07.07.2012 Views

'FLEXIBEL VLAGGENSCHIP' WIL WERELDZEE OP

'FLEXIBEL VLAGGENSCHIP' WIL WERELDZEE OP

'FLEXIBEL VLAGGENSCHIP' WIL WERELDZEE OP

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DE AANLO<strong>OP</strong> WAS MISSCHIEN<br />

WAT LANG, MAAR SHELL STAAT<br />

AAN DE VOORAVOND VAN EEN<br />

‘GROTE SPRONG VOORUIT’ IN<br />

PRODUCTIEOMVANG. VIA GROTE<br />

INVESTERINGEN WORDEN DE<br />

INMIDDELS STERK GEGROEIDE<br />

VOORRADEN OMGEZET IN PRODU-<br />

CERENDE BEWEZEN RESERVES.<br />

shell VeNsteR<br />

UITGAVE VAN SHELL NEDERLAND B.V. • MEI / JUNI 2008<br />

raffinaderij pernis:<br />

‘flexibel Vlaggenschip’<br />

wil wereldzee op<br />

PETER DE WIT (PRESIDENT-<br />

DIRECTEUR SHELL NEDERLAND)<br />

HO<strong>OP</strong>T DAT NEDERLAND NIET<br />

ALLEEN IN TECHNOLOGIE-<br />

ONTWIKKELING, MAAR OOK IN<br />

REGELGEVING EN VERGUNNING-<br />

VERLENING EEN MODERN, SLIM<br />

EN SNEL LAND KAN ZIJN.


De weersvoorspelling<br />

voor<br />

gisteren<br />

COLOFON<br />

UITGAVE VAN SHELL NEDERLAND BV<br />

ADRES Carel van Bylandtlaan 30, 2596 HR Den Haag.<br />

Postbus 444, 2501 CK Den Haag.<br />

TELEFOON 070 - 377 87 00<br />

HOOFDREDACTIE Piet de Wit<br />

ARTDIRECTOR Toon Beekman (www.defabriek.com)<br />

MEDEWERKERS Ernst Bode, Cover Mechanics/Moker,<br />

Hollandse Hoogte, Zoltan Korai, Jeroen Kroos, Peter Konter,<br />

Hans Lagendaal, Wilfried Overwater, Reinier Spreen,<br />

DRUK Roto Smeets Grafi Services Utrecht<br />

Shell Venster wordt verspreid onder geïnteresseerden in<br />

de activiteiten van Shell Nederland en Royal Dutch Shell.<br />

Het blad is gratis verkrijgbaar.<br />

Abonnementen kunnen via e-mail-adres shellvenster@shell.<br />

com worden aangevraagd en via: Administratie Shell Venster,<br />

Postbus 444, 2501 CK Den Haag.<br />

TWEEMAANDELIJKSE PUBLICATIE<br />

Voor het geheel of gedeeltelijk overnemen of bewerken van<br />

artikelen dient men toestemming van de redactie te vragen.<br />

In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven.<br />

Hoewel Shell-maatschappijen een eigen identiteit hebben,<br />

worden zij in deze publicatie soms gemakshalve met de<br />

collectieve benaming ’Shell’ of ’Groep’ aangeduid in<br />

passages die betrekking hebben op maatschappijen van<br />

Royal Dutch Shell, of wanneer vermelding van de naam van<br />

de maatschappij(en) gevoeglijk achterwege kan blijven.<br />

OMSLAGILLUSTRATIE ZOLTAN KORAI<br />

Per stad een klimaatbeleid?<br />

Europees is<br />

echt beter.<br />

Met enige verbazing ziet Peter de<br />

Wit vanuit zijn functie als presidentdirecteur<br />

van Shell Nederland hoe in<br />

Europa niet alleen landen maar ook<br />

steden elk eigen klimaatdoelen<br />

hebben. “Mij lijkt het belangrijker<br />

om liefst Europese consistentie te<br />

hebben zodat het bedrijfsleven weet<br />

waar het aan toe is.” PAGINA 4<br />

VOORWOORD<br />

Nog even en een operator die op een raffi naderij<br />

van zijn fi ets valt zorgt ook al voor een<br />

stijging van de ruwe-olieprijs. De lijst met<br />

‘verklaringen’ waarom in ongeveer veertien<br />

maanden de olieprijs is verdubbeld, is even lang als<br />

soms onserieus.<br />

Iraanse speedboten varen rond Amerikaanse oorlogsschepen<br />

in de Straat van Hormoez: de prijs stijgt.<br />

De Venezolaanse president Hugo Chavez dreigt de VS<br />

niet langer te beleveren: de prijs gaat omhoog. Brand in<br />

een raffi naderij in Texas: idem. Sneeuw in China: zelfde<br />

laken een pak. Dollar omlaag? Olie omhoog!<br />

Maar dan: de Amerikaanse economie gaat knarsend<br />

in de remmen. Het land is de grootste oliegebruiker ter<br />

wereld en de grootste olie-importeur (netto ruim 13 miljoen<br />

vaten per dag), dus zou een prijsdaling verwacht<br />

mogen worden. Maar niet. De notering steeg verder - er<br />

was ergens in Nigeria een pijpleiding gescheurd en er<br />

was die dag ook nogal wat ‘speculatief kopen’, zoals<br />

het in de commodities rubrieken in de vakpers heette,<br />

fast money volgens het jargon.<br />

Hoewel de argumenten vaak gezocht zijn, en qua<br />

serieusheid lijken op een weersvoorspelling voor<br />

gisteren, is het een feit dat de ruwe-olieprijs onverstoorbaar<br />

doormarcheerde, tot op een dag zelfs $111 per vat.<br />

(Wat door de dollarzwakte 45 eurocent per liter was,<br />

dat klinkt iets minder extreem.)<br />

De wereld beleeft de vijfde olieprijsexplosie in de voorbije<br />

35 jaar. De eerste was in 1973 toen <strong>OP</strong>EC-lidstaten<br />

een olie-embargo afkondigden na de Israëlisch-Arabische<br />

oorlog. De tweede was in 1979, Iran kwam onder<br />

nieuw management. De derde klap viel een jaar later,<br />

Irak viel Iran binnen. Prijsklap vier was die van 1990,<br />

de invasie door Irak van Koeweit. En nu dan nummer<br />

vijf. Reden? Roept u maar. Maar in januari 2006<br />

kostte een vat olie rond $50, inmiddels zo ongeveer het<br />

dubbele.<br />

Is het speculatie? Er zijn ontwikkelingen die doen vermoeden<br />

dat het een rol speelt, misschien zelfs een grote<br />

rol. Want een actueel fysiek tekort aan olie is er niet.<br />

Misschien dat dat ooit ontstaat, maar dan zijn we nog<br />

fl ink wat jaren verder.<br />

Wat gebeurt er intussen op de New York Mercantile<br />

Exchange, ’s werelds grootste goederenbeurs voor energie<br />

en metalen? In elk geval hectische handel in olie; de<br />

Pernis moet meer<br />

benzine op wereldmarkt<br />

verkopen<br />

De veranderende marktomstandigheden<br />

in vooral Duitsland dwingen<br />

Pernis om haar overschot aan<br />

benzine op andere (wereld)markten<br />

af te zetten. De investeringen die<br />

daarvoor nodig zijn komen pas vrij<br />

als Pernis eerst bewijst dat het<br />

operationeel in de wereld-eredivisie<br />

draait. PAGINA 8<br />

2 - MEI / JUNI 2008 - SHELL VENSTER<br />

INHOUD<br />

wereld verbruikt rond 86 miljoen vaten per dag, maar<br />

alleen al op de NYMEX wordt ongeveer 15 maal meer<br />

olie verhandeld; allemaal futures, termijncontracten<br />

die uitdrukken wat volgens de handel over een of meerdere<br />

maanden de prijs van light sweet crude oil en olieproducten<br />

zal zijn. Veel van de handel wordt gedaan<br />

door banken en beleggers. Maar ooit getankt bij Deutsche<br />

Bank, Goldman Sachs of Morgan Stanley? In elk<br />

geval is het handelsvolume in ruwe-oliecontracten<br />

(‘papieren olie’) de afgelopen vijf jaar verdrievoudigd.<br />

De vraag naar ‘natte olie’ liep in die periode op met<br />

nog geen twee procent per jaar.<br />

Een andere verklaring voor het oplopen van de olieprijs<br />

was in 2004 en 2005 de geringe reserve-productiecapaciteit<br />

bij <strong>OP</strong>EC. Eind 2004 pompten de lidstaten<br />

gezamenlijk op volle capaciteit - een situatie die standaard<br />

geldt voor het collectief van niet-<strong>OP</strong>EC-landen.<br />

Er was toen dus nul capaciteit om een verstoring in<br />

productie en aanvoer op te vangen, zoals bij de orkanen<br />

Rita en Katrina in nazomer 2005.<br />

De <strong>OP</strong>EC treedt traditioneel op als ‘swing producer’,<br />

leverancier van de olie die nog nodig is boven de productie<br />

uit het niet-<strong>OP</strong>EC-gebied.<br />

Inmiddels komen de projecten klaar die een aantal<br />

<strong>OP</strong>EC-landen startten in 2005/6 in reactie op de lage<br />

capaciteitsreserve. Eind 2008 bedraagt, volgens het<br />

IEA, de capaciteit van de <strong>OP</strong>EC-landen 35 mln vaten<br />

per dag (ruwe olie, condensaat en natural gas liquids).<br />

Wat met de jongste raming van de vraag naar <strong>OP</strong>EColie<br />

een reservecapaciteit van 3,1 miljoen vaten per dag<br />

betekent.<br />

Eén: er is geen tekort aan olie; twee: de wereldeconomie<br />

vertraagt, wat een lagere groei in de vraag zal betekenen;<br />

drie: de reserveproductiecapaciteit is gegroeid;<br />

en vier: er lijkt iets van rust terug te keren in Irak, een<br />

land met een grote potentie om op relatief korte termijn<br />

meer olie te produceren.<br />

Economen zeggen dan ook dat de olieprijs moet dalen<br />

- tot zo’n $70 per vat, is hun consensus. Maar hoeveel<br />

economen lopen er op de beursvloer van de NYMEX<br />

rond?<br />

Piet de Wit<br />

Hoofdredacteur Shell Venster<br />

Meer vrouwen bij Shell,<br />

via ‘nuchtere aanpak’<br />

Josefi ne van Zanten moet bij Shell<br />

diversiteit en inclusie bevorderen.<br />

Wat onder andere ‘meer vrouwen’<br />

betekent. Niet via het opleggen van<br />

harde ‘targets’, maar, zoals ze zegt,<br />

via ‘een nuchtere aanpak’ waarbij<br />

waarde (merit) de basis vormt. Toch<br />

is er een doel: recruitment mikt op<br />

de helft vrouwen in commerciële<br />

functies en 28 procent in een technische<br />

omgeving. PAGINA 17<br />

EN VERDER:<br />

De basisstrategie van Shell blijft<br />

onveranderd ‘more upstream,<br />

profi table downstream’. PAGINA 12<br />

Shell scenario’s: wordt het ‘ieder<br />

voor zich’ of ‘samenwerking’? PAGINA 14<br />

Hoe gaat Nederland in de toekomst<br />

zijn elektriciteit opwekken; komen<br />

er uranium of koffi eschillen in de<br />

energiemix? PAGINA 20<br />

Ook op de kolenmarkt lijkt de rust<br />

inmiddels voorbij. PAGINA 22<br />

Snoepen in een impuls op het<br />

tankstation. PAGINA 24<br />

Medewerker Arjan Nieuwstraten<br />

verkoopt olie, maar niet voor auto’s.<br />

PAGINA 28<br />

Emeritus hoogleraar Gerard Hirs ziet<br />

grote energiewinst in koppeling van<br />

industriële activiteiten. PAGINA 30<br />

En natuurlijk ook weer nieuws uit<br />

de wereld van Shell en energie.<br />

PAGINA’S 3, 11, 25 en 30


shell biedt ruim $2 miljard<br />

Voor exploratie chukchi zee<br />

de offi ciële toewijzing vindt plaats bij het verschijnen<br />

van deze Shell Venster, maar in elk geval heeft Shell het<br />

hoogst geboden op 275 blokken in een veiling van exploratieconcessies<br />

in de Chukchi Zee aan de noordwestkust van<br />

Alaska. De hoogste biedingen op de 275 blokken kosten Shell bij<br />

elkaar $2,1 miljard.<br />

Na vorig jaar voor ongeveer een half miljard dollar concessies<br />

te hebben gekocht in de Golf van Mexico en in 2005 ruim $44<br />

miljoen te hebben betaald voor blokken in de Beaufortzee, ging<br />

Shell ditmaal zeer diep bij een veiling door het Amerikaanse<br />

agentschap MMS (Minerals Management Service) van concessies<br />

in een gebied van in totaal zo’n 40.000 km 2 . Volgens MMS<br />

heeft het gebied een potentie van 15 miljard vaten olie en 2150<br />

miljard m 3 aardgas. Samen is dit 28 miljard vaten olie-equivalent<br />

aan winbare koolwaterstoffen. De cijfers kennen echter een<br />

hoog niveau van onzekerheid.<br />

Voor het blok waarvan Shell de hoogste verwachtingen heeft,<br />

bood het bedrijf rond $105 miljoen terwijl voor een aantal<br />

blokken in de buurt bedragen van zo’n $90 miljoen werden<br />

geboden.<br />

In 1989 en 1990 zijn in opdracht van Shell vijf exploratieboringen<br />

gedaan in het gebied dat nu wordt geopend. De vondsten<br />

leidden destijds niet tot commerciële ontwikkelingen en Shell<br />

gaf de rechten terug. De actuele en verwachte olieprijzen vormen<br />

een nieuwe prikkel om terug te keren naar de ruim boven<br />

de poolcirkel gelegen Chukchi Zee. Ook speelt een rol dat de<br />

Verenigde Staten een veilig en beschermd exploratie- en productieklimaat<br />

heeft waarbij oliemaatschappijen - weliswaar<br />

tegen betaling van royalties - eigenaar worden van gevonden<br />

olie en gas.<br />

Minder beschermend is het fysieke klimaat van het concessiegebied,<br />

het kan er ’s winters min 50 graden worden. Ook de geologie<br />

van het gebied is spectaculair maar lastig, 400 miljoen jaar<br />

oud reservoirgesteente dat bovendien sterk geplooid is. Maar de<br />

geologie lijkt op die van Noord-Alaska waar het beroemde olieveld<br />

Prudhoe Bay is gevonden.<br />

Aanvankelijk was MMS al van plan deze veilingronde (‘Lease<br />

Sale 109’) in 2002 te houden maar men besloot te wachten tot<br />

een milieueffectrapportage was gemaakt. Dit leidde tot een verklaring<br />

van ‘geen gevaar’, mits speciale maatregelen worden<br />

getroffen ter bescherming van poolberen, walvissen, zeehonden<br />

en walrussen.<br />

3 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

shell actueel<br />

groener, schoner, stiller<br />

eén: Shell bouwt in Qatar momenteel ’s werelds grootste Gasto-Liquids<br />

fabriek; rond 2010 moet de productie van GTL er van<br />

start gaat.<br />

Twee: Qatar Airways wil graag GTL toevoegen aan de brandstof van<br />

haar vliegtuigen om schoner en zuiniger te vliegen.<br />

Eén plus twee leidden er toe dat in februari een A380 (besteld door<br />

de Qatari om in 2011 mee op Londen te vliegen) tussen Engeland<br />

(motorenbouwer Rolls Royce) en Toulouse (assemblage van de A380)<br />

op GTL vloog.<br />

Nauwkeuriger gezegd, het ging om een 40/60-mengsel van conventionele<br />

jet fuel, afkomstig van de Shell-raffi naderij van Stanlow, en<br />

GTL, door Shell gefabriceerd in de Maleisische deelstaat Sarawak.<br />

Een wereldprimeur.<br />

Sebastian Remy, hoofd van de afdeling alternatieve brandstoffen bij<br />

Airbus, zei dat het de bedoeling is dat rond 2009 de offi ciële overheidsgoedkeuring<br />

