You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
APRIL <strong>2007</strong>, € 8 ,90<br />
Goochelen met groei
Nieuwe ruimten binnengaan.<br />
Openstaan voor vernieuwing.<br />
Cfo’s met inzicht laten zich niet op de kop zitten<br />
door regels, wetten en codes.<br />
Die vinden ze zelf ook belangrijk.<br />
Zij zien er als ondernemer juist nieuwe<br />
mogelijkheden in. Nieuwe kansen.<br />
Zij. En wij.<br />
Deloitte.<br />
Zien waar de kansen liggen.<br />
www.deloitte.nl/cfo ©Deloitte <strong>2007</strong>
Gelooft u in reïncarnatie?<br />
Hier staat het bewijs.<br />
Met de C6 introduceert Citroën een nieuwe legende. Net als zijn illustere voorganger, de DS, verleent zijn design hem direct de status van een<br />
klassieker. En net als in de DS genieten inzittenden van het unieke hydropneumatische veersysteem. Natuurlijk heeft de tijd niet echt stilgestaan en<br />
zit de C6 vol technologisch hoogstaande innovaties. Bijvoorbeeld de hydractieve vering die elektronisch is geregeld en daarmee garant staat voor<br />
optimaal comfort en een ideale wegligging. Of het head-up display dat belangrijke informatie op de voorruit projecteert. Technisch hoogwaardig is<br />
ook de fluisterstille 2.2 HDi-motor waarmee deze auto vanaf nu leverbaar is. Ach, de luxe van rijden in een C6 kunnen wij u noch met woorden, noch<br />
met beelden doen ervaren. Wij nodigen u dan ook graag uit voor een proefrit.<br />
Vanafprijs € 53.200, incl. BTW en BPM, excl. verwijderingsbijdrage en kosten rijklaar maken. Leaseprijs € 1.125 is excl. BTW, Full<br />
Service & Operational Lease excl. brandstof inclusief metaallak, via Citroën Leasing & Financiering op basis van 48 maanden,<br />
20.000 km per jaar. Brandstofverbruik 6,6-11,2 l/100 km. (1 op 15,1-8,9): CO2-emissie: 175-266 g/km. De C6 is getest door EuroNCAP in<br />
november 2005 en heeft de maximale score van vijf sterren in de categorie Bescherming volwassen inzittenden gekregen. Standaard<br />
uitrusting is afhankelijk van de motorversie. Prijs- en specificatiewijzigingen voorbehouden. Voor meer informatie kijk op www.citroen.nl.<br />
Citroën prefereert .<br />
24 Groei<br />
Innovatie is de motor achter groei. En concurrentie achter die<br />
van innovatie. Daar is Nederland nu juist geen ster in. Positief<br />
geformuleerd: de Nederlandse detailhandel heeft nog veel<br />
groeipotentie.<br />
38 Luxeprobleem<br />
In de 46 jaar dat Randstad bestaat, heeft het een gemiddelde groei<br />
laten zien van niet minder dan twintig procent per jaar. “Groei zit<br />
ons in de genen,” aldus bestuursvoorzitter Ben Noteboom.<br />
16 Saaie man op overnamepad?<br />
“Ik ben liever saai dan dat ik zaken binnen haal<br />
waarvan ik later niet kan verklaren waarom ik<br />
er zo veel voor heb betaald,” zo verklaart ceo<br />
Ad Scheepbouwer van KPN zijn conservatieve<br />
- of moderne? - groeistrategie.<br />
34 Partners moeten zich aanpassen<br />
Zelf werkt ze zestig uur, maar haar personeel mag niet meer<br />
dan veertig uur werken. Anja Groeneveld, executive partner van<br />
inhoud<br />
Accenture, gaat voor groei. Maar dat het personeel zich rotwerkt,<br />
is niet de manier.<br />
44 Geen reden voor groei<br />
Waarom moeten bedrijven groeien? Omdat er anders niks aan is,<br />
het bedrijfsleven. Maar die dubbele cijfers, is dat echt nodig? Geen<br />
boom haalt het in zijn stam tot aan de hemel te groeien, zeggen<br />
de antigroei-economen.
Elke maand Verder deze maand<br />
9 Commentaar<br />
10 De Scopist<br />
14 Signalen<br />
23 Column Jeroen Smit<br />
31 Wandelgangen<br />
33 Komen & Gaan<br />
48 Need to Read<br />
70 Kunst<br />
73 Auto<br />
74 Reizen<br />
MANAGEMENT SCOPE<br />
A MEETING OF MINDS<br />
APRIL <strong>2007</strong><br />
ISSN 1387-5183<br />
Een uitgave van <strong>Scope</strong><br />
Publishing B.V. <strong>Management</strong><br />
<strong>Scope</strong> is aange sloten bij<br />
Het Instituut voor Media Auditing<br />
ABONNEMENTEN<br />
De abonnementsprijs van<br />
<strong>Management</strong> <strong>Scope</strong> bedraagt<br />
€ 89,50 per jaar. Losse nummers<br />
€ 8,90 (inclusief 6% BTW).<br />
Schriftelijke annulering van<br />
abonnementen is mogelijk<br />
tot uiterlijk twee maanden<br />
voor het begin van het nieuwe<br />
abonnementsjaar. Voor meer<br />
informatie kunt u contact<br />
opnemen met <strong>Scope</strong> Publishing.<br />
ADRESWIJZIGINGEN<br />
Het doorgeven van adreswijzigingen<br />
aan de administratie dient<br />
schriftelijk te gebeuren.<br />
60 ‘Niet verkopen zolang ik leef’<br />
Zijn kinderen gaan waarschijnlijk geen leiding geven in het bedrijf.<br />
Dat geeft niet, zegt directeur Kommer Damen van Damen Shipyards.<br />
Maar o wee als ze de aandelen verkopen terwijl hij leeft.<br />
56 Niet te stoppen<br />
Voorpublicatie boek van Chris Zook<br />
58 Wat de klant wil<br />
ADMINISTRATIE EN REDACTIE<br />
Postbus 23<br />
1190 AA Ouderkerk a/d Amstel<br />
Telefoon: 020-311 37 99<br />
Fax: 020-696 48 74<br />
info@managementscope.nl<br />
www.managementscope.nl<br />
Advertentie-exploitatie:<br />
020-311 37 98<br />
Redactie: 020-311 37 97<br />
redactie@managementscope.nl<br />
DIRECTEUR/UITGEVER<br />
Walter Vesters<br />
ADVERTENTIEVERKOOP<br />
Edgar van Bueren<br />
(commercieel manager),<br />
Nouchka Jonker<br />
HOOFDREDACTEUR<br />
drs. Quinty Danko<br />
EINDREDACTEUR<br />
Marjan Bleeker<br />
REDACTIECOÖRDINATOR<br />
drs. Marlous van Krieken<br />
BLADMANAGER<br />
Martijn Lub<br />
Gerichte informatie<br />
64 New boys network<br />
Netwerken in kunstkring en in Europa<br />
66 APK voor commissarissen<br />
Doe aan zelf-evaluatie<br />
50 In Oost-Europa zit de groei<br />
Een mediabedrijf dat het haalt op alleen autonome groei? Geen<br />
haalbare kaart. Dat meent Eija Ailasmaa, ceo van Sanoma<br />
Magazines. Groeien doet ze op het moment vooral in Oost-Europa,<br />
waar Men’s health als stijlbijbel geldt.<br />
MEDEWERKERS<br />
drs. Miloe van Beek, drs. Bim<br />
Bensdorp, Saskia Bruyn,<br />
Carien van Dijk, drs. Aldo<br />
Dikker, mr. Dave Dirks, drs.<br />
Philip Dröge, drs. Ilse Engwirda,<br />
Ron van Gelderen, drs. Linda<br />
Huijsmans, Rita Jager, drs.<br />
Twan van de Kerkhof, drs.<br />
Geertje Kindermans, ing. Leo<br />
Klaver, Herman Kleintjes,<br />
Koen van Santvoord, drs.<br />
Irene Schoemakers, drs. Jan<br />
Schoenmakers, drs. Jeroen Smit,<br />
Mark van de Voort, Ivo Weyel,<br />
drs. Erwin Wijman, drs. Marike<br />
van Zanten, drs. Cok de Zwart<br />
INTERVIEWERS<br />
prof. dr. Tineke Bahlmann (lid<br />
Commissariaat voor de Media),<br />
drs. ing. Peter Bakker (ceo TNT),<br />
Leendert Bikker (oprichter<br />
Branson & Guevara), drs. Herman<br />
Bol (lid raad van bestuur UMC<br />
Utrecht), Theo Bouwman (oudbestuurs<br />
voorzitter PCM Uitgevers),<br />
Marco Gianotten (directeur Giarte<br />
Media Group), ir. Eric de Groot<br />
(partner Boer & Croon), Rob ten<br />
Heggeler (lid RvB Rabobank<br />
International), Piet Hoogendoorn<br />
RA (chairman Deloitte), Philip<br />
Houben (ceo Wavin), Cees Janssen<br />
RA RV (Navitas Capital), Haico<br />
Meijerink (directeur Wolters<br />
Kluwer LTRE), Ronald Meijers (lid<br />
executive board Kraut hammer<br />
Int.), drs. Andy Mosmans (directeur<br />
ARA Groep), Frans Nauta (China-<br />
en innovatiedeskundige), dr. Paul<br />
Nobelen (bestuursadviseur), Cees<br />
Pronk MBA (director business<br />
development Hay Group), drs.<br />
Harry Starren (directeur de Baak),<br />
drs. Saskia J. Stuiveling (president<br />
Algemene Rekenkamer), Jeanine<br />
van der Vlist (ceo Worldmax), dr.<br />
Hans Wijers (bestuursvoorzitter<br />
Akzo Nobel)<br />
VORMGEVING<br />
thielenpeters advertising<br />
Jeroen Peters (art-director),<br />
Colette Korteweg,<br />
Tim Pootjes<br />
FOTOGRAFIE<br />
Marco Bakker, Erik van der Burgt,<br />
Lex Draijer, Diederik van der Laan,<br />
Anya van Lit, Sjaak Ramakers,<br />
Rob van der Vet, Ton Zonneveld<br />
Het magazine<br />
voor topmanagers<br />
en managers<br />
die naar de top willen<br />
Abonnee worden?<br />
Kijk op<br />
www.managementscope.nl<br />
ILLUSTRATOR<br />
Aad Goudappel<br />
COVER<br />
Thielenpeters<br />
DRUKWERK/DISTRIBUTIE<br />
Roto Smeets, Weert<br />
OPLAGE 52.627 exemplaren<br />
(opgave HOI 2006)<br />
COPYRIGHT <strong>2007</strong><br />
Niets in deze uitgave mag worden<br />
ver menigvuldigd en/of openbaar<br />
gemaakt door middel van druk,<br />
foto-kopie, microfilm of op welke<br />
andere wijze dan ook, zonder<br />
schriftelijke toestemming van de<br />
uitgever.<br />
HET VOLGENDE NUMMER<br />
Verschijnt: 27 april<br />
Sluiting advertenties:<br />
10 april<br />
De bank van kracht<br />
en durf.<br />
Je hoeft als bank niet aan de Zuidas te zitten<br />
om sterk te zijn. Maar wel de moed hebben om<br />
te anticiperen op klanten die ondernemen<br />
om te winnen. Je moet wél precies weten hoe lang<br />
de polsstok is. Maar die kennis kunt u een Friese<br />
bank wel toevertrouwen. frieslandbank.nl<br />
Willen is kunnen
www.sandd.nl<br />
De populariteit van Sandd is inmiddels zo groot<br />
dat iedereen ervan wil meeprofiteren.<br />
Het op één na grootste postbedrijf van Nederland.<br />
Groeien en afbreken<br />
Groeien moet, anders haken aandeelhouders af. En ook een economie<br />
moet groeien, anders kunnen we met z’n allen niet ieder jaar weer meer<br />
verdienen. Maar is dat nu werkelijk zo nodig? Kunnen aandeelhouders en<br />
anderen niet eens genoegen nemen met wat ze hebben?<br />
Nee. Hoewel antigroei-economen proberen anders te beweren op pagina<br />
44, ver komen ze er niet mee. Er is geen weg terug. Maar waar moet de<br />
groei vandaan komen? Met alleen beter of harder werken, zijn we er niet.<br />
Overnames dan? Tja, topmannen zijn er inmiddels wel achter dat groeien<br />
om het groeien door fusies of overnames ook niet altijd de juiste weg is.<br />
En als ze er nog niet achter zijn, dan worden ze er wel fijntjes op gewezen<br />
door de mondige aandeelhouders. Terug naar de kern is weer het devies, en<br />
of dat nu via een beursgang of een strategische verkoop gaat, onderdelen<br />
die niet passen, moeten worden afgestoten. Dat zagen we bij Akzo Nobel en de verkoop van Organon.<br />
Waar moet dan de groei en vooruitgang vandaan komen? Van innovatie. En innovatie kan niet zonder<br />
concurrentie, beschrijft Mathijs Bouwman op pagina 24. Opengooien dus die markten. Dan kunnen we<br />
ook nog wat meer van de groei van andere economieën meepikken.<br />
Quinty Danko<br />
Hoofdredacteur<br />
PS Samen met Deloitte hebben we gekeken wat er op de agenda van de cfo staat. In de bijgevoegde special<br />
leest u dat het leven voor hem draait om fusies, overnames en splitsingen. Bovendien verandert zijn rol in<br />
razend tempo, waar het accent op de interne en externe verslaggeving lag, gaat het nu vooral om overnames<br />
en het vraagstuk van aandeelhouderswaarde.<br />
Reageren op qdanko@managementscope.nl<br />
Reacties<br />
Column Willem Hollander (februari <strong>2007</strong>)<br />
De heer Hollander van het NCD schrijft in zijn column: “... Die paar uitschieters in het nieuws (directeuren met exorbitante<br />
salarissen of stijging daarvan), geven dus een volstrekt verkeerd beeld van de hele beroepsgroep.”<br />
Ik zou zeggen:<br />
Doe (bijvoorbeeld in NCD-verband) wat aan die misplaatste exorbitantie, onder andere om er voor te zorgen dat het<br />
uitschieters blijven. En verder: die uitschieters geven net zo’n verkeerd beeld wanneer ze niet in het nieuws komen,<br />
alleen komt de beroepsgroep er dan misschien wat makkelijker mee weg. Maar dat kan toch niet de bedoeling zijn?<br />
Dus ik zou zeggen: don’t blame the messenger.<br />
Joost van der Vleuten, rijksambtenaar<br />
commentaar<br />
APRIL <strong>2007</strong> 9
descopist<br />
10 MANAGEMENT SCOPE<br />
Foto: Ringo<br />
Chinese brainpower overklast polderintelligentie<br />
Het duurt niet lang meer en dan komen Chinese bedrijven ónze studenten scouten. Vraag<br />
is dan: zijn wíj nog wel goed genoeg? De Chinese brainpower begint namelijk al behoorlijk<br />
te concurreren met onze denkkracht.<br />
Lange tijd meenden we dat we niet bang hoefden te zijn voor de communistische kapitalisten, aangezien zij slechts<br />
nuttig waren als leverancier van goedkope wegwerparbeid. Die gedachte is achterhaald. De Chinezen hebben ons<br />
verslagen met lagere loonkosten, maar over niet al te lange tijd passeert de Chinese economie ons ook in intelligentie.<br />
Het recente partijcongres openbaarde een paar opmerkelijke feiten. De Chinese markteconomie gaat een tweede<br />
fase in. Niet langer is ongebreidelde groei de prioriteit van de Chinezen. In Peking is het besef doorgebroken dat<br />
diepte-investeringen in onderwijs, een fatsoenlijk rechtssysteem en een sociaal vangnet even belangrijk zijn voor een<br />
gezonde groei, als lompe omzetexplosies. De Aziatische tijger begint tegenwoordig al met twee woorden te praten,<br />
met mes en vork te eten en in krijtstreeppakken rond te lopen.<br />
Nu pas begint de echte strijd. En die slag speelt zich hoofdzakelijk af op de campussen van de universiteiten. De<br />
honger naar kennis is in China zo groot dat er universiteiten uit de grond worden gestampt als Vinex-lokaties in de<br />
polder. Sommige westerse bedrijven houden al roadshows langs de campussen op zoek naar goedkope hersens, vaak<br />
ingenieurs.<br />
De uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling zijn in de afgelopen jaren fors toegenomen in China. In 1998 was het<br />
totale budget voor R&D zo’n 0,7 procent van het bruto binnenlands product. In 20<strong>04</strong> was dit percentage verdubbeld<br />
tot 1,35 procent van een nog groter binnenlands product. In absolute termen explodeerde de R&D-uitgaven van<br />
China in 20<strong>04</strong> tot circa achttien miljard euro, goed voor een zesde plaats in de wereld, na de VS, Japan, Duitsland,<br />
Frankrijk en Engeland.<br />
Chinese studenten zijn er vaak ambitieuzer, beschikken over meer discipline en werken harder dan de nieuwe generatie<br />
hoger opgeleiden in het Westen, blijkt uit onderzoek. Dit verschil in arbeidsethos uit zich in kleine zaken, zoals<br />
onder meer hun ingetogen seksuele gedrag tijdens hun studie. Uit een wetenschappelijke studie onder Amerikaanse<br />
studenten komt naar voren dat de Chinese studenten minder amoureuze avontuurtjes beleven dan de Amerikaanse<br />
collegekids en daardoor beter presteren. Dus: opstaan, jongens en meisjes! Niet blijven nagloeien, want jullie Chinese<br />
vrienden zitten alweer frisgewassen bij het college.<br />
John L. Hennessy, de president van Stanford University, voorspelde afgelopen zomer dat in twee decennia de beste<br />
universiteiten ter wereld in India en China zullen staan. De eerste Chinese businessschool staat al in de top50 van<br />
beste mba-opleidingen van de Financial Times. Nog maar dertien plaatsen verwijderd van de beste business-school<br />
van Nederland, de Erasmus-universiteit. En vér voor instituut Nyenrode. Het ooit vermaarde opleidingsinstituut voor<br />
Hollandse premiers en topmannen haalde de top100 niet eens. (MK)<br />
Corruptie als exportproduct<br />
Wie in zijn eigen land gewend is de regels te buigen, doet dat ook in het buitenland.<br />
Op de jaarlijkse corruptieranglijst van Transparency International<br />
staat Nederland op een keurig negende plaats. Landen als Finland<br />
en Nieuw-Zeeland zijn nog netter, maar Nederland is minder corrupt<br />
dan bijvoorbeeld Duitsland of de VS.<br />
Of Nederlanders zich in landen als Bulgarije, Rusland en Namibië<br />
ook altijd netjes gedragen, valt moeilijk vast te stellen. Sinds 2001<br />
is omkoping buiten de landsgrenzen strafbaar, dus informatie<br />
over het gedrag van Nederlandse ondernemers in corrupte landen<br />
is nauwelijks voorhanden. In het lokale café zal het bekende<br />
’s lands wijs, ’s lands eer nog wel eens klinken, maar daarbuiten<br />
is corruptie geen bespreekbaar onderwerp.<br />
Een beetje corruptie werkt in onderontwikkelde landen als smeerolie,<br />
is vaak het idee. Onterecht, want uit economisch onderzoek<br />
van de afgelopen jaren blijkt zonneklaar dat corruptie juist het<br />
zand in de machine is. “Ik kan een vergunning niet sneller verlenen,”<br />
zei een Indiase ambtenaar ooit. “Maar ik kan hem wel een<br />
eeuwigheid vertragen.” Corruptie verlamt de economie.<br />
Bovendien lijkt het er op dat ’s lands wijs, ’s lands eer niet op<br />
gaat. Corruptie is een exportproduct. Wie er in het ene land de<br />
regels heeft leren buigen,<br />
doet dat in een ander land<br />
ook. Dat blijkt in elk geval<br />
uit een onlangs verschenen<br />
onderzoek Cultures of<br />
Corruption: Evidence from<br />
Diplomatic Parking Tickets<br />
van twee Amerikaanse economen,<br />
Ray Fisman en Edward<br />
Miguel. Hun laboratorium<br />
was New York, een stad waar<br />
duizenden diplomaten uit alle<br />
Foto: Matt Musselman<br />
windstreken wonen. Deze genieten diplomatieke onschendbaarheid<br />
en hoeven zelfs hun parkeerboetes niet te betalen. Misbruik<br />
maken van deze positie is een vorm van corruptie, stellen Fisman<br />
en Miguel. Ze ontdekten dat diplomaten uit landen die laag staan<br />
op de ranglijst van Transparency International veel vaker fout<br />
parkeren dan diplomaten uit nette landen. De normen van het<br />
thuisland verhuisden mee naar New York. Zo kregen diplomaten<br />
uit Koeweit (nummer 48 op de corruptielijst) gemiddeld 246 parkeerboetes<br />
in vijf jaar tijd. Dat is één per week. De achttien diplomaten<br />
uit Finland (het minst corrupte land ter wereld) kregen in<br />
dezelfde tijd gemiddeld 0,1 bekeuringen. Sociale normen reizen<br />
blijkbaar mee met de diplomaat, concluderen de onderzoekers.<br />
Het slechte nieuws voor ondernemers is dus dat door mee te<br />
gaan met corrupte gebruiken in het buitenland gewenning kan<br />
optreden. Wie meedoet met de lokale gebruiken in Bulgarije en<br />
Namibië, gaat terug in Nederland misschien eerder de fout in. Er<br />
is ook goed nieuws: Nederlandse diplomaten zijn de netste jongetjes<br />
van de klas. In vijf jaar tijd kregen onze zeventien diplomaten<br />
in New York geen enkele parkeerboete. (MB)<br />
M A N A G E M E N T F O R U M<br />
M A N A G E M E N T F O R U M<br />
De Scopist bevat artikelen van Mathijs Bouman, Hans Crooijmans, Quinty Danko, Mark Koster en Jeroen Smit. Zij werken behalve<br />
aan het blad ook mee aan management-weblog www.descopist.nl. De Scopist is het opinieplatform van <strong>Management</strong> <strong>Scope</strong>,<br />
waarop topjournalisten hun mening geven over financieel, economisch en bedrijfsnieuws.<br />
APRIL <strong>2007</strong> 11
Soepeler ontslagrecht?<br />
Toch maar wel<br />
Het ontslagrecht zou versoepeld moeten worden,<br />
want dat is goed voor de economie en de<br />
arbeidsmarkt, zo luidt het axioma. Twee Delftse<br />
economen plaatsen daar vraagtekens bij.<br />
Tegendraadse geluiden, leuk. Dus was het plezierig om in het<br />
economenblad ESB Soepel ontslag creeert onzekerheid van Robert<br />
Vergeer en Ronald Dekker te lezen. Kern van het betoog van deze<br />
twee aan de TU Delft verbonden economen is dat Nederland niet<br />
veel te winnen, maar eerder te verliezen heeft van versoepeling van<br />
ontslagrecht. De meeste economen beweren juist het tegenovergestelde.<br />
De - veronderstelde - vergaande ontslagbescherming in<br />
Nederland zou in hun redenering de dynamiek en doorstroming op<br />
de arbeidsmarkt blokkeren en werkgevers doen huiveren om personeel<br />
aan te nemen.<br />
De meeste argumenten die Vergeer en Dekker voor hun stelling<br />
aanvoeren zijn niet nieuw. Zo betogen ze dat mensen voorzichtiger<br />
worden met consumeren en investeren wanneer hun vaste baan op<br />
losse schroeven komt te staan. Met alle negatieve gevolgen van dien<br />
op macro-niveau. Ze veronderstellen ook dat de houding van werknemers<br />
verandert naarmate de onzekerheid over hun baan groeit.<br />
Personeel zou zich bijvoorbeeld minder inzetten voor procesverbeteringen<br />
binnen het bedrijf omdat dit ten koste van de eigen positie<br />
zou gaan. In de woorden van Vergeer en Dekker: de loyaliteit neemt<br />
af en de waarde van het ‘sociaal kapitaal’ daalt. Dit laatste verschijnsel<br />
zou vooral schadelijk zijn voor ‘kennisintensieve en innovatieve<br />
organisaties’. De economen geven daarvan twee voorbeelden: de<br />
vertegenwoordiger die stiekem samenwerkt met de concurrent. En<br />
de technicus die bouwtekeningen van een prototype lekt.<br />
Hier slaan beide economen de plank mis. Want in de voorbeelden is<br />
gewoon sprake van crimineel gedrag. Bovendien is versoepeling van<br />
het ontslagrecht niet direct een maatregel die de beter opgeleide<br />
werknemers en kenniswerkers raakt. Dat soort werknemers staat<br />
over het algemeen sterk op de arbeidsmarkt. Bedrijven willen ze<br />
12 MANAGEMENT SCOPE<br />
eerder aan zich binden dan ze loslaten.<br />
Een andere zwakke plek in het betoog van Vergeer en Dekker is<br />
dat ze er een idelologisch argument bijhalen. Uit internationale<br />
vergelijkingen blijkt: hoe soepeler het arbeidsrecht, des te groter de<br />
inkomensverschillen. En dat vindt het duo verkeerd. Hier wordt de<br />
politieke achtergrond van Dekker (GroenLinks) en Vergeer (SP) al te<br />
duidelijk zichtbaar. Meer hout snijdt de constatering dat de Nederlandse<br />
arbeidsmarkt, vergeleken met bijvoorbeeld de rest van Europa,<br />
al behoorlijk flexibel is. Mede dankzij professionele uitzendorganisaties.<br />
Vooral grotere bedrijven kennen met hun hr- en juridische<br />
afdelingen bovendien wel de weg wanneer ze het nodig achten om<br />
medewerkers en ontslaan. Vergeer en Dekker gaan nochtans voorbij<br />
aan de minder benijdenswaardige positie van kleine en middelgrote<br />
ondernemingen, toch de kurk waarop de Nederlandse economie<br />
drijft. Juist voor deze bedrijven, die snel op veranderende marktomstandigheden<br />
moeten kunnen anticiperen, vormen ontslagprocedures<br />
een zware last. Terwijl ook disfunctioneren van een medewerker<br />
er bij bedrijven met een kleine personeelsbezetting stevig inhakt.<br />
Het zou dus toch niet gek zijn als de discussie in de SER over een<br />
soepeler ontslagrecht uit haar impasse wordt gehaald. (HC)<br />
Wat vindt u ervan? www.descopist.nl<br />
Het ontslagrecht moet op de helling<br />
• Mee eens, want het stimuleert luiheid<br />
(91 stemmen)<br />
• Mee eens, want het frustreert de economie<br />
(131 stemmen)<br />
• Oneens, want het beschermt terecht de<br />
werknemers (219 stemmen)<br />
Foto: Lisa Fanucchi<br />
21%<br />
30%<br />
50%<br />
DE GLOEDNIEUWE VOLVO S80<br />
VOOR VOLVO IS HET GEEN LUXE OM EEN AUTO TE ONTWERPEN DIE VOORUIT DENKT. DIE, DOOR Z’N INSTINCTIEVE TECHNOLOGIE ZELFS<br />
HELPT ONGELUKKEN TE VOORKOMEN. OMDAT VOLVO BESEFT DAT JE ALLERGROOTSTE LUXE HET LEVEN ZELF IS. DE GLOEDNIEUWE<br />
VOLVO S80 IS DAARVAN HET ULTIEME BEWIJS: EEN ZEER LUXUEUZE BUSINESS LIMOUSINE, VOORZIEN VAN ALLES OM ’T LEVEN NIET<br />
ALLEEN ZO VEILIG, MAAR ZEKER OOK ZO AANGENAAM MOGELIJK TE MAKEN. WWW.VOLVOCARS.NL<br />
Volvo S80 vanaf € 44.500 incl. BTW, excl. kosten rijklaar maken, kentekenkosten en verwijderingsbijdrage. Leasen vanaf € 799 p.m., excl. BTW en brandstof. Op basis van Full Operational Lease, 60 maanden,<br />
20.000 km. p.j. Volvo Car Lease (0345) 68 87 80 tijdens kantooruren. Gem. verbruik 6,3 - 11,9 l/100 km (15,9 – 8,4 km/l), Gem. CO2 uitstoot resp. 167 – 284 g/km. Wijzigingen voorbehouden.
