Een constante in beweging? - Maastricht University
Een constante in beweging? - Maastricht University
Een constante in beweging? - Maastricht University
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
heeft betrekk<strong>in</strong>g op de verzamel<strong>in</strong>g alternatieven waarvan de actor zich bewust is en die hij, op basis<br />
van zijn persoonlijke perceptie, een bepaalde waarde toekent. Op een lager analyseniveau is dan ook<br />
sprake van een toenader<strong>in</strong>g tussen economische en de sociaal-psychologische modellen. Sociaalpsychologische<br />
modellen trachten immers op basis van attitudes, sociale normen en overtuig<strong>in</strong>gen vat<br />
te krijgen op het besluitvorm<strong>in</strong>gsproces en op de uite<strong>in</strong>delijke vervoerskeuze. Ook de ‘activiteitenmodellen’<br />
bev<strong>in</strong>den zich op gedesaggregeerd niveau, maar zijn te onderscheiden van de economische<br />
en sociaal-psychologische methoden. Deze modellen richten zich niet op verplaats<strong>in</strong>gen, maar op de te<br />
ondernemen activiteiten <strong>in</strong> tijd en ruimte. Primaire activiteiten als werken en boodschappen doen,<br />
beperken <strong>in</strong> belangrijke mate de mogelijkheden van personen (Dijst, 1995).<br />
Het verschil tussen geaggregeerde en gedesaggregeerde modellen is relevant als we zoeken naar een<br />
verklar<strong>in</strong>g voor de BREVER-<strong>constante</strong> vanuit de theorie van de nutsoptimaliser<strong>in</strong>g. Hupkes maakt<br />
immers duidelijk dat de 'wet' geldt op het niveau van een totale populatie (zie hoofdstuk 2). Zo bezien<br />
moeten we de wet verklaren vanuit geaggregeerde modellen. Anderzijds maakt Hupkes (1977; 1979)<br />
zelf ook duidelijk dat de verklar<strong>in</strong>g wel degelijk op een <strong>in</strong>dividueel niveau te v<strong>in</strong>den zou kunnen zijn<br />
(denk aan de 'biopsychische variabelen'). Dit rechtvaardigt een gedesaggregeerde benader<strong>in</strong>g vanuit<br />
<strong>in</strong>dividuele nutsfuncties.<br />
3.4.3 Bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen<br />
In deze paragraaf bespreken we mogelijke verklar<strong>in</strong>gen en gedachtenexperimenten over mogelijke<br />
verklar<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de economie, de (sociale) psychologie en de ruimtelijke wetenschappen. Duidelijk zal<br />
worden dat elke volgende discipl<strong>in</strong>e nieuwe variabelen toevoegt aan modellen ter verklar<strong>in</strong>g van het<br />
verplaats<strong>in</strong>gsgedrag.<br />
Economie<br />
Verplaats<strong>in</strong>gsgedrag kan economisch gezien opgevat worden als consumptiegedrag (Button, 1982).<br />
Uitgangspunt van de economische consumptietheorie is het idee dat een <strong>in</strong>dividu altijd rationeel<br />
economisch gedrag vertoont. Dat gedrag is niet onderhevig aan persoonlijke <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>gen of<br />
smaakverschillen. Bovendien wordt verondersteld dat het <strong>in</strong>dividu voor zijn rationele keuze <strong>in</strong>zicht<br />
heeft <strong>in</strong> alle prijzen en het goed (<strong>in</strong> dit geval het personenvervoer) een zeker mate van homogeniteit<br />
heeft. Op grond van al deze aannames zal de consument, b<strong>in</strong>nen zijn besteedbaar <strong>in</strong>komen, streven<br />
naar een maximale behoeftebevredig<strong>in</strong>g Willen we een dergelijke theorie toepassen op het<br />
personenverkeer, dan dient deze <strong>in</strong> een aantal opzichten te worden herzien. <strong>Een</strong> belangrijk mankement<br />
van de klassieke consumptietheorie wanneer het om verplaats<strong>in</strong>gen gaat, is bijvoorbeeld de<br />
verwaarloz<strong>in</strong>g van de variabele 'tijd' (Bruzelius, 1979, Lancaster, 1966).<br />
Dat laatste is voor de BREVER-<strong>constante</strong> van wezenlijk belang. De kosten voor het personenvervoer<br />
bestaan niet alleen uit het te betalen bedrag, maar ook uit het tijdsbeslag van het vervoer. De<br />
consument zal, uit oogpunt van nutsmaximaliser<strong>in</strong>g, altijd voor de vervoerswijze kiezen die het<br />
voordeligst uitkomt. Overigens betekent dat niet altijd de snelste vervoerswijze. Of iemand tegen<br />
hogere kosten een snellere vervoerswijze kiest, hangt af van de waarder<strong>in</strong>g die de betreffende persoon<br />
heeft voor de tijdsw<strong>in</strong>st. Vervoerseconoom Rietveld benadrukt <strong>in</strong> zijn voordracht Snelheid en<br />
Bereikbaarheid (Rietveld, 1999) dat een <strong>constante</strong> <strong>in</strong> reistijd niet op gespannen voet hoeft te staan met<br />
een afweg<strong>in</strong>g van tijd en geld:<br />
44