wordt afgegeven om met een 50/50-mengsel te<br />

vliegen terwijl in 2013 goedkeuring voor honderd procent GTL moet<br />

zijn verkregen. Daarna volgt dan nog de procedure om met biobrandstoffen<br />

(zoals zuivere BTL, Biomass-to-Liquids) te gaan vliegen. Volgens<br />

Remy zouden rond 2020 de eerste (beperkte) hoeveelheden<br />

biobrandstoffen door commerciële vliegtuigen getankt kunnen worden.<br />

Dan kan de luchtvaart niet alleen schoon maar ook CO 2-neutraal<br />

vliegen.<br />

IllUstRatIe: CoVeR MeChanICs/MoKeR


U kwam halverwege het jaar binnen<br />

als nieuwe president-directeur<br />

van Shell Nederland en meteen<br />

begonnen de raffinagemarges<br />

te zakken.<br />

“Nou, laten we maar aannemen dat<br />

dat toeval was, maar na een sterk eerste<br />

halfjaar verzwakten de marges<br />

in de tweede helft inderdaad. Zodat<br />

de gemiddelde marge over het hele<br />

jaar 2007 niet zoveel afweek van die<br />

in 2006. Maar omdat onze raffinaderij<br />

op Pernis vorig jaar met een hoge<br />

beschikbaarheid draaide terwijl er in<br />

2006 storingen waren en uitgelopen<br />

onderhoudswerk, was het financiële<br />

resultaat in 2007 toch goed.”<br />

De bedoeling is dat de komende<br />

jaren weer meer wordt geïnvesteerd<br />

in Pernis, ruim een miljard<br />

euro. Ondanks de stagnerende<br />

brandstoffenmarkt in Noordwest-<br />

Europa, het voornaamste afzetgebied<br />

van de raffinaderij.<br />

“Eigenlijk moet je zeggen ‘juist door<br />

de stagnerende brandstoffenmarkt’.<br />

We moeten ons aanpassen. Het is de<br />

strategie van Shell om minder maar<br />

dan wel gemiddeld grotere raffinaderijen<br />

te bezitten. Dat betekende vorig<br />

jaar bijvoorbeeld de verkoop van onze<br />

4 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

Voorbereiden<br />

op wat nu nog<br />

onbekend is<br />

Wat betreft technologie is dit - nog steeds - een<br />

slim land, vindt Peter de Wit, president-directeur<br />

van Shell nederland. Misschien zelfs daarin een<br />

gidsland. Maar nog beter wordt het als we ook<br />

in regelgeving en vergunningverlening slim en<br />

snel kunnen zijn. en, is zijn advies, bereid je voor<br />

op dingen die nu nog onbekend zijn.<br />

relatief kleine eenheden in Frankrijk<br />

en rationalisaties in Duitsland. De<br />

voorgenomen nieuwe investeringen<br />

in Pernis moeten daar een zogeheten<br />

‘Flexible Flagship’ van maken, een raffinaderij<br />

die excelleert in het kunnen<br />

maken van veel verschillende olieproducten<br />

uit uiteenlopende ruwe-oliesoorten.<br />

We zijn nu druk bezig om Pernis<br />

qua prestaties en betrouwbaarheid<br />

weer op het juiste niveau te brengen.<br />

Daarmee zal Pernis zijn positie kunnen<br />

versterken van grote en flexibele<br />

exportraffinaderij.”<br />

Pernis is letterlijk en figuurlijk<br />

nauw verbonden met Shell Chemie<br />

op Moerdijk. Moerdijk draaide<br />

vorig jaar wederom goed. Is de<br />

bulkchemie waarin Shell actief is<br />

niet langer een cyclische business?<br />

“Ik denk nog steeds cyclisch, maar de<br />

consistent hoge economische groei<br />

in de wereld heeft gezorgd dat we<br />

inderdaad nu al een aantal jaren achtereen<br />

op een hoog niveau presteren.<br />

Er wordt wereldwijd geïnvesteerd in<br />

nieuwe capaciteit, ook door Shell, bijvoorbeeld<br />

in China, waar we met partner<br />

CNOOC haast een kopie van Moerdijk<br />

hebben gebouwd. De groeiende<br />

vraag naar dit soort chemieproducten<br />

• TeKST piet de wit • foTo’S ernst bode •<br />

absorbeert het groeiende capaciteitsaanbod.<br />

Moerdijk is een voorbeeld van<br />

wat we in raffinage nastreven, fabrieken<br />

van wereldschaal met een heel<br />

hoge benuttingsgraad.”<br />

Wat was het effect van de zoveelste<br />

warme winter op rij voor<br />

de gasactiviteiten van Shell in<br />

Nederland?<br />

“In elk geval een gedaalde productie<br />

uit het Groningenveld. Wat wij niet zo<br />

erg vinden, we hebben tenslotte toch<br />

een eindige hoeveelheid gas te produceren.<br />

Er stond tegenover dat we vanuit<br />

onze kleine velden, offshore en<br />

onshore, op maximale capaciteit hebben<br />

geproduceerd. Dat wordt ook toegejuicht<br />

door de overheid. Die stimuleert<br />

met fiscale prikkels de productie<br />

uit kleine velden om het Groningenveld<br />

zo lang mogelijk te sparen.”<br />

Ondanks die prikkels zet de NAM,<br />

de door Shell bestuurde productie<br />

joint venture, de kleinste van de<br />

kleine velden in de etalage.<br />

“Als je in de staart van de productie<br />

komt, heb je te maken met werk waar<br />

wij eerlijk gezegd niet zo sterk in zijn.<br />

Wij zijn heel goed in het ontwikkelen<br />

van nieuwe activiteiten en het ope-<br />

reren van grote en compexe velden.<br />

Dan is het logisch dat je velden met<br />

nog een marginale productie verkoopt<br />

aan partijen die beter in staat zijn om<br />

de daarin nog aanwezige waarde te<br />

realiseren.”<br />

Hoe lang kan Groningen nog op<br />

het huidige niveau produceren?<br />

“De raming is nog tien tot vijftien<br />

jaar op het huidige niveau, waarna<br />

een gestage daling inzet met een heel<br />

lange staart. Er wordt nu aangenomen<br />

dat Groningen pas rond 2080 echt<br />

helemaal leeg is. In elk geval gaat het<br />

productieprofiel van Groningen veranderen;<br />

het veld gaat op termijn een<br />

basislast leveren inplaats van, zoals<br />

nu nog en in het verleden, het opvangen<br />

van pieken en dalen in de vraag.<br />

Die pieken en dalen worden in de<br />

toekomst vooral opgevangen vanuit<br />

ondergrondse gasbergingen en de aanvoer<br />

van LNG.”<br />

Welke rol denkt Shell te gaan spelen<br />

in het op niveau houden van<br />

de aanvoer van voldoende gas<br />

naar Nederland?<br />

“Bijvoorbeeld door het importeren van<br />

vloeibaar aardgas. We hebben recentelijk<br />

een optie genomen op capaciteit in


een LNG-terminal die wordt gebouwd<br />

op de Maasvlakte. Wij hebben als Shell<br />

een aantal opties om LNG te importeren,<br />

uit Noord-Afrika, Nigeria en het<br />

Midden-Oosten.”<br />

“Ook de import van pijpleidinggas<br />

uit Rusland is een mogelijkheid. We<br />

zijn met Gazprom in discussie over<br />

een aantal zaken. Denk ook aan het<br />

bezoek kort geleden van een Nederlandse<br />

industriedelegatie aan Rusland<br />

met een integraal plan om gasvelden<br />

in het Siberische Yamal te ontsluiten.”<br />

Waarom sluit Shell capaciteitscontracten<br />

en investeert zij niet<br />

zelf in een LNG-terminal?<br />

“Het is geen dogma om niet in terminals<br />

te investeren, maar in Noord-Amerika<br />

en Noordwest-Europa werken we<br />

bij voorkeur met lange-termijncontracten<br />

die ons het recht geven een deel<br />

van de capaciteit van een terminal te<br />

gebruiken. Wij kunnen ons geld over<br />

het algemeen rendabeler investeren in<br />

andere activiteiten, zoals in exploratie<br />

en productie. Soms is het echter beter<br />

om wel eigen capaciteit te bezitten.<br />

Bijvoorbeeld in India, waar wij een<br />

markt zagen ontstaan terwijl anderen<br />

die visie niet deelden. Dus besloten we<br />

om zelf bij Hazira een terminal te bou-<br />

wen. Die overigens zo succesvol is dat<br />

we hem al gaan uitbreiden.”<br />

Hoe staat het met de productie<br />

van renewables door Shell in<br />

Nederland?<br />

“We zijn voor de helft eigenaar van<br />

NoordzeeWind met een park bij<br />

Egmond aan Zee. De ervaring daarmee<br />

in het eerste jaar van operaties<br />

is dat het inderdaad minder makkelijk<br />

is om offshore-windparken te exploiteren<br />

dan molens op land. Vooral het<br />

snel oplossen van storingen is lastig en<br />

kostbaar. We hebben aanloopproblemen<br />

gekend die nu worden opgelost.<br />

Het is niet voor niets een demonstratieproject<br />

waarvoor de overheid extra<br />

subsidie wilde geven.”<br />

Nog meer windactiviteiten in<br />

Nederland voorzien?<br />

“In principe willen we hier investeren<br />

in meer offshore wind, maar dat zal<br />

afhangen van het subsidiestelsel dat<br />

de overheid biedt en ook of de regelgeving<br />

stimulerend is. Op dit moment<br />

functioneert er helemaal geen subsidiesysteem<br />

voor offshore wind en<br />

mede door ruimtelijke-ordeningproblemen<br />

ligt daardoor de hele verdere<br />

ontwikkeling van offshore wind stil.”<br />

5 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

Wat doet windenergie overigens<br />

nog in de portefeuille van Shell?<br />

Na de verkoop een paar jaar geleden<br />

van het elektriciteitsproductiebedrijf<br />

InterGen concentreert<br />

het bedrijf zich op moleculen, niet<br />

op elektronen.<br />

“Windenergie is een activiteit waar we<br />

al lang een rol in spelen in onze speurtocht<br />

naar mogelijke grootschalige<br />

activiteiten in renewables. Koolwaterstoffen<br />

zijn uiteindelijk eindig en wind<br />

is een van de opties. Bovendien genereren<br />

we voor onze eigen activiteiten<br />

in raffinage en chemie nog steeds veel<br />

elektriciteit.”<br />

“We blijven interesse houden in het<br />

exploiteren van windparken, al verschuift<br />

de aandacht daarbij wel naar<br />

heel grote parken in de Verenigde Staten.<br />

Momenteel zijn onshore windparken<br />

in bijvoorbeeld het noordwesten<br />

van Texas al winstgevend zonder subsidies.<br />

Shell heeft daar dan ook plannen<br />

om met een partner een park<br />

van 3.000 MW te ontwikkelen. Ter<br />

vergelijking: Egmond heeft 108 MW<br />

capaciteit.”<br />

Hoeveel interesse heeft Shell in<br />

CCS, carbon capture and storage,<br />

het opvangen en opbergen van<br />

“wat betreft<br />

technologie is dit<br />

een slim land. nog<br />

beter wordt het<br />

als we ook qua<br />

regelgeVing en<br />

Vergunning-<br />

Verlening slim en<br />

snel kunnen zijn.”


“amsterdam<br />

en den haag<br />

hebben inmiddels<br />

ook al eigen<br />

klimaatdoelstellingen,<br />

dat<br />

schijnt nodig<br />

te zijn.<br />

mij lijkt het<br />

belangrijker<br />

om landelijke<br />

consistentie te<br />

hebben.”<br />

CO 2 in een leeg gasveld, zoals dat<br />

onder Barendrecht?<br />

“Als je kijkt naar de doelstellingen van<br />

de Nederlandse en Europese overheid,<br />

dertig, respectievelijk twintig procent<br />

CO 2-reductie in 2020, dan weet je dat<br />

je daarbij absoluut CCS nodig hebt.<br />

Maar we hebben er nog geen ervaring<br />

mee en de benodigde regelgeving ontbreekt<br />

geheel. Het is voor iedereen,<br />

ook voor ons, heel belangrijk om hier<br />

meer kennis over op te doen.”<br />

Wat denkt Shell met de porieruimte<br />

in lege gasvelden in haar<br />

concessiegebieden te kunnen<br />

doen? Zelf exploiteren via een<br />

eigen CO 2-opbergmaatschappij,<br />

of de porieruimte te koop<br />

aanbieden?<br />

“De jury vergadert er nog over, zoals<br />

de Amerikanen zeggen. Shell wil nu in<br />

elk geval leren en de beste manier is<br />

om daar eigen velden voor te gebruiken.<br />

De karakteristieken van het veld<br />

bij Barendrecht kennen we door en<br />

door en op Pernis hebben we zuivere<br />

CO 2 beschikbaar om het demonstratieproject<br />

mee uit te voeren.”<br />

“Nog onbeantwoord is de vraag of wij<br />

alleen oplossingen gaan uitwerken<br />

voor het reduceren of neutraliseren<br />

van onze eigen emissies, of dat we ons<br />

willen opstellen als een soort ‘afvalverwerker’<br />

die ook CO 2 van anderen<br />

opbergt. Veel zal afhangen van de economie<br />

van CCS, en die is nu nog grotendeels<br />

onbekend.”<br />

Wat is de visie van Shell op het<br />

eigendom van het transportnetwerk<br />

van CO 2 naar de punten<br />

6 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

waar het opgeborgen kan worden,<br />

bijvoorbeeld een leeg gasveld<br />

of een diepe waterlaag, een<br />

aquifer?<br />

“In het Golfgebied van de Verenigde<br />

Staten bestaat een CO 2-infrastructuur<br />

die eigendom is van een onafhankelijke<br />

partij die op basis van<br />

open access een buisleiding exploiteert<br />

voor transport tussen CO 2-bronnen<br />

en -afnemers. Die laatsten kunnen<br />

ook oliemaatschappijen zijn die CO 2<br />

gebruiken voor enhanced oil recovery.<br />

Dit is een interessante beheersvorm<br />

voor de infrastructuur die ook<br />

hier goed toepasbaar zou zijn.”<br />

Is het denkbaar dat de hele infrastructuur<br />

voor CO 2-berging een<br />

staatsbedrijf wordt?<br />

“Als je ziet dat de staat via het eigendom<br />

van Gasunie, TenneT en Pro-<br />

Rail al eigenaar is van de hoofdinfrastructuur<br />

van gas, elektriciteit en rail,<br />

dan is zoiets best denkbaar. We moeten<br />

ons realiseren dat het op termijn<br />

gaat over een heel grote infrastructuur<br />

voor CO 2-berging, op land en ook offshore,<br />

waarschijnlijk ook internationaal<br />

gekoppeld aan andere CCS-systemen.<br />

Maar nogmaals, we zitten nog te<br />

vroeg in het studie- en demonstratieproces<br />

om daar al harde uitspraken<br />

over te doen.”<br />

Wat zijn nu nog de grote onbeantwoorde<br />

vragen rond CCS waar<br />

een project als Barendrecht antwoord<br />

op moet geven?<br />

“Bij aquifers weten we nog bijna niets<br />

van de geologische structuren. In<br />

Australië boren we momenteel in een<br />

aquifer en leren daar veel van. Verder<br />

weten we nog te weinig van de kosten<br />

en opbrengsten van CCS en dus van<br />

de mogelijke economie ervan. Niets is<br />

nog geregeld rond het eigendom van<br />

CO 2 in een ondergronds reservoir en<br />

dus ook niet over aansprakelijkheid.<br />

Een ander belangrijk punt betreft de<br />

vergunningen. Gemeenten en provincies<br />

hebben hier geen ervaring mee.<br />

Moeten ze dat allemaal zelf uitvinden<br />

of schiet de rijksoverheid hierbij<br />

te hulp?”<br />

Denkt bij al die zakelijke afwegingen<br />

ook nog iemand aan de bewoners<br />

als een CCS-project op land<br />

wordt uitgevoerd?<br />

“Iedereen moet veel werk maken van<br />

het vertellen wat een CO 2-opbergingsproject<br />

eigenlijk is. Zeker de mensen<br />

in het gebied waar je wilt opslaan<br />

moeten precies weten waar ze aan toe<br />

zijn. Als eerste reactie zullen mensen<br />

huiverig reageren. Kan de grond gaan<br />

borrelen? Wat gebeurt er als CO 2 ontsnapt?<br />

Kan het überhaupt ontsnappen?<br />

Begrijpelijke vragen. Daar moeten<br />

snel heldere antwoorden op worden<br />

gegeven.”<br />

Eind vorig jaar tekende het<br />

Nederlandse bedrijfsleven met<br />

de overheid een Duurzaamheidsakkoord.<br />

Daarin onderschrijft<br />

het bedrijfsleven de Europese<br />

doelstelling van tenminste<br />

twintig procent reductie van<br />

broeikasgassen per 2020.<br />

Wat wil Shell Nederland daaraan<br />

bijdragen?<br />

“Het bedrijfsleven kijkt nu per indu-<br />

striesegment in hoeverre het aan deze<br />

doelstellingen kan voldoen. Via verdergaande<br />

efficiëntieverbetering op<br />

Pernis en Moerdijk zullen wij een bijdrage<br />

leveren. Hoeveel dat wordt,<br />

wordt nu uitgerekend. Barendrecht,<br />

waar we het net over hadden, zal ook<br />

bijdragen.”<br />

Nog andere bijdragen?<br />

“Het gebruik van biobrandstoffen in<br />

benzine en diesel speelt ook een rol.<br />

Al is er vooralsnog een technische<br />

limiet aan wat motoren en brandstofsystemen<br />

aankunnen aan biodiesel<br />

of ethanol. Ook is er kolenvergassing.<br />

Invoering hiervan verbetert de<br />

energie-efficiëntie maar maakt het<br />

ook makkelijker om zuivere CO 2 los<br />

te maken uit steenkool wat de CCStechniek<br />

economisch optimaliseert.<br />

We werken met een paar bedrijven en<br />

de overheid samen om mogelijke projecten<br />

te evalueren, buiten het project<br />

met een kolenvergasser voor Nuon in<br />

de Eemshaven.”<br />

Dan is er ook nog het Rotterdam<br />

Climate Initiative dat uitgaat van<br />

een CO 2-reductie met vijftig procent<br />

in het Rijnmondgebied in<br />

2025. Dat is veel verdergaand dan<br />

de industrie in het Duurzaamheidsakkoord<br />

belooft.<br />

“We hebben veel bij te dragen aan de<br />

uitdaging die Rotterdam zichzelf heeft<br />

opgelegd. Maar ik wil zijn doelstelling<br />

toch wel als ‘erg ambitieus’ omschrijven.<br />

Wij binden ons er als Shell daarom<br />

ook niet aan. Of het haalbaar is? Het<br />

is een heel hoog percentage over een<br />

heel korte periode.”


“Amsterdam en Den Haag hebben<br />

inmiddels ook al eigen klimaatdoelstellingen,<br />

dat schijnt nodig te zijn.<br />

Mij lijkt het belangrijker om landelijke<br />

- liefst zelfs Europese - consistentie te<br />

hebben zodat het bedrijfsleven weet<br />

waar het aan toe is en efficiënter aan<br />

oplossingen kan werken.”<br />

Een andere belangrijke activiteit<br />

van Shell in Nederland is brandstofverkoop.<br />

Opmerkelijk genoeg<br />

misschien nog steeds een groeimarkt,<br />

ondanks de hoge benzine-<br />

en dieselprijzen.<br />

“In elk geval slagen wij erin ons marktaandeel<br />

goed op peil te houden. De<br />

markt biedt een wat verschillend<br />

beeld, de verkopen van benzine zijn<br />

tamelijk vlak, die van diesel stijgen,<br />

vooral bij het goederenvervoer over de<br />

weg. Ook groeien in de Rotterdamse<br />

en Amsterdamse havens de verkopen<br />

van stookolie en gasolie aan zee- en<br />

binnenvaart.”<br />

Ondanks recordprijzen aan de<br />

pomp blijven de mensen rijden en<br />

groeit het aantal vrachtauto’s op<br />

de weg. Terwijl een aantal jaren<br />

geleden nog ongeveer een ‘volksopstand’<br />

dreigde en in sommige<br />

landen vrachtwagenchauffeurs<br />

raffinaderijen en brandstofdepots<br />

blokkeerden.<br />

“Wat veranderd is, is dat mensen meer<br />

begrip hebben gekregen voor de achterliggende<br />

reden van hoge olieprijzen.<br />

Ten eerste natuurlijk nog steeds<br />

de hoge accijnzen maar ook de wetenschap<br />

dat als een product minder makkelijk<br />

te produceren valt, terwijl de<br />

“als je kijkt naar<br />

de doelstellingen<br />

Van de nederlandse<br />

en europese<br />

oVerheid, dertig,<br />

respectieVelijk<br />

twintig procent<br />

co 2-reductie in<br />

2020, dan weet<br />

je dat je daarbij<br />

absoluut opVang<br />

en berging nodig<br />

hebt.”<br />

vraag ernaar stijgt, dit leidt tot hogere<br />

marktprijzen. Wat natuurlijk niet wil<br />

zeggen dat het allemaal leuk is.”<br />

Leuker kunnen we het niet maken?<br />

“Zoiets ja. Maar als Shell werken we<br />

mee aan projecten als Het Nieuwe<br />

Rijden en we hebben een proef<br />

gedaan met een aantal bedrijven met<br />

grote leaseautovloten. Daaruit blijkt<br />

dat het met een vrij eenvoudige aanpassing<br />

van de rijstijl mogelijk is om<br />

tot tien procent of meer brandstofbesparing<br />

te realiseren. Mensen kunnen<br />

echt op eenvoudige manier minder<br />

brandstof gebruiken.”<br />

Shell verkoopt in Nederland wel<br />

brandstoffen met biocomponenten<br />

erin, maar heeft geen plannen om<br />

hier ook biobrandstoffen te gaan<br />

maken?<br />

“Er is een wettelijke verplichting<br />

om biomateriaal bij te mengen, dus<br />

doen we dat. Maar we kopen het in,<br />

maken het nergens. Shell heeft vanaf<br />

het begin niet mee willen doen aan<br />

de zogeheten eerste-generatie biobrandstoffen.<br />

Inmiddels worden onze<br />

bezwaren breed gedeeld: de eerstegeneratie<br />

technologie zorgt voor relatief<br />

weinig CO 2-reductie en legt beslag<br />

op voedselgewassen.”<br />

“Tweede-generatie is een heel andere<br />

zaak, al moet daar nog veel gebeuren<br />

in de technologie-ontwikkeling. Om<br />

onze positie hierin te versterken heeft<br />

de Shell Groep zich inmiddels ingekocht<br />

in een aantal bedrijven met verschillende<br />

technologieën. De jongste<br />

investeringen zijn in een Hawaiiaanse<br />

biotechnologie-onderneming die zoekt<br />

7 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

Peter de Wit: van vloeibaar<br />

aardgas tot schone kolen<br />

Peter de Wit is in Amstelveen geboren in augustus 1949. Hij studeerde<br />

af in Economie en Politieke wetenschappen aan het Trinity<br />

College van Dublin University (B.A. Honours en M.A.). Direct na zijn<br />

afstuderen (1971) trad hij in dienst bij Shell in de sector oil marketing.<br />

Zijn eerste functie was in Australië. In zijn verdere carrière werkte<br />

hij onder andere aan het Nigeria LNG project op het eiland Bonny<br />

en was hij retail development manager bij Shell Nederland Verkoopmaatschappij.<br />

