01.10.2013 Views

Een constante in beweging? - Maastricht University

Een constante in beweging? - Maastricht University

Een constante in beweging? - Maastricht University

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Ook <strong>in</strong> termen van geldbudgetten wijzen verkeerseconomen op het bestaan van een <strong>constante</strong>; mensen<br />

zouden een relatief constant percentage van hun <strong>in</strong>komen besteden aan mobiliteit (tien tot vijftien<br />

procent van het totale <strong>in</strong>komen). Belangrijk is, dat het hier om een aandeel gaat van iets dat, <strong>in</strong><br />

tegenstell<strong>in</strong>g tot het tijdsbudget, kan toenemen. Hoe is het <strong>constante</strong> geldbudget nu te verklaren?<br />

Vervoerswijzen zijn <strong>in</strong> hun algemeenheid als een normaal economisch goed te beschouwen, waarnaar<br />

de vraag toeneemt bij een stijgend <strong>in</strong>komensniveau. Toch neemt het verkeer, we stelden het al, een<br />

bijzondere positie <strong>in</strong> wat betreft de tijdsdimensie. Bij een <strong>in</strong>komensstijg<strong>in</strong>g zal, door een toename van<br />

de productiviteit tevens de tijdswaarder<strong>in</strong>g stijgen. Elke m<strong>in</strong>uut wordt meer waard. Aangezien samen<br />

met het <strong>in</strong>komen de alternatieve aanwend<strong>in</strong>gsmogelijkheden zullen toenemen, v<strong>in</strong>dt er een<br />

verschuiv<strong>in</strong>g plaats naar luxere transportmiddelen van dezelfde vervoerswijze (duurdere auto, van<br />

tweede naar eerste klas tre<strong>in</strong>reis) of een verschuiv<strong>in</strong>g naar een andere vervoerswijze (van auto naar<br />

vliegtuig). De uitgaven aan verplaats<strong>in</strong>gen nemen <strong>in</strong> het algemeen toe samen met het <strong>in</strong>komen,<br />

waardoor een redelijk constant deel van de uitgaven aan verkeer wordt besteed. Dergelijke<br />

verschuiv<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen de bested<strong>in</strong>gscategorie ondersteunen de BREVER-<strong>constante</strong> aangezien ze<br />

tonen dat er niet zozeer meer, maar andere verplaats<strong>in</strong>gen optreden bij een <strong>in</strong>komensstijg<strong>in</strong>g.<br />

De econoom Meijer van het Infonomics te <strong>Maastricht</strong> benadrukt <strong>in</strong> het <strong>in</strong>terview het belang van de<br />

<strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sieke mobiliteitsbehoefte door de verplaats<strong>in</strong>g niet, zoals vervoerseconomen doorgaans doen, als<br />

disnut te beschouwen. Iemand kan ook aan de verplaats<strong>in</strong>g als zodanig nut ontlenen. Door het totale<br />

nut te ontdoen van het nut van de verplaats<strong>in</strong>g (<strong>in</strong> zuiver economische z<strong>in</strong>), blijft het <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sieke nut<br />

over. Ook Hupkes (1979: 367-368) maakt dit onderscheid tussen een <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>siek nut en een afgeleid nut,<br />

waarbij het optimum bepaald kan worden uit de samenvoeg<strong>in</strong>g van beide curves (zie Figuur 3). Zoals<br />

hij zelf ook aangeeft, kan onderzoek naar het <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sieke nut van verplaats<strong>in</strong>gen bruikbaar zijn voor het<br />

modelleren van de mobiliteitsbehoefte <strong>in</strong> een situatie van telewerken of van wat wel het ‘mobiele<br />

kantoor’ wordt genoemd (het steeds plaatslozer worden van werk door mogelijkheden van ICT).<br />

Uitgaande van het restnut kan berekend worden wat, ondanks het substituerend vermogen van ICT, de<br />

reistijd voor deze groeper<strong>in</strong>g zal zijn.<br />

Gedesaggregeerde gedragsmodellen<br />

Op gedesaggregeerd niveau dient de klassieke economische (consumptie-)theorie op meer punten dan<br />

alleen op het gebrek aan tijd te worden herzien (W<strong>in</strong>ston, 1981). Zo botst de veronderstelde<br />

homogeniteit met de heterogeniteit van vervoerssystemen. Op lager aggregatieniveau v<strong>in</strong>den we dan<br />

ook economische modellen waar<strong>in</strong> verschillende vervoerswijzen van elkaar worden onderscheiden<br />

(‘modal split’). Verder is er de perfecte rationele beslisser die een haast mythisch karakter heeft; niet<br />

alleen weet de ‘homo economicus’ precies hoe hij zijn nut moet maximaliseren, maar ook kan hij<br />

<strong>in</strong>schatten wat het bevredigen van een bepaalde behoefte waard is <strong>in</strong> termen van zijn andere behoeften.<br />

Economen als Rietveld geven aan dat het hier om een ‘gestileerd’ personage gaat. Op geaggregeerd<br />

niveau doet de vervoerseconomie geen uitspraken of aannamen over het besluitvorm<strong>in</strong>gsproces van<br />

actoren. Geclaimd wordt slechts dat een consument zich gedraagt alsof hij zijn nut zou maximaliseren.<br />

Op gedesaggregeerd niveau tracht de vervoerseconoom de afweg<strong>in</strong>g van de actor te reconstrueren aan<br />

de hand van een model dat zich concentreert op het waargenomen (of verwachte) nut en uitgaat van<br />

situationele omstandigheden.<br />

Het logitmodel is een modelmatige analyse van de vervoermiddelkeuze waarbij het concept<br />

‘verwachte nut’ centraal staat (Heggie, 1977; Ben-Akiva&Lerman, 1985). Dit concept, zoals we<br />

verderop zullen zien, wordt ook <strong>in</strong> sociaal-psychologische modellen toegepast. Bij het verwachte nut<br />

46

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!