Signalen<br />
14 MANAGEMENT SCOPE<br />
Fusie geen feest<br />
Grolsch, pas op voor te hoge ambities in de internationale biermarkt. Ook andere<br />
bedrijven moeten zich nog eens twee keer bedenken voordat ze overnames doen.<br />
Bij de presentatie van de jaarcijfers 2006 liet topman Ab Pasman van Grolsch zich uit over de groeiambities van<br />
het bedrijf. In sommige markten zouden volgens hem ‘hink-stap-sprongen’ moeten worden gemaakt qua volumegroei<br />
en marktaandeel. Topmanagers bedienen zich graag van begrippen uit de sportwereld om hun ambitieniveau<br />
tot uitdrukking te brengen. ‘We leggen de lat hoog’ is er ook zo een. Pasman wil Grolsch een plaats<br />
bij de top10 van de exportbieren zien innemen, een reuzensprong vanaf de huidige 21ste plaats. Of het over<br />
die lat heen springt, van een aantal factoren af. Een te lange aanloop bijvoorbeeld kan leiden tot verlies aan<br />
sprongkracht, maar als het bedrijf welhaast uit stand hoog zou willen springen, zal het zich aan de wetten van<br />
de zwaartekracht nauwelijks kunnen onttrekken.<br />
Als bedrijven zoals Grolsch de ambitie hebben om een forse sprong te maken qua groei, marktaandeel of rentabiliteit,<br />
zullen ze een optimum moeten vinden tussen de noodzakelijke horizontale en beoogde verticale beweging.<br />
Bedrijven die zich bijvoorbeeld in hoofdzaak richten op autonome groei, waarbij eerst veel moet worden<br />
geïnvesteerd in eigen mensen en middelen, zouden wel eens kansen in de markt kunnen missen en op de concurrentie<br />
kunnen achterlopen. Maar wie welhaast uit stand via grote overnames forse groei en extra marktaandeel<br />
tracht te bewerkstelligen, verslikt zich vaak in de moeite die het kost om die overnames terug te verdienen<br />
en te integreren in de eigen organisatie en bedrijfsvoering.<br />
Pasman spreekt over mogelijke overnames en samenwerking met andere brouwerijen in het kader van zijn<br />
expansiestrategie. De aanloop naar een plaats bij de top10 in de internationale biermarkt is hem kennelijk te<br />
lang. Maar zo’n positie mag nooit een doelstelling op zich zijn die geforceerd bereikt zou moeten worden. De<br />
wetten van de bedrijfseconomische zwaartekracht zullen het bedrijf parten spelen. De lat wat lager en de aanloop<br />
wat langer, lijkt voor Grolsch het beste advies. (BB)<br />
Foto: Carlos Chavez<br />
Minder fte’s kosten<br />
meer geld<br />
Om beursanalisten tevreden te houden is er een merkwaardig<br />
paradoxale managementpraktijk gegroeid. Ondernemingen<br />
brengen het aantal fulltime medewerkers (fte’s) omlaag waardoor<br />
de arbeidsproductiviteit op papier stijgt, maar tegelijkertijd<br />
wordt de uiteraard toch noodzakelijke capaciteit ingehuurd<br />
tegen niet zelden hogere kosten. Leve de outsourcing.<br />
Hoewel vooral op de werkvloer deze paradox leidt tot veel<br />
geklaag, weet het topmanagement hier een prima strategisch<br />
verhaal bij te vertellen. Goed voor de beurswaarde, vanuit hroogpunt<br />
meer ruimte voor flexibele inzet van medewerkers,<br />
altijd up-to-date kennis, geen ziektekosten, geen zorgen over<br />
vergrijzende werknemers, makkelijke oplossingen bij arbeidsconflicten,<br />
en ga zo maar door. En dat mag wat kosten, want<br />
op de langere termijn zou dat juist geld opleveren.<br />
Die rekensom klopt natuurlijk niet. In de praktijk leidt ondoordachte<br />
outsourcing tot jarenlange detachering. Collega’s en<br />
chefs weten niet meer of iemand wel of niet op de loonlijst<br />
staat. Of er is juist een veelvuldige wisseling van de wacht, als<br />
het juiste personeel al überhaupt kan worden gevonden. Veel<br />
verlieskosten worden gemaakt door iedere keer weer inwerken<br />
en leren, ervaring wordt niet of nauwelijks opgebouwd<br />
en als het dan zover is dat Jantje is ingewerkt en een gewaardeerd<br />
lid is van het team, vertrekt hij naar een andere klus en<br />
komt Pietje of Marietje.<br />
Managers zijn blijkbaar erg hardleers. Al decennia lang circuleren<br />
wetenschappelijk onderbouwde verhalen over de<br />
hoge faalratio van fusies waarmee niets wordt gedaan. Nu<br />
is onlangs een onderzoek gepresenteerd waaruit bleek dat<br />
ook bijna zeventig procent van de outsourcingprojecten niet<br />
opbrengt wat er van werd verwacht, dan wel een totale mislukking<br />
is gebleken. Zouden managers zich daar wel iets van<br />
aan trekken? (WdW)<br />
column<br />
Eerste stap<br />
terug<br />
Het is alsof ik 35 jaar teruggeplaatst ben,<br />
in de tijd van Arie Groeneveld’s droom<br />
van arbeiderszelfbestuur. Gelukkig is die<br />
droom geen werkelijkheid geworden. Het<br />
failliet van de denkbeelden van NVV Arie<br />
Groeneveld en PvdA minister-president Joop den Uyl is inmiddels<br />
overal duidelijk geworden. Of toch niet?<br />
In het coalitieakkoord lees ik namelijk onder het kopje ‘Inkomensbeleid’:<br />
“De ondernemingsraad krijgt bij beursgenoteerde<br />
vennootschappen een adviesrecht aan de vergadering van aandeelhouders<br />
op het voorstel van de raad van commissarissen<br />
voor het beloningsbeleid van topbestuurders.” De OR wordt dus<br />
een beoordelingsinstituut voor de kwaliteit van het functioneren<br />
van directeuren. Zonder deskundige beoordeling kunnen zij<br />
immers de redelijkheid van de voorstellen van de raad van commissarissen<br />
niet vaststellen? Als deze plannen doorgaan, komen<br />
we terug in de tijd van grote tegenstellingen tussen arbeid en<br />
kapitaal. Dat is merkwaardig, want eerder staat in datzelfde coalitieakkoord:<br />
“Een vitale en innovatieve economie is de basis van<br />
duurzame ontwikkeling van onze welvaart.”<br />
De plannen van de drie coalitiegenoten zijn, op z’n zachtst<br />
gezegd, uiterst onwenselijk. Bovendien is het een slag in de lucht<br />
zonder realiteitsgehalte. Het plan kent aan de ondernemingsraad<br />
meer kennis en deskundigheid toe dan aan de remuneratiecommissie<br />
van de raad van commissarissen. Gaat de OR functioneringsgesprekken<br />
voeren met de directie? Op basis waarvan? De<br />
OR heeft een kennisachterstand. Dat moet ook zo blijven. Niet<br />
alle informatie kan van de directiekamer naar de vergaderzaal<br />
van de OR. Bovendien zijn directiebeloningen mede gebaseerd<br />
op een benchmarking van vergelijkbare functies bij andere<br />
ondernemingen. Heeft een OR inzicht hoe de directie bij een<br />
andere onderneming functioneert? Of gaan de ondernemingsraden<br />
van die ondernemingen met elkaar overleggen? De vakbeweging<br />
zal daarbij graag willen faciliteren, vermoed ik. Zo krijgen<br />
de vakbonden invloed op het beloningsbeleid voor directeuren.<br />
En het houdt natuurlijk niet op bij beursgenoteerde ondernemingen.<br />
Als deze topbuit door de vakbonden is binnengehaald,<br />
zullen de niet-genoteerde ondernemingen het doelwit worden.<br />
Waar dat eindigt? In een nachtmerrie voor ondernemend<br />
Nederland.<br />
Hoe maakt u het, mijnheer Groeneveld? Krijgt u 35 jaar na dato<br />
alsnog uw zin?<br />
Willem Hollander is voorzitter van het Nederlands<br />
Centrum van Directeuren en Commissarissen<br />
Reacties: whollander@managementscope.nl<br />
Aan Signalen werkten mee: Bim Bensdorp en Willem de Wijs<br />
APRIL <strong>2007</strong> 15
INTERVIEW<br />
Saaie man op overnamepad?<br />
“Ik ben liever saai dan dat ik zaken binnen haal waarvan ik drie<br />
jaar later niet kan verklaren waarom ik er zo’n hoog bedrag voor<br />
heb betaald,” zo verklaart ceo Ad Scheepbouwer van KPN zijn conservatieve<br />
- of moderne? - groeistrategie. Toch kan er nog wel een<br />
overname aan komen.<br />
Interview Philip Houben | Tekst Miloe van Beek | Fotografie Lex Draijer<br />
Ad Scheepbouwer is net terug van een reis naar Amerika en nog wat<br />
vermoeid. Dat verandert al snel wanneer hij praat over de groeistrategieën<br />
van KPN, het bedrijf dat hij uit de rode cijfers haalde. Zes jaar<br />
staat hij aan het roer van het telecombedrijf dat ondanks een krimpende<br />
markt de ambitie heeft om te groeien. Als het aan Scheepbouwer<br />
ligt, bereikt KPN die groei niet door acquisities, maar via autonome<br />
groei. Het levert hem nog wel eens het verwijt saaiheid op. Het deert<br />
hem niet: “Ik ben liever saai dan dat ik zaken binnen haal waarvan ik<br />
drie jaar later niet kan verklaren waarom ik er zo’n hoog bedrag voor<br />
heb betaald.”<br />
Toen hij in 2001 TNT inruilde voor KPN, kwam hij terecht in een bedrijf<br />
dat financieel aan de grond zat. De overname van E-Plus in Duitsland<br />
en de verwerving van UMTS-licenties hadden gezorgd voor een schuldenlast<br />
van 24 miljard euro. Scheepbouwer voerde een streng en sober<br />
regime in. Hij ontsloeg 2.800 mensen, liet de directie en het management<br />
salaris inleveren en gaf voor vijf miljard euro nieuwe aandelen uit.<br />
De schuldenlast is inmiddels gereduceerd tot een kleine acht miljard<br />
euro. Vorig jaar groeide de omzet voor het eerst weer een beetje en<br />
steeg de nettowinst naar ruim anderhalf miljard. Voor dit jaar is het<br />
vooruitzicht volgens Scheepbouwer “ongeveer flat.”<br />
De 62-jarige topman heeft aangegeven nog tot 2009 te willen aanblijven.<br />
Afscheid nemen van KPN met een mooie klapper hoeft van hem<br />
niet: “Daarvoor heb ik genoeg in de krant gestaan. Maar mocht er toch<br />
een geweldige deal langskomen, dan zou dat natuurlijk wel heel leuk<br />
zijn.” Om dat waar te maken, is hij best bereid een paar jaar langer aan<br />
te blijven. “Het is belangrijk om de tent goed achter te laten. Als een<br />
jaar na je vertrek de kranten vol staan met problemen, miskopen en<br />
reorganisaties, straalt dat op jezelf af. De kans dat je daarmee op je bek<br />
gaat, is groot.”<br />
Klinkt als wijsheid tot het laatste moment.<br />
“Ik heb inmiddels 45 jaar werkervaring en probeer nog steeds van<br />
alles te leren wat ik om me heen zie. Als ik een jaar of drie weg ben<br />
en het concern draait nog aardig, dan heb ik het goed achtergelaten.<br />
Toen ik indertijd mijn vertrek bij TNT aankondigde, vond de raad van<br />
commissarissen dat niet leuk. Maar de drie divisies lagen er drie jaar<br />
later nog steeds goed bij. Ik ben dus op het juiste moment weggegaan.<br />
En mocht ik het niet meer helemaal helder zien, dan heb ik<br />
nog een raad van commissarissen. Een deel zat ook al hier toen KPN<br />
bijna failliet ging. Als zij zouden denken ‘die Scheepbouwer wil even<br />
de krant halen en als hij weg is, zitten wij met de rotzooi,’ dan gaat<br />
de deal sowieso niet door.”<br />
Is de oorlogskas van KPN groot genoeg om een grote deal te<br />
sluiten?<br />
“Wij hebben in ons financiële model een ruimte van ongeveer drie<br />
miljard euro. Dat klinkt als veel geld, maar je kunt er uiteindelijk niet<br />
zoveel mee. Als wij iets heel groots willen, zal het aparte financiering<br />
vergen.”<br />
Wat met uw reputatie en achtergrond niet zo heel moeilijk zal<br />
zijn.<br />
“Met een goed verhaal kun je altijd geld krijgen. Daar zie ik niet<br />
tegenop. Het is moeilijker om je organisatie zover te krijgen om deze<br />
deals te laten lopen. Als wij 800 miljoen bieden en een ander 1,3 miljard,<br />
laat dan maar gaan. Dat is lastig voor enthousiaste, talentvolle<br />
mensen. ‘Mag hier dan niets,’ is al snel het verwijt. Maar ik denk dat<br />
je nee moet blijven zeggen tot er echt iets goeds langs komt. Ik heb<br />
ondertussen genoeg acquisities gedaan om te weten dat het niet<br />
altijd goed afloopt.”<br />
KPN is zelf het perfecte voorbeeld, tien jaar geleden zijn die<br />
fouten al gemaakt.<br />
“En het is verbazingwekkend hoe snel de wereld dat weer vergeet.<br />
In 1999 is er door de telecommunicatie industrie meer dan honderd<br />
miljard aan UMTS-licenties betaald. Dat is, zacht gezegd, geen doorslaand<br />
succes geworden. Laatst vroegen Amerikaanse beleggers me <br />
16 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 17
Ad Scheepbouwer (62)<br />
ceo KPN<br />
Opleiding: mulo en in de avonduren SPD boekhouddiploma<br />
Loopbaan: algemeen directeur van PTT Post (vanaf 1988). In 1992<br />
raad van bestuur Koninklijke PTT Nederland. Tien jaar later ceo van<br />
TPG. In 1998 ook lid van raad van commissarissen van KPN. Sinds<br />
2001 ceo van KPN; president van luchtvrachtdivisie van Pakhoed<br />
Holding (Pandair Group) (1976-1988)<br />
Nevenactiviteiten: voorzitter raad van commissarissen van<br />
Havenbedrijf Rotterdam, voorzitter raad van toezicht van Medisch<br />
Centrum Rijnmond-Zuid, lid raad van commissarissen van, en<br />
investeerder in RFS Holland Holding (Wehkamp), lid raad van<br />
commissarissen Made in Scotland, lid raad van advies van ECP.NL,<br />
voorzitter Economische Adviesraad Dordrecht<br />
Hobby’s: varen, golfen, boekwinkels afstruinen<br />
Thuis: getrouwd en drie kinderen.<br />
of zoiets weer kon gebeuren. Ik denk het wel, we moeten alleen een<br />
paar jaar wachten tot iedereen die daar destijds een belangrijke rol bij<br />
heeft gespeeld, weg is. Een volgende generatie zal hetzelfde doen,<br />
mensen blijven namelijk altijd in dezelfde valkuilen lopen. Op een<br />
gegeven moment ontstaat ergens euforie over en diegene die ervoor<br />
waarschuwt, wordt gezien als ouwe zeur.”<br />
Ook heldendom beklijft niet zo goed in Nederland. In 2001 was<br />
u de held van aandeelhoudend Nederland, de man die KPN<br />
van de rand van de afgrond terug bracht in de vaart der volkeren.<br />
Maar nu willen de aandeelhouders weer groei zien. Is dat<br />
terecht?<br />
“Bedrijven moeten altijd structureel proberen te groeien. Anders<br />
komt de focus te veel te liggen op de kosten. Als je geen winst<br />
maakt, ben je alleen bezig met wat eruit gaat en dat haalt de creativiteit<br />
uit het bedrijf en je medewerkers. Ik zet graag jonge mensen<br />
in hoge functies. Ze hebben lef, kunnen hard werken en zijn ondernemend.<br />
Maar hun talenten kunnen ze het beste ontwikkelen in<br />
een omgeving waar winstgevende groei een doel is. Omdat een deel<br />
van onze omzet in het vaste telefoonnet ligt, een stagnerende markt<br />
waar kabel- en internetbedrijven als Google en Skype van mee eten,<br />
is autonome groei inderdaad lastig voor KPN.”<br />
“ Als we onze diensten niet uitbreiden,<br />
worden we weggevaagd”<br />
Groei moet dus komen van acquisities. Dan loop je in de thuismarkt<br />
tegen mededingsproblemen aan.<br />
“Klopt, in Nederland lopen we al gauw tegen grenzen aan. Hier is<br />
onze overname van Tiscali nog niet goedgekeurd door de NMA, in<br />
Amerika wachten we op toestemming voor de acquisitie van i-Basis.<br />
Maar de NMA is niet de enige die ons tegenhoudt om acquisities<br />
te doen, zelf vind ik het namelijk vaak teveel een vlucht naar voren.<br />
Het is leuk en spannend om te groeien door overnames, maar voor<br />
mij ligt de echte uitdaging in autonome groei, het vernieuwen van<br />
ons portfolio. Als we de dertig miljoen klanten van KPN in Nederland,<br />
België en Duitsland voor één euro per maand nieuwe diensten<br />
kunnen verkopen, denk aan internetinformatie, mobiel betalen of<br />
dating services, dan betekent dat dertig miljoen per maand extra<br />
omzet. Om die nieuwe diensten te kunnen leveren, gaan wij met<br />
kleine bedrijfjes partnerships aan. Zij hebben een dienst en een idee,<br />
wij hebben de klanten en de distributie. Zo maak je autonome groei<br />
spannend.”<br />
U denkt dat er in Nederland nog groei zit in de diensten van<br />
KPN?<br />
“Als we onze diensten niet uitbreiden, worden we weggevaagd. De<br />
toekomst is volgens mij een combinatie van internet, bellen en televisie.<br />
Daarom bieden wij twee televisiepakketten, het eenvoudige<br />
Digitenne en uitgebreide IP TV waarbij via internet veel televisie- en<br />
radiostations en films kunnen worden bekeken en opgevraagd. In<br />
de Verenigde Staten geeft men per maand gemiddeld negentig<br />
euro uit aan televisie en internet. Nederland is geen Amerika, maar<br />
er zit zeker groei in de uitgaven. Ook de mobiele telefoonmarkt<br />
voor allochtonen is voor ons groeiend. Sinds kort hebben we Ay<br />
Yildiz, een mobiel telefoonmerk in Nederland, België en Duitsland.<br />
De service van deze dienst is helemaal in het Turks, met goedkope<br />
tarieven van en naar Turkije. Die dienstverlening loopt goed en we<br />
willen kijken of we dat ook voor andere bevolkingsgroepen kunnen<br />
gaan doen.”<br />
Is het moeilijk om een organisatie te besturen die zowel actief<br />
is in een krimpende markt met traditionele diensten als in de<br />
fast moving world van internet?<br />
“Moeilijk, maar niet onmogelijk. Een deel van KPN heeft te maken<br />
met serieuze krimp, op die afdeling is ieder dubbeltje dat wordt<br />
uitgegeven teveel. In het deel waar winstgevende groei een doelstelling<br />
is, wordt juist veel geld gespendeerd. Dat betekent dat je dit<br />
bedrijf moet besturen met een soort januskop.”<br />
Hoe zit het met de groei van KPN in het buitenland?<br />
“Met België en Duitsland heeft KPN een markt van zo’n 110 miljoen<br />
mensen. In Duitsland hebben we de nummer drie mobiele operator<br />
overgenomen en qua omzet en winst succesvol uitgebouwd. Dat<br />
doen we door een specifiek aanbod, heel goedkoop bellen zonder<br />
telefoons weg te geven. De Duitsers vallen daar massaal voor. Dat<br />
trucje kunnen we, als we zouden willen, ook in aangrenzende landen<br />
als Zwitserland en Oostenrijk herhalen. We zitten sterk in België<br />
en kijken ook naar de mogelijkheden in Frankrijk.”<br />
Is KPN te koop?<br />
“Natuurlijk. Wij zijn beursgenoteerd, de aandelen zijn honderd<br />
procent in handen van de vrije markt. Wie ons wil kopen, moet<br />
gewoon bieden. We zijn dan overigens niet gevoelig voor de beurskoers<br />
en een beetje extra, maar mocht iemand een waarde kunnen<br />
neertellen gebaseerd op een synergie die hij kan bereiken en wij<br />
niet, dan is het wat mij betreft een keuze van de aandeelhouders.”<br />
“De tent is van de aandeelhouders”<br />
De aandeelhouder is de baas?<br />
“Vind ik wel. Het personeel is belangrijk bij KPN, maar ik ben niet<br />
van het stakeholdersmodel: met z’n allen om de tafel zitten om het<br />
er eens over te hebben. Als een duidelijke meerderheid van de aandeelhouders<br />
ergens voor is, tsja de tent is van hen.”<br />
Wat gebeurt er als een belangrijke aandeelhouder aangeeft<br />
het niet eens te zijn met uw groeistrategie? Niks overnames,<br />
niks voorwaartse groei, er moet meer worden uitgekeerd.<br />
“Dan kan hij dat op de agenda van de volgende aandeelhoudersvergadering<br />
laten zetten. Als een overweldigende meerderheid<br />
dezelfde mening blijkt te hebben, dan lijkt het me beter als ze voor<br />
mij een ander zoeken. Ik heb geen zin daar een langdurig gevecht<br />
over aan te gaan. De aandeelhouder heeft wat mij betreft het<br />
laatste woord. Maar als zoiets gebeurt, spelen er vaak meerdere<br />
issues die zich over jaren hebben opgebouwd. Want aandeelhouder<br />
stemmen geen bestuursvoorzitter weg die een overtuigend verhaal<br />
vertelt over de groeistrategie en overnames doet waarvan de koers<br />
stijgt. Je positie is een stuk zwakker wanneer de beurskoers na<br />
een aankoop met twintig procent daalt. Dan vindt de markt een<br />
voorstel kennelijk waardeloos. Ieder plan behelst risico’s, maar als<br />
de financiële wereld er niet in gelooft, moet je je afvragen waar je<br />
aan begint. Ieder kwartaal opnieuw uitleggen hoe het gaat, vereist<br />
veel moed.”<br />
Een ceo moet toch ook een beetje moedig zijn?<br />
“Er is wel een verschil tussen een beetje moed en in een donker gat<br />
tuimelen. Ik heb na een jaar of zes best wat credibility opgebouwd,<br />
maar als ik met nieuwe, miljarden kostende voorstellen kom die de<br />
aandeelhouders niet begrijpen, dan kunnen ze me best laten vallen.”<br />
Kan KPN die jonge, ondernemende mensen aantrekken die<br />
voor groei moeten zorgen?<br />
“Voor een deel. Wij hebben op onze multimedia afdeling best talentvolle<br />
mensen in huis. Alleen zit de internetwereld voor een groot deel<br />
in Amerika. Als je alle grote vernieuwingen van de laatste tijd analyseert,<br />
dan moet je constateren dat alle mooie nieuwe ondernemingen<br />
en grote ontwikkelingen daar ontstaan. De maatschappelijke waardering<br />
voor ondernemingslust is sterker aanwezig en de omgeving en<br />
het klimaat zijn erop ingericht.”<br />
“ Voorwaarden voor ondernemingslust en<br />
creativiteit zijn in Europa niet aanwezig”<br />
U gelooft niet dat we in Europa een cultuuromslag gaan<br />
maken en net zo ondernemend kunnen worden?<br />
“Volstrekt niet. De Lissabon agenda wordt getekend en daarna<br />
gebeurt er niets meer mee. De voorwaarden voor ondernemingslust<br />
en creativiteit zijn in Europa niet aanwezig. Succes moet iets zijn wat<br />
iedereen fijn vindt, waarvoor applaus is. In Amerika maakt men lijstjes<br />
van mensen die het meest verdienen, als je bovenaan staat, komt<br />
de hele buurt langs om je te feliciteren. Hier word je in de verdachtenhoek<br />
gezet. De maatstaf voor succes is in Nederland ‘doe maar <br />
18 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 19
gewoon dan doe je al gek genoeg.’ Ik vind dat de grootste dooddoener<br />
van de eeuw, je kweekt er allemaal grijze muizen mee. Doe maar<br />
zo gek mogelijk dan doe je nog gewoon genoeg, vind ik een stuk<br />
beter. De goodwill die mensen aanmoedigt om dingen te bereiken<br />
is in landen als Nederland, België, Duitsland, Frankrijk onvoldoende<br />
aanwezig.”<br />
De vernieuwing moet dus uit Amerika komen?<br />
“En Azië. Ik begrijp het politieke en economische model van China<br />
niet helemaal, maar er heerst wel een winnaarsmentaliteit. Wij<br />
werken sinds kort met Chinezen samen omdat ze een deel van het<br />
nieuwe mobiele netwerk van KPN aanleggen. Zij werken zeven dagen<br />
per week en slapen vaak ook nog op kantoor. Elk jaar studeren er<br />
in China 600 duizend ingenieurs af die voor de helft van het geld<br />
dat wij verdienen, twee keer zo hard willen werken. Onze gebaande<br />
20 MANAGEMENT SCOPE<br />
Advertentie<br />
paden en infrastructuren zorgen ervoor dat we de wedstrijd nog even<br />
winnen. In Nederland zijn we vooral bezig met de vraag hoe we alles<br />
beter kunnen verdelen, terwijl we zouden moeten nadenken over<br />
hoe we beter kunnen concurreren. Ik zou liever meer discussies willen<br />
voeren over hoe we als Nederland of Europa de concurrentie met landen<br />
als China aangaan in plaats van de discussie over de kloof tussen<br />
arm en rijk die in Nederland veel wordt gevoerd. Amerika gaat voor<br />
een deel ook kapot aan de gevolgen van globalisering, maar reageert<br />
veel flexibeler. Zij sluiten de tent eerder en gaan in China zitten.”<br />
Vormt China een bedreiging voor KPN?<br />
”Net zoveel als voor ieder ander Nederlands bedrijf. Wij moeten er<br />
vooral veel zaken mee doen en er van leren. Keurige bedrijven als<br />
Ericsson, Nokia en Alcatel maken al lang netwerken. Maar sinds wij<br />
met de Chinezen samenwerken, hebben deze bedrijven hun prijzen<br />
moeten halveren en zijn ze overgestapt op een ander businessmodel.<br />
Anders kunnen ze niet concurreren. De druk van de nieuwe wereld is<br />
enorm.”<br />
En de consument is er beter mee af?<br />
“Uiteindelijk wel. Als je het als organisatie allemaal ook een beetje<br />
leuk vindt, kun je er plezier aan beleven. Een deel van het personeel<br />
is wel bang, zij denken dat hun bestaan op het spel staat. Dat is de<br />
verkeerde houding. KPN had in 1998 vaste telefonie, faxen en data<br />
communicatie als hoofdactiviteit. In 2008 is dat mobiele telefonie,<br />
mobiel internetten, all IP en mobiele tv. De wereld transformeert,<br />
werknemers moeten over andere competenties beschikken en vooral<br />
verandering leuk vinden.” <br />
Interviewer Philip Houben<br />
is bestuursvoorzitter van Wavin<br />
Reacties: phouben@wavin.nl<br />
© <strong>2007</strong> Accenture. All rights reserved.<br />
fl exible<br />
70%<br />
We know what it takes to be a Tiger.<br />
High performers blend rigid operating principles with<br />
a knack for changing shape. That’s just one finding<br />
from our comprehensive research on over 500 of the<br />
world’s most successful companies. For an in-depth<br />
look at our study of and experience with high performers,<br />
visit accenture.com/research<br />
unbending<br />
30%
TIONALE<br />
Tijdschriftenbon<br />
5<br />
19 april Nationale<br />
Secretaressedag<br />
Verras uw secretaresse met de<br />
Nationale Tijdschriftenbon<br />
Binnen één minuut geregeld op www.tijdschriftenbon.nl<br />
D e z e w a a r d e b o n i s g e l d i g t / m d e c e m b e r 2 0 0 9<br />
Voor een een abonnement abonnement naar keuze keuze<br />
HOE HET WERKT<br />
1. Ga naar<br />
www.tijdschriftenbon.nl<br />
2. Voer uw persoonlijke<br />
code in.<br />
3. Kies uw favoriete<br />
abonnement.<br />
10<br />
Kras uw persoonlijke code:<br />
NATIONALE<br />
Tijdschriftenbon<br />
D e z e w a a r d e b o n i s g e l d i g t / m d e c e m b e r 2 0 0 9<br />
Voor een een abonnement abonnement naar keuze keuze<br />
HOE HET WERKT<br />
1. Ga naar<br />
www.tijdschriftenbon.nl<br />
2. Voer uw persoonlijke<br />
code in.<br />
3. Kies uw favoriete<br />
abonnement.<br />
15<br />
Kras uw persoonlijke code:<br />
NATIONALE<br />
Tijdschriftenbon<br />
D e z e w a a r d e b o n i s g e l d i g t / m d e c e m b e r 2 0 0 9<br />
Voor een een abonnement abonnement naar keuze keuze<br />
HOE HET WERKT<br />
1. Ga naar<br />
www.tijdschriftenbon.nl<br />
2. Voer uw persoonlijke<br />
code in.<br />
3. Kies uw favoriete<br />
abonnement.<br />
20<br />
Kras uw persoonlijke code:<br />
NATIONALE<br />
Tijdschriftenbon<br />
Een ruime keuze uit 350 automatisch aflopende tijdschriftabonnementen.<br />
Binnen 24 uur bezorgd in een feestelijke<br />
verpakking. Bestel via www.nationaletijdschriftenbon.nl<br />
D e z e w a a r d e b o n i s g e l d i g t / m d e c e m b e r 2 0 0 9<br />
Voor een een abonnement abonnement naar keuze keuze<br />
HOE HET WERKT<br />
1. Ga naar<br />
www.tijdschriftenbon.nl<br />
2. Voer uw persoonlijke<br />
code in.<br />
3. Kies uw favoriete<br />
abonnement.<br />
25<br />
Kras uw persoonlijke code:<br />
NATIONALE<br />
Tijdschriftenbon<br />
D e z e w a a r d e b o n i s g e l d i g t / m d e c e m b e r 2 0 0 9<br />
Voor een een abonnement abonnement naar keuze keuze<br />
HOE HET WERKT<br />
1. Ga naar<br />
www.tijdschriftenbon.nl<br />
2. Voer uw persoonlijke<br />
code in.<br />
3. Kies uw favoriete<br />
abonnement.<br />
Kras uw persoonlijke code:<br />
NATIONALE<br />
Tijdschriftenbon<br />
35<br />
D e z e w a a r d e b o n i s g e l d i g t / m d e c e m b e r 2 0 0 9<br />
Voor een een abonnement abonnement naar keuze keuze<br />
HOE HET WERKT<br />
1. Ga naar<br />
www.tijdschriftenbon.nl<br />
2. Voer uw persoonlijke<br />
code in.<br />
3. Kies uw favoriete<br />
abonnement.<br />
Kras uw persoonlijke code:<br />
NATIONALE<br />
Tijdschriftenbon<br />
50<br />
D e z e w a a r d e b o n i s g e l d i g t / m d e c e m b e r 2 0 0 9<br />
Voor een een abonnement abonnement naar keuze keuze<br />
NATIONALE<br />
Tijdschriftenbon<br />
voor een abonnement naar keuze<br />
HOE HET WERKT<br />
1. Ga naar<br />
www.tijdschriftenbon.nl<br />
2. Voer uw persoonlijke<br />
code in.<br />
3. Kies uw favoriete<br />
abonnement.<br />
Kras uw persoonlijke code:<br />
Weer vreugdevuur<br />
der ijdelheid<br />
Soms denk je ergens een patroon te zien: een stevig déja vu gevoel dient zich aan.<br />
In de jaren tachtig en negentig ging het over junk bonds en leveraged buy-outs, nu<br />
overheersen begrippen als hedge funds en private equity. Eigenlijk gaat het over<br />
hetzelfde: activistische aandeelhouders die de macht willen in de bedrijven waarin<br />
ze investeren. Omdat ze vinden dat de bestuurders zitten te slapen en de potentie van hun bedrijf onvoldoende<br />
benutten.<br />
Toen noemde Tom Wolfe in zijn fameuze boek Bonfire of the vanities de helden op Wallstreet de masters of the<br />
universe. In zijn boek Liars poker had Michael Lewis het over de big swinging dicks. In de geschiedenis van de hebzucht<br />
zijn namen als Michael Milken en Ivan Boesky hier nadrukkelijk mee verbonden. In de film Wallstreet kregen<br />
ze een onvergetelijk gezicht door acteur Michael Douglas die Gordon Gekko (“Greed is good” ) speelde.<br />
Ieder tijdperk heeft zijn eigen iconen. We hebben er even op moeten wachten, maar ook deze financiële boom<br />
heeft eindelijk een gezicht gekregen. De meest zichtbare speler van dit vreugdevuur der ijdelheden heet Stephen<br />
Schwartzman, de baas/oprichter van Blackstone. In 1985 goed voor 400 duizend dollar, nu controleert Blackstone<br />
47 bedrijven met een omzet van 85 miljard dollar. Schwartzman zelf is goed voor zo’n drie miljard dollar.<br />
Als iconen zich decadent gaan gedragen is de val dichtbij<br />
Omdat banken zo ontzettend veel van deze investeerders houden, kunnen ze vier tot vijf keer hun eigen (risicodragende)<br />
inleg erbij lenen en gigantische bedragen op tafel leggen om eveneens gigantische bedrijven te kopen. Die<br />
dan in een waanzinnig tempo moeten worden gereorganiseerd, geherstructureerd of gestript. Om met forse winst<br />
weer te verkopen. Met als Nederlandse voorbeelden: VNU, PCM, Stork, Ahold en ABN Amro. In de VS lijkt het spel<br />
inmiddels in de overtreffende trap te zijn beland. De afgelopen maanden buitelden de grote spelers op de private<br />
equity-markt over elkaar heen, met nog grotere, duurdere deals. Kocht Blackstone begin dit jaar voor 39 miljard<br />
