krijgen.<br />

Dat is pas na mijn overlijden.” Damen denkt niet dat zijn kinderen het<br />

bedrijf van hem gaan overnemen. Een topteam geeft momenteel leiding<br />

aan het bedrijf, vindt hij en de kinderen “kunnen niet beter wensen”.<br />

Damen Shipyards heeft een directieteam van vier personen, met<br />

Kommer Damen zelf als directievoorzitter. René Berkvens is de nieuwe<br />

ceo, die naast taken van Damen ook de non-core business doet, zoals<br />

de jachtbouw. Erik van der Noordaa is coo en verantwoordelijk voor het<br />

dagelijks aansturen van de verkooporganisatie in de matrix en de daarbij<br />

behorende productiebedrijven. En tot slot is er nog de cfo, Bernard<br />

Tijs. “Ik denk niet dat je dit bedrijf kunt aansturen zonder dat je uit het<br />

bedrijf voortkomt,” constateert Damen. “Dat lukt gewoon niet zonder<br />

kennis van de business en scheepsbouwkundige en maritieme kennis.”<br />

Hoewel Damen weinig ruimte ziet voor zijn kinderen om het bedrijf<br />

over te nemen, wil hij niet met zekerheid zeggen dat na hem de leiding<br />

van de Damens aan een einde is gekomen. “Ik kan me nog best voorstellen<br />

dat een van de kinderen het ooit een keer gaat doen. Maar het<br />

is absoluut niet mijn idee en realistisch gezien verwacht ik ook niet dat<br />

dat gebeurt. Waar ik wel over denk is naar een one-tier organisatie te<br />

gaan, waarbij eventueel ook aandeelhouders non-executive directeuren<br />

zijn en kunnen meekijken. Dat vind ik eigenlijk beter passen bij een<br />

bedrijf als het onze. Of de kinderen moeten hun aandelen verkopen.<br />

Maar ik wil niet hebben dat het bedrijf wordt verkocht bij mijn leven.<br />

Als ik straks op een half uur fietsen woon, wil ik niet hoeven toekijken<br />

hoe iemand anders er niets van bakt. Ik denk toch ook: wat moet je<br />

met al dat geld als je het verkoopt? Het bezit van zo’n bedrijf is best<br />

leuk en een goede belegging.”<br />

Best leuk inderdaad, om een bedrijf met de omvang van Damen<br />

Shipyards te bezitten. <br />

“Je kunt dit bedrijf niet aansturen<br />

als je er niet uit voortkomt”<br />

60 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 61


Kommer Damen (62)<br />

Opleiding: hts Scheepsbouw Dordrecht<br />

Loopbaan: in dienst bij firma Gebr. Damen (1967-1969), directeureigenaar<br />

Scheepswerf Damen, later Damen Shipyards Group<br />

Nevenactiviteiten: diverse bestuursfuncties en commissariaten,<br />

waaronder bestuurslid Vereniging Nederlandse Scheepsbouw<br />

Industrie, lid Benelux Committee Lloyds Register of Shipping en lid<br />

van de raad van commissarissen van Dockwise Shipping, honorair<br />

consul van Mexico, lid van de raad van toezicht van Slot Loevestein,<br />

adviseur van het Nederlands Danstheater<br />

Hobby’s: zeilen (lange afstanden), Nederlands Dans Theater<br />

Thuis: getrouwd en vier kinderen<br />

Generatie aan de leiding: tweede<br />

Sector/markt: scheepsbouw<br />

Omzet: 1,2 miljard euro<br />

Aantal medewerkers: 6.000<br />

Aantal vestigingen: 31<br />

Van klein bedrijfje is het onder de leiding van Kommer Damen uitgegroeid<br />

tot een wereldwijd concern. Hij kwam in het bedrijf in 1967, als<br />

23-jarige wildebras, die vaak conflicten had met mensen in zijn omgeving.<br />

“Ik was een enorme driftkop in die tijd. Ik zag er nog heel jong<br />

uit en ik was hartstikke eigenwijs en kreeg regelmatig ruzie met de lui<br />

op de werf. Eén keer had ik met de bedrijfsleider in Boven-Hardinxveld<br />

echt slaande ruzie en heeft mijn vader dat moeten sussen.” Eerder had<br />

het opvliegende karakter van Kommer Damen er al toe geleid dat hij<br />

van de hts was gestuurd, omdat hij met een leraar ruzie had gekregen,<br />

wat behoorlijk uit de hand was gelopen. Door bemiddeling van zijn<br />

vader mocht hij zijn opleiding scheepsbouw vervolgen, maar pas na<br />

een jaar. “Dat jaar heb ik als ijzerwerker gewerkt bij Leen Smit, nu een<br />

van de IHC-werven. Het is de meest leerzame periode in mijn leven<br />

geweest. Als je aan de onderkant van zo’n werfsamenleving werkt, zie<br />

je wat het effect is van wat je in de top beslist. Hoe dat wordt gesaboteerd<br />

als het niet helemaal logisch is, en hoe je mensen kunt motiveren<br />

en demotiveren. Een voorbeeld: er werd een loonronde gehouden en<br />

toen kreeg één man een paar dubbeltjes meer per uur. Die man was<br />

de verkeerde keuze, van boven hadden ze daar een heel andere visie<br />

op dan de mensen onderin. Daar wisten ze precies wie er goed presteerde<br />

en wie niet. Die keuze leidde tot een enorme demotivatie onder<br />

het personeel. Toen ik voor mezelf begon heb ik alle mensen onderin<br />

hetzelfde salaris gegeven. Wat op zich duur is, want je moet zoveel<br />

betalen dat je beste man blijft en dat is te veel voor je minste kracht.<br />

Maar het geeft een geweldige rust, mensen nemen graag werk van<br />

elkaar over. Zo doen we het nu nog steeds. Voor vergelijkbare functies<br />

geldt één salaris.”<br />

“Mijn vader leverde tweedehands”<br />

De Fa. Gebr. Damen werd in 1927 opgericht door vader Jan en oom<br />

Rien. Zij begonnen met het bouwen van boten voor parlevinkers op de<br />

rivier. Later kregen ze Rijkswaterstaat als grote klant. Daaraan leverde<br />

Damen onder meer kantonnierboten, peilboten en vletten. Andere<br />

klanten in die tijd waren baggermaatschappijen. “Zij waren bijna<br />

allemaal hier aan de dijk gevestigd,” vertelt Damen. “Die baggermaatschappijen<br />