Na twee jaar eigen ondernemerschap in Australië<br />

(1990-1992) trad Peter de Wit weer in dienst bij Shell met plaatsingen<br />

in Hong Kong, Maleisië en daarna bij Shell International Gas<br />

(SIG) in Londen als general manager Zuid-Oost Azië. Hierop vervulde<br />

hij vanuit Londen banen bij Shell Coal International, Shell Trading<br />

and Shipping en toen weer SIG waar hij verantwoordelijk werd<br />

voor de Strategic Growth Unit. Bij SIG werd hij in juni 1998 aangesteld<br />

als directeur en lid van het Gas and Power Executive Committee<br />

met de verantwoordelijkheid van regional business director<br />

voor de regio Midden-Oosten. Eind 1999 werd Peter de Wit verantwoordelijk<br />

voor de regio Azië/Pacific bij Shell Gas and Power. Hij<br />

verhuisde naar Singapore in augustus 2002 als executive vice president<br />

voor Azië/Pacific. In januari 2006 keerde hij terug naar Nederland<br />

in de rol van executive vice president voor Global Business bij<br />

Gas and Power, met de verantwoordelijkheden LNG, elektriciteitsopwekking<br />

en Clean Coal Energy. Per 1 september 2007 is Peter de Wit<br />

benoemd tot president directeur van Shell Nederland B.V. Daarbij<br />

is hij op groepsniveau executive vice president Clean Coal Energy.<br />

Hij heeft tevens bestuursfuncties bij VNO-NCW (dagelijks bestuur),<br />

VNCI, VNPI en is lid van de Raad van Commissarissen van GasTerra.<br />

naar de omwerking van algen in biobrandstoffen<br />

en in een Amerikaans<br />

researchproject naar de directe omzetting<br />

van suikers in benzine.”<br />

Wanneer zal dat allemaal tot commerciële<br />

productie gaan leiden?<br />

“Niet zo snel als veel buitenstaanders<br />

hopen. In de komende tien jaar zal<br />

heel veel gebeuren, maar pas daarna<br />

zal grootschalige productie aan gaan<br />

lopen.”<br />

Maar niet in Nederland?<br />

“Natuurlijk niet op basis van binnenlandse<br />

productie van biomassa. Het<br />

dichtbevolkte Nederland kan die hoeveelheden<br />

niet leveren. Importeren<br />

via Rotterdam dan? Ik zou dat niet uitsluiten.<br />

Als het economisch beter past<br />

om biobrandstoffen niet bij de grondstofbron<br />

maar bij de markt te maken,<br />

ligt Rotterdam natuurlijk fantastisch.<br />

Qua massa zal het geen probleem zijn.<br />

Maar economisch lijkt het nu niet erg<br />

interessant om energetisch laagwaardige<br />

biomassa over grotere afstanden<br />

te gaan vervoeren, je denkt niet direct<br />

aan een bulkcarrier vol houtsnippers.<br />

Maar je moet je toch ook voorbereiden<br />

op dingen die nu nog onbekend zijn.<br />

Een half jaar geleden hadden alleen<br />

experts gehoord van de potentie van<br />

algenkweek voor biobrandstoffen, nu<br />

kijkt iedereen er naar en investeren<br />

wij erin.”<br />

Kolenvergassing zou eerder een<br />

Nederlands ding kunnen worden?<br />

“Kolen worden van oudsher al in<br />

grote massa’s over de hele wereld vervoerd.<br />

Rotterdam ligt hiervoor bijzon-<br />

der goed. In het Rijnmondgebied is<br />

bovendien veel waterstof nodig in de<br />

petrochemie. Dan kun je kolen importeren<br />

en vergassen. Daarna onttrek je<br />

er waterstof aan en kan het als ‘groen<br />

gas’ in het standaard-aardgasnetwerk<br />

worden gestopt. Dat is een procesketen<br />

waar wij momenteel serieus naar<br />

kijken.”<br />

In een voorstel van het Nederlandse<br />

bedrijfsleven om met de<br />

overheid te komen tot publiek<br />

private samenwerking voor projecten<br />

rond klimaatverandering<br />

en energieverbruik, is de slogan<br />

gehanteerd ‘Nederland Gidsland?<br />

Als het maar slim gebeurt!’ Kunnen<br />

we nog slim zijn?<br />

“Engelstaligen zeggen van Nederland<br />

wel eens dat het in staat is ‘to punch<br />

above its weight’, hardere klappen<br />

uitdelen dan het postuur doet vermoeden.<br />

De historie heeft dat geleerd,<br />

wat ook weerspiegeld wordt in het<br />

aantal hoofdkantoren van internationaal<br />

werkende bedrijven. We kunnen<br />

nog steeds slim zijn, met dus de<br />

potentie om in innovatie en technologie<br />

een gidsland te zijn. We hebben<br />

goede commerciële kenniscentra en<br />

onze technische universiteiten opereren<br />

commerciëler dan ooit. Een flink<br />

stuk van de technologische toekomst<br />

van Shell wereldwijd ontstaat in onze<br />

researchcentra in Rijswijk en Amsterdam.<br />

Wat betreft technologie is dit een<br />

slim land. Nog beter wordt het als we<br />

ook qua regelgeving en vergunningverlening<br />

slim en snel kunnen zijn.” n


‘flexibel Vlaggenschip’<br />

Veranderende marktomstandigheden en<br />

telkens scherpere milieu-eisen maken het<br />

voor Shell Pernis nodig zich te oriënteren<br />

op een nieuwe rol: die van ‘fl exibel vlaggenschip’<br />

met klanten over de hele wereld<br />

inplaats van alleen in West-Europa.<br />

• TeKST piet de wit • illuSTraTie Zoltan korai • foTo’S ernst bode •<br />

hoewel zij al meer dan een<br />

eeuw oud is en hoort tot de<br />

allergrootste van de Shell<br />

Groep, zit de raffi naderij<br />

Pernis momenteel toch in<br />

haar ‘proeftijd’. Waarin bewezen moet<br />

worden dat het complex operationeel<br />

tot de wereldtop behoort. Bij slagen<br />

volgt een reeks investeringen die Pernis<br />

moet laten groeien van een heel<br />

grote raffi naderij voor de West-Europese<br />

markt tot een net zo grote raffi naderij,<br />

maar dan met schonere producten<br />

voor een klantenkring over de hele<br />

wereld. Zoals gebruikelijk heeft ook<br />

dit project een fonkelende werktitel,<br />

Flexible Flagship. Pernis moet voor<br />

Europa het fl exibel vlaggenschip worden<br />

van de Shell-raffi nagevloot.<br />

Maar wat is nieuw hier? Is Pernis<br />

eigenlijk niet al vijftien jaar onafgebroken<br />

bezig zichzelf te vernieuwen?<br />

General manager van Shell Nederland<br />

Raffi naderij (SNR) Hans van Scherpenzeel:<br />

“Je kan ook zeggen dat een goede<br />

raffi naderij zich altijd verjongt, om bij<br />

te blijven bij een telkens veranderende<br />

toekomst. De grote constante is een<br />

continue aanscherping van de milieueisen,<br />

zowel bij onze emissies als bij<br />

productspecifi caties. Waar nu bijkomt<br />

dat onze afzetmarkten beginnen te<br />

veranderen.”<br />

Van Scherpenzeel heeft het dan vooral<br />

over Duitsland, traditioneel de grootste<br />

markt voor Pernis. Al fl ink wat<br />

jaren daalt daar de benzineverkoop,<br />

momenteel zelfs in een tempo van 5-7<br />

procent in een jaar.<br />

Van Scherpenzeel kent de Duitse markt<br />

als zijn broekzak, hij was er jarenlang<br />

raffi nagedirecteur. “De accijnsverhoudingen<br />

in Duitsland zijn zodanig dat<br />

diesel de eerste keuze is geworden<br />

voor personenauto’s. Het omslagpunt<br />

ligt er op iets van 15.000 kilometer.”<br />

En: “De dieselomzet in Duitsland groeit<br />

weliswaar, maar omdat nieuwe dieselauto’s<br />

relatief zuinig zijn, toch met weinig<br />

meer dan één procent per jaar. Het<br />

gevolg is dat Shell in Duitsland inmiddels<br />

genoeg benzine maakt om het zon-


“pernis heeft<br />

tot nu toe altijd<br />

oostwaarts<br />

gekeken [...] we<br />

gaan nu ook<br />

zeewaarts kijken<br />

met grote<br />

tankschepen.”<br />

9 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

wil wereldzee op<br />

der importen te kunnen stellen. Wel is<br />

er een grote vraag naar importen van<br />

diesel en gasolie/huisbrandolie.”<br />

Unieke strategische positie<br />

In Nederland, de tweede afzetmarkt<br />

van Shell Pernis, is het beeld minder<br />

extreem. Hier ligt het omslagpunt diesel/benzine<br />

voor personenauto’s op<br />

zo’n 35.000 km. Omdat auto’s gemiddeld<br />

zuiniger worden is hier de benzinevraag<br />

vrijwel stabiel terwijl - vooral<br />

door de grote expansie van het wegtransport<br />

- de dieselmarkt van 2006 op<br />

2007 nog toenam met twee procent.<br />

Alle traditionele markten bij elkaar<br />

opgeteld heeft Shell Pernis inmiddels<br />

een structureel overschot aan benzine.<br />

“Een deel kunnen we wegwerken door<br />

minder nafta [ruwe benzine] om te zetten<br />

in motorbenzine en die nafta te<br />

verkopen aan de chemische industrie,<br />

zoals Shell Moerdijk. Maar zelfs dan<br />

houden we benzine over waarvoor we<br />

nieuwe markten moeten vinden”, aldus<br />

de raffi naderijdirecteur. “De aandeelhouders<br />

hebben namelijk in principe<br />

besloten om Pernis niet te laten krimpen<br />

en er een regionale speler van te<br />

maken, maar om groot te blijven, zodat<br />

de economies of scale benut kunnen<br />

worden. Ook wordt geïnvesteerd in<br />

meer fl exibiliteit met behoud van een<br />

sterke integratie met de chemiefabrieken<br />

op Pernis en Moerdijk.”<br />

Een van de investeringsplannen van<br />

Flexible Flagship is daarom de bouw<br />

van pijpleidingen, opslagtanks en<br />

menginstallaties voor producten op<br />

het Shell-complex Europoort, momen-<br />

teel alleen de aanvoerhaven voor tankers<br />

met ruwe olie. Het stelt de raffi naderij<br />

in staat om grote hoeveelheden<br />

benzine zodanig te mengen (blenden)<br />

dat de partijen voldoen aan de<br />

zeer uiteenlopende specifi caties die<br />

wereldwijd worden gehanteerd, en<br />

om die benzines ook met grote tankers<br />

- 60.000 ton en groter - te kunnen<br />

transporteren.<br />

Van Scherpenzeel: “Daarmee krijgt<br />

Pernis een unieke strategische positie<br />

want er is bijna geen Europese raffi naderij<br />

die direct grote producttankers<br />

kan beladen. Wij koppelen zo lage productiekosten<br />

aan lage transportkosten,<br />

wat markten bereikbaar maakt als<br />

de Amerikaanse oostkust, het Middellandse-Zeegebied,<br />

Afrika en zelfs het<br />

Verre Oosten. Pernis heeft tot nu toe<br />

altijd oostwaarts gekeken, met transport<br />

via pijpleidingen en binnenschepen,<br />

en nu gaan we ook zeewaarts kijken<br />

met grote tankschepen.”<br />

Een andere verandering op de Duitse<br />

markt betreft de overgang uiterlijk per<br />

1 januari 2009 naar huisbrandolie met<br />

een zwavelgehalte van maximaal 50<br />

ppm (parts per million) tegen nu nog<br />

1.000 ppm. Duitsland kent nog steeds<br />

een belangrijke afzet in huisbrandolie,<br />

een ‘zusje’ van diesel uit de familie<br />

van de middendestillaten. Omdat<br />

Shell Pernis de Duitse markt van middendestillaten<br />

wil behouden, betekent<br />

dit de noodzaak om te investeren<br />

in extra ontzwavelingscapaciteit, een<br />

ander onderdeel van het Flexible Flagship<br />

project.<br />

Maatwerk in massa<br />

Met haar verwerkingscapaciteit van<br />

dagelijks ruim 400.000 vaten ruwe<br />

olie is Shell Pernis een van de grootste<br />

raffi naderijen in Europa, en traditioneel<br />

opmerkelijk fl exibel aan de<br />

ruwe-oliekant. Het complex verwerkt<br />

jaarlijks zo’n 50 tot 70 verschillende<br />

soorten ruwe olie, veel daarvan zwaar<br />

en zwavelrijk. Hierdoor is deze ‘diep<br />

complexe raffi naderij’ in staat te leven<br />

op een relatief goedkope voeding.<br />

Van Scherpenzeel: “Doel is om ook<br />

aan de productenkant meer fl exibel te<br />

worden. ‘Maatwerk in massa’ moeten<br />

we kunnen leveren. Als we onze benzine<br />

over de hele wereld willen verkopen<br />

moeten we de zeer uiteenlopende<br />

specifi caties kunnen maken die op de<br />

diverse markten worden gevraagd.<br />

In bijvoorbeeld de Verenigde Staten<br />

verschillen de specifi caties per staat,<br />

soms zelfs per stad. Bovendien veranderen<br />

de specifi caties regelmatig, bijvoorbeeld<br />

door de wettelijk vereiste<br />

toevoegingen van biocomponenten.”<br />

Een voorbeeld van de toenemende<br />

complexiteit is het effect van de groeiende<br />

hoeveelheid ethanol (gemaakt<br />

van bijvoorbeeld tarwe, maïs of suikerriet)<br />

die in steeds meer landen aan benzine<br />

moet worden toegevoegd. Ethanol<br />

heeft een hoge dampspanning die,<br />

om de automotor rustig te laten lopen,<br />

verlaagd moet worden door het wegnemen<br />

van lichte componenten uit de<br />

aardolie. Die lichte componenten vormen<br />

dan weer een goede voeding voor<br />

de stoomkrakers van de bulkchemie.<br />

Van Scherpenzeel: “Een ander onder-<br />

deel van de voorgenomen investeringen<br />

in Flexible Flagship is dan ook om<br />

een nog nauwere relatie te leggen tussen<br />

de raffi naderij en de chemie, de<br />

zogeheten oil/chemical interface. Wij<br />

leveren nu al ruim tien procent van<br />

onze productie aan de chemie, dat zal<br />

verder groeien.”<br />

Daadwerkelijk sleutelen<br />

Voordat het interne groene licht<br />

wordt gegeven voor de investeringen<br />

in Flexible Flagship, moet Pernis eerst<br />

bewijzen operationeel tot de wereldtop<br />

te behoren. “De afgelopen jaren is<br />

het complex daarin achterop geraakt”,<br />

erkent Van Scherpenzeel. “We hebben<br />

te hoge onderhoudskosten en een<br />

te lage beschikbaarheid van fabrieken<br />

en installaties door storingen. Dit jaar<br />

moeten we laten zien dat we het vereiste<br />

niveau van operational excellence<br />

hebben bereikt. Dat betekent<br />

de hoogste standaards voor, in deze<br />

volgorde, veiligheid en milieu, productkwaliteit,<br />

betrouwbaarheid van<br />

fabrieken, kostenbeheersing, energieverbruik<br />

en raffi nagemarge. Bovendien<br />

moeten de twee grote geplande<br />

onderhoudsstops van dit jaar foutloos,<br />

dus op tijd en binnen budget, worden<br />

uitgevoerd.”<br />

Is dit niet in tegenspraak met elkaar, te<br />

hoge onderhoudskosten en gelijktijdig<br />

teveel storingen? “We zitten volgens<br />

internationale benchmarking exercities<br />

hoog met onze kosten en scoren<br />

te laag in effi ciëntie”, legt Van Scherpenzeel<br />

hier uit. “Anders gezegd, we<br />

krijgen te weinig waar voor ons onder-


Hans van Scherpenzeel: “Veiligheid en<br />

milieu staan op de eerste plaats in onze<br />

lijst van operational excellence en<br />

betrouwbaarheid komt vóór kosten op<br />

onze prioriteitenlijst.”<br />

houdsgeld. De hands on tool tijd, dus<br />

hoeveel uur een onderhoudsmonteur<br />

daadwerkelijk sleutelt, inplaats van<br />

bezig is met werkoverleg en wachten<br />

op de afhandeling van procedures,<br />

kan duidelijk verbeterd worden.”<br />

En: “Het is beslist niet waar dat we<br />

minder aan onderhoud willen doen,<br />

want zoals gezegd staan veiligheid en<br />

milieu op de eerste plaats in onze lijst<br />

van operational excellence en komt<br />

betrouwbaarheid vóór kosten op onze<br />

prioriteitenlijst. We gaan nu eerst alle<br />

aandacht geven aan het verbeteren<br />

van de efficiëntie van het werk. Als de<br />

beschikbaarheid van onze fabrieken op<br />

wereldniveau ligt, wat betekent minder<br />

dan twee procent uitval per jaar<br />

in productietijd door storingen, dan<br />

kunnen de onderhoudskosten in totaliteit<br />

naar beneden. In 2007 hebben<br />

we daarom meer geld uitgegeven aan<br />

preventief onderhoud en inderdaad<br />

zagen we daardoor de beschikbaarheid<br />

verbeteren ten opzichte van 2005<br />

en 2006. Met voor de tweede helft van<br />

2007 nog weer een verbetering tegenover<br />

de eerste zes maanden.”<br />

De ploegbaas terug<br />

De veranderde strategie bij onderhoud<br />

past in een bredere reorganisatie<br />

die per maart dit jaar op de raffinaderij<br />

van kracht werd. Daarbij werden<br />

onder andere een aparte onderhoudsorganisatie<br />

actief en ook een uit<br />

het collectief losgemaakte stop- en<br />

projectenorganisatie.<br />

Hans van Scherpenzeel: “Bij onderhoud<br />

gaan we ook weer meer zelf<br />

doen, aangevuld met contractorbedrijven<br />

voor de pieken. Ondanks de<br />

krappe arbeidsmarkt hebben we hier<br />

toch voor gekozen om zo meer controle<br />

te houden over de kennis van de<br />

fabrieken en processen. Daarom ook<br />

hebben we er in de CAO-onderhandelingen<br />

voor gekozen om vier ADVdagen<br />

terug te kopen; voor Pernis<br />

scheelt dat het equivalent van dertig<br />

FTE’s aan technische krachten.”<br />

10 - ma arT / april 2008 - Shell venSter<br />

Na jaren van reductie in arbeidsplaatsen,<br />

is Shell Pernis alweer enige tijd<br />

aan het groeien. Bijvoorbeeld omdat<br />

in begin 2007 besloten werd om de<br />

eerder afgeschafte functie van ploegbaas<br />

terug te brengen. Van Scherpenzeel:<br />

“Het nadeel van het niet hebben<br />

van een direct leidinggevende in een<br />

ploeg kwam tot uiting in minder efficiënt<br />

werken. Mensen werden zelf verantwoordelijk<br />

voor hun loopbaanontwikkeling<br />

en werden daarin niet meer<br />

door een baas gecoacht. Ook kwam<br />

er minder aandacht voor kennisoverdracht<br />

van ouderen naar jongeren,<br />

wat met name belangrijk is als je aan<br />

de vooravond staat van de pensionering<br />

van de grote na-oorlogse geboortegolf<br />

en je bedrijf dus verjongd gaat<br />

worden. Met het terugbrengen van de<br />

ploegbaas is ook de span of control<br />

van het middenmanagement gereduceerd.<br />

Als je als baas twaalf mensen<br />

onder je hebt, heb je meer tijd voor<br />

coaching en ontwikkeling dan bij<br />

twintig.”<br />

Toekomst in eigen hand<br />

De werving van nieuwe mensen<br />

gebeurt temidden van “een geheel<br />

gewijzigde arbeidsmarkt”, zoals Van<br />

Scherpenzeel het omschrijft. “Er is een<br />

structureel tekort aan mensen, vooral<br />

technisch geschoolden. Toch slagen<br />

we erin om voldoende talent aan te<br />

trekken, dit jaar willen we zo’n tweehonderd<br />

mensen aannemen en daarna<br />

denken we er zo’n honderd per jaar<br />

nodig te hebben om de aanstaande<br />

pensioneringsgolf op te vangen. Het<br />

gevolg is dan ook een kleine loongolf<br />

in het Rijnmondgebied, her en der<br />

wordt gewerkt met aanbrengbonussen<br />

en soms hoor je ook van blijfpremies.<br />

Daarom ook kunnen momenteel<br />

geen ‘goedkope CAO’s’ worden<br />

afgesloten.”<br />

En: “Als we er in Nederland niet in<br />

slagen om meer jongeren technische<br />

opleidingen te laten volgen, zullen<br />

de grenzen op termijn meer en meer<br />

geopend moeten worden voor buitenlanders,<br />

anders worden de tekorten op<br />

de arbeidsmarkt een bedreiging voor<br />

de economische ontwikkeling.”<br />

Maar andere uitdagingen liggen momenteel<br />

dichterbij voor Van Scherpenzeel<br />

en de bemanning van wat straks<br />

het flexibele vlaggenschip van Shell<br />

in Europa moet worden. “Ik denk<br />

dat ergens midden 2009 de definitieve<br />

beslissing genomen gaat worden<br />

over de investeringen die nodig<br />

zijn voor ons Flexible Flagship project.<br />

De belangrijkste parameters daarvoor<br />

zijn hoe we presteren bij veiligheid,<br />

de beschikbaarheid van de fabrieken<br />

en de uitvoering van de twee grote<br />

onderhoudsstops dit jaar. Dit wordt<br />

een cruciaal jaar voor ons allemaal op<br />

de raffinaderij. We moeten bewijzen<br />

dat we het kunnen. Of ik er zenuwachtig<br />

onder ben? Niet zenuwachtig, wel<br />

voel ik de uitdaging. Maar we hebben<br />

inmiddels de juiste mensen, voldoende<br />

middelen en een goede strategie. De<br />

uitvoering, en daardoor de toekomst,<br />

hebben we dus in eigen hand.” n<br />

CO 2-veiling: ‘Destructief industriebeleid’<br />

De raffinagesector heeft zich altijd gekenmerkt door wilde economische golven.<br />

Hoge marges verleidden tot investeringen in nieuwe productiecapaciteit<br />

waarna de marges kort daarna weer door de vloer zakten.<br />

Die economische achtbaanrit kent inmiddels minder hoge toppen en diepe<br />

dalen; met name in Europa en Noord-Amerika (in omvang stagnerende<br />

markten) wordt terughoudend geïnvesteerd in nieuwe capaciteit, wel nog in<br />

procesvernieuwing en debottlenecking van capaciteit.<br />

De raffinagemarges stonden wereldwijd in 2006 en begin 2007 op een historisch<br />

hoogtepunt, om in de tweede helft van dat jaar te gaan dalen omdat de<br />

sterk gestegen ruwe-olieprijzen niet volledig doorgegeven konden worden in<br />

de productprijzen.<br />

De Europese raffinage-industrie ziet een extra risico opduiken, het politieke<br />

voornemen om grote energiegebruikers via veilingen CO 2-emissierechten te<br />

laten kopen. Hans van Scherpenzeel, algemeen manager van Shell Nederland<br />

Raffinaderij: “De rekensom is snel gemaakt. Pernis heeft in het kader van het<br />

European Trading Scheme nu rechten om per jaar iets van 5,5 miljoen ton CO 2<br />

uit te stoten. Als wij op een veiling die rechten geheel zouden moeten kopen,<br />

zou dat, tegen de koers van nu [21 euro per ton, begin maart] ruim 110 miljoen<br />

euro kosten terwijl het de bedoeling van de overheid is om telkens minder<br />

rechten beschikbaar te stellen, waarbij de politiek liefst zou zien dat de notering<br />

40 euro of meer per ton wordt.”<br />

“Alleen al die 110 miljoen euro betekent voor ons een margeverlies van 70 dollarcent<br />

per vat, wat in een neerwaartse cyclus een flink deel van de marge uitmaakt.<br />

Omdat Pernis een exportraffinaderij is, en in sterkere mate die export<br />

wil richten op niet-Europese landen, zullen die extra kosten niet of nauwelijks<br />

doorberekend kunnen worden aan de klant. In onze bedrijfstak concurreer je<br />

vooral op kosten. Hoe hoger het percentage CO 2-rechten is dat via een veiling<br />

moet worden gekocht, hoe groter de handicap die Europese raffinaderijen<br />

hebben te overwinnen tegenover concurrenten uit gebieden die geen emissierechten<br />

kennen, of ze niet laten veilen. Honderd procent veilen zou bepaald<br />

destructief industriebeleid van de EU zijn.”


grote schepen, grote co 2-uitstoot<br />

de snel groeiende wereldhandel (gegroeid met bijna 50 procent sinds<br />

2001 volgens de WTO) betekent vooral meer scheepvaart. De helft van<br />

de groei sinds 2001 komt immers uit Aziatische landen, China voorop.<br />

Rond negentig procent van alle grondstoffen en goederen reizen per schip.<br />

Er zijn ook veel schepen, naar schatting bevaren zo’n 70.000 stuks de wereldzeeën<br />

en de werven hebben volle orderboeken.<br />

Sinds het zeil en de steenkool zijn verdwenen, gebruiken schepen olie,<br />

meestal zware stookolie, vol zwavel, maximaal 4,5 procent is toegestaan, wat<br />

ook uitgedrukt kan worden als 45.000 ppm. (Vracht)auto’s in Nederland en<br />

Duitsland tanken diesel met 10 ppm zwavel.<br />

Hoeveel bunkerolie er wereldwijd wordt gebruikt is onderwerp van veel vakdiscussie,<br />

maar volgens de Britse krant The Guardian heeft de IMO (International<br />

Maritime Organisation, een VN-onderdeel) in een nog niet gepubliceerd<br />

rapport vastgesteld dat de wereldscheepvaart verantwoordelijk is voor<br />

rond vier procent van alle CO 2-emissies op aarde. Wat het dubbele zou zijn van<br />

de hele wereldluchtvaart. Luchtvaart zowel als zeevaart vallen niet onder het<br />

Kyoto Akkoord.<br />

Vanuit de scheepvaartsector wordt opgemerkt dat schepen misschien wel veel<br />

brandstof gebruiken maar efficiënt zijn: de grootste containerschepen van dit<br />

moment – de Emma Maersk klasse – gebruiken ruim 200 ton brandstof per<br />

dag, maar in dat etmaal reizen dan wel 13.000 laadkisten ruim 1.100 kilometer<br />

richting consument.<br />

Een researcher van Virent met een kolf biobenzine<br />

die van suiker is gemaakt.<br />

11 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

shell actueel<br />

men was oorspronkelijk op zoek naar een<br />

manier om organisch afvalmateriaal (koolhydraten<br />

afkomstig van cellulose-achtige<br />

grondstoffen) om te zetten in waterstof, maar al<br />

kort nadat in mei 2007 Shell Hydrogen en het Amerikaanse<br />

Virent Energy een strategische researchalliantie<br />

sloten, ontdekte men een methode om<br />

langs katalytische weg uit deze grondstoffen biobenzine<br />

te maken. Waarna dit voorjaar Shell en<br />

Virent (gevestigd in Madison, Wisconsin) een vijfjaars<br />

strategische researchovereenkomst tekenden<br />

om de productie van biobenzine met het inmiddels<br />

gepatenteerd BioForming proces verder uit te<br />

werken.<br />

Met BioForming kunnen suikers direct worden<br />

omgezet in koolwaterstofmoleculen die identiek<br />

zijn aan die uit een standaard-olieraffinaderij. Tot<br />

nu toe worden suikers gefermenteerd in ethanol<br />

dat tot maximaal zo’n tien procent aan benzine kan<br />

worden toegevoegd zonder noodzakelijke aanpassingen<br />

aan de motor en brandstofsystemen.<br />

foto: hollandse hoogte<br />

gooi nog maar eens Vol<br />

oogstafVal wordt biobenzine<br />

als het gaat over economische groei, kijkt iedereen naar China. En<br />

naar India daarna. Om het vervolgens te hebben over de gevolgen<br />

van deze groei voor de vraag naar energie. Maar in het gebied waar<br />

veel van die extra energie vandaan moet komen, het Midden-Oosten,<br />

neemt het gebruik - in stilte - even snel toe. Sinds 2003 groeit in het Golfgebied<br />

de vraag naar energie met meer dan vijf procent per jaar, bijna net<br />

zoveel als in China.<br />

In 2004 gebruikten de Golfstaten 4,9 miljoen vaten olie per dag, in 2008<br />

groeit dat, volgens de Petroleum Energy Weekly, naar 6,1 mln vaten per<br />

dag. De twee oliegebruikende grootmachten in het gebied zijn Saoedi-<br />

Arabië en Iran met in 2008 respectievelijk 2,3 en 1,9 mln vaten olie per<br />

dag.<br />

Een flink deel van de groei komt voort uit de extreem lage benzineprijs -<br />

in Saoedi-Arabië subsidieert de overheid zo sterk dat de pompprijs 6 tot 7<br />

eurocent per liter bedraagt. Omdat Riyad dit beleid niet verandert, hebben<br />

stijgende wereldmarktprijzen geen enkel effect op de vraag naar<br />

(grote) auto’s en benzine. Volgens het IEA groeit daarom de afzet van<br />

motorbrandstoffen in dit land met zo’n 60 procent tussen 2006 en 2012<br />

tegen een groei met 18 procent voor overige olieproducten.<br />

Biobenzine van BioForming kan zonder aanpassing<br />

tot vijftig procent aan standaardbenzine worden<br />

toegevoegd. Evenmin hoeft een apart distributiesysteem<br />

te worden ontworpen zoals wel het geval<br />

is met ethanol.<br />

Omdat de biobenzinemoleculen een hogere energie-inhoud<br />

hebben dan ethanol leveren ze bovendien<br />

een beter brandstofgebruik op. Als de<br />

research leidt tot de verwachte kostendaling, betekent<br />

biobenzine een uitermate interessante aanvulling<br />

op de bestaande biobrandstofproducten.<br />

De benodigde suikers kunnen komen uit bijvoorbeeld<br />

tarwestro, switchgrass (een tot 2,5 m hoog<br />

groeiend soort prairiegras), maïsstelen en suikerriet,<br />

maar ook kunnen restproducten als glycerol,<br />

glucose en zetmeel worden gebruikt.<br />

De huidige verwachting is dat in het begin van<br />

de volgende decade een demonstratiefabriek<br />

gebouwd kan worden als voorbereiding voor latere<br />

grootschalige commerciële biobenzinefabrieken.