dollar het vastgoedfonds Equity Offices, een paar weken later legde Kohlberg Kravis Roberts & Co 44 miljard dollar<br />
neer voor een Texaans energiebedrijf.<br />
Hoe lang kan dit nog zo doorgaan? Zelfs een grote fan van private equity, Jack Welch, begint zich zorgen te maken:<br />
“Durfkapitalisten betalen enorm hoge prijzen voor overnames.” Zowel De Nederlandsche Bank als de Autoriteit<br />
Financiële Markten hebben de afgelopen maanden hun zorgen geuit over de snelle opmars van private equity en<br />
hedge funds. DNB-directeur Arnold Schilder stelde recent dat de toestroom van kapitaal de groei op dit moment<br />
meer drijft, dan het ruime aanbod van rendabele investeringsprojecten.<br />
Bovendien worden veel deals nog mogelijk gemaakt door de aanhoudend lage rente. Maar hoe lang blijven die zo<br />
laag? Het wordt oppassen geblazen. Voor de banken die het geld lenen (en grotendeels de risico’s weer doorverkopen).<br />
En vooral natuurlijk voor de partijen die activistische aandeelhouders van risicodragend kapitaal voorzien.<br />
Zoals de pensioenfondsen.<br />
De AFM riep: “De hype-achtige trekken baren zorgen. Het vertrouwen en de financiële stabiliteit staan op het spel.”<br />
De Tweede Kamer organiseerde zelfs een hoorzitting. Komt dit inzicht op tijd om ongelukken te voorkomen?<br />
Remmert Laan, commissaris bij KKR Private Equity Investors, zei tegen FEM/Business: “Statistisch gezien heb je om<br />
de zoveel jaar een crisis. We groeien er nu als sector heen.” En snel ook. Links en rechts slaat de paniek toe. Verschillende<br />
grote spelers (banken en hedge funds) proberen door misbruik van voorwetenschap de zakken snel te<br />
vullen. De Amerikaanse beurstoezichthouder spreekt al van: “Eén van de meest uitgebreide insider-trading operaties<br />
sinds de dagen van Ivan Boesky.”<br />
In februari spendeerde mevrouw Schwartzman miljoenen om de zestigste verjaardag van haar man op te luisteren.<br />
Rod Stewart en Patti Labelle zongen liedjes voor de vijfhonderd prominente gasten. Als iconen zich extreem decadent<br />
gaan gedragen, dan is de onvermijdelijke val meestal dichtbij.<br />
Jeroen Smit is publicist/moderator, hij schreef de bestseller Het drama Ahold, het managementboek van het jaar 2005<br />
en was hoofdredacteur van FEM/De Week. Reacties: jsmit@managementscope.nl<br />
column<br />
APRIL <strong>2007</strong> 23<br />
Tekst Jeroen Smit
ANALYSE<br />
Groei<br />
Innovatie is de motor achter groei. En concurrentie achter die<br />
van innovatie. Wat betekent dat voor de toekomst van groei?<br />
Tekst Mathijs Bouman<br />
Wetenschappers zijn slecht in het beantwoorden van simpele vragen.<br />
De bekende weg loopt in de wetenschap vaak dood. Vraag<br />
aan een natuurkundige wat zwaartekracht precies is en hij zal je<br />
bedremmeld aankijken. Vraag een psycholoog wat het bewustzijn<br />
is of een astronoom naar de oorsprong van het heelal, en ze moeten<br />
het antwoord schuldig blijven.<br />
De economische wetenschap is geen uitzondering. Hoe ontstaat<br />
economische groei? Het is de meest logische vraag die je een<br />
econoom kunt stellen, maar een simpel antwoord heeft hij niet.<br />
Waarom blijft de ene maatschappij vastzitten in armoede, terwijl de<br />
andere er in slaagt om ieder jaar weer meer te produceren? “Tja,”<br />
antwoordt de econoom, “dat is een lastige, ik bel u straks terug...”<br />
Dat ontdekte ook de Amerikaanse satiricus Patrick O’Rourke toen<br />
hij eind jaren negentig zijn bestseller Eat the Rich schreef. “Ik had<br />
een simpele vraag,” begint het boek, “waarom is het ene gebied<br />
welvarend, terwijl het andere er niets van bakt?” Met intelligentie<br />
kan het niets te maken hebben, meent O’Rourke, “want nergens<br />
op aarde zijn de mensen dommer dan in Beverly Hills, maar toch<br />
zwemmen ze daar in het geld. En terwijl in Rusland schaken een<br />
volkssport is, koken ze daar soep van stenen.” Aanwezigheid van<br />
grondstoffen is ook geen verklaring, schrijft de auteur. “Afrika<br />
heeft uranium, goud, diamanten en wat al niet meer, terwijl Scandinavië<br />
daar maar weinig van heeft, en ook nog eens bevroren is.”<br />
O’Rourke komt er niet uit.<br />
Hij bevindt zich in het goede gezelschap van de gehele economische<br />
wetenschap. Toch is de zaak niet uitzichtloos. Er zijn de afgelopen<br />
jaren een aantal puzzelstukjes ontdekt die uiteindelijk het<br />
hele plaatje zouden kunnen opleveren. Daaruit blijkt dat evidente<br />
verschillen tussen landen, zoals aanwezigheid van grondstoffen en<br />
geografische ligging, nauwelijks een rol spelen. Dat had O’Rourke<br />
goed gezien. Grote olievondsten maken Noorwegen rijk, terwijl<br />
olieland Nigeria in de armoedespiraal blijft zitten. In Zuid-Korea<br />
eten ze kaviaar, in Noord-Korea boomschors.<br />
Het eerste puzzelstukje werd in de jaren vijftig van de vorige eeuw<br />
gevonden door de latere Nobelprijswinnaar Robert Solow, toen<br />
hij een groeitheorie ontwikkelde waarin de voorraad aan kapitaalgoederen<br />
(machines, werktuigen et cetera) de centrale rol speelt.<br />
Alleen als bedrijven investeren, kan het inkomen per hoofd van de<br />
bevolking blijven stijgen. Om te investeren moeten bedrijven lenen,<br />
redeneerde Solow, dus de hoeveelheid spaargeld in een economie<br />
bepaald uiteindelijk het groeitempo. Het land met de meest spaarzame<br />
bevolking zal uiteindelijk de hoogste economische groei kennen.<br />
Een sympathieke theorie. Maar toen in de loop van de jaren zeventig<br />
de grenzen voor kapitaalverkeer in de geïndustrialiseerde wereld<br />
wegsmolten, raakten binnenlandse besparingen en investeringen<br />
ontkoppeld. Bedrijven waren niet meer afhankelijk van binnenlandse<br />
besparingen, maar konden op de internationale kapitaalmarkt<br />
lenen. Desondanks bleven er tussen landen grote verschillen in<br />
groei - in tegenspraak met de theorie van Solow.<br />
Het Eureka-moment<br />
Economen moesten op zoek naar een nieuwe verklaring van economische<br />
groei. Begin jaren tachtig schreef een jonge Amerikaanse<br />
econoom, Paul Romer, een proefschrift over het verband tussen<br />
kennis en groei. Volgens Romer zijn kennis en technologie de ware<br />
stuwkracht van economische ontwikkeling. Investeringen blijven<br />
belangrijk in zijn ‘endogene groeitheorie’, maar het maakt veel uit<br />
of het om meer van hetzelfde soort kapitaalgoederen gaat, of dat<br />
er wordt geïnvesteerd in nieuwe technologie.<br />
De belangrijkste bijdrage van Romer is dat hij laat zien hoe nieuwe<br />
technologie ontstaat. Het is in Romers wereld niet de solistische uitvinder<br />
die met een toevallig Eureka-moment de technologie een stap<br />
verder helpt. Kennis groeit in kleine stapjes, volgens processen <br />
24 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 25
die door bedrijven vrij goed te beheersen zijn. Hoe groter de voorraad<br />
technologische kennis in een economie, des te makkelijker<br />
is het om weer nieuwe kennis te laten ontstaan. Philips genereert<br />
ieder jaar veel nieuwe patenten, juist omdat het een grote kluis vol<br />
oude patenten heeft staan. Kennis leidt tot nieuwe kennis en een<br />
economie die het kunstje eenmaal door heeft, blijft volgens Romer<br />
structureel groeien.<br />
Romers inzichten hebben grote invloed op het economisch beleid<br />
gehad. Als groei ontstaat uit kennis, ligt er een taak voor de overheid<br />
om het kennisniveau van de bevolking te vergroten. Investeren<br />
in kennis en technologie betaalt zich dubbel en dwars terug, want<br />
een enkele impuls leidt tot langdurig hogere groei.<br />
Stond in de jaren zestig en zeventig het economische beleid nog in<br />
het teken van industriebeleid en bevordering van spaarzin, vanaf de<br />
jaren negentig zijn overheden overal ter wereld enthousiast aan de<br />
slag gegaan met Romers agenda. Stimuleren van R&D, technologie<br />
en innovatie werd de nieuwe hobby van politici en ambtenaren.<br />
Pleidooien voor beter onderwijs, technologiesubsidies en belastingmaatregelen<br />
om innovatie te stimuleren, staan in ieder verkiezingsprogramma.<br />
Ieder land heeft een innovatieplatform of iets wat daar<br />
op lijkt. En tientallen denktanks bedelven de hoofdsteden onder<br />
rapporten over technologiebeleid.<br />
Met - op z’n zachts gezegd - wisselende resultaten. Terwijl economen<br />
het eens zijn over het belang van R&D en innovatie, is over de<br />
effectiviteit van technologiebeleid veel minder zekerheid. Technologiesubsidies<br />
belanden vaak bij kansloze ideeën - anders had de<br />
markt ze wel gefinancierd. Belastingkortingen worden geïncasseerd<br />
voor projecten die zonder overheidssteun ook waren doorgegaan.<br />
Vaak neemt het management van een innovatief bedrijf eerst de<br />
beslissing om geld te steken in een bepaalde nieuwe technologie,<br />
en besluit de financiële man pas daarna ook nog even subsidiegeld<br />
aan te vragen.<br />
Keihard gevecht<br />
Er is ook een fundamenteler probleem. De theorie van Romer gaat<br />
er stilzwijgend van uit dat nieuwe kennis en technologie automatisch<br />
opborrelt uit oudere kennis en technologie. In werkelijkheid<br />
is het een taai en moeizaam proces dat van veel externe factoren<br />
afhankelijk is. Geld uitdelen aan bedrijven en universiteiten in de<br />
hoop dat de groeimotor zal aanslaan, heeft alleen zin als de factoren<br />
kloppen.<br />
Allereerst moet de overheid zorgen voor de juist instituties. Het<br />
rechtsysteem moet toegankelijk en eerlijk zijn, zodat de uitvinder en<br />
investeerder de vruchten van het werk plukken, en niet een oneerlijke<br />
concurrent of corrupte ambtenaar. Patenten, licenties en andere<br />
juridische regels rond eigendom moeten perfect in orde zijn. Je kunt<br />
nog zoveel technologiesubsidies geven, zolang de innovator niet<br />
zeker is dat de opbrengst van zijn inspanningen uiteindelijk op zijn<br />
eigen bankrekening terecht komt, blijft hij op z’n handen zitten.<br />
Dat klinkt evident, maar de regeringsleiders van de Europese Unie<br />
zien het verband nog altijd niet. Terwijl zij hoogdravende ambities<br />
over ‘de meest vernieuwende economie ter wereld in 2010’ formuleren,<br />
en de subsidiekraan in Brussel wijd opengaat, verzuimen zij<br />
al jaren om een simpel EU-patent te regelen. Door ruzie over het<br />
aantal talen waarin zo’n gemeenschapsoctrooi zou moeten worden<br />
gesteld (logisch lijkt één: Engels), komt het maar niet van de grond.<br />
Patenteren van een uitvinding in alle landen van de Europese Unie<br />
blijft daardoor een omslachtige en kostbare zaak.<br />
Minstens zo belangrijk als goede instituties is een flexibele economie.<br />
In 2002 schreef de invloedrijke Amerikaanse econoom William<br />
Baumol het boek The free-market innovation machine. Daarin legt<br />
de tachtigjarige auteur met jeugdige geestdrift uit dat alleen het<br />
marktmechanisme voor innovatie kan zorgen. Alleen in een kapitalistische<br />
economie, waarin ondernemerschap en concurrentie alle<br />
ruimte krijgen, kan zich ‘het wonder van de economische groei’<br />
voltrekken. Volgens Baumol zijn het vooral de grotere bedrijven die<br />
voor de benodigde dynamiek zorgen. Het keiharde gevecht tussen<br />
oligopolistische bedrijven is de motor van innovatie en dus ook van<br />
groei. Gevechten als die tussen Toyota en General Motors, Airbus<br />
en Boeing, Apple en Microsoft, Google en Yahoo, zorgen dat de<br />
technologische grens steeds verder komt te liggen. Zonder rücksichtsloze<br />
concurrentie geen innovatie, en zonder innovatie geen<br />
groei.<br />
Maar dan moet die concurrentie natuurlijk wel de kans krijgen.<br />
Pogingen van overheden om bedrijven te beschermen tegen het<br />
harde gevecht op de markt brengen daarom de economische<br />
groei in gevaar. Het gebeurt vaak met de beste bedoelingen, maar<br />
afschermen van binnenlandse markten, subsidiëren van noodlijdende<br />
bedrijven en belemmeren van marktwerking hebben uiteindelijk<br />
tot gevolg dat de innovatiemachine van Baumol afslaat en de groei<br />
terugvalt. De overheid zou er juist voor moeten zorgen dat de druk<br />
op het eigen bedrijfsleven zo hoog mogelijk wordt opgevoerd, door<br />
scherp te letten op marktmisbruik en concurrentie vanuit het buitenland<br />
te verwelkomen.<br />
Nederland laat het liggen<br />
Dat laatste heeft Nederland traditioneel altijd al gedaan. Het<br />
bedrijfsleven is het gevecht op de wereldmarkt nooit uit de weg<br />
gegaan, en de dynamiek die dat teweeg bracht heeft ons een<br />
flink aantal innovatieve multinationals opgeleverd die zich kunnen<br />
meten met de mondiale concurrentie.<br />
Op andere terreinen is er echter nog een wereld te winnen voor de<br />
Nederlandse economie.<br />
Als Romer gelijk heeft, en R&D de drijvende kracht is achter groei,<br />
laat Nederland veel kansen liggen. De totale uitgaven aan R&D<br />
bedragen zo’n 1,8 procent van het Nederlandse bruto binnenlands<br />
product. Het gemiddelde in de Oeso, de club van de dertig belangrijkste<br />
industriële landen, is 2,3 procent. In de succeseconomie van<br />
Finland wordt maar liefst 2,5 procent van het bbp aan R&D uitgegeven.<br />
Ook andere indicatoren laten zien dat Nederland achterblijft.<br />
Volgens berekeningen van de Oeso bedragen de Nederlandse<br />
uigaven aan kennis (de som van R&D, hoger onderwijs en software)<br />
3,8 procent van het bbp. Gemiddeld is dat 5,1 in de Oeso, en in<br />
Finland zelfs 6,1 procent. Van iedere duizend Nederlandse werknemers<br />
zijn er 5,2 onderzoeker. In de dertig Oeso-landen is dat<br />
gemiddeld 8,3, terwijl er meer dan 17 Finse onderzoekers op iedere<br />
duizend werknemers rondlopen.<br />
Alleen op het gebied van patenten scoort Nederland bovengemiddeld.<br />
Per miljoen inwoners hebben Nederlandse bedrijven een kleine<br />
zestig zogenoemde ‘patentfamilies’ in handen. Dit zijn groepen<br />
bij elkaar horende patenten en volgens de statistici van de Oeso<br />
een betere indicator dan het het aantal afzonderlijke patenten.<br />
Het gemiddelde aantal patentfamilies in de Oeso bedraagt 54 per<br />
miljoen inwoners. Nederland doet het wat dat betreft bovengemiddeld<br />
- vooral dankzij patentenfabriek Philips. In Finland, overigens,<br />
staat de teller op 114.<br />
Gelukkig valt de relatief geringe Nederlandse R&D wel in een<br />
vruchtbare bodem. Als goed gedefinieerde eigendomsrechten, vrij<br />
ondernemerschap en marktwerking voorwaarden zijn voor succesvolle<br />
innovatie heeft Nederland veel potentie. Een van de meest<br />
brede indicatoren van economische vrijheid is de Index of <br />
26 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 27
economic freedom van de Amerikaanse Heritage Foundation. Volgens<br />
die ranglijst hoort Nederland bij de landen met een ‘grotendeel<br />
vrije’ economie. In landen als de Verenigde Staten, Groot-Brittannië<br />
en Zwitserland hebben ondernemers nog meer vrijheid, maar<br />
met een veertiende plaats hoort Nederland toch bij de mondiale<br />
subtop.<br />
Om die potentie te kunnen benutten, moeten de uitgaven aan<br />
onderwijs en onderzoek in Nederland omhoog - tenminste als we<br />
de economen geloven. De één miljard die het nieuwe kabinet extra<br />
uittrekt voor onderwijs is een goed begin. Maar niet meer dan dat.<br />
Om de achterstand in te lopen - of beter: om te zetten in een voorsprong<br />
- is meer geld nodig. Om bijvoorbeeld de uitgaven aan kennis<br />
op Fins peil te brengen, moet Nederland 2,3 procentpunt van het<br />
bbp extra uittrekken. Dat is ongeveer 11 miljard euro. De overheid<br />
hoeft dat bedrag niet helemaal voor haar rekening te nemen, het<br />
bedrijfsleven kan natuurlijk ook bijdragen.<br />
Bovendien is de vrije economie iets waarvoor iedere dag moet worden<br />
gevochten. Politici en ambtenaren hebben van nature een onbedwingbare<br />
drang tot regelen en organiseren. Abstracte zaken als<br />
marktwerking en vrij ondernemerschap delven al snel het onderspit<br />
als de burger klaagt over het bedrijfsleven of als belangengroepen<br />
lobbyen om staatsteun en bescherming van markten. Het is dan ook<br />
geen best teken dat in het regeerakkoord van het nieuwe kabinet<br />
het woord marktwerking geen enkele keer voorkomt. Jaren geleden<br />
klaagde toenmalig eurocommissaris Frits Bolkestein al dat er op het<br />
Nieuwe Arbowet: Meer maatwerk, minder regels<br />
Op 1 januari <strong>2007</strong> wordt de nieuwe Arbowet van kracht. Met deze<br />
wet krijgen werkgevers en werknemers meer mogelijkheden om<br />
samen het arbeidsomstandighedenbeleid binnen de sector of de<br />
onderneming in te vullen. Er komt dus meer ruimte voor maatwerk,<br />
met als uiteindelijk resultaat: verbetering van de veiligheid<br />
en gezondheid op de werkvloer.<br />
Werkgevers en werknemers krijgen gezamenlijk de mogelijkheid<br />
een effectiever arbobeleid op te stellen: samen beter aan de slag.<br />
Meer informatie? Kijk op www.arbonieuwestijl.nl.<br />
Arbonieuwestijl.nl samen beter aan de slag<br />
28 MANAGEMENT SCOPE<br />
Waarom een nieuwe Arbowet?<br />
De Arbowet wordt aangepast om een aantal redenen. Zo wil de<br />
overheid de arboregels eenvoudiger en gemakkelijker uitvoerbaar<br />
maken. Want door de huidige gedetailleerde regels zien<br />
werkgevers vaak door de bomen het bos niet meer. Daarom<br />
komt er meer ruimte voor maatwerk en eigen inbreng van<br />
werkgevers en werknemers. Daarnaast wil het kabinet de<br />
administratieve lasten voor bedrijven verminderen. Ook zal de<br />
nieuwe Arbowet beter aansluiten bij het verzuim- en reïntegratiebeleid.<br />
Wat verandert er?<br />
Door minder gedetailleerde regels en meer maatwerk krijgen<br />
werkgevers en werknemers samen de mogelijkheid om het arbobeleid<br />
toe te spitsen op de situatie in hun eigen bedrijf of branche.<br />
De overheid stelt voor de nieuwe Arbowet doelvoorschriften op<br />
waarin is vastgelegd welke bescherming bedrijven moeten bieden<br />
aan werknemers. Voor een klein bedrijf heeft ziekte of arbeidsongeschiktheid<br />
van een werknemer grote (financiële) gevolgen, maar<br />
er is vaak weinig tijd om de hele regelgeving uit te zoeken. Daarom<br />
is het goed dat de Arbowet voor maatwerk zorgt. Werknemers<br />
en werkgevers uit een bepaalde branche of van een onderneming<br />
bepalen voortaan zelf op welke manier zij invulling geven aan deze<br />
doelvoorschriften. De werkgever voert hierover overleg met de<br />
ondernemingsraad of personeelsvereniging. De gekozen invulling<br />
wordt vervolgens vastgelegd in een zogeheten arbocatalogus.<br />
Advertentie<br />
Werknemers en werkgevers bepalen voortaan zelf op welke manier zij<br />
invulling geven aan de nieuwe Arbowet.<br />
Arbocatalogi<br />
In een arbocatalogus staan de verschillende manieren beschreven<br />
waarop werkgevers kunnen voldoen aan de doelvoorschriften die<br />
de overheid stelt. Bijvoorbeeld: beschrijvingen van technieken en<br />
methoden, goede praktijken, normen en praktische handleidingen.<br />
De verantwoordelijkheid voor het opstellen en bekendmaken van<br />
de arbocatalogi ligt bij de werkgevers en werknemers (of organisaties<br />
van werkgevers en werknemers, bijvoorbeeld binnen een<br />
bepaalde sector). Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid<br />
voert vervolgens een marginale toets uit, ondermeer om<br />
te bezien of bij navolging van de catalogus wordt voldaan aan de<br />
wettelijke doelvoorschriften. De bestaande beleidsregels worden<br />
ingetrokken zodra werkgevers en werknemers een positief<br />
getoetste arbocatalogus hebben opgesteld voor hun sector.<br />
De Arbeidsinspectie controleert de handhaving van de wet- en<br />
regelgeving. Als er een positief getoetste arbocatalogus is, neemt<br />
zij deze als referentiekader bij de inspecties. Hoe een inspectie<br />
verloopt en welke verplichtingen een werkgever heeft, kan men<br />
terug vinden in speciale branchebrochures die de Arbeidsinspectie<br />
opstelt. Bij overtredingen legt de Arbeidsinspectie boetes op die<br />
een stuk hoger liggen dan voorheen.<br />
061129_225x285 Ondernemen MKB.in1 1 29-11-2006 11:07:30<br />
terrein van de marktwerking in Nederland een poolwind was opgestoken.<br />
De afgelopen tijd is die alleen maar verder aangewakkerd.<br />
Het Wal-Mart-effect<br />
Een goed voorbeeld van hoe de Hollandse regelzucht economische<br />
groei in de weg zit, is te vinden in de detailhandel. Het Nederlandse<br />
winkelbedrijf is een van de minst efficiënte van Europa. Volgens<br />
cijfers van de Oeso ligt de toegevoegde waarde per werknemer<br />
twintig procent onder het EU-gemiddelde, en zelfs veertig procent<br />
onder dat van landen als Duitsland, Finland en Zweden. De reden<br />
is volgens de Oeso dat in Nederland de winkels relatief klein zijn,<br />
waardoor investeringen in ict hier minder snel rendabel zijn. Dat de<br />
detailhandel hier niet de benodigde schaal kan bereiken, komt niet<br />
omdat het publiek zo graag in kleine winkels shopt, maar door de<br />
vestigingsregels. De grote hypermarkten aan de rand van de stad,<br />
die de detailhandel in andere landen zo efficiënt maakt, wordt in<br />
Nederland onmogelijk gemaakt door wet- en regelgeving. Uit angst<br />
dat de binnensteden zullen leeglopen, doet de overheid er alles aan<br />
om supermarkten in de stad te houden. Dat als gevolg daarvan de<br />
sector technologisch achterblijft, wordt daarbij uit het oog verloren.<br />
Positief geformuleerd: de Nederlandse detailhandel heeft nog veel<br />
groeipotentie. Als de vestigingsregels worden versoepeld, kan dat<br />
de arbeidsproductiviteit een flinke impuls geven. Net zoals in de<br />
technologische ontwikkelingen in de Amerikaanse detailhandel<br />
dat gedurende de tweede helft van de jaren negentig voor de<br />
Amerikaanse economie deed. Volgens berekeningen van McKinsey<br />
is een kwart van de Amerikaanse productiviteitsgroei in die periode<br />
te danken aan de detailhandel. Het Wal-Mart-effect, zo doopten de<br />
onderzoekers dit fenomeen. Investeringen in ict betalen zich in de<br />
VS dubbel en dwars terug, juist vanwege de grote schaal waarop<br />
Amerikaanse bedrijven als Wal-Mart kunnen opereren. Door de<br />
Nederlandse winkels kunstmatig klein te houden, kortwiekt de<br />
overheid economische groei.<br />
Naast de vestigingsregels gaat er nog veel meer mis in Nederland.<br />
De hoge administratieve lastendruk, de wildgroei aan instanties die<br />
het bedrijfsleven controleren - en voor de voeten lopen, de starre<br />
ontslagbescherming die bedrijven terughoudend maakt om het<br />
personeelsbestand uit te breiden, een immigratiedienst die maar<br />
mondjesmaat buitenlandse kenniswerkers binnenlaat.<br />
Er is weinig fantasie voor nodig om de<br />
lijst met Nederlandse groeibelemmeringen aan te<br />
vullen.<br />
Dat komt niet door onwil van de overheid. Het<br />
streven van politici en ambtenaren om de economische<br />
groei alle kans te geven, is oprecht. Maar<br />
in de dagelijkse beslommeringen van politiek en<br />
beleid raakt dat streven vaak ondergesneeuwd.<br />
De les voor de beleidsmakers moet dan ook niet<br />
zijn dat economen niet weten waar economische<br />
groei vandaan komt. Maar wel dat ze langzamerhand<br />
een goed idee hebben van wat die<br />
groei tegenwerkt. Gierigheid op het gebied van<br />
onderwijs en R&D en het belemmeren van vrije<br />
markten en ondernemerschap vormen een gegarandeerd<br />
recept voor economische stagnatie. Het<br />
is als motto te lang om boven de ingang van alle<br />
Haagse ministeries te schilderen, maar het zou<br />
niet misstaan. <br />
Restart<br />
Nederland<br />
Vanaf nu is USG Restart de nieuwe én vertrouwde partner op<br />
de arbeidsmarkt. Voortgekomen uit United Restart, Carela en<br />
Accea. Of het nu gaat om re-integratie, outplacement,<br />
jobcoaching, assessments, HR-detachering of recruitment:<br />
USG Restart biedt totaaloplossingen voor alle<br />
arbeidsvraagstukken. En dat geldt voor u als bedrijf of<br />
overheidsinstantie, maar ook voor werknemers én<br />
werkzoekenden. Maak ook een goed begin en bel voor<br />
een afspraak met één van onze persoonlijke adviseurs.<br />
Kijk op www.usgrestart.nl voor een vestiging bij u in<br />
de buurt. U kunt ook met ons hoofdkantoor contact<br />
opnemen: 036 529 98 21.<br />
Wij komen graag bij u langs om uw mogelijkheden<br />
in kaart te brengen!<br />
Waar wilt u<br />
beginnen?<br />
een goed begin
gilissen.nl<br />
Uw financiële<br />
toekomst plannen<br />
in een uur?<br />
Ja, en nu weer<br />
even serieus.<br />
Het opstellen van een persoonlijk vermogensplan is een serieuze zaak. Zeker als het<br />
om een serieus vermogen gaat. Daar moet je dus ruim de tijd voor nemen. En dat is<br />
zolang als het duurt. Wilt u dat wij ruim de tijd nemen voor úw financiële toekomst?<br />
Bel dan (020) 527 67 67 voor een afspraak of mail privatebanking@gilissen.nl<br />
Serious money. Taken seriously.<br />
Rijkman Groenink Joop Wijn Bert Heemskerk<br />
Exit per sms<br />
Er zijn twee dingen die je niet per sms doet: een einde maken aan je relatie en een medewerker ontslaan. Maar bij<br />
ABN Amro vinden ze blijkbaar dat in werknemersliefde en arbeidsverhoudingen alles is geoorloofd. Een aantal jaar<br />
geleden kreeg een substantieel deel van de medewerkers al per brief te horen dat ze ‘misbaar’ waren en onlangs<br />
greep Paul Aukema van ABN Amro op vrijdagavond zijn mobieltje om ondergeschikte Bob Emanuels te ontslaan,<br />
hoofd trading voor de afdeling particulieren. ‘Je hoeft maandag niet meer te komen,’ luidde de boodschap. Vrij<br />
vertaald in sms-taal: B BB, WW en WB (Beste Bob, Wegwezen en wegblijven). Met welk emoticon zou Emanuels<br />
zijn baas geantwoord hebben:-( of >=< (heel boos)? Vast dat laatste, want Emanuels stapte direct naar de kortgedingrechter,<br />
die hem in het gelijk stelde. Volgens Emanuels zou hij de w8 zijn aangezegd omdat ‘zijn stijl van leidinggeven<br />
niet past binnen de cultuur van de bank’. Gezien de kille manier waarop de bank met haar mensen omgaat, is<br />
dat eerder een geuzencompliment dan een diskwalificatie. Topman Rijkman Groenink hoeft straks dan ook niet raar<br />
staan te kijken als ook hij een vervelend sms’je krijgt. De onduidelijke strategie en achterblijvende beurskoers van ABN<br />
Amro hebben inmiddels geleid tot een kritische brief van hedge fund TCI, met het dringende verzoek tot opsplitsing.<br />
De commissarissen van ABN Amro kunnen de hongerige wolf misschien alleen nog op afstand houden door Groenink<br />
uit de trojka te gooien. Dat slechtnieuwsgesprek hoeft president-commissaris Arthur Martinez slechts één druk op<br />
de knop te kosten: SRRY RKMN, X-it.<br />
Tegen de achtergrond van een dergelijke cultuur is het eigenlijk helemaal niet zo raar dat Joop Wijn, ex-minister van<br />
Economische Zaken, zich meer thuis voelt bij de Rabobank. Voordat hij fulltime de politiek inging, werkte Wijn vier<br />
jaar bij ABN Amro. Nu hij geen zin blijkt te hebben in het voorzitterschap van de CDA-fractie, zou je denken dat hij<br />
vanuit Den Haag direct zou doorrijden naar de Zuidas, of een stukje eerder zou afslaan, bij Schiphol. Bij beide organisaties<br />
zou het ontvangstcomité al klaar hebben gestaan voor boy wonder Wijn. In plaats daarvan kiest de ‘jeune<br />
premier’ van de christendemocraten voor het maatschappelijke karakter en de solide financiering van de Rabobank,<br />
waar hij een directiepost gaat vervullen en aan de raad van bestuur gaat rapporteren. Rabo-topman Bert Heemskerk<br />
zal wel blij zijn dat hij deze triple-A-kandidaat heeft weten binnen te halen.<br />
Twee cfo’s op een kussen<br />
De kwalificatie AAA is overigens niet altijd een aanbeveling. Bij financiële man Maarten ‘Triple A’ Henderson<br />
stonden die letters destijds voor ‘autistisch, arrogant en autoritair’. Dat was in de tijd dat Henderson als cfo van KPN<br />
mede-architect was van het miljardenverslindende UMTS- en acquisitiebeleid dat het bedrijf bijna te gronde richtte.<br />
Hij hielp redder Ad Scheepbouwer vervolgens wel de rommel opruimen voordat hij overstapte naar Nuon, dat hij<br />
rijp zou gaan maken voor een beursgang. Krap een jaar later was hij er alweer weg. Net op tijd, nu de Nuon-top<br />
onthoofd blijkt te worden in de voorgenomen fusie met Essent. Niet alleen Nuon-topman Ludo van Halderen, maar<br />
ook Hendersons opvolger, Doede Vierstra, staat straks op straat. Henderson zelf lijkt alleen te zijn weggegaan om<br />
zijn hoofd in een nog grotere strop te steken. Hij wordt tot medio 2008 cfo van Getronics en volgt daarmee financiële<br />
man Theo Janssen op, die geen zin had in een tweede Ahold. En daar begint het wel op te lijken, met een<br />
forse afboeking die al veel eerder had moeten plaatsvinden en een onderzoek van de AFM naar verzwegen fraude<br />
bij de Italiaanse dochter. In plaats van topman Klaas Wagenaar naar huis te sturen, kiezen de commissarissen onder<br />
leiding Jeroen van Smit Rinus is publicist/moderator, Minderhoud nu hij voor schreef een door de bestseller de wol Het geverfde drama cfo Ahold, die de het ceo managementboek<br />
tegenspel kan bieden. De vraag is<br />
of van die het oplossing jaar 2005 afdoende en was hoofdredacteur is. Want ook Wagenaar van FEM/De heeft Week. een Reacties: achtergrond jsmit@managementscope.nl<br />
als financiële man en deed ooit het licht uit<br />
bij het onfortuinlijke Baan Company. Been there, done that. Wagenaar zal zich dan ook niet snel laten corrigeren. De<br />
commissarissen van Getronics lijken bovendien voorbij te gaan aan een oude wijsheid: twee cfo’s op een kussen, daar<br />
