01.10.2013 Views

Een constante in beweging? - Maastricht University

Een constante in beweging? - Maastricht University

Een constante in beweging? - Maastricht University

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

een tijdsbested<strong>in</strong>g waarvan het nut <strong>in</strong> de regel afgeleid is van dat van andere tijdsbested<strong>in</strong>gen, ook<br />

eigenlijk niet viel te verwachten’ (cursiver<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het orig<strong>in</strong>eel). Daarom concludeert Hupkes:<br />

‘De mens beschikt kennelijk over een afweegmechanisme waarvan de aard niet bekend is<br />

maar dat hem <strong>in</strong> staat stelt, zijn gemiddelde reistijd en het aantal verplaats<strong>in</strong>gen op hetzelfde<br />

niveau te fixeren. De enige van de drie dimensies van mobiliteit die is toegenomen, is m.a.w.<br />

de per hoofd afgelegde afstand, hetgeen werd verwezenlijkt door het opvoeren van het aandeel<br />

van de verplaats<strong>in</strong>gen met relatief snelle vervoersystemen. (Hupkes, 1977: band 1, 261)<br />

Dit verschijnsel wordt door Hupkes aangeduid als de wet van het Behoud van Reistijd en<br />

Verplaats<strong>in</strong>gen: de BREVER-wet. ‘Het gaat daarbij om de gemiddelden per hoofd <strong>in</strong> alle<br />

vervoersystemen over een periode met een bepaalde lengte: een dag, een week of een jaar. Hoe langer<br />

de periode, hoe kle<strong>in</strong>er de spreid<strong>in</strong>g van het gemiddelde per persoon’. Waarom deze gemiddelde<br />

patronen maar we<strong>in</strong>ig variëren, bijvoorbeeld tussen landen met hoge en lage gemiddelde <strong>in</strong>komens, is<br />

niet duidelijk:<br />

‘Die verschillen zouden wel verwacht mogen worden en nu ze ontbreken, dient de oorzaak te<br />

worden opgespoord. De geheimz<strong>in</strong>nige redenen voor de geconstateerde regelmaat <strong>in</strong> het<br />

tijdgebruik blijven echter verborgen <strong>in</strong> de zwarte doos, gevormd door de mens als biologisch,<br />

fysisch en psychologisch wezen.’ (Hupkes, 1977: band 1, 259)<br />

Waarop baseert Hupkes zijn 'wet'? Zelf geeft hij aan dat 'bruikbare onderzoeksgegevens op dit terre<strong>in</strong><br />

uitermate schaars [zijn]'. 6 Hij citeert een onderzoek van Vidakovic uit 1968, die concludeert dat de<br />

<strong>in</strong>woners van Amsterdam-Zuid <strong>in</strong> 1968 gemiddeld 68 m<strong>in</strong>uten per dag aan verplaats<strong>in</strong>gen besteden.<br />

Tijdsbudgetonderzoek van Blaas en He<strong>in</strong>emeijer v<strong>in</strong>dt <strong>in</strong> het dagelijks aantal verplaats<strong>in</strong>gen een<br />

ger<strong>in</strong>ge spreid<strong>in</strong>g (tussen de 5,18 en 5,27). Uit andere bronnen citeert Hupkes (Doxiades; Clark, Lee<br />

en Ogden; Buckm<strong>in</strong>ster Fuller; Hägerstrand) zonder de <strong>constante</strong>n te kwantificeren. Centraal <strong>in</strong> het<br />

onderbouw<strong>in</strong>g van de BREVER-wet staat het zeer omvangrijke tijdbudgetonderzoek The Use of Time<br />

van Szalai [et.al.] uit 1972, dat stoelt op zo'n 30.000 <strong>in</strong>terviews met bewoners van steden en stedelijke<br />

gebieden <strong>in</strong> vijftien merendeels geïndustrialiseerde landen, variërend van de Verenigde Staten tot<br />

Peru. In het bijlagendeel van zijn dissertatie vat Hupkes vier tabellen uit Szalai samen. Daaronder is<br />

een tabel van de tijdbested<strong>in</strong>gen op een gemiddelde dag <strong>in</strong> de week. Voor 'mobiliteit' (een categorie<br />

die bij Szalai 'travel' heet) resulteert een gemiddelde van 82 m<strong>in</strong>uten met een standaarddeviatie van 9<br />

m<strong>in</strong>uten (Hupkes, 1977: band 2, 129). In een voetnoot ter toelicht<strong>in</strong>g op deze tabel schrijft Hupkes:<br />

‘De cijfers gelden voor degenen die een activiteit ook werkelijk beoefenden; voor betaalde<br />

arbeid grotendeels mannen, voor huishoudelijk werk grotendeels vrouwen, voor verzorg<strong>in</strong>g<br />

van de persoon en vrije tijd vrijwel alle deelnemers, voor reistijd gemiddeld 88,6 % van de<br />

ondervraagden. Houdt men er reken<strong>in</strong>g mee dat niet iedereen zich elke dag buitenshuis<br />

verplaatst, dan komt de gemiddelde reistijd per hoofd op 1 h 13 m<strong>in</strong>uten. De reistijd betreft die<br />

<strong>in</strong> alle vervoerssystemen <strong>in</strong>cl. lopen en is opgebouwd uit de gegevens voor 10<br />

verplaats<strong>in</strong>gsmotieven.’ (Hupkes, 1997: band 2, 132) 7<br />

6 G. Hupkes. (1977) Gasgeven of afremmen. p. 256.<br />

7 Het citaat vervolgt: ‘De methode impliceert dat horizontale tell<strong>in</strong>g boven 24 uur per dag uitkomt. Uit andere<br />

tabellen <strong>in</strong> The Use of Time bleek nog dat (betaald) werkende mannen ongeveer twee maal langer reizen dan<br />

huisvrouwen en dat de reistijd van werkende vrouwen <strong>in</strong> de regel iets korter is dan die van werkende mannen.<br />

16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!