12 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

strategische<br />

sprong<br />

De aanloop was lang, maar Shell maakt nu de sprong naar een grotere productie<br />

uit een sterk toegenomen voorraadpositie. De basisstrategie van het bedrijf blijft<br />

onveranderd: ‘More upstream, profi table downstream’.<br />

het kost wat, maar dan heb<br />

je ook iets; als dit ergens<br />

waar is, dan bij het invullen<br />

van de bedrijfsstrategie<br />

van Royal Dutch Shell. In<br />

2008 wordt naar schatting $26-27 miljard<br />

geïnvesteerd in nieuwe projecten<br />

die vanaf 2010 moeten leiden tot een<br />

gestage productiegroei van 2-3 procent<br />

per jaar. “Het grootste uitgavenprogramma<br />

in de bedrijfsgeschiedenis<br />

en ook het grootste in de bedrijfstak”,<br />

aldus chief executive Jeroen van der<br />

Veer tegen pers en fi nanciële analisten<br />

op strategiepresentaties in maart. *)<br />

Immers, van 2004 tot en met 2007<br />

heeft Shell al $60 miljard geïnvesteerd<br />

Het Lunskoye A platform voor de<br />

kust van het Russische eiland<br />

Sakhalin is een voorbeeld van de<br />

lange-termijn strategie van Shell<br />

om via grote - en dure - projecten<br />

nieuwe productiecapaciteit te<br />

ontsluiten. Het platform<br />

produceert olie en gas.<br />

in de toekomst - en daarnaast ook nog<br />

eens $55 miljard uitgekeerd aan dividend<br />

en inkoop van eigen aandelen.<br />

Meer dan 50 grote projecten heeft<br />

Shell momenteel in ontwikkeling en<br />

uitvoering en daarnaast nog talrijke<br />

kleinere. Van de investeringen gaat<br />

zo’n 80 procent naar de upstreamsector,<br />

het opsporen en tot productie<br />

brengen van olie- en gasvelden. Samen<br />

omvatten de onderhanden projecten<br />

zo’n 10 miljard vaten olie-equivalent<br />

aan voorraden - na uitvoering voegt dit<br />

ongeveer een miljoen vaten productiecapaciteit<br />

per dag toe. In 2007 lag de<br />

gemiddelde productie op 3,2 miljoen<br />

vaten o.e. per dag.<br />

• TeKST hans lagendaal • foTo shell •<br />

De strategiepresentatie was in sterke<br />

mate een ‘goed nieuws show’: na de<br />

reservekwestie van 2004 heeft Shell<br />

zichzelf gereorganiseerd met een<br />

sterke nadruk op de ontwikkeling van<br />

grote, complexe en dure projecten die<br />

daardoor een relatief lange aanlooptijd<br />

kennen, maar dan vervolgens wel zorgen<br />

voor een langjarige bijdrage aan<br />

de productie.<br />

Om de grote projecten goed uit te<br />

kunnen voeren, heeft Shell de voorbije<br />

jaren ook sterk geïnvesteerd in<br />

het aantrekken van (veelal technisch<br />

geschoolde) mensen, vorig jaar weer<br />

zo’n vijfduizend, het trainen van de staf<br />

(vooral in projectmanagement) en het<br />

*) Een webcast van de strategiepresentatie en de daarbij getoonde illustraties zijn te vinden op www.shell.com onder de button ‘March 2008 strategy update’.<br />

