44 Aangeboren hartziekten - UZ Leuven
44 Aangeboren hartziekten - UZ Leuven
44 Aangeboren hartziekten - UZ Leuven
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
414 DEEL G CONGENITALE HARTAFWIJKINGEN, PERICARDZIEKTEN EN TUMOREN<br />
zeer kwetsbaar, hetgeen frequent leidt tot het ontstaan van een<br />
AV-blok, wat in 20% van de gevallen al bij de geboorte aanwezig<br />
is.<br />
<strong>44</strong>.13.3 Klinische presentatie<br />
Figuur <strong>44</strong>.22 Anatomische kenmerken van een dubbel discordant hart,<br />
zowel atrioventriculair als ventriculoarterieel.<br />
Ao = aorta; LA = linker atrium; LV = linker ventrikel; AP = arteria pulmonalis; RA =<br />
rechter atrium; RV = rechter ventrikel; TRIC = tricuspidalisklep.<br />
vaten: de arteria pulmonalis ontspringt uit het linker ventrikel en<br />
de aorta uit het rechter ventrikel. De aorta staat in transpositiestand<br />
vóór en links parallel aan de arteria pulmonalis. De circulatie<br />
verloopt dus normaal: het zuurstofarme bloed bereikt uiteindelijk<br />
de longen, weliswaar via het linker ventrikel, en het<br />
zuurstofrijke bloed bereikt het lichaam via het rechter ventrikel.<br />
Het rechter ventrikel is echter het hogedruk-systeemventrikel,<br />
het linker ventrikel het lagedruk-pulmonale ventrikel. Kenmerkend<br />
voor de afwijking is het abnormale geleidingssysteem. De<br />
normale AV-knoop vindt geen contact met de rest van de conductieas.<br />
Er is een meer anterior gelegen additionele AV-knoop<br />
aanwezig, die de bundel van His afgeeft met een langer dan<br />
normaal traject en verder zeer oppervlakkig in een subendocardiale<br />
positie descendeert aan de rechterkant van het ventrikelseptum<br />
als linker bundeltak. De coronaire vaten takken<br />
eveneens spiegelbeeldig af. Dextrocardie komt in 25% van de<br />
gevallen voor.<br />
Een gecorrigeerde transpositie van de grote vaten zonder bijkomende<br />
afwijkingen is zeldzaam. Meestal vindt men een geassocieerd<br />
VSD (70%), al of niet in combinatie met een subvalvulaire,<br />
valvulaire pulmonalisstenose (30-50%), en een anomalie<br />
van de tricuspidalisklep (90%) waaronder de ebsteinmalformatie.<br />
Deze klassieke triade komt zo frequent voor dat ze als intrinsiek<br />
element van de aandoening kan worden beschouwd.<br />
<strong>44</strong>.13.2 Pathofysiologie<br />
Een dubbele discordantie zonder bijkomende afwijkingen kan<br />
compatibel zijn met een normale levensverwachting. De afwijking<br />
wordt soms bij toeval ontdekt op 80-jarige leeftijd. De normale<br />
circulatie zal verstoord raken door de aanwezigheid van<br />
een shunt of van een obstructie. Het rechter ventrikel is systeemventrikel,<br />
waarbij het risico bestaat op vroegtijdig disfunctioneren<br />
met progressieve tricuspidalisklepinsufficiëntie. Het<br />
abnormaal lange en superficieel gelegen geleidingssysteem is<br />
Een geïsoleerde ‘gecorrigeerde transpositie’ veroorzaakt geen<br />
klachten. Geassocieerde letsels zoals een VSD of pulmonalisstenose<br />
zullen de aandacht trekken bij de zuigeling. Een patiënt<br />
kan zich presenteren met een trage hartslag of symptomatische<br />
bradycardie (progressief AV-blok waardoor onder andere vertigo,<br />
syncope ontstaan), decompensatie door rechterventrikeldisfunctie<br />
of progressieve tricuspidalisklepinsufficiëntie op elke<br />
leeftijd. Karakteristiek is de luide, ongespleten tweede toon. Het<br />
ECG zal de typische kenmerken vertonen van de spiegelbeeldige<br />
distributie van het geleidingssysteem met een omgekeerd<br />
verloop van de septale depolarisatie: q aanwezig in V 1<br />
, afwezig<br />
in V 6<br />
. Verder vindt men een linker QRS-asdeviatie en een kloksgewijze<br />
rotatie van de QRS-lus in het frontale vlak. Een karakteristieke<br />
bevinding op de X-thorax is de rechte aflijning van de<br />
linker hilus door de naar links verplaatste aorta ascendens.<br />
Echocardiografie is diagnostisch. Identificatie van elk ventrikel<br />
is gebaseerd op enkele fundamentele verschillen tussen beide.<br />
Zo is een rechter ventrikel te herkennen aan de lagere insertie<br />
van de tricuspidalisklep op het septum ten opzichte van de mitralisklep,<br />
aan zijn grove trabekels met de aanwezigheid van een<br />
moderatorband, aan de discontinuïteit tussen de morfologisch<br />
links gelegen tricuspidalisklep en de pulmonalisklep. Door de<br />
hogere insertie van de rechts gelegen mitralisklep is het bijbehorende<br />
ventrikel te identificeren als een linker ventrikel. Dit<br />
ventrikel is ook te herkennen aan zijn fijne reliëf en aan de continuïteit<br />
tussen de rechts gelegen mitralisklep en de pulmonalisklep.<br />
Op een korte-asopname bevindt de aorta zich links anterior<br />
van de arteria pulmonalis.<br />
<strong>44</strong>.13.4 Therapie<br />
De patiënt met een dubbele discordantie zonder bijkomende<br />
afwijkingen heeft een goede prognose op middellange termijn<br />
en behoeft geen therapie. Wel is follow-up noodzakelijk omdat<br />
soms een totaal AV-blok ontstaat waarvoor DDD-pacing noodzakelijk<br />
is. Op termijn kan tevens het rechter systeemventrikel<br />
falen. Ook in de situatie van een geassocieerd VSD en pulmonalisstenose<br />
met een uitgebalanceerde circulatie kan worden<br />
overwogen niet in te grijpen indien er geen klachten zijn. Ter<br />
preventie van irreversibele pulmonale hypertensie moet een<br />
VSD met een grote links-rechtsshunt worden gesloten. Door de<br />
moeilijke toegangsweg tot het VSD en de gevaarlijke ligging<br />
van het geleidingssysteem is deze ingreep niet zonder risico.<br />
Ook de anatomie van de pulmonalisstenose, zowel tunnelvormig<br />
subvalvulair als valvulair, is een probleem met een groot<br />
risico op het ontstaan van een totaal AV-blok. Er wordt dan ook<br />
bij voorkeur gekozen voor een uitwendige overbrugging van het<br />
gestenoseerde segment door middel van een klephoudende<br />
conduit (homograft).