slaapt de duivel tussen.<br />
APRIL <strong>2007</strong> 31 wandelgangen
Freelance Finance Professional?<br />
Door onze jarenlange focus op de arbeidsmarkt van<br />
financiële professionals, zijn wij dé specialist van interim<br />
finance professionals in Nederland. Wij garanderen dat<br />
u binnen 24 uur de gewenste interim finance professional<br />
beschikbaar heeft voor inzet in uw organisatie.<br />
Steens & Partners Interim Finance Consultants biedt<br />
vanuit een heldere visie ondersteuning aan bedrijven en<br />
organisaties op financieel-organisatorisch gebied. Wij<br />
richten ons hierbij op het optimaliseren en inrichten<br />
van de processen en het bieden van continuïteit in de<br />
financiële bedrijfsvoering. Onze organisatie kan snel<br />
inspelen op ontwikkelingen binnen uw organisatie.<br />
Financieel Interim <strong>Management</strong> Advies<br />
________________________________________________<br />
Onderscheidend Specialist in Financiële Professionals<br />
Steens & Partners Interim Finance Consultants biedt<br />
interim finance oplossingen op een aantal specifieke<br />
gebieden:<br />
Uitvoering van complexe financiële- en<br />
administratieve werkzaamheden<br />
Doorvoering directiebesluiten en nieuwe<br />
regelgevingen<br />
Interim management en projectleiding<br />
Advisering en ondersteuning bij<br />
strategische bedrijfsvoering en<br />
besluitvorming<br />
Amsterdam Rotterdam T 010-289 7666 E interim@steens.nl<br />
WWW.STEENS.NL<br />
BESTUURDERS IN<br />
NAAM BEDRIJF FUNCTIE REDEN PER VOORHEEN<br />
Coorens, Eric Macintosh Retail Group lid RvB benoeming 01-06-07 ceo Kwantum Benelux<br />
Hele, John ING Groep cfo opvolging 24-<strong>04</strong>-07 vice-cfo ING Groep<br />
Henderson, Maarten Getronics cfo ad-interim opvolging 01-<strong>04</strong>-07 cfo ad-interim Debitel AG<br />
Rusckowski, Steve Philips lid RvB benoeming 01-<strong>04</strong>-07 blijft ceo Philips Medical Systems<br />
Strijbos, Theo Macintosh Retail Group lid RvB benoeming 01-05-07 cfo Dixons Groep<br />
Timmermans, Koos ING Groep lid RvB benoeming 24-<strong>04</strong>-07 vice-CRO ING Groep<br />
Ventress, Peter Buhrmann lid RvB benoeming 12-<strong>04</strong>-07 president Buhrmann Corporate Express Europe<br />
Wijn, Joop Rabobank Nederland directeur benoeming 01-06-07 staatssecretaris Economische Zaken<br />
BESTUURDERS UIT<br />
NAAM BEDRIJF FUNCTIE REDEN PER NIEUWE FUNCTIE<br />
Maas, Cees ING Groep cfo pensioen 24-<strong>04</strong>-07 blijft adviseur RvB ING Groep<br />
Nieuwenhuyzen, van, Gilles CSM lid RvB oriënteert zich op nieuwe functie 01-05-07 niet bekend<br />
Stevens, Stef Macintosh Retail Group lid RvB pensioen 01-07-07 niet bekend<br />
Wiel, van de, Lambert Macintosh Retail Group lid RvB pensioen 01-07-07 niet bekend<br />
Wilderbeek, Toon Akzo Nobel lid RvB afsplitsing Organon BioSciences 28-02-07 ceo Organon BioSciences<br />
COMMISSARISSEN IN<br />
NAAM BEDRIJF FUNCTIE REDEN PER BASIS<br />
Beusmans, Bart Unilever Nederland voorzitter RvC opvolging 27-02-07 lid RvB Stichting Universiteitsfonds Twente<br />
Bruzelius, Peggy Akzo Nobel lid RvC benoeming 25-<strong>04</strong>-07 lid RvC Syngenta Global<br />
Burgmans, Antony Aegon lid RvC opvolging 25-<strong>04</strong>-07 lid RvC Akzo Nobel<br />
Connolly, John Deloitte voorzitter RvC opvolging 01-06-07 ceo Deloitte UK<br />
Groenink, Rijkman Shell lid RvC opvolging 16-05-07 ceo ABN Amro<br />
Peijs, Karla Aegon lid RvC opvolging 25-<strong>04</strong>-07 commissaris van de Koningin Zeeland<br />
Prondzynski, von, Heino Philips lid RvC benoeming 29-03-07 voormalig ceo Roche Diagnostics<br />
COMMISSARISSEN UIT<br />
NAAM BEDRIJF FUNCTIE REDEN PER BASIS<br />
Cohen, Abraham Akzo Nobel lid RvC termijnen verstreken 01-05-07 voorzitter RvC Vasomedical<br />
Hartog, den, Cees Stork lid RvC geen herbenoeming 02-03-07 adviseur RvC Stork<br />
Hoogendoorn, Piet Deloitte voorzitter RvC pensioen 31-05-07 geen<br />
Lede, van, Cees Akzo Nobel lid RvC beperking aantal commissariaten 01-05-07 voorzitter RvC Heineken<br />
Loudon, Aarnout Shell lid RvC pensioen 16-05-07 lid RvA Allianz AG<br />
Mérieux, Alain Akzo Nobel lid RvC persoonlijke redenen 01-05-07 ceo BioMérieux<br />
Slechte, Jan Fortis lid RvC termijn verstreken 23-05-07 lid Stichting Continuïteit Fortis<br />
Vogelaar, Ella Unilever Nederland voorzitter RvC nieuwe functie 27-02-07 minister van Integratie<br />
Bestuursmutaties: redactie@managementscope.nl<br />
APRIL <strong>2007</strong> 33 komen&gaan
INTERVIEW<br />
Partners moeten zich aanpassen<br />
Zelf werkt ze zestig uur, maar haar personeel mag niet meer dan<br />
veertig uur werken. Anja Groeneveld, executive managing director<br />
partner van Accenture, gaat voor groei. Maar dat het personeel<br />
zich rotwerkt, is niet de manier.<br />
Interview Jeanine van der Vlist | Tekst Leo Klaver | Fotografie Sjaak Ramakers<br />
Een opmerking van een Delftse professor tijdens een introductiedag<br />
aan de TU over zijns inziens slechte mogelijkheden om als architect<br />
aan de slag te kunnen, maakte dat Anja Groenewoud - daardoor nu<br />
partner bij Accenture - besloot na haar middelbare schooltijd economie<br />
te gaan studeren aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Niet<br />
dat ze het in Amsterdam niet naar haar zin zou hebben. Integendeel,<br />
ze straalt plezier uit, zit vol ambitie en heeft meer dan zin in haar nog<br />
redelijk nieuwe functie als eerste vrouwelijke country manager director<br />
bij Accenture Nederland en managing director van de Nederlandse<br />
Resources Operating Group. Maar ze geeft het eerlijk toe, ze was<br />
toch liever architect geworden. Haar voorliefde voor het inrichten van<br />
ruimten heeft ze overigens binnen de adviesorganisatie niet helemaal<br />
hoeven te bedekken. Het bestaande pand van Accenture aan de<br />
Apollolaan is mede gerealiseerd volgens haar denkbeelden, en ook<br />
het nieuwe Accenturekantoor in Amsterdam-Zuid zal ideeën van haar<br />
over architectuur in zich dragen.<br />
Het nieuwe kantoor betrekt het adviesbedrijf omdat de Apollolaan te<br />
klein is geworden. Accenture Nederland is in vijf jaar tijd dubbel zo<br />
groot geworden. Zowel wat betreft omzet (369 miljoen euro in 2006)<br />
als personeel (2000 eind 2006). Daarmee deed en doet de organisatie<br />
in ieder geval wat betreft groei van het aantal medewerkers het<br />
beter dan collega ict-bedrijven als Getronics, Atos Origin, LogicaCMG<br />
of Cap Gemini. Deze ict-leveranciers zagen in het jaar 2005 bijvoorbeeld<br />
hun headcount dalen. ict-bedrijven als IBM, Ordina, Centric of<br />
EDS konden hun headcount weliswaar omhoog zien komen, maar<br />
toch niet zo stevig als Accenture dat deed.<br />
“ Uitbesteden van bedrijfsprocessen zorgt<br />
voor toegevoegde waarde”<br />
Wat doet Accenture beter waardoor het harder groeit dat<br />
andere adviesbureaus?<br />
“Op onze website staat dat Accenture een high performance-organisatie<br />
is die optimaal gebruik maakt van haar mogelijkheden om<br />
de langetermijndoelstellingen te behalen en om concurrenten te<br />
overtreffen. Het antwoord op je vraag ligt daarin besloten. Richting<br />
klanten doen we hetzelfde. We willen met organisaties samenwerken<br />
om ze door middel van innovaties een high performance business te<br />
laten zijn en te blijven. Organisaties waarvoor we werken zien dan<br />
ook dat hun bedrijfsresultaten omhoog gaan, vooral omdat ze na<br />
onze gezamenlijke inspanningen kunnen beschikken over efficiënter<br />
werkende bedrijfsprocessen. Vooral bij outsourcing is dat goed<br />
zichtbaar. Het uitbesteden van bedrijfsprocessen, business proces<br />
outsourcing, zorgt voor veel toegevoegde waarde. Vroeger besloten<br />
organisaties vaak om redenen van kostenbesparing uit te besteden,<br />
maar het gaat ze steeds meer om het binnenhalen van extra kennis.<br />
Wij hebben die extra kennis. We besteden niet voor niets ongeveer<br />
vier procent van onze omzet aan het opleiden van onze mensen.”<br />
Dat alles doen andere bureaus in meer of mindere mate uiteraard<br />
ook. Wat is het geheim van uw organisatie?<br />
“Misschien is dat wel omdat de verbeteringen die we doorvoeren in<br />
bedrijfsprocessen meetbaar zijn. Neem bijvoorbeeld een hr-proces dat<br />
we onlangs voor een organisatie hebben geoptimaliseerd. Een analyse<br />
leerde daar dat zeventig procent van de vragen die medewerkers<br />
stelden, simpele standaardvragen waren. Die worden nu via internet<br />
beantwoord. Doordat de hr-afdeling zich niet meer met deze onderwerpen<br />
hoeft bezig te houden, is er meer tijd om mensen persoonlijk<br />
en direct antwoord te geven op meer ingewikkelde vraagstukken,<br />
zoals pensioenen dat kunnen zijn. Dat betekent dus voor dit bedrijf<br />
een efficiënter maar ook een klantvriendelijker hr-proces. In recrutingprocessen<br />
is een betere sturing te verkrijgen als je weet, en dat ook<br />
administratief vastlegt, waarom potentieel nieuwe medewerkers juist<br />
wel besluiten om bij je organisatie te gaan werken, of waarom ze<br />
toch voor een andere werkgever kiezen. Voor een organisatie kan<br />
het kunnen beschikken over dit soort informatie het verschil <br />
34 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 35
Anja Groenwoud (44)<br />
Country Managing Director Accenture Nederland<br />
Opleiding: bedrijfseconomie Erasmus Universiteit Rotterdam<br />
Loopbaan: als graduate bij Accenture begonnen en in<br />
2000 partner<br />
Nevenactiviteiten: verantwoordelijk voor Resources Operating<br />
Group in Nederland<br />
Hobby’s: geen<br />
Thuis: getrouwd en een dochter van negen<br />
uitmaken tussen groeien of stilstaan. Nog een voorbeeld, een industriëel<br />
bedrijf kan een snelle start maken als we een ERP-systeem<br />
implementeren dat, omdat de inrichting daarvan is gebaseerd op<br />
onze benchmarkstudies, slechts voor twintig procent maatwerk hoeft<br />
te zijn. De overige tachtig procent van de bedrijfsprocessen kan direct<br />
profiteren van de mogelijkheden van het ERP-systeem. Dat soort verbeteringen<br />
zijn meetbaar.”<br />
Waar haalt Accenture zijn kennis vandaan?<br />
“Uit zijn mensen. Accenture wereldwijd kent een global delivery netwerk<br />
met daarin 45 locaties waarin expertise op specifieke terreinen<br />
bijeen wordt gebracht. Zo is Praag het centrum voor financiële kennis,<br />
Bratislava weet alles van ERP, in India zit veel ict-kennis en Milaan<br />
weet het nodige van datamining en CRM. Zoals gezegd, investeren<br />
wij veel in onze mensen die met hun studie en hun ervaring weten<br />
hoe het bij klanten beter kan. Dat plaatst onze medewerkers overigens<br />
ook vaak voor een dilemma. Wij denken dat het beter kan,<br />
maar soms begrijpt de klant dat nog niet, of is de organisatie nog<br />
niet zo ver. Dan kan onze blinde passie ook wel eens vermoeiend zijn<br />
voor de klant. Wij zijn bijtertjes die ons houden aan onze definitie<br />
van goed stewardship: de plek beter achterlaten dan zoals we deze<br />
gevonden hebben. Een mooi voorbeeld van dit laatste is misschien<br />
wel het digitale incheck-systeem zoals we dat op Schiphol hebben<br />
geïmplementeerd waardoor het inchecken een stuk sneller gaat,<br />
zeker voor mensen die alleen handbagage bij zich hebben. Dit voorbeeld<br />
wordt nu door vele andere luchtvaartmaatschappijen gevolgd.”<br />
Betekent dat ook niet dat de mogelijkheden van groei van<br />
Accenture in hoge mate wordt bepaald door zijn vermogen<br />
om nieuwe mensen aan te trekken? Gezien de grote tekorten<br />
aan ict-medewerkers, moet dat toch voor problemen kunnen<br />
zorgen?<br />
“Zonder nieuwe mensen inderdaad geen groei en we vissen allemaal<br />
in de zelfde vijver. Onze uitdaging is, rekening houdende met het<br />
verloop, ongeveer vierhonderd nieuwe medewerkers per jaar aan te<br />
trekken. Van het aantal pas afgestudeerde mensen die bij ons komen<br />
werken, komt zestig procent binnen via het eigen netwerk dat onze<br />
medewerkers hebben. Mensen met ervaring komen wat minder via<br />
dat kanaal binnen. Overigens ervaren onze klanten zelf ook tekorten<br />
en vragen ons dan of we mensen met kennis over bijvoorbeeld SAP<br />
beschikbaar kunnen stellen. Een deel van deze kennis kunnen we<br />
aanbieden omdat we wereldwijd ruim 146 duizend medewerkers tellen.<br />
Zo hebben we voor een outsourcingsproject bij ABN Amro een<br />
aantal ict-deskundigen uit India gehaald die hier in Nederland zorgen<br />
dat gespecialiseerde kennis aanwezig in een van de 46 expertise locaties<br />
ter beschikking van het project komt. Die mensen slaan dus een<br />
brug tussen klant en kennis.”<br />
Hoe groot is het verloop van medewerkers binnen Accenture<br />
Nederland?<br />
“Ik vind een verloop van achttien procent zoals wij die kennen, een<br />
beetje veel van het goede. Dat betekent namelijk dat ons bedrijf zich<br />
in de loop van vijf jaar volledig vernieuwt. Nu kun je wel het nodige<br />
doen om dat verloop te reduceren. Zo hebben we bijvoorbeeld<br />
gemerkt dat het percentage verloop daalt naar tien procent als medewerkers<br />
meer vanuit een vaste locatie kunnen werken.”<br />
“ Hoe hoger het verloop, hoe lager de<br />
bonus”<br />
Dat lijkt me niet helemaal voldoende om mensen binnen te<br />
houden?<br />
“We doen inderdaad meer. Kijk, vroeger gooiden partners klussen<br />
over de schutting en wij vingen die als jonge honden wel op. Dat<br />
werkt niet meer. Jonge mensen willen meer coaching en willen dat<br />
partners meer zichtbaar zijn. Seniors moeten regelmatig vragen hoe<br />
het met hen gaat op projecten, of ze het nog wel leuk vinden, of ze<br />
niet te lang op een en hetzelfde project zitten. Dat soort zaken. Dat<br />
gebeurde vroeger niet of nauwelijks. Dat moet mensen meer binnenhouden.<br />
Senior medewerkers, partners worden binnen Accenture ook<br />
beoordeeld op de mate waarin ze in staat zijn om hun mensen binnen<br />
te houden. Hoe hoger het verloop, hoe lager de bonus. Partners<br />
moeten daarnaast beseffen dat medewerkers van nu graag in een<br />
kleine eenheid werken, het gevoel willen hebben dat ze ondernemer<br />
kunnen zijn. Ook willen ze over eigen budgetten kunnen beschikken<br />
en willen als persoon er- en herkend worden. Is dat allemaal het<br />
geval dan zullen ze hier ook willen blijven werken.”<br />
Hoe komt het trouwens dat het zo lastig is om goed gekwalificeerde<br />
ict-mensen binnen te halen. Heeft de ict-wereld zijn<br />
aantrekkelijkheid zo verloren dat er alleen nog maar mensen<br />
binnen te halen zijn door hen bijvoorbeeld in een F1-auto over<br />
het circuit in Zandvoort te laten razen?<br />
“Ik ben mijn carrière bij Accenture begonnen met een programmeercursus<br />
in de VS. Afschuwelijk vond ik dat. Studenten denken nog<br />
steeds dat ict programmeren is. Maar dat is het niet. ict is het begrijpen<br />
van bedrijfsprocessen en het verbeteren daarvan. Dat besef is er<br />
niet en dus gaan veel jonge mensen wat anders studeren. Wellicht<br />
moeten we op universiteiten meer en beter vertellen wat ict echt is.”<br />
Nu staat Accenture bekend als een organisatie waarin men<br />
hard moet werken en lang. Ook dat is iets wat jonge mensen<br />
steeds meer tegen gaat staan...<br />
“Zeker. Daarom houd ik zelf ook nauwlettend in de gaten of medewerkers<br />
structureel overwerken. Als dat te vaak en te langdurig het<br />
geval is, ga ik kijken wat daar aan de hand is. De tijd waarin men<br />
dacht dat lang werken ook productief werken is, ligt denk ik achter<br />
ons. Wat we ook hebben afgedekt, is dat medewerkers te lang van<br />
huis zijn. Ze mogen niet langer dan drie nachten per week weg van<br />
huis zijn als ze op locatie werken.“<br />
“ Ik probeer om zoveel mogelijk bij mijn<br />
eigen kracht te blijven”<br />
Hoe lang werkt je zelf?<br />
Lange stilte.....”Ik denk dat ik toch ook wel zestig uur per week<br />
werk. Maar ik heb dan ook een senior functie. Een partner mag niet<br />
verwachten dat hij met veertig uur klaar is. Bovendien lijd ik er ook<br />
niet onder. Ik hoop dat ik uitstraal dat ik plezier heb in mijn werk,<br />
maar misschien moet ik toch ook wel eens niet op zondag mijn mail<br />
gaan lezen, maar dat bewaren tot maandagochtend.”<br />
Als ik dat allemaal zo hoor, dan moeten er niet alleen nieuwe<br />
medewerkers binnen worden gehaald, maar moeten vooral de<br />
partners op een andere manier gaan werken. Is dat niet een<br />
nog grotere uitdaging?<br />
“Onze partners moeten in deze ontwikkeling meegaan. Onze toekomstige<br />
groei is daarvan mede afhankelijk. Dat zal duidelijk zijn.<br />
Tien jaar geleden was het voldoende als een partner maar voldoende<br />
omzet binnenbracht. Die tijd is dus niet meer. We hebben onze 360graden<br />
surveys waarin het werkveld de partner zijn of haar functioneren<br />
beoordeelt, maar we doen meer. Zo hebben we onlangs een<br />
pilot gehouden waarin een nieuwe leadership development-methode<br />
centraal stond. Overigens vind ik het kunnen werken aan de verdere<br />
ontwikkeling van het topmanagement zelf een van de aantrekkelijke<br />
kanten aan mijn functie. Het past binnen de cultuur van dit bedrijf.<br />
Zelf ben ik ook een voorbeeld van een medewerker die alle gelegenheid<br />
heeft gekregen om mee te groeien met het bedrijf. En dat hoeft<br />
allemaal niet van een leien dakje te gaan. Ik heb ook wel mijn hickups<br />
gekend, heb ook een half jaar onbetaald verlof gehad om een<br />
tijdje rustig te kunnen nadenken over hoe verder te gaan, maar ben<br />
ook in de gelegenheid gesteld om gedurende een langere periode<br />
te studeren, terwijl ik wel partner bleef. Partner zijn en dan ook nog<br />
drie dagen per week studeren, dat was toen redelijk uniek. Maar wel<br />
heel goed dat het bedrijf me op deze wijze heeft kunnen behouden.<br />
Dat is toch ook de kracht van deze organisatie.”<br />
Hoe gaan je collega’s ermee om dat je, zoals dat heet, zo<br />
omhoog bent gegroeid? Ik heb hetzelfde groeipad gekend,<br />
maar dan bij Dell en daar hadden collega’s met wie ik lange<br />
tijd als gelijke in een groep had gewerkt het daar niet altijd<br />
even gemakkelijk mee.<br />
“Nee, die reacties heb ik niet gehad. Ik doe wat ik moet doen, doe<br />
dat op mijn eigen manier, vul accenten anders in dan mijn zeer sterke<br />
voorganger die ik zeker niet wil kopiëren. Ik probeer om zoveel<br />
mogelijk bij mijn eigen kracht te blijven.”<br />
Is dat een ander soort kracht dan mannelijke partners die hebben?<br />
Lange stilte. “Ja, wat is het mannelijk gedrag. Mannen bedenken<br />
soms liever iets dan dat zij toegeven het niet precies te weten. Ik kom<br />
er zelf vrij gemakkelijk voor uit als ik iets niet weet. Maar misschien<br />
is mijn kracht wel dat ik probeer om zoveel mogelijk facetten in een<br />
besluit te betrekken. Ik wil graag even wat langer nadenken, dan dat<br />
ik pretendeer dat ik het weet.”<br />
En zo gaat er nooit iets mis?<br />
“Natuurlijk zijn er ook bij ons issues. Ook bij ons lopen projecten<br />
soms vertraging op. Maar ik vind het dan wel de uitdaging om fouten<br />
bespreekbaar te maken en deze niet onder het tapijt te vegen.<br />
Bovendien hebben we de goede gewoonte om extra mandagen die<br />
benodigd zijn om het project weer een goede kant op te sturen niet<br />
in rekening te brengen.”<br />
Dit gesprek ging grotendeels over groei en hoe Accenture deze<br />
groei gaat bewerkstelligen. Mij is duidelijk geworden dat er<br />
een sterke relatie is tussen groei en medewerkers. Nog een<br />
paar vragen tot slot. Waarom neemt Accenture geen bedrijven<br />
over om te groeien?<br />
“Dat doen we wel, maar we nemen alleen over als die bedrijven over<br />
kennis beschikken die voor ons aanvullend is. We zullen geen bedrijven<br />
overnemen die hetzelfde doen als wij. Zo hebben we onlangs<br />
een onderneming overgenomen die in staat is om de effectiviteit<br />
van marketingcampagnes te meten. Daar hebben wij en vooral onze<br />
klanten iets aan.”<br />
Toch meer van hetzelfde?<br />
“Het doel is een nieuwe basis te leggen voor onze verdere groei. Om<br />
dat voor elkaar te krijgen zijn we nu intern ook bezig met een stevige<br />
reorganisatie. We liepen tegen het probleem aan dat onze gespecialiseerde<br />
kennisgebieden steeds meer eilandjes op zich gingen vormen.<br />
Dat willen we dus niet. Die structuur gaan we omgooien om de kennis<br />
efficiënt beschikbaar te kunnen hebben voor onze drie takken van<br />
sport: consulting, technologie en outsourcing.”<br />
Wordt het niet steeds lastiger om flexibel te opereren, om<br />
goed in te kunnen spelen op veranderende marktomstandigheden,<br />
om te groeien nu Accenture gezien zijn omvang de kans<br />
loopt steeds bureaucratischer te worden?<br />
“Nee, dat zou je denken, maar dat is niet het geval. Omdat al onze<br />
medewerkers altijd bezig zijn bedrijfsprocessen te verbeteren, zullen<br />
ze niet snel voor zichzelf bureaucratische processen ontwikkelen, laat<br />
staan dat ze dat ambiëren.” <br />
Interviewer Jeanine van der Vlist<br />
is ceo van Worldmax<br />
Reacties: jvandervlist@managementscope.nl<br />
36 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 37
INTERVIEW<br />
Luxeprobleem<br />
In de 46 jaar dat Randstad bestaat, groeit het gemiddeld met<br />
niet minder dan twintig procent per jaar. “De groei zit ons in de<br />
genen,” aldus bestuursvoorzitter Ben Noteboom.<br />
Interview Tineke Bahlmann | Tekst Irene Schoemakers | Fotografie Anya van Lit<br />
De lift naar de bovenste verdieping waar het kantoor van ceo Ben<br />
Noteboom zich bevindt, gaat opmerkelijk snel. “Dat is nog een overblijfsel<br />
van Randstad-vader Frits Goldschmeding,” weet een van de<br />
medewerkers te melden. “Hij vond dat zijn medewerkers zo min mogelijk<br />
tijd moesten verliezen met het zichzelf verplaatsen van de een naar<br />
de andere verdieping.”<br />
Noteboom - die sinds 2003 zijn intrek heeft genomen in de oude<br />
kamer van Goldschmeding - is jong, toont nuchter en maakt een<br />
relaxte indruk. Niet verwonderlijk. Het gaat immers goed met Nederlands<br />
grootste genoteerde uitzendorganisatie, een titel die Randstad<br />
eind vorig jaar wist over te nemen van Vedior. Begin maart van dit<br />
jaar werd Randstad gepromoveerd naar de AEX-index. De 25 op het<br />
Damrak in 2006 meest verhandelde fondsen worden in de hoofdindex<br />
opgenomen en dit keer kon Randstad hier, onder andere ten koste<br />
van Getronics, van profiteren. Het promoveerde en liet de AMX-index<br />
achter zich. Met de toetreding van Randstad is een eind komen aan<br />
de bijzondere situatie dat het kleinere Vedior wél en Randstad niet in<br />
Amsterdams belangrijkste index is opgenomen. Maar ook andere ontwikkelingen<br />
zijn indrukwekkend. Sinds de introductie van het aandeel<br />
in 1990 is de koers zeventien keer over de kop gegaan, het bedrijf<br />
heeft inmiddels 16 duizend medewerkers verdeeld over twintig landen<br />
en de omzet bedraagt vandaag de dag ruim acht miljard euro. Ook met<br />
de winst zit het wel snor. In het dertiende kwartaal achtereen alweer<br />
wist het concern gemiddeld meer dan tien procent winst te behalen. De<br />
nettowinst steeg vorig jaar met 49 procent en de autonome omzetgroei<br />
bedroeg in 2006 23 procent. Een percentage dat voor Randstad overigens<br />
gesneden koek is. In de 46 jaar dat het concern bestaat, bedraagt<br />
de gemiddelde jaarlijkse groei zo’n twintig procent. “We groeien inderdaad<br />
hard,” zegt Noteboom met een voorzichtige glimlach. “We zijn<br />
inmiddels groter en verdienen meer dan de concurrent.”<br />
Het afgelopen jaar was een recordjaar in de geschiedenis van<br />
Randstad. Nog nooit had het bedrijf zo’n omzet en winststijging,<br />
u bent nummer één in Nederland en wereldwijd heeft uw organisatie<br />
inmiddels de derde positie bereikt op het gebied van hrdienstverlening.<br />
Wat doet Randstad beter dan de concurrenten?<br />
“We zijn in de eerste plaats de enige uitzendorganisatie ter wereld die<br />
verkoop en matchmaking door een en dezelfde persoon laten doen. Al<br />
onze concurrenten hebben die functie gescheiden. Wij gaan er echter<br />
vanuit dat wanneer een van onze medewerkers een bedrijf, de cultuur,<br />
het management goed kent, hij of zij ook een betere match kan organiseren.<br />
Daarnaast werken we zeer gestructureerd en standaardiseren<br />
de werkzaamheden daar waar mogelijk. We hebben onze methodieken<br />
vastgelegd en passen deze consistent toe. Voor iedere vestiging is dus<br />
duidelijk welke diensten ze moeten bewerken, hoe ze dat moeten doen<br />
en op welke wijze we willen groeien. We beschikken namelijk ook over<br />
een standaard groeimodel.”<br />
Hoe ziet dat model er uit?<br />
“Dat is het inmiddels befaamde waterleliemodel dat ooit door<br />
Goldschmeding zelf is bedacht met het idee dat aan zo’n waterlelieplant<br />
steeds een nieuwe bloem groeit en tot wasdom komt. Als we<br />
ergens een nieuwe unit opzetten, breiden we deze eerst uit totdat we<br />
onze productiviteitsdoelstellingen hebben bereikt. Pas daarna gaan we<br />
elders van start. Het aardige van zo’n waterlelie is bovendien dat als hij<br />
te groot wordt je hem doormidden kunt snijden en kunt overplanten.<br />
Je behoudt dan dezelfde familie en dezelfde cultuur. Vergelijk het maar<br />
met een olievlek. Dat klinkt alleen minder plezierig.”<br />
Schuilt er ook gevaar in de snelle groei? Een bedrijf kan immers<br />
ook te snel groeien.<br />
“Ik ben daar niet zo bang voor. We hebben groei in onze genen zitten.<br />
Het past bij ons. We zijn bovendien een gedecentraliseerde organisatie,<br />
hebben maar liefst 2.600 vestigingen, en al die vestigingen functioneren<br />
redelijk autonoom. Het is ook bepaald niet zo dat ik hier een<br />
magische strategische beslissing kan nemen die maakt dat er opeens<br />
wonderen gebeuren. Andersom overigens ook niet. Met andere woorden:<br />
die groei is redelijk eigen aan de manier waarop de onderneming<br />
is opgebouwd. Dat gaat bijna vanzelf.”<br />
Is die groei volledig autonoom?<br />
“Ja. Nagenoeg. Slechts vijf procent van onze groei is het resultaat van<br />
acquisities. De rest is autonoom.”<br />
Waarom kiest u daarvoor?<br />
“Omdat dit een betrouwbare vorm van groei is, de meeste waarde creeert<br />
en zijn succes inmiddels heeft bewezen.”<br />
Maar u acquireert zo nu en dan wel?<br />
“Jazeker. Wanneer we bijvoorbeeld willen groeien in een bepaald segment<br />
of in een bepaald deel van de wereld, maar daarmee houden <br />
38 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 39
we wel rekening met capaciteit van de landenorganisatie. Om die reden<br />
hebben we bedrijven gekocht in China, India en Polen. Maar we hebben<br />
op dit moment geen dringende behoefte om daar landen aan toe<br />
te voegen. Liever bouwen we bestaande groei verder uit. Onze primaire<br />
focus is en blijft gericht op autonome groei. We kunnen niet alles tegelijk.<br />
We zijn vorig jaar met meer dan twintig procent gegroeid. Wanneer<br />
we daar dan ook nog eens ingewikkelde fusies aan toevoegen, lopen<br />
we het gevaar het allemaal niet meer te kunnen verhapstukken.”<br />
“Zodra je overmoedig wordt, gaat het mis”<br />
Klinkt als een luxeprobleem.<br />
“Inderdaad. Dat is het ook. We hebben te veel geld en geen schulden.<br />
Maar zodra je overmoedig wordt, gaat het mis. Je moet met beide<br />
benen op de grond blijven staan en realistisch inschatten wat je als<br />
organisatie wel en niet kunt verwerken.”<br />
Een uitzendorganisatie is bij uitstek conjunctuurgevoelig. Hoe<br />
gaat u daarmee om?<br />
“Valt wel mee. Het klopt dat we wat meebewegen met de economie,<br />
maar met gemiddeld twintig procent groei per jaar hebben we denk<br />
ik ook wel bewezen dat het met die conjunctuurgevoeligheid wel<br />
meevalt. We schommelen wel een beetje mee, maar of het nu goed of<br />
slecht gaat met de economie, flexwerk is altijd nodig. Om die schommelingen<br />
iets meer op te vangen, hebben we bovendien andere hrdiensten<br />
ontwikkeld voor klanten. Denk aan recruiting, outplacement,<br />
payrolling. En vergeet niet dat onze grootste klant minder dan één procent<br />
van onze omzet uitmaakt. Mochten we zo’n klant verliezen, dan is<br />
dat uiteraard heel vervelend, maar dan is er nog geen man overboord.”<br />
Uw span of control is behoorlijk groot. Hoe managt u dat?<br />
“Die span of control is erg overzichtelijk. We hanteren enkele belangrijke<br />
kernwaarden: mensen, methodieken en het merk. Dat is de kern van<br />
waar we ons mee bezighouden en dat is wat er aan mij wordt gerapporteerd.<br />
De verschillende landenmanagers rapporten op hun beurt<br />
weer aan een lid van de raad van bestuur. Vrij logisch allemaal.”<br />
Het klinkt allemaal zo makkelijk. Maar schijn kan soms bedriegen.<br />
Gaat er dan nooit iets mis?<br />
“Integendeel. Er gaat altijd en overal van alles mis. Het beste bedrijf in<br />
de wereld maakt hooguit één fout minder dan de concurrent.”<br />
Wat is voor u een kritische succesfactor?<br />
“Cultuur. Die is enorm belangrijk. Zeker in een gedecentraliseerde<br />
dienstverlenende organisatie. Het begint en eindigt immers met onze<br />
medewerkers. We kunnen niet even een nieuw product ontwikkelen en<br />
daarvan meteen miljoenen verkopen. Het gaat bij ons om mensen en<br />
dus is cultuur van levensbelang.”<br />
Waar moet die cultuur aan voldoen?<br />
“Twee voorwaarden. De cultuur moet dusdanig zijn dat er een sfeer is<br />
van veiligheid en trots. Mensen moeten zich veilig voelen én ze moeten<br />