namen grote werken aan in het buitenland en al het hulpmateriaal,<br />

zoals de vletten die mijn vader bouwde, werden stante pede<br />

gekocht. Er was dus een snelle levertijd nodig en mijn vader leverde<br />

tweedehands. Wat hij deed, was een klant vragen of hij niet een vlet<br />

te koop had en die verkocht hij dan door aan de baggermaatschappij.<br />

Vervolgens maakte hij voor die klant een nieuwe. In mijn jeugdige overmoed<br />

dacht ik: dat kan anders. Als je nou in heel korte tijd een nieuwe<br />

vlet kan maken, dan is daar een markt voor. Je hebt immers rompen,<br />

motoren en onderdelen in voorraad, dus in principe kun je in heel korte<br />

tijd zo’n baggervlet assembleren en leveren. Ik heb daar toen een plan<br />

voor gemaakt, maar mijn vader en mijn oom en neef, die ook al enige<br />

tijd in het bedrijf zat, vonden het helemaal niks, want het ging zo toch<br />

ook goed? Uiteindelijk zei mijn oom: als we het nou zo oneens zijn<br />

over waar het bedrijf heen moet, laten we het dan maar opsplitsen.”<br />

En zo gebeurde op 1 januari 1969.<br />

Het bedrijf bestond toen uit drie werven en een timmerfabriek. Bij de<br />

opsplitsing kregen oom Rien en neef Kommer (die toch steeds actief is<br />

onder de naam scheepswerf K. Damen) de twee nieuwste werven en<br />

gingen de oudste werf en timmerfabriek naar vader Jan en zoon Kommer.<br />

De naam werd veranderd in Scheepswerf Damen. “Mijn vader zei<br />

al snel: ik zie het ook niet meer zo zitten, dus koop jij de werf maar,<br />

dan houd ik de timmerfabriek. En toen heb ik de werf gekocht met een<br />

lening van drie ton bij de plaatselijke Rabobank. Mijn vader was een<br />

sociaal voelend man en hij vond dat ik het personeel niet de dupe kon<br />

laten worden van mijn wilde plannen. Dus kreeg iedereen de gelegenheid<br />

om te kiezen met wie ze meewilden. Ze gingen en masse met mijn<br />

oom en neef mee. Ik bleef met zes man personeel over, jongelui in die<br />

tijd. Het waren er maar zes, maar het waren wel toplui die altijd bij ons<br />

zijn blijven werken. Drie zijn inmiddels gepensioneerd en de andere drie<br />

werken hier nog.”<br />

Het idee van Kommer Damen om een gestandaardiseerde vlet te bouwen<br />

“werd een topproduct,” zoals hij het zelf zegt. Het eerste jaar<br />

werden zes vletten gebouwd, maar elk jaar vertweevoudigde de omzet.<br />

Die omzetstijging was vooral te danken aan de baggermaatschappijen.<br />

“Zij kregen na de oliecrisis enorm veel werk in de olie-exporterende<br />

landen en namen die vletten mee naar hun bestemmingen over de hele<br />

wereld. Ik reisde achter die baggermaatschappijen aan, op zoek naar<br />

nieuwe klanten. Ik ging naar de havenautoriteiten en vroeg of ze niet<br />

de havens wilden inrichten met die boten. Daar was wel interesse voor.<br />

Op die manier hebben de baggermaatschappijen ons een stap verder<br />

geholpen met de export.” Omdat Damen weinig personeel had en ook<br />

geen casco zelf kon maken, waren ze gedwongen alles uit te besteden.<br />

Aanvankelijk werden de casco’s gebouwd bij Van de Giessen, dat later<br />

werd ingelijfd bij Damen. En ook werd er veel uitbesteed aan het buitenland.<br />

“In de jaren zeventig zijn we begonnen om casco’s in Polen te<br />

laten maken, in de communistische tijd. Later wilden we in lagelonenlanden<br />

complete schepen maken in eigen beheer. In Oost-Europa was<br />

toen niets te koop en we dachten dat China wat meer mogelijkheden<br />

zou bieden. Dus zijn we daar gaan kijken en eind eind jaren tachtig<br />

zijn we begonnen in een joint venture met de lokale overheid. Nu is<br />

het bedrijf in China helemaal van ons. In het begin vervoerden we al<br />

ons materiaal daar naartoe, om geen kwaliteitsverschil te krijgen, maar<br />

tegenwoordig maken we steeds meer onderdelen in China zonder kwaliteitsverlies.”<br />

Van begin af aan richtte Kommer Damen zich op productdiversificatie.<br />

Al snel werd er naast de vlet ook een ander type schip gebouwd.<br />

Inmiddels is de verscheidenheid aan producten groot en varieert van<br />

sleepboten, werkboten, baggerschepen, ferries, patrouilleboten, vrachtschepen,<br />

tankers en binnenvaartschepen tot marinevaartuigen, viskotters<br />

en jachten. Op elke markt lijkt het familiebedrijf wel aanwezig.<br />

“Mijn idee is altijd geweest dat we moesten groeien om de marketingkosten<br />

te verlagen. Een salesmanager een paar weken naar Afrika of<br />

Azië sturen om boten te verkopen, is duur. Om de reis- en salariskosten<br />

eruit te krijgen, moest er een behoorlijk breed pakket aan producten<br />

komen.”<br />

Telkens als Damen een markt zag voor een product, werd er eerst<br />

gezocht naar een bedrijf dat dat product al maakt. Zo zijn er in het verleden<br />

diverse werven overgenomen, waaronder Amels voor jachtbouw<br />

en de Koninklijke Schelde Groep, waarmee Damen zich een plaats<br />

verwierf in de marinescheepsbouw. Damen lonkte al naar De Schelde in<br />

de jaren tachtig en vervolgens nog een keer begin jaren negentig. Maar<br />

beide keren ketsten de gesprekken af. Uiteindelijk lukte de overname<br />

pas in 2001. Waarom wilde Damen zo graag deze markt op? “Wij zijn<br />

goed in snelle boten en wij ontwikkelden ook patrouilleboten. Maar<br />

telkens als wij patrouilleboten aan de marine van andere landen wilden<br />

verkopen, zeiden de concurrenten tegen onze klanten: kijk nou eens<br />

naar wat Damen voor de eigen marine heeft gebouwd. En dan kwa-<br />

men ze er achter dat wij alleen maar snelle civiele boten hadden geleverd.<br />

Wij konden dus niet in die markt komen en dat probleem was in<br />

een keer opgelost toen we De Schelde overnamen.” De Schelde is ook<br />

om een andere reden een goede koop geweest, vindt Damen. “Het<br />

bleek dat ze een heel goede engineeringafdeling hadden, terwijl die<br />

van ons vrij gebrekkig was. Engineering is een cruciale activiteit, maar je<br />