versterken van de technologie-inhoud<br />

van het bedrijf, waarbij de R&D-uitgaven<br />

groeiden van rond $500 miljoen in<br />

2004 tot $1,2 miljard in 2007.<br />

Sprong voorwaarts<br />

Na de lange aanloop is nu het moment<br />

voor de ‘grote sprong voorwaarts’ aangebroken.<br />

“Het bouwen van belangrijke<br />

nieuwe heartlands in energievoorziening”,<br />

zoals Jeroen van der<br />

Veer het omschreef.<br />

Tot de grootste investeringen die in<br />

uitvoering zijn als nieuwe energiekernen,<br />

horen:<br />

n Nieuwe productiecapaciteit in<br />

vloeibaar aardgas (LNG): 7 mil-


joen ton capaciteit erbij in 2012,<br />

een groei met 50 procent vergeleken<br />

met 2007. Nieuwe LNG-treinen<br />

zijn in aanbouw in Rusland,<br />

Australië, Qatar en Nigeria.<br />

n Nieuwe raffi nage- en GTL-productiecapaciteit<br />

- een toename met<br />

300.000 vaten per dag, een groei<br />

met zo’n 8 procent.<br />

In Qatar (GTL) werken momenteel<br />

20.000 mensen op de bouwplaats,<br />

dat groeit door naar 35.000 eind<br />

dit jaar.<br />

In 2010 is de gemiddelde grootte<br />

van een Shell-raffnaderij 20 procent<br />

meer dan in 2004, wat lagere<br />

kosten per eenheid product<br />

betekent.<br />

n Verdergaande groei in productie-<br />

en verwerkingscapaciteit bij<br />

oliezanden in Canada: een extra<br />

60.000 vaten/dag is nu in ontwikkeling<br />

- het in de tijd verdergelegen<br />

productiepotentieel in alle<br />

inmiddels aangekochte mijnconcessies<br />

(Shell-aandeel) bedraagt<br />

574.000 vaten/dag.<br />

n Een groei in chemie (nieuwe capaciteit<br />

in Singapore) met de producten<br />

ethyleen (plus 13 procent voor<br />

het totale Shell-bedrijf) en monoethyleenglycol<br />

(plus 60 procent).<br />

n Naast de actuele investeringen die<br />

10 miljard vaten o.e. uit de voorraden<br />

ontsluiten tot een productievolume<br />

van rond 1 miljoen vaten<br />

o.e. per dag, heeft Shell nog 20<br />

potentiële nieuwe projecten in<br />

ontwerp die 6 miljard vaten o.e.<br />

aan ontdekte voorraden kunnen<br />

commercialiseren in een productieomvang<br />

van 800.000 vaten o.e.<br />

per dag.<br />

Stabiele oliezanden<br />

De kern van de ondernemingsstrategie<br />

blijft onveranderd, vertelde Van<br />

der Veer, ‘more upstream, profi table<br />

13 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

“shell heeft een zeer<br />

opwindend lange-termijn<br />

inVesteringsprogramma<br />

onder handen.”<br />

downstream’. Dus zoveel als mogelijk<br />

groeien in het produceren van olie en<br />

gas en selectief investeren in raffi nage<br />

en chemie. Van der Veer: “Het is geen<br />

goede strategie als die om de paar jaar<br />

veranderd moet worden.”<br />

De strategie moet voeren naar een<br />

situatie waarin de kern van de Shellactiviteiten<br />

bestaat uit langlopende<br />

upstreamprojecten die zich bovendien<br />

kenmerken door relatief geringe<br />

natuurlijke productiedalingen. Een<br />

belangrijk element in dat laatste spelen<br />

de Canadese oliezanden die een zeer<br />

stabiel productieprofi el opleveren.<br />

Van der Veer benadrukte bij de presentatie<br />

dat vier prioriteiten gelden bij de<br />

uitvoering van de strategie:<br />

Op de eerste plaats komt de veiligheid<br />

van mensen en processen; daarna operationale<br />

topkwaliteit waarbij alles<br />

wat Shell doet, in vergelijking met de<br />

concurrentie, in het eerste kwartiel<br />

moet zitten, ook qua kosten, emissies<br />

voorraden en<br />

bewezen reserves<br />

Shell heeft in gebieden waarvoor het<br />

opsporings- en/of productierechten<br />

bezit, in totaal 66 miljard vaten olieequivalent<br />

(olie, oliezanden, gas, condensaat,<br />

en natural gas liquids, omgerekend<br />

naar de energiewaarde van een<br />

vat ruwe olie) aan voorraden gevonden.<br />

Deze zogeheten resources lagen<br />

in 2005 nog op 60 miljard vaten o.e.<br />

De actuele voorraden hebben samen<br />

55 jaar productief leven voor de boeg.<br />

Via investeringen (in productiecapaciteit<br />

en marktontwikkeling) kunnen uit<br />

deze voorraden bewezen reserves volgens<br />

de normen van de SEC (de Amerikaanse<br />

beurstoezichthouder) worden<br />

gemaakt.<br />

Eind 2007 bedroegen de bewezen<br />

reserves (proven reserves) van Shell<br />

11,9 miljard vaten olie-equivalent,<br />

vrijwel onveranderd ten opzichte van<br />

een jaar eerder ondanks een productie<br />

over heel 2007 van 1,2 miljard vaten<br />

olie-equivalent.<br />

De groei in voorraden kwam in 2007<br />

vooral door exploratiesuccessen: via<br />

exploratieboringen werden 1,4 miljard<br />

vaten o.e. toegevoegd en met hulp<br />

van evaluatieboringen konden in al<br />

bekende reservoirs nog eens 600 miljoen<br />

vaten o.e. worden aangetoond.<br />

Bij de bewezen reserves was er een<br />

verlies in 2007 door de reductie van<br />

het aandeel van Shell in het Sakhalinproject<br />

(waarin Gazprom een meerderheidsbelang<br />

verwierf) plus een winst<br />

door de aankoop van het deel van<br />

Shell Canada dat nog aan de beurs<br />

stond genoteerd. Alle op- en aftellingen<br />

van de bewezen reserves bij elkaar<br />

leidden tot een organische reservevervanging<br />

(organic reserves replacement)<br />

van 124 procent in 2007.<br />

en beschikbaarheid van fabrieken; als<br />

derde een topkwaliteit projectmanagement;<br />

en als vierde een technologieniveau<br />

waarmee Shell uitstijgt boven de<br />

concurrenten.<br />

Citaat uit de Financial Times na de presentatie<br />

van de strategy update: “Een<br />

scherpe daling van de olieprijs kan<br />

het investeringsprogramma van Shell<br />

onder druk zetten. Als de kosten blijven<br />

oplopen kunnen de rendementen<br />

zelfs nog dieper vallen. Maar als de<br />

projecten eenmaal draaien zullen ze<br />

uiterst winstgevend zijn.<br />

Tom Ellacot van de energie research<br />

groep Wood Mackenzie, zei: ‘Shell<br />

heeft een zeer opwindend lange-termijn<br />

investeringsprogramma onder<br />

handen. Als ze dit draaiende krijgen<br />

en ze de projecten opleveren op de<br />

manier die ze beloven, zal het bedrijf<br />

de komende tien jaar in een zeer sterke<br />

positie verkeren’.” n


14 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

shell scenario’s: ieder voor zich, of samenwerken?<br />

waarheden &<br />

gevolgen<br />

Een voorbeeld van een ‘legaat’-project<br />

(erflating naar de toekomst) is de<br />

bouw van Pearl, het immense Gas to<br />

Liquids project in Qatar.<br />

Pearl levert vanaf 2010 hoogkwalitatieve<br />

middendestillaten.<br />

• TeKST piet de wit • foTo shell •<br />

Ontstaat de nieuwe energievoorziening van de<br />

wereld via een wilde, ongecoördineerde afvalrace<br />

of wordt er planmatig samengewerkt?<br />

In haar jongste energiescenario’s bepleit Shell de<br />

tweede aanpak (‘Blueprints’), maar de actualiteit<br />

biedt veel bewijzen van het eerste (‘Scramble’).<br />

Vechtpartij, worsteling, geduw.<br />

Ofwel het Scramble<br />

scenario. Ieder voor<br />

zich en tegen de ander. De<br />

hardste, slimste en snelste<br />

gaat als eerste over de meet, met<br />

langs de weg de narokende resten van<br />

falende concurrenten. Nationalisme<br />

overheerst, met consumenten die de<br />

voor hen makkelijkste opties kiezen.<br />

Of gaan we samen op ontdekkingsreis,<br />

na eerst de opties en mogelijke route<br />

besproken en gewogen te hebben,<br />

gebundeld in een geharmoniseerde<br />

aanpak. Succes wordt in dit Blueprints<br />

scenario een teamprestatie, met<br />

coalities die zich vormen op basis van<br />

gedeeld belang, niet uit altruïsme.<br />

Met Scramble en Blueprints hebben<br />

de scenario-ontwerpers van Shell<br />

twee mogelijke ontwikkelingslijnen<br />

naar 2050 gedefinieerd. Het is geen<br />

toekomstvoorspelling, wel een intellectuele<br />

analyse van aanleiding en<br />

mogelijke gevolgen van de aanstaande<br />

energietransitie. De analyse vormt een<br />

belangrijke toets voor de Groepsstrategie<br />

- en investeringen - van Shell.<br />

De aanleiding tot de energietransitie<br />

wordt bij Shell al enige tijd onderbouwd<br />

met ‘drie harde waarheden’.<br />

Waarheid één: de wereldbevolking<br />

groeit, de welvaart ook, met als gevolg<br />

een snelle toename van de vraag naar<br />

energie. In 2050 minstens het dubbele<br />

van nu, als de wereld doorgaat op de<br />

huidige manier.<br />

Waarheid twee: easy oil and gas,<br />

ofwel relatief eenvoudig te produceren<br />

olie- en gasreserves, zullen niet<br />

in staat zijn de vraag bij te houden. Er<br />

is olie en gas genoeg, maar door limiteringen<br />

(kapitaal, arbeid, politiek,<br />

milieu/klimaatbeleid) blijft de productiecapaciteit<br />

achter bij de vraag.<br />

Waarheid drie: voorlopig blijven de<br />

emissies van broeikasgassen oplopen<br />

terwijl over een breed front publiek en<br />

politiek een reductie eisen vanwege<br />

klimaatangst.<br />

De drie waarheden stromen samen in<br />

een onafwendbare zekerheid: zelfs als<br />

de nu gebruikte energiebronnen maximaal<br />

worden aangesproken, met inbegrip<br />

van onconventionele olie (oliezanden),<br />

kernenergie en renewables,<br />

zullen vraag en aanbod botsen, òf de<br />

wereld moet radicaal nieuwe technieken<br />

bedenken om tot ander en vooral<br />

zuiniger gebruik te komen.<br />

Heftige reacties in markt<br />

In het Scramble scenario proberen landen<br />

met alle kracht de eigen energievoorziening<br />

zeker te stellen. Ze doen<br />

dit met bilaterale verdragen met energie-exporteurs<br />

en een snel groeiend<br />

gebruik van binnenlandse steenkool<br />

en biomassa. Ondanks veel retoriek<br />

wordt relatief weinig gedaan aan energiebesparing<br />

en CO 2-reductie tot het<br />

moment dat het scheef loopt, waarop<br />

heftige reacties in de markt en dus ook<br />

in de samenleving volgen.<br />

Grote voorraadlanden en landen die<br />

daar ‘voorkeursakkoorden’ mee heb-


en gesloten, proberen elk de eigen<br />

welvaart te maximaliseren; het leveren<br />

van een bijdrage aan een meer<br />

duurzame internationale gemeenschap<br />

staat niet voorop.<br />

Of er ooit aan voldaan kan worden, is<br />

onbekend, maar de scenaristen van<br />

Shell zien in het Scramble-model de<br />

wereldvraag naar energie in 2050 in<br />

potentie oplopen tot ongeveer 450<br />

miljoen vaten olie-equivalent per dag<br />

tegen nu 230 miljoen.<br />

In 2050 nemen fossiele brandstoffen<br />

nog steeds 55 procent in van het<br />

totaal, tegen nu iets meer dan 80 procent.<br />

Vooral het kolengebruik neemt<br />

sterk toe, met daardoor ook een versterkte<br />

CO 2-emissie.<br />

Gesimplificeerd weergegeven kan<br />

Scramble tot de volgende drietrapsontwikkeling<br />

leiden:<br />

1) Landen reageren op verkrappende<br />

aanvoer met een vlucht in kolen,<br />

onconventionele olie en gas en<br />

biobrandstoffen;<br />

2) als de productie van fossiele bronnen<br />

niet langer volgehouden kan<br />

worden, ontstaat een tekort aan<br />

energie;<br />

3) waarop overheden reageren met<br />

diepingrijpende maatregelen, zoals<br />

beperkingen van de persoonlijke<br />

mobiliteit.<br />

Schoon fossiel<br />

Het Blueprints scenario is meer<br />

beheerst: in 2050 een vraag van ongeveer<br />

375 miljoen vaten olie-equivalent<br />

met daarin overigens 60 procent fossiele<br />

brandstoffen.<br />

Waarom nog zoveel fossiel? Omdat<br />

internationale coalities leiden tot effectieve<br />

CO 2-reducties, vooral door grootschalige<br />

opvang en berging ervan<br />

(CCS, carbon capture and storage) bij<br />

met name elektriciteitsproductie. Hierdoor<br />

ontstaat ‘schoon fossiel’ dat qua<br />

economie, moraliteit (geen gebruik<br />

van voedselgewassen voor mobiliteit)<br />

en CO 2-emissies beter scoort dan bijvoorbeeld<br />

biobrandstoffen.<br />

In Blueprints ook kan de concentratie<br />

van broeikasgassen in de atmosfeer<br />

op 550 ppmv (parts per million in<br />

volume) worden gehouden, beter dan<br />

elke mogelijke uitkomst in een Scramble-achtige<br />

wereld. (Momenteel is de<br />

CO 2-concentratie rond 380 ppmv.)<br />

Blueprints is overigens geen scenario<br />

van wereldwijde uniforme afstemming,<br />

er ontstaat vooral in aanvang<br />

een lappendeken aan heffingen, prikkels,<br />

standaards en regels. Zoals op dit<br />

moment niet alleen Europa en de Verenigde<br />

Staten sterk verschillen in aanpak,<br />

maar ook landen en staten binnen<br />

deze twee blokken eigen regels<br />

en normen bedenken. Langzaam maar<br />

gestaag moet dit leiden tot koppeling<br />

van systemen en meer uniformiteit -<br />

en daardoor meer effectiviteit.<br />

Transport wordt elektrisch<br />

Stel dat Blueprints inderdaad het<br />

model wordt waarlangs zich de groei<br />

ontwikkelt, wat zijn in 2050 dan de<br />

15 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

Shell energie scenario’s<br />

demografie vraag milieu/klimaat<br />

keuzen bronnen technologie<br />

Beleid Prijzen Legaat Innovatie Concurrentie<br />

Veranderingen in structuur<br />

en regelgeving achteraf<br />

Een wereld van coalities en<br />

versnelde veranderingen<br />

kenmerken van het energiesysteem?<br />

Een aantal aannamen:<br />

n Economische groei is dan ontkoppeld<br />

van CO 2-emissie. Anders<br />

gezegd: de welvaart kan blijven<br />

groeien zonder dat dit, zoals nu, leidt<br />

tot grotere broeikasgasemissies.<br />

In 2050 zouden Europeanen en<br />

Amerikanen per capita een derde<br />

minder energie kunnen gebruiken<br />

dan vandaag.<br />

n Renewables kunnen zo’n 30 procent<br />

uitmaken van het gebruik aan<br />

primaire energie.<br />

n Landtransport ontwikkelt zich<br />

vooral rond elektriciteit: hybrides,<br />

plug-in hybrides, waterstof/brandstofcelauto’s<br />

en volledig elektrische<br />

auto’s.<br />

n Van veel elektriciteitscentrales die<br />

kolen en gas als brandstof gebruiken,<br />

zal de CO 2 worden afgevangen<br />

en opgeborgen.<br />

Geen kleine taakstelling: in de OESOlanden<br />

moet in 2050 bijna 90 procent<br />

en in de rest van de wereld 50 procent<br />

van de centrales zijn voorzien van<br />

CCS-technologie. Nu is dat nog bij nul<br />

centrales het geval.<br />

De beste balans<br />

Traditioneel gebruikt Shell de scenario’s<br />

om zich voor te bereiden op de<br />

effecten van mogelijke toekomsten,<br />

zonder daarbij een voorkeur uit te<br />

spreken. Anno 2008 is het anders en<br />

wordt een overduidelijke aanbeveling<br />

gedaan: “Gezien de noodzaak om<br />

In komende vijf jaar<br />

wordt route bepaald<br />

Aan de nieuwe energietoekomst<br />

liggen diverse ontwikkelingen ten<br />

grondslag: de groei van de wereldbevolking,<br />

de toename van de welvaart<br />

en nieuwe milieu-eisen. Ook<br />

spelen een rol de beschikbaarheid<br />

van energiebronnen, keuzes en<br />

voorkeuren van de consument en<br />

technologieontwikkeling.<br />

De ontwikkelingen monden uit in<br />

politiek beleid, prijsontwikkelingen,<br />

innovatie, concurrentie en iets dat<br />

legaat (erflating naar de toekomst)<br />

genoemd kan worden.<br />

Dit hele mengsel leidt tot een maatschappelijke<br />

en technologische ontwikkeling<br />

die de scenario-afdeling<br />

van Shell heeft gebundeld in twee<br />

denkbare transformatierichtingen<br />

voor de komende vijftig jaar, Scramble<br />

en Blueprints. Beide zijn uitdagend,<br />

geen is ideaal, beide zijn<br />

mogelijk. De keuzen die de komende<br />

vijf jaar worden genomen zullen in<br />

belangrijke mate de verdere route<br />

bepalen.<br />

Scramble is een wereld vol energienationalisme<br />

waarbij achteraf ontwikkelingen<br />

en veranderingen worden<br />

gereguleerd. Blueprints is een<br />

wereld van coalities en van versnelde<br />

structurele en beleidsmatige<br />

veranderingen.<br />

voor onze investeerders en kleinkinderen<br />

de klimaatrisico’s te beheersen,<br />

geloven we dat Blueprints de beste<br />

balans biedt tussen economie, energie<br />

en milieu”, aldus de top van de<br />

onderneming.<br />

Blijft tot slot de vraag: hoe kan gestimuleerd<br />

worden dat het scenario van<br />

Blueprints realiteit wordt inplaats van<br />

Scramble? Een dubbele aanbeveling:<br />

1) Er moet een internationaal marktgericht<br />

(cap and trade) handelssysteem<br />

van CO 2-emissierechten<br />

worden opgericht.<br />

2) Carbon capture and storage<br />

(CCS) is cruciaal als ‘brug naar een<br />

schonere toekomst’ en verdient<br />

daarom de steun van overheden.<br />

CCS moet onderdeel gaan vormen<br />

van het CO 2-handelssysteem. Een<br />

ton ondergronds opgeborgen CO 2<br />

is immers net zo goed als een ton<br />

niet uitgestoten kooldioxide.<br />

Daarnaast zijn maatregelen nodig voor<br />

diverse segmenten in de economie. Bij<br />

transport zijn een betere brandstofefficiëntie<br />

noodzakelijk plus geharmoniseerde<br />

brandstofstandaards, met een<br />

focus op de kwaliteit en niet de kwantiteit<br />

van biobrandstoffen.<br />

Bij elektriciteitsopwekking zijn eenvoudige<br />

en geloofwaardige doelen<br />

nodig voor hernieuwbare energiebronnen.<br />

En voor de gebouwde omgeving<br />

zijn robuuste standaards nodig<br />

voor energiezuinigheid. n


16 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

“d&i kan eigenlijk geen ontwikkelingsprogramma Voor onderVertegenwoordigde<br />

groepen meer genoemd worden, maar is een echte ‘business enabler’.”<br />

“de loopbaan Van Vrouwen<br />

Verloopt in tegenstelling tot die<br />

Van mannen Vaak niet lineair.”


shell wil in een snel veranderende<br />

wereld thuishaven<br />

zijn èn blijven voor innovatieve<br />

en gedreven talenten:<br />

of dat nu op het gebied van<br />

boortechnologie, verkoop en marketing<br />

is; of in de chemie, procurement<br />

of in research. Dat stelt eisen aan zowel<br />

bedrijf als potentiële werknemer.<br />

Josefi ne van Zanten, recent na 36 jaar<br />

afwezigheid weer naar Nederland verhuisd,<br />

keek al tijdens haar jeugdjaren<br />

met meer dan gemiddelde belangstelling<br />

naar wat mensen bindt èn scheidt.<br />

Als hoofd Diversity & Inclusion - een<br />

moeilijk vertaalbaar begrip dat zowel<br />

‘acceptatie van verscheidenheid’ als<br />

‘opneming en omarming van ondervertegenwoordigde<br />

groepen’ uitdrukt<br />

- is het haar taak Shell wereldwijd<br />

klaarwakker te houden. Want wil een<br />

veelkleurig Shell in een rap globaliserende<br />

wereld talent blijven binnenhalen<br />

èn behouden, dan moet zich dat er<br />

wel thuis en geaccepteerd voelen.<br />

Zo gezegd, zo gedaan? Allerminst, er<br />

moet nog heel wat werk verricht worden<br />

- in Europa, in Nederland, en bij<br />

17 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

de nuchtere<br />

aanpak<br />

Josefi ne van Zanten heeft bij Shell tot taak om diversiteit<br />

en inclusie te bevorderen. Wat betekent meer vrouwen in<br />

de top op Groepsniveau, meer lokaal talent leidinggevend<br />

bij nationale Shell bedrijven en meer ‘omarming’ van<br />

ondervertegenwoordigde groepen. “Wij kiezen voor een<br />

nuchtere aanpak: we presenteren D&I meer als business<br />

enabler dan als moral rights issue.”<br />

• TeKST peter konter • foTo’S ernst bode, hollandse hoogte •<br />

Shell zelf, hoe goed het bedrijf ook<br />

scoort op de D&I Index. Want de cijfers<br />

liegen er niet om: bepaalde groepen<br />

zijn sterk ondervertegenwoordigd<br />

als het gaat om hoogwaardige arbeid.<br />

En in Nederland worden bijvoorbeeld<br />

nog relatief weinig vrouwen aangetroffen<br />

in topposities in het bedrijfsleven;<br />

en in Europa worden zij verhoudingsgewijs<br />

in eenzelfde functie<br />

slechter betaald.<br />

Wat heeft topvrouw Josefi ne eigenlijk<br />

voor beeld van ‘de toestand in het<br />

land’? En hoe staat Royal Dutch Shell<br />

plc ervoor?<br />

Uit de studie ‘Moving Mountains’<br />

van het European Professional<br />

Women’s Network blijkt dat er op<br />

uw werkterrein nog bergen werk<br />

verzet moeten worden - bij uitstek<br />

een mooie taak voor ‘Swiss world<br />

citizen’ Josefi ne van Zanten?<br />

“Ha, ik denk wel dat je je éérder<br />

wereldburger gaat voelen als je op je<br />

achtste van Bilthoven naar Fribourg,<br />

Zwitserland verhuist en daarna in de<br />

VS en Europa studeert en werkt. Toch<br />

anders dan als je horizon bepaald<br />

wordt door het dichtstbijzijnde dorp.”<br />

Dus geen cultuurschok bij de<br />

entree bij Shell?<br />

“Ik ben al gelijk naar Den Haag verhuisd.<br />

Na 36 jaar afwezigheid natuurlijk<br />

even wennen. Maar ik voel me erg<br />

plezierig hier. Deze stad heeft veel te<br />

bieden, en lijkt ook wel op Genève.”<br />

U bent hoofd Global Diversity &<br />

Inclusion - wat houdt dat in de<br />

praktijk in?<br />

“Ik leid een overkoepelend team dat<br />

alle relevante D&I-zaken voor de hele<br />

Shell Groep op de agenda zet; daarnaast<br />

ben ik indirect verantwoordelijk<br />

voor een aantal mensen die in teams<br />

in de afzonderlijke businesses en functiegroepen<br />

opereren. Shell Learning,<br />

Shell Talent-programma’s en Shell’s<br />

D&I teams vormen speerpunten in ons<br />

werk. Om D&I verder in alle bedrijfsprocessen<br />

in te bedden en de buitenwereld<br />

te informeren, werken we<br />

nauw samen met externe en interne<br />

communicatie.”


