HET DAGBLADZEGEL VERDWEEN
HET DAGBLADZEGEL VERDWEEN
HET DAGBLADZEGEL VERDWEEN
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
en hij toont met duidelijke voorbeelden<br />
"aan, hoe het mogelijk is<br />
geweest, dat de opvatting, als<br />
zouden de „Ephemerides" het<br />
karakter van courant hebben gedragen,<br />
een soort van sleur is geweest,<br />
welke vaak zonder eenige<br />
kritiek van den eenen auteur<br />
door den anderen werd overgenomen.<br />
Hij haalt daarbij o.a. het<br />
voorbeeld aan van een anonymen<br />
schrijver in een kerstuitgave van<br />
de toenmalige Vereeniging van<br />
Hongaarsche uitgevers en boekhandelaren,<br />
die verbazingwekkende<br />
mededeelingen over de<br />
„Ephemerides" als krant wist te<br />
zeggen.<br />
De samensteller van bovenbedoelde<br />
studie is echter tot de<br />
bronnen teruggegaan en heeft ondubbelzinnig<br />
vastgesteld, dat de<br />
„Ephemerides" weliswaar voorkomen<br />
in het groote verzamelwerk<br />
van Martinus Szentivanyi<br />
„Curiosoria et Selectoria Variarum<br />
Scientiarum Miscallanea, I—<br />
III. Tyrnaviae 1689—1709", evenals<br />
in vele jaargangen van denzelfden<br />
tijd van de „Calendarium<br />
Tyrnaviense", doch dat zij in<br />
geen enkele betrekking tot het<br />
couranten-wezen staan. De „Dagbladen"<br />
of „Dagelijksche Notities"<br />
van M. Szentivanyi zijn<br />
veeleer in den vorm van een dag 1<br />
boek van dag tot dag bijgehouden<br />
overzichten van wetenwaardigheden<br />
op de meest verschillende<br />
gebieden. Zelf heeft hij<br />
zich over het karakter van zijn<br />
„Ephemerides" als volgt uitgelaten:<br />
„Ephemeris Graecis est<br />
idem, quod Latinis Diarium, hoc<br />
est Codex, in quo per dios singulos<br />
res gestae scribuntur ét<br />
adriotantur. Sunt autem multiplices<br />
ac variae Ephemerides, prout<br />
diverse generis res scriptas continent".<br />
De betiteling „Baanbreker<br />
van de Hongaarsche Journalistiek"<br />
ten aanzien van Szentivanyi<br />
is dus misplaatst.<br />
Na aldus de beteekenis van de<br />
„Ephemerides" tot haar ware<br />
proporties te hebben teruggebracht,<br />
kan bij den huidigen<br />
stand van het couranten-onder-<br />
" zoek in Hongarije de „Mercurius<br />
Hungaricus" van het jaar 1705<br />
als de eerste echte Hongaarsche<br />
krant beschouwd worden.<br />
(Dr. Roder, Boedapest, in<br />
Zeitungswissenschaft)<br />
De Pers in Zwitserland.<br />
In de „Schweitzer Mittelpresse"<br />
van 6 Maart werd de ontwik-<br />
' keling /van de Zwitsersche Pers<br />
aan de hand van officieele cijfers<br />
in het licht gesteld. Uit deze<br />
cijfers bleek, dat'de vraag naar<br />
kranten gedurende den oorlog gestegen<br />
is. Voor een gedeelte kon<br />
aan deze verhoogde vraag door<br />
oplageverhoogingen worden tegemoet<br />
gekomen. Door bemidde-<br />
- ling van de Posterijen werden in<br />
1942 meer dan 405 millioen kranten<br />
in het land zelf bezorgd.<br />
Daarbij moeten dan geteld wor-<br />
den de exemplaren, welke door<br />
krantenbezorgsters rechtstreeks<br />
bij de abonné's worden afgeleverd<br />
en welker aantal met „vele<br />
dozijnen millioenen" wordt aangeduid.<br />
Alleen reeds de verzending<br />
per post van periodieke<br />
drukwerken naar adressen in<br />
Zwitserland nam in vergelijking<br />
met 1939 met 5 millioen exemplaren<br />
toe.<br />
De internationale uitwisseling<br />
van couranten liep daarentegen<br />
terug. Door de Posterijen werden<br />
nog slechts 1.1 millioen Zwitsersche<br />
kranten en tijdschriften naar<br />
het buitenland besteld, hetgeen<br />
slechts een vijfde gedeelte is van<br />
het aantal in vredestijd. Tegenover<br />
23 millioen exemplaren in<br />
1938 werden in 1942 nog slechts<br />
6.3 millioen exemplaren van buitenlandsche<br />
bladen in Zwitserland<br />
ingevoerd, hetgeen toch nog<br />
altijd ongeveer zesmaal zooveel<br />
is als het aantal uitgevoerde<br />
bladen.<br />
VRAGEN EN ANTWOORDEN BETREFFENDE ADVERTENTIES<br />
Mogen onderstaande advertenties Antwoord,<br />
worden geplaatst?<br />
Is de uitdrukking in- een adv.<br />
