30.10.2014 Views

44 Aangeboren hartziekten - UZ Leuven

44 Aangeboren hartziekten - UZ Leuven

44 Aangeboren hartziekten - UZ Leuven

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

396 DEEL G CONGENITALE HARTAFWIJKINGEN, PERICARDZIEKTEN EN TUMOREN<br />

Bij sluiting van een ASD vóór de leeftijd van 25 jaar is de prognose<br />

uitstekend, maar bij patiënten bij wie het ASD op oudere<br />

leeftijd wordt gesloten, is de levensverwachting beduidend lager<br />

dan bij een vergelijkbare normale populatie. De belangrijkste<br />

voorspellende factoren voor een beperkte levensverwachting<br />

zijn de leeftijd bij operatie en de pulmonalisdruk. Uit verschillende<br />

onderzoeken is gebleken dat sluiting van een ‘significant’<br />

ASD (links-rechtsshunt > 1,5, rechterventrikeldilatatie en/of<br />

verhoogde pulmonalisdrukken) bij patiënten ouder dan 25 jaar<br />

vooral een gunstig effect heeft op de incidentie van cardiovasculaire<br />

complicaties en minder op de mortaliteit. In principe is<br />

er een indicatie voor sluiting van een ASD bij alle patiënten met<br />

tekenen van hemodynamische overbelasting van het rechter<br />

ventrikel. Ook het optreden van een paradoxale embolie kan een<br />

reden zijn om het ASD te sluiten. Bij vrouwen kan sluiting worden<br />

overwogen vóór een zwangerschap. Bij asymptomatische<br />

patiënten ouder dan 25 jaar zonder tekenen van rechtszijdige<br />

volume- of drukoverbelasting is het zeer twijfelachtig of sluiting<br />

van het defect enig voordeel oplevert. Bij patiënten met bijkomende<br />

cardiale pathologie zoals coronairlijden, hypertensie of<br />

mitralisinsufficiëntie zijn de operatiemorbiditeit en -mortaliteit<br />

hoger (longoedeem!) en zijn de langetermijnvoordelen van operatie<br />

niet duidelijk aangetoond. Een irreversibel sterk verhoogde<br />

pulmonale vaatweerstand is een contra-indicatie voor sluiting<br />

van een ASD. Sluiting kan dan leiden tot acuut rechterventrikelfalen<br />

en overlijden wanneer het rechter ventrikel de hoge druk<br />

niet kan opbrengen. Voordat geconcludeerd wordt dat de verhoogde<br />

weerstand irreversibel is, dient altijd het effect van inhalatie<br />

van 100% zuurstof of stikstofmonoxide te worden nagegaan.<br />

<strong>44</strong>.3.5 Persisterend foramen ovale, aneurysma<br />

van het atriumseptum en cerebrovasculair<br />

accident<br />

Bij volwassen patiënten jonger dan 50 jaar met een cerebrovasculair<br />

accident (CVA) wordt bij 12-33% een cardiale afwijking<br />

gevonden die paradoxale embolieën kan faciliteren. Een persisterend<br />

foramen ovale (PFO) en een aneurysma van het atriumseptum<br />

worden tegenwoordig als zodanige afwijkingen<br />

beschouwd. Bij ongeveer 30% van de normale populatie blijft<br />

het foramen ovale open, met een diameter van 1-19 mm, gemiddeld<br />

4-9 mm. Bij volwassenen met een onbegrepen CVA is de<br />

prevalentie van een PFO duidelijk hoger (ongeveer 50%) dan in<br />

een controlepopulatie (ongeveer 15%). Dit betekent dat een<br />

PFO een risicofactor kan zijn voor een paradoxale embolie en<br />

CVA. Met behulp van contrastechocardiografie kan een aanwezige<br />

rechts-linksshunt worden aangetoond, die ofwel spontaan<br />

is ontstaan of geïnduceerd is door hoesten of een valsalvamanoeuvre<br />

(figuur <strong>44</strong>.4). De normale links-rechtsdrukgradiënt<br />

tussen de atria kan tijdelijk omgekeerd zijn, vroeg in de systole<br />

of tijdens vele dagelijkse activiteiten die een valsalvamanoeuvre<br />

induceren.<br />

Een aneurysma van het atriumseptum wordt bij obductie bij<br />

10% van de populatie gevonden; 0,2-4% bij transoesofageale<br />

echocardiografie en 4-15% bij patiënten met een CVA. Een<br />

aneurysma van het atriumseptum gaat vaak gepaard met een<br />

PFO. Een combinatie van beide verhoogt het risico op een CVA.<br />

De behandeling van patiënten met een CVA en een PFO of een<br />

aneurysma van het atriumseptum is nog controversieel. Door de<br />

onzekerheden over een causaal verband en ook door het gebrek<br />

aan gegevens over het natuurlijke beloop en het risico op recidieven,<br />

worden deze patiënten empirisch behandeld. Aspirine,<br />

orale anticoagulantia, filterimplantatie in de vena cava, percutane<br />

sluiting van een foramen ovale zijn opties die ook enige risico’s<br />

met zich brengen. Behandeling met aspirine lijkt een goede<br />

optie voor patiënten met een PFO en een eerste CVA zonder<br />

aantoonbare veneuze trombus. Kan er wel een veneuze trombus<br />

worden aangetoond of is er spontane trombusvorming (proteïne<br />

S, antitrombine-III, homocysteïne, lupus anticoagulans, factor-<br />

V-Leiden), dan zijn (al of niet tijdelijk) orale anticoagulantia<br />

geïndiceerd. Bij patiënten met een combinatie van een PFO en<br />

een aneurysma van het atriumseptum en bij patiënten met reci-<br />

Figuur <strong>44</strong>.4 Transoesofageaal echobeeld van een kanaalvormig foramen ovale (pijl). Na toediening van echocontrast vult het rechter atrium (RA) zich en is er<br />

contrastoverloop naar het linker atrium (LA).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!