kunt je engineering alleen maar op orde hebben als je een beetje ervaren<br />

mensen hebt. Als je snel groeit, zoals wij toen, heb je per definitie<br />

een beetje last van achterlopende ervaring. Dus wij waren hartstikke blij<br />

met die Scheldemensen.”<br />

“ Beter door economische betrekkingen<br />

landen overtuigen dat het anders moet,<br />

dan door boycots”<br />

Eén van de markten waar Damen al lang op te vinden is, is Cuba. Hoe<br />

is hij daar terecht gekomen? “We hebben veel schepen gebouwd voor<br />

de Cubaanse overheid. Er was een organisatie die ons daar faciliteerde,<br />

een staatsbedrijf, met aan de leiding een rechtgeaarde communist die<br />

het beste wilde voor Cuba. Wij verkochten aan hen sleepboten en<br />

loodsboten. Ze zeiden: kun je die niet in Cuba maken en ze vanuit hier<br />

exporteren naar het Caribisch Gebied? We zijn het gaan doen in een<br />

joint venture die op een Westerse manier werkte. Eerst alleen voor de<br />

Cubaanse markt en later ook voor de export. Dat doen we nog steeds<br />

volop. We huren personeel van een personeelsorganisatie, en we huren<br />

de werf van de stad. We leveren aan Mexico, Venezuela, Colombia, en<br />

de eilanden in het Caribisch Gebied.” Politiek heeft Cuba nooit gevoelig<br />

gelegen. “Nee, het is nooit een item geweest, want Cuba was in die<br />

tijd dat wij daar naartoe gingen, enorm populair in Nederland. Kijk, als<br />

er een boycot was gekomen, dan hadden wij ons daaraan gehouden.<br />

We hebben wel onze eigen moraliteit. Maar ik zou zoiets helemaal<br />

niet aanbevelen, ook voor andere landen niet, zoals Iran, waar wij ook<br />

al jaren zitten. Ik geloof dat je beter door economische betrekkingen<br />

landen kunt overtuigen dat ze het anders moeten doen, dan door<br />

boycots.”<br />

Damen Shipyards is met veel verschillende producten tegenwoordig<br />

op veel verschillende markten. Wat maakt nou, dat Damen op al die<br />

markten met al die verschillende producten steeds weet te overleven?<br />

“De standaardisatie,” zegt Damen. “Zelfs in de jachtbouw doen wij aan<br />

seriebouw. De indeling van de hutten, de brug en de machinekamer<br />

staat hierbij vast, maar je kunt wel het interieur kiezen en je kunt ook<br />

van een hut een gymruimte maken. En ook dit blijkt heel succesvol<br />

te zijn. Ik denk ook dat je een beter jacht maakt als je dat seriematig<br />

maakt, je kunt één type boot steeds verder ontwikkelen.” En wat<br />

is nou de rode draad in al die producten? “Die is er niet,” reageert<br />

Kommer Damen nuchter. “Misschien dat we met name de schepen<br />

verkopen op de nichemarkten als Afrika, Zuid-Amerika en het Midden-<br />

en Verre Oosten. Maar verder loopt er geen enkele rode draad<br />

doorheen.” <br />

Interviewer Cees Pronk is directeur business<br />

development van Hay Group<br />

Reacties: cpronk@managementscope.nl<br />

62 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 63


ANALYSE<br />

Europa wordt new<br />

boys network<br />

Het klassieke old boys netwerk bestaat niet meer. Topmensen in het<br />

bedrijfsleven vinden hun netwerk steeds meer in culturele en maatschappelijke<br />

kringen. En in Europa.<br />

Tekst Jan Schoenmakers<br />

Echte ‘old boys’ werden de drie nieuwe commissarissen genoemd<br />

die door de rechter bij Stork waren neergezet. Kees van Lede, Wim<br />

Kok en Dudley Eustace moeten immers zorgen voor vertrouwen<br />

en rust en dat kunnen alleen mensen met gezag en gewicht dat zij<br />

gedurende vele jaren in hun netwerk hebben opgebouwd. Maar<br />

je kunt Wim Kok, de timmermanszoon uit Bergambacht, toch niet<br />

tot het klassieke old boys netwerk rekenen? Dat kenmerkt zich juist<br />

door oud geld, good breeding en de juiste hockeyclubs. Daar voldoen<br />

tegenwoordig nog maar weinig commissarissen aan.<br />

“Het aloude old boys netwerk van dubbelfuncties, waarbij bestuurders<br />

lid zijn van meer dan één directie of raad van commissarissen,<br />

is de afgelopen 25 jaar uit elkaar gevallen,” concludeert de<br />

politicoloog Eelke Heemskerk, die in februari aan de Universiteit<br />

van Amsterdam promoveerde op het onderzoek Decline of the<br />

corporate community. Dit komt volgens Heemskerk vooral doordat<br />

het bedrijfsleven internationaler en liberaler is geworden. “In de<br />

Rijnlandse economie organiseerden bestuurders en commissarissen<br />

zich buiten het marktmechanisme om. Afkomst speelde nog een<br />

belangrijke rol in de netwerken. Het was een sociale elite. Maar<br />

onder invloed van het Angelsaksische ondernemingsmodel, waarin<br />

de markt en het individu belangrijk zijn, werden persoonlijke banden<br />

minder relevant. We hebben nu een meritocratische cultuur<br />

van individualisme en eigenbelang.”<br />

De afbraak van het traditionele sociale netwerk heeft volgens<br />

Heemskerk ook het stelsel van ongeschreven mores onder directeuren<br />

en commissarissen aangetast. Dat stelsel voorkwam bijvoorbeeld<br />

dat men zichzelf excessieve beloningen ging toekennen.<br />

“De zelfcontrole is weg en daardoor is er behoefte gekomen<br />

aan nieuwe, meer formele regels. Dat is een belangrijke drijfveer<br />

geweest om corporate governance codes in te voeren, zoals de<br />

code-Tabaksblat.”<br />

64 MANAGEMENT SCOPE<br />

De opkomende meritocratie in het bestuur en in het toezicht binnen<br />

bedrijven, gaat gepaard met professionalisering. Regels op het<br />

gebied van boekhouden, communicatie met aandeelhouders en<br />

risicomanagement werken dit proces in de hand. Heemskerk verwacht<br />

niet dat de opkomst van beroepscommissarissen zal leiden<br />

tot een nieuw netwerk. “De diversiteit van afkomst, opleiding en<br />

culturele achtergrond is zo groot aan het worden, dat ik geen noemer<br />

zie waaronder er een samenhangend commissarissennetwerk<br />

zal ontstaan. Ook de groei van het toezicht in de openbare sector,<br />

die weer andere problemen kent dan het particuliere bedrijfsleven,<br />

zal de diversiteit van de groep bestuurders en commissarissen verder<br />

vergroten.”<br />

Weliswaar heeft Eelke Heemskerk in zijn studie laten zien dat het<br />

traditionele old boys netwerk, gebaseerd op dubbelfuncties en een<br />

gemeenschappelijke sociale afkomst, ter ziele is. Maar topmensen in<br />

het bedrijfsleven hebben toch netwerken nodig. Sociale relaties en<br />

ontmoetingen blijven smeermiddelen voor economisch handelen en<br />

bestuurders zien deze relaties als onmisbaar. Heemskerk ziet dat de<br />

netwerken van bestuurders en commissarissen zich verplaatsen naar<br />

kringen buiten het bedrijfsleven. “Besturen in de kunst, de cultuur, de<br />

gezondheidszorg en de semi-overheid zijn belangrijke ontmoetingsplekken<br />

voor de bedrijfselite. Ook eetclubjes scoren hoog als netwerken.<br />

En vergeet de goede doelen niet. Het aantal topmensen uit het<br />

bedrijfsleven in de besturen van goede doelenstichtingen groeit.”<br />

Europa is het nieuwe toneel voor netwerken onder bestuurders en<br />

toezichthouders, meent Heemskerk. De vraag hoe Europa zich moet<br />

opstellen tegenover Amerika, Azië en bijvoorbeeld het snel opkomende<br />

China, wordt dringend, zegt hij. “Uit die contacten zou best<br />

een meer samenhangende Europese visie op corporate governance<br />

kunnen voortkomen, zodat de slinger die tot nu toe sterk is doorgeslagen<br />

naar het Angelsaksische denken, terug gaat zwaaien.” <br />

De smaak van ®<br />

IT LIË<br />

HET EVENEMENT <strong>2007</strong><br />

11,12 & 13<br />

Mei <strong>2007</strong><br />

Haarzuilens (Utrecht)<br />

Kasteel de Haar<br />

MAESTRO EVENTS PRESENTEERT HET GROOTSTE ITALIAANSE EVENEMENT VAN HET JAAR!<br />

www.italieevenement.nl<br />

KOOKWORKSHOPS | REIZEN | WIJNEN | LIFESTYLE | GASTRONOMIE | MUZIEK | REGIO’S | DESIGN<br />

lees alles over het evenement in


EXPERT<br />

APK voor<br />

commissarissen<br />

Zelf-evaluatie van commissarissen staat nog in de kinderschoenen.<br />

Het vindt in vele gevallen schoorvoetend of helemaal niet plaats.<br />

Dat kan beter.<br />

Tekst Paul Berger | Illustratie Aad Goudappel<br />

Corporate governance-ontwikkelingen hebben niet alleen gevolgen<br />

voor beursgenoteerde ondernemingen via de code-Tabaksblat, maar<br />

ook voor niet-beursgenoteerde ondernemingen, familiebedrijven, de<br />

zorgsector, de onderwijssector en woningcorporaties. Ook zij moeten<br />

zich de principes en best practices van deugdelijk bestuur en deugdelijk<br />

toezicht aantrekken. Daar komt bij dat good governance niet alleen een<br />

interne kwestie is voor het betreffende bedrijf of instelling, maar dat<br />

het ook gaat om publieke verantwoording en maatschappelijke legitimatie.<br />

De normen voor good governance kunnen ontleend worden aan<br />

de wet en aan de corporate governance codes.<br />

Bij goede corporate governance hoort goed toezicht. De raad van commissarissen<br />

is volgens de code-Tabaksblat verantwoordelijk voor het op<br />

peil houden van zijn eigen kwaliteit en voor het eigen functioneren.<br />

Dat betekent dat de toezichthouders tenminste eenmaal per jaar het<br />

eigen functioneren bespreken en daaraan conclusies verbinden. Een<br />

soort Algemene Periodieke Keuring (APK) voor commissarissen en toezichthouders.<br />

