HET ONTSTAAN VAN DE NEDERDUITSCH HERVORMDE ...
HET ONTSTAAN VAN DE NEDERDUITSCH HERVORMDE ...
HET ONTSTAAN VAN DE NEDERDUITSCH HERVORMDE ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Zoo had Hoogvliet dus predikant en kerkeraad, maar de<br />
vergaderplaats der gemeente was nog steeds een bouwvallige<br />
schuur. 19 Juni 1656 komt ds. de Smeth in de classicale vergadering<br />
met het bericht, dat zijn gemeente door het snel<br />
aanwassend ledental een kerkgebouw zeer van noode heeft.<br />
Hiervoor was echter veel geld noodig en de hulp van de classis<br />
zeer gewenscht. De Schielandsche predikanten geven<br />
ds. de Smeth recommandaties mede voor kerken, kerkelijke<br />
colleges, enz., maar leggen er toch ook den nadruk op, „dat<br />
die van hoochvliet vooral sullen ondersoecken, ofte sij niet<br />
yets tot exempel van anderen uyt haer eyge plaets soude<br />
connen opbrengen".<br />
Al spoedig begon ds. de Smeth, daarbij geholpen door zijn<br />
collega's Meysterus en van Son, giften in te zamelen. Vanzelfsprekend<br />
was nu Hoogvliet eerst aan de beurt. Ongeveer<br />
1300 gulden brachten de bewoners op*); „alle de ingesetenen",<br />
zegt de Smeth in het kerkeraadsboek, „hebben na, ia<br />
boven haer vermogen daertoe belooft ende gegeven" - en<br />
dan volgt er iets, waarover de predikant, toen hij het schreef,<br />
zich zeker nog boos maakte -, „alleen de schout van Hoogvliet,<br />
Bastiaen Dirksen van Driel, met die gene, die in den<br />
Boerenhoek wonen, hoewel sij geensins van de minste ingesetenen<br />
zijn, ende daeronder twee schepenen, Jacob Leendertsen<br />
ende Arij Bouwenss. Robol genaemt, hebben sig<br />
daer over gelieven te excuseren".<br />
Met verwondering vraagt de lezer zich af, wat hiervan de<br />
reden kan zijn. Met absolute zekerheid kan ik geen verklaring<br />
geven, maar wel kan ik wijzen op zekere omstandigheden,<br />
die misschien begrijpelijk maken, dat de bovengenoemde personen<br />
hun geldelijke steun aan den opbouw van Hoogvliet's<br />
kerk ontzegden.<br />
Wij moeten hiertoe teruggaan tot 1654. Van 27 Juni van<br />
dat jaar dateert de volgende attestatie, die te kostelijk is om<br />
haar niet geheel weer te geven:<br />
„Alsoo dijckgraeflF ende heemraden vant gemeenelant van<br />
Poortugael op donderdach den XXVen Junij XVI.C vier en<br />
vijftich, op Hoochvliet, op des gemeenlants meulen kaden<br />
waren gegaen, omme aldaer eenige wercken bij haerl. voor<br />
1) Acta classis 2 Oct. 1656.