Josefine van<br />

Zanten in het kort<br />

n geboren: Bilthoven, 24-02 1961<br />

n opleidingen: Bachelor in<br />

Business Administration<br />

(Portland State University,<br />

Oregon); MBA Universiteit van<br />

Genève, Zwitserland<br />

n werkervaring: sales, finances,<br />

marketing, operations<br />

n sinds 1996 bij HP; de laatste<br />

jaren als hoofd Diversity &<br />

Inclusion regio Europa, Midden-<br />

Oosten en Afrika (EMEA)<br />

n huidige functie bij Shell: Global<br />

Head Diversity & Inclusion,<br />

sinds zomer 2006<br />

n talen: vloeiend Frans, Engels,<br />

Duits, Nederlands<br />

n ambities: “Dat Shell overal<br />

erkend wordt als referentiekader<br />

voor echt divers leiderschap”<br />

n twee kinderen: Leila & Pierce<br />

n vrije tijd: skiën, kunst, trektochten<br />

maken, bessen plukken<br />

“managers<br />

moeten deeltijdwerk<br />

kunnen<br />

waarderen; leren<br />

om parttimers<br />

Voor Vol aan te<br />

zien.”<br />

18 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

Wat heeft Shell, vanouds multinationaal<br />

en tegenwoordig vol<br />

overtuiging ruimte scheppend<br />

voor andere culturen en opvattingen,<br />

tot en met halal voedsel in<br />

het bedrijfsrestaurant, gebeds-<br />

en meditatieruimten en een actief<br />

wervings- en selectiebeleid op dit<br />

gebied, nog te winnen?<br />

“Sinds de late jaren negentig, de start<br />

van het D&I-beleid, werken er nu<br />

drie maal zoveel vrouwen in leidende<br />

functies bij Shell. In de topcategorie,<br />

de zogeheten letter classified banen,<br />

wordt nu 12,9 procent door vrouwen<br />

bezet, tegen 11,6 procent in 2006.<br />

Het aantal nationaliteiten is ook sterk<br />

toegenomen: 33 procent ‘local nationals’<br />

in leidende functies; tegen 25<br />

procent in 2006. Alle grote ondernemingen<br />

beconcurreren elkaar hierop,<br />

en we willen ook op dit gebied excelleren.<br />

Centraal staat dat Diversity &<br />

Inclusion - oorspronkelijk ‘to address<br />

the inclusion of underrepresented<br />

groups’ - vandaag de dag eigenlijk<br />

geen ontwikkelingsprogramma voor<br />

ondervertegenwoordigde groepen<br />

meer genoemd kan worden, maar een<br />

echte ‘business enabler’ is.”<br />

Wat betekent dit concreet?<br />

“Door D&I in al onze bedrijfsprocessen<br />

op te nemen, wordt het een sleutelelement<br />

bij werving en selectie. Shell<br />

heeft de komende decennia de beste<br />

mensen nodig, mensen die excelleren<br />

in technologie en wetenschap. Shell<br />

blijkt steeds beter in het operationaliseren<br />

van D&I kernwaarden, ook al<br />

moeten we eraan blijven werken. Om<br />

barrières en handicaps in kaart te kunnen<br />

brengen, hebben we in 2006 een<br />

groot gender- en diversity-onderzoek<br />

uitgevoerd.”<br />

Hoe moet ik me die barrières<br />

voorstellen?<br />

“Ons onderzoek wees uit dat bepaalde<br />

processen en systemen aanpassing<br />

behoefden, maar dat ook een tekort<br />

aan kinderopvang, een tekort aan rolmodellen<br />

en netwerken een rol speelden.<br />

Daarop hebben we zo’n tien<br />

projecten gestart. Verder maakt een<br />

Diversity Index deel uit van de grotere,<br />

meeromvattende Shell People Survey:<br />

vijf vragen over vrijheid van meningsuiting,<br />

waardering voor eigen mening,<br />

respect en dergelijke. Alle businessonderdelen<br />

hebben vervolgens actie<br />

ondernomen toen bleek dat vrouwen<br />

andere ervaringen hadden.”<br />

Gaat u zelf nog wel eens de<br />

fout in?<br />

“Jazeker. Ik heb vijftien jaar in Genève<br />

gewoond waar de arbeidsverhoudingen,<br />

onder invloed van de Franse cultuur,<br />

vrij hiërarchisch zijn. Nederlanders<br />

opereren net als Amerikanen<br />

meer op gelijke voet. Tijdens een van<br />

mijn eerste bijeenkomsten hier in<br />

Nederland betrapte ik mezelf erop dat<br />

ik vrij geïrriteerd reageerde op nóg<br />

een discussieronde: “Wat dóen jul-<br />

lie!? Dat hadden we toch al besloten!?”<br />

Waarop ik me bewust werd van de<br />

cultuur- en stijlverschillen, en op een<br />

andere modus overschakelde.”<br />

Geniet u voldoende ondersteuning<br />

van managers en bestuurders op<br />

het allerhoogste niveau?<br />

“Zichtbare steun en ondersteuning op<br />

het allerhoogste niveau is zeer belangrijk.<br />

We prijzen ons gelukkig met<br />

iemand als Jeroen van der Veer: die<br />

heeft echt geen D&I-hulp nodig; die<br />

doet dat uit zichzelf, als vanzelf, op<br />

een heel natuurlijke manier.”<br />

Je zou bijna zeggen: ‘Helaas is<br />

Jeroen van der Veer geen meisje’,<br />

gezien de roep van een studente<br />

Technische Bestuurskunde om<br />

vrouwelijke rolmodellen. Op het<br />

Women Inc Festival zei ze: ‘Veel<br />

vrouwen in mijn omgeving willen<br />

wel voor Shell werken maar twijfelen<br />

omdat het bedrijf zo’n mannelijk<br />

imago heeft.”<br />

“Het ‘male/white/British-Dutch’-profiel<br />

gaat steeds minder op voor Shell,<br />

maar er valt nog heel wat te doen. We<br />

hebben zeker al belangrijke topvrouwen<br />

en rolmodellen in huis: CEO Linda<br />

Cook van Gas & Power; Fran Keeth,<br />

CEO Shell Chemical; Lynn Elsenhans,<br />

Executive Vice President of Global<br />

Manufacturing, en Catherine Tanna,<br />

Executive Vice President Shell Gas<br />

& Power. Maar de cijfers blijven fragile.<br />

Misschien moeten we inderdaad<br />

nog aan onze zichtbaarheid werken;<br />

want Shell kent ook een hoog percentage<br />

vrouwen in een aantal technische<br />

beroepen: vanouds bij Chemie<br />

en Manufacturing Downstream bijvoorbeeld.<br />

Vrouwen in senior posities<br />

blijken inderdaad belangrijk als<br />

rolmodel.”<br />

Op genoemd festival bleek wel<br />

een verschil van mening tussen u<br />

en Heleen Mees - schrijfster, econoom,<br />

jurist, lid van een Hillary<br />

Clinton-supportgroep, en spraakmakend<br />

medelid van vrouwendenktank<br />

‘Women on Top’ - over<br />

het achterblijvend aantal vrouwen<br />

in topposities, met name in<br />

Nederland.<br />

“Heleen Mees en ik zijn het er over<br />

eens dat de doorstroming van vrouwen,<br />

zeker naar hogere echelons, achterblijft<br />

- terwijl diezelfde vrouwen<br />

inmiddels gemiddeld hoger opgeleid<br />

zijn dan mannen. Voor Shell willen we<br />

deze vrouwen graag binnenhalen èn<br />

behouden.”<br />

Heleen Mees betoonde zich bij die<br />

gelegenheid voorstander van wettelijk<br />

geregelde quota en een ‘gender<br />

balanced’-beleid als in Noorwegen,<br />

waar in 2008 de helft van<br />

beursgenoteerde ondernemingsbesturen<br />

vrouw zou moeten zijn.<br />

Zij denkt voor Nederland aan 15<br />

procent vrouwen in het bestuur<br />

in 2010 en 25 procent in 2015. U<br />

daarentegen kreeg kritiek te verduren<br />

omdat u zei eerder in ‘targets’<br />

- doelstellingen - te geloven<br />

dan in quota. Bovendien laakte<br />

men het ontbreken van een tijdpad<br />

bij Shell.<br />

“Quota zijn gebaseerd op cijfers, niet<br />

op verdiensten, en pinnen je vast op<br />

de status quo. De consequenties zijn<br />

aanzienlijk indien je ze niet haalt. Van<br />

de topfuncties bij Shell wordt nu 12,9<br />

procent door vrouwen vervuld. Als<br />

percentage lijkt 12,9 niet veel, maar<br />

als je de hoogtechnologische omgeving<br />

waarin we opereren in aanmerking<br />

neemt, schenken de jaarlijks<br />

groeiende percentages veel voldoening.<br />

Wij werken met doelstellingen<br />

die zijn gebaseerd op waarde of verdienste,<br />

de zogeheten merit. We willen<br />

bereiken dat aan de top 20 procent<br />

vrouw is. Doel van onze wervingsacties<br />

is 50 procent vrouwelijke afgestudeerden<br />

in commerciële functies; en<br />

28 procent in technische omgevingen.<br />

Dit zijn doelstellingen; we zoeken<br />

natuurlijk naar de grootste talenten.”<br />

U kiest voor realisme. Wat dat<br />

betreft, de steun en inzet van<br />

managers op allerlei niveaus<br />

blijkt vaak belangrijk, zo niet<br />

beslissend, bij het in gang brengen<br />

van veranderingen.<br />

“We leggen nadruk op ‘inclusie’ bij<br />

ontwikkeling, training en begeleiding<br />

via mentoraten. Bij Human Resources<br />

geven we een driedaagse D&I awareness<br />

training; en voor lijnmanagers<br />

een halve dag gender training. Een<br />

mooi voorbeeld van focus op inclusie<br />

is het Pearlproject van Shell in Qatar.<br />

Op het hoogtepunt van de bouwactiviteiten<br />

[van een gas to liquids fabriek]<br />

werken bijna veertigduizend mensen<br />

uit allerlei landen en culturen aan dit<br />

project. Leiders en managers moeten<br />

zich vooral bewust worden van<br />

cultuurverschillen; voor praktische<br />

invullingen en oplossingen kunnen<br />

ze bij mijn afdeling terecht. Het gaat<br />

vaak om kleine dingen. Het is heel<br />

belangrijk een werkomgeving te creëren<br />

waarin iedereen zijn bijdrage kan<br />

leveren. Iemand uit een meer hiërarchisch<br />

georganiseerde cultuur kan<br />

soms terughoudend reageren als een<br />

hogergeplaatste hem of haar heel<br />

direct om een mening vraagt; dan is<br />

het heel handig als een derde inspringt<br />

met ‘we haven’t heard from Chen yet,<br />

and it would be valuable to have his<br />

input’.”<br />

Shell heeft daar te maken met<br />

tientallen, zo niet honderden,<br />

onderaannemers. Zullen die er<br />

soms toch niet wat andere ideeën<br />

op na houden over bepaalde<br />

zaken?<br />

“We spreken hen van meet af aan<br />

nadrukkelijk aan op de Shell People<br />

Standard en de daarin vervatte D&Iwaarden.<br />

Wij kiezen voor een nuchtere<br />

aanpak: we presenteren D&I meer als<br />

business enabler dan als moral rights


issue. Als men inziet dat het bijdraagt<br />

aan de business resultaten wordt het<br />

sneller opgepakt en beter begrepen.”<br />

Hoe nu verder?<br />

“We focussen vooral op talent, maar bij<br />

werving hanteert Shell ook een demografisch<br />

principe: we richten ons niet<br />

voornamelijk meer op gender - sekse<br />

- maar op local nationalities. Doel is,<br />

bijvoorbeeld in Nigeria of Qatar, om<br />

een meerderheid van lokale mensen in<br />

leiderschapsposities te brengen. Nu is<br />

dat nog gemiddeld 33 procent. We willen<br />

in wederzijds vertrouwen kunnen<br />

werken, en ‘local people bring in the<br />

intangible’ - lokale mensen kennen de<br />

ongeschreven wetten, brengen de specifieke<br />

kennis van gebied en geschiedenis<br />

in, terwijl Shell bij uitstek expertise<br />

in technologie en wetenschap kan<br />

bieden.”<br />

Even terug naar het eerdergenoemde<br />

‘Women On Top’initiatief,<br />

dat zoveel aandacht<br />

trekt in de Nederlandse pers.<br />

Heleen Mees argumenteert dat<br />

veel hoogopgeleide Nederlandse<br />

vrouwen de uiterste consequentie<br />

van feminisme en D&I niet<br />

trekken: namelijk een voltijdbaan<br />

en een zeer competitieve<br />

carrière-mentaliteit.<br />

“De loopbaan van vrouwen verloopt<br />

in tegenstelling tot die van mannen<br />

vaak niet lineair. Het is een ander pad,<br />

dat ook een andersoortige kennis en<br />

kunde oplevert. Mij lijkt de gedachte<br />

dat een ander carrièreverloop niet<br />

meteen slechter betekent, belangrijk.”<br />

Heleen Mees over Nederland: “We<br />

leven in een land dat gedomineerd<br />

wordt door mannen. Aan de top<br />

van het bedrijfsleven staan zo<br />

weinig vrouwen dat Nederland<br />

in dat opzicht gelijk staat met<br />

Pakistan.”<br />

In een artikel getiteld ‘Deeltijdvrouwen<br />

zitten mij in de weg’ in<br />

een bedrijfsblad van de Hogeschool<br />

Rotterdam zegt zij: “Hoogopgeleide<br />

vrouwen doen nu allemaal<br />

relatief laagwaardig werk<br />

omdat ze de hele dag de kinderen<br />

naar en van school willen<br />

brengen en halen. Heb wat meer<br />

zelfrespect!”<br />

“Ik voel me hier niet helemaal op eigen<br />

terrein - ik ben nog maar kortgeleden<br />

in Nederland teruggekeerd.<br />

Maar bij Shell vertellen we vrouwen<br />

niet: ‘Sorry, je hebt kinderen,<br />

je telt niet mee.’ In mijn<br />

eigen team zitten heel wat 80<br />

procent werkende vrouwen<br />

met kinderen. En natuurlijk:<br />

vrouwen torsen de last van<br />

hun kinderen en daaruit voortvloeiende<br />

maatschappelijke<br />

oordelen op hun schouders mee.<br />

Veel is cultuurbepaald. Schoolboeken,<br />

vrouwelijke auteurs en rolmodellen<br />

kunnen hier veel ten goede keren,<br />

evenals aangepaste arbeidsvoorwaar-<br />

den; regelingen die zorg dragen voor<br />

goede kinderopvang bijvoorbeeld.<br />

Managers moeten deeltijdwerk kunnen<br />

waarderen; leren om parttimers<br />

voor vol aan te zien.”<br />

Uw cv vermeldt interesse in kunst.<br />

Bent u ooit kunst tegengekomen<br />

die uw gedachten of visie op de<br />

hier besproken onderwerpen op<br />

een andere manier belichaamde<br />

of uitdrukte?<br />

“Grappig, de laatste tijd heb ik over<br />

mijn ‘bronnen’ nagedacht. Populaire<br />

lectuur wordt tegenwoordig wel<br />

als cultuur erkend; en ik heb erover<br />

gedacht om, als poster, een uitvergroting<br />

uit Suske & Wiske op te hangen.<br />

Als meisje was ik er dol op. Waarom?<br />

Wiske was echt een meisje, met pop<br />

en jurk maar ook initiatiefrijk en niet<br />

bang. Suske was ooit opgepikt van een<br />

eiland, maar werd toch een volwaardig<br />

‘lid van de familie’. Sidonia, niet<br />

de moeder, was als een tante voor de<br />

kinderen, regelde veel en had scherpe<br />

inzichten. Deze ‘familie’ stak toch<br />

anders dan gemiddeld in elkaar. Latere<br />

favoriet op stripgebied was Kuifje -<br />

‘Tintin & Milou’. ‘Kuifje In Congo’<br />

bijvoorbeeld heeft me al heel jong<br />

bewust gemaakt van culturele vooronderstellingen<br />

en vooroordelen, en van<br />

stereotypen.” n<br />

19 - mei / juni 2008 - Shell venSter


Voorbij is de tijd dat de markt<br />

uitmaakte welke brandstoffen<br />

werden gebruikt voor<br />

elektriciteitsopwekking,<br />

tegenwoordig is de brandstofmix<br />

een politieke keuze. Als karikatuur<br />

getekend: gaat een land voor<br />

maximale inzet van koffieboonschillen<br />

of van kernenergie?<br />

Gelijktijdig kan de politiek zich niet<br />

geheel en al onttrekken aan de tucht<br />

van de markt, het moet technisch en<br />

economisch immers wel realistisch<br />

blijven. Zoveel koffieboonschillen zijn<br />

er nu ook weer niet op de wereld en<br />

andere als duurzaam geafficheerde<br />

systemen blijken bij nader inzicht niet<br />

echt duurzaam te zijn (zoals eerstegeneratie<br />

biobrandstoffen) of ze zijn<br />

vooralsnog te duur, zoals wind op zee<br />

en zonnecellen.<br />

Uiteindelijk betaalt de consument,<br />

via directe heffingen of zijn verplicht<br />

sponsorschap van het nationale belastingsysteem,<br />

de prijs voor de politieke<br />

keuze van de brandstofmix, en ook dat<br />

helpt politici om het walletje enigszins<br />

bij het schuurtje te laten.<br />

Als een land over eigen energiebronnen<br />

beschikt, of dat nu relatief schoon<br />

aardgas is of een CO 2-pakhuis als steen-<br />

en bruinkool, is het bovendien haast<br />

onvermijdelijk dat deze bron maximaal<br />

wordt benut - regionale werkgelegenheid<br />

immers, en in toenemende mate<br />

ook nationale voorzieningszekerheid.<br />

Daarom verschilt de Nederlandse<br />

brandstofmix nogal van die van bijvoorbeeld<br />

de buren Duitsland, België<br />

en Frankrijk. In 2005 werd in ons land<br />

ruim 61 procent van de elektriciteit<br />

opgewekt met aardgas. In Duitsland<br />

kwam 48 procent uit het verbranden<br />

van steenkool en bruinkool. In de Bel-<br />

20 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

koffie of uranium<br />

in de energiemix?<br />

hoe gaat nederland in de toekomst zijn elektriciteit opwekken,<br />

met aardgas, kolen, wind of kernenergie of ook koffieboonschillen?<br />

De Algemene energieraad ziet de energiemix niet zo<br />

snel veranderen, in geen geval voor 2020.<br />

• TeKST hans lagendaal • illuSTraTie cover mechanics/moker •<br />

gische mix was kernenergie dominant<br />

met 55 procent. Wat nog weer in de<br />

schaduw stond van 78 procent nucleair<br />

in Frankrijk.<br />

Nederland CO 2-intensief<br />

De brandstofmix in een land heeft<br />

dus oorzaken, maar ook gevolgen. In<br />

haar studie ‘Brandstofmix in beweging’<br />

*), laat de Algemene Energieraad<br />

(AER) zien dat van de vier hiervoor<br />

genoemde landen Nederland veruit de<br />

hoogste elektriciteitsprijzen kent voor<br />

huishoudens. Bij industrieprijzen is de<br />

afstand minder groot, gevolg van het<br />

feit dat bij ons de kleingebruiker in<br />

feite de grootgebruiker subsidieert.<br />

Een ander gevolg, dat zich niet laat<br />

wegsubsidiëren, is dat de Nederlandse<br />

elektriciteitsproductie, ondanks het<br />

grote aandeel daarin van aardgas, CO 2intensief<br />

is. In 2004, zo zegt de AER op<br />

basis van informatie van strategieraadgever<br />

Roland Berger, was de Nederlandse<br />

brandstofmix verantwoordelijk<br />

voor een CO 2-emissie van 468 kilo<br />

per opgewekte megawattuur. Zelfs<br />

Duitsland lag lager (456 kilo) ondanks<br />

het grote kolenaandeel; in de Duitse<br />

brandstofmix zat immers ook 28 procent<br />

kernenergie. De CO 2-productie<br />

van Frankrijk lag op slechts 73 kilo per<br />

opgewekte MWh - naast kernenergie<br />

heeft het land flink wat waterkracht.<br />

Wind plus spaarbekken<br />

De Energieraad, die regering en parlement<br />

adviseert, heeft in ‘Brandstofmix<br />

in beweging’ een sobere boodschap<br />

richting politiek: tot 2020, het magische<br />

ijkjaar voor alle huidige nationale<br />

en Europese klimaat- en energie-ambities,<br />

valt de Nederlandse brandstofmix<br />

nog maar beperkt te beïnvloeden.<br />

Door een aantal redenen:<br />

n Langjarige contracten voor met<br />

voorkeursbrandstoffen opgewekte<br />

elektriciteit zijn niet mogelijk door<br />

de EU-regelgeving die verhindert<br />

om langjarig de benodigde transportcapaciteit<br />

vast te leggen.<br />

n Weliswaar groeit tot 2020 (overigens<br />

ook daarna) het elektriciteitsgebruik<br />

(met netto 1 procent<br />

per jaar) maar de daarvoor<br />

benodigde capaciteit staat er al,<br />

of is al gedekt met goedgekeurde<br />

nieuwbouwplannen.<br />

Toch wil de Nederlandse overheid dat<br />

in 2020 20 procent van de totale nationale<br />

energiehuishouding, waaronder<br />

ook het transport en huishoudens vallen,<br />

duurzaam is. Omdat de Energieraad<br />

een vermoeden heeft dat niet elke<br />

sector dat percentage kan halen (individuele<br />

consumenten zijn heel wat<br />

minder goed en snel te sturen dan<br />

elektriciteitsproducenten die vergunningen<br />

nodig hebben) is ook gekeken<br />

of de elektriciteitssector in 2020 misschien<br />

40 procent duurzaam zou kunnen<br />

zijn, ter compensatie van het achterblijven<br />

van anderen.<br />

De uitkomst is helder, het kan niet.<br />

Niet met de inzet van (veel) meer<br />

wind. Onder andere niet omdat dat<br />

leidt tot inpassingsproblemen in het<br />

netwerk. Meer wind kan alleen met de<br />

koppeling aan een grote opslagcapaciteit,<br />

zoals een bekken op de Noordzee.<br />

(Overigens heeft EZ-minister Van<br />

der Hoeven inmiddels, op grond van<br />

adviezen van TU Delft, ECN en Tennet,<br />

laten weten dat zo’n berging niet<br />

nodig is, de windparken zouden wel<br />

probleemloos ingepast kunnen worden<br />

in het net.)<br />

Biomassa bijstoken is volgens de AER<br />

evenmin de oplossing, dan moet in het<br />

biomassa-arme Nederland meer biomassa<br />

worden geïmporteerd dan op<br />

de markt beschikbaar is.<br />

Meer gebruik maken van warmtekrachtkoppeling<br />

(WKK, het samen<br />

produceren van stroom en warmte) is<br />

belangrijk, maar maakt die 40 procent<br />

evenmin bereikbaar.<br />

Is 30 procent reductie dan misschien<br />

haalbaar? Nee, zegt de AER, “dat lijkt<br />

alleen mogelijk indien tientallen miljoenen<br />

tonnen CO 2-rechten in het buitenland<br />

worden aangekocht. De vraag<br />

is of deze hoeveelheden beschikbaar<br />

zijn.”<br />

Opslag van gas én CO 2<br />

De algemene doelstelling van het<br />

Nederlandse energiebeleid is in feite<br />

al sinds de oliecrisis van 1973 onveranderd:<br />

het gaat erom dat energie betaalbaar,<br />

betrouwbaar en schoon is, BBS.<br />

Ook het advies van de AER (dat kijkt<br />

naar 2040 omdat voor 2020 de kaarten<br />

in feite al zijn geschud) draait om BBS.<br />

De Raad constateert dat tot 2020 - en<br />

ook daarna - de elektriciteitsproductie<br />

van Nederland in belangrijke mate<br />

gebaseerd blijft op aardgas. Dat is een<br />

relatief schone brandstof (per opgewekte<br />

kWh elektriciteit de helft aan<br />

CO 2-emissies van steenkool) maar<br />

vanaf het moment dat de binnenlandse<br />

gasproductie fors gaat dalen,<br />

ongeveer 2012, ontstaat een geopolitiek<br />

bepaalde potentiële kwetsbaarheid<br />

bij ‘betrouwbaarheid’.<br />

Om die kwetsbaarheid te reduceren<br />

doet de AER drie aanbevelingen:<br />

n Probeer de binnenlandse gasreserve<br />

zo lang mogelijk te conserveren<br />

door nu al minder te produceren<br />

en meer te importeren.


n Sla meer gas op als strategische<br />

reserve in ondergrondse bergingen.<br />

n Maak keuzes voor de opslag van<br />

CO 2 in lege gasvelden en aquifers<br />

zonder dat daardoor de expansie<br />

van ondergrondse gasberging<br />

wordt gefrustreerd. De overheid<br />

moet serieus kijken of CO 2<br />

uit Nederland in een groot Noors<br />

aquifer opgeslagen kan worden.<br />

De noodzaak om CO 2 op te bergen gaat<br />

groeien, een fl ink deel van de tussen<br />

nu en 2020 te bouwen nieuwe elektriciteitscentrales<br />

zal namelijk kolengestookt<br />

zijn.<br />

En in alle gevallen is er dan ook nog<br />

de economie van alle opties: CO 2berging<br />

kost naar schatting 35 tot 70<br />

euro per ton, wat de kostprijs van een<br />

MWh elektriciteit uit een kolencentrale<br />

ophoogt met 25 tot 50 euro, “hetgeen<br />

aanzienlijk is”, aldus de AER, en<br />

dat mag als understatement worden<br />

geklassifi ceerd want in de huidige<br />

energiemix ligt de groothandelsprijs<br />

van een MWh in Nederland op 60-70<br />

euro.<br />

Vandaar ook de laatste aanbeveling<br />

van de AER in zijn studie: “Indien meer<br />

duurzame productie niet haalbaar of<br />

betaalbaar is, en meer kolengestookte<br />

productie met CCS niet wenselijk of<br />

internationaal concurrerend is, moet<br />

in een toekomstige brandstofmix een<br />

verhoogd aandeel kernenergie serieus<br />

in ogenschouw worden genomen,<br />

zowel uit oogpunt van betaalbaarheid<br />

als van betrouwbaarheid en ook vanwege<br />

de verwaarloosbare CO 2-uitstoot<br />

en de beheersbare veiligheidsaspecten.”<br />

n<br />

*) ‘Brandstofmix in beweging, Op zoek naar een goede balans’. Algemene Energieraad.<br />

http://awas05.daelab.net/EnergieraadWebsite/Include/ElectosFileStreaming.asp?FileId=276<br />

21 - mei / juni 2008 - Shell venSter


• TeKST hans lagendaal • foTo hollandse hoogte •<br />

ook op kolenmarkt<br />

nu hebben de grondstofprijsstijgingen<br />

ook al de kolensector bereikt, eens gezien<br />

als een bastion van prijsrust terzijde van de<br />

wild bewegende oliemarkten.


