02.11.2013 Views

HET DAGBLADZEGEL VERDWEEN

HET DAGBLADZEGEL VERDWEEN

HET DAGBLADZEGEL VERDWEEN

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Vergoedingen aan redactioneele medewerkers<br />

Op 11 Mei j.1. heeft de leider king gegeven, waarvan de inhoud<br />

van het Persgildè der Nederland- hieronder in extenso wordt afsche<br />

Kultuurkamer een beschik- gedrukt:<br />

Beschikking<br />

van den Leider van het Persgildè der Nederlandsche Kultuurkamer.<br />

Op grond van artikel 22 van de Verordening no. 211/1941, van den Rijks»<br />

commissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, betreffende de Neder»<br />

landsche Kultuurkamer, (aangevuld bij de verordeningen no. 28/1942 en<br />

34/1942), wordt bepaald:<br />

Artikel 1. (1) De uitgever c.q. ondernemer: (volgt naam)<br />

is verplicht van alle vergoedingen, die hij wegens redactioneele medewer»<br />

king aan niet bij hem in vast dienstverband werkzaam zijnde personen ver»<br />

strekt, aan het Verbond van Nederlandsche Journalisten opgave te doen.<br />

(2) Onder redactioneele medewerking wordt verstaan iedere medewerking<br />

aan of ten behoeve van den redactioneelen inhoud van de door den in artikel 1<br />

genoemden uitgever uitgegeven nieuwsbladen of tijdschriften, alsmede iedere<br />

medewerking aan of ten behoeve van het vergaren of verspreiden van nieuws»<br />

berichten voor de door den'm artikel 1 genoemden ondernemer gedreven pers»<br />

bureaux of persdiensten.<br />

(3) Onder niet in vast dienstverband werkzaam zijnde personen worden<br />

verstaan al diegenen voor wie niet reeds krachtens de beschikking no. 1/1942<br />

van den leider van het Persgildè door den uitgever c.q. ondernemer de aan het<br />

Verbond van Nederlandsche Journalisten verschuldigde lidmaatschapsbijdrage<br />

wordt afgedragen.<br />

Artikel 2. De in artikel 1, eerste lid, bedoelde opgave geschiedt op de wijze<br />

en binnen de termijnen als door den Voorzitter van het Verbond van Neder»<br />

landsche Journalisten wordt bepaald.<br />

Artikel 3. Overtreding van het bepaalde bij artikel 1, eerste lid, wordt<br />

gestraft met een geldboete van ten hoogste duizend gulden.<br />

Artikel 4. Met het toezicht op de naleving dezer verordening en met de<br />

opsporing van bij deze beschikking strafbaar gestelde handelingen, zijn mede<br />

