44 Aangeboren hartziekten - UZ Leuven
44 Aangeboren hartziekten - UZ Leuven
44 Aangeboren hartziekten - UZ Leuven
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
420 DEEL G CONGENITALE HARTAFWIJKINGEN, PERICARDZIEKTEN EN TUMOREN<br />
den vervolgd. Een ernstige pulmonalisklepstenose (gradiënt<br />
> 80 mmHg) moet altijd worden behandeld, bij<br />
voorkeur met ballondilatatie.<br />
• Bij patiënten met een pulmonalisklepstenose is levenslange<br />
endocarditisprofylaxe geïndiceerd.<br />
• Ernstige pulmonalisklepinsufficiëntie kan het gevolg zijn<br />
van de behandeling en is op lange termijn vaak een indicatie<br />
voor klepvervanging.<br />
• Vrijwel alle volwassen patiënten met een tetralogie van<br />
Fallot hebben restafwijkingen, waarvan pulmonalisklepinsufficiëntie<br />
het meest voorkomt. Daarom hebben alle<br />
patiënten met een tetralogie van Fallot levenslange,<br />
regelmatige cardiologische follow-up nodig en is reïnterventie<br />
frequent noodzakelijk.<br />
• Een pulmonalisklepinsufficiëntie is het onvermijdelijke<br />
gevolg van verwijding van de pulmonalisanulus bij een<br />
operatie in verband met een tetralogie van Fallot. Bij<br />
patiënten met een ernstige pulmonalisklepinsufficiëntie<br />
en ernstige rechterventrikeldilatatie is vervanging van de<br />
pulmonalisklep geïndiceerd.<br />
• Bij patiënten met een tetralogie van Fallot en een QRSduur<br />
> 180 ms is het risico op ventriculaire ritmestoornissen<br />
en acute hartdood sterk verhoogd.<br />
• Bij patiënten met slechts één functioneel ventrikel is een<br />
fontanoperatie de meest gangbare chirurgische behandeling.<br />
• Patiënten met een fontancirculatie moeten worden<br />
gecontroleerd in een centrum dat gespecialiseerd is in<br />
aangeboren hartafwijkingen bij volwassenen.<br />
• Omdat er na een fontanoperatie geenszins een normale<br />
anatomie of circulatie is gecreëerd en omdat de morbiditeit<br />
en de mortaliteit na de operatie aanzienlijk zijn,<br />
spreekt men niet van een chirurgische correctie maar van<br />
definitieve palliatie.<br />
• Om het risico op trombo-embolieën bij fontanpatiënten<br />
te verlagen worden vaak orale anticoagulantia voorgeschreven.<br />
Het is onduidelijk of deze behandeling effectief<br />
is.<br />
• Bij moeilijk behandelbare ritmestoornissen moet worden<br />
overwogen een ‘modernere’ fontanconstructie uit te voeren<br />
in combinatie met ritmechirurgie.<br />
• Bij een transpositie van de grote vaten heeft de huidige<br />
techniek van arteriële switch een laag risico met goede<br />
resultaten op middellange termijn. Van de nu volwassen<br />
patiëntenpopulatie heeft de overgrote meerderheid op de<br />
kinderleeftijd een veneuze ompolingsoperatie ondergaan.<br />
• Bij een transpositie van de grote vaten is na een veneuze<br />
ompolingsoperatie volgens Mustard of Senning het<br />
rechter ventrikel systeemventrikel.<br />
• Bij patiënten met een transpositie van de grote vaten<br />
komt vanaf jongvolwassen leeftijd in toenemende mate<br />
hartfalen ten gevolge van rechterventrikelfalen voor.<br />
• Atriale ritmestoornissen komen frequent voor na een<br />
veneuze ompolingsoperatie, meestal sinusknoopdisfunctie<br />
en macro-re-entrytachycardieën rond littekens in de<br />
atria.<br />
• Een ‘baffle’-stenose komt vaker voor na de veneuze ompolingsoperatie<br />
volgens Mustard dan na de senningoperatie.<br />
De stenose kan worden behandeld met stentimplantatie.<br />
• Patiënten met een congenitaal gecorrigeerde transpositie<br />
van de grote vaten zonder bijkomende intracardiale afwijkingen<br />
worden vaak pas op volwassen leeftijd symptomatisch.<br />
Met het ouder worden neemt het percentage<br />
patiënten bij wie een compleet atrioventriculair blok is<br />
opgetreden met ongeveer 2% per jaar toe. Vanaf jongvolwassen<br />
leeftijd neemt het aantal patiënten met rechterventrikelfalen<br />
geleidelijk toe. Op de leeftijd van 50 jaar<br />
heeft slechts 10% van de patiënten géén hartfalen.<br />
• Controle van volwassenen met de ziekte van Ebstein moet<br />
plaatsvinden in centra die zijn gespecialiseerd in aangeboren<br />
hartafwijkingen bij volwassenen.<br />
• Bij de ziekte van Ebstein kan de beperking van het<br />
inspanningsvermogen het gevolg zijn van ernstige tricuspidalisklepinsufficiëntie,<br />
ritmestoornissen of een te klein<br />
linker ventrikel door septumverplaatsing.<br />
• De diagnose syndroom van Marfan wordt momenteel nog<br />
gesteld op grond van klinische verschijnselen en familieanamnese.<br />
De diagnose wordt gesteld door een multidisciplinair<br />
team. DNA-analyse maakt steeds vaker een<br />
moleculaire bevestiging mogelijk.<br />
• MRI- of CT-onderzoek van de gehele aorta is bij iedere<br />
patiënt met het syndroom van Marfan geïndiceerd omdat<br />
20% van de aortadissecties optreedt in de abdominale<br />
aorta.<br />
• Ook na de operatie geldt derhalve dat alle marfanpatiënten<br />
levenslang moeten worden behandeld met bètablokkers.<br />
Daarnaast moet de gehele aorta regelmatige worden<br />
geëvalueerd met behulp van echografie en MRI en is<br />
endocarditisprofylaxe noodzakelijk.<br />
• Zwangerschap is gecontra-indiceerd bij NYHA III-IV, ernstige<br />
pulmonale hypertensie, het eisenmengersyndroom,<br />
ernstige linkszijdige obstructieve afwijkingen en ernstige<br />
aortaworteldilatatie bij het syndroom van Marfan.<br />
• Het risico voor moeder en kind is onder andere afhankelijk<br />
van de NYHA-klasse, cyanose, de functie van het systeemventrikel<br />
en linkszijdig obstructief kleplijden.<br />
• Hoewel sommige medicijnen absoluut gecontra-indiceerd<br />
zijn tijdens zwangerschap, geldt vaak dat het risico van<br />
hemodynamische problemen bij de moeder bedreigender<br />
is voor het kind dan veel cardiale medicamenten.<br />
• Bij vrouwen met een aangeboren hartafwijking heeft een<br />
vaginale partus doorgaans de voorkeur boven een sectio<br />
caesarea.