'„Uw adres voor nu en na den<br />
oorlog" geoorloofd?<br />
Voorlaad-percussiegeweer te<br />
koop gevraagd, bij voorkeur dubbelloops.<br />
Mogen adv. van de Ver. voor<br />
Facult. Lijkverbranding worden<br />
geplaatst?<br />
Adv. van een zeepfabriek,<br />
waarin de zinsnede voorkomt<br />
„een merk dat in de herinnering<br />
leeft".<br />
Neen; tekst wijzigen in „Uw<br />
adres voor nu en later".<br />
Mag geplaatst worden.<br />
In afwijking van het per telexnoot<br />
nummer 2269 bepaalde is<br />
door het Departement van Volksvoorlichting<br />
en Kunsten toestemming<br />
verleend, adv. van deze vereeniging<br />
op te nemen.<br />
Niet plaatsen; volgens telexnoot<br />
1998 is de publicatie van advertenties,<br />
waarin op schaarsche<br />
of in het geheel niet beschikbare<br />
goederen wordt gewezen, verboden.<br />
Ik heb een gevoel, alsof mijn<br />
ooren tintelen van de klappen,<br />
die ik den laatsten tijd op deze<br />
lïchaamsdeelen heb moeten incasseeren.<br />
Ze tintelen en gloeien,<br />
maar ze suizen ook, wat in den<br />
volksmond wil zeggen, dat er<br />
over mij geroddeld wordt, dat er<br />
kwaad van mij wordt gesproken.<br />
Wat kunnen ze toch over mij<br />
zeggen, wat heb ik toch misdaan,<br />
ik, advertentie-chef, die altijd zoo<br />
mijn best heb gedaan om mijn<br />
zaakjes zoo goed mogelijk voor<br />
elkaar te hebben? Ik weet het<br />
wel, ik ben een mensch en maak<br />
heusch wel eens foutjes, maar ik<br />
heb me toch nooit kunnen voorstellen,<br />
dat die zoo ernstig zouden<br />
worden opgenomen. En omdat<br />
ik maar een doodgewoon<br />
mensch ben, heb ik gedacht of<br />
het ook mogelijk nou zijn, dat er<br />
vergissingen worden gemaakt,<br />
dat namelijk de andere, de klappen-uitdeelende<br />
partij het bij het<br />
verkeerde einde heeft. Eerst heb<br />
ik tegen mezelf gezegd: dat kan<br />
niet, dat mag je eigenlijk niet<br />
eens denken. Stel je voor, dat<br />
een Persgilde, een Departement<br />
of Presseabteilung zich zouden<br />
vergissen, waar zouden we dan<br />
blijven, waar moesten we dan<br />
houvast zoeken? Maar juist, omdat<br />
ik in mezelf het klein-menschelijke<br />
ontdekt heb, durfde ik<br />
zulk een gewaagde veronderstelling<br />
maken en deze zelfs aan het<br />
papier toe te vertrouwen. Hopenlijk<br />
wordt het mij niet al te kwalijk<br />
genomen, maar ik meende als<br />
advertentie-chef nu toch werkelijk<br />
aan mijn stand verplicht te<br />
zijn ook eens een geluid van<br />
dezen kant te laten' hooren.<br />
Ik wil dan van wal steken en<br />
beginnen met het artikel van den<br />
heer Kierdorff in het Maart-nummer<br />
van de Pers. Daar lees ik<br />
dan, dat „iedere Nederlander de<br />
wet moet kennen", waarna de<br />
heer Kierdorff dit toepast op de<br />
verordening van den Rijkscommissaris<br />
over de bedrijfssluiting.<br />
Ik protesteer. Zeker, formeel<br />
moge een dergelijke positieve bewering<br />
juist zijn, maar ten eerste<br />
leven we nu toch niet in een tijd<br />
van formeele wetstoepassingen<br />
en ten tweede meen ik in alle bescheidenheid<br />
te mogen ' constateeren,<br />
dat als hiernaar een onderzoek<br />
zou worden ingesteld,<br />
mker honderd procent van alle<br />
Nederlanders de wet niet zou<br />
blijken te kennen. Ik heb eens<br />
eenigen tijd geleden een hoogen<br />
ambtenaar hooren beweren, dat<br />
de Staat eigenlijk zou kunnen<br />
volstaan met de publicatie van<br />
wetten en voorschriften in de<br />
Nederlandsche Staatscourant, omdat<br />
iedere Nederlander de wet<br />
y<br />
DE<br />
DIE DE K<br />
moet kennen en dus maar moet<br />
zien, dat hij die wetskennis. uit<br />
de Staatscourant haalt. Dat er<br />
een journalistieke voorlichting<br />
bestaat, welke het publiek ook<br />
van deze dingen op de hoogte<br />
moet stellen, scheen de brave<br />
man niet te weten. Dezen zelfden,<br />
naar mijn meening onjuisten<br />
gedachtengang, heeft de heer<br />
Kierdorff waarschijnlijk gevolgd.<br />
Het is voor een ieder duidelijk,<br />
dat het, voor wien dan ook, een<br />
onmogelijkheid is de wet volledig<br />