De wet schrijft voor - bij structuurvennootschappen - dat<br />

de raad van commissarissen een profielschets vaststelt van omvang en<br />

samenstelling van de raad. Zo’n profielschets moet dan weer passen<br />

bij de aard en de activiteit van de onderneming en beschrijft welke<br />

deskundigheden en achtergronden de commissarissen moeten hebben.<br />

Het bestaan van een profielschets impliceert dat de raad van commissarissen<br />

zich daaraan toetst. En als de leden in het profiel passen, zullen<br />

de commissarissen zichzelf moeten evalueren. Dat zelf-evaluatieproces<br />

staat nog in de kinderschoenen. Het vindt in vele gevallen schoorvoetend<br />

of helemaal niet plaats. Dat kan beter.<br />

Zelf-evaluatie<br />

De raad van commissarissen of het toezichthoudend orgaan, moet volgens<br />

de wet drie taken uitvoeren: toezicht houden op (het beleid van)<br />

het bestuur; toezicht houden op de algemene gang van zaken en het<br />

66 MANAGEMENT SCOPE<br />

met raad terzijde staan van het bestuur. Om die drieledige taak naar<br />

behoren te kunnen vervullen zal de raad goed toegerust moeten zijn en<br />

zichzelf behoorlijk georganiseerd moeten hebben.<br />

Waar moet de toezichthouder aan denken bij de zelf-evaluatie?<br />

• Is de raad evenwichtig samengesteld? Is de RvC zodanig samengesteld<br />

dat hij zijn taak naar behoren kan verrichten?<br />

• Is de vergader-/overlegfrequentie goed?<br />

• Is de aanwezigheid van de leden voldoende, of is er sprake van<br />

regelmatige absentie?<br />

• Is de individuele voorbereiding op de vergaderingen voldoende<br />

serieus, of wordt de enveloppe met vergaderstukken pas bij binnenkomst<br />

geopend?<br />

• Krijgt/neemt ieder voldoende ruimte om aan de gedachtewisseling<br />

deel te nemen?<br />

• Is er voldoende kennis van zaken aanwezig?<br />

• Is de onderlinge openheid en communicatie op orde? Overleggen<br />

de leden van de raad voldoende met elkaar, gegeven het uitgangspunt<br />

dat de raad een collectieve verantwoordelijkheid heeft?<br />

• Verloopt de zelf-evaluatie van de raad naar behoren, of hebben we<br />

een mutual admiration club?<br />

De meeste van bovenstaande vragen kunnen met een rapportcijfer<br />

worden gehonoreerd. Het lijken voor de hand liggende zaken, maar<br />

lang niet iedereen scoort hierop een voldoende. Een onvoldoende moet<br />

dan letterlijk worden genomen en dwingt tot verbetering. Er kan geen<br />

genoegen worden genomen met een rapport waarop onvoldoendes<br />

prijken. Zonder adequate kennis van zaken is toezicht houden en zinvol<br />

adviseren een illusie. Dat neemt overigens niet weg dat het ‘simpelweg’<br />

bevragen van het bestuur al vaak een goede weg is naar begrijpen.<br />

Beoordelen op hoofdlijnen wordt dan al mogelijk, want als een<br />

bestuurder desgevraagd niet helder kan uitleggen wat de strekking en<br />

de effecten van zijn voornemens zijn, is het doorgaans tijd om even op<br />

de rem te gaan staan.<br />

De aanwezigheid bij vergaderingen kent geen vaste norm, maar commissarissen<br />

moeten toch wel minimaal 75 of tachtig procent van de<br />

tijd aanwezig zijn. Daarbij geldt dat uiteraard dat toezichthouders de<br />

vergaderingen goed voorbereid moeten bijwonen. Het is in dat verband<br />

behulpzaam telkens voor een heel jaar de vergaderingen in te plannen.<br />

Indien een lid van de raad zich niet kan committeren aan de (zelf geformuleerde)<br />

normen van voorbereiding en aanwezigheid, rijst de vraag of<br />

hij of zij dan wel kan voldoen aan de wettelijke regel: een commissaris<br />

moet een ‘behoorlijke vervulling’ geven aan de hem opgedragen taak.<br />

De gedachtewisseling binnen de raad moet breed zijn: dat is inherent<br />

aan de collectiviteitidee. Individuele verschoning is weliswaar mogelijk,<br />

maar is buiten de orde als men wel aanwezig was, maar niet participeerde<br />

in de gedachtewisseling. Leden van de raad zouden hun licht<br />

niet onder de korenmaat moeten zetten, maar zich in vergadering moeten<br />

uitspreken.<br />

De rol van de voorzitter is tweeledig. Van hem of haar wordt niet alleen<br />

leiderschap gevraagd, maar ook dienstbaarheid: de overige leden moeten<br />

worden aangespoord om mee te denken, zelfs om contraire standpunten<br />

in te nemen. Uiteindelijk moeten er echter ook knopen doorgehakt<br />

worden; een besluiteloze raad is een ramp. De voorzitter moet<br />

extern kunnen representeren en intern worden gerespecteerd. Een raad<br />

van commissarissen met een zwakke voorzitter is gemankeerd, maar<br />

een te dominante voorzitter botst met de collectiviteitidee.<br />

Bij de jaarlijkse zelfevaluatie kan aan de individuele leden van de raad<br />

een evaluatieformulier worden voorgelegd waarin bovenstaande aandachtspunten<br />

en eventueel aanvullende punten stuk voor stuk zijn<br />

opgenomen. Iedereen geeft dan een rapportcijfer - aan zichzelf en<br />

aan de andere leden - voor elk aandachtspunt. Het rapport volgt daar<br />

vanzelf uit en is waarschijnlijk aanleiding voor een jaarlijkse discussie<br />

rvc-taken volgens de wet<br />

Toezicht houden op (het beleid van) het bestuur<br />

De raad heeft een eigen verantwoordelijkheid om van het bestuur<br />

(en anderen) alle informatie te verlangen die nodig is de taak van<br />

toezichthouder goed te kunnen uitoefenen. De raad bespreekt tenminste<br />

eenmaal per jaar het functioneren van het bestuur buiten de<br />

aanwezigheid van de bestuurders. Daarbij kan aan de orde komen:<br />

de informatieverschaffing, communicatie, realisatie van gestelde<br />

doelen, anticipatie op de toekomst en het nemen van verantwoordelijkheid<br />

voor het functioneren van de organisatie.<br />

Toezicht houden op de algemene gang van zaken<br />

De rvc ziet erop toe dat de uitgaven binnen de budgetten blijven,<br />

dat de boeken op orde zijn en controleerbaar, dat er goede kwaliteit<br />

van diensten geleverd wordt en dat de verschillende partijen netjes<br />

met elkaar omgaan. De algemene gang van zaken betreft ook de<br />

bewaking van de kernwaarden. In dat kader past ook de taak van<br />

de raad om gedrags- en houdingsdilemma’s of de morele dilemma’s<br />

intern bespreekbaar te maken.<br />

Staat het bestuur met raad ter zijde<br />

Bij het adviseren van het bestuur komt het belang van een evenwichtig<br />

samengestelde rvc aan de orde. Idealiter zal de raad over<br />

onderling aanvullende competenties beschikken om het hele veld<br />

te dekken. De adviserende rol is met de tijd dwingender geworden.<br />

Het gaat er niet om slechts te adviseren als er uitdrukkelijk om<br />

advies gevraagd wordt. Het is de taak van de toezichthouders om<br />

het strategisch denken te bevorderen, bij te dragen aan de ontwikkeling<br />

van een visie en strategie. Het is aan de raad om het ambitieniveau<br />

te bewaken. De lat moet hoog liggen, maar niet te hoog.<br />

Strategische keuzes moeten niet overhaast worden gemaakt, maar<br />

vergen een proces van bezinning. Daar ligt bij uitstek de toegevoegde<br />

waarde van de toezichthouder. Investeringen en beleidsbeslissingen<br />

moeten worden bezien in het licht van de gekozen strategie.<br />

De pro-actieve houding van de adviserende raad van toezicht kan<br />

bijvoorbeeld de volgende vragen betreffen: is de inzet van ict-mogelijkheden<br />

