• Een CO 2 concentratie in de kas boven de 800 ppm voegt weinig toe aan de productie van een gewas. • De apparatuur voor meting van de CO 2 concentratie in de kas moet aan hoge eisen van betrouwbaarheid voldoen. • <strong>Het</strong> is niet nodig om pas als de CO 2 concentratie in de morgen sterk is gedaald CO 2 te gaan doseren. • De aanpassing van de structuur van het blad en de functionaliteit van huidmondjes in relatie tot groei moet verder worden onderzocht. • Voor scenario studies moeten geavanceerde modellen worden gebruikt, waar<strong>bij</strong> de resultaten worden besproken met gewasdeskundigen. Uiteindelijk zal een experiment de juistheid van de uitkomsten uitwijzen • Bij alle experimenten en modelberekeningen moet rekening worden gehouden met verschillen tussen cultivars. Dit experiment is uitgevoerd met Komeett die voor uitgroeiduur een duidelijk andere gevoeligheid voor temperatuur heeft dan Cappricia. Een belangrijke vraag is dan of voor fotosynthese en opname van CO 2 cultivar verschillen zijn. Dit is op basis van dit onderzoek niet te zeggen. Wel kan in het algemeen worden gesteld voor optimalisatie van de teelt de specifieke eigenschappen van een ras belangrijk zijn. Voor de algemene principes zoals opname van CO 2 en fotosynthese zullen reacties in de zelfde richting gaan. Wel kunnen er verschillen in mate van reactie voorkomen. Ter illustratie zowel Komeett als Cappricia rijpt sneller af <strong>bij</strong> hogere temperatuur, maar Komeet reageert sterker op een temperatuur verandering. 48
7 Literatuur Dieleman, J.A., en Zwart, H.F. de, (2004). Optimaal besturen van temperatuur en CO 2 op basis van fotosynthese en energie. Wageningen : Plant Research International, (Nota / Plant Research International 323) (PT 11291) Dieleman, J.A., Gelder, A. de, Eveleens, B.A., Elings, A., Janse, J., Lagas, P., Qian, T., Steenhuizen, J.W. en Meinen, E., (2009).Tomaten telen in een geconditioneerde kas: groei, productie en onderliggende processen. Bleiswijk : Wageningen UR Glastuinbouw, (Nota / Wageningen UR Glastuinbouw 633) Dieleman, J.A., Zwinkels, J., De Gelder, A., Kuiper, I., De Zwart, F., Van Dijk, C. en Dueck, T., (2007). CO 2 <strong>bij</strong> paprika: meerwaarde en beperkingen. Nota 494, Wageningen UR Glastuinbouw, 74 pp. Elings, A., Meinen, E., Campen, J.B., Stanghellini, C. en Gelder, A. de, (2007). The photosynthesis response of tomato to air circulation Acta Horticulturae 761 . - p. 77 - 84. Esmeijer, M. (1999). CO 2 in de Glastuinbouw. Proefstation voor de Bloemisterij en Glasgroente. 128 pp. Gelder, A. de, Campen, J.B., Elings, A., Stanghellini, C. en Meinen, E., (2006). Luchtcirculatie en productie: Resultaten kasexperiment 2005, vervolg op deskstudie en klimaatkamer experimenten Naaldwijk : Praktijkonderzoek Plant en Omgeving B.V. Glastuinbouw, (Rapporten PPO 41616052.2) Heij, G. en Schapendonk, A.H.C.M., (1984). CO 2 depletion in greenhouses. Acta Hort.148:351-358 Koning, A.N.M. de, (1994) Development and dry matter distribution in glasshouse tomato : a quantitative approach. Wageningen UR Proefschrift. Snel, J.F.H. en Dieleman, J.A., (2009). Naar een verbetering van de CO 2 efficiëntie van glastuinbouwgewassen. Wageningen UR Glastuinbouw, (Nota / Wageningen UR Glastuinbouw 646) (PT 12037) Swinkels, G.L.A.M. en Zwart, H.F. de, (2002). Optimaal gebruik van CO 2 in de glasgroenteteelt, Wageningen, (IMAG Nota:P 2002-68) (PT 10930) Telgen, H.J. van, Voogt, J.O., Warmenhoven, M. en Weel, P.A. van, (2009). Huidmondjesopening. Wageningen UR Glastuinbouw. Rapport 266 Trouwborst, G., Pot, S.C., Schapendonk, A.H.C.M. en Fanourakis, D., (2010). Huidmondjes in ontwikkeling: Invloed van omgevingsfactoren op de huidmondjesanatomie van bladeren, een literatuurstudie. Plant Dynamics B.V.; Wageningen University, Horticultural Supply Chains Group, Wageningen, p. 29. Zwart, H.F. de (2004). Praktijkmetingen aan optimalisatie van zuivere CO 2 -doseringen. Agrotechnology & Food Sciences Group, (Rapport 311 ) (PT 11460) 49