DUBBELPUNT - Chiro - Chirojeugd Vlaanderen

‘Smeren’, dat lijkt toch wel heel hard op het woord ‘smerig’,
dus gooide ik nog wat eendendrek tegen zijn cape. Razend
kwaad liepen het mannetje en zijn leger weg. ‘Ik zal je leren,
de koning van Rebelgica zo te vernederen!’ riep hij nog. Ik
had mezelf niet eens kunnen voorstellen. En toen vergat die
Brave Hendrik – boenk – zijn zakje. Ik liep hem nog achterna
maar hij was al weg.”
Danny: “En in die zak zat Rocky?”
Sjeik: “Een kat, jawel, wellicht dus Rocky.”
Danny: “Waar is-ie nu?”
Sjeik: “Daar in de hangmat. Ik heb hem als verwelkoming in
het slijk gesmeten en gekroond tot ‘smeerpoes van de oase
van Sjeik Modderisslijk’, een hele eer!”
Verteller: “Zo vond Doodskop Danny zijn kat terug, levend
en bedekt met ranzige modder.”
Rob: “Geweldig, je hebt Brave Hendrik gewoon verslagen!”
Sjeik: “Als jij dat zegt, vuile uil, dan zal dat zo wel zijn. Is het
geen toffe peer, die Hendrik?”
Rover: “Tof? Een pestjong is het.”
Verteller: “Rob en de Rover beginnen honderduit te vertellen
over de laffe streken van Brave Hendrik.”
Sjeik: “En jullie gaan nu naar Baldavië om die nare koning
tegen te houden? Weet je wat? Ik ga mee. Ik ga mee in ’t
verzet. Ik pak hier gauw nog wat modder voor onderweg en
dan zijn we weg. (tegen de Rover:) Zég, ik ken jou van ergens,
niet? Was jij vroeger geen grote stafbalkampioen?”
Verteller: “Stafbalkampioen? De Rover? Dat is iets voor de
volgende keer ...”
dubbelpunt
mei 2011
23