27.09.2013 Views

Management Scope 04 2007

Management Scope 04 2007

Management Scope 04 2007

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

die door bedrijven vrij goed te beheersen zijn. Hoe groter de voorraad<br />

technologische kennis in een economie, des te makkelijker<br />

is het om weer nieuwe kennis te laten ontstaan. Philips genereert<br />

ieder jaar veel nieuwe patenten, juist omdat het een grote kluis vol<br />

oude patenten heeft staan. Kennis leidt tot nieuwe kennis en een<br />

economie die het kunstje eenmaal door heeft, blijft volgens Romer<br />

structureel groeien.<br />

Romers inzichten hebben grote invloed op het economisch beleid<br />

gehad. Als groei ontstaat uit kennis, ligt er een taak voor de overheid<br />

om het kennisniveau van de bevolking te vergroten. Investeren<br />

in kennis en technologie betaalt zich dubbel en dwars terug, want<br />

een enkele impuls leidt tot langdurig hogere groei.<br />

Stond in de jaren zestig en zeventig het economische beleid nog in<br />

het teken van industriebeleid en bevordering van spaarzin, vanaf de<br />

jaren negentig zijn overheden overal ter wereld enthousiast aan de<br />

slag gegaan met Romers agenda. Stimuleren van R&D, technologie<br />

en innovatie werd de nieuwe hobby van politici en ambtenaren.<br />

Pleidooien voor beter onderwijs, technologiesubsidies en belastingmaatregelen<br />

om innovatie te stimuleren, staan in ieder verkiezingsprogramma.<br />

Ieder land heeft een innovatieplatform of iets wat daar<br />

op lijkt. En tientallen denktanks bedelven de hoofdsteden onder<br />

rapporten over technologiebeleid.<br />

Met - op z’n zachts gezegd - wisselende resultaten. Terwijl economen<br />

het eens zijn over het belang van R&D en innovatie, is over de<br />

effectiviteit van technologiebeleid veel minder zekerheid. Technologiesubsidies<br />