Alweer een zekerheid<br />

overboord? Het was de<br />

‘zekerheid’ dat kolen<br />

misschien wel ouderwets<br />

zijn maar dat<br />

er gelijktijdig zoveel van zijn, en<br />

bovendien strategisch zoveel beter<br />

over de aarde verdeeld dan oliereserves,<br />

dat de marktprijzen vrijwel<br />

stabiel zijn.<br />

n Ouderwets? Dat kan flink veranderen<br />

als met technieken<br />

als Coal to Liquids en Carbon<br />

Capture and Storage zogeheten<br />

clean coal gemaakt kan<br />

worden.<br />

n Goed gespreid over de wereld?<br />

Klopt nog steeds. Het land met<br />

de grootste bewezen voorraden<br />

is de Verenigde Staten, gevolgd<br />

door Rusland, China, India en<br />

Australië.<br />

n Veel? Ook nog steeds waar.<br />

Alles opgeteld, van antraciet<br />

tot en met bruinkool is de<br />

bewezen reserve ruim 900 miljard<br />

ton. Dat is 150 jaar actueel<br />

gebruik. Nog niet meegeteld de<br />

kolen in nog niet ontwikkelde<br />

en dus niet als ‘bewezen’ geldende<br />

reserves.<br />

n Stabiele marktprijzen? Dat is<br />

even over en niemand weet<br />

voor hoe lang. In 2000 lag<br />

een ton kolen voor $36 op de<br />

havenkade in Rotterdam. In<br />

2006 was het gemiddelde gestegen<br />

tot $64 per ton en eind<br />

februari dit jaar sprong op de<br />

spotmarkt voor kolen voor<br />

elektriciteitscentrales de teller<br />

onverwachts op zo’n $140 per<br />

ton. Zelfs na verrekening van<br />

de gedaalde dollarkoers verliezen<br />

kolen op die manier snel<br />

hun uitstraling van vieze maar<br />

goedkope brandstof.<br />

Wat is er aan de hand met kolen?<br />

Net als bij de stijgende olieprijzen,<br />

is het een combinatie van geruchten,<br />

waarheden en kapitaal dat<br />

een andere bestemming zoekt nu<br />

bedrijfsaandelen wat in de luwte<br />

zijn beland.<br />

Kolen werden de afgelopen maanden<br />

snel duurder door: veel sneeuw<br />

in China; veel regen in Australië;<br />

ernstige havencongestie in het<br />

Australische Newcastle, ’s werelds<br />

grootste kolenexporthaven; hoge<br />

vrachtprijzen; stroomonderbre-<br />

kingen bij mijnen in Zuid-Afrika;<br />

en, altijd goed in elke economische<br />

exegese, de snel groeiende economie<br />

van China, het grootste kolenverbruikende<br />

land ter wereld.<br />

Waarmee kolen zich plotseling in<br />

hetzelfde rijtje bevinden als olie,<br />

koper, goud, platina, nikkel, ijzererts<br />

en harde tarwe - the only way<br />

is up. Of niet? Een aantal feiten<br />

rond kolen.<br />

Waarvoor worden kolen<br />

gebruikt?<br />

Twee sectoren springen er uit:<br />

n Elektriciteitsproductie. Met<br />

steenkool en bruinkool wordt<br />

ongeveer 40 procent van alle<br />

elektriciteit op de wereld<br />

opgewekt. Hét verhaal op dit<br />

moment is dat China in 2006<br />

ruim 100.000 MW aan nieuwe<br />

elektriciteitscentrales in<br />

gebruik nam, 90 procent van<br />

deze capaciteit draait op kolen.<br />

Een kolengestookte centrale<br />

van 600 MW capaciteit met 38<br />

procent energie-efficiëntie en<br />

gemiddeld 75 procent beschikbaarheid<br />

gebruikt ongeveer 1,5<br />

miljoen ton bitumineuze kolen<br />

per jaar, of 4 mln ton bruinkool<br />

dat een lagere energieinhoud<br />

heeft.<br />

In de top-drie van landen met<br />

procentueel het hoogste kolengebruik<br />

bij elektriciteitsopwekking<br />

komt China (78 procent)<br />

niet voor; daarin staan Polen<br />

en Zuid-Afrika (elk 93 procent)<br />

en Australië (80 procent).<br />

n Staalproductie. Ongeveer 70<br />

procent van de wereldstaalproductie<br />

is gebaseerd op steenkool,<br />

in de vorm van cokes of<br />

als poederkool dat wordt geïnjecteerd<br />

in de smeltkroes. Om<br />

een ton staal te maken is ongeveer<br />

600 kilo cokeskolen nodig.<br />

Van alle kolen op de wereld gaat<br />

13 procent naar de staalsector.<br />

De ene kool is de andere niet<br />

Kolen komen in enorme variaties<br />

voor wat betreft verbrandingswaarde,<br />

waterstof, zuurstof, as,<br />

zwavel en vocht.<br />

De top in kwaliteit is antraciet, de<br />

onderkant van het spectrum - als<br />

turf buiten beschouwing wordt<br />

gelaten - is bruinkool.<br />

23 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

In 2006 bedroeg de wereldproductie<br />

‘harde kool’ (steam coal voor<br />

elektriciteitscentrales en cokes<br />

coal voor de staalindustrie) zo’n<br />

5,4 miljard ton. De bruinkoolproductie<br />

(met Duitsland als Weltmeister)<br />

beliep 914 miljoen ton.<br />

De grote kwaliteitsverschillen<br />

komen ook tot uiting in de prijzen.<br />

Eind februari bedroeg de binnenlandse<br />

prijs van een ton Central<br />

Appalachian (een kolensoort<br />

uit het gebied in en om Pennsylvania<br />

en West-Virginia) $84 per<br />

ton terwijl kolen uit het Powder<br />

River Basin (Montana/Wyoming)<br />

- met ongeveer 30 procent minder<br />

verbrandingswaarde en veel as -<br />

slechts $13 per ton noteerden.<br />

De allerduurste importkolen bepalen<br />

het prijsbeeld, maar vormen<br />

qua volume een minderheid.<br />

Hoe zijn kolen ontstaan?<br />

Kolen komen van prehistorische<br />

vegetatie die groeide in moerassen<br />

en veengebieden. Latere afzettingen<br />

en tektonische bewegingen<br />

drukten deze vegetatie naar grotere<br />

diepten waarna door druk en<br />

hitte een chemische verandering<br />

tot stand kwam.<br />

De vorming van kolen vond plaats<br />

in het Carboon, 360 miljoen tot<br />

290 miljoen jaar geleden.<br />

Omdat de aard van de vegetatie<br />

sterk verschilde, net als de latere<br />

temperatuur, druk en tijdsduur<br />

van de kolenvorming, verschillen<br />

kolen sterk in kwaliteit en<br />

samenstelling.<br />

Goed gespreid over de aardbol<br />

Als alleen naar bewezen reserves<br />

wordt gekeken, dus aanwezig<br />

en tegen de huidige economische<br />

condities winbaar in opengelegde<br />

rust Voorbij<br />

mijnen (schachten en dagbouw),<br />

gaat de Verenigde Staten voor<br />

goud: 27 procent van de wereldreserves<br />

zijn daar te vinden. Zilver is<br />

voor Rusland (17 procent) en brons<br />

voor China (12,5 procent). Diploma’s<br />

zijn er voor India (10 procent<br />

van de wereldreserves), Australië<br />

(8,5 procent) en Zuid-Afrika (5,5<br />

procent).<br />

Ter vergelijking: bijna 70 procent<br />

van de bewezen olie- en gasreserves<br />

zijn te vinden in het Midden-<br />

Oosten plus Rusland.<br />

Kolen gaan meer op reis<br />

Het merendeel van de kolenproductie<br />

wordt binnenlands<br />

gebruikt, vaak in elektriciteitscentrales<br />

in de zeer directe omgeving<br />

van kolenvelden.<br />

Maar kolen gaan steeds meer op<br />

reis; in de afgelopen 20 jaar is de<br />

buitenlandse handel in kolen voor<br />

elektriciteitsopwekking gegroeid<br />

met gemiddeld 7 procent per jaar.<br />

Die in metallurgische kolen met<br />

1,6 procent per jaar.<br />

In 2006 ging in totaal 815 miljoen<br />

ton steenkool scheep voor export<br />

- een flinke berg, maar toch maar<br />

19 procent van alle kolen die in de<br />

wereld werden verbruikt.<br />

De grootste kolenexporteur van<br />

de wereld is Australië, goed voor<br />

231 miljoen ton steenkool, op een<br />

totale productie van 310 miljoen<br />

ton.<br />

De grootste importeur was dat jaar<br />

Japan met 178 miljoen ton.<br />

In de Rotterdamse haven werd in<br />

2007 28 miljoen ton overgeslagen.<br />

In Amsterdam/IJmuiden werd<br />

ook nog eens 17 mln ton aangevoerd.<br />

In beide gevallen ging een<br />

deel daarvan Europa in, vooral<br />

richting Duitsland. Nederland zelf<br />

gebruikte in 2006 ongeveer 13 miljoen<br />

ton kolen.<br />

Helaas, boordevol CO 2<br />

Kolen hebben de hoogste CO 2emissie<br />

bij verbranding van alle<br />

fossiele brandstoffen.<br />

Een ton steenkool (gemiddelde<br />

kwaliteit) bevat 746 kilo koolstof.<br />

Na verbranding resulteert dat in<br />

een emissie van 2.760 kilo CO 2.<br />

Een in energiewaarde gelijke<br />

hoeveelheid olie bevat 585 kilo<br />

koolstof, dus 2.160 kilo CO 2 na<br />

verbranding.<br />

Een qua energie-inhoud gelijke<br />

hoeveelheid aardgas bevat 424 kilo<br />

koolstof, ofwel 1.570 kilo CO 2.<br />

Omdat het verbranden van gas<br />

voor elektriciteitsopwekking een<br />

hoger energetisch rendement<br />

heeft dan van kolen, geldt dat de<br />

CO 2-emissie per opgewekte hoeveelheid<br />

elektriciteit in een gascentrale<br />

de helft bedraagt van die<br />

in een kolencentrale.<br />

Wat valt aan de CO 2-problematiek<br />

van kolen te doen? Kolen vergassen<br />

en de CO 2-emissie ervan<br />

opvangen en opbergen (carbon<br />

capture and storage). Zo ontstaat<br />

clean coal. Met het synthesegas<br />

dat bij het vergassingsproces ontstaat,<br />

zijn interessante producten<br />

te maken: kunstmest, waterstof,<br />

grondstoffen voor de chemie<br />

en - via het Coal to Liquids proces<br />

- schone, zwavel- en stikstofloze<br />

olieproducten zoals diesel en<br />

kerosine. Ook kan er ‘groen gas’<br />

mee worden gemaakt. n


24 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

snoepen in


de potentie heeft om in een opwelling<br />

te worden gekocht. “Net als het snoep<br />

bij de kassa van de bouwmarkt” zegt<br />

De Boers collega Arno Buijs, Category<br />

Manager Food voor de Benelux. “Dat<br />

zijn echt impulsartikelen. Niemand<br />

gaat naar de bouwmarkt om een Mars<br />

te kopen.”<br />

Tweederde van de klanten koopt bij<br />

het tanken nog iets lekkers; de ene<br />

helft met voorbedachten rade, de<br />

andere in een opwelling. In Shellshops<br />

is alles erop gericht om de eerste<br />

groep goed te helpen en producten<br />

aan te bieden voor aantrekkelijke<br />

prijzen. Maar de extra uitdaging voor<br />

De Boer en Buijs zit in het over de<br />

streep trekken van de andere helft,<br />

de impulskopers.<br />

Impulswaarde is belangrijk. Thomas<br />

25 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

een opwelling Thomas<br />

De helft van de mensen die bij het tanken nog een blikje fris of<br />

een chocoladereep afrekenen, was dat van tevoren niet van<br />

plan. Over de geheimen van impulse food, het wakker maken van<br />

behoeftes en mensen die niet wisten dat ze dorst hadden.<br />

ga naar de bioscoop, zegt<br />

Thomas de Boer, en je<br />

vindt er twee soorten<br />

mensen. “De ene groep<br />

koopt altijd popcorn en<br />

iets te drinken. De andere groep<br />

koopt op het laatste moment toch<br />

maar een fl esje fris, omdat het zo’n<br />

lange fi lm is.”<br />

In tankstations gaat het precies hetzelfde,<br />

gelooft De Boer, Retail Convenience<br />

Manager voor de 350 Shell-winkels<br />

in de Benelux. “Je hebt mensen<br />

die bewust stoppen om ook iets in de<br />

shop te kopen en er zijn mensen die<br />

iets kopen zonder dat ze dat van tevoren<br />

gepland hadden.”<br />

Bij Shell Verkoopmaatschappij noemen<br />

ze al het eten en drinken in de<br />

tankshops impulse food. Omdat het<br />

• TeKST reinier spreen • foTo’S wilfried overwater, ernst bode •<br />

de Boer: “Heb je een wachtrij voor<br />

de kassa, dan wordt de impulswaarde<br />

lager. Het is net als in de kroeg. Is het<br />

aan de bar heel druk, dan denk je: laat<br />

maar even. Gebeurt dat vaker, dan<br />

drink je op een avond toch snel twee<br />

biertjes minder.”<br />

Bij Shell gokken ze voor een hoge<br />

impulswaarde op snelheid en gemak.<br />

In jargon: speed and ease. Of in de<br />

woorden van De Boer: “De klant snel<br />

voorzien van iets lekkers of gezonds.”<br />

Klinkt logisch, want wat wil een<br />

klant eigenlijk nog meer? Nou, service<br />

bijvoorbeeld. Dat is bij concurrenten<br />

als BP en Texaco uitdrukkelijk<br />

óók deel van de verleidingsstrategie.<br />

“Daar zijn ze veel meer bezig met de<br />

klant te bedienen: een broodje smeren,<br />

een kop koffi e inschenken.” Dui-<br />

de Boer (l.) en Arno Buijs:<br />

“We dwingen niet, wij helpen de klant<br />

te ontdekken waar hij zin in heeft.”<br />

delijk een andere benadering, zegt De<br />

Boer. “Wij geloven dat de klant vooral<br />

op zoek is naar snelheid en kwaliteit.<br />

Op slechts één groot rijkswegstation<br />

bieden wij over the counter broodjes<br />

aan. In het algemeen geldt dat onze<br />

stations zo druk zijn dat we op de<br />

drukke uren van de dag teveel klanten<br />

teleur zouden moeten stellen in<br />

het broodjesassortiment, de selectie<br />

van het aanbod en vooral de snelheid<br />

waarmee je wordt geholpen.”<br />

De winkelindeling kan het verschil<br />

maken: in een Shell-winkel zijn alle<br />

producten duidelijk gegroepeerd.<br />

Wie binnenkomt, ziet meteen waar<br />

alles zich bevindt: de koffi ehoek, het<br />

schap met sandwiches, het snoepgoed.<br />

De koeling met dranken is altijd<br />

het meest prominent. Buijs: “Die is


helder verlicht en in blokken ingedeeld,<br />

de cola staat bij elkaar, het<br />

water ook.”<br />

Dit is meteen het moment waarop<br />

de impulskoper óm gaat. Thomas<br />

de Boer: “Door een goede en duidelijke<br />

presentatie zorg je dat een consument<br />

denkt: hé, ik wist niet dat ik<br />

dorst had.” “Je maakt een behoefte<br />

wakker”, zegt Buijs. De Boer: “Mensen<br />

denken: Ik heb zo nog een feestje,<br />

ik neem nog even wat kauwgom mee.<br />

Of: O ja, ik moet over drie kwartier<br />

lunchen, dat ziet er lekker uit.”<br />

Open en heldere communicatie is de<br />

lijn. En vooral niet te veel. De Boer:<br />

“Vergeleken met vijftien jaar geleden<br />

ziet een shop er heel anders uit. Vroeger<br />

zag je overal aanbiedingen.”<br />

Buijs: “Het idee was toen: de winkelier<br />

vertelt de klant wat hij moet<br />

kopen. Dat zie je steeds minder. De<br />

klant bepaalt het zelf wel. Wij moeten<br />

alleen zorgen dat we het netjes presenteren<br />

en dat we kwaliteit bieden<br />

tegen goede prijzen.”<br />

De Boer: “We gaan hem niet meer op<br />

elke meter achtervolgen met boodschappen.<br />

We dwingen niet. We helpen<br />

de klant te ontdekken waar hij<br />

zin in heeft.”<br />

Buijs: “Het is net als in de supermarkt.<br />

Daar koop je toch ook altijd meer dan<br />

je wilde.”<br />

Duidelijke deal<br />

Tegenwoordig ziet een klant in een<br />

Shell-shop nog maar drie opvallende<br />

aanbiedingen. Er zijn er meer, maar<br />

die zijn bedoeld voor klanten die al<br />

weten wat ze willen kopen. Je ziet ze<br />

pas als je voor het schap staat.<br />

Voor de echte impulskoper is er één<br />

aanbieding op de toonbank, één in<br />

een koelmeubel bij de kassa en één<br />

26 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

op de kopstelling, het schap dat iedereen<br />

bij binnenkomst het eerst ziet.<br />

Een aanbieding is altijd eten of drinken.<br />

Shell stunt niet met tijdschriften<br />

of rookwaar. Dat laatste mag ook<br />

niet van de overheid. In België verkopen<br />

de winkels alcoholische dranken,<br />

maar ook die gaan voor een vaste<br />

prijs.<br />

De aanbieding op de toonbank is<br />

vaak iets als twee chocoladerepen of<br />

pakjes kauwgom voor een euro. Wie<br />

aan het betalen is kan haar eigenlijk<br />

niet missen. De impact? Die is enorm.<br />

Eén op elke vijf klanten laat zich verleiden.<br />

In Nederland zijn dat voor<br />

elke wekelijkse aanbieding tussen de<br />

120.000 en 180.000 mensen.<br />

Kauwgom is het ideale impulsartikel.<br />

“Kauwgom bij de kassa scoort altijd”,<br />

weet Arno Buijs. Als de klant zijn<br />

voordeel ziet, is hij snel gewonnen.<br />

“Je hebt het altijd nodig.” Repen doen<br />

het ook goed, want dat is een low<br />

value purchase die snel weg te eten<br />

is. Maar koeken of chocoladetabletten<br />

zijn alweer veel minder geschikt.<br />

“Hoe makkelijk is het om dat in je<br />

auto te hebben liggen?” zegt Buijs.<br />

De kassa-aanbieding heet de ‘actieve<br />

productpromotie’. Volgens Buijs vallen<br />

mensen ervoor omdat het een duidelijke<br />

deal is. “Je geeft ze een duidelijke<br />

prijs, een lage prijs en een<br />

duidelijk voordeel. Er is ook niks<br />

pushy aan.”<br />

Andere behoeften<br />

Tot zover de aanbiedingen. Voor de<br />

rest betaalt de klant natuurlijk gewoon<br />

het volle pond. En dat zijn redelijk<br />

forse prijzen. Toch? “Het is ook duurder<br />

om een winkel langs de snelweg<br />

te runnen dan een supermarkt”, reageert<br />

Thomas de Boer. “Mensen weten<br />

dat.” “We zijn niet bovenmatig duur”,<br />

zegt Buijs. “Je krijgt bij ons koffi e voor<br />

een euro en een kroket voor 1,20. De<br />

koffi e is beter dan in de meeste restaurants<br />

en de kroket is goedkoper<br />

dan in de snackbar. Een Mars of een<br />

fl esje fris is ook niet duurder dan bijvoorbeeld<br />

op het treinstation.”<br />

Toch is het interessant: mensen klagen<br />

over een verhoging van de benzineprijzen,<br />

maar houden in de winkel<br />

de hand niet op de knip. Thomas<br />

de Boer: “Vijftig euro voor een volle<br />

tank, maar als mensen de winkel binnenkomen,<br />

gaat de knop om. Dan<br />

maakt vijf euro extra niets meer uit.<br />

Ze stappen in een andere belevingswereld,<br />

het gaat om andere behoeften.<br />

Het komt neer op voor jezelf zorgen.<br />

Je hebt nú honger of dorst. Het is<br />

een primaire behoefte. In onderzoeken<br />

zeggen mensen dat ze ook helemaal<br />

geen slecht gevoel hebben bij de<br />

prijzen.”<br />

Maar waarom is een klant bereid 1,60<br />

euro te betalen voor een fl esje frisdrank<br />

dat hij in de supermarkt voor<br />

veel minder kan kopen? Omdat dat<br />

appels met peren vergelijken is. Dit is<br />

een compleet andere markt, zegt De<br />

Boer. Dit is het on the move-kanaal,<br />

waar mensen bereid zijn te betalen<br />

voor gemak. “Het consumptiepatroon<br />

wordt steeds fl exibeler. Mensen zijn<br />

meer geneigd om onderweg iets te<br />

kopen. Consumenten besteden meer<br />

op niet-standaard tijdstippen.”<br />

Het heeft er niets mee te maken dat<br />

reizen, een autorit op een drukke<br />

snelweg in het bijzonder, voor sommige<br />

mensen een stressvolle ervaring<br />

is. Arno Buijs gelooft er niet in<br />

dat mensen eten kopen om zich af te<br />

reageren. “Een autorit is juist leuk.<br />

Het is een moment voor jezelf. Even<br />

omschakelen na een drukke dag. En<br />

door iets te consumeren maak je dat<br />

moment iets plezieriger.”<br />

Er zijn twee plekken in Nederland<br />

waar de toekomst van on the move<br />

wordt geschreven: Utrecht CS en<br />

Schiphol. De Boer: “Kijk eens wat je<br />

daar allemaal kunt kopen. Het zijn<br />

de beste voorbeelden van hoe de<br />

behoefte van de mobiele consument<br />

zich ontwikkelt. Ze hebben een voortrekkende<br />

rol.”<br />

Behalve gemak zoekt de mobiele consument<br />

kwaliteit. “Het moet gezond,<br />

goed en lekker zijn”, zegt Buijs. Dat<br />

zie je op Utrecht CS en Schiphol,<br />

waar je zelfs sushi kunt kopen, maar<br />

ook bij benzinestations. Want die<br />

zijn even goed toonaangevend in het<br />

kanaal. En Shell voert de rijen aan. De<br />

omzet van de Shell-winkels groeit elk<br />

jaar harder dan de markt. Vorig jaar<br />

was de omzet in de Benelux ongeveer<br />

een half miljard euro.<br />

‘Gezond’ is nu de trend, en dat zal<br />

alleen maar meer worden, voorspelt<br />

Arno Buijs. “Consumenten zijn zich<br />

steeds bewuster van wat ze eten.<br />

De media spelen daar een rol in, en<br />

ook iemand als Sonja Bakker. Wij spelen<br />

daar op in.” Water krijgt in het<br />

drankenschap een steeds grotere<br />

plaats, de shops verkopen nu verse<br />

sapjes en acht soorten fruit, en er is<br />

een gezonde sandwichlijn geïntroduceerd<br />

onder de naam Good Life.<br />

“Vorig jaar hebben we gratis fruit en<br />

sapjes uitgedeeld, en ook dit jaar gaan<br />

we het actief promoten”, zegt Buijs.<br />

Is de actieve productpromotie op de<br />

toonbank straks een gezonde banaan?<br />

“Dat gaat de meeste klanten denk ik<br />

toch net even een stukje te ver.” n


‘tien procent biobrandstoffen<br />

in 2020? niet doen!’<br />

Voor velen zijn biobrandstoffen ware ‘redders in de<br />

nood’; immers, goed voor CO 2-reductie, goed voor<br />

de agrarische sector, goed voor het verminderen van<br />

de afhankelijkheid van importolie, een stimulans voor<br />

innovatie en industriële ontwikkeling en anti-jeukzalf<br />

voor duurzame en groene kriebels.<br />

Een studie van het Milieu en Natuur Planbureau<br />

(MNP) *) naar de lokale en wereldwijde gevolgen van<br />

de door de Europese Commissie gepubliceerde<br />

voorlopige Richtlijn voor biobrandstoffen haalt<br />

schuurpapier over de groene glans.<br />

het EU-voorstel zegt dat in alle lidstaten in 2020 minimaal 10 procent<br />

van de transportbrandstoffen van bioherkomst moet zijn.<br />

Nu nog bestaat een wettelijke verplichting van 5,75 procent voor<br />

2010. Bij de huidige verhoudingen tussen benzine en diesel<br />

en de aannames voor verdere groei in het wegverkeer, zou de doelstelling<br />

van ‘10 procent in 2020’ rond 23 miljard liter biodiesel en 29 miljard liter<br />

bio-ethanol betekenen.<br />

Omdat ook de Verenigde Staten een biobrandstofdoelstelling heeft - zo’n<br />

135 miljard liter bio-ethanol in 2017 - zal hard aan de landbouwgrond<br />

getrokken moeten worden, niet alleen die van Europa en de VS maar ook<br />

die van biomassa-exportgebieden als Brazilië en Zuid-Oost Azië. Zo hard<br />

zelfs dat volgens een door het MNP aangehaalde studie van OECD/FAO in<br />

2020 wereldwijd ongeveer 60 miljoen hectare landbouwgrond bestemd<br />

moet zijn voor de teelt van biobrandstofgewassen. Dat is heel Nederland,<br />

Duitsland, België, Engeland, Schotland en Denemarken samen, zonder steden<br />

en dorpen, alle grond alleen bestemd voor maïs, tarwe, suikerbieten,<br />

koolzaad, hout et cetera.<br />

In Europa gaat het volgens het MNP om zo’n 20 mln ha, de rest van de biomassa<br />

moet dan worden geïmporteerd.<br />

Omdat ook al meer landbouwgronden nodig zijn om de groeiende wereldbevolking<br />

te voeden, leiden de Europese en Amerikaanse bio-energieprogramma’s<br />

ertoe dat grote hoeveelheden marginale gronden en graslanden<br />

in gebruik genomen moeten worden. Dat betekent extra kunstmest, water<br />

voor irrigatie en het vrijkomen van veel in de toplaag van de bodem opgeslagen<br />

CO 2. Zoveel CO 2 ontsnapt bij die conversie (gemiddeld 18 ton per<br />

hectare per jaar) dat geen enkele biobrandstof kan voldoen aan het criterium<br />

van de EU dat de inzet ervan minstens 35 procent CO 2-reductie over<br />

de hele keten moet opleveren.<br />

De MNP-studiegroep keek alleen naar ‘eerste generatie’ biobrandstoffen<br />

waarbij voedselcomponenten worden omgewerkt tot biodiesel en ethanol.<br />

‘Tweede generatie’ biobrandstoffen worden gemaakt van bioresten en<br />

hout en ontzien het voedselgedeelte, maar komen voor 2020 niet in groter<br />

volume beschikbaar omdat technologie en economie nog onvoldoende<br />

ontwikkeld zijn.<br />

Conclusies van het MNP: de Europese Commissie moet de voorgenomen<br />

doelstelling van 10 procent biobrandstoffen in 2020 in heroverweging<br />

nemen. “De huidige doelstelling en de duurzaamheidscriteria kunnen<br />

belangrijke negatieve effecten op de emissie van broeikasgassen en<br />

wereldwijde biodiversiteit niet voorkomen.”<br />

Een ander advies van het MNP: Er moet meer aandacht worden gegeven<br />

aan duurzame alternatieven voor transport; zoals brandstofcelauto’s op<br />

waterstof, hybride-auto’s, plug-in hybrides en volledig elektrische auto’s.<br />

Maar, zo erkent men ook: “De kosten daarvan zijn relatief hoog en ze zijn<br />

omgeven met veel onzekerheden over hun rol in de toekomst.”<br />

*) ‘Local and Global Consequences of the EU renewable directive for biofuels’.<br />

www.mnp.nl/bibliotheek/rapporten/500143001.pdf<br />

Foto boven: In de Verenigde Staten wordt voor Shell een trein vol ethanol gelost.<br />

Voor deze brandstof zijn aparte distributiesystemen nodig waarbij ethanol pas<br />

op brandstofdepots wordt toegevoegd aan de standaard-benzine.<br />

shell actueel<br />

foto: hollandse hoogte<br />

bioproblemen aan de pomp<br />

De snelle groei van het dieselgebruik in Europa botst op de wettelijke EUverplichting<br />

om in 2010 5,75 procent van de transportbrandstoffen te laten<br />

bestaan uit biomateriaal. De enige toevoeging aan diesel kan nu namelijk<br />

biodiesel zijn (in feite plantaardige vetten) en daarvan is gewoonweg onvoldoende<br />

aanwezig, vooral ook omdat in Duitsland de productie sterk is teruggevallen<br />

na accijns- en subsidieveranderingen.<br />

Om de totaalscore van 5,75 procent toch te halen, moet veel meer ethanol<br />

dan dat percentage worden toegevoegd aan benzine. Maar ethanol in<br />

de tank van een benzinestation geeft problemen, aldus de UK Petrol Retailers’<br />

Association. Het bevat wat water dat in oplossing blijft met benzine en<br />

dus, compleet met vuil en roestdeeltjes in de automotor terecht kan komen.<br />

In conventionele benzine zinkt water naar de bodem van de tank, inclusief<br />

vuil, waar het eenvoudig weggezogen kan worden.Bovendien bevatten benzine<br />

en diesel tegenwoordig veel minder zwavel dan vroeger, waarbij zwavel<br />

de vorming van bio-organismen als algen en schimmels remt. De consequentie<br />

van dit alles: tanks op pompstations moeten frequenter zorgvuldig<br />

gereinigd worden.<br />

texas ontdekt windenergie<br />

eens was Texas de oliebron van Amerika, nu kijken landeigenaren steeds<br />

vaker verliefd naar windmolens inplaats van naar ja-knikkers. Windenergie<br />

groeit snel in de Verenigde Staten, het land haalde vorig jaar Spanje<br />

in en alleen in Duitsland staat nu nog meer windcapaciteit opgesteld. De geïnstalleerde<br />

windcapaciteit groeide in 2007 met 45 procent al betekende dat nog<br />

wel dat de VS ongeveer 1 procent van de elektriciteitsbehoefte dekt met windmolens<br />

tegen bijvoorbeeld Denemarken 20 procent.<br />

De grootste windstaat in de VS is Texas sinds in 2006 Californië werd ingehaald.<br />

Begin dit jaar stonden in Texas windmolens opgesteld met een capaciteit<br />

van 4.356 MW.<br />

Texas biedt de windindustrie grote voordelen: het waait er, met name in het<br />

noorden, vrij constant. In dit gebied (The Texas Panhandle genoemd) zijn ook<br />

grote hoeveelheden nauwelijks bewoond land aanwezig. Bovendien staan de<br />

autoriteiten positief tegenover windenergie; vorig jaar stemde de Texas Public<br />

Utility Commission in met de aanleg van een hoogspanningsnet dat in 2012<br />

25.000 MW vermogen kan transporteren naar snelgroeiende steden in het<br />

midden van de VS. Landeigenaren staan ook positief tegenover de molens:<br />

voor een windturbine op hun land vangen ze ongeveer $500 huur per molen<br />

per maand.