up to date; innoveert het bestuur wel snel genoeg; staat<br />

de klant, patiënt, student, bewoner wel écht centraal?<br />

over de kwaliteit van het eigen functioneren.<br />

Toezichthouders moeten niet alleen een kritische, maar ook een inspirerende<br />

factor zijn. Zij bewaken de goede kwaliteit van de actuele situatie<br />

en helpen als het goed is met bezonnenheid een visie op toekomst te<br />

ontwikkelen. Om die verantwoordelijkheid de vereiste breedte en diepte<br />

te geven zal de raad van commissarissen ieder jaar op moeten voor de<br />

APK. Is de kwaliteit van het functioneren van de raad van commissarissen<br />

onder de maat dan komen begrippen als verantwoordelijkheid en<br />

aansprakelijkheid aan de orde. <br />

Paul Berger is ondernemingsrechtadvocaat in Breda<br />

APRIL <strong>2007</strong> 67


Baak Executive Briefings<br />

Op deze plek signaleert de Baak <strong>Management</strong> Centrum vno-ncw<br />

iedere maand voor u informatie over leiderschap<br />

David Jan van Stolk<br />

You may die<br />

young at eighty!<br />

Het is nog net geen trend maar zal dit zeker in de<br />

nabije toekomst worden: wij moeten langer werken<br />

maar hoe doe je dat gezond? Hoe hou je mensen<br />

gemotiveerd, competent en betrokken? Dit vergt<br />

commitment van alle partijen, wij staan op de drempel<br />

van een heuse uitdaging.<br />

Onder welke condities zou u langer door willen werken?<br />

Dit was de openingsvraag bij een seminar dat de Baak<br />

organiseerde. Een interessante vraag om bij stil te<br />

staan. "Wij maken van ouder worden een probleem”<br />

stelt Kees Blokland directeur HR NS en een van de<br />

gastsprekers. “Keer het gewoon om: doorwerken is<br />

een plezier! Met deze houding blijf je mensen tot hoge<br />

leeftijd opleiden, neem je ze serieus, geef je ze ten alle<br />

tijden eerlijke feedback, en zet je ze aan tot zelf organiseren<br />

van werktevredenheid.” Kees Blokland pleit voor<br />

activerend HR beleid: regelmatige jobrotatie, gezonde<br />

levensstijl bevorderen, en een echte interne<br />

arbeidsmarkt creëren. ”<br />

Voor Han Looten, directeur GITP International BV, is de<br />

passie voor je vak belangrijk. Dat slaat over op anderen,<br />

of je nou jong, middelbaar of oud bent. Het 'doe maar<br />

gewoon' mag volgens hem vernietigd worden, de middelmaat<br />

in stand houden is afbraak voor vernieuwing.<br />

"Organisaties veranderen, de sturing van het personeel<br />

wordt kleiner. Je moet dus mee veranderen. Het gaat<br />

helemaal niet om loopbaanverlening maar om rollen<br />

die iemand wil en kan spelen.”<br />

David Jan van Stolk was dagvoorzitter van dit seminar<br />

en is programmamaker van o.a. Investeren in je<br />

tweede levenshelft, www.debaak.nl/tweedelevenshelft<br />

d.vanstolk@debaak.nl<br />

advertentie advertentie<br />

Special Event Innovatie en creativiteit…<br />

De Baak Special Event <strong>2007</strong>, 14 juni Noordwijk<br />

Creatief ondernemerschap... een uitdagende puzzel<br />

Get connected! Dit jaar maakt u tijdens ons Special<br />

Event kennis met ondernemers en denkers die op<br />

een nieuwe manier tegen de toekomst aankijken.<br />

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)<br />

speelt daarin een wezenlijke rol. Maar ook internationalisering,<br />

innovatie, samenwerken, consumer generated<br />

content, cross-media marketingstrategieën, diversiteit,<br />

'open source'-denken en co-creatie. En ook virtuele<br />

communities zoals LinkedIN, Hyves en Second Life<br />

die steeds nadrukkelijker worden ingezet voor het<br />

leg gen van contacten. U vult zelf uw dag in, zelfs<br />

het moment waarop het evenement voor u begint<br />

en eindigt. Er is van alles te halen én te brengen.<br />

www.specialevent.nl<br />

Kinderfestival <strong>2007</strong><br />

15 juni, Noordwijk<br />

Ook dit jaar organiseert de Baak een gratis Kinderfestival<br />

dat betaald wordt uit de opbrengsten van ons<br />

Special Event. Samen met stichting de Vrolijkheid<br />

verzorgen wij een middag vol workshops voor<br />

kinderen uit Noordwijk en kinderen van asielzoekers.<br />

Connecting Kids, is daarbij ons motto. Samen werken<br />

en spelen. Stichting de Vrolijkheid is een netwerk van<br />

kunstenaars, theatermakers en musici die investeren<br />

in kinderen in asielzoekerscentra in Nederland. ‘Zij<br />

gaan hier naar school maar hun toekomst is onzeker.<br />

Hun herinneringen zijn vaak getekend door oorlog<br />

en geweld.’ De Vrolijkheid wil hen nieuwe ervaringen<br />

bieden. www.debaak.nl/kinderfestival<br />

‘Beter achteraf vergiffenis vragen dan toestemming vooraf’<br />

is het credo van Hans Appel, speciale gast op het Dutch Innovation<br />

Seminar dat de Baak vorig jaar organiseerde voor Apple.<br />

Hij benadrukt dat automatisering nog te veel gaat over<br />

efficiëntie terwijl het zou moeten gaan over ‘creatief en leuk’.<br />

Want dat wil de klant. “Door internet ontstaan nieuwe<br />

gemeen schappen die nieuw gedrag vertonen. Daarom moet je<br />

hongerig zijn naar nieuwe dingen en heftig experimenteren.”<br />

Nog steeds moet hij mensen die innovatie willen beleven<br />

meenemen naar Amerika. “In Nederland is geen risicokapitaal,<br />

wij willen schijnbaar modderen.”<br />

Frans Nauta vindt mensen interessanter dan technologie.<br />

"De werkomgeving moet je wel blijvend uitdagen. Belangrijkste<br />

vraag is daarbij: wat doe je met organisatiefouten?<br />

Om te inno veren moet je ruimte geven voor nieuwe dingen.<br />

Strakke proto collen horen daar niet bij. Ga juist op zoek naar de<br />

‘troublemakers’ in je organisatie, de mensen die geen respect<br />

hebben voor de status-quo. Zij veranderen dingen. Hun authenticiteit<br />

werkt enorm! Lego doet dat heerlijk radicaal. Via de site<br />

kunnen mensen nieuwe modellen voorstellen: meestal zijn dat<br />

kinderen van 9 jaar! Daarnaast moet je niet alle ideeën langs de<br />

