HET ONTSTAAN VAN DE NEDERDUITSCH HERVORMDE ...

onder wiens dijksgebied ook het Ambacht van Hoogvliet
ressorteerde, met aan zijn zijde Bastiaen Dirks van Driel, en
den ouderling Cornelis Willemsz. Voogt.
Ook elders verzocht ds. de Smeth financieele hulp, en de
resultaten waren lang niet slecht. De classis zelf leende aan
Hoogvliet 800 gulden, waarvan elk jaar 30 gulden gerestitueerd
moest worden *), Ook de andere gemeenten in de classis
gaven hun bijdrage, al moesten sommige kerken hiertoe bij
herhaling aangespoord worden. Poortugaal behoorde tot de
minder toeschietelijke kerken - nu wij weten van alle oneenigheden
tusschen de twee dorpen, zouden wij haast zeggen:
natuurlijk -, maar tenslotte gaf zij toch 12 gulden 2).
Rotterdam besloot 200 gulden te geven &), en zal door deze
gift alle andere gemeenten in de classis wel overtroffen hebben.
Ook buiten de classis van Schieland ging ds. de Smeth.
Wij zien hem verschijnen in de synode van Zuid-Holland
van 1656, te Dordrecht gehouden. Hij verkrijgt daar recommandaties
voor de verschillende classes, die mede ter synode
vertegenwoordigd zijn *). Uit de acta van de synode van 1659
blijkt, dat toen alle classes reeds het hunne hadden gedaan of
nog bezig waren geld in te zamelen &).
In het begin van 1658 had men te Hoogvliet reeds zooveel
geld bijeen, dat het bouwen van het kerkje kon worden aanbesteed.
De eerste steen werd, deelt ds. de Smeth mede, gelegd
door Wilhelmus van Torenvliet, waarschijnlijk een van
zijn bloedverwanten •). Dijkgraaf en heemraden van het gemeeneland
van Poortugaal deden zich nu ook van hun beste
zijde kennen. Zij vereerden in 1659 de kerk van Hoogvliet
„met een gestoelte, voor haer ende voor hare vrouwen".
16 Mei 1660, eersten Pinksterdag, heeft ds. de Smeth de
nieuwe kerk ingewijd.
Tenslotte nog iets over ds. Josias de Smeth zelf. Ongeveer
twee jaren na zijn komst te Hoogvliet, 21 Mei 1658, treedt
hij in de Pancraskerk te Leiden in het huwelijk met Elisabeth
1) Acta classis 11 Aug. 1659.
2) Kerkerekening Poortugaal 1659.
3) Acta van den kerkeraad te Rotterdam 22 Nov. 1656.
4) Acta synodi Z.H. 1656, art. XXXIV.
5) Acta synodi Z.H. 1659, art. XXXVII.
6) Ned. Leeuw, 1930, 245.
154