trots zijn op hun bedrijf. Dat laatste lukt vooral doordat een van onze<br />
doelstellingen is dat we als bedrijf een bijdrage moeten leveren aan<br />
de maatschappij. De wereld om ons heen - dat geldt ook voor onze<br />
medewerkers - moet er beter van worden dat wij bestaan. Daar worden<br />
mensen trots van. Als in een van onze Amerikaanse vestigingen<br />
een zwerver wordt binnengehaald als medewerker en deze persoon<br />
koopt drie jaar later zelf een huis, dan woekert dat de gevoelens van<br />
trots enorm aan. Dat motiveert honderd keer meer dan dat de baas<br />
er alsmaar op hamert hoe mooi de groeicijfers wel niet zijn. Wat dat<br />
betreft bevind ik me in een behoorlijk schizofrene wereld en moet je<br />
Ben Noteboom (48)<br />
ceo Randstad<br />
Opleiding: post academische studie distributie, Cranfield<br />
Universiteit Engeland, rechtenstudie Erasmus universiteit (1982)<br />
Loopbaan: bestuursvoorzitter Randstad Holding (2003-heden),<br />
ceo en interim president (2002-2003), lid executive board<br />
(2001-2002), diverse managementfuncties (1993-2001); diverse<br />
managementfuncties bij Dow Chemical, assistant to the financial<br />
and legal director bij Zurel (1982).<br />
Nevenactiviteiten: commissaris Bührmann<br />
Hobby’s: zeilen<br />
als bestuursvoorzitter toch eigenlijk wel een beetje een afwijking hebben<br />
om hier goed te kunnen functioneren. Aan de ene kant zijn er de<br />
aandeelhouders die vooral opgewonden raken door koersen, winstgroei,<br />
ebitda en cashflow. Aan de andere kant zijn er de medewerkers<br />
aan wie dit soort informatie niet of nauwelijks is besteed. Dat boeit ze<br />
eenvoudigweg niet. Wat ze wél boeit is dat ze mensen aan het werk<br />
helpen en klanten blij maken. Beide kanten zijn dus belangrijk, en beide<br />
kanten hebben aandacht nodig. Want laten we wel wezen. Wanneer<br />
iedere intercedent per dag een half uur langer werkt en net iets meer<br />
telefoontjes pleegt, hebben we een fantastisch jaar. En die extra inspanning<br />
wordt alleen maar gerealiseerd door intrinsieke motivatie.”<br />
Hoe lastig is het om een goede cultuur te realiseren waarin mensen<br />
gemotiveerd en trots zijn?<br />
“Valt wel mee. Cultuurveránderingen, die zijn lastig. Je hebt het dan<br />
over het veranderen van gedrag. En gedrag is doorgaans vrij hardnekkig.<br />
Maar in ons geval voegen we doorgaans mensen toe aan onze cultuur.<br />
We veranderen de cultuur niet. En dan is het eigenlijk niet eens<br />
zo ingewikkeld. Iedereen wil graag succes hebben. Daar begint <br />
APRIL <strong>2007</strong> 41
het al mee. En wij zijn een behoorlijk succesvolle organisatie. We reiken<br />
onze medewerkers bovendien tools en methodieken aan die hun succes<br />
hebben bewezen. Daar kunnen ze dus meteen mee aan de slag en<br />
daar hoeven we geen discussies over te hebben. We hebben bovendien<br />
voornamelijk hbo-ers en academici in dienst die gewend zijn iets van<br />
hun leven te maken. Ze zijn gretig en willen groeien en presteren. En<br />
als het dan vervolgens allemaal goed gaat, lopen we natuurlijk het<br />
risico tevreden te worden. Ieder kwartaal zijn we minsten een half uur<br />
tevreden. En dat is gevaarlijk.”<br />
U heeft ook vestigingen in Angelsaksische landen. Daar zal de<br />
nadruk ongetwijfeld meer op geld liggen.<br />
“Klopt. Maar ook daar willen mensen graag voor ons werken. Ondanks<br />
het feit dat er bijvoorbeeld in Amerika veel minder sprake is van een<br />
sociaal vangnet, zijn mensen ook daar gemotiveerd om bij ons werken.<br />
Ook zij zijn enthousiast. Diep van binnen delen we dus allemaal<br />
dezelfde waarden.”<br />
Wat gebeurt er met mensen die niet voldoende gemotiveerd en<br />
dienstverlenend zijn?<br />
“Als het goed is worden ze niet aangenomen. En als ze wel binnenkomen,<br />
gaan ze doorgaans snel weer weg. Dat regelt zich vaak vanzelf.<br />
Ze voelen zich dan al snel een vreemde eend in de bijt en kiezen er dan<br />
vaak voor om te vertrekken. Onze medewerkers gaan ofwel relatief snel<br />
weg, ofwel ze blijven heel lang.”<br />
Heeft een sterke cultuur ook nadelen?<br />
“Absoluut. We zijn hierdoor tolerant naar mensen waarvan wij vinden<br />
dat ze niet in onze cultuur passen. Die mensen heb je soms wel nodig.”<br />
Doen jullie ook nog wel eens wat gemeenschappelijks?<br />
“Jazeker. In 2005 nog hebben we ter ere van ons 45-jarig bestaan een<br />
feestje voor alle 16 duizend medewerkers gegeven. Het feest vond in<br />
de diverse landen op hetzelfde tijdstip plaats. Via een satellietverbinding<br />
heb ik de medewerkers vervolgens allemaal toegesproken.<br />
Hoe gaat zo’n verhaal dan?<br />
“Helemaal fout natuurlijk. Ik wil dan vooral informatie geven over<br />
het bedrijf en hoe goed we het met elkaar doen. Dat werkt niet op<br />
zo’n moment. Je moet gewoon met elkaar het glas heffen en zeggen:<br />
‘Geniet van het feestje en heb het gezellig.’”<br />
Delen de medewerkers mee in het succes van de organisatie?<br />
“Ja, dat is voor iedereen mogelijk. Vroeger konden medewerkers opties<br />
42 MANAGEMENT SCOPE<br />
krijgen. Frits had speciaal hiervoor 25 procent van de aandelen in een<br />
apart fonds gestopt. Maar dat systeem hebben we twee jaar geleden<br />
veranderd omdat het fonds als gevolg van de toename van het aantal<br />
medewerkers, niet langer toereikend was. Nu kunnen medewerkers zelf<br />
vijf procent van hun salaris per jaar sparen om aandelen te kopen. Die<br />
aandelen krijgen ze dan met veertig procent korting.”<br />
Doen veel mensen mee?<br />
“Op dit moment een kwart van alle medewerkers. Te weinig dus. Niet<br />
iedereen kan of wil kennelijk vijf procent van zijn salaris sparen ten<br />
behoeve van aandelen. Hopelijk stijgt het aantal deelnemende medewerkers.<br />
Het hebben van aandelen vergroot immers ook de binding<br />
met de organisatie.”<br />
Waar stopt de groei?<br />
“Voorlopig kunnen we nog wel even vooruit. We hebben in Nederland<br />
25 procent marktaandeel en zijn daarmee weliswaar marktleider maar<br />
we kunnen onze positie ook nog verder uitbouwen. Zeker daar waar<br />
het diensten als recruitment en payrolling betreft. We zijn de grootste<br />
schepper van werkgelegenheid in Duitsland, maar hebben in Amerika<br />
nog maar twee procent marktaandeel. De grootste uitzendorganisatie<br />
daar heeft slechts vier procent marktaandeel. Er valt daar dus nog veel<br />
te halen.”<br />
“ Onze concurrenten worden er beter van<br />
als wij groeien”<br />
Wat wil Randstad met die groei?<br />
“We geloven echt dat iedereen er voordeel bij heeft als het goed<br />
met ons gaat: onze medewerkers, de uitzendkrachten, bedrijven, de<br />
arbeidsmarkt. Frist schreef in 1976 al dat ons bedrijf gelooft in simultane<br />
belangenbehartiging. Later is daarvoor het woord stakeholders<br />
bedacht. Zelfs onze concurrenten worden er beter van als wij groeien<br />
en goed presteren. Daardoor stijgt het imago van uitzendwerk in de<br />
branche waarvan zij ook weer de vruchten kunnen plukken. En het<br />
voordeel van groot zijn in een klein landje als Nederland is dat er voor<br />
ons veel meer buitenland valt te behalen dan voor menig uitzendorganisatie<br />
in een ander land.”<br />
Tot slot. Hoe zit het met uw eigen groei?<br />
“Ha. Ik zal heus wel het een en ander hebben geleerd over de jaren.<br />
Het gebeurt immers zelden dat je direct vanuit de schoolbank in zo’n<br />
functie terechtkomt. Toch denk ik dat je ook ceo-zijn min of meer in<br />
de genen moet hebben zitten. Ooit heb ik een lezing gehouden voor<br />
studenten waarin ik ze vertelde hoe je mijns inziens ceo kon worden.<br />
Daar kleven in ieder geval twee voorwaarden aan: gezond verstand<br />
en onafhankelijk denken. Beide eigenschappen zijn lastig aan te leren.<br />
Die heb je of die heb je niet. Daarnaast heb je natuurlijk ook nog een<br />
fikse dosis geluk en timing nodig. Vervolgens kan een beetje relativeren<br />
ook geen kwaad. Als het je grote droom is in het leven om de baas te<br />
worden van een multinationale onderneming, ben je mijns inziens fout<br />
bezig. Het leven is meer dan werken alleen.” <br />
Tineke Bahlmann is lid van het Commissariaat<br />
voor de Media<br />
Reacties: tbahlmann@managementscope.nl<br />
©<strong>2007</strong> SAP AG; SAP and the SAP logo are trademarks or registered trademarks<br />
of SAP AG in Germany and several other countries. O&M SAP EC 16/07 NL<br />
* Bij Dun & Bradstreet, Inc., geregistreerde kleine en middelgrote ondernemingen<br />
met 1 tot 2500 werknemers. Hiertoe behoren ook klanten van SAP ® All-in-One<br />
en SAP ® Business One solutions verkocht via resellers.<br />
Software op maat die meegroeit met uw onderneming. Die verrassend<br />
betaalbaar is. En ook nog eens zorgt voor grip op ál uw bedrijfsprocessen.<br />
Dat zijn slechts drie van de vele redenen waarom meer dan 65%* van onze<br />
klanten een kleine of middelgrote onderneming is. Collega-ondernemers<br />
vertellen u er graag meer over: www.sap.nl/software
ANALYSE<br />
Geen reden voor groei<br />
Waarom moeten bedrijven groeien? Omdat er anders niks aan is,<br />
het bedrijfsleven. Maar die dubbele cijfers, is dat echt nodig? Geen<br />
boom haalt het in zijn stam tot aan de hemel te groeien, zeggen<br />
de antigroei-economen.<br />
Tekst Jeroen Siebelink | Illustratie Aad Goudappel<br />
Groei is vies. Je mag het niet meer zeggen, maar het is wel lékker<br />
vies. Om te zeggen. Nog één dan: economische groei is materieel<br />
gewin ten koste van moreel verval. Oeh, wat een aantrekkelijk<br />
antikapitalistisch achterhoedegevecht om je weer eens in rond te<br />
wentelen. Zoals de antigroei-econoom Robert Malthus (1766-1834)<br />
dat deed - toen nog in de voorhoede. Hij voorspelde een ramp als<br />
de bevolking exponentieel toeneemt en de voedselproductie slechts<br />
lineair.<br />
Opgraven die lijken van de guerilla’s van de contra-groei. Beetje<br />
make-up op de schedels, dasje recht - zet ze maar eens overeind.<br />
Nu is het er de tijd voor. We worden tenslotte geregeerd door het<br />
maatschappelijk verantwoorde kabinet Balkenende IV, dat zich de<br />
gevaren van groei lijkt aan te trekken. “Het kabinet kan zich ervoor<br />
inspannen dat productie en consumptie in de samenleving afflauwt<br />
en zich uiteindelijk stabiliseert,” zegt Bob Goudzwaard zelfs. De<br />
emeritus hoogleraar economie van de Vrije Universiteit schreef<br />
ooit het radicale CDA-verkiezingsprogramma Niet bij brood alleen.<br />
Op verzoek van <strong>Management</strong> <strong>Scope</strong> doet hij graag nog eens een<br />
pleidooi voor zijn Economie van het genoeg. “Maar nulgroei lukt<br />
alleen wanneer ook financiële claims op bedrijven - lonen, uitgekeerde<br />
winsten, belastingen - zich matigen.”<br />
Ritselend en rammelend stappen ze uit hun tombes. De Club van<br />
Rome (1972), John Kenneth Galbraith (1908-2006)... Goudzwaard<br />
leeft weer helemaal op als ik de namen van deze illustere zombies<br />
noem. Zíj waagden ooit te opperen dat kapitalisme slechts individuele<br />
rijkdom produceerde - ten koste van publieke armoede en<br />
uitputting van de aarde. Belachelijk werden ze gemaakt. Romantici<br />
waren het, die nog geloofden in de ‘nobele wilde’ van Rousseau.<br />
Naïeve christenen - ervan overtuigd dat de mens sinds de verstoting<br />
uit het paradijs steeds verder afglijdt van het paradijselijk ideaal.<br />
Hen werd het zwijgen opgelegd, maar ze blijken anno <strong>2007</strong> nog<br />
steeds goed van zin. “Groei is een dogma met een destructieve<br />
consumptieve component,” zegt Goudzwaard. “Iedereen denkt: als<br />
het nationaal inkomen maar groeit - de milieuproblemen lossen we<br />
achteraf op door beter om te springen met energie en afval. Dat is<br />
dweilen met de kraan open.” Goudzwaard zegt al 21 jaar dat we<br />
er niet aan ontkomen iets aan de consumptie te doen.<br />
Alleen de geitenwollensokken luisterden.<br />
Huiveringwekkend<br />
Want groei, zei grondlegger van de economie Adam Smith (1723- <br />
Zelfs voor Philips is groei niet heilig<br />
Onder Cees van der Hoeven beloofde Ahold ongeconditioneerde<br />
groei, altijd in dubbele cijfers. Maakte niet uit of hij over een groeimarkt<br />
of volwassen markt sprak, groei was een eenheidsworst.<br />
Dat gaat niet meer zo. Voordat managers met een businessplan<br />
voor een nieuwe product-marktcombinatie aan komen zetten, eist<br />
bijvoorbeeld het bestuur van Philips een op maat van die markt<br />
geschreven financieel groeiplaatje. “Dat is een hygiënefactor nu,”<br />
zegt een hoge Philipsmanager. “Als dat niet klopt, kíjken ze niet<br />
eens meer naar de business case. Grote groeipotentie is daarbij<br />
echter geen harde eis. Elke business krijgt zijn eigen, geconditioneerde<br />
groeitarget.”<br />
Neem de flat panels van Philips Consumer Electronics (CE). Die<br />
industrie is zeer dynamisch: veel concurrentie, neerwaartse prijzen.<br />
Voor CE heeft het alleen zin daar te blijven als ze de allergrootste<br />
is. “Alleen dan kan je onderhandelen met leveranciers voor de<br />
allerlaagste inkoopprijzen. Anders wordt het dog eat dog.”<br />
Welke groeitarget hoort hierbij? Een hoge zou je zeggen, want<br />
investeerders eisen een premie voor dit marktrisico. Dit risico<br />
bepaalt namelijk - samen met de hoeveelheid benodigd kapitaal<br />
- de zogeheten weighted avarege cost of capital, de WACC. In<br />
de tijd dat Van der Hoeven Ahold leidde (en Jan Timmer Philips)<br />
rekende men nog niet met de WACC. Nu is er een WACC voor<br />
elke business. De WACC wordt gerelateerd aan de netto contante<br />
waarde van de verwachte opbrengsten van de business (NCW). Is<br />
die NCW groter dan nul, dan is er sprake van ‘goede groei’, zoals<br />
ze bij Philips zeggen. Is de NCW kleiner dan nul - dan kan je nog<br />
zo hard groeien, maar de board wijst het af als ‘slechte groei’.<br />
Zodoende hangt de groei-eis niet alleen af van het marktrisico,<br />
maar ook van bijvoorbeeld de benodigde investeringen. Hoe meer<br />
assets, hoe hoger de groeieis. CE is echter asset light: ze laat tv’s<br />
elders produceren en stuurt op lage voorraden. Met dit negatieve<br />
werkkapitaal kan ze van flinterdunne marges en dito rendement<br />
leven. “Daarom volstaat een groei-eis van een paar procent”, vertelt<br />
de Philipsmanager. “Voor Domestic Appliances volstaat ook<br />
een eencijferig getal.”<br />
Van Medical Systems eist de board echter groei in dubbele cijfers.<br />
Waarom? Omdat die markt weliswaar een gemiddeld risico kent<br />
maar van het type high asset is én omdat de geringe transparantie<br />
en de hoge drempel voor toetreders hoge integrale marges mogelijk<br />
maakt. De industrie vráágt hier om een hoge groei-eis. “Zet<br />
maar voor een miljard euro een fabriek neer en verdien het terug<br />
in drie jaar,” zegt de board tegen Medical Systems.<br />
44 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 45
1790) al, is juist hét middel waarmee de mens zich kan losmaken<br />
van de kale strijd om het bestaan. Het stelt de mens in staat zich<br />
te wijden aan nobeler doelen als scholing en wetenschap. Groei<br />
beschaaft. “Wellicht toen de meeste mensen nog moesten vechten<br />
voor hun bestaan,” probeerde de Oxford-econoom Avner Offer<br />
onlangs nog, “maar die vlieger gaat niet op in de huidige economie<br />
van de overvloed.”<br />
Wel degelijk, zo slaat Harvard-econoom Benjamin Friedman deze<br />
late oprisping van de antigroei-lobby weer neer. “Economische<br />
groei beschaaft ook rijke samenlevingen.” Met voorbeelden uit de<br />
twintigste eeuw toont hij aan dat voorspoed altijd gepaard gaat<br />
met tolerantie en democratie. Depressies met het tegenovergestelde.<br />
Zijn huiveringwekkende voorbeeld van het Duitsland in de jaren<br />
dertig overtuigt: zodra de economie stagneert, zoeken mensen<br />
zondebokken en willen ze niet meer delen. En waar doet dát beeld<br />
aan denken? Nederland. De laatste jaren.<br />
Groei is dus best goed. Maar is het ook goed voor al die multinationals<br />
die de groeitargets zo hoog opschroeven dat ze zich overeten<br />
aan niet goed te verteren overnames?<br />
Meer bedrijven vertrekken van de beurs dan dat er bij komen.<br />
Geen zin meer in de gejaagdheid die daarbij hoort. De neiging om<br />
almaar meer te willen verdienen, zo beseften ze na hun naakte<br />
bestaan in het glazen huis, was eigenlijk ingegeven door wat de<br />
buren verdienen. Alleen relatieve welvaart boeit nog, niet absolute.<br />
46 MANAGEMENT SCOPE<br />
Doordrongen van die perversiteit besloten ze hun bedrijf voortaan<br />
in te richten naar het vermeerderen van geluk, niet welvaart.<br />
Tot grote tevredenheid van de econoom Richard Layard, voormalig<br />
adviseur van Tony Blair en auteur van het succesvolle Happiness.<br />
Zijn slogan: “Bevordering van gezondheid, familiebanden, en vrijheid<br />
moet de grondslag zijn van economisch beleid.”<br />
Instemmend verwijst Goudzwaard naar de Hollandse actualiteit.<br />
“Door de komst van venture kapitaal is het accent op kortetermijnsucces<br />
verder toegenomen. Bedrijven als Stork en Ahold die zich<br />
daartegen verweren hebben het gelijk aan hun kant, ook economisch.”<br />
Is hij behalve tegen het dogma van macro-economische groei ook<br />
gekant tegen bedrijfseconomische groei? “Nee, als commissaris<br />
van bouwbedrijf Ubbink stond ik het destijds ook voor,” bekent hij.<br />
“Maar ik wás voor groei om stand te houden in het nu eenmaal<br />
vigerende systeem van kapitalisme en de druk van een dynamische<br />
markt. Tenslotte wilde Ubbink wel werkgelegenheid behouden. En<br />
als je meer waarde toevoegt dan dat je aan natuurlijk en menselijk<br />
kapitaal uitput, is er niets aan de hand.” Het leverde Ubbink zelden<br />
dilemma’s op. “Een uitbreiding ging eens niet door, omdat die te<br />
veel omgevingsschade met zich mee zou brengen.”<br />
Plateauen<br />
Als de scherpste kantjes eraf zijn, kan blijkbaar zelfs een antigroeilobbyist<br />
leven met het kapitalistisch systeem. Want dog eat dog,<br />
wie niet eet wordt gegeten, dus enige groei moet - daarin berust<br />
ook hij. Maar hoezo eigenlijk? Je kan toch ook lekker door blijven<br />
keutelen, zoals die vriendelijke ijzerhandelaar bij ons om de hoek?<br />
Niks uitbreiden, bij elke houtschroef van twee eurocent die je bij<br />
hem koopt krijg je een kwartier advies. En je mag hem altijd weer<br />
ruilen. Hij houdt flinke voorraden aan, heeft tien gezellige kerels<br />
op leeftijd in vaste dienst. En hij draait prima, zolang hij de inflatie<br />
maar voor blijft.<br />
Zelfs het oneindig veel grotere Shell vond het ooit voldoende om<br />
te plateauen. Voormalig groupcontroller Rupert Cox vertelde me -<br />
enige jaren voor het reserveschandaal - dat hij niets liever nastreeft<br />
dan een vlakke, continue prestatie. Zijn controlsysteem was gericht<br />
op een gemiddelde prestatie die elk jaar te herhalen is. Leidend<br />
principe, zowel in externe verslaggeving als bij intern performancemanagement,<br />
was haalbaarheid. Sustainability, in zijn woorden.<br />
Dat kon hij in de jaren negentig makkelijk beweren, want toen<br />
leken de olievoorraden onuitputtelijk en de olieprijs stabiel. Met de<br />
schaarste en prijsturbulentie van nu is dat onmogelijk.<br />
Met ‘haalbaarheid’ kom je niet meer weg bij aandeelhouders. En<br />
dat is maar goed ook, vindt Jules Theeuwes, econoom aan de UvA<br />
en lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.<br />
“Vermogens en rendementen behoren toe te nemen. Investeren in<br />
het bedrijfsleven is slechts één manier. Als het spaarboekje, overheidspapieren,<br />
vreemde valuta of een schilderij van Van Gogh meer<br />
oplevert, moet een belegging daarheen. Dat is de meest fundamentele<br />
wet die groei rechtvaardigt.”<br />
Idioot<br />
Juist als ik mijn hoop op overtuigende argumenten voor nulgroei<br />
begin te verliezen, ontvang ik een mail van Oxford University.<br />
“Alles wat ik nog kan toevoegen aan wat ik al in mijn boeken<br />
geschreven heb,” schrijft Avner Offer mij, “is dat het absurd<br />
is te verwachten dat de meeste ondernemingen in één sector<br />
bovengemiddeld presteren. Want dat verwacht men op de beurs.<br />
Supergroei is een doel waaraan hoogstens een heel kleine top kan<br />
voldoen. Analisten en beleggers die dat toch steeds weer van elk<br />
bedrijf verwachten, zijn idioten. Alleen als aansporing van managers<br />
om beter hun best te doen echter, it might make sense.”<br />
Financiële groei dus - niet om te overleven tussen de haaien, maar<br />
louter ter motivatie van mens en manager. Ook Theeuwes gelooft<br />
daarin.<br />
“Groeiende bedrijven kunnen zich hogere lonen permitteren. Dat<br />
maakt ze tot aantrekkelijke werkgevers.” Onzin, zegt Goudzwaard.<br />
“Puur financiële doeleinden zijn daartoe niet toereikend, dat weet<br />
iedereen.”<br />
Resteert nog één mogelijke reden om te groeien: het drijft innovatie.<br />
En andersom. “Kapitalisme is creatieve destructie,” zei de<br />
Oostenrijkse econoom Joseph Schumpeter (1883-1950) al, en<br />
hedendaagse economen komen nog altijd met nieuwe bewijzen<br />
dat bedrijven die innoveren, beter presteren.<br />
“Vooral als ze oog hebben voor sociale en ecologische onderwerpen,”<br />
zegt Toos Hofstede van de Universiteit van Twente. Ze keek<br />
onlangs in de keukens van Interpolis, Gulpener en InterfaceFlor en<br />
concludeerde: “Als je maatschappelijk verantwoord ondernemen<br />
daadwerkelijk in je kernprocessen doorvoert - en er niet louter over<br />
communiceert - presteer je ook financieel bovengemiddeld. Dit<br />
moet dan wel voortkomen uit diepgevoelde drijfveren. Zodra een<br />
bedrijf het doet vanwege druk vanuit de omgeving, zijn de resultaten<br />
minder.”<br />
Advertentie<br />
Is dat nou wel zo? Hangen innovatie en groei samen? Of de Nederlandse<br />
economie nu hard groeit of zacht, elk jaar opnieuw stellen<br />
de Nederlandse patentcijfers teleur. Het percentage van het bnp<br />
dat wij aan R&D besteden is minder hoog dan dat van vergelijkbare<br />
ontwikkelde landen. “Dat is inderdaad teleurstellend,” zegt<br />
Theeuwes. “Even los gezien van ons waterinnovaties en sierteelt<br />
natuurlijk, maar we zijn vooral goed in het toepassen van uitvindingen<br />
van élders. We hebben tenslotte een van de hoogste niveaus<br />
van arbeidsproductiviteit in de wereld, en dat kan alleen met de<br />
modernste technieken ter wereld.”<br />
Een erg beperkt type van innovatie, zo serveert Goudzwaard ook<br />
dit laatste argument voor groei af.<br />
Bloeien, en toch niet groeien: het kan wel. Denk aan coöperaties,<br />
en zogeheten focolare bedrijven. De laatste zijn gemeenschappen<br />
die de voorschriften van de Bijbel letterlijk in de praktijk te brengen.<br />
Tweederde van hun winst is voor armoedebestrijding en vorming.<br />
Wereldwijd werken zo’n 750 bedrijven als zodanig, waarvan één in<br />
Nederland: de abdij Mariënkroon in het Brabantse Nieuwkuijk.<br />
“Het gaat er mij niet om groei kunstmatig te voorkomen,” zegt<br />
Goudzwaard. “Wél dat groei tot hoofddoel vervalt. Denk aan de<br />
vruchtboom. Alleen door het zeer streng te snoeien en te weerhouden<br />
van verticale expansie, zet het beter vrucht. Geen boom haalt<br />
het in zijn stam tot aan de hemel te groeien.”<br />
Is dit de niet ter zake doende gedachte van een gereformeerde<br />
tuinder? Het is in ieder geval ook de gedachte die sommige<br />
bewindslieden aanspreekt, in dit kabinet. <br />
Zullen wij voor een<br />
jobcoach zorgen?<br />
Neemt u iemand in dienst die gedeeltelijk arbeidsgeschikt is, dan bieden wij u goede<br />
garanties en voorzieningen. Zoals extra begeleiding door een jobcoach, om ervoor te<br />
zorgen dat uw nieuwe medewerker zijn of haar plek weet te vinden. Meer weten?<br />
Ga naar www.gekniptvoordejuistebaan.nl Daar vindt u onder “re-integratieinstrumenten”<br />
alle gunstige werkgeversvoorwaarden helder uitgelegd.<br />
DONIA0663_UWV_183x115 Jobcoach.i1 1 12-02-<strong>2007</strong> 10:24:06<br />
APRIL <strong>2007</strong> 47
need to readTekst<br />
Ron van Gelderen<br />
48 MANAGEMENT SCOPE<br />
• Grootmeester in beslissen<br />
<strong>Management</strong>-professoren Marc<br />
Buelens en Herman Van den<br />
Broeck leren ons beter beslissen.<br />
Uitstekend boek zonder<br />
simplistische geboden.<br />
• Sociale vaardigheden voor<br />
leidinggevenden<br />
Psychologie-professor Jan Pieter<br />
van Oudenhoven schetst de sociale<br />
vaardigheden van managers.<br />
Terwijl hij voldoende stof heeft<br />
voor zeven dikke pillen, maakt<br />
hij slechts een dun boekje.<br />
Wetenschap op dieet.<br />
Verplichte kost<br />
• De rol van het geweten<br />
Coach Karin Jironet en adviseur<br />
David Vriesendorp interviewen<br />
elf vooraanstaande managers.<br />
Boeiende interviewbundel vol<br />
stof tot nadenken.<br />
Tijdverspilling<br />
• Onderhandelen is kinderspel<br />
Uitgever Bill Adler jr geeft peuteronderwijs<br />
aan onderhandelende<br />
managers. Na dertig pagina’s krijg<br />
je de onbedwingbare neiging<br />
ome Bill ondersteboven in de<br />
prullenbak te zetten. <strong>Management</strong><br />
in Pampers.<br />
• Dagen van gejuich en gejubel<br />
Directeur Glenn Willemsen<br />
verslaat het einde van de slavernij<br />
in de Nederlandse koloniën.<br />
Onthullend boek over duistere<br />
handelsgeschiedenis.<br />
• Oplossingsgericht coachen<br />
Docenten Peter Szabó en Insoo<br />
Kim Berg schrijven het zoveelste<br />
boek over coachen. Ze leveren<br />
beslist geen slecht werk, maar ze<br />
voegen simpelweg te weinig toe<br />
aan wat we al weten. Coaching<br />
in herhaling.<br />
Beter beslissen<br />
Veel managers zijn volgens professoren<br />
Marc Buelens en Herman Van den Broeck<br />
slechte beslissers. Naar hun oordeel zijn<br />
de meeste managers vakinhoudelijk sterk<br />
genoeg, maar zijn ze weinig besluitvaardig.<br />
Veel managers laten zich misleiden<br />
door hun brein, verzamelen onvoldoende<br />
informatie en schatten de risico’s slecht<br />
in. ‘’Ons brein is veel sterker in rationaliseren dan in rationeel<br />
zijn,’’ aldus de twee Gentse management-hoogleraren.<br />
Buelens en Van den Broeck publiceren het boek ‘Grootmeester in<br />
Beslissen’ in de hoop het besluitvormingsproces te verbeteren. Na<br />
lezing van hun uitstekende boek zal de lezer gelukkig nog steeds<br />
verkeerde beslissingen nemen. De praktijk is weerbarstig. Verwacht<br />
van de hoogleraren geen simplistische lijstjes van geboden<br />
en verboden. Wel is de lezer aan het eind van het boek beter in<br />
staat doelen te stellen, informatie te verzamelen en uit alle opties<br />
de op dat moment best denkbare optie te kiezen. De eenvoudigste<br />
tip staat op pagina 125: verzamel voldoende tegenargumenten.<br />
“Second opinions first.”<br />
Als de lezer zich bewust wordt van zijn falen, is volgens Buelens<br />
en Van den Broek al veel gewonnen. Managers zouden in<br />
ieder geval moeten erkennen dat ze slecht beslissen. De twee<br />
professoren kennen slechts één situatie waarin managers hun<br />
beoordelingsfouten ruiterlijk toegeven: ‘’Namelijk wanneer ze,<br />
met de bewijzen op tafel, worden beschuldigd van fraude.’’ Au!<br />
Met zulke vrienden heb je geen vijanden nodig. De manager die<br />
beledigd afhaakt, heeft wellicht gelijk. De collega die het boek<br />
desondanks leest, neemt veruit de beste beslissing.<br />
Marc Buelens en Herman Van den Broeck: Grootmeester in<br />
beslissen. Redactie Fannie Debussche. LannooCampus/Scriptum.<br />
181p. ISBN 9077432078. € 16,95<br />
Zuiver geweten<br />
Stel dat u ‘s avonds met uw beste vriend<br />
naar huis rijdt. Uw vriend rijdt 120 kilometer<br />
waar 100 is toegestaan. Een fietser<br />
steekt plotseling over, wordt geraakt en<br />
overlijdt ter plekke. U bent de enige getuige.<br />
Voor de rechter kunt u kiezen uit drie<br />
verhalen. A: uw vriend reed 120 kilometer<br />
per uur. B: u weet het waarachtig niet<br />
omdat u was ingedut. C: uw vriend reed<br />
zeker niet harder dan 95 kilometer.<br />
Op een congres waar deze kwestie aan de orde kwam, koos de<br />
overgrote meerderheid voor de waarheid. Slechts een enkeling<br />
opteerde voor het tweede verhaal en slechts één man koos voor<br />
de derde optie. Die ene man was Thomas Cohn, oud-bestuursvoorzitter<br />
van Siemens Nederland. ‘’Alle Nederlanders zijn hier<br />
verontwaardigd over,’’ vertelt Cohn in de boeiende interviewbundel<br />
‘De rol van het geweten’. Vriendschap gaat voor hem boven<br />
de waarheid: “Vanuit het perspectief dat je voor je vrienden door<br />
het vuur moet gaan en je de fietser bovendien niet meer tot<br />
leven kunt wekken. Ik sta voor deze loyaliteit.”<br />
De Siemens-manager en tien andere managers spraken met<br />
management-coach Karin Jironet en ethiek-adviseur David<br />
Vriesendorp. Met name het belang van zelfreflectie en intuïtie<br />
keert in veel gesprekken terug. Opvallend veel managers vertellen<br />
dat ze in de loop van hun carrière meer zichzelf zijn geworden.<br />
“Worden wie je bent,” blijkt een belangrijk ideaal. Bewonderenswaardig<br />
is de zelfreflectie van Marike van Lier Lels (voorheen<br />
Schiphol) en van Ole van der Straaten (voorheen Laurus). Behartigenswaardig<br />
is de intuïtie van Rijkman Groenink (ABN Amro)<br />
en van Jacqueline Rijsdijk (De Nederlandsche Bank). Lezenswaardig<br />
zijn ook de bespiegelingen van onder anderen Tony Ruys<br />
(Heineken) en Kees Storm (Aegon). Volop stof tot nadenken.<br />
David Vriesendorp en Karin Jironet: De rol van het geweten.<br />