en in al haar toepassingen te kennen.<br />
Zelfs de beste rechtsgeleerde<br />
is daar niet toe in staat. Hoe<br />
kan zoo iets dan van een eenvoudigen<br />
advertentie-chef, die voorheen<br />
nooit iets met wets-bepalingen<br />
en derzelver voetangels en<br />
klemmen te maken heeft gehad,<br />
verlangd worden? Ik lees in het<br />
Advertentie-besluit, dat een advertentie<br />
niet „kennelijk misleidend<br />
of overdreven" mag zijn.<br />
MAN,<br />
APPEN KRIJGT<br />
Waarin zit het misleidende van<br />
de advertentie van den juwelier,<br />
die geen dispensatie heeft om geopend<br />
te blijven en toch rustig<br />
met zijn zaak doorgaat? Ik zou<br />
zeggen: laat den man maar rustig<br />
adverteeren, zooveel te eerder<br />
loopt hij tegen de lamp.<br />
Zou de werkwijze, welke hier<br />
door den heer Kierdorff, dus<br />
door de Presseabteilung, wordt<br />
voorgeschreven, ten aanzien van<br />
alle advertenties worden doorgevoerd,<br />
waar zouden we dan in<br />
's hemelsnaam blijven? Als ik een<br />
advertentie ontvang met een aanbieding<br />
van een tweedehandsch<br />
fiets, behoef ik toch niet te gaan<br />
onderzoeken, of de aanbieder er<br />
wel eerlijk aan is gekomen! Integendeel,<br />
ik meende, dat het<br />
voorschrift, dat de stellers van<br />
dergelijke advertenties hun naam<br />
daarin moeten zetten, juist bedoeld<br />
was om allerlei ongerechtigheden<br />
op het spoor te kunnen<br />
komen.<br />
^_ Zoo kom ik dan vanzelf ook-op<br />
een ander terrein terecht en wel<br />
op dat van de prijsvoorschriften<br />
en al dergelijke soesah, waar een<br />
normaal mensch tenslotte zijn<br />
hoofd bij verliest. Ik mag geen *•<br />
advertentie opnemen waarin een<br />
paar gebruikte schoenen voor<br />
f75.— worden aangeboden. Accoord.<br />
Dat begrijpt ieder weldenkend<br />
mensch. Zooiets spreekt<br />
duidelijk. Maar een bontjas tegen<br />
een in de oogen van mij, armen<br />
loontrekkenden bediende, fenomenaal<br />
bedrag, mag die wel worden<br />
geadverteerd? Kan ik uitmaken<br />
of het ding dien prijs waard<br />
is? Waarom krijg ik dan toch<br />
een veeg uit de pan, als ik in dit<br />
opzicht eens mijn boekje te<br />
buiten ga?<br />
Nu loopt het, eerlijk gezegd,<br />
nogal los met de „vegen uit de<br />
pan"die ik persoonlijk heb gehad,<br />
want heusch, ik pas goed op, al<br />
zeg ik het zelf, maar ik begin het<br />
zoo'n beetje als een kwestie van<br />
„beroepseer" te beschouwen..,Het<br />
is niet prettig om in elk nieuw<br />
nummer van je eigen maandblad<br />
standjes te krijgen. Telkens<br />
tegen den tijd, dat de „Pers" in<br />
de bus verwacht wordt, begin je<br />
een kriebelig gevoel te krijgen,<br />
want je weet bijna zeker: er zal<br />
wel weer iets minder prettigs<br />
voor mij in Staan.<br />
En toch heb ik hierin den laatsten<br />
tijd eenige verandering bemerkt.<br />
Toen ik het Mei-nummer<br />
in handen kreeg, vond ik daarin,<br />
naast een aantal op- en aanmerkingen,<br />
ook de noodige adviezen<br />
en, kijk, die hebben we noodig.<br />
Heusch, mijnheer C. R., wij willen<br />
werkelijk wel goed, maar de<br />
moeilijkheden zijn zoo legio.<br />
Ik heb al meer dan eens een<br />
goed advies van het Lectoraat<br />
van het Persgilde gekregen en als<br />
ik daar ging praten, kon ik best<br />
bemerken, dat die stukjes in De<br />
Pers, eigenlijk gezegd, boozer<br />
schijnen dan ze bedoeld zijn, al<br />
werden me ook gevallen getoond<br />
en feiten voorgelegd, welke alle<br />
reden tot ontstemming gaven.<br />
Maar ik blijf erbij, dat de advertentie-chef<br />
klaarblijkelijk de man<br />
is, die op het oogenblik in een<br />
kwaden hoek zit, al moge hij dat<br />
in veel gevallen aan zichzelf te<br />
wijten hebben. Daarom doe ik<br />
langs dezen weg een beroep op<br />
alle mogelijke instanties, die ons<br />
op de vingers kijken: Weest clement,<br />
ziet wat door de vingers!!<br />
Dan zullen wij van onzen kant,<br />
daar ben ik van overtuigd, alles<br />
doen wat in ons vermogen ligt<br />
om onze kranten van alle ongerechtigheden<br />
vrij te houden. A.<br />
9