Gelimiteerde CO2 bij Het Nieuwe Telen Tomaat - Energiek2020
Gelimiteerde CO2 bij Het Nieuwe Telen Tomaat - Energiek2020
Gelimiteerde CO2 bij Het Nieuwe Telen Tomaat - Energiek2020
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Of de gegevens die nodig zijn voor een model zijn alleen indirect te verkrijgen. Zo is de vertaling van bladfotosynthese<br />
naar gewasfotosynthese <strong>bij</strong> model berekeningen een cruciale factor. Veranderingen in bladstructuur of functionaliteit<br />
van huidmondjes op verschillende plaatsen zijn in een model veelal niet meegenomen, omdat dit de berekeningen nog<br />
complexer maken en <strong>bij</strong> de ontwikkeling van een model niet de bepalende factor zijn om tot een acceptabel resultaat te<br />
komen.<br />
5.6.2 Conclusie fotosynthese<br />
Tussen de behandelingen is geen verschil in de fotosynthese response curves gemeten. Deze metingen van de fotosynthese<br />
stemmen overeen met eerdere onderzoeken. De interne CO 2 concentratie mag ook lokaal niet onder de 300 ppm zakken.<br />
De hypothese is dat de betere prestatie van het gewas in de gelimiteerde afdeling te maken kan hebben met een minder<br />
sluiten van de huidmondjes in het bovenste deel van het gewas.<br />
5.7 Uitgroeiduur<br />
Gedurende de teelt is van totaal 1295 trossen de uitgroeiduur geregistreerd. De gemiddelde uitgroeiduur was voor de<br />
eerste trossen, gelabeld in januari, ruim 80 dagen. Gedurende de teelt daalde dit naar een minimum van 54 dagen voor<br />
trossen gelabeld in april en liep daarna weer langzaam op (Figuur 20- links). De trossen met de kortste uitgroeiduur<br />
werden geoogst begin juni (Figuur 20- rechts). In deze paragraaf wordt hierna steeds gewerkt met de dag van bloei van<br />
de tros als uitgangspunt.<br />
De uitgroeiduur voor de beide afdelingen en voor het hoofd- en zijstengels vertonen in de loop van het jaar een goede<br />
overeenkomst. Hierin is geen effect van de afdeling te zien. Alleen <strong>bij</strong> de trossen die op 11 juli zijn gelabeld zijn opmerkelijke<br />
verschillen. In de analyse zijn alle trossen die na eind augustus zijn gelabeld niet meegenomen, omdat die aan het eind van<br />
de teelt versneld zijn afgerijpt door de behandeling met ethrel.<br />
Figuur 20. Waarnemingen van de uitgroeiduur gemiddeld per label datum (links) of per oogstdatum (rechts) voor de beide<br />
afdelingen en de hoofd- en zijstengels.<br />
De gegevens over uitgroeiduur kunnen worden gecombineerd met de temperatuur om het effect van temperatuur op de<br />
uitgroeiduur te analyseren. Een eenvoudige benadering voor de ontwikkelingssnelheid van een vrucht of tros is dat deze<br />
een rechtlijnige relatie heeft met de gemiddelde temperatuur tijdens de ontwikkeling. Dit geldt goed in het traject van<br />
gemiddelde etmaal temperaturen van 16 tot 24 o C. De ontwikkelingssnelheid is 100/uitgroeiduur van een tros. Met de<br />
gegevens die de relatie tussen ontwikkelingssnelheid en temperatuur beschrijven kan de uitgroeiduur worden berekend.<br />
De parameters van de rechte lijn – de constante en de helling – kunnen worden omgezet in de vaak gebruikte termen<br />
basistemperatuur en temperatuursom. Een tros is rijp als de som van alle graden per dag boven de basistemperatuur<br />
een bepaalde temperatuursom heeft bereikt. Heuvelink (2005, blz. 74) geeft voor het ras Counter aan dat de vruchten<br />
rijp zijn als de temperatuursom 940 graaddagen bereikt is <strong>bij</strong> een basis temperatuur van 4°C. Een lage basis temperatuur<br />
wil niet zeggen dat de ontwikkeling tot die temperatuur goed blijft gaan, want de lijn gaat alleen op voor het traject waarin<br />
waarnemingen zijn verzameld. Bij lagere temperaturen kan de ontwikkeling dus wel anders verlopen.<br />
39