Persoonlijke verhalen van leiders in het Nederlandse bedrijfsleven.<br />
Business Contact. 159p. ISBN 9<strong>04</strong>7003713. € 17,50<br />
Vrije slaven<br />
Honderd Afrikaanse slaven bereikten in<br />
1596 op een gekaapt schip de haven van<br />
Middelburg. Ze werden op gezag van de<br />
stadsbestuurders vrijgelaten. Tot ongenoegen<br />
van de Nederlandse reder die direct<br />
bezwaar maakte tegen deze bestuurlijke<br />
dwaling. Met succes. “Vrye lyberteyt”,<br />
natuurlijke vrijheid, gold volgens de Staten<br />
van Zeeland alleen de burgers van eigen bodem. De reder mocht<br />
met de Moren doen “soe hy ‘t verstaet”. Hij kon zijn levende<br />
handelswaar zonder verder oponthoud in West-Indië te gelde<br />
maken.<br />
Ook de volgende eeuwen bleef Nederland slaven drijven, zo<br />
beschrijft Glenn Willemsen in ‘Dagen van gejuich en gejubel’.<br />
Het duurde tot 1 juli 1863 voordat de slavernij in alle Nederlandse<br />
koloniën werd afgeschaft. Ruim 45 duizend Surinaamse<br />
en Antilliaanse slaven kregen op deze dag hun vrijheid. Directeur<br />
Willemsen van het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden<br />
en erfenis (NiNsee) doet in zijn onthullende boek verslag<br />
van de dagen rond 1 juli 1863 en de bittere strijd en wonderlijke<br />
beslissingen die daaraan vooraf gingen.<br />
Het einde van de slavernij maakte volgens Willemsen overigens<br />
geen einde aan alle onrecht op de overzeese plantages voor suiker,<br />
zout, koffie en katoen. Terwijl de plantage-eigenaren schadeloos<br />
werden gesteld voor het verlies van hun menselijke machines,<br />
vierden de slaven hun herwonnen vrijheid onder streng<br />
staatstoezicht met weinig meer dan de kleren aan hun lijf. Het<br />
nieuws dat de bazen van de staat driehonderd gulden per slaaf<br />
ontvingen, werd de ex-slaven zorgvuldig onthouden.<br />
Glenn Willemsen: Dagen van gejuch en gejubel. Viering en<br />
herdenking van de afschaffing van de slavernij in Nederland,<br />
Suriname en de Nederlandse Antillen. Amrit. 327p.<br />
ISBN 9074897460. € 24,90<br />
APRIL <strong>2007</strong> 49
INTERVIEW<br />
In Oost-Europa zit de groei<br />
Een mediabedrijf dat het haalt op alleen autonome groei?<br />
Geen haalbare kaart. Dat meent Eija Ailasmaa, ceo van Sanoma<br />
Magazines.<br />
Interview Paul Nobelen | Tekst Saskia Bruyn | Fotografie Eline Klein<br />
Eija Ailasmaa is sinds 2003 ceo van Sanoma Magazines - de Europese<br />
tak van de mega-uitgeverij - en verantwoordelijk voor dertien landen.<br />
Haar Finse invloed is onmiskenbaar in de in lichte, natureltinten uitgevoerde<br />
vergaderzaal. Op tafel schittert Iittala glaswerk en servies. Interviewer<br />
Paul Nobelen kent het land via zijn schoonouders, en hoewel de<br />
verschillen volgens hem op het eerste gezicht groot zijn, stelt Ailasmaa<br />
vast dat de overeenkomsten nog veel groter zijn. Ze woont en werkt vijf<br />
dagen per week in Amsterdam en kan goed overweg met de Nederlanders,<br />
die net als de Finnen open en direct zijn, en weinig hiërarchisch<br />
ingesteld. Zelf is ze vooral uiterst zakelijk, met twee opvallende eigenschappen:<br />
een warme passie voor het traditionele tijdschrift als trusted<br />
friend, en een ambitie zo helder en scherp als een ijspegel.<br />
Hoe houd je greep op groei?<br />
“We hebben ons bordje vol momenteel. We willen onze groei sturen in<br />
drie richtingen. Ten eerste willen we onze huidige kracht, onze marktpositie,<br />
behouden en versterken. We zijn nu actief in dertien Europese<br />
landen en zijn bijna overal marktleider onder de tijdschriftenuitgevers.<br />
Die positie willen we consolideren, maar we willen ook innoveren, maximaal<br />
de kansen grijpen die zich voordoen. Een kernstrategie is om onze<br />
bestaande merken verder te ontwikkelen, door ons te begeven op de<br />
markt voor evenementen en andere met onze merken samenhangende<br />
producten en online activiteiten. Door onze aanwezigheid voortdurend<br />
te versterken, blijven we groeien. Als tweede punt op onze groei-agenda<br />
zijn we volop bezig met geografische uitbreiding en het betreden van<br />
nieuwe markten. Rusland is onze laatste aanwinst, daar hebben we de<br />
Independent Media-holding aangekocht. In Rusland groeien de mediabedrijven<br />
momenteel het hardst van heel Europa. Via Rusland bereiken<br />
we Oekraïne. Vanuit Moskou kijken we nu naar de voormalige Sovjetrepublieken<br />
die dankzij hun olie- en gasvoorraden een snelle onwikkeling<br />
doormaken, zoals Kazachstan en Georgië waar we al actief zijn. En als<br />
derde natuurlijk de nieuwe media. Weer een heel ander verhaal.”<br />
Wat is uw groeistrategie, kiest u voor autonome groei of groei<br />
door acquisities?<br />
“Het zou prachtig zijn om het met louter autonome groei te kunnen<br />
redden, maar in de Westerse wereld is dat voor een mediabedrijf geen<br />
haalbare kaart. Door de technologische ontwikkelingen is de markt zo<br />
sterk veranderd. De lezers verkassen naar de online media, gevolgd<br />
door de adverteerders. Een uitdaging voor de ‘klassieke’ media, waarbij<br />
het erg moeilijk is geworden om autonome groei te creëren. In de tijdschriftenbranche<br />
kun je nog wel groeien, als je een sterke positie hebt<br />
en de capaciteit om steeds te innoveren en nieuwe titels te lanceren.<br />
Wij grijpen onze kansen en breiden onze activiteiten uit waar we kunnen.<br />
Daarbij kijken we op dit moment dus vooral naar Oost-Europa.”<br />
Waarom juist Oost-Europa?<br />
“Daar zit de groei! De markt voor media is nog onontgonnen, en de<br />
economie groeit er zo hard (Ailasmaa toont ter illustratie een kaart van<br />
Europa waarop de groei van het nationaal inkomen in 2006 is aangegeven.<br />
De verschillen tussen Oost en West spreken voor zich, red.). Er is<br />
ruimte voor nieuwe titels en voor consolidatie.”<br />
“ We willen altijd op korte termijn<br />
marktleider kunnen worden”<br />
Waarom kies je voor een bepaald land om naar uit te breiden?<br />
“Er moet een interessante markt zijn voor ons, we moeten er kunnen<br />
groeien. Ons belangrijkste criterium is altijd: we willen op korte termijn<br />
marktleider kunnen worden, in marktaandeel en in omzet. Als die kans<br />
er is, stappen we in. We zijn te groot om ergens niche-speler te blijven,<br />
we willen dominant zijn. We zijn op dit moment nummer vier in<br />
Europa, met een omzet van bijna 1,2 miljard euro.”<br />
Wil Sanoma Magazines er in opkomende markten als eerste<br />
instappen of kijken jullie eerst de kat uit de boom?<br />
“Dat hangt ervan af, we hebben het in het verleden allebei met succes<br />
gedaan. Als je de kans hebt om snel naar de leidende positie door<br />
te groeien is het een voordeel om het initiatief te hebben. Dat is goed<br />
gelukt in Hongarije en Bulgarije. Rusland was een voorbeeld van de<br />
andere strategie. We beoordelen het per geval, wat de beste benadering<br />
voor ons is.”<br />
Slaat u in onrijpe markten de fase van de gedrukte media over<br />
om meteen online te gaan?<br />
“Integendeel, de online markt is daar ook nog onderontwikkeld. De<br />
breedbandpenetratie is er laag, en die is nodig voor interessante internet-business.<br />
Snelle internetverbindingen naar alle huishoudens. Daar is<br />
het internetgebruik nog onbetekenend, er liggen juist groeikansen voor<br />
de traditionele media.”<br />
Verschuift u uw aandacht nu van ontwikkelde landen naar de<br />
opkomende markten in Oost-Europa?<br />
“Zo zwart/wit ligt het niet. Die markten zijn nog relatief klein, en wij<br />
zijn te groot om ons daar volledig op te richten. Het grootste <br />
50 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 51
probleem in het Westen was het achterwege blijven van economische<br />
vooruitgang. Vooral in Nederland zijn het zware tijden geweest, vorig<br />
jaar zagen we nog een omzetdaling. Vooral de losse verkopen stonden<br />
onder druk, daar zat de pijn, de wederverkopers hadden moeite de<br />
lezer te bereiken. Het is ook deels een marketing-probleem, wij moeten<br />
onze marketing-inspanning voor die verkoopkanalen opvoeren. In België<br />
ging het iets beter, daar was iets minder concurrentie. Maar nu ziet<br />
het ernaar uit dat het tij gaat keren. Ook in het Westen gaan de zaken<br />
goed voor ons, zelfs met wat minder groei kunnen we hier nog mooie<br />
winsten halen. We moeten het allebei doen.”<br />
Sommige bladen kun je vertalen, maar de meeste tijdschrifttitels<br />
zijn toch land- en cultuurgebonden?<br />
“Dat is zeker zo, en dat is ook onze kracht, om altijd dichtbij de markt<br />
te staan. In onze portfolio hebben we de sterkste merken van het land,<br />
en die zijn onze ruggengraat. De internationale merken, zoals Elle,<br />
Cosmopolitan, National Geographic, zijn leuke extra’s, maar niet van<br />
cruciaal belang voor ons. Dat zijn titels als Libelle, dat is een instituut<br />
en zeer robuust, zakelijk gezien. Maar we willen het allebei hebben: de<br />
sterke nationale merken en ook goede licentietitels, we willen een preferred<br />
partner zijn. Wij zijn de grootste partner van Hearst International,<br />
met tien edities van Cosmopolitan in licentie in onze marktgebieden,<br />
zeven edities van National Geographic tot dusver en de meest succesvolle<br />
edities van Donald Duck in Nederland en Finland, een partnerrelatie<br />
die al meer dan vijftig jaar bestaat.”<br />
Wat is dan de synergie van zo’n portfolio?<br />
“Synergie is een interessant maar zeer lastig begrip in de mediawereld.<br />
Advertentie<br />
Dat zag je bij Time/Warner en America Online, synergie is heel moelijk<br />
te bereiken. Er is wel wat schaalvoordeel te behalen, mogelijkheden<br />
voor ‘insourcing’, en dat buiten wij ook uit. Maar ‘zachte’ synergie is<br />
belangrijker voor ons: een cultuur tot stand brengen waarin snel veel<br />
wordt geleerd, door best practices en best business concepts uit te wisselen<br />
en innovatie kansen te geven. Er is in mediabedrijven niet zozeer<br />
synergie in de klassieke zin van het woord. Plaatselijk misschien wel,<br />
wanneer je een stevige organisatie hebt neergezet als basis om op verder<br />
te groeien en nieuwe projecten te lanceren. Wij starten met tien à<br />
twintig nieuwe titels ieder jaar, en natuurlijk snoeien we ook titels weg.<br />
In al onze bladen vernieuwen we voortdurend, je kunt niet meer lui zijn<br />
en een tijdschrift jarenlang onveranderd laten bestaan.”<br />
Zoals gezegd, met autonome groei alleen kom je er niet. Hoe<br />
kies je de juiste bedrijven voor overnames?<br />
“Grote overnames zijn de enige manier om in onze branche te blijven<br />
groeien. Wij hebben wat dat betreft een goede staat van dienst. Maar<br />
je moet niet alleen naar groei kijken, bedrijven moeten bij je passen en<br />
je moet waarde kunnen toevoegen. En je moet na een overname rekening<br />
houden met een integratieproces.”<br />
Hoe ga je om met de culturele verschillen na een overname?<br />
“We werken zeer gedecentraliseerd. De inhoud van de bladen die<br />
onze merken maken, wordt door de redacties gemaakt, volgens de<br />
plaatselijke cultuur, smaak en waarden in een samenleving, en de taal<br />
natuurlijk. Er zijn zoveel verschillen, dat kan je niet vanaf een centraal<br />
hoofdkantoor regelen. We willen dichtbij de klant, de lezer zijn. Maar<br />
er is wel een gemeenschappelijke basis; als groter geheel hebben we<br />
de capaciteit om toonaangevende merken te produceren, gericht op<br />
de klant en op inhoud. We geven intern kennis en vaardigheden aan<br />
elkaar door, door voortdurend van elkaar te leren. Daarvoor organiseren<br />
we ieder jaar een managementconferentie met workshops en keynotespeakers,<br />
om kennis te delen en het leerproces te versnellen. Dat is<br />
een belangrijke functie van ons hoofdkantoor, naast het uitvoeren van<br />
onze groeistrategie door uitbreiding en overnames. Zo geven we de<br />
Sanoma-cultuur vorm, maar dat is een proces van jaren. We hebben<br />
hier in Nederland in oktober vorig jaar de vijfde verjaardag gevierd van<br />
onze komst hier, na de overname van VNU Tijdschriften. Het ging niet<br />
vanzelf, we hebben er hard aan moeten werken, maar ik denk ik dat ik<br />
nu kan zeggen dat het gelukt is. Er ontwikkelt zich een Sanoma-gevoel,<br />
het is één bedrijf geworden. Dat willen we ook bereiken met onze<br />
mensen uit België, Hongarije, Rusland.”<br />
“ Adverteerders zijn in verwarring door de<br />
opkomst van de online media”<br />
Heb je om te groeien verschillende typen medewerkers nodig,<br />
of juist Sanoma-klonen?<br />
“Het is een zeer divers gezelschap, nog afgezien van de voor de<br />
handliggende verschillen als die tussen bijvoorbeeld een redacteur en<br />
verkoper. Per land zijn er grote culturele verschillen, maar we delen<br />
ook bepaalde waarden, zoals onze klantgerichtheid, gerichtheid op de<br />
Als u een probleem heeft, hebben wij een<br />
probleem. En wij houden niet van problemen.<br />
Welkom in onze zakelijke wereld.<br />
lezer, die kan ik niet genoeg benadrukken, en de creativiteit die een<br />
mediabedrijf nodig heeft, in combinatie met betrouwbaarheid. En we<br />
zijn ambitieus. Onze groeipaden zijn ook divers en vragen verschillende<br />
skillsets op verschillende niveaus in het bedrijf. Een zekere mate van<br />
creativiteit is vereist, naast zakelijke scherpzinnigheid. Leervermogen<br />
is erg belangrijk voor de open cultuur die wij voorstaan. Iets wat we<br />
momenteel aan het leren zijn, is het nog beter begrijpen van een<br />
tweede groep klanten, namelijk onze adverteerders. Die zijn in verwarring,<br />
door de opkomst van de online media, wat voor modellen werken<br />
daar? Het televisiepubliek raakt gefragmenteerd, we moeten ons hele<br />
aanbod opnieuw vormgeven. Dat is volop in ontwikkeling, we kunnen<br />
niet meer alleen bezig zijn met het verkopen van paginaruimte.<br />
Op basis van onze kracht, onze sterke merken en de lezersgroepen die<br />
daaraan zijn verbonden, kunnen we oplossingen aanbieden en lezers<br />
en adverteerders bij elkaar brengen. Bijvoorbeeld door het organiseren<br />
van evenementen. Lezersgroepen en hun communities zullen steeds<br />
belangrijker worden.”<br />
We hebben in de afgelopen jaren nogal wat dynamiek gezien in<br />
de top van Sanoma, hoort dat ook bij uw groeistrategie?<br />
“Laten we dat niet overdrijven, over het geheel genomen zijn we<br />
behoorlijk stabiel en dat mag van mij nog wel wat stabieler. Het is de<br />
aard van dit bedrijf dat je veel kennis en ervaring nodig hebt om het<br />
goed te doen, je moet weten hoe je een merk neerzet en hoe je het<br />
bedrijf laat presteren. Je moet zuinig zijn op deze silent knowledge,<br />
die is erg belangrijk voor succes. Zelf heb ik het geluk gehad om in <br />
52 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 53<br />
Advertentie
Eija Ailasmaa (56)<br />
ceo van Sanoma Magazines<br />
Opleiding: masters social sciences, University of Helsinki,<br />
Sanoma School of Journalism<br />
Loopbaan: Sinds 2003 president en ceo, Sanoma Magazines;<br />
vice president en president, Sanoma Magazines (2001-2003);<br />
president, Sanoma Magazines Finland/Helsinki (2000-2001);<br />
executive vice president en general manager, Magazines Finland/<br />
Helsinki Media (1998-2000); vice president Publishing, Sanomaprint/Helsinki<br />
(1989-1998); hoofd-redacteur, Kodin Kuvalehti<br />
(1985-1989); redactionele functies bij Ilta-Sanomat (1975-1985)<br />
Nevenactiviteiten: RSM Erasmus University Advisory Board,<br />
member board Hansaprint Oy<br />
Hobby’s: “geen tijd voor“<br />
Thuis: getrouwd en twee kinderen<br />
dit bedrijf verschillende posities te kunnen vervullen, zoals redacteur,<br />
uitgever en bestuurder, en betrokken te zijn bij alle media-typen: kranten,<br />
tijdschriften en ook televisie.”<br />
Is het mogelijk om groei te combineren met kostenbesparingen?<br />
“Dit is harde noodzaak in de hele media-industrie. De klassieke media<br />
vertonen een dalende lijn omdat publiek en adverteerders zich verplaatsen<br />
naar de nieuwe, online media. Daar moet je in investeren. Doelgroepen<br />
raken gefragmenteerd, dus je moet met meer verschillende<br />
producten en programma’s komen om aan hun wensen te voldoen. Om<br />
al die vernieuwingen en ontwikkelingen te kunnen bekostigen, moet je<br />
bestaande productie zo efficiënt mogelijk gemaakt worden, maar wel<br />
op een slimme manier. Daar zijn we voortdurend mee bezig.”<br />
Gelooft u in de toekomst van de gedrukte media?<br />
“Voor de gedrukte media als geheel weet ik het niet, kranten zijn een<br />
ander verhaal, maar ik geloof zeker in tijdschriften. Papieren tijdschriften<br />
ja. Bedenk even wat een enorm verschil er is tussen de ervaring van<br />
het lezen in een blad en die van het beeldscherm. Voor het opzoeken<br />
van praktische informatie is het scherm prima, maar als je leesplezier<br />
wil, je wilt ontspanning, dan lees je niet zó (gaat rechtop zitten), maar<br />
zó (leunt achterover). Dat is een moment van luxe. En denk aan de<br />
beeldkwaliteit en de combinatie met mooi beeld en grafische vormgeving,<br />
typografie. Mode, beauty, kookgenot, en dan niet alleen het<br />
recept, maar de inspiratie van het plaatje, op goed papier gedrukt. De<br />
54 MANAGEMENT SCOPE<br />
‘look and feel’, om het maar simpel te zeggen, is niet zo gemakkelijk te<br />
vervangen door het scherm.”<br />
Wil de consument daarvoor blijven betalen, hoe zit het met de<br />
prijselasticiteit van de vraag?<br />
“Oh ja hoor, de huidige lezersgroep heeft zijn leesgewoonten al<br />
gevormd. De jongere generatie is onze zorg. Zij zijn zoveel online, wat<br />
voor gewoontes vormen zij om aan hun informatiebehoefte te voldoen?<br />
Dat weten we nog niet. Maar de huidige groep lezers zal er echt<br />
niet mee stoppen. Het gaat niet om de prijs, maar om de ervaring. Juist<br />
de dure bladen, de glossy’s, doen het erg goed in sommige landen.<br />
Belangrijk voor adverteerders. Wat het het beste doet, verschilt ook<br />
weer per land. In Rusland bijvoorbeeld, bestaat onze portfolio voor een<br />
groot deel uit glossy’s, we richten ons op een rijk lezerspubliek. Er zijn<br />
nu zo’n 90 duizend miljonairs in Moskou, er is veel geld uit te geven.”<br />
Hoe trekt Sanoma dat jonge publiek aan, dat is opgegroeid met<br />
het internet?<br />
“De verandering gaat geleidelijk, het duurt lang voordat alle ‘oude’<br />
lezers verdwenen zijn. En dan nog is het helemaal de vraag hoe de<br />
jongeren van nu zich gaan gedragen als ze een volwassen leven gaan<br />
leiden, als ze kinderen gaan krijgen en huizen kopen. Lezen ze dan<br />
onze babybladen nog, of onze interieurbladen? Of kopen ze alles puur<br />
rationeel online? Hebben ze geen behoefte aan de inspiratie van Eigen<br />
Huis, of VT Wonen? We weten het niet. Maar we willen dichtbij ze blijven,<br />
en dat zijn we ook, online. Als we ze niet voor onze gedrukte titels<br />
kunnen winnen, bedienen we ze in elk geval daar. Jonge moeders zijn<br />
de meest actieve gebruikers van de elektronische communities van onze<br />
bladen. Ze lezen die, en komen ook naar de websites. Misschien is die<br />
combinatie wel de toekomst.”<br />
U heeft een lange loopbaan achter de rug binnen Sanoma, hoe<br />
bent u daarbij als persoon gegroeid?<br />
“Ja, ik ben begonnen als redacteur bij verschillende bladen. In 1985<br />
werd ik hoofdredacteur van een titel waarmee het slecht ging, er werd<br />
al een tijd lang verlies op gemaakt. Daar wilde ik natuurlijk iets aan<br />
doen. Ik merkte dat het daarvoor niet voldoende is om aan de redactionele<br />
inhoud te sleutelen, je moet ook invloed hebben op de marketing,<br />
advertentieverkoop en andere aspecten van het productieproces.<br />
Je hebt dus macht nodig. Toen het lukte en de oplage van het blad<br />
omhoog ging, was dat mijn beloning. Ik kreeg de smaak te pakken en<br />
heb de overstap naar de zakelijke kant van het bedrijf gemaakt. Maar<br />
dat is niet aan iedere redacteur besteed. Mijn volgende uitdaging, na<br />
de overname van VNU Tijdschriften, is het volgen van onze klanten in<br />
de transformatie naar de nieuwe mediamarkt. Terwijl we tegelijk succesvol<br />
blijven met onze gedrukte media. Daarvoor zullen we ons verder<br />
moeten ontwikkelen, en als dat lukt, is het een fantastische prestatie.”<br />
Na het gesprek kan Ailasmaa het niet laten op het enorme tijdschriftenrek<br />
te wijzen. Ze toont de Russische aanwinsten: Derk Sauer’s Moscow<br />
Times, de duimdikke superglossy Harper’s Bazaar en de Men’s Health.<br />
Ailasmaa: “Dit is de stijlbijbel van de trendy Russische man. Hij doet het<br />
daar geweldig, terwijl mannenbladen in West-Europa moeilijk te verkopen<br />
zijn.” Waarom? Jaaa... Dát begrijpen is de kern van groei in de<br />
tijdschriftenwereld, aldus de Finse. <br />
Interviewer Paul Nobelen is bestuursadviseur<br />
Reacties: pnobelen@managementscope.nl<br />
O P I N I E P L A T F O R M<br />
Als u een website hebt die aandacht besteedt aan nieuws, politiek,<br />
management, economie of de beurs, dan zijn de headlines uit De Scopist<br />
wellicht een prettige aanvulling. De Scopist is een toonaangevend weblog<br />
waarop tweemaal daags het belangrijkste financieel-economisch nieuws<br />
kritisch wordt besproken door een aantal vooraanstaande journalisten.<br />
U kunt onze headlines zelf heel gemakkelijk op uw eigen website zetten.<br />
www.descopist.nl<br />
Door www.descopist.nl/feed op uw website te plaatsen, verschijnen<br />
De Scopist headlines namelijk automatisch. Iedere keer als er vervolgens<br />
een nieuw artikel op De Scopist ingevoerd is, worden ook de<br />
headlines op uw site ververst. Uw site is dus altijd actueel. Plezierige<br />
bijkomstigheid: onze RSS service is geheel gratis. Meer weten? Kijk op<br />
www.descopist.nl
VOORPUBLICATIE<br />
Op zoek naar nieuwe kansen<br />
Slechts één op de drie bedrijven zal over tien jaar nog met de huidige<br />
strategie overleven. De rest moet op zoek naar iets nieuws. Auteur<br />
Chris Zook geeft in zijn boek Unstoppable aan hoe ze dat kunnen<br />
doen. Een voorpublicatie van het boek dat in mei verschijnt.<br />
Tekst Chris Zook<br />
Over tien jaar ziet ruim één op de drie bedrijven z’n kernactiviteit<br />
failliet gaan, of de onafhankelijkheid verliezen door een overname<br />
of fusie. De tweede van de drie zal zelfstandig of met een private<br />
equity-partij zijn kernactiviteit en strategie fundamenteel, en misschien<br />
zelfs pijnlijk, moeten herdefiniëren. De laatste van de drie zal<br />
er zonder kleerscheuren doorheen komen en juist groeien. Wie welk<br />
lot beschoren is, is in de meeste gevallen niet duidelijk.<br />
De afgelopen zeven jaar heeft Bain & Company onderzoek gedaan<br />
naar de manier waarop bedrijven groeien en winstgevende groei<br />
behouden en welke strategie zij daarbij gebruiken. Dit is gedaan<br />
door achtduizend bedrijfs-cases van de afgelopen twintig jaar te<br />
bestuderen. En wat blijkt: de meeste strategieën volgen de cyclus<br />
van: focus-uitbreiden-herdefiniëren. Veel bedrijven staan nu voor een<br />
herdefiniëring van hun strategie. Dat is de reden waarom Unstoppable<br />
gaat over herdefiniëren. De centrale vraag in het boek is: wat te<br />
doen als de groeiformule uit het verleden de grens bereikt?<br />
Dat menig bedrijf met een strategieprobleem kampt, werd laatst<br />
schrijnend duidelijk toen in de Wall Street Journal op twee pagina’s<br />
vier artikelen berichtten over aankomende of genoodzaakte herdefinities.<br />
Eén stuk beschreef de wanhoop van de managers van Ford,<br />
die aankondigen dat hun business model niet meer werkt. Het<br />
tweede artikel gaat over de strijd bij Kodak; hoe te veranderen naar<br />
een nieuw business model met een reeks concurrenten, terwijl het<br />
bedrijf gewoon doordraait. In de afgelopen tien jaar zijn winsten in<br />
de fotografiemarkt ondanks de turbulentie bijna verdubbeld. Het is<br />
verbazingwekkend dat negentig procent van hun omzet nu komt<br />
uit producten en diensten, zoals digitale camera’s, geheugenkaarten<br />
en dergelijke, die tien jaar geleden nog niet bestonden. En verder<br />
een artikel over de vraagtekens bij het nieuwe winstmodel van<br />
kranten en één over dalende aandelenkoersen in telecombedrijven<br />
als Vodafone. Heeft een telecombedrijf nog wel bestaansrecht nu<br />
iedereen een telefoon heeft en je zoveel kan praten als je wilt en<br />
de prijzen kelderen.<br />
56 MANAGEMENT SCOPE<br />
De weg van de minste weerstand<br />
Bedrijven die niet verder kunnen groeien in hun kernactiviteit, kunnen<br />
kiezen voor drie voor de hand liggende opties:<br />
• Een grote transformatie inzetten om te proberen het groeivraagstuk<br />
in één keer op te lossen. Zoals de overname van Time<br />
Warner door AOL in 2000, die het concurrentieveld volledig zou<br />
veranderen. Nu gaan de bedrijven weer uit elkaar, omdat de<br />
combinatie minder is gebleken dan de som van beide delen.<br />
• Een nieuwe aantrekkelijke markt aanboren die een aantal stappen<br />
verwijderd is van de kernactiviteit, zoals Vivendi, het bedrijf<br />
dat van water overstapte naar entertainment.<br />
• Besluiten om het oude model te verdedigen terwijl de regels<br />
in de sector veranderen en proberen de laatste te zijn die blijft<br />
bestaan, zoals bijvoorbeeld Blockbuster doet, de videotheek met<br />
achtduizend vestigingen wereldwijd.<br />
De kans op succes in elk van deze gevallen is echter minder dan<br />
tien procent. Het is net alsof je meedoet aan de loterij. Het is<br />
echter wel degelijk mogelijk om een manier te vinden, hoewel dit<br />
moeilijk is, die het faalrisico vijf tot tien keer verkleint. Dit gaat<br />
om strategieën die de kernactiviteit ontmantelen en een nieuwe<br />
formule creëren voor winstgevende groei. Deze zijn veel moeilijker<br />
te vinden, maar wel veel effectiever. Helaas zien te veel bedrijven<br />
meteen af van deze zoektocht naar de verborgen schat, en richten<br />
ze zich liever op de eerdergenoemde verleidingen.<br />
Wat zijn de verborgen schatten en waar zijn ze te vinden? Het zijn<br />
middelen die je bezit of waar je gemakkelijk toegang toe hebt.<br />
Middelen die ooit ondergeschikt of bijkomstig waren aan de oude<br />
strategie, maar nu de sleutel zijn tot de strategie van het toekomstige<br />
business model. En hoe ouder en complexer het bedrijf, hoe<br />
meer kans dat het dit soort middelen in huis heeft.<br />
Strategische verborgen middelen<br />
n Onontgonnen klanteigenschappen<br />
Dit zijn de meest voorkomende verborgen middelen, zoals een<br />
ongebruikt merk, bereik van klanten of unieke informatie. Een<br />
voorbeeld van een transformatiestrategie die alle drie omvat zou<br />
diamantbedrijf De Beers kunnen zijn. De Beers heeft z’n bron<br />
van groei omgedraaid en de marktwaarde negen maal vergroot<br />
in vijf jaar door de aanbodgedreven strategie te veranderen in<br />
een vraaggestuurde, die zich richt op het onbenutte merkpotentieel<br />
en het unieke bereik bij klanten.<br />
n Ondergewaardeerde groeiplatforms<br />
Dit zijn bijvoorbeeld de interne support functie, of het totaalresultaat<br />
van aantal aangrenzende investeringen. De omslag bij bijvoorbeeld<br />
IBM is gebaseerd op het relatief kleine services onderdeel,<br />
wat destijds minder dan tien procent van de omzet was,<br />
en dat nu de kern is geworden van het bedrijf. Soms komt de<br />
kracht van verborgen middelen vrij door het bedrijf in te krimpen<br />
en de investering en aandacht te concentreren op een veel kleiner<br />
deel: letterlijk krimpen om te groeien. Een mooi voorbeeld is<br />
Vopak, ‘s werelds grootste onafhankelijke tankterminal-operator,<br />
gespecialiseerd in de op- en overslag van vloeibare en gasvormige<br />
chemie- en olieproducten. Het bedrijf is bijna acht keer verkleind<br />
en heeft nu een omzetgroei van veertien procent en een<br />
winstgroei van 27 procent, in een sector die gekenmerkt is door<br />
lage groei.<br />
n Onderbenut vermogen<br />
Een voorbeeld van een bedrijf dat groeide door iets te doen<br />
met zijn onbenutte vermogen, is Marvel Entertainment. Dat was<br />
ooit marktleider in stripboeken, niet echt een markt voor de<br />
toekomst. Het bedrijf stevende af op een faillissement in 1996,<br />
ondanks dat het een leger superhelden als Spiderman en de<br />
Incredible Hulk in huis had. Tegenwoordig maakt Marvel meer<br />
dan honderd miljoen dollar winst op een omzet van vierhonderd<br />
miljoen dollar doordat zijn archieven met duizenden stripfiguren<br />
en verhalen zijn ingezet in een formule gericht op films, games<br />
en het internet. Ook de opmerkelijke vernieuwing van Apple<br />
Computer is een voorbeeld van krachtig en onderbenut vermogen<br />
dat wordt toegepast in een snelle nieuwe markt.<br />
Dit alles lijkt op de op waarheid gebaseerde film Apollo 13 waarbij<br />
de astronauten in de ruimte zich realiseerden dat ze lucht verloren<br />
in de cabine en in de zeer onderschatte radio boodschap naar<br />
Houston seinden ‘we hebben een probleem.‘ De vluchtleiding verzamelde<br />
alles in het ruimteveer van kauwgum tot ondergoed tot<br />
plakband. En het waren juist deze dingen, die ooit als volledig overbodig<br />
bestempeld waren, die nu de sleutel waren tot een levensreddende<br />
oplossing. Verborgen schatten dus. <br />
Vopak zocht met succes naar altenatieve groei<br />
Chris Zook, hoofd van de Global Strategy Practice van Bain & Company:<br />
Unstoppable. Harvard Business Press. 224p. ISBN 1422103668. $29,95<br />
APRIL <strong>2007</strong> 57<br />
Foto: Koninklijke Vopak N.V.