raad van bestuur laten verlopen. Shell is daar een fantastisch<br />

Roel Dekker<br />

Gevestigd in Noordwijk en Driebergen<br />

Voor informatie bel onze Informatie- en Adviesdesk,<br />

telefoon 071 369 03 69<br />

email@debaak.nl<br />

www.debaak.nl<br />

voorbeeld van. Laag in de organisatie hebben mensen eigen<br />

budgetten voor innovatie. Je hoeft niet naar je afdelingshoofd.<br />

Zo creëer je plezier en speelsheid in je organisatie. ‘Having fun’<br />

is een belangrijke factor bij innovatie.”<br />

Ondernemerschap zit volgens Leen Zevenbergen in iedereen<br />

en dat kan ook binnen een organisatie. "Postbodes klussen nu<br />

bij door reclamefolders te verspreiden. Daar ga je van lachen<br />

waardoor je blije energie uitstraalt. En dat werkt door in de<br />

organisatie. Ik ontmoette eens iemand met een visitekaartje<br />

waar achterop 4 persoonlijke woorden stonden. Iedereen in<br />

dat bedrijf had eigen woorden die met zijn passie te maken<br />

hadden. Dan kom je echt met iemand in gesprek, in plaats van<br />

een standaard klantenpraatje. ‘Survival of the happiest’ blijkt<br />

echt te werken."<br />

Op 4 oktober <strong>2007</strong> is er weer een DIS. Lees meer hierover en<br />

over wat de drie andere gasten vertelden op www.debaak.nl/dis<br />

of mail uw reactie naar r.dekker@debaak.nl<br />

Het komende nummer van ons magazine inside+insight gaat over<br />

de Creative Economy. U kunt het gratis bestellen via<br />

www.debaak.nl, kijk links onderaan.<br />

Onder redactie van Petra Baars<br />

Op bezoek bij Lego ® Denemarken: www.debaak.nl/nordictour


kunst&cultuurTekst Mark van de Voort<br />

70<br />

Dora Dolz - ‘Tulpenvazen’ 1989<br />

William Burges - ‘Tulpen- of lelievaas’ 1874<br />

Verbluffende vazen<br />

Kunstzinnige bloemenvazen, de Europese high society in de achttiende eeuw was er dol op. Een rage die startte vanuit<br />

Delft bij vazenmakers als de Koninklijke Porceleyne Fles en die zich over heel Europa uitspreidde. Collecties van exclusieve<br />

vazen werden aangelegd maar zelden zijn deze kunstwerken in hun samenhang getoond. Vanaf 31 maart wijdt het<br />

Haagse Gemeentemuseum de eerste museale presentatie aan deze kunstvazen. Van tuitvazen versierd met exotische diersoorten<br />

tot vazen in de vorm van waaiers, manden en triomfbogen. Het museum toont tevens de bijzondere, twee meter<br />

hoge bloemenpiramiden uit de collectie van de Engelse koningin Elisabeth II.<br />

De traditie van de Delftse tuitvazen leeft nog altijd voort. Het Gemeentemuseum heeft daarom talloze moderne tuitvazen<br />

van kunstenaars als Guido Geelen, Dora Dolz en Hugo Kaagman in het overzicht opgenomen. Een specialist op dit<br />

gebied, de Koninklijke Tichelaar uit Makkum, werkt voor deze expositie nauw samen met kunstenaar Ineke Hans. De<br />

overzichtsexpositie is tot stand gekomen in samenwerking met onder meer het Paleis het Loo Nationaal Museum en het<br />

Franse Musée national de Céramique in Sèvres. Daarnaast lenen het Victoria and Albert Museum en het Louvre verschillende<br />

tuitvazen uit. De expositie ‘Vazen met tuiten - 300 jaar pronkstukken’ is tot en met 29 juli te zien.<br />

Magische pop-art<br />

Verscholen achter het Noord-Hollandse Hoorn<br />

ligt het Scheringa Museum in Spanbroek. Dit<br />

jaar viert het museum voor magisch-realistische<br />

kunst haar tienjarig jubileum. Het feest zetten<br />

ze luister bij met een bijzondere expositie<br />

gewijd aan de figuratieve schilder Alex Katz.<br />

Deze Amerikaan vergaarde veel roem met zijn<br />

glasheldere, direct herkenbare stijl, die een<br />

fusie vormt tussen pop art en magisch realisme.<br />

Mensen, dieren of steden worden door<br />

Katz op een monumentale, kleurrijke wijze<br />

afgebeeld. Veel van zijn werk bevindt zich in<br />

privé-verzamelingen. Het Scheringa Museum<br />

brengt nu Katz’ werken uit Europese particuliere<br />

collecties bij elkaar. De expositie is te zien<br />

tot en met 20 mei.<br />

Maeterlinck’s<br />

melancho<br />

Een verstilde sprookjeswereld die in al haar eenvoud<br />

de waarheid over onze dagelijkse werkelijkheid<br />

onthuld. Rond de vorige eeuwwisseling verfijnde<br />

de Belgische schrijver Maurice Maeterlinck<br />

(1862-1949) het literaire symbolisme als geen<br />

ander. De menselijk conditie vertaalt in wonderbaarlijke<br />

vertellingen als ‘De Blauwe Vogel’ en<br />

het fameuze ‘Pelléas et Mélisande’, dat nog door<br />

Claude Debussy tot opera werd omgesmeed.<br />

Toneelgroep Amsterdam en NT Gent nodigde<br />

regisseur Christoph Marthaler uit om een hommage<br />

te brengen aan de fantasiewereld van<br />

Maeterlinck. Eerder had de Zwitserse regisseur al<br />

Maeterlinck’s ‘De Indringer’ en ‘Pelléas et Mélisande’<br />

omgewerkt tot succesvolle toneelstukken.<br />

Voor het nieuwe stuk ‘Maeterlinck’ neemt Marthaler<br />

diens sfeerrijke sprookje ‘De Blauwe Vogel’<br />

als uitgangspunt. In deze fabel gaan de twee<br />

kinderen Mytyl en Tyltyl op zoek naar de geneeskrachtige<br />

Blauwe Vogel. De regisseur wil vooral<br />

de diepe melancholie van Maeterlinck’s poëtische<br />

wereld nog dieper doorvorsen. Een drama van<br />

licht, kleur, klank en ruimte waarbij Marthaler<br />

theater benadert als een muzikale compositie.<br />

Hierbij wordt hij geholpen wordt door zijn vaste<br />

decorbouwer Anna Viebrock. Voor de hoofdrollen<br />

zijn onder anderen Marc Bodnar en Frieda<br />

Pittoors aangetrokken. ‘Maeterlinck’ is van 3 tot<br />

en met 20 april te zien in de Stadsschouwburg<br />

Amsterdam.<br />

Vocale Mount Everest<br />

Een uitvoering van ‘Das Lied von der Erde’ van Gustav Mahler is voor veel<br />

zangeressen als het beklimmen van de Mount Everest. Een door emoties<br />

en zielenpijn overspoelde compositie waar de vocalist zich helemaal<br />

aan moet overgeven. Rijzende ster Christianne Stotijn waagt zich deze<br />

maand aan deze meesterproef. Op uitnodiging van het Rotterdams Philharmonisch<br />

