Behoeften van slachtoffers van delicten - WODC
Behoeften van slachtoffers van delicten - WODC
Behoeften van slachtoffers van delicten - WODC
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
50 <strong>Behoeften</strong> <strong>van</strong> <strong>slachtoffers</strong> <strong>van</strong> <strong>delicten</strong><br />
Tot slot zien we in het bijzonder met betrekking tot het strafproces de<br />
behoefte om gehoord te worden meer dan eens terug (Wemmers & Cyr,<br />
Kilchling). Deze behoefte is in de overige tien studies niet opgenomen in<br />
de lijst <strong>van</strong> antwoorden.<br />
3.4 <strong>Behoeften</strong> gerelateerd aan tijdverloop na delict<br />
Over het moment waarop men welke behoefte heeft, is veel informatie af<br />
te leiden uit het totaaloverzicht in 3.1.2. Sommige behoeften heeft men uit<br />
hun aard onmiddellijk na het delict (eerste op<strong>van</strong>g, medische hulp, hulp<br />
bij herstelwerkzaamheden, onmiddellijke veiligheid), veel andere gedurende<br />
het proces <strong>van</strong> opsporing en vervolging (bijvoorbeeld: als belanghebbende<br />
behandeld worden) en sommige mogelijk ook nog daarna<br />
(bijvoorbeeld afsluiting).<br />
De feitelijke tijd die in dagen, weken of maanden is verlopen tussen het<br />
delict en de behoeftemeting is in de meerderheid <strong>van</strong> de kernpublicaties<br />
niet (19 studies) of zeer grof (7) gerapporteerd. Onder een grove rapportage<br />
wordt bijvoorbeeld verstaan ‘interviews vonden plaats in het jaar<br />
nadat de rechtszaak was afgesloten’ (Bazemore, 1999) en ‘interviews<br />
vonden 14 tot 29 maanden na het delict plaats’ (Brickman, 2002). Ook is<br />
niet altijd duidelijk met betrekking tot welk moment de vraag is gesteld:<br />
soms is expliciet aangegeven dat de vraag is gesteld met betrekking tot het<br />
moment net na het delict (bijv. Brickman, 2002; Maguire & Kynch, 2000)<br />
maar soms blijft dit ook in het midden.<br />
In slechts drie studies (Apsler e.a., 2003; Van den Bogaard, 1992; Shapland<br />
e.a., 1985) zijn de behoeften die men had kort of direct na het delict ook<br />
daadwerkelijk kort na het delict gemeten, waardoor kan worden aangenomen<br />
dat de antwoorden valide zijn. Voor een overzicht <strong>van</strong> resultaten per<br />
studie zie bijlage 5.<br />
3.5 Aandachtspunten<br />
3.5.1 Geslacht<br />
In acht studies waren verschillen in behoeften in relatie tot geslacht niet<br />
<strong>van</strong> toepassing omdat alleen vrouwen (7 studies) of mannen (1 studie)<br />
in het onderzoek betrokken waren. In vijf studies is gerapporteerd over<br />
behoeften in relatie tot geslacht. Geslacht blijkt dus geen standaardvariabele<br />
te zijn in dit type onderzoek. We beperken ons in deze weergave tot<br />
resultaten die in meer dan één studie zijn vastgesteld.<br />
Bij vrouwen wordt in drie studies een grotere behoefte aan steun/<br />
iemand om mee te praten vastgesteld dan bij mannen (Van den Bogaard<br />
1992; Maguire & Kynch, 2000; Stuebing, 1984). Overige resultaten met