ANALYSE<br />
Wat wil de klant<br />
Klanten willen dat je echt met ze meedenkt.<br />
Welke software maakt dat mogelijk?<br />
Tekst Leo Klaver<br />
Het binnenhalen van een nieuwe klant is vijf keer zo duur als het<br />
vasthouden van een bestaande klant. Een organisatie die dat weet<br />
en die op zoek is naar winstmaximalisatie, verschuift dus snel zijn<br />
prioriteit van het verwerven van nieuwe klanten naar het behouden<br />
ervan. De praktijk laat zien dat dit in de regel betekent dat dure<br />
Customer Relation <strong>Management</strong> (CRM) systemen worden geïnstalleerd.<br />
Die systemen moeten aangeven wat de bestaande klanten<br />
doen om vervolgens deze klanten in de watten te kunnen leggen.<br />
Dit alles met als doel de churnrate, ofwel het weglopen van klanten,<br />
te reduceren. Met alleen zo’n systeem ben je er echter niet.<br />
Klanten laten zich weliswaar graag in de watten leggen, maar dat<br />
wil nog niet zeggen dat ze een bedrijf trouw blijven. Ze zijn zomaar<br />
weer vertrokken. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een recent gehouden<br />
onderzoek door TNO Informatie- en Communicatietechnologie<br />
waarin aan 401 consumenten van telefonie-, internet-, en digitale<br />
televisiediensten is gevraagd naar hun voornemen om klant te<br />
blijven bij de organisatie waar ze de diensten afnemen. Het blijkt<br />
dat op grote schaal uitgevoerde marketingactiviteiten nauwelijks<br />
invloed hebben. Het creëren van communities voor klanten, het<br />
bieden van de mogelijkheid om tegen extra betaling betere service<br />
te krijgen en spaar- en beloningsacties, het zet allemaal geen zoden<br />
aan de dijk. Wat klanten willen, is gerichte informatie. De loyaliteitsintentie<br />
neemt pas toe als een aanbieder ze wijst op manieren<br />
om goedkoper uit te zijn, pro-actief met passende aanbiedingen<br />
komt en de mogelijkheid biedt om gratis een product een tijdje uit<br />
te proberen. Ze willen ook medewerkers met kennis van zaken die<br />
ze serieus nemen, die hulpvaardig zijn en die met de klant meedenken<br />
en oplossingen bieden.<br />
Tien keer doorverbonden<br />
Het heeft, zo geeft het onderzoek van TNO aan, geen enkele zin<br />
om CRM-systemen te bouwen die alleen<br />
weergeven wat klanten doen als er niet<br />
gelijktijdig door de organisatie een marketingstrategie<br />
wordt ontwikkeld die is gebaseerd op<br />
innovatie en nieuwe diensten. Andere studies<br />
onderschrijven dat: zeventig procent van alle<br />
CRM-initiatieven leidt niet tot verbetering, vooral<br />
omdat er geen marketingstrategie is ontwikkeld.<br />
Hier moet onmiddellijk aan worden toegevoegd dat<br />
CRM plus innovatieve marketingstrategie ook nog geen<br />
weg is die automatisch voert naar succes. Immers, een CRMsysteem<br />
en een innovatieve strategie kunnen alleen goed werken<br />
als de mensen die het CRM-systeem moeten gebruiken, kunnen<br />
beschikken over alle informatie. Dan pas kunnen alle vragen direct<br />
worden beantwoord zonder dat er tien keer moet worden doorverbonden.<br />
Dat kan als de CRM-technologie wordt gekoppeld aan<br />
een Service Oriented Architectuur. Met deze technologie bepalen<br />
niet langer de ict-systemen hoe de bedrijfsprocessen eruit zien (dat<br />
is lange tijd het geval geweest), maar maken de bedrijfsprocessen<br />
slechts gebruik van de informatie in deze ict-systemen. De koppeling<br />
CRM en SOA maakt dat een organisatie kan denken in klanten<br />
en hun wensen in plaats van producten of diensten.<br />
- Bijna - net zo goed als mensen<br />
KPN is een voorbeeld van een bedrijf dat met de SOA-technologie<br />
bezig is. De manier waarop dit gebeurt, is recent door onderzoeksbureau<br />
Gartner Group bestempeld als een best practice.<br />
De grootste verandering is technisch gezien dat het aantal ictapplicaties<br />
drastisch vermindert. En wel van ongeveer duizend naar<br />
ongeveer honderd, aldus Peter Hermans die op corporate niveau<br />
werkt aan het verbeteren van de ict-architectuur van KPN. Elke<br />
business-unit had zijn eigen ict-systemen, dat is veranderd waar-<br />
door iedereen in de organisatie van een systeem<br />
gebruik kan maken. Door zo te werken, zijn bij<br />
KPN bijvoorbeeld inmiddels zo’n dertig businesssupportdesks<br />
die ieder hun eigen productpakket<br />
ondersteunden, vervangen door slechts vier desks<br />
die een bundel van producten kunnen ondersteunen.<br />
Klanten, die tegenwoordig steeds meer een bundel van<br />
diensten afnemen zoals telefonie, internet, tv, krijgen zo<br />
efficiënte hulp voor alle diensten die ze hebben afgenomen<br />
en hoeven niet voor elk afzonderlijke dienst een andere helpdesk<br />
te bellen.<br />
Het is echter wel een beetje jammer dat de werknemers niet voor<br />
alle klanten pro-actief oplossingen kunnen bedenken. En dat de<br />
klant geen genoegen neemt met de pakketten die de computer<br />
aankan. Daarom wordt er nu hard gewerkt aan EDA, ofwel Event<br />
Driven Architectuur. Het Amerikaanse bedrijf Starbucks gebruikt<br />
deze technologie inmiddels. Het assortiment van Starbucks is zo<br />
omvangrijk dat een klant een keuze kan maken uit 52 duizend verschillende<br />
koffie/likeur/gebakje/koekje-combinaties. Met de traditionele<br />
technologie kan dit bedrijf niet meer uit de voeten. Het heeft<br />
een systeem nodig dat als een klant zegt welke combinatie hij wil<br />
hebben, precies aangeeft wat er moet gebeuren. Bovendien wil het<br />
een systeem hebben dat klanten op basis van een gemaakte keuze,<br />
suggesties aan de hand kan doen van andere combinaties die de<br />
klant wellicht kan waarderen. Een EDA-architectuur kan op situaties<br />
reageren, - bijna - net zo goed als mensen dat kunnen, althans dat<br />
is het (gewenste) idee. Nu kan het met koffie, binnenkort kan het<br />
systeem waarschijnlijk ook een route door een ziekenhuis bepalen<br />
voor een klant die verschillende afspraken moet maken en die<br />
route ook nog eens zonder problemen verleggen als er een calamiteit<br />
ontstaat. <br />
Vooruitzien is…<br />
verantwoord groeien<br />
Groei is weer in. Niet dat groei ooit uit is<br />
geweest, maar in een aantrekkende economie<br />
is iedereen nu eenmaal meer gefocust op groei.<br />
Veel managers dromen van groei. Immers,<br />
hoe meer de onderneming groeit des te meer het<br />
ego wordt gestreeld en de portemonnee gespekt.<br />
Ook aandeelhouders willen groei zien, want als de<br />
onderneming groeit, heeft dat gevolgen voor de<br />
ontwikkeling van de waarde van het aandeel.<br />
Met de sterke opkomst van private equity is groei<br />
in voornoemde zin al helemaal een must. Ondernemingen<br />
worden namelijk vaak zo zwaar gefi nancierd<br />
dat groei een noodzaak wordt om te overleven.<br />
Geen groei is dan geen optie meer, want anders...<br />
Hier zien we een mogelijke belangentegenstelling<br />
ontstaan tussen de aandeelhouder die groei wil en<br />
de manager. Voor de aandeelhouder is groei ook<br />
mogelijk door ondernemingen te splitsen en af te<br />
stoten. Voor de manager is dat geen aantrekkelijke<br />
optie. De onderneming waaraan deze leiding geeft,<br />
wordt zo kleiner en diens positie minder imposant.<br />
Zijn dit type drijfveren nu werkbaar om tot groei te<br />
komen? Wij denken van niet. Tenminste niet op lange<br />
termijn. Corgwell ziet groei als een proces dat start<br />
bij de cultuur van de onderneming. Is er een brede en<br />
diepgevoelde wil om het beste voor uw klanten na te<br />
streven? Bent u bereidt om daarbij out of the box te<br />
denken? Heeft u de persoonlijke groei van uw medewerkers<br />
hoog in het vaandel staan? Is er ruimte voor<br />
creativiteit en eigen initiatief, voor ondernemerschap?<br />
Innovatief denken en handelen is daartoe<br />
cruciaal, welk proces start bij mensen. Wij zien<br />
groei als een logisch gevolg van verantwoord<br />
ondernemen. Niet gedreven door egocentrische<br />
overwegingen, niet gedreven door korte termijn<br />
aandeelhouderswensen, maar door de wil iets<br />
goeds na te streven en daarmee ook een resultaat<br />
te leveren dat iedere aandeelhouder tevreden stelt.<br />
Dit bedoelt Corgwell met corporate wellness.<br />
Hoe gaat u met groei om? Wilt u een stabiele groei<br />
met gemotiveerde medewerkers en enthousiaste<br />
klanten? Hoe maakt u uw aandeelhouders gelukkig?<br />
Laat het ons weten op wellness@corgwell.nl<br />
Corgwell… de vooruitzichten ver vooruit!<br />
58 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 59<br />
Advertentie<br />
———<br />
www.corgwell.nl
FAMILIEBEDRIJF<br />
‘ Niet verkopen<br />
zolang ik leef’<br />
Zijn kinderen gaan waarschijnlijk geen leiding geven in het bedrijf.<br />
Dat geeft niet, zegt directeur Kommer Damen van Damen Shipyards.<br />
Maar o wee als ze de aandelen verkopen terwijl hij leeft.<br />
Interview Cees Pronk | Tekst Rita Jager | Fotografie Marco Bakker<br />
Een scheepswerf zonder schepen, zo lijkt het. De haven van het familiebedrijf<br />
Damen Shipyards in Gorinchem is op een paar boten na leeg.<br />
“Voorheen lag het hier vol met voorraad, maar het is allemaal op. Er<br />
zijn mensen die dit heel goed vinden, want het betekent dat we veel<br />
verkocht hebben. Ik vind het heel slecht,” zegt directievoorzitter Kommer<br />
Damen. Hij moet er zelf om lachen. “Dat klinkt wel een beetje<br />
vreemd,” zegt hij. En hij voegt toe: “We willen ruimte houden voor<br />
korte levertijden. We hebben een enorme orderportefeuille en daarmee<br />
loopt je levertijd juist op. Maar je kunt natuurlijk ook trots zijn dat je<br />
zo’n orderportefeuille hebt.”<br />
De kamer van Kommer Damen op het hoofdkantoor van Damen<br />
Shipyards Group biedt een mooi uitzicht op de Boven-Merwede, de<br />
rivier die een voortzetting is van de Waal. Het is een drukke scheepvaartroute.<br />
“Al het scheepvaartverkeer tussen Duitsland en Antwerpen<br />
en Rotterdam komt hier langs,” zegt Damen. Binnen hangen schilderijen<br />
van zeilschepen en havens van schilders uit de negentiende en<br />
twintigste eeuw. Er staan enkele modelschepen - waaronder een miniatuur<br />
van de clipper Stad Amsterdam - en een kleine verzameling oude<br />
scheepsinstrumenten.<br />
Damen zeilt. Hij heeft al een keer in etappen de wereld rond gezeild en<br />
dat wil hij nog een keer gaan doen. Nu, op zijn 62ste, vindt hij het daar<br />
wel tijd voor en stoot hij meer en meer taken af. Sinds vorig jaar is hij<br />
niet meer ceo van het bedrijf. “Ik vind het zo langzamerhand tijd om<br />
andere dingen te gaan doen. Ik houd er nog niet echt mee op, ik blijf<br />
wel actief, maar ik denk niet dat het verstandig is nog met de dagelijkse<br />
dingen bezig te zijn. Het is heel veeleisend om zo’n bedrijf dagelijks<br />
aan te sturen.” Kommer Damen heeft het gevoel dat het overdragen<br />
van taken nu ook kan, omdat het bedrijf na jaren van groei inmiddels in<br />
een wat rustiger vaarwater is terechtgekomen. “We zitten momenteel<br />
in een situatie en we zijn ook van een omvang dat we niet meer hard<br />
hoeven groeien. Dat is ook een reden dat ik de leiding heb overgedragen.”<br />
Damen is nog wel steeds eigenaar, samen met zijn vier kinderen.<br />
“Ik heb ooit in de jaren tachtig besloten om een nieuwe holding op te<br />
richten en aan mijn kinderen 48 procent van de aandelen over te dragen.<br />
Dit heb ik gedaan om zo de successierechten laag te houden. In<br />
de praktijk is hun zeggenschap niet groot, maar ik probeer ze wel op te<br />
voeden en op te leiden naar het moment dat ze alle aandelen krijgen.<br />
Dat is pas na mijn overlijden.” Damen denkt niet dat zijn kinderen het<br />
bedrijf van hem gaan overnemen. Een topteam geeft momenteel leiding<br />
aan het bedrijf, vindt hij en de kinderen “kunnen niet beter wensen”.<br />
Damen Shipyards heeft een directieteam van vier personen, met<br />
Kommer Damen zelf als directievoorzitter. René Berkvens is de nieuwe<br />
ceo, die naast taken van Damen ook de non-core business doet, zoals<br />
de jachtbouw. Erik van der Noordaa is coo en verantwoordelijk voor het<br />
dagelijks aansturen van de verkooporganisatie in de matrix en de daarbij<br />
behorende productiebedrijven. En tot slot is er nog de cfo, Bernard<br />
Tijs. “Ik denk niet dat je dit bedrijf kunt aansturen zonder dat je uit het<br />
bedrijf voortkomt,” constateert Damen. “Dat lukt gewoon niet zonder<br />
kennis van de business en scheepsbouwkundige en maritieme kennis.”<br />
Hoewel Damen weinig ruimte ziet voor zijn kinderen om het bedrijf<br />
over te nemen, wil hij niet met zekerheid zeggen dat na hem de leiding<br />
van de Damens aan een einde is gekomen. “Ik kan me nog best voorstellen<br />
dat een van de kinderen het ooit een keer gaat doen. Maar het<br />
is absoluut niet mijn idee en realistisch gezien verwacht ik ook niet dat<br />
dat gebeurt. Waar ik wel over denk is naar een one-tier organisatie te<br />
gaan, waarbij eventueel ook aandeelhouders non-executive directeuren<br />
zijn en kunnen meekijken. Dat vind ik eigenlijk beter passen bij een<br />
bedrijf als het onze. Of de kinderen moeten hun aandelen verkopen.<br />
Maar ik wil niet hebben dat het bedrijf wordt verkocht bij mijn leven.<br />
Als ik straks op een half uur fietsen woon, wil ik niet hoeven toekijken<br />
hoe iemand anders er niets van bakt. Ik denk toch ook: wat moet je<br />
met al dat geld als je het verkoopt? Het bezit van zo’n bedrijf is best<br />
leuk en een goede belegging.”<br />
Best leuk inderdaad, om een bedrijf met de omvang van Damen<br />
Shipyards te bezitten. <br />
“Je kunt dit bedrijf niet aansturen<br />
als je er niet uit voortkomt”<br />
60 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 61
Kommer Damen (62)<br />
Opleiding: hts Scheepsbouw Dordrecht<br />
Loopbaan: in dienst bij firma Gebr. Damen (1967-1969), directeureigenaar<br />
Scheepswerf Damen, later Damen Shipyards Group<br />
Nevenactiviteiten: diverse bestuursfuncties en commissariaten,<br />
waaronder bestuurslid Vereniging Nederlandse Scheepsbouw<br />
Industrie, lid Benelux Committee Lloyds Register of Shipping en lid<br />
van de raad van commissarissen van Dockwise Shipping, honorair<br />
consul van Mexico, lid van de raad van toezicht van Slot Loevestein,<br />
adviseur van het Nederlands Danstheater<br />
Hobby’s: zeilen (lange afstanden), Nederlands Dans Theater<br />
Thuis: getrouwd en vier kinderen<br />
Generatie aan de leiding: tweede<br />
Sector/markt: scheepsbouw<br />
Omzet: 1,2 miljard euro<br />
Aantal medewerkers: 6.000<br />
Aantal vestigingen: 31<br />
Van klein bedrijfje is het onder de leiding van Kommer Damen uitgegroeid<br />
tot een wereldwijd concern. Hij kwam in het bedrijf in 1967, als<br />
23-jarige wildebras, die vaak conflicten had met mensen in zijn omgeving.<br />
“Ik was een enorme driftkop in die tijd. Ik zag er nog heel jong<br />
uit en ik was hartstikke eigenwijs en kreeg regelmatig ruzie met de lui<br />
op de werf. Eén keer had ik met de bedrijfsleider in Boven-Hardinxveld<br />
echt slaande ruzie en heeft mijn vader dat moeten sussen.” Eerder had<br />
het opvliegende karakter van Kommer Damen er al toe geleid dat hij<br />
van de hts was gestuurd, omdat hij met een leraar ruzie had gekregen,<br />
wat behoorlijk uit de hand was gelopen. Door bemiddeling van zijn<br />
vader mocht hij zijn opleiding scheepsbouw vervolgen, maar pas na<br />
een jaar. “Dat jaar heb ik als ijzerwerker gewerkt bij Leen Smit, nu een<br />
van de IHC-werven. Het is de meest leerzame periode in mijn leven<br />
geweest. Als je aan de onderkant van zo’n werfsamenleving werkt, zie<br />
je wat het effect is van wat je in de top beslist. Hoe dat wordt gesaboteerd<br />
als het niet helemaal logisch is, en hoe je mensen kunt motiveren<br />
en demotiveren. Een voorbeeld: er werd een loonronde gehouden en<br />
toen kreeg één man een paar dubbeltjes meer per uur. Die man was<br />
de verkeerde keuze, van boven hadden ze daar een heel andere visie<br />
op dan de mensen onderin. Daar wisten ze precies wie er goed presteerde<br />
en wie niet. Die keuze leidde tot een enorme demotivatie onder<br />
het personeel. Toen ik voor mezelf begon heb ik alle mensen onderin<br />
hetzelfde salaris gegeven. Wat op zich duur is, want je moet zoveel<br />
betalen dat je beste man blijft en dat is te veel voor je minste kracht.<br />
Maar het geeft een geweldige rust, mensen nemen graag werk van<br />
elkaar over. Zo doen we het nu nog steeds. Voor vergelijkbare functies<br />
geldt één salaris.”<br />
“Mijn vader leverde tweedehands”<br />
De Fa. Gebr. Damen werd in 1927 opgericht door vader Jan en oom<br />
Rien. Zij begonnen met het bouwen van boten voor parlevinkers op de<br />
rivier. Later kregen ze Rijkswaterstaat als grote klant. Daaraan leverde<br />
Damen onder meer kantonnierboten, peilboten en vletten. Andere<br />
klanten in die tijd waren baggermaatschappijen. “Zij waren bijna<br />
allemaal hier aan de dijk gevestigd,” vertelt Damen. “Die baggermaatschappijen<br />
namen grote werken aan in het buitenland en al het hulpmateriaal,<br />
zoals de vletten die mijn vader bouwde, werden stante pede<br />
gekocht. Er was dus een snelle levertijd nodig en mijn vader leverde<br />
tweedehands. Wat hij deed, was een klant vragen of hij niet een vlet<br />
te koop had en die verkocht hij dan door aan de baggermaatschappij.<br />
Vervolgens maakte hij voor die klant een nieuwe. In mijn jeugdige overmoed<br />
dacht ik: dat kan anders. Als je nou in heel korte tijd een nieuwe<br />
vlet kan maken, dan is daar een markt voor. Je hebt immers rompen,<br />
motoren en onderdelen in voorraad, dus in principe kun je in heel korte<br />
tijd zo’n baggervlet assembleren en leveren. Ik heb daar toen een plan<br />
voor gemaakt, maar mijn vader en mijn oom en neef, die ook al enige<br />
tijd in het bedrijf zat, vonden het helemaal niks, want het ging zo toch<br />
ook goed? Uiteindelijk zei mijn oom: als we het nou zo oneens zijn<br />
over waar het bedrijf heen moet, laten we het dan maar opsplitsen.”<br />
En zo gebeurde op 1 januari 1969.<br />
Het bedrijf bestond toen uit drie werven en een timmerfabriek. Bij de<br />
opsplitsing kregen oom Rien en neef Kommer (die toch steeds actief is<br />
onder de naam scheepswerf K. Damen) de twee nieuwste werven en<br />
gingen de oudste werf en timmerfabriek naar vader Jan en zoon Kommer.<br />
De naam werd veranderd in Scheepswerf Damen. “Mijn vader zei<br />
al snel: ik zie het ook niet meer zo zitten, dus koop jij de werf maar,<br />
dan houd ik de timmerfabriek. En toen heb ik de werf gekocht met een<br />
lening van drie ton bij de plaatselijke Rabobank. Mijn vader was een<br />
sociaal voelend man en hij vond dat ik het personeel niet de dupe kon<br />
laten worden van mijn wilde plannen. Dus kreeg iedereen de gelegenheid<br />
om te kiezen met wie ze meewilden. Ze gingen en masse met mijn<br />
oom en neef mee. Ik bleef met zes man personeel over, jongelui in die<br />
tijd. Het waren er maar zes, maar het waren wel toplui die altijd bij ons<br />
zijn blijven werken. Drie zijn inmiddels gepensioneerd en de andere drie<br />
werken hier nog.”<br />
Het idee van Kommer Damen om een gestandaardiseerde vlet te bouwen<br />
“werd een topproduct,” zoals hij het zelf zegt. Het eerste jaar<br />
werden zes vletten gebouwd, maar elk jaar vertweevoudigde de omzet.<br />
Die omzetstijging was vooral te danken aan de baggermaatschappijen.<br />
“Zij kregen na de oliecrisis enorm veel werk in de olie-exporterende<br />
landen en namen die vletten mee naar hun bestemmingen over de hele<br />
wereld. Ik reisde achter die baggermaatschappijen aan, op zoek naar<br />
nieuwe klanten. Ik ging naar de havenautoriteiten en vroeg of ze niet<br />
de havens wilden inrichten met die boten. Daar was wel interesse voor.<br />
Op die manier hebben de baggermaatschappijen ons een stap verder<br />
geholpen met de export.” Omdat Damen weinig personeel had en ook<br />
geen casco zelf kon maken, waren ze gedwongen alles uit te besteden.<br />
Aanvankelijk werden de casco’s gebouwd bij Van de Giessen, dat later<br />
werd ingelijfd bij Damen. En ook werd er veel uitbesteed aan het buitenland.<br />
“In de jaren zeventig zijn we begonnen om casco’s in Polen te<br />
laten maken, in de communistische tijd. Later wilden we in lagelonenlanden<br />
complete schepen maken in eigen beheer. In Oost-Europa was<br />
toen niets te koop en we dachten dat China wat meer mogelijkheden<br />
zou bieden. Dus zijn we daar gaan kijken en eind eind jaren tachtig<br />
zijn we begonnen in een joint venture met de lokale overheid. Nu is<br />
het bedrijf in China helemaal van ons. In het begin vervoerden we al<br />
ons materiaal daar naartoe, om geen kwaliteitsverschil te krijgen, maar<br />
tegenwoordig maken we steeds meer onderdelen in China zonder kwaliteitsverlies.”<br />
Van begin af aan richtte Kommer Damen zich op productdiversificatie.<br />
Al snel werd er naast de vlet ook een ander type schip gebouwd.<br />
Inmiddels is de verscheidenheid aan producten groot en varieert van<br />
sleepboten, werkboten, baggerschepen, ferries, patrouilleboten, vrachtschepen,<br />
tankers en binnenvaartschepen tot marinevaartuigen, viskotters<br />
en jachten. Op elke markt lijkt het familiebedrijf wel aanwezig.<br />
“Mijn idee is altijd geweest dat we moesten groeien om de marketingkosten<br />
te verlagen. Een salesmanager een paar weken naar Afrika of<br />
Azië sturen om boten te verkopen, is duur. Om de reis- en salariskosten<br />
eruit te krijgen, moest er een behoorlijk breed pakket aan producten<br />
komen.”<br />
Telkens als Damen een markt zag voor een product, werd er eerst<br />
gezocht naar een bedrijf dat dat product al maakt. Zo zijn er in het verleden<br />
diverse werven overgenomen, waaronder Amels voor jachtbouw<br />
en de Koninklijke Schelde Groep, waarmee Damen zich een plaats<br />
verwierf in de marinescheepsbouw. Damen lonkte al naar De Schelde in<br />
de jaren tachtig en vervolgens nog een keer begin jaren negentig. Maar<br />
beide keren ketsten de gesprekken af. Uiteindelijk lukte de overname<br />
pas in 2001. Waarom wilde Damen zo graag deze markt op? “Wij zijn<br />
goed in snelle boten en wij ontwikkelden ook patrouilleboten. Maar<br />
telkens als wij patrouilleboten aan de marine van andere landen wilden<br />
verkopen, zeiden de concurrenten tegen onze klanten: kijk nou eens<br />
naar wat Damen voor de eigen marine heeft gebouwd. En dan kwa-<br />
men ze er achter dat wij alleen maar snelle civiele boten hadden geleverd.<br />
Wij konden dus niet in die markt komen en dat probleem was in<br />
een keer opgelost toen we De Schelde overnamen.” De Schelde is ook<br />
om een andere reden een goede koop geweest, vindt Damen. “Het<br />
bleek dat ze een heel goede engineeringafdeling hadden, terwijl die<br />
van ons vrij gebrekkig was. Engineering is een cruciale activiteit, maar je<br />
kunt je engineering alleen maar op orde hebben als je een beetje ervaren<br />
mensen hebt. Als je snel groeit, zoals wij toen, heb je per definitie<br />
een beetje last van achterlopende ervaring. Dus wij waren hartstikke blij<br />
met die Scheldemensen.”<br />
“ Beter door economische betrekkingen<br />
landen overtuigen dat het anders moet,<br />
dan door boycots”<br />
Eén van de markten waar Damen al lang op te vinden is, is Cuba. Hoe<br />
is hij daar terecht gekomen? “We hebben veel schepen gebouwd voor<br />
de Cubaanse overheid. Er was een organisatie die ons daar faciliteerde,<br />
een staatsbedrijf, met aan de leiding een rechtgeaarde communist die<br />
het beste wilde voor Cuba. Wij verkochten aan hen sleepboten en<br />
loodsboten. Ze zeiden: kun je die niet in Cuba maken en ze vanuit hier<br />
exporteren naar het Caribisch Gebied? We zijn het gaan doen in een<br />
joint venture die op een Westerse manier werkte. Eerst alleen voor de<br />
Cubaanse markt en later ook voor de export. Dat doen we nog steeds<br />
volop. We huren personeel van een personeelsorganisatie, en we huren<br />
de werf van de stad. We leveren aan Mexico, Venezuela, Colombia, en<br />
de eilanden in het Caribisch Gebied.” Politiek heeft Cuba nooit gevoelig<br />
gelegen. “Nee, het is nooit een item geweest, want Cuba was in die<br />
tijd dat wij daar naartoe gingen, enorm populair in Nederland. Kijk, als<br />
er een boycot was gekomen, dan hadden wij ons daaraan gehouden.<br />
We hebben wel onze eigen moraliteit. Maar ik zou zoiets helemaal<br />
niet aanbevelen, ook voor andere landen niet, zoals Iran, waar wij ook<br />
al jaren zitten. Ik geloof dat je beter door economische betrekkingen<br />
landen kunt overtuigen dat ze het anders moeten doen, dan door<br />
boycots.”<br />
Damen Shipyards is met veel verschillende producten tegenwoordig<br />
op veel verschillende markten. Wat maakt nou, dat Damen op al die<br />
markten met al die verschillende producten steeds weet te overleven?<br />
“De standaardisatie,” zegt Damen. “Zelfs in de jachtbouw doen wij aan<br />
seriebouw. De indeling van de hutten, de brug en de machinekamer<br />
staat hierbij vast, maar je kunt wel het interieur kiezen en je kunt ook<br />
van een hut een gymruimte maken. En ook dit blijkt heel succesvol<br />
te zijn. Ik denk ook dat je een beter jacht maakt als je dat seriematig<br />
maakt, je kunt één type boot steeds verder ontwikkelen.” En wat<br />
is nou de rode draad in al die producten? “Die is er niet,” reageert<br />
Kommer Damen nuchter. “Misschien dat we met name de schepen<br />
verkopen op de nichemarkten als Afrika, Zuid-Amerika en het Midden-<br />
en Verre Oosten. Maar verder loopt er geen enkele rode draad<br />
doorheen.” <br />
Interviewer Cees Pronk is directeur business<br />
development van Hay Group<br />
Reacties: cpronk@managementscope.nl<br />
62 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 63
ANALYSE<br />
Europa wordt new<br />
boys network<br />
Het klassieke old boys netwerk bestaat niet meer. Topmensen in het<br />
bedrijfsleven vinden hun netwerk steeds meer in culturele en maatschappelijke<br />
kringen. En in Europa.<br />
Tekst Jan Schoenmakers<br />
Echte ‘old boys’ werden de drie nieuwe commissarissen genoemd<br />
die door de rechter bij Stork waren neergezet. Kees van Lede, Wim<br />
Kok en Dudley Eustace moeten immers zorgen voor vertrouwen<br />
en rust en dat kunnen alleen mensen met gezag en gewicht dat zij<br />
gedurende vele jaren in hun netwerk hebben opgebouwd. Maar<br />
je kunt Wim Kok, de timmermanszoon uit Bergambacht, toch niet<br />
tot het klassieke old boys netwerk rekenen? Dat kenmerkt zich juist<br />
door oud geld, good breeding en de juiste hockeyclubs. Daar voldoen<br />
tegenwoordig nog maar weinig commissarissen aan.<br />
“Het aloude old boys netwerk van dubbelfuncties, waarbij bestuurders<br />
lid zijn van meer dan één directie of raad van commissarissen,<br />
is de afgelopen 25 jaar uit elkaar gevallen,” concludeert de<br />
politicoloog Eelke Heemskerk, die in februari aan de Universiteit<br />
van Amsterdam promoveerde op het onderzoek Decline of the<br />
corporate community. Dit komt volgens Heemskerk vooral doordat<br />
het bedrijfsleven internationaler en liberaler is geworden. “In de<br />
Rijnlandse economie organiseerden bestuurders en commissarissen<br />
zich buiten het marktmechanisme om. Afkomst speelde nog een<br />
belangrijke rol in de netwerken. Het was een sociale elite. Maar<br />
onder invloed van het Angelsaksische ondernemingsmodel, waarin<br />
de markt en het individu belangrijk zijn, werden persoonlijke banden<br />
minder relevant. We hebben nu een meritocratische cultuur<br />
van individualisme en eigenbelang.”<br />
De afbraak van het traditionele sociale netwerk heeft volgens<br />
Heemskerk ook het stelsel van ongeschreven mores onder directeuren<br />
en commissarissen aangetast. Dat stelsel voorkwam bijvoorbeeld<br />
dat men zichzelf excessieve beloningen ging toekennen.<br />
“De zelfcontrole is weg en daardoor is er behoefte gekomen<br />
aan nieuwe, meer formele regels. Dat is een belangrijke drijfveer<br />
geweest om corporate governance codes in te voeren, zoals de<br />
code-Tabaksblat.”<br />
64 MANAGEMENT SCOPE<br />
De opkomende meritocratie in het bestuur en in het toezicht binnen<br />
bedrijven, gaat gepaard met professionalisering. Regels op het<br />
gebied van boekhouden, communicatie met aandeelhouders en<br />
risicomanagement werken dit proces in de hand. Heemskerk verwacht<br />
niet dat de opkomst van beroepscommissarissen zal leiden<br />
tot een nieuw netwerk. “De diversiteit van afkomst, opleiding en<br />
culturele achtergrond is zo groot aan het worden, dat ik geen noemer<br />
zie waaronder er een samenhangend commissarissennetwerk<br />
zal ontstaan. Ook de groei van het toezicht in de openbare sector,<br />
die weer andere problemen kent dan het particuliere bedrijfsleven,<br />
zal de diversiteit van de groep bestuurders en commissarissen verder<br />
vergroten.”<br />
Weliswaar heeft Eelke Heemskerk in zijn studie laten zien dat het<br />
traditionele old boys netwerk, gebaseerd op dubbelfuncties en een<br />
gemeenschappelijke sociale afkomst, ter ziele is. Maar topmensen in<br />
het bedrijfsleven hebben toch netwerken nodig. Sociale relaties en<br />
ontmoetingen blijven smeermiddelen voor economisch handelen en<br />
bestuurders zien deze relaties als onmisbaar. Heemskerk ziet dat de<br />
netwerken van bestuurders en commissarissen zich verplaatsen naar<br />
kringen buiten het bedrijfsleven. “Besturen in de kunst, de cultuur, de<br />
gezondheidszorg en de semi-overheid zijn belangrijke ontmoetingsplekken<br />
voor de bedrijfselite. Ook eetclubjes scoren hoog als netwerken.<br />
En vergeet de goede doelen niet. Het aantal topmensen uit het<br />
bedrijfsleven in de besturen van goede doelenstichtingen groeit.”<br />
Europa is het nieuwe toneel voor netwerken onder bestuurders en<br />
toezichthouders, meent Heemskerk. De vraag hoe Europa zich moet<br />
opstellen tegenover Amerika, Azië en bijvoorbeeld het snel opkomende<br />
China, wordt dringend, zegt hij. “Uit die contacten zou best<br />
een meer samenhangende Europese visie op corporate governance<br />
kunnen voortkomen, zodat de slinger die tot nu toe sterk is doorgeslagen<br />
naar het Angelsaksische denken, terug gaat zwaaien.” <br />
De smaak van ®<br />
IT LIË<br />
HET EVENEMENT <strong>2007</strong><br />
11,12 & 13<br />
Mei <strong>2007</strong><br />
Haarzuilens (Utrecht)<br />
Kasteel de Haar<br />
MAESTRO EVENTS PRESENTEERT HET GROOTSTE ITALIAANSE EVENEMENT VAN HET JAAR!<br />
www.italieevenement.nl<br />
KOOKWORKSHOPS | REIZEN | WIJNEN | LIFESTYLE | GASTRONOMIE | MUZIEK | REGIO’S | DESIGN<br />
lees alles over het evenement in
EXPERT<br />
APK voor<br />
commissarissen<br />
Zelf-evaluatie van commissarissen staat nog in de kinderschoenen.<br />
Het vindt in vele gevallen schoorvoetend of helemaal niet plaats.<br />
Dat kan beter.<br />
Tekst Paul Berger | Illustratie Aad Goudappel<br />
Corporate governance-ontwikkelingen hebben niet alleen gevolgen<br />
voor beursgenoteerde ondernemingen via de code-Tabaksblat, maar<br />
ook voor niet-beursgenoteerde ondernemingen, familiebedrijven, de<br />
zorgsector, de onderwijssector en woningcorporaties. Ook zij moeten<br />
zich de principes en best practices van deugdelijk bestuur en deugdelijk<br />
toezicht aantrekken. Daar komt bij dat good governance niet alleen een<br />
interne kwestie is voor het betreffende bedrijf of instelling, maar dat<br />
het ook gaat om publieke verantwoording en maatschappelijke legitimatie.<br />
De normen voor good governance kunnen ontleend worden aan<br />
de wet en aan de corporate governance codes.<br />
Bij goede corporate governance hoort goed toezicht. De raad van commissarissen<br />
is volgens de code-Tabaksblat verantwoordelijk voor het op<br />
peil houden van zijn eigen kwaliteit en voor het eigen functioneren.<br />
Dat betekent dat de toezichthouders tenminste eenmaal per jaar het<br />
eigen functioneren bespreken en daaraan conclusies verbinden. Een<br />
soort Algemene Periodieke Keuring (APK) voor commissarissen en toezichthouders.<br />
De wet schrijft voor - bij structuurvennootschappen - dat<br />
de raad van commissarissen een profielschets vaststelt van omvang en<br />