Orkest voert de Nederlandse mezzosopraan samen met tenor<br />

Robert Dean Smith driemaal Mahler’s magnum opus uit. Dirigent is Mark<br />

Wigglesworth.<br />

Sinds haar afstuderen in 2003 is het heel snel gegaan met Stotijn. Met<br />

haar krachtige uitstraling en soepele timbre verovert ze de hele wereld.<br />

De dertigjarige reist alle grote podia in de wereld af, en dirigenten met<br />

wie ze heeft samengewerkt zijn Bernard Haitink, Andrew Davis en Frans<br />

Brüggen. Momenteel wordt ze begeleid door de meer dan ervaren zangcoaches<br />

Dame Janet Baker en Jard van Nes.<br />

De concerten in de<br />

Rotterdamse Doelen<br />

vinden plaats van<br />

25 tot en met 27<br />

april. Naast Mahler<br />

klinkt Joseph Haydn’s<br />

‘Symfonie nr. 45:<br />

Abschied’.<br />

Niet doof voor mediakunst<br />

Wie met de internationale elektronische kunst en mediatechnologie wil<br />

kennismaken, kan in april terecht op het Dutch Electronic Art festival<br />

(DEAF) in Rotterdam. Van 10 tot en met 29 april vindt het festival voor<br />

de achtste keer plaats. V2, Instituut voor de Instabiele Media in Rotterdam,<br />

brengt een uitgebreid programma met onder meer seminars en<br />

performances maar ook een grote expositie met interactieve kunstwerken.<br />

Jonge Chinese kunstenaars spelen een centrale rol tijdens DEAF. Hoofdlocatie<br />

is het dan geheel vernieuwde cultuurcentrum Las Palmas in Rotterdam.<br />

Daarnaast nemen onder anderen Museum Boijmans Van Beuningen<br />

en het Ro Theater deel aan het festival.<br />

MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 71<br />

Foto: Marco Borggreve<br />

Christianne Stotijn


Van Directeuren en Commissarissen<br />

Voor belangenbehartiging, kennis en netwerk<br />

Het NCD, Nederlands Centrum van Directeuren en Commissarissen,<br />

is een landelijke vereniging waarvan duizenden directeuren en<br />

commissarissen op persoonlijke titel lid zijn. Dit maakt het NCD<br />

uniek in haar soort. De vereniging, opgericht in 1953, komt op voor<br />

de belangen van haar leden op economisch, maatschappelijk en<br />

politiek vlak, ontwikkelt en deelt kennis en biedt haar leden een<br />

uitgebreid zakelijk netwerk.<br />

Het NCD:<br />

Belangenbehartiging op maatschappelijk,<br />

bestuurlijk en politiek niveau<br />

Onderzoek en ontwikkeling van kennis en producten<br />

Exclusieve studiecycli<br />

Interactief informatieplatform exclusief voor leden<br />

Landelijke en regionale bijeenkomsten<br />

Individueel advies<br />

Klankbord voor leden<br />

Lid worden : Op www.ncd.nl kunt u zich rechtstreeks als lid aanmelden.<br />

Meer weten? Bel het NCD op 023 554 01 40 of stuur een e-mail naar ncd@ncd.nl<br />

AutoRAI: paasshow met<br />

veel autonieuws<br />

Nu de tweejaarlijkse AutoRAI (28 maart tot en met 9 april) niet vóór maar<br />

na de mondiale autoshow van Genève plaatsvindt, is er veel nieuws te zien<br />

in Amsterdam. In het verleden spaarden autofabrikanten hun nouveautés<br />

op voor de veel belangrijkere Zwitserse autotentoonstelling in maart. Maar<br />

Nederlandse AutoRAI-primeur: de dichte Donkervoort D8 GT<br />

die is dus voorbij. De RAI hoopt op een drukbezochte paasshow, want de<br />

beurs duurt tot en met tweede paasdag.<br />

En u kunt het belangrijkste zakenautonieuws van dit voorjaar aanschouwen in Amsterdam: de Audi A5. De eerste Audi-coupé sinds<br />

1996. De vierpersoonscoupé, met ook achterin plaats voor volwassenen, heeft een Maserati-achtige lijnvoering. De A5 krijgt vier- en<br />

zescilindermotoren. Zijn snelle broer S5 komt met een V8 4,2-liter FSI met 350 pk. In juni staat de A5 bij de Nederlandse Audi-dealer.<br />

Typische leaseauto’s als de nieuwe Ford Mondeo en de nieuwe versie van de Renault Laguna maken ook op de AutoRAI hun Nederlandse<br />

debuut. Net als de hagelnieuwe Peugeot 207 CC, Toyota Auris en de grappige Daihatsu Materia.<br />

Spectaculair is de Bugatti Veyron, op de Hessing-stand. Letterlijk groot nieuws zijn de nieuwe reusachtige nieuwe Cadillac Escalade<br />

en de dikke ‘kleine’ Hummer, de H3. De Saab 9.5 2.0t Bio Power, die Saab Nederland bij wijze van pr-stunt gratis aan Balkenende’s<br />

nieuwe ministers heeft aangeboden, is ook op de RAI. De ministers konden overigens niet op het aanbod ingaan omdat ze geen<br />

cadeaus mogen aannemen.<br />

De moeite waard voor een snelle blik zijn de Aston Martin V8 Volante, de Alfa Spider, de strakke BMW 3-serie cabrio en nieuwe X5,<br />

de scherpe Jaguar C-XF, de Citroën C4 Picasso 5-zits, de Ferrari 599 GTB, de nieuwe Fiat Bravo, de Lamborghini Murciélago LP640 en<br />

de imposante Maserati Coupé. Verder nog de nieuwe Mercedes C, de Renault Twingo II en de nieuwe Volvo V70.<br />

De belangrijkste echt Nederlandse primeur is de dichte Donkervoort D8, de D8 GT. De allereerste dichte sportwagen die de al dertigjarige<br />

oer-Hollandse autoproducent in Lelystad maakt. De eerste Donkervoort-voor-grijs-regenweer, die sneller en veiliger wordt,<br />

werd al half maart in Genève aan de wereld getoond. Maar Donkervoort grijpt de RAI aan voor de Nederlandse introductie, verklaart<br />

Sportdivisie voor Lexus<br />

Advertentie 73<br />

?<br />

Jonathan Middag van Donkervoort. Hij verwacht een goede pers, maar gaat er slechts vijftig per jaar van bouwen. En de prijs? Vanaf<br />

negentigduizend euro.<br />

Wonderbaarlijk is de opmars van Lexus in Nederland. Het Japanse merk lijkt minstens zo<br />

salonfähig te worden als Audi, BMW en Mercedes. In 2006 verkocht het sjieke broertje van<br />

Toyota 1.494 exemplaren in Nederland tegenover 619 in 2005. Een toename van 141 procent.<br />

Dit jaar stijgt het marktaandeel verder, van 0,3 procent over 2006 naar 0,5 procent.<br />

Het aantal Lexus-dealers breidde uit in 2006 van 8 tot 12. Maar de belangrijke aanjager is de Lexus IS 220d, de eerste<br />

Lexus met dieselmotor. En in Nederlandse zakenkringen kun je niet zonder diesel. De IS-diesel, pas sinds begin 2006 te<br />

koop, was meteen goed voor een kwart van de Lexus-jaarverkoop.<br />

Verder was Lexus de eerste met hybride (benzine en elektromotor, net als de Toyota Prius) SUV’s op de markt. De RX<br />

400h kwam in juni 2005 en de GS 450h in juni 2006. En die tekenen samen ook voor een kwart van alle verkochte<br />

Lexussen, begrijpen we van Yvonne Joosen van Lexus-importeur Louwman & Parqui. Na de zomer komt de hybride<br />

Lexus LS 600h erbij.<br />

Maar hoe milieuverantwoord Lexus ook wil overkomen, het merk wil ook in de strijd met de aller-snelste topmodellen van<br />

BMW (M3), Audi (RS4) en Mercedes (C55 AMG). Daartoe richt Lexus een sportdivisie op. De bloedsnelle en dus benzineslurpende<br />

super-Lexussen krijgen een F in de typeaanduiding. De eerste is de IS-F, met V8-motor van 425 pk. Komt begin<br />

