29.10.2013 Views

2005 – 2006, nummer 1 - Thauma

2005 – 2006, nummer 1 - Thauma

2005 – 2006, nummer 1 - Thauma

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

INTERVIEW FILOSOFIE IS DE KRATERS<br />

DICHTEN, DIE DE WETENSCHAP SLAAT<br />

Hans-Peter van Burg en Deborah Klaassen<br />

Interview met Jeroen van Rijen<br />

Hoe bent u, onze nieuwe opleidingsdirecteur,<br />

in Leiden terecht gekomen?<br />

Ik studeerde filosofie en algemene taalwetenschap<br />

in Utrecht. Daarna ben ik als docent logica aan de<br />

Erasmus Universiteit gaan werken. In 1986 ben ik<br />

in Leiden gepromoveerd bij De Rijk en<br />

Nuchelmans. Een bewerking van mijn<br />

proefschrift, Aspects of Aristotle’s Logic of Modalities,<br />

is gepubliceerd bij Kluwer. Een referee deelde<br />

toen de uitgever mee: “Wanneer u per se een<br />

boek wilt uitgeven dat te filologisch is voor<br />

wiskundigen en te wiskundig voor filosofen,<br />

kortom een boek dat door niemand gelezen gaat<br />

worden, dan ligt hier uw kans.”<br />

Mijn vakgebied is de geschiedenis van de<br />

logica, met name de modale logica. Binnen dat<br />

gebied ben ik vooral geïnteresseerd in de<br />

ontologisch-metafysische context waarbinnen die<br />

logica’s ontstaan. Je vraagt dan waarom mensen de<br />

logische theorieën over noodzakelijkheid,<br />

contingentie en dergelijke ontwikkelen, die ze de<br />

facto produceren. Later realiseerde ik me dat mijn<br />

zeer gespecialiseerde onderzoek door misschien<br />

twintig mensen op de wereld gelezen werd.<br />

Vanuit mijn achtergrond als<br />

taalwetenschapper ben ik toen een tijd gaan<br />

reizen door West Afrika. Ik heb daar talen<br />

bestudeerd die in logisch opzicht interessant zijn.<br />

Talen van de Mande-groep zijn bijvoorbeeld niet<br />

functioneel compleet. In deze omgeving zag ik<br />

enerzijds de enorme kennisbehoefte die in<br />

sommige delen van de wereld bestaat, anderzijds<br />

mijn eigen gepriegel over wat Aristoteles nu<br />

precies met “noodzakelijk” in De Caelo bedoelde.<br />

Ik werd met mijn neus op hele basale<br />

problemen gedrukt. Niet lang daarna ben ik naar<br />

Aruba gegaan. Ook in Aruba is er sprake van een<br />

enorme kennisbehoefte. Als rector van het<br />

Arubaanse universiteitje heb ik drie jaar in die<br />

behoefte proberen te voorzien, ik was een soort<br />

makelaar in kennis, voor journalisten,<br />

hotelmanagers, beroepsvissers, parlementariërs,<br />

advocaten, noem maar op. Professioneel gezien<br />

was dat een van de interessantste periodes uit<br />

mijn leven. Maar in Aruba is alles gericht op<br />

toerisme. Daarom vond ik het geen ideale<br />

omgeving voor mijn kinderen om in op te<br />

groeien. Ik ben teruggekeerd naar Nederland,<br />

[27]<br />

THAUMA 2004-<strong>2005</strong> NUMMER 1<br />

waar ik bestuurlijk-organisatorische klussen heb<br />

gedaan aan de Erasmus Universiteit.<br />

Toen kwam de vacature van<br />

opleidingsdirecteur in Leiden. Drie dagen in de<br />

week kan ik nu mijn bestuurlijk-organisatorische<br />

vaardigheden binnen een filosofische context<br />

nuttig maken. De overige twee dagen ben ik<br />

aangesteld als docent logica. Ik heb geen<br />

onderzoekstaken. Toch vind ik mijn onderwijs<br />

erg leuk en belangrijk. Studenten probeer ik in<br />

mijn cursussen gedisciplineerd en kritisch te leren<br />

denken.<br />

Wat was het belang van uw onderzoek, dat<br />

slechts door twintig mensen gelezen werd?<br />

Voor wat mijzelf betrof, was het historische<br />

nieuwsgierigheid. Er wordt bijvoorbeeld al<br />

eeuwenlang beweerd dat Aristoteles’ modale<br />

logica vol inconsistenties zit. Maar Aristoteles was<br />

volgens mij zo gek nog niet. Dus misschien ligt<br />

het idee dat zijn modale logica vol inconsistenties<br />

zit wel aan ons, omdat wij Aristoteles door de bril<br />

van onze geformaliseerde modale logica lezen.<br />

Dat kan makkelijk misvormend werken op de<br />

interpretatie van de aristotelische data.<br />

Het onderzoek daarna is een leuke exercitie.<br />

Het bevredigt een intellectuele behoefte en het<br />

heeft ook esthetische kanten. Maar als je op een<br />

gegeven moment distantie neemt van dat<br />

onderzoek, bestaat de kans dat je denkt: “Wat die<br />

esthetische kanten betreft lees ik liever een goed<br />

boek!”<br />

Welk boek zou dat zijn?<br />

Diepe wildernis: de wegen van João Guimarães Rosa<br />

is een van de meest fascinerende boeken die ik<br />

ooit gelezen heb. De Judakus van António Lobo<br />

Antunes is ook een boek dat me naar mijn strot<br />

grijpt. Vanuit filosofisch oogpunt is de Portugees<br />

Fernando Pessoa mijn favoriete dichter. Zijn<br />

dichtwerk Ode van de zee, zo’n 30 pagina’s lang en<br />

prachtig vertaald door August Willemsen, is een<br />

schoolvoorbeeld van katharsis in de aristotelische<br />

zin. Pessoa (1888-1935), een schuchter en timide<br />

mannetje, gaat zich hier via zijn heteroniem<br />

Alvaro de Campos langzaam maar zeker verbaal<br />

te buiten aan steeds gruwelijkere fantasieën. Dat<br />

zwelt langzaam aan… je weet niet wat je leest!<br />

Die drie werken geven mij meer inzicht in

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!