samenstelling van de raad. Zo’n profielschets moet dan weer passen<br />
bij de aard en de activiteit van de onderneming en beschrijft welke<br />
deskundigheden en achtergronden de commissarissen moeten hebben.<br />
Het bestaan van een profielschets impliceert dat de raad van commissarissen<br />
zich daaraan toetst. En als de leden in het profiel passen, zullen<br />
de commissarissen zichzelf moeten evalueren. Dat zelf-evaluatieproces<br />
staat nog in de kinderschoenen. Het vindt in vele gevallen schoorvoetend<br />
of helemaal niet plaats. Dat kan beter.<br />
Zelf-evaluatie<br />
De raad van commissarissen of het toezichthoudend orgaan, moet volgens<br />
de wet drie taken uitvoeren: toezicht houden op (het beleid van)<br />
het bestuur; toezicht houden op de algemene gang van zaken en het<br />
66 MANAGEMENT SCOPE<br />
met raad terzijde staan van het bestuur. Om die drieledige taak naar<br />
behoren te kunnen vervullen zal de raad goed toegerust moeten zijn en<br />
zichzelf behoorlijk georganiseerd moeten hebben.<br />
Waar moet de toezichthouder aan denken bij de zelf-evaluatie?<br />
• Is de raad evenwichtig samengesteld? Is de RvC zodanig samengesteld<br />
dat hij zijn taak naar behoren kan verrichten?<br />
• Is de vergader-/overlegfrequentie goed?<br />
• Is de aanwezigheid van de leden voldoende, of is er sprake van<br />
regelmatige absentie?<br />
• Is de individuele voorbereiding op de vergaderingen voldoende<br />
serieus, of wordt de enveloppe met vergaderstukken pas bij binnenkomst<br />
geopend?<br />
• Krijgt/neemt ieder voldoende ruimte om aan de gedachtewisseling<br />
deel te nemen?<br />
• Is er voldoende kennis van zaken aanwezig?<br />
• Is de onderlinge openheid en communicatie op orde? Overleggen<br />
de leden van de raad voldoende met elkaar, gegeven het uitgangspunt<br />
dat de raad een collectieve verantwoordelijkheid heeft?<br />
• Verloopt de zelf-evaluatie van de raad naar behoren, of hebben we<br />
een mutual admiration club?<br />
De meeste van bovenstaande vragen kunnen met een rapportcijfer<br />
worden gehonoreerd. Het lijken voor de hand liggende zaken, maar<br />
lang niet iedereen scoort hierop een voldoende. Een onvoldoende moet<br />
dan letterlijk worden genomen en dwingt tot verbetering. Er kan geen<br />
genoegen worden genomen met een rapport waarop onvoldoendes<br />
prijken. Zonder adequate kennis van zaken is toezicht houden en zinvol<br />
adviseren een illusie. Dat neemt overigens niet weg dat het ‘simpelweg’<br />
bevragen van het bestuur al vaak een goede weg is naar begrijpen.<br />
Beoordelen op hoofdlijnen wordt dan al mogelijk, want als een<br />
bestuurder desgevraagd niet helder kan uitleggen wat de strekking en<br />
de effecten van zijn voornemens zijn, is het doorgaans tijd om even op<br />
de rem te gaan staan.<br />
De aanwezigheid bij vergaderingen kent geen vaste norm, maar commissarissen<br />
moeten toch wel minimaal 75 of tachtig procent van de<br />
tijd aanwezig zijn. Daarbij geldt dat uiteraard dat toezichthouders de<br />
vergaderingen goed voorbereid moeten bijwonen. Het is in dat verband<br />
behulpzaam telkens voor een heel jaar de vergaderingen in te plannen.<br />
Indien een lid van de raad zich niet kan committeren aan de (zelf geformuleerde)<br />
normen van voorbereiding en aanwezigheid, rijst de vraag of<br />
hij of zij dan wel kan voldoen aan de wettelijke regel: een commissaris<br />
moet een ‘behoorlijke vervulling’ geven aan de hem opgedragen taak.<br />
De gedachtewisseling binnen de raad moet breed zijn: dat is inherent<br />
aan de collectiviteitidee. Individuele verschoning is weliswaar mogelijk,<br />
maar is buiten de orde als men wel aanwezig was, maar niet participeerde<br />
in de gedachtewisseling. Leden van de raad zouden hun licht<br />
niet onder de korenmaat moeten zetten, maar zich in vergadering moeten<br />
uitspreken.<br />
De rol van de voorzitter is tweeledig. Van hem of haar wordt niet alleen<br />
leiderschap gevraagd, maar ook dienstbaarheid: de overige leden moeten<br />
worden aangespoord om mee te denken, zelfs om contraire standpunten<br />
in te nemen. Uiteindelijk moeten er echter ook knopen doorgehakt<br />
worden; een besluiteloze raad is een ramp. De voorzitter moet<br />
extern kunnen representeren en intern worden gerespecteerd. Een raad<br />
van commissarissen met een zwakke voorzitter is gemankeerd, maar<br />
een te dominante voorzitter botst met de collectiviteitidee.<br />
Bij de jaarlijkse zelfevaluatie kan aan de individuele leden van de raad<br />
een evaluatieformulier worden voorgelegd waarin bovenstaande aandachtspunten<br />
en eventueel aanvullende punten stuk voor stuk zijn<br />
opgenomen. Iedereen geeft dan een rapportcijfer - aan zichzelf en<br />
aan de andere leden - voor elk aandachtspunt. Het rapport volgt daar<br />
vanzelf uit en is waarschijnlijk aanleiding voor een jaarlijkse discussie<br />
rvc-taken volgens de wet<br />
Toezicht houden op (het beleid van) het bestuur<br />
De raad heeft een eigen verantwoordelijkheid om van het bestuur<br />
(en anderen) alle informatie te verlangen die nodig is de taak van<br />
toezichthouder goed te kunnen uitoefenen. De raad bespreekt tenminste<br />
eenmaal per jaar het functioneren van het bestuur buiten de<br />
aanwezigheid van de bestuurders. Daarbij kan aan de orde komen:<br />
de informatieverschaffing, communicatie, realisatie van gestelde<br />
doelen, anticipatie op de toekomst en het nemen van verantwoordelijkheid<br />
voor het functioneren van de organisatie.<br />
Toezicht houden op de algemene gang van zaken<br />
De rvc ziet erop toe dat de uitgaven binnen de budgetten blijven,<br />
dat de boeken op orde zijn en controleerbaar, dat er goede kwaliteit<br />
van diensten geleverd wordt en dat de verschillende partijen netjes<br />
met elkaar omgaan. De algemene gang van zaken betreft ook de<br />
bewaking van de kernwaarden. In dat kader past ook de taak van<br />
de raad om gedrags- en houdingsdilemma’s of de morele dilemma’s<br />
intern bespreekbaar te maken.<br />
Staat het bestuur met raad ter zijde<br />
Bij het adviseren van het bestuur komt het belang van een evenwichtig<br />
samengestelde rvc aan de orde. Idealiter zal de raad over<br />
onderling aanvullende competenties beschikken om het hele veld<br />
te dekken. De adviserende rol is met de tijd dwingender geworden.<br />
Het gaat er niet om slechts te adviseren als er uitdrukkelijk om<br />
advies gevraagd wordt. Het is de taak van de toezichthouders om<br />
het strategisch denken te bevorderen, bij te dragen aan de ontwikkeling<br />
van een visie en strategie. Het is aan de raad om het ambitieniveau<br />
te bewaken. De lat moet hoog liggen, maar niet te hoog.<br />
Strategische keuzes moeten niet overhaast worden gemaakt, maar<br />
vergen een proces van bezinning. Daar ligt bij uitstek de toegevoegde<br />
waarde van de toezichthouder. Investeringen en beleidsbeslissingen<br />
moeten worden bezien in het licht van de gekozen strategie.<br />
De pro-actieve houding van de adviserende raad van toezicht kan<br />
bijvoorbeeld de volgende vragen betreffen: is de inzet van ict-mogelijkheden<br />
up to date; innoveert het bestuur wel snel genoeg; staat<br />
de klant, patiënt, student, bewoner wel écht centraal?<br />
over de kwaliteit van het eigen functioneren.<br />
Toezichthouders moeten niet alleen een kritische, maar ook een inspirerende<br />
factor zijn. Zij bewaken de goede kwaliteit van de actuele situatie<br />
en helpen als het goed is met bezonnenheid een visie op toekomst te<br />
ontwikkelen. Om die verantwoordelijkheid de vereiste breedte en diepte<br />
te geven zal de raad van commissarissen ieder jaar op moeten voor de<br />
APK. Is de kwaliteit van het functioneren van de raad van commissarissen<br />
onder de maat dan komen begrippen als verantwoordelijkheid en<br />
aansprakelijkheid aan de orde. <br />
Paul Berger is ondernemingsrechtadvocaat in Breda<br />
APRIL <strong>2007</strong> 67
Baak Executive Briefings<br />
Op deze plek signaleert de Baak <strong>Management</strong> Centrum vno-ncw<br />
iedere maand voor u informatie over leiderschap<br />
David Jan van Stolk<br />
You may die<br />
young at eighty!<br />
Het is nog net geen trend maar zal dit zeker in de<br />
nabije toekomst worden: wij moeten langer werken<br />
maar hoe doe je dat gezond? Hoe hou je mensen<br />
gemotiveerd, competent en betrokken? Dit vergt<br />
commitment van alle partijen, wij staan op de drempel<br />
van een heuse uitdaging.<br />
Onder welke condities zou u langer door willen werken?<br />
Dit was de openingsvraag bij een seminar dat de Baak<br />
organiseerde. Een interessante vraag om bij stil te<br />
staan. "Wij maken van ouder worden een probleem”<br />
stelt Kees Blokland directeur HR NS en een van de<br />
gastsprekers. “Keer het gewoon om: doorwerken is<br />
een plezier! Met deze houding blijf je mensen tot hoge<br />
leeftijd opleiden, neem je ze serieus, geef je ze ten alle<br />
tijden eerlijke feedback, en zet je ze aan tot zelf organiseren<br />
van werktevredenheid.” Kees Blokland pleit voor<br />
activerend HR beleid: regelmatige jobrotatie, gezonde<br />
levensstijl bevorderen, en een echte interne<br />
arbeidsmarkt creëren. ”<br />
Voor Han Looten, directeur GITP International BV, is de<br />
passie voor je vak belangrijk. Dat slaat over op anderen,<br />
of je nou jong, middelbaar of oud bent. Het 'doe maar<br />
gewoon' mag volgens hem vernietigd worden, de middelmaat<br />
in stand houden is afbraak voor vernieuwing.<br />
"Organisaties veranderen, de sturing van het personeel<br />
wordt kleiner. Je moet dus mee veranderen. Het gaat<br />
helemaal niet om loopbaanverlening maar om rollen<br />
die iemand wil en kan spelen.”<br />
David Jan van Stolk was dagvoorzitter van dit seminar<br />
en is programmamaker van o.a. Investeren in je<br />
tweede levenshelft, www.debaak.nl/tweedelevenshelft<br />
d.vanstolk@debaak.nl<br />
advertentie advertentie<br />
Special Event Innovatie en creativiteit…<br />
De Baak Special Event <strong>2007</strong>, 14 juni Noordwijk<br />
Creatief ondernemerschap... een uitdagende puzzel<br />
Get connected! Dit jaar maakt u tijdens ons Special<br />
Event kennis met ondernemers en denkers die op<br />
een nieuwe manier tegen de toekomst aankijken.<br />
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)<br />
speelt daarin een wezenlijke rol. Maar ook internationalisering,<br />
innovatie, samenwerken, consumer generated<br />
content, cross-media marketingstrategieën, diversiteit,<br />
'open source'-denken en co-creatie. En ook virtuele<br />
communities zoals LinkedIN, Hyves en Second Life<br />
die steeds nadrukkelijker worden ingezet voor het<br />
leg gen van contacten. U vult zelf uw dag in, zelfs<br />
het moment waarop het evenement voor u begint<br />
en eindigt. Er is van alles te halen én te brengen.<br />
www.specialevent.nl<br />
Kinderfestival <strong>2007</strong><br />
15 juni, Noordwijk<br />
Ook dit jaar organiseert de Baak een gratis Kinderfestival<br />
dat betaald wordt uit de opbrengsten van ons<br />
Special Event. Samen met stichting de Vrolijkheid<br />
verzorgen wij een middag vol workshops voor<br />
kinderen uit Noordwijk en kinderen van asielzoekers.<br />
Connecting Kids, is daarbij ons motto. Samen werken<br />
en spelen. Stichting de Vrolijkheid is een netwerk van<br />
kunstenaars, theatermakers en musici die investeren<br />
in kinderen in asielzoekerscentra in Nederland. ‘Zij<br />
gaan hier naar school maar hun toekomst is onzeker.<br />
Hun herinneringen zijn vaak getekend door oorlog<br />
en geweld.’ De Vrolijkheid wil hen nieuwe ervaringen<br />
bieden. www.debaak.nl/kinderfestival<br />
‘Beter achteraf vergiffenis vragen dan toestemming vooraf’<br />
is het credo van Hans Appel, speciale gast op het Dutch Innovation<br />
Seminar dat de Baak vorig jaar organiseerde voor Apple.<br />
Hij benadrukt dat automatisering nog te veel gaat over<br />
efficiëntie terwijl het zou moeten gaan over ‘creatief en leuk’.<br />
Want dat wil de klant. “Door internet ontstaan nieuwe<br />
gemeen schappen die nieuw gedrag vertonen. Daarom moet je<br />
hongerig zijn naar nieuwe dingen en heftig experimenteren.”<br />
Nog steeds moet hij mensen die innovatie willen beleven<br />
meenemen naar Amerika. “In Nederland is geen risicokapitaal,<br />
wij willen schijnbaar modderen.”<br />
Frans Nauta vindt mensen interessanter dan technologie.<br />
"De werkomgeving moet je wel blijvend uitdagen. Belangrijkste<br />
vraag is daarbij: wat doe je met organisatiefouten?<br />
Om te inno veren moet je ruimte geven voor nieuwe dingen.<br />
Strakke proto collen horen daar niet bij. Ga juist op zoek naar de<br />
‘troublemakers’ in je organisatie, de mensen die geen respect<br />
hebben voor de status-quo. Zij veranderen dingen. Hun authenticiteit<br />
werkt enorm! Lego doet dat heerlijk radicaal. Via de site<br />
kunnen mensen nieuwe modellen voorstellen: meestal zijn dat<br />
kinderen van 9 jaar! Daarnaast moet je niet alle ideeën langs de<br />
raad van bestuur laten verlopen. Shell is daar een fantastisch<br />
Roel Dekker<br />
Gevestigd in Noordwijk en Driebergen<br />
Voor informatie bel onze Informatie- en Adviesdesk,<br />
telefoon 071 369 03 69<br />
email@debaak.nl<br />
www.debaak.nl<br />
voorbeeld van. Laag in de organisatie hebben mensen eigen<br />
budgetten voor innovatie. Je hoeft niet naar je afdelingshoofd.<br />
Zo creëer je plezier en speelsheid in je organisatie. ‘Having fun’<br />
is een belangrijke factor bij innovatie.”<br />
Ondernemerschap zit volgens Leen Zevenbergen in iedereen<br />
en dat kan ook binnen een organisatie. "Postbodes klussen nu<br />
bij door reclamefolders te verspreiden. Daar ga je van lachen<br />
waardoor je blije energie uitstraalt. En dat werkt door in de<br />
organisatie. Ik ontmoette eens iemand met een visitekaartje<br />
waar achterop 4 persoonlijke woorden stonden. Iedereen in<br />
dat bedrijf had eigen woorden die met zijn passie te maken<br />
hadden. Dan kom je echt met iemand in gesprek, in plaats van<br />
een standaard klantenpraatje. ‘Survival of the happiest’ blijkt<br />
echt te werken."<br />
Op 4 oktober <strong>2007</strong> is er weer een DIS. Lees meer hierover en<br />
over wat de drie andere gasten vertelden op www.debaak.nl/dis<br />
of mail uw reactie naar r.dekker@debaak.nl<br />
Het komende nummer van ons magazine inside+insight gaat over<br />
de Creative Economy. U kunt het gratis bestellen via<br />
www.debaak.nl, kijk links onderaan.<br />
Onder redactie van Petra Baars<br />
Op bezoek bij Lego ® Denemarken: www.debaak.nl/nordictour
kunst&cultuurTekst Mark van de Voort<br />
70<br />
Dora Dolz - ‘Tulpenvazen’ 1989<br />
William Burges - ‘Tulpen- of lelievaas’ 1874<br />
Verbluffende vazen<br />
Kunstzinnige bloemenvazen, de Europese high society in de achttiende eeuw was er dol op. Een rage die startte vanuit<br />
Delft bij vazenmakers als de Koninklijke Porceleyne Fles en die zich over heel Europa uitspreidde. Collecties van exclusieve<br />
vazen werden aangelegd maar zelden zijn deze kunstwerken in hun samenhang getoond. Vanaf 31 maart wijdt het<br />
Haagse Gemeentemuseum de eerste museale presentatie aan deze kunstvazen. Van tuitvazen versierd met exotische diersoorten<br />
tot vazen in de vorm van waaiers, manden en triomfbogen. Het museum toont tevens de bijzondere, twee meter<br />
hoge bloemenpiramiden uit de collectie van de Engelse koningin Elisabeth II.<br />
De traditie van de Delftse tuitvazen leeft nog altijd voort. Het Gemeentemuseum heeft daarom talloze moderne tuitvazen<br />
van kunstenaars als Guido Geelen, Dora Dolz en Hugo Kaagman in het overzicht opgenomen. Een specialist op dit<br />
gebied, de Koninklijke Tichelaar uit Makkum, werkt voor deze expositie nauw samen met kunstenaar Ineke Hans. De<br />
overzichtsexpositie is tot stand gekomen in samenwerking met onder meer het Paleis het Loo Nationaal Museum en het<br />
Franse Musée national de Céramique in Sèvres. Daarnaast lenen het Victoria and Albert Museum en het Louvre verschillende<br />
tuitvazen uit. De expositie ‘Vazen met tuiten - 300 jaar pronkstukken’ is tot en met 29 juli te zien.<br />
Magische pop-art<br />
Verscholen achter het Noord-Hollandse Hoorn<br />
ligt het Scheringa Museum in Spanbroek. Dit<br />
jaar viert het museum voor magisch-realistische<br />
kunst haar tienjarig jubileum. Het feest zetten<br />
ze luister bij met een bijzondere expositie<br />
gewijd aan de figuratieve schilder Alex Katz.<br />
Deze Amerikaan vergaarde veel roem met zijn<br />
glasheldere, direct herkenbare stijl, die een<br />
fusie vormt tussen pop art en magisch realisme.<br />
Mensen, dieren of steden worden door<br />
Katz op een monumentale, kleurrijke wijze<br />
afgebeeld. Veel van zijn werk bevindt zich in<br />
privé-verzamelingen. Het Scheringa Museum<br />
brengt nu Katz’ werken uit Europese particuliere<br />
collecties bij elkaar. De expositie is te zien<br />
tot en met 20 mei.<br />
Maeterlinck’s<br />
melancho<br />
Een verstilde sprookjeswereld die in al haar eenvoud<br />
de waarheid over onze dagelijkse werkelijkheid<br />
onthuld. Rond de vorige eeuwwisseling verfijnde<br />
de Belgische schrijver Maurice Maeterlinck<br />
(1862-1949) het literaire symbolisme als geen<br />
ander. De menselijk conditie vertaalt in wonderbaarlijke<br />
vertellingen als ‘De Blauwe Vogel’ en<br />
het fameuze ‘Pelléas et Mélisande’, dat nog door<br />
Claude Debussy tot opera werd omgesmeed.<br />
Toneelgroep Amsterdam en NT Gent nodigde<br />
regisseur Christoph Marthaler uit om een hommage<br />
te brengen aan de fantasiewereld van<br />
Maeterlinck. Eerder had de Zwitserse regisseur al<br />
Maeterlinck’s ‘De Indringer’ en ‘Pelléas et Mélisande’<br />
omgewerkt tot succesvolle toneelstukken.<br />
Voor het nieuwe stuk ‘Maeterlinck’ neemt Marthaler<br />
diens sfeerrijke sprookje ‘De Blauwe Vogel’<br />
als uitgangspunt. In deze fabel gaan de twee<br />
kinderen Mytyl en Tyltyl op zoek naar de geneeskrachtige<br />
Blauwe Vogel. De regisseur wil vooral<br />
de diepe melancholie van Maeterlinck’s poëtische<br />
wereld nog dieper doorvorsen. Een drama van<br />
licht, kleur, klank en ruimte waarbij Marthaler<br />
theater benadert als een muzikale compositie.<br />
Hierbij wordt hij geholpen wordt door zijn vaste<br />
decorbouwer Anna Viebrock. Voor de hoofdrollen<br />
zijn onder anderen Marc Bodnar en Frieda<br />
Pittoors aangetrokken. ‘Maeterlinck’ is van 3 tot<br />
en met 20 april te zien in de Stadsschouwburg<br />
Amsterdam.<br />
Vocale Mount Everest<br />
Een uitvoering van ‘Das Lied von der Erde’ van Gustav Mahler is voor veel<br />
zangeressen als het beklimmen van de Mount Everest. Een door emoties<br />
en zielenpijn overspoelde compositie waar de vocalist zich helemaal<br />
aan moet overgeven. Rijzende ster Christianne Stotijn waagt zich deze<br />
maand aan deze meesterproef. Op uitnodiging van het Rotterdams Philharmonisch<br />
Orkest voert de Nederlandse mezzosopraan samen met tenor<br />
Robert Dean Smith driemaal Mahler’s magnum opus uit. Dirigent is Mark<br />
Wigglesworth.<br />
Sinds haar afstuderen in 2003 is het heel snel gegaan met Stotijn. Met<br />
haar krachtige uitstraling en soepele timbre verovert ze de hele wereld.<br />
De dertigjarige reist alle grote podia in de wereld af, en dirigenten met<br />
wie ze heeft samengewerkt zijn Bernard Haitink, Andrew Davis en Frans<br />
Brüggen. Momenteel wordt ze begeleid door de meer dan ervaren zangcoaches<br />
Dame Janet Baker en Jard van Nes.<br />
De concerten in de<br />
Rotterdamse Doelen<br />
vinden plaats van<br />
25 tot en met 27<br />
april. Naast Mahler<br />
klinkt Joseph Haydn’s<br />
‘Symfonie nr. 45:<br />
Abschied’.<br />
Niet doof voor mediakunst<br />
Wie met de internationale elektronische kunst en mediatechnologie wil<br />
kennismaken, kan in april terecht op het Dutch Electronic Art festival<br />
(DEAF) in Rotterdam. Van 10 tot en met 29 april vindt het festival voor<br />
de achtste keer plaats. V2, Instituut voor de Instabiele Media in Rotterdam,<br />
brengt een uitgebreid programma met onder meer seminars en<br />
performances maar ook een grote expositie met interactieve kunstwerken.<br />
Jonge Chinese kunstenaars spelen een centrale rol tijdens DEAF. Hoofdlocatie<br />
is het dan geheel vernieuwde cultuurcentrum Las Palmas in Rotterdam.<br />
Daarnaast nemen onder anderen Museum Boijmans Van Beuningen<br />
en het Ro Theater deel aan het festival.<br />
MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 71<br />
Foto: Marco Borggreve<br />
Christianne Stotijn
Van Directeuren en Commissarissen<br />
Voor belangenbehartiging, kennis en netwerk<br />
Het NCD, Nederlands Centrum van Directeuren en Commissarissen,<br />
is een landelijke vereniging waarvan duizenden directeuren en<br />
commissarissen op persoonlijke titel lid zijn. Dit maakt het NCD<br />
uniek in haar soort. De vereniging, opgericht in 1953, komt op voor<br />
de belangen van haar leden op economisch, maatschappelijk en<br />
politiek vlak, ontwikkelt en deelt kennis en biedt haar leden een<br />
uitgebreid zakelijk netwerk.<br />
Het NCD:<br />
Belangenbehartiging op maatschappelijk,<br />
bestuurlijk en politiek niveau<br />
Onderzoek en ontwikkeling van kennis en producten<br />
Exclusieve studiecycli<br />
Interactief informatieplatform exclusief voor leden<br />
Landelijke en regionale bijeenkomsten<br />
Individueel advies<br />
Klankbord voor leden<br />
Lid worden : Op www.ncd.nl kunt u zich rechtstreeks als lid aanmelden.<br />
Meer weten? Bel het NCD op 023 554 01 40 of stuur een e-mail naar ncd@ncd.nl<br />
AutoRAI: paasshow met<br />
veel autonieuws<br />
Nu de tweejaarlijkse AutoRAI (28 maart tot en met 9 april) niet vóór maar<br />
na de mondiale autoshow van Genève plaatsvindt, is er veel nieuws te zien<br />
in Amsterdam. In het verleden spaarden autofabrikanten hun nouveautés<br />
op voor de veel belangrijkere Zwitserse autotentoonstelling in maart. Maar<br />
Nederlandse AutoRAI-primeur: de dichte Donkervoort D8 GT<br />
die is dus voorbij. De RAI hoopt op een drukbezochte paasshow, want de<br />
beurs duurt tot en met tweede paasdag.<br />
En u kunt het belangrijkste zakenautonieuws van dit voorjaar aanschouwen in Amsterdam: de Audi A5. De eerste Audi-coupé sinds<br />
1996. De vierpersoonscoupé, met ook achterin plaats voor volwassenen, heeft een Maserati-achtige lijnvoering. De A5 krijgt vier- en<br />
zescilindermotoren. Zijn snelle broer S5 komt met een V8 4,2-liter FSI met 350 pk. In juni staat de A5 bij de Nederlandse Audi-dealer.<br />
Typische leaseauto’s als de nieuwe Ford Mondeo en de nieuwe versie van de Renault Laguna maken ook op de AutoRAI hun Nederlandse<br />
debuut. Net als de hagelnieuwe Peugeot 207 CC, Toyota Auris en de grappige Daihatsu Materia.<br />
Spectaculair is de Bugatti Veyron, op de Hessing-stand. Letterlijk groot nieuws zijn de nieuwe reusachtige nieuwe Cadillac Escalade<br />
en de dikke ‘kleine’ Hummer, de H3. De Saab 9.5 2.0t Bio Power, die Saab Nederland bij wijze van pr-stunt gratis aan Balkenende’s<br />
nieuwe ministers heeft aangeboden, is ook op de RAI. De ministers konden overigens niet op het aanbod ingaan omdat ze geen<br />
cadeaus mogen aannemen.<br />
De moeite waard voor een snelle blik zijn de Aston Martin V8 Volante, de Alfa Spider, de strakke BMW 3-serie cabrio en nieuwe X5,<br />
de scherpe Jaguar C-XF, de Citroën C4 Picasso 5-zits, de Ferrari 599 GTB, de nieuwe Fiat Bravo, de Lamborghini Murciélago LP640 en<br />
de imposante Maserati Coupé. Verder nog de nieuwe Mercedes C, de Renault Twingo II en de nieuwe Volvo V70.<br />
De belangrijkste echt Nederlandse primeur is de dichte Donkervoort D8, de D8 GT. De allereerste dichte sportwagen die de al dertigjarige<br />
oer-Hollandse autoproducent in Lelystad maakt. De eerste Donkervoort-voor-grijs-regenweer, die sneller en veiliger wordt,<br />
werd al half maart in Genève aan de wereld getoond. Maar Donkervoort grijpt de RAI aan voor de Nederlandse introductie, verklaart<br />
Sportdivisie voor Lexus<br />
Advertentie 73<br />
?<br />
Jonathan Middag van Donkervoort. Hij verwacht een goede pers, maar gaat er slechts vijftig per jaar van bouwen. En de prijs? Vanaf<br />
negentigduizend euro.<br />
Wonderbaarlijk is de opmars van Lexus in Nederland. Het Japanse merk lijkt minstens zo<br />
salonfähig te worden als Audi, BMW en Mercedes. In 2006 verkocht het sjieke broertje van<br />
Toyota 1.494 exemplaren in Nederland tegenover 619 in 2005. Een toename van 141 procent.<br />
Dit jaar stijgt het marktaandeel verder, van 0,3 procent over 2006 naar 0,5 procent.<br />
Het aantal Lexus-dealers breidde uit in 2006 van 8 tot 12. Maar de belangrijke aanjager is de Lexus IS 220d, de eerste<br />
Lexus met dieselmotor. En in Nederlandse zakenkringen kun je niet zonder diesel. De IS-diesel, pas sinds begin 2006 te<br />
koop, was meteen goed voor een kwart van de Lexus-jaarverkoop.<br />
Verder was Lexus de eerste met hybride (benzine en elektromotor, net als de Toyota Prius) SUV’s op de markt. De RX<br />
400h kwam in juni 2005 en de GS 450h in juni 2006. En die tekenen samen ook voor een kwart van alle verkochte<br />
Lexussen, begrijpen we van Yvonne Joosen van Lexus-importeur Louwman & Parqui. Na de zomer komt de hybride<br />
Lexus LS 600h erbij.<br />
Maar hoe milieuverantwoord Lexus ook wil overkomen, het merk wil ook in de strijd met de aller-snelste topmodellen van<br />
BMW (M3), Audi (RS4) en Mercedes (C55 AMG). Daartoe richt Lexus een sportdivisie op. De bloedsnelle en dus benzineslurpende<br />
super-Lexussen krijgen een F in de typeaanduiding. De eerste is de IS-F, met V8-motor van 425 pk. Komt begin<br />
2008 naar Nederland.<br />
En de tweede, de Lexus<br />
LF-A, wil zelfs auto’s als<br />
de Ferrari F430 en Honda<br />
NSX te lijf met zijn V10<br />
met 500 pk en een topsnelheid<br />
van 320 km/h.<br />
Ferrari-concurrent van Lexus, de supersportauto LF-A<br />
APRIL <strong>2007</strong> 73<br />
autoTekst Erwin Wijman
eizenTekst Ivo<br />
Weyel<br />
Foto: Chivas<br />
74 MANAGEMENT SCOPE<br />
Te veel luxe?<br />
Bestaat er zoiets als te veel luxe? Kan een mens een overdosis verwennen krijgen? Heeft een hotel soms te<br />
veel sterren? Ja dus.<br />
Het klinkt misschien vreemd, maar luxe kent zijn grenzen. Maar waar ligt de grens? In de huidige reiswereld<br />
is een race aan de gang omtrent de zogenaamde - hip geformuleerd - überluxe. Voorbeeld: tot nu toe was<br />
vijf sterren de hoogste categorie die een hotel kon krijgen. Het toppunt van luxe. Maar sinds onze normen<br />
aangaande luxe verschuiven - we worden steeds verwender -, verlenen steeds meer hotels zichzelf een zesde,<br />
en zelfs zevende ster om aan te geven dat ze meer comfort bieden dan andere. Maar waar is het einde? Het<br />
lijkt een beetje op de sportieve wereldrecords die elk jaar weer opnieuw gebroken worden: op een gegeven<br />
moment kan de mens toch eenvoudig niet sneller schaatsen, hardlopen of zwemmen op de honderd meter?<br />
Maar zo lang ook daar geen top op lijkt te zitten, gaan hotels ook maar door en door. Zeven sterren: en dan?<br />
Natuurlijk betaal je je blauw in zo’n hotel. Maar is het ’t waard? Nou ben ik persoonlijk dol op luxe. Maar ik<br />
heb toch liever een mooie, intieme en overzichtelijke kamer dan eentje van tweehonderd vierkante meter,<br />
waar ik aan het einde van mijn verblijf uren bezig ben om rond te lopen om te zien of ik niks vergeten ben.<br />
Hotelkamers kunnen eenvoudig ook te groot zijn. En zit ik echt te wachten op een ‘kussenmenu’, waar ik<br />
kan kiezen uit tien verschillende kussens? En sinds wanneer kan ik mijn eigen bad niet laten vollopen en heb<br />
ik daar een badbutler (officiële term) voor nodig? Om nog maar te zwijgen van die andere, o zo handige<br />
service die me laatst ten deel viel: een speciale dame om mijn koffer uit te pakken. Klinkt leuk en handig (ik<br />
haat uitpakken), maar vind maar eens iets van je spullen weer terug. Ik ben gewoon mijn sokken bij mijn<br />
onderbroeken te groeperen in een en dezelfde la, maar zij vond sokken typisch iets voor bij mijn schoenen<br />
(kast 1), en legde mijn onderbroeken bij mijn broeken (kast 2), plaatste mijn aftershave en gezichtscrème op<br />
de zogenaamde opmaaktafel in de kleedkamer (ook zoiets overbodigs bij een verblijf van een nachtje), en de<br />
rest van mijn cosmetische spullen in de badkamer. Flatscreen televisie in de douche, twee man die je met de<br />
Rolls-Royce van het hotel van het vliegveld komen ophalen (een is de chauffeur, de ander een servicemanager<br />
die je handbagage draagt en je welkom heet en verder veel glimlacht en vraagt hoe de reis is verlopen), twee<br />
keer een turn down service per dag (nauwelijks wakker, maken ze je kamer al ‘middag-klaar’ - wat dat ook<br />
moge zijn -, om tegen vijven hetzelfde te doen voor de nacht).<br />
Sinds wanneer heb ik een badbutler nodig?<br />
Of in het vliegtuig: sinds je nu zowat bij alle maatschappijen in de businessklas de stoel helemaal languit<br />
horizontaal kan platleggen, zoeken sommige (zoals Singapore Airlines) het nu in de breedte. Echt heel breed.<br />
Ik kon mijn laptop naast mee neerzetten en mijn benen kruiselings onder mijn billen vouwen en nog bleef er<br />
ruimte over. En zat ik daardoor lekkerder? Mooi niet. Het was eenvoudig te breed om mijn beide armen tegelijkertijd<br />
op beide leuningen te leggen, waardoor schuin hangen het enige alternatief was. Het voelde ook<br />
een beetje eenzaam, alsof ik op een romantische love<br />
seat zat zonder lover. En omdat door die extra breedte<br />
minder stoelen in de ruimte passen, zijn ze een stuk<br />
duurder. Allemaal voorbeelden waar mijns inziens de<br />
hang naar nog meer luxe overstag gaat. De hotelbutler<br />
hoeft me echt niet daags voor mijn komst te<br />
bellen met de vraag wat mijn lievelingsmuziek is zodat<br />
hij wat cd’s op de kamer kan leggen (nooit van iPod’s<br />
gehoord?), en ook niet wat mijn favoriete krant is (dat<br />
zeg ik wel bij het inchecken). Overbodig gedoe. Ik<br />
had nooit gedacht dat ik het met mijn schier onverzadigbare<br />
hang naar luxe, ooit zou zeggen, maar heren<br />
hoteliers en airlinebazen: enough is enough. Hoewel<br />
het onder die kasjmier deken bij Emirates toch wel<br />
een stuk zachter sliep dan onder het donzen dekbedje<br />
van voorheen.<br />
vooruitzien is…<br />
risico's managen<br />
Weten wat er speelt. Alert reageren. Transparant<br />
zijn. Good Governance omdat u het wilt. Vanwege<br />
de keus voor verantwoord ondernemen. Met oog<br />
voor de menselijke maat. U weet wat uw mensen<br />
drijft, zij weten wat goed is voor de onderneming. In<br />
control zijn ter ondersteuning van betere resultaten.<br />
Corporate Wellness als onderdeel van uw strategie<br />
en waardecreatie.<br />
Regel het. Met Corgwell.<br />
Corgwell<br />
De vooruitzichten ver vooruit…<br />
———<br />
profiel<br />
Onafhankelijk dienstverlener Corgwell Group<br />
formeert specifi eke kennis en kunde. Marktgericht<br />
én procesgericht. Integer. Oplossingen ter<br />
ondersteuning van uw resultaat. Inzet vindt plaats<br />
in strategisch perspectief. Vorm: consultancy,<br />
management, management recruitment, support<br />
en products.<br />
Corgwell lost en levert op.<br />
———<br />
www.corgwell.nl<br />
t 030 63 55 444
Voor echte ondernemers is<br />
morgen vandaag al begonnen<br />
ING Commercial Finance geeft de voorsprong<br />
Stilstand is achteruitgang.<br />
Innoveren, winst halen uit de laatste technologie, dat<br />
spreekt u als ondernemer vast veel meer aan. Nieuwe<br />
doelen bereikt u immers niet over gebaande paden.<br />
Bij ING Commercial Finance weten we dat als geen ander.<br />
Daarom kijken we met een toekomstgerichte blik naar<br />
uw onderneming. Om vervolgens met vooruitstrevende<br />
en complete oplossingen te komen. Zodat u uw innovatieve groei<br />
ongeremd kunt realiseren. Als u constant de nieuwste ontwikkelingen<br />
volgt, dan verwacht u toch zeker ook een actieve inbreng van uw<br />
financier? Dat we daarbij kiezen voor een lange horizon spreekt voor<br />
zichzelf. Een nieuwe markt ontwikkel je nu eenmaal niet van vandaag<br />
op morgen. Kijk op www.ingcommercialfinance.nl. Daar ziet u precies<br />
wat we bedoelen als we zeggen: forever business.