EC184.pdf Download this document - Repository ...
EC184.pdf Download this document - Repository ...
EC184.pdf Download this document - Repository ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
DUURZAAM MAAR NIET BIOLOGISCH<br />
aspecten zijn: de rol van risico en onzekerheid, het opsporen van mogelijkheden, de<br />
entrepreneur als geldschieter, het opstarten van nieuwe ondernemingen, het belang van de<br />
persoonlijkheid, het belang van winst, entrepreneurschap als een productiefactor, de<br />
entrepreneur als manager en het belang van innovatie. Joseph Schumpeter is één van de<br />
wetenschappers die bovenstaande aspecten gebruikt heeft voor de invulling van zijn definitie<br />
van entrepreneurschap. Schumpeter (1947) ziet de entrepreneur als “iemand die<br />
mogelijkheden opspoort, winst wil maken en waarde hecht aan het idee dat de persoonlijkheid<br />
van een entrepreneur een rol speelt in het entrepreneuriale proces.”<br />
De focus van dit rapport ligt op de verschuiving van de gangbare landbouw naar de duurzame<br />
landbouw. Daarom heb ik er voor gekozen om in dit rapport Schumpeters definitie te volgen.<br />
Schumpeter (1947, p. 91) definieert de functie van entrepreneur als volgt:<br />
“The entrepreneur and his function are not difficult to conceptualize: the defining<br />
characteristic is simply the doing of new things or the doing of things that are already being<br />
done in a new way. ”<br />
De activiteiten die een entrepreneur onderneemt, bepalen uiteindelijk of er sprake is van<br />
duurzaam entrepreneurschap. Daarom zal duurzaamheid nu eerst gedefinieerd worden.<br />
In de jaren zeventig en tachtig werd duidelijk dat er nadelen kleefden aan de toen gangbare<br />
manieren van productie. Dean & Mc Mullan (2007) noemen luchtvervuiling, watervervuiling,<br />
bodemvervuiling, beschadiging van de ozon laag, zure regen, klimaatverandering en de<br />
vernietiging van oceanen als nadelige effecten. Het was de Brundlandcommissie in 1987 die<br />
een duurzame manier produceren en consumeren introduceerde. De Brundlandcommissie<br />
definieerde duurzaamheid als: “Meeting the needs of the present without compromising the<br />
ability of future generations to meet their own needs.” (WOCD, 1987).<br />
De vraag blijft hoe deze definitie geoperationaliseerd kan worden. In de huidige economische<br />
leer domineren de neoklassieke modellen. Deze modellen hebben volgens Gelders (2005)<br />
echter nadelen. Hoofdstuk 4 gaat verder in op deze nadelen.<br />
Voor het operationaliseren van duurzame grondgebonden landbouw wordt de lijn van de<br />
ecologische economie gevolgd. Waarbij volgens Gelders (2006) de duurzaamheid van<br />
interacties tussen ecologische en economische systemen voorop staat. Dekking et al. (2007)<br />
hebben geprobeerd inhoudelijk invulling te geven aan duurzaamheid. Als startpunt hebben zij<br />
de drie p’s van de Brundland commissie (1987) gebruikt: planet, people en profit. Om deze<br />
drie p’s in te vullen, hebben zij een verkennend onderzoek uitgevoerd naar beschikbare<br />
duurzaamheidcriteria. Deze criteria vinden hun oorsprong in maatregelen die de agrarische<br />
sector kan nemen om duurzaamheid na te streven. De criteria staan in appendix K en L.<br />
6 Wetenschapswinkel Economie & Bedrijfskunde