Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ANALYSE<br />
Groei<br />
Innovatie is de motor achter groei. En concurrentie achter die<br />
van innovatie. Wat betekent dat voor de toekomst van groei?<br />
Tekst Mathijs Bouman<br />
Wetenschappers zijn slecht in het beantwoorden van simpele vragen.<br />
De bekende weg loopt in de wetenschap vaak dood. Vraag<br />
aan een natuurkundige wat zwaartekracht precies is en hij zal je<br />
bedremmeld aankijken. Vraag een psycholoog wat het bewustzijn<br />
is of een astronoom naar de oorsprong van het heelal, en ze moeten<br />
het antwoord schuldig blijven.<br />
De economische wetenschap is geen uitzondering. Hoe ontstaat<br />
economische groei? Het is de meest logische vraag die je een<br />
econoom kunt stellen, maar een simpel antwoord heeft hij niet.<br />
Waarom blijft de ene maatschappij vastzitten in armoede, terwijl de<br />
andere er in slaagt om ieder jaar weer meer te produceren? “Tja,”<br />
antwoordt de econoom, “dat is een lastige, ik bel u straks terug...”<br />
Dat ontdekte ook de Amerikaanse satiricus Patrick O’Rourke toen<br />
hij eind jaren negentig zijn bestseller Eat the Rich schreef. “Ik had<br />
een simpele vraag,” begint het boek, “waarom is het ene gebied<br />
welvarend, terwijl het andere er niets van bakt?” Met intelligentie<br />
kan het niets te maken hebben, meent O’Rourke, “want nergens<br />
op aarde zijn de mensen dommer dan in Beverly Hills, maar toch<br />
zwemmen ze daar in het geld. En terwijl in Rusland schaken een<br />
volkssport is, koken ze daar soep van stenen.” Aanwezigheid van<br />
grondstoffen is ook geen verklaring, schrijft de auteur. “Afrika<br />
heeft uranium, goud, diamanten en wat al niet meer, terwijl Scandinavië<br />
daar maar weinig van heeft, en ook nog eens bevroren is.”<br />
O’Rourke komt er niet uit.<br />
Hij bevindt zich in het goede gezelschap van de gehele economische<br />
wetenschap. Toch is de zaak niet uitzichtloos. Er zijn de afgelopen<br />
jaren een aantal puzzelstukjes ontdekt die uiteindelijk het<br />
hele plaatje zouden kunnen opleveren. Daaruit blijkt dat evidente<br />
verschillen tussen landen, zoals aanwezigheid van grondstoffen en<br />
geografische ligging, nauwelijks een rol spelen. Dat had O’Rourke<br />
goed gezien. Grote olievondsten maken Noorwegen rijk, terwijl<br />
olieland Nigeria in de armoedespiraal blijft zitten. In Zuid-Korea<br />
eten ze kaviaar, in Noord-Korea boomschors.<br />
Het eerste puzzelstukje werd in de jaren vijftig van de vorige eeuw<br />
gevonden door de latere Nobelprijswinnaar Robert Solow, toen<br />
hij een groeitheorie ontwikkelde waarin de voorraad aan kapitaalgoederen<br />
(machines, werktuigen et cetera) de centrale rol speelt.<br />
Alleen als bedrijven investeren, kan het inkomen per hoofd van de<br />
bevolking blijven stijgen. Om te investeren moeten bedrijven lenen,<br />
redeneerde Solow, dus de hoeveelheid spaargeld in een economie<br />
bepaald uiteindelijk het groeitempo. Het land met de meest spaarzame<br />
bevolking zal uiteindelijk de hoogste economische groei kennen.<br />
Een sympathieke theorie. Maar toen in de loop van de jaren zeventig<br />
de grenzen voor kapitaalverkeer in de geïndustrialiseerde wereld<br />
wegsmolten, raakten binnenlandse besparingen en investeringen<br />
ontkoppeld. Bedrijven waren niet meer afhankelijk van binnenlandse<br />
besparingen, maar konden op de internationale kapitaalmarkt<br />
lenen. Desondanks bleven er tussen landen grote verschillen in<br />
groei - in tegenspraak met de theorie van Solow.<br />
Het Eureka-moment<br />
Economen moesten op zoek naar een nieuwe verklaring van economische<br />
groei. Begin jaren tachtig schreef een jonge Amerikaanse<br />
econoom, Paul Romer, een proefschrift over het verband tussen<br />
kennis en groei. Volgens Romer zijn kennis en technologie de ware<br />
stuwkracht van economische ontwikkeling. Investeringen blijven<br />
belangrijk in zijn ‘endogene groeitheorie’, maar het maakt veel uit<br />
of het om meer van hetzelfde soort kapitaalgoederen gaat, of dat<br />
er wordt geïnvesteerd in nieuwe technologie.<br />
De belangrijkste bijdrage van Romer is dat hij laat zien hoe nieuwe<br />
technologie ontstaat. Het is in Romers wereld niet de solistische uitvinder<br />
die met een toevallig Eureka-moment de technologie een stap<br />
verder helpt. Kennis groeit in kleine stapjes, volgens processen <br />
24 MANAGEMENT SCOPE APRIL <strong>2007</strong> 25