Een constante in beweging? - Maastricht University
Een constante in beweging? - Maastricht University
Een constante in beweging? - Maastricht University
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4. De m<strong>in</strong>imum reistijd bij mensen is gerelateerd aan de m<strong>in</strong>imale oefen<strong>in</strong>g die nodig is om spieren<br />
gezond te houden, zoals dat ook bij allerlei dieren is waargenomen. De maximum reistijd bij<br />
mensen wordt bepaald door de maximale hoeveelheid energie per kilogram lichaamsgewicht die<br />
het menselijk lichaam <strong>in</strong> een leven kan opbrengen. Beide functionaliteiten hebben geleid tot het<br />
hormonale mechanisme, zoals hiervoor beschreven, waarbij de mens endogene prikkels krijgt om<br />
niet te we<strong>in</strong>ig, maar ook niet te veel te bewegen.<br />
<strong>Een</strong> en ander leidt tot de volgende aanbevel<strong>in</strong>gen voor nader onderzoek:<br />
1. Het lijkt <strong>in</strong>teressant om de gevoeligheid van de reistijd voor allerlei variabelen (als de ruimtelijke<br />
structuur, dichtheid van voedsel, dichtheid van de bevolk<strong>in</strong>g et cetera) met een ant colony<br />
optimization model te testen. Daarbij zal als constra<strong>in</strong>t <strong>in</strong> ieder geval de dichtheid van voedsel<br />
voldoende moeten zijn om de populatiedichtheid te kunnen dragen.<br />
2. Vanwege de grote rol van reistijd en reisafstand <strong>in</strong> Central Place Forag<strong>in</strong>g modellen en vanwege<br />
het gegeven dat de meeste menselijke populaties genetisch het best geëquipeerd zullen zijn op<br />
CPF wordt aanbevolen dergelijke onderzoeken nader te beoordelen op hun merites.<br />
3. Het lijkt <strong>in</strong>teressant om met behulp van de speltheorie de ‘optimale verhoud<strong>in</strong>g’ van bijvoorbeeld<br />
twee typen mensen te modelleren: mensen die w<strong>in</strong>st behalen door bovengemiddeld lang te reizen<br />
en mensen die een verlies nemen door ondergemiddeld lang te reizen. Doel van deze theoretische<br />
benader<strong>in</strong>g is na te gaan van welke variabelen de optimale mix van deze twee strategieën is en<br />
welke gevolgen dat voor reistijd kan hebben.<br />
4. Gepleit wordt voor het opstellen van een model voor verplaats<strong>in</strong>gsgedrag gestoeld op basis van<br />
een positieve en een negatieve nutsfunctie (bijvoorbeeld <strong>in</strong> termen van pleasure en displeasure)<br />
die afhankelijk is van reistijd, doel en omstandigheden van de verplaats<strong>in</strong>g en van de emotionele<br />
toestand van de reiziger. Omdat dergelijke modellen doorgaans tot homeostase leiden kan het<br />
behulpzaam zijn bij het theoretisch afleiden van de BREVER-wet vanuit een gedragsmechanisme.<br />
Daarbij zouden experimenten gedaan kunnen worden om beter <strong>in</strong>zicht te krijgen <strong>in</strong> het verloop<br />
van pleasure en displeasure gedurende verplaats<strong>in</strong>gen. Dit kan bijvoorbeeld door proefpersonen op<br />
een hometra<strong>in</strong>er met videobeeld te zetten en deze beelden te laten zien die <strong>in</strong>teressanter worden<br />
naarmate ze zich meer <strong>in</strong>spannen. Door eerst de ‘pleasure-curves’ van de videobeelden zelf en van<br />
het zitten op de hometra<strong>in</strong>er zelf te meten, kunnen voorspell<strong>in</strong>gen worden gedaan over het<br />
moment waarop de proefpersoon de hometra<strong>in</strong>er zal verlaten.<br />
5. Verdere statistische analyse van de reistijd, waarbij verschillen tussen mensen onderl<strong>in</strong>g worden<br />
getoetst op biologische kenmerken als leeftijd, geslacht en zorgsituatie (aantal en leeftijd van de<br />
k<strong>in</strong>deren). Voorts zou deze analyse de grenzen van de geldigheid moeten vaststellen en daarbij<br />
onderscheid moeten maken tussen de absolute waarde van de <strong>constante</strong> (de gemiddelde 75<br />
m<strong>in</strong>uten) en het mogelijk constant zijn over generaties van de reistijd voor bepaalde<br />
dwarsdoorsneden uit de populatie maar met eventueel van die 75 m<strong>in</strong>uten afwijkende<br />
gemiddelden.<br />
6. Statistisch toetsen of prikkels door bijvoorbeeld het gebruik van een spelcomputer leidt tot m<strong>in</strong>der<br />
reizen (dus bijvoorbeeld m<strong>in</strong>der reizen onder jongeren die veel achter PC zitten).<br />
7. Doe een gedachtenexperiment voor een pre-<strong>in</strong>dustriële samenlev<strong>in</strong>g: wat zouden deze mensen<br />
doen, waanneer we ze opeens met virtuele mobiliteit (ICT) confronteren?<br />
40