2008 naar Nederland.<br />

En de tweede, de Lexus<br />

LF-A, wil zelfs auto’s als<br />

de Ferrari F430 en Honda<br />

NSX te lijf met zijn V10<br />

met 500 pk en een topsnelheid<br />

van 320 km/h.<br />

Ferrari-concurrent van Lexus, de supersportauto LF-A<br />

APRIL <strong>2007</strong> 73<br />

autoTekst Erwin Wijman


eizenTekst Ivo<br />

Weyel<br />

Foto: Chivas<br />

74 MANAGEMENT SCOPE<br />

Te veel luxe?<br />

Bestaat er zoiets als te veel luxe? Kan een mens een overdosis verwennen krijgen? Heeft een hotel soms te<br />

veel sterren? Ja dus.<br />

Het klinkt misschien vreemd, maar luxe kent zijn grenzen. Maar waar ligt de grens? In de huidige reiswereld<br />

is een race aan de gang omtrent de zogenaamde - hip geformuleerd - überluxe. Voorbeeld: tot nu toe was<br />

vijf sterren de hoogste categorie die een hotel kon krijgen. Het toppunt van luxe. Maar sinds onze normen<br />

aangaande luxe verschuiven - we worden steeds verwender -, verlenen steeds meer hotels zichzelf een zesde,<br />

en zelfs zevende ster om aan te geven dat ze meer comfort bieden dan andere. Maar waar is het einde? Het<br />

lijkt een beetje op de sportieve wereldrecords die elk jaar weer opnieuw gebroken worden: op een gegeven<br />

moment kan de mens toch eenvoudig niet sneller schaatsen, hardlopen of zwemmen op de honderd meter?<br />

Maar zo lang ook daar geen top op lijkt te zitten, gaan hotels ook maar door en door. Zeven sterren: en dan?<br />

Natuurlijk betaal je je blauw in zo’n hotel. Maar is het ’t waard? Nou ben ik persoonlijk dol op luxe. Maar ik<br />

heb toch liever een mooie, intieme en overzichtelijke kamer dan eentje van tweehonderd vierkante meter,<br />

waar ik aan het einde van mijn verblijf uren bezig ben om rond te lopen om te zien of ik niks vergeten ben.<br />

Hotelkamers kunnen eenvoudig ook te groot zijn. En zit ik echt te wachten op een ‘kussenmenu’, waar ik<br />

kan kiezen uit tien verschillende kussens? En sinds wanneer kan ik mijn eigen bad niet laten vollopen en heb<br />

ik daar een badbutler (officiële term) voor nodig? Om nog maar te zwijgen van die andere, o zo handige<br />

service die me laatst ten deel viel: een speciale dame om mijn koffer uit te pakken. Klinkt leuk en handig (ik<br />

haat uitpakken), maar vind maar eens iets van je spullen weer terug. Ik ben gewoon mijn sokken bij mijn<br />

onderbroeken te groeperen in een en dezelfde la, maar zij vond sokken typisch iets voor bij mijn schoenen<br />

(kast 1), en legde mijn onderbroeken bij mijn broeken (kast 2), plaatste mijn aftershave en gezichtscrème op<br />

de zogenaamde opmaaktafel in de kleedkamer (ook zoiets overbodigs bij een verblijf van een nachtje), en de<br />

rest van mijn cosmetische spullen in de badkamer. Flatscreen televisie in de douche, twee man die je met de<br />

Rolls-Royce van het hotel van het vliegveld komen ophalen (een is de chauffeur, de ander een servicemanager<br />

die je handbagage draagt en je welkom heet en verder veel glimlacht en vraagt hoe de reis is verlopen), twee<br />

keer een turn down service per dag (nauwelijks wakker, maken ze je kamer al ‘middag-klaar’ - wat dat ook<br />

moge zijn -, om tegen vijven hetzelfde te doen voor de nacht).<br />

Sinds wanneer heb ik een badbutler nodig?<br />

Of in het vliegtuig: sinds je nu zowat bij alle maatschappijen in de businessklas de stoel helemaal languit<br />

horizontaal kan platleggen, zoeken sommige (zoals Singapore Airlines) het nu in de breedte. Echt heel breed.<br />

Ik kon mijn laptop naast mee neerzetten en mijn benen kruiselings onder mijn billen vouwen en nog bleef er<br />

ruimte over. En zat ik daardoor lekkerder? Mooi niet. Het was eenvoudig te breed om mijn beide armen tegelijkertijd<br />

op beide leuningen te leggen, waardoor schuin hangen het enige alternatief was. Het voelde ook<br />

een beetje eenzaam, alsof ik op een romantische love<br />

seat zat zonder lover. En omdat door die extra breedte<br />

minder stoelen in de ruimte passen, zijn ze een stuk<br />

duurder. Allemaal voorbeelden waar mijns inziens de<br />

hang naar nog meer luxe overstag gaat. De hotelbutler<br />

hoeft me echt niet daags voor mijn komst te<br />

bellen met de vraag wat mijn lievelingsmuziek is zodat<br />

hij wat cd’s op de kamer kan leggen (nooit van iPod’s<br />

gehoord?), en ook niet wat mijn favoriete krant is (dat<br />

zeg ik wel bij het inchecken). Overbodig gedoe. Ik<br />

had nooit gedacht dat ik het met mijn schier onverzadigbare<br />

hang naar luxe, ooit zou zeggen, maar heren<br />

hoteliers en airlinebazen: enough is enough. Hoewel<br />

het onder die kasjmier deken bij Emirates toch wel<br />

een stuk zachter sliep dan onder het donzen dekbedje<br />

van voorheen.<br />

vooruitzien is…<br />

risico's managen<br />

Weten wat er speelt. Alert reageren. Transparant<br />

zijn. Good Governance omdat u het wilt. Vanwege<br />

de keus voor verantwoord ondernemen. Met oog<br />

voor de menselijke maat. U weet wat uw mensen<br />

drijft, zij weten wat goed is voor de onderneming. In<br />

control zijn ter ondersteuning van betere resultaten.<br />

Corporate Wellness als onderdeel van uw strategie<br />

en waardecreatie.<br />

Regel het. Met Corgwell.<br />

Corgwell<br />

De vooruitzichten ver vooruit…<br />

———<br />

profiel<br />

Onafhankelijk dienstverlener Corgwell Group<br />

formeert specifi eke kennis en kunde. Marktgericht<br />

én procesgericht. Integer. Oplossingen ter<br />

ondersteuning van uw resultaat. Inzet vindt plaats<br />

in strategisch perspectief. Vorm: consultancy,<br />

management, management recruitment, support<br />

en products.<br />

Corgwell lost en levert op.<br />

———<br />

www.corgwell.nl<br />

t 030 63 55 444


Voor echte ondernemers is<br />

morgen vandaag al begonnen<br />

ING Commercial Finance geeft de voorsprong<br />

Stilstand is achteruitgang.<br />

Innoveren, winst halen uit de laatste technologie, dat<br />

spreekt u als ondernemer vast veel meer aan. Nieuwe<br />

doelen bereikt u immers niet over gebaande paden.<br />

Bij ING Commercial Finance weten we dat als geen ander.<br />

Daarom kijken we met een toekomstgerichte blik naar<br />

uw onderneming. Om vervolgens met vooruitstrevende<br />

en complete oplossingen te komen. Zodat u uw innovatieve groei<br />

ongeremd kunt realiseren. Als u constant de nieuwste ontwikkelingen<br />

volgt, dan verwacht u toch zeker ook een actieve inbreng van uw<br />

financier? Dat we daarbij kiezen voor een lange horizon spreekt voor<br />

zichzelf. Een nieuwe markt ontwikkel je nu eenmaal niet van vandaag<br />

op morgen. Kijk op www.ingcommercialfinance.nl. Daar ziet u precies<br />

wat we bedoelen als we zeggen: forever business.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!