01.10.2013 Views

Een constante in beweging? - Maastricht University

Een constante in beweging? - Maastricht University

Een constante in beweging? - Maastricht University

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

deze wet niet zo geformuleerd. Uit de context van Hupkes' bredere thema - het formuleren van<br />

uitspraken over de effecten van een keuze tussen een 'snel' en een 'langzaam' scenario - wordt duidelijk<br />

dat Hupkes de BREVER-wet nodig heeft voor zijn argument. Dat argument luidt dat versnell<strong>in</strong>g van<br />

vervoersystemen niet leidt tot het opheffen van het probleem van de tijdschaarste, maar tot het<br />

vergroten van de afgelegde afstand. Anders gezegd, het aanbieden van meer reissnelheid is niet de<br />

oploss<strong>in</strong>g, maar leidt eerder tot het probleem van een <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel onbeperkte groei van de mobiliteit.<br />

Cruciaal <strong>in</strong> deze redener<strong>in</strong>g is de aanname van een gelijkblijvende gemiddelde reistijd. De<br />

preoccupatie met voortgaande groei en de kwalijke gevolgen daarvan past <strong>in</strong> het post-Club van Rome<br />

klimaat van de jaren zeventig. Opmerkelijk is, dat de recent hernieuwde belangstell<strong>in</strong>g voor de<br />

BREVER-wet m<strong>in</strong>der voort lijkt te komen uit een streven de groei van mobiliteit terug te dr<strong>in</strong>gen,<br />

maar uit het zoeken naar elektronische alternatieven voor fysieke verplaats<strong>in</strong>gen.<br />

2.5 <strong>Een</strong> kwestie van def<strong>in</strong>itie?<br />

Zoals <strong>in</strong> de vorige twee paragrafen duidelijk is geworden, is de hypothese van een <strong>constante</strong> reistijd<br />

(en <strong>in</strong> veel m<strong>in</strong>dere mate een constant aantal verplaats<strong>in</strong>gen) door uiteenlopende onderzoekers naar<br />

voren gebracht. Daarbij bestaan grote verschillen, bijvoorbeeld waar het gaat om de def<strong>in</strong>itie van<br />

'verplaats<strong>in</strong>gen'. Soms is lopen wel meegeteld (Sorok<strong>in</strong>), soms wordt het buiten beschouw<strong>in</strong>g gelaten<br />

(Zahavi). Ook <strong>in</strong> methologisch opzicht zijn er verschillen. Sorok<strong>in</strong> en Szalai [et.al.] baseren zich op<br />

primaire data die zijn verzameld door <strong>in</strong>terviews en het bijhouden van dagboekjes. Schafer gebruikt<br />

data uit een grote verscheidenheid aan bronnen uit verschillende landen, wat de vraag naar de<br />

vergelijkbaarheid van deze data oproept. Ook Hupkes zelf gebruikt geen primaire kwantitatieve data,<br />

maar gebruikt vooral Szalai en twee Nederlandse onderzoeken. 18<br />

Dit alles roept de vraag op wat nu precies het onderwerp vormt van deze studie. De omschrijv<strong>in</strong>g van<br />

de BREVER-wet <strong>in</strong> de brontekst is vaag. Hupkes schrijft:<br />

De mens beschikt kennelijk over een afweegmechanisme waarvan de aard niet bekend is, maar<br />

dat hem <strong>in</strong> staat stelt, zijn gemiddelde reistijd en het aantal verplaats<strong>in</strong>gen op hetzelfde niveau<br />

te fixeren. De enige van de drie dimensies die is toegenomen, is m.a.w. de per hoofd afgelegde<br />

afstand, hetgeen werd verwezenlijkt door het opvoeren van het aandeel van de verplaats<strong>in</strong>gen<br />

met relatief snelle vervoersystemen. (Orig<strong>in</strong>ele cursiver<strong>in</strong>g, Hupkes, 1977: band 1, 261)<br />

De hierboven gesignaleerde <strong>in</strong>terpretatieproblemen rond de BREVER-wet hebben aanleid<strong>in</strong>g gegeven<br />

tot alternatieve formuler<strong>in</strong>gen. Van Goeverden (1999) heeft bijvoorbeeld geprobeerd een def<strong>in</strong>itie van<br />

de wet te geven die <strong>in</strong>terpretatieproblemen oplost. Allereerst splitst hij de wet <strong>in</strong> een<br />

verplaats<strong>in</strong>gendeel en een reistijddeel. Vervolgens spreekt hij niet van een wet, maar van een<br />

hypothese. Ook spreekt hij van een gemiddelde waardoor het automatisch over een populatie gaat. Hij<br />

heeft het over de ‘lange termijn', waardoor tijdelijke variaties zijn hypothese niet kunnen ontkrachten.<br />

Ten slotte koppelt hij de reistijd aan de kwaliteit van het vervoersysteem, waardoor andere grote<br />

maatschappelijke verander<strong>in</strong>gen geen <strong>in</strong>vloed op de geldigheid van de hypothese heeft. Zijn def<strong>in</strong>itie<br />

luidt nu:<br />

18 <strong>Een</strong> uitputtende methodologische analyse van de verschillen tussen tijdsbudgetsonderzoeken valt buiten het<br />

bestek van dit onderzoek.<br />

22

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!