belast de personen, daartoe door' den President der Nederlandsche Kuituur»<br />

kamer of den leider van het Persgildè aangewezen.<br />

Artikel 5. Deze beschikking treedt met terugwerkende kracht vanaf<br />

1 Januari 1944 in werking.<br />

's»Gravenhage, 11 Mei 1944<br />

w.g. J. HUIJTS.<br />

De Gildeleider<br />

De betrokkenen worden dooc<br />

deze beschikking verplicht aan<br />

het Verbond van Nederlandsche<br />

Journalisten opgave te doen van<br />

alle vergoedingen, die zij wegens<br />

redactioneele medewerking aan<br />

niet bij hen in vast dienstverband<br />

werkzaam zijnde personen verstrekken.<br />

De stroom van brieven, die bij<br />

de administratie van het Verbond<br />

is binnengekomen, waarin alle mogelijke<br />

vragen omtrent de uitvoering<br />

van de beschikking worden<br />

gesteld, maakt het noodzakelijk<br />

de beschikking hier aan een<br />

nadere bespreking te onderwerpen.<br />

Wie zijn redactioneele medewerkers?<br />

Een aantal uitgevers blijkt de<br />

meening toegedaan te zijn, dat zij<br />

op grond van het feit, dat aan<br />

hun uitgaven geen redactioneele<br />

medewerking wordt verleend<br />

door beroepsjournalisten, niet<br />

verplicht zijn de in de beschikking<br />

bedoelde aangifte te doen.<br />

Zij beroepen zich daarbij op de<br />

bij de beschikking gegeven<br />

nadere toelichting van het Ver-<br />

-bond (zie alinea 2).<br />

Inderdaad gaat het er het Verbond<br />

in hoofdzaak om, gegevens<br />

te verkrijgen omtrent de journalistieke<br />

inkomsten van de ingeschreven<br />

leden. Dit o.a. ter vaststelling<br />

van de door de leden van<br />

het Verbond verschuldigde lidmaatschapsbijdrage,<br />

die berekend<br />

wordt over het geheele journalistieke<br />

inkomen.<br />

Dit wil echter niet zeggen, dat<br />

de vergoedingen, die aan nietjournalisten<br />

worden uitgekeerd,<br />

ook niet aangegeven behoeven te<br />

worden. Artikel 1 sub Ie bepaalt<br />

toch, dat opgave moet worden<br />

gedaan van alle vergoedingen, die<br />

wegens redactioneele medewerking<br />

aan niet in vast dienstverband<br />

werkzaam zijnde personen<br />

worden verstrekt. Het woord<br />

„personen" dient als zoodanig gelezen<br />

te worden en daaruit mag<br />

niet worden opgemaakt, dat met<br />

dit woord in feite wel „journalisten"<br />

bedoeld zullen zijn. In de<br />

nadere toelichting wordt hierop<br />

bovendien nog extra de nadruk<br />

gelegd (zie alinea 4).<br />

Trouwens, hoe zou het aangeven<br />

van vergoedingen uitsluitend<br />

aan beroepsjpurnalisten in<br />

de practijk moeten worden uitgevoerd?<br />

Hoe zou b.v. een uitgever<br />

van meer dan één tijdschrift,<br />

waaraan in één kwartaal<br />

meer dan 200 personen redactioneele<br />

medewerking hebben verleend,<br />

moeten nagaan wie van<br />

deze medewerkers als journalist<br />

bij het Verbond zijn ingeschreven?<br />

Hij zou daartoe moeten beschikken<br />

over een volledig beroepsregister<br />

van het Verbond.<br />

Dit beroepsregister zou het Verbond<br />

niet alleen aan de plm. 350<br />

uitgevers en persbureaux moeten<br />

toezenden, doch ook alle mutaties<br />

moeten doorgeven die door<br />

de uitgevers moesten worden bijgehouden.<br />

Het is zonder meer<br />

duidelijk, dat dit voor alle betrokken<br />

partijen een schier onbegonnen<br />

taak is. Neen, het aangeven<br />

van de vergoedingen op de<br />

wijze als in de beschikking is<br />

voorgeschreven, is zeker voor de<br />

betrokken uitgevers wel de eenvoudigste<br />

regeling.<br />

Voor welke uitgaven moeten de<br />

vergoedingen worden aangegeven?<br />

Het kwam meermalen voor, dat<br />

uitgevers de hun gezonden aangifte-formulieren<br />

hebben teruggestuurd<br />

met de mededeeling, dat<br />

hun uitgave niet valt onder de<br />

bepalingen van het Journalistenbesluit<br />

en dat zij deswege niet<br />

verplicht zijn tot het doen van<br />

opgave als in de beschikking bedoeld.<br />

Deze opvatting is volkomen<br />

onjuist en het is ook niet geheel<br />

duidelijk waarop de uitgevers die<br />

opvatting baseeren. Immers, de<br />

verplichting tot het doen van de<br />

bij de beschikking bedoelde aangifte<br />

is opgelegd aan alle uitgevers,<br />

die krachtens het bepaalde<br />

van artikel 3 van de eerder genoemde<br />

Verordening no. 211/1941<br />

bij de Nederlandsche Kultuurkamer<br />

zijn. aangesloten. Dit zijn<br />

dus alle uitgevers van nieuwsbladen<br />

en tijdschriften en ondernemers<br />

van persbureaux en persdiensten,<br />

die in de betreffende<br />

vakgroepen van het Persgildè<br />

zijn opgenomen. Uitsluitend aan<br />

deze uitgevers en ondernemers is<br />

14

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!