30.10.2014 Views

44 Aangeboren hartziekten - UZ Leuven

44 Aangeboren hartziekten - UZ Leuven

44 Aangeboren hartziekten - UZ Leuven

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

412 DEEL G CONGENITALE HARTAFWIJKINGEN, PERICARDZIEKTEN EN TUMOREN<br />

hoogd bij een open ductus, waardoor een relatieve longovercirculatie<br />

ontstaat. De arteriële zuurstofverzadiging wordt direct na<br />

de geboorte dan ook volledig bepaald door deze mogelijkheid<br />

van shunting. Met het dalen van de longvaatweerstand neemt de<br />

longveneuze terugvloed naar het linker atrium toe, en daarmee<br />

ook de links-rechtsshunt door het foramen ovale. Door de toename<br />

van de arteriële zuurstofverzadiging direct na de geboorte<br />

treedt constrictie en eventueel sluiting van de ductus arteriosus<br />

op. Dit kan resulteren in snel progressieve cyanose, hypoxie en<br />

acidose.<br />

Zijn er bijkomende afwijkingen, zoals een VSD, dan wordt de<br />

pathofysiologie mede daardoor bepaald.<br />

<strong>44</strong>.12.3 Klinische presentatie<br />

Meestal is er sprake van progressieve cyanose vanaf de geboorte,<br />

tenzij er ook een groot VSD aanwezig is. Indien de cyanose<br />

snel wordt herkend, verkeert het kind doorgaans nog in goede<br />

conditie omdat de shuntmogelijkheid nog adequaat is. Deze<br />

situatie kan echter acuut en onvoorspelbaar veranderen en aanleiding<br />

geven tot ernstige hypoxemie, metabole acidose en<br />

decompensatio cordis.<br />

Naast de cyanose zijn er vaak geen andere afwijkingen waarneembaar;<br />

meestal is er geen geruis en is het ECG normaal. De<br />

klassieke bevinding op de X-thorax is een hartvorm als een ei op<br />

zijn kant en een smalle vaatsteel. Dit is echter vaak niet aanwezig.<br />

Echocardiografie bevestigt de abnormale oorsprong van de twee<br />

grote arteriën, evenals de mogelijkheden voor shunting (figuur<br />

<strong>44</strong>.19). Hierbij speelt vooral de grootte van het foramen ovale<br />

een cruciale rol. De shuntmogelijkheid bepaalt direct het te volgen<br />

beleid. Diagnostische hartkatheterisatie en angiocardiografie<br />

worden niet meer routinematig verricht.<br />

<strong>44</strong>.12.4 Therapie<br />

Bij de ongecompliceerde transpositie van de grote vaten (geen<br />

additionele afwijkingen) is het creëren of het onderhouden van<br />

een adequate shuntmogelijkheid vitaal. Intraveneuze toediening<br />

van prostaglandine E1 resulteert in een snelle opening van de<br />

ductus arteriosus en daarmee in een toename van de longdoorbloeding.<br />

Hierop neemt de arteriële zuurstofverzadiging in het<br />

algemeen snel toe. Indien het foramen ovale restrictief is, kan<br />

een atriumballonseptostomie volgens Rashkind worden verricht.<br />

Bij ernstige cyanose direct na de bevalling kan een levensreddende<br />

shunt worden verkregen door het plaatsen van een ‘te<br />

diepe’ navelkatheter. Via de klep van Eustachius zal een dergelijke<br />

katheter het foramen ovale meestal ‘op een kier’ zetten.<br />

Nadat op die manier de klinische situatie is gestabiliseerd, moet<br />

in de eerste levensdagen chirurgische behandeling worden uitgevoerd.<br />

Tijdens de operatie wordt een arteriële ompoling<br />

(arteriële switch) uitgevoerd, waarbij de aorta en de arteria pulmonalis<br />

worden ‘omgewisseld’. De coronaire arteriën worden<br />

gere-implanteerd in de neoaorta. Tevens worden de ductus<br />

gekliefd en het atriumseptumdefect gesloten (figuur <strong>44</strong>.20).<br />

Figuur <strong>44</strong>.19 Parallelle stand van de aorta (Ao) en de arteria pulmonalis<br />

(AP) bij een transpositie van de grote vaten.<br />

In het verleden werd een veneuze ompolingsoperatie volgens<br />

Mustard of Senning verricht. Hierbij verwijderde men het atriumseptum<br />

en werd een patch zodanig ingehecht dat het systeemveneuze<br />

bloed naar het linker ventrikel werd geleid, en het<br />

longveneuze bloed naar het rechter ventrikel (atriale switch;<br />

figuur <strong>44</strong>.21). In zo’n situatie blijft het rechter ventrikel de systeemventrikel.<br />

Indien er tevens sprake is van een groot VSD, staat de cyanose<br />

veel minder op de voorgrond. Bij deze kinderen ontstaan de problemen<br />

in het algemeen ook wat later, meestal in de tweede of<br />

soms zelfs in de derde levensmaand. Bij hen zal dan ook een<br />

arteriële ompolingsoperatie worden uitgevoerd met simultane<br />

sluiting van het VSD.<br />

Is er tevens sprake van een pulmonalisstenose, dan is een arteriële<br />

ompolingsoperatie niet mogelijk. In dat geval komt een<br />

complexere ingreep in aanmerking, zoals die volgens Rastelli.<br />

Daarbij wordt het VSD zodanig gesloten dat het linker ventrikel<br />

naar de aorta draineert. Het pulmonalisostium wordt gesloten en<br />

er wordt een klephoudende homograft geplaatst tussen het rechter<br />

ventrikel en de arteria pulmonalis.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!