29.09.2013 Views

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BIAXiaal 447 21<br />

3.3.1 Beekafzetting<br />

De twee pollenmonsters uit de beekafzetting van boring 12 (BX3927 en BX3926) hebben<br />

een grote verandering in het landschap geregistreerd. Beide monsters bevatten veel<br />

stuifmeel van bomen, maar van het diepste monster in de beekafzetting (220 - 222 cm<br />

onder maaiveld) naar het bovenliggende monster (213 - 217 cm onder maaiveld) heeft<br />

een verschuiving plaatsgevonden van een dominantie van bomen van drogere gronden<br />

naar een groter aandeel van bomen van nattere gronden. Eerst waren berk (Betula) en den<br />

(Pinus) veelvuldig aanwezig op de arme, zandige gronden. Echter, met de toename van<br />

humus en organische stoffen in het beekdal werd de afwatering bemoeilijkt en is het<br />

gebied vernat (zie de paragraaf over de 14 C-analyse in 3.1). Mogelijk is het diepste<br />

monster uit de beekafzetting zeer oud, Boreaal of ouder. De beekafzetting is langzaam<br />

gevormd. Dit is ook af te leiden uit de extreem hoge pollenconcentratie van het bovenste<br />

monster. De milieuomstandigheden van het beekdal werden langzaam voedselrijker en<br />

geschikter voor de groei van els (Alnus). Deze boom komt veelal voor in moerasbos en<br />

kan in beekdalen elzenbronbos of elzenbroekbos vormen. Waarschijnlijk is het pollen<br />

afkomstig van zwarte els (Alnus glutinosa). Hiervan zijn namelijk de vruchten en zaden<br />

gevonden in de zadenanalyse (zie 3.2.2).<br />

Aanwijzingen voor menselijke activiteiten zijn vrijwel niet aanwezig in deze monsters.<br />

Stuifmeel van cultuurgewassen is niet aanwezig en er is zeer weinig stuifmeel van<br />

akkeronkruiden gevonden. Wel is alsem (Artemisia) gevonden. Deze plant komt echter<br />

ook op natuurlijke open grond voor. Waarschijnlijk was er langs de beek ook natuurlijke<br />

groei mogelijk. Ook is er waarschijnlijk stuifmeel van grote klaproos-type (Papaver<br />

rhoeas-type) gevonden in het bovenste beekmonster. Naast grote klaproos, een akkerplant<br />

die pas vanaf de Romeinse tijd in ons land voorkomt, komen er nog een aantal<br />

papaversoorten in dit type voor. Van de in ons land voorkomende soorten zijn dat kleine<br />

klaproos (Papaver dubium) en maanzaad (Papaver somniferum). Kleine klaproos is een<br />

akkeronkruid en maanzaad is een cultuurgewas. Beide soorten zijn al vanaf het<br />

Neolithicum in ons land aanwezig. Het pollen van het Papaver rhoeas-type kunnen we<br />

dus zien als een aanwijzing voor akkerbouw in de omgeving van de vindplaats.<br />

De aanwezigheid van blauwe knoop-type (Succisa-type) geeft aan dat er waarschijnlijk<br />

blauwgrasland in de omgeving was. Een kensoort van open plekken op natte, zwak zure<br />

grond in blauwgraslanden en moerassige heiden is vetblad (Pinguicula vulgaris). 26<br />

Stuifmeel van vetblad is in het diepste monster uit de beekdalafzetting gevonden.<br />

Langs de beek waren natte ruigten met spirea (Filipendula), kattenstaart (Lythrum), ruit<br />

(Thalictrum) en echte valeriaan-type (Valeriana officinalis-type). Aan de oevers stonden<br />

grote en blonde egelskop-type (Sparganium erectum-type), kleine lisdodde (Typha<br />

angustifolia) en gele lis-type (Iris pseudacorus-type). Gele lis komt voor langs<br />

waterkanten, in moerassen en in moerasbossen. Pollen van waterplanten is niet gevonden.<br />

Naast een grote toename in stuifmeel van els is ook het aantal sporen van het<br />

niervaren-type (Dryopteris-type) sterk toegenomen. Veel varensoorten binnen het<br />

Dryopteris-type komen op de bulten in elzenbroekbos voor. Het gaat om de soorten brede<br />

en smalle stekelvaren (D. dilatata en D. carthusiana). Ook moerasvaren (Thelypteris<br />

palustris) komt voor in komgebieden met elzenbroekbos, met name in de Brabantse<br />

beekdalen. 27<br />

3.3.2 Veenlaag<br />

De beginnende veenvorming in het bovenste monster uit de beekafzetting is doorgezet en<br />

er is een pakket bosveen gevormd. Het monster uit de diepste veenlaag 4 (BX3925; 205 -<br />

209 onder het maaiveld) heeft een datering van 4750 ± 40 BP. Dit komt overeen<br />

26 Westhoff et al. 1973, 259.<br />

27 Weeda et al. 1985, 94.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!