belanden vaak bij kansloze ideeën - anders had de<br />

markt ze wel gefinancierd. Belastingkortingen worden geïncasseerd<br />

voor projecten die zonder overheidssteun ook waren doorgegaan.<br />

Vaak neemt het management van een innovatief bedrijf eerst de<br />

beslissing om geld te steken in een bepaalde nieuwe technologie,<br />

en besluit de financiële man pas daarna ook nog even subsidiegeld<br />

aan te vragen.<br />

Keihard gevecht<br />

Er is ook een fundamenteler probleem. De theorie van Romer gaat<br />

er stilzwijgend van uit dat nieuwe kennis en technologie automatisch<br />

opborrelt uit oudere kennis en technologie. In werkelijkheid<br />

is het een taai en moeizaam proces dat van veel externe factoren<br />

afhankelijk is. Geld uitdelen aan bedrijven en universiteiten in de<br />

hoop dat de groeimotor zal aanslaan, heeft alleen zin als de factoren<br />

kloppen.<br />

Allereerst moet de overheid zorgen voor de juist instituties. Het<br />

rechtsysteem moet toegankelijk en eerlijk zijn, zodat de uitvinder en<br />

investeerder de vruchten van het werk plukken, en niet een oneerlijke<br />

concurrent of corrupte ambtenaar. Patenten, licenties en andere<br />

juridische regels rond eigendom moeten perfect in orde zijn. Je kunt<br />

nog zoveel technologiesubsidies geven, zolang de innovator niet<br />

zeker is dat de opbrengst van zijn inspanningen uiteindelijk op zijn<br />

eigen bankrekening terecht komt, blijft hij op z’n handen zitten.<br />

Dat klinkt evident, maar de regeringsleiders van de Europese Unie<br />

zien het verband nog altijd niet. Terwijl zij hoogdravende ambities<br />

over ‘de meest vernieuwende economie ter wereld in 2010’ formuleren,<br />

en de subsidiekraan in Brussel wijd opengaat, verzuimen zij<br />

al jaren om een simpel EU-patent te regelen. Door ruzie over het<br />

aantal talen waarin zo’n gemeenschapsoctrooi zou moeten worden<br />

gesteld (logisch lijkt één: Engels), komt het maar niet van de grond.<br />

Patenteren van een uitvinding in alle landen van de Europese Unie<br />

blijft daardoor een omslachtige en kostbare zaak.<br />

Minstens zo belangrijk als goede instituties is een flexibele economie.<br />

In 2002 schreef de invloedrijke Amerikaanse econoom William<br />

Baumol het boek The free-market innovation machine. Daarin legt<br />

de tachtigjarige auteur met jeugdige geestdrift uit dat alleen het<br />

marktmechanisme voor innovatie kan zorgen. Alleen in een kapitalistische<br />

economie, waarin ondernemerschap en concurrentie alle<br />

ruimte krijgen, kan zich ‘het wonder van de economische groei’<br />

voltrekken. Volgens Baumol zijn het vooral de grotere bedrijven die<br />

voor de benodigde dynamiek zorgen. Het keiharde gevecht tussen<br />

oligopolistische bedrijven is de motor van innovatie en dus ook van<br />

groei. Gevechten als die tussen Toyota en General Motors, Airbus<br />

en Boeing, Apple en Microsoft, Google en Yahoo, zorgen dat de<br />

technologische grens steeds verder komt te liggen. Zonder rücksichtsloze<br />

concurrentie geen innovatie, en zonder innovatie geen<br />

groei.<br />

Maar dan moet die concurrentie natuurlijk wel de kans krijgen.<br />

Pogingen van overheden om bedrijven te beschermen tegen het<br />

harde gevecht op de markt brengen daarom de economische<br />

groei in gevaar. Het gebeurt vaak met de beste bedoelingen, maar<br />

afschermen van binnenlandse markten, subsidiëren van noodlijdende<br />

bedrijven en belemmeren van marktwerking hebben uiteindelijk<br />

tot gevolg dat de innovatiemachine van Baumol afslaat en de groei<br />

terugvalt. De overheid zou er juist voor moeten zorgen dat de druk<br />

op het eigen bedrijfsleven zo hoog mogelijk wordt opgevoerd, door<br />

scherp te letten op marktmisbruik en concurrentie vanuit het buitenland<br />

te verwelkomen.<br />

Nederland laat het liggen<br />

Dat laatste heeft Nederland traditioneel altijd al gedaan. Het<br />

bedrijfsleven is het gevecht op de wereldmarkt nooit uit de weg<br />

gegaan, en de dynamiek die dat teweeg bracht heeft ons een<br />

flink aantal innovatieve multinationals opgeleverd die zich kunnen<br />

meten met de mondiale concurrentie.<br />

Op andere terreinen is er echter nog een wereld te winnen voor de<br />

Nederlandse economie.<br />

Als Romer gelijk heeft, en R&D de drijvende kracht is achter groei,<br />

laat Nederland veel kansen liggen. De totale uitgaven aan R&D<br />

bedragen zo’n 1,8 procent van het Nederlandse bruto binnenlands<br />

product. Het gemiddelde in de Oeso, de club van de dertig belangrijkste<br />

industriële landen, is 2,3 procent. In de succeseconomie van<br />

Finland wordt maar liefst 2,5 procent van het bbp aan R&D uitgegeven.<br />

Ook andere indicatoren laten zien dat Nederland achterblijft.<br />

Volgens berekeningen van de Oeso bedragen de Nederlandse<br />

uigaven aan kennis (de som van R&D, hoger onderwijs en software)<br />

3,8 procent van het bbp. Gemiddeld is dat 5,1 in de Oeso, en in<br />

Finland zelfs 6,1 procent. Van iedere duizend Nederlandse werknemers<br />

zijn er 5,2 onderzoeker. In de dertig Oeso-landen is dat<br />

gemiddeld 8,3, terwijl er meer dan 17 Finse onderzoekers op iedere<br />

duizend werknemers rondlopen.<br />

Alleen op het gebied van patenten scoort Nederland bovengemiddeld.<br />

Per miljoen inwoners hebben Nederlandse bedrijven een kleine<br />

zestig zogenoemde ‘patentfamilies’ in handen. Dit zijn groepen<br />

bij elkaar horende patenten en volgens de statistici van de Oeso<br />

een betere indicator dan het het aantal afzonderlijke patenten.<br />

Het gemiddelde aantal patentfamilies in de Oeso bedraagt 54 per<br />

miljoen inwoners. Nederland doet het wat dat betreft bovengemiddeld<br />

- vooral dankzij patentenfabriek Philips. In Finland, overigens,<br />

staat de teller op 114.<br />

Gelukkig valt de relatief geringe Nederlandse R&D wel in een<br />

vruchtbare bodem. Als goed gedefinieerde eigendomsrechten, vrij<br />

ondernemerschap en marktwerking voorwaarden zijn voor succesvolle<br />

innovatie heeft Nederland veel potentie. Een van de meest<br />

brede indicatoren van economische vrijheid is de Index of <br />

26 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 27

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!