Download rapport - Biax Consult
Download rapport - Biax Consult
Download rapport - Biax Consult
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
BIAXiaal 447 6<br />
2.3 POLLENONDERZOEK<br />
Pollenmonsters zijn genomen uit het middelste gedeelte van de monsters die in het veld<br />
zijn verzameld. De verzamelde pollenmonsters hebben volumina die variëren van één tot<br />
vier cm 3 . De pollenmonsters zijn bereid volgens de standaardmethode van Erdtman. 5 Om<br />
een indruk te krijgen van de pollenconcentratie is aan elk monster een vaste hoeveelheid<br />
sporen (twee tabletten met ca. 18.583 sporen per tablet) van een niet in Nederland<br />
voorkomende wolfsklauwsoort (Lycopodium) toegevoegd. De bereiding is uitgevoerd<br />
onder leiding van M. Konert van de Vrije Universiteit van Amsterdam.<br />
De pollenmonsters zijn geïnventariseerd om uit te zoeken welke monsters voor analyse<br />
in aanmerking komen. Daarbij is gekeken naar de rijkdom van het materiaal en naar de<br />
aantasting van het pollen. Daarnaast is de pollensamenstelling van elk monster<br />
onderzocht, waarbij extra aandacht is besteed aan de aanwezigheid van pollen van<br />
cultuurgewassen en aan andere indicatoren die op menselijke activiteiten wijzen. Bij de<br />
inventarisatie, die is uitgevoerd door M. van der Linden, is gebruik gemaakt van een<br />
doorvallend-lichtmicroscoop met vergrotingen tot 600 maal.<br />
De administratieve gegevens per pollenmonster staan in tabel 2. Een overzicht van de<br />
genomen pollenmonsters is beschreven in<br />
tabel 3.<br />
Tabel 2 Tilburg-Kempenbaan, administratieve gegevens van (A) boring 3, (B) boring 12 en (C)<br />
boring 13. Legenda:-mv = beneden maaiveld. x = geanalyseerd.<br />
A<br />
boring monstercode diepte - beschrijving BXnr. volume analyse<br />
mv (cm)<br />
(cc)<br />
3 Dijk 1 85-90 Top bovenste<br />
laag dijklichaam<br />
lichtgrijs zand<br />
3928 4 .<br />
3 Dijk 2 95-100 Overgang<br />
bovenste en<br />
onderste laag<br />
dijklichaam<br />
lichtgrijs en<br />
donkergrijs zand<br />
3929 4 x<br />
3 Dijk 3 105-110 Dijklichaam<br />
donkergrijs<br />
3930 2 .<br />
3 Moeras 2 113-118 Moerasbodem<br />
met laagjes of<br />
dijk?<br />
3931 2 .<br />
3 Dijk 4 132-137 Basis dijklichaam<br />
zeer compact<br />
zand<br />
3932 2 x<br />
3 Moeras 3 140-145 Moerasbodem<br />
lichtgrijs<br />
3933 2 x<br />
3 Veen 1 147-152 Top veen 3934 1 .<br />
3 Veen 2 180-185 Veen onder hout 3935 1 .<br />
3 Veen 3 190-195 Basis homogeen<br />
veen<br />
3936 1 .<br />
3 Veen 4 200-205 Top zandig veen 3937 1 .<br />
3 Veen 5 210-215 Basis zandig<br />
veen<br />
3938 1 .<br />
3 Beek 1 230-235 Beekafzetting<br />
zanderig<br />
3939 1 .<br />
5 Erdtman 1960; Fægri et al. 1989; met modificaties van Konert 2002.