Naam<br />

Arjan Nieuwstraten<br />

Leeftijd<br />

45<br />

iN dieNst<br />

1 maart 2002<br />

OpLeidiNg<br />

Hts werktuigbouwkunde<br />

en economische bedrijfstechniek<br />

fuNctie<br />

Global Food business development<br />

manager bij Shell Lubricants<br />

LOcatie<br />

Capelle aan den IJssel<br />

BijzONderheid<br />

“Ik heb nog nooit meegemaakt<br />

dat iets me níét is gelukt.”


arjan Nieuwstraten vindt<br />

dat mensen een te eenzijdig<br />

beeld hebben van Shell.<br />

“Als ik vertel dat ik bij Shell<br />

werk, vragen ze: ‘bij welke<br />

pomp?’” Brandstoffen en nog eens<br />

brandstoffen, verder komen de meesten<br />

niet. Dat steekt Nieuwstraten. Hij<br />

doet er alles aan om de perceptie bij<br />

te stellen. Daarin gaat hij ver. Met een<br />

fanatieke pret in zijn ogen vertelt hij<br />

hoe hij vorig jaar zijn kans greep toen<br />

Rein Willems - toen nog presidentdirecteur<br />

van Shell Nederland - op<br />

bezoek was in Capelle aan den IJssel.<br />

“Ik heb snel een paar folders gegrepen<br />

en aan zijn chauffeur gegeven. Ik<br />

weet niet of hij ze gelezen heeft, maar<br />

als Jeroen van der Veer hier komt, doe<br />

ik hetzelfde.”<br />

De folders gingen over food grade<br />

smeermiddelen. Dat zijn reukloze,<br />

niet-toxische smeermiddelen die Shell<br />

maakt voor machines in de voedingsindustrie.<br />

Shell is marktleider in deze<br />

business en heeft meer dan dertig producten<br />

in het assortiment. Dát is wat<br />

Nieuwstraten bedoelt. “Iedere keer als<br />

je een blikje in je handen hebt, komt<br />

het waarschijnlijk uit een machine<br />

met Shell-olie. Dat snoepje van Red<br />

Band is gemaakt op machines die met<br />

onze niet-toxische smeermiddelen<br />

worden gesmeerd. We lopen in deze<br />

markt voorop, dat zou meer bekend<br />

mogen zijn.”<br />

Nieuwstraten was vier jaar lang vertegenwoordiger<br />

voor Shell Lubricants<br />

en ging langs bij grote producenten<br />

zoals Heineken, Douwe Egberts en<br />

Cargill en bedrijven als Impress, een<br />

fabrikant van blikverpakkingen. Nu is<br />

hij als business development manager<br />

verantwoordelijk voor de ontginning<br />

van nieuwe markten. Hij begeleidt verkoopteams<br />

over de hele wereld, tot<br />

in China. “Daar trekken de grote producenten<br />

nu heen. We zijn er ook al<br />

actief, zodat we over een paar jaar succesvol<br />

kunnen zijn.”<br />

De boodschap begrijpen<br />

Nieuwstraten studeerde in 1984 af als<br />

werktuigbouwkundige. Hij was 22 en<br />

voelde zich nog te jong om te gaan<br />

werken. Omdat er anders niets opzat<br />

dan militaire dienst, besloot hij met<br />

een vriend nog een eenjarige opleiding<br />

te doen. Economische bedrijfs-<br />

techniek, om zijn kansen op een leuke<br />

baan te vergroten.<br />

“Vanaf mijn dertiende heb ik allerlei<br />

baantjes gehad, onder meer bij<br />

een carrosseriebedrijf, en ik wist dat<br />

ik niet achter de tekentafel wilde zitten.<br />

Ik wilde meer dynamiek, en tijdens<br />

stages had ik gezien wat er mogelijk<br />

is. De communicatieve kant heeft<br />

me altijd getrokken. Je kunt uren praten<br />

over de techniek, maar je zult uiteindelijk<br />

moeten zorgen dat mensen<br />

je boodschap ook begrijpen en je product<br />

kopen.”<br />

In zijn eerste baan, bij Fuji Film, verzandde<br />

hij toch in die grenzeloze verveling<br />

die hij juist wilde ontlopen. “Ik<br />

zag geen daglicht. Na twee maanden<br />

was ik weg.”<br />

Maar daarna vond Nieuwstraten zijn<br />

draai in de technische verkoop. Eerst<br />

twee jaar bij de PTT, daarna vijf jaar<br />

bij een bedrijf in trillingdempers. In<br />

1993 kwam hij voor het eerst in aanraking<br />

met de niet-giftige smeermiddelen.<br />

Dat was bij het handelsbedrijf<br />

Vollenhoven Olie, dat onder meer specialties<br />

van Q8 en Total verkocht. Het<br />

was toen nog een nichemarkt, maar<br />

Arjan Nieuwstraten vond het fascinerend.<br />

Zijn technische kennis gaf<br />

hem een vrijbrief om te kijken in een<br />

wereld die hem boeide. “Alles wat hier<br />

op tafel staat, dit blikje en deze koffie,<br />

daar komen smeermiddelen aan te<br />

pas. Ik vind het leuk om te zien hoe dat<br />

blikje wordt gemaakt, en hoe koffiebonen<br />

worden vermalen en verpakt.”<br />

In 1995 kwam de grote boom, zoals<br />

Nieuwstraten het noemt. “Door de<br />

introductie van HACCP [regels voor<br />

voedselveiligheid] in de Warenwet<br />

moesten bedrijven elke kans op verontreiniging<br />

met smeermiddelen uitsluiten.<br />

Waar dat niet kon, moesten ze<br />

food grade smeermiddelen gebruiken.<br />

Je moet je voorstellen wat voor grote<br />

uitdaging dat is. De hele markt draaide<br />

op de gewone smeermiddelen zoals<br />

Tellus en Omala van Shell, en ineens<br />

moest iedereen omschakelen.”<br />

Toch liep hij na een paar jaar vast. “Ik<br />

wilde omhoog, wilde me ontwikkelen,<br />

maar ik werd van het kastje naar<br />

de muur gestuurd.” Hij ging werken<br />

29 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

Shell in Nederland telt ruim elfduizend medewerkers. Wat doen ze? En wat hebben ze te vertellen?<br />

Arjan Nieuwstraten adviseert wereldwijd over smeermiddelen, niet voor auto’s maar voor machines waarmee<br />

voedings- en genotmiddelen worden gemaakt. “We zijn niet de enige in deze markt, maar wel de beste.”<br />

‘ik zoek altijd naar<br />

verandering’<br />

de medewerker<br />

bij de lagerproducent Schneeberger,<br />

maar dat duurde slechts twee jaar.<br />

In 2002 koos Arjan toch weer voor<br />

de smeermiddelen, en ditmaal voor<br />

Shell, het bedrijf dat bij Vollenhoven<br />

zijn grootste concurrent was geweest.<br />

“Ik moest iedere keer weer tegen ze<br />

opboksen, ik kwam ze overal tegen.”<br />

Nu ervaart hij het comfort van deuren<br />

die vanzelf opengaan. “We zijn niet<br />

de enige in deze markt, maar wel de<br />

beste. We werken bijvoorbeeld met de<br />

Rolls Royces onder de bliksluiters. Die<br />

adviseren meestal Shell, en dat is precies<br />

wat je wilt.”<br />

Eruit halen wat erin zit<br />

Nieuwstraten probeert het beste te<br />

halen uit het vertrouwen dat Shell<br />

geniet. Gisteren nog, bij een fabriek<br />

van Heineken. “Daar gebruiken ze<br />

onze producten en ik heb voorgesteld<br />

om daarover samen een verhaal te<br />

maken. Dat kunnen we als best practice<br />

gebruiken in andere landen waar<br />

Heineken productie heeft, zoals China<br />

en Thailand.”<br />

Eruit halen wat erin zit, dat heeft hij<br />

altijd nagestreefd. Toen hij na zijn kopstudie<br />

toch nog in militaire dienst<br />

moest, zorgde hij dat hij de best mogelijke<br />

plek kreeg. “Uit de keuring kwam<br />

het Korps Commandotroepen, de<br />

groene baretten, maar ik wilde officier<br />

worden, ik wilde iets met mijn opleiding<br />

doen. Toen heb ik een herkeuring<br />

aangevraagd. Zodat ik achteraf zou<br />

kunnen zeggen: ik heb iets van mijn<br />

diensttijd gemaakt.” Het lukte. “Ik ben<br />

alsnog bij de genie gekomen, werd officier<br />

civiele vakopleiding en was verantwoordelijk<br />

voor het stafpeloton.”<br />

Zo pakt hij alles aan, zegt hij. “Op<br />

welk front dan ook. Toen ik tien jaar<br />

geleden squashte, in competitieverband,<br />

heb ik een sponsor geregeld die<br />

ons kleding gaf. Niemand was dat tot<br />

dan toe gelukt.”<br />

Een oude loods bouwde hij om tot een<br />

piekfijne woning. “Als ik nu die foto’s<br />

zie denk ik: jeetje, wat een energie!”<br />

Arjan zorgt dat hij de lat niet té hoog<br />

legt, maar als hij iets in het hoofd<br />

heeft, dan zal het hem lukken ook.<br />

“Succes is dat je de doelen haalt die<br />

• TeKST reinier spreen • foTo wilfried overwater •<br />

je jezelf stelt. Ik zoek telkens iets om<br />

me helemaal in te geven en succes in<br />

te hebben. Daarna ga ik door naar het<br />

volgende.”<br />

“Ik ben niet iemand die om zeven uur<br />

opstaat en elke dag rond dezelfde tijd<br />

thuis is en naar bed gaat. Voor mij<br />

moet het altijd anders. Ik zit niet in de<br />

modus: ik ken het kunstje en doe het<br />

morgen weer. De uitdaging gaat weg<br />

als het routine wordt. Ik zoek altijd<br />

naar verandering.”<br />

Dit staat in een psychologische test die<br />

hij niet lang geleden heeft gedaan: “Terwijl<br />

sommige mensen bij het zoveelste<br />

fiasco gauw zijn ontmoedigd, put u<br />

daar juist kracht uit.” Maar dat is theorie.<br />

“Ik heb nog nooit meegemaakt dat<br />

iets me níét is gelukt.”<br />

Investeren in contacten<br />

Nieuwstraten investeert veel in contacten.<br />

Goede relaties, vindt hij, zijn<br />

de beste weg naar plezier en welslagen.<br />

Dat heeft hij geleerd toen hij in<br />

dienst zat. “Hoger in rang zijn wil niet<br />

zeggen dat je alles voor elkaar krijgt.<br />

Je moet zorgen dat mensen openstaan<br />

voor je ideeën, zodat ze iets voor je<br />

willen doen wanneer je hulp nodig<br />

hebt.”<br />

Eergisteren bezocht hij een staalbedrijf<br />

waar hij uit een eerdere baan nog<br />

mensen kent. Zijn food grade lubricants<br />

kan hij er niet kwijt, maar wie<br />

weet is het goed voor Shell. “Al bijna<br />

tien jaar was daar geen vertegenwoordiger<br />

van Shell geweest. Het kost mij<br />

anderhalf uur, maar we hebben wel<br />

weer een ingang.” Natuurlijk heeft hij<br />

zijn collega’s van de gewone smeermiddelen<br />

op de hoogte gebracht. Hij<br />

verwacht dat ze in voorkomende situaties<br />

hetzelfde voor hem doen. “En dat<br />

gebeurt ook”, zegt hij.<br />

Hij werkt niet alleen voor zijn eigen<br />

scorecard. Enterprise First, de Shellfilosofie<br />

dat alle medewerkers in eerste<br />

instantie het gemeenschappelijke<br />

belang moeten dienen, spreekt hem<br />

aan. “Het is ook Shell dat ik verkoop.”<br />

Hij heeft bijna twee uur gepraat als zijn<br />

telefoon gaat. Een klant uit België, nog<br />

uit zijn vertegenwoordigerstijd, heeft<br />

een probleem. Nieuwstraten neemt<br />

de tijd om het op te lossen. Dan hangt<br />

hij op en zegt: “Kijk, daar gaat het om:<br />

relaties! We hebben elkaar jaren niet<br />

gesproken, maar nu belt hij míj.” n


shell actueel<br />

jet-net ‘europees Voorbeeld’<br />

president Joé Manuel Barroso van de Europese Commissie heeft op een<br />

European Business Summit in Brussel eind februari het Jet-Net initiatief<br />

van een groot aantal<br />

Nederlandse bedrijven<br />

geprezen als een goed<br />

voorbeeld voor Europa. Dit<br />

deed hij nadat hij uit handen<br />

van Shell topman Jeroen<br />

van der Veer het lustrumboek<br />

van Jet-Net kreeg uitgereikt.<br />

Van der Veer en Barroso<br />

onderstreepten het belang<br />

van samenwerking tussen<br />

technologische bedrijven,<br />

scholen en overheid om<br />

jong talent te inspireren tot<br />

een loopbaan in de technologie.<br />

In het Nederlandse<br />

Jet-Net initiatief werken<br />

dertig bedrijven samen met<br />

147 havo/vwo-scholen.<br />

olie-importrekening<br />

Vs<br />

schiet omhoog<br />

de energieverslaving van de<br />

Verenigde Staten (het land<br />

gebruikt per hoofd van de<br />

bevolking ongeveer 55 vaten olieequivalent<br />

per jaar tegen een Europeaan<br />

26 vaten) komt het land steeds<br />

duurder te staan. In 2002 moest de<br />

VS zo’n $102 miljard betalen voor de<br />

import van ruwe olie en olieproducten,<br />

maar vorig jaar was dat al opgelopen<br />

tot $327 miljard aldus een<br />

schatting van het vakblad Petroleum<br />

Intelligence Weekly. Als de olieprijs<br />

dit jaar gemiddeld uitkomt op $90<br />

per vat kan de rekening oplopen tot<br />

$450 miljard.<br />

De VS voert dagelijks rond 10 miljoen<br />

vaten ruwe olie in en 3,5 miljoen<br />

vaten olieproducten. Het land<br />

exporteert 1,4 mln vaten olieproducten<br />

per dag.<br />

akkoord claim reserVekwestie<br />

Shell heeft een principe-akkoord gesloten in de class action die nog liep in<br />

de Verenigde Staten rond de reservekwestie. Het bedrijf moest in 2004 zijn<br />

olie- en gasreserves afwaarderen nadat was gebleken dat die niet overeenkomstig<br />

de normen van de SEC (Security and Exchange Commission) waren<br />

geboekt. Twee pensioenfondsen (van ambtenaren en onderwijskrachten in<br />

Pennsylvania) spanden daarop een rechtszaak aan. Nadat vorig jaar in een<br />

soortgelijke rechtszaak in Amsterdam een principe-akkoord was gesloten<br />

tussen Shell en de klagers is nu een overeenstemming in de VS bereikt.<br />

Beide bedragen tellen op tot zo’n $470 miljoen, waar Shell in 2006 een voorziening<br />

had getroffen van $500 miljoen. Beide principe-akkoorden moeten<br />

nog offi cieel bekrachtigd worden.<br />

T<br />

oen Gerard Hirs, na<br />

een loopbaan in het<br />

bedrijfsleven, in 1992<br />

hoogleraar energietechnologie<br />

werd aan<br />

de Universiteit Twente,<br />

zaten er twee opmerkelijke<br />

constateringen in<br />

zijn intree-rede ‘Nederland Industrialiseert’.<br />

De ene was dat het zin had om<br />

na te gaan of kooldioxide niet beter<br />

opgeslagen kon worden dan te worden<br />

afgevoerd via schoorstenen. De<br />

andere was de vaststelling dat Nederland<br />

een nieuwe periode van industrialisatie<br />

stond te wachten, geconcentreerd<br />

rond energie en milieu. “De<br />

huidige periode van evolueren en conserveren<br />

zal gevolgd worden door een<br />

periode van drastisch en snel vernieuwen”,<br />

aldus Hirs destijds.<br />

“Het is er niet van gekomen”, erkent<br />

de inmiddels emeritus hoogleraar in<br />

zijn woning in Bilthoven. “Behalve de<br />

doorbraken op het brede gebied van<br />

de informatica is er industrieel niet<br />

veel te beleven geweest. Pas vanaf zo<br />

2003, met het stijgen van de energie-<br />

prijzen, een groeiend besef van de eindigheid<br />

van fossiele energie, en angst<br />

voor klimaatverandering, zie je een<br />

nieuwe beweging ontstaan. Ik ben<br />

eigenlijk in de verkeerde tijd hoogleraar<br />

geweest.”<br />

Tussen zijn carrièrestart bij TNO (waar<br />

hij als werktuigbouwkundige werkte<br />

aan gasgesmeerde lagers, later de kern<br />

van harddisc drives in computers) en<br />

zijn hoogleraarschap had hij de economisch-maatschappelijke<br />

wind niet<br />

altijd in de rug. Hirs werkte bij Urenco<br />

aan de ultracentrifuge en bij Interatom<br />

en daarna Neratoom aan kernenergie,<br />

inclusief de snelle-kweekreactor van<br />

Kalkar, nu, als belediging aan technologie<br />

en industrialisering, ‘Freizeitpark<br />

Wunderland Kalkar’. In de tachtiger<br />

jaren werkte hij bij Comprimo aan<br />

Z O K I J K I K<br />

Weg Met de hUIdIge ‘IndUstRIËle lIntBeBoUWIng’ als<br />

het gaat oM MaXIMale eneRgIe-effICIËntIe, BePleIt<br />

eMeRItUs hoogleRaaR geRaRd hIRs. en VeRWaCht nIet<br />

teVeel Van eneRgIeBesPaRIng; het eInd Van het ‘easY<br />

oIl tIJdPeRK’ Jaagt het eneRgIegeBRUIK BIJ eXPloRatIe<br />

en PRodUCtIe steRK oP, WaaRsChUWt hIJ.<br />

• TeKST piet de wit • foTo Jeroen kroos •<br />

energietechnologie op een breder terrein.<br />

Temidden van de Bilthovense dennenbomen<br />

woont zeker geen teruggetrokken<br />

mens. Hirs onderhoudt zijn<br />

contacten in de energiewereld, beoordeelt<br />

SenterNovem-projecten en publiceert<br />

met regelmaat.<br />

Duizend jaar kolen<br />

De essentie van de publicaties is tweevoudig:<br />

de opbrengst van energiebesparingsbeleid<br />

wordt sterk overschat<br />

en kleinschaligheid van de energievoorziening<br />

is niet het antwoord. Wat<br />

wel? Het concentreren, integreren en<br />

intensiveren van grootschalige industriële<br />

complexen en processen.<br />

Een pleidooi voor kernenergie? Hirs:<br />

“Ik wil het niet eens noemen. Zodra<br />

je kernenergie in een discussie over<br />

klimaat- en energiebeleid brengt, gaat<br />

het binnen de kortste keren alleen nog<br />

maar over kernenergie terwijl de veel<br />

grotere uitdaging, namelijk hoe voor<br />

een blijvend ongestoorde toevoer van<br />

betaalbare energie gezorgd kan worden,<br />

op de achtergrond raakt.”<br />

Wat is het hart van die ‘concentra-<br />

WEG MET DE<br />

tie, integratie en intensivering’, zoals<br />

Hirs bepleit? “Kolenvergassing bijvoorbeeld,<br />

inclusief het opvangen en<br />

opbergen van kooldioxide. De wereldvoorraden<br />

steenkool zijn voldoende<br />

voor nog wel duizend jaar en hoewel<br />

de actuele ontwikkeling van de kolenprijs<br />

anders doet vermoeden, geldt bij<br />

kolenwinning dat investeringen in een<br />

grotere productie- en transportcapaciteit<br />

leiden tot een effi ciënter energiegebruik<br />

per geproduceerde ton<br />

steenkool.<br />

Het eind van ‘easy oil’, dus de overgang<br />

naar moeilijker winbare reserves, zoals<br />

oliezanden, leidt juist tot meer energiegebruik<br />

per geproduceerde hoeveelheid<br />

olie. Met aardgas, per pijpleiding<br />

aangevoerd, of als LNG, geldt<br />

hetzelfde. Ik heb berekeningen gezien


e r t e G e n A A n<br />

dat in de hele LNG-keten tussen een<br />

gasveld in West-Australië en een eindgebruiker<br />

in Californië een energieverlies<br />

optreedt van ruim 28 procent.<br />

Vergeleken daarmee valt de winst van<br />

energiebesparing weg.”<br />

Maximale exergie<br />

Als hoogleraar al maakte Hirs zich<br />

boos dat de overheid energieheffi ngen<br />

aan de industrie oplegt op basis<br />

van gebruikte hoeveelheden, niet op<br />

basis van hoe effi ciënt energie wordt<br />

gebruikt. Bedrijven die brandstoffen<br />

benutten als grondstof voor producten<br />

(de chemie) worden zelfs vrijgesteld,<br />

ook al gebruiken ze de energie ineffi -<br />

ciënt en lozen ze na afl oop van het proces<br />

de restwarmte op lucht of water.<br />

Deze onrechtvaardigheid bracht Hirs<br />

tot een pleidooi voor ‘belasting op toegevoegde<br />

entropie’, een heffi ng op de<br />

in een proces verloren energetische<br />

kwaliteit. Net zoals BTW, belasting op<br />

toegevoegde waarde, een veel zuiverder<br />

heffi ng is dan die op omzet.<br />

Maar het idee is nooit aangeslagen,<br />

waardoor Hirs nu pleit voor grootschaligheid<br />

en het vormen van zoveel<br />

mogelijk gesloten industriële ketens<br />

waarin de restenergie van de een de<br />

bronenergie is van de ander. Aan het<br />

begin van de keten moet een maximale<br />

exergie gerealiseerd worden,<br />

dus de hoogst mogelijke hoeveelheid<br />

hoogwaardige energie die uit een<br />

energiedrager valt te verkrijgen. Hirs:<br />

“Wat betekent dat bijvoorbeeld aardgas<br />

niet gebruikt moet worden voor<br />

lage-temperatuur warmte, maar primair<br />

voor elektriciteitsopwekking, om<br />

arbeid te verrichten en om chemisch/<br />

fysische processen aan de gang te houden.<br />

Daarna kan de daarbij ontstane<br />

warmte worden gebruikt, eerst voor<br />

industriële toepassing, later nog voor<br />

ruimteverwarming.”<br />

‘INDUSTRIËLE LINTBEBOUWING’<br />

Thermodynamica<br />

“Verbranding van biomassa in een<br />

biocentrale? Als je daarmee elektriciteit<br />

maakt, is het totaal energetisch<br />

rendement misschien iets van twintig<br />

perocent. Niet doen dus.” Volgens<br />

Hirs is “wel een heel leuk initiatief”<br />

het gebruik door tuinders van gasgestookte<br />

warmte/krachtcentrales die<br />

maximaal elektriciteit maken en de<br />

bijkomende warmte in eigen bedrijf<br />

gebruiken, plus een koppeling aan een<br />

systeem van warmte/koude-opslag in<br />

de bodem. “Concentreren, integreren<br />

en intensiveren zijn in de glastuinbouw<br />

aan de orde van de dag.”<br />

Volgens Hirs kan Nederland, als het<br />

ophoudt met het verbranden van aardgas<br />

voor lage-temperatuurverwarming,<br />

gekoppeld aan de grootschalige<br />

inzet van warmte- en koude-opslag<br />

met hulp van warmtepompen, ongeveer<br />

eenderde van het huidige binnenlandse<br />

gasgebruik besparen.<br />

En: “We moeten toe naar een concentratie<br />

van activiteiten in grootschalige<br />

industriële complexen, van<br />

een formaat als de Rijnmond, Hoog-<br />

31 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

ovens, Zuid-Limburg en Delfzijl. De<br />

huidige ‘industriële lintbebouwing’ is<br />

vanuit een oogpunt van thermodynamica<br />

geen goede ontwikkeling. Overigens<br />

hoef je daarvoor de wetten van<br />

de thermodynamica niet te kennen,<br />

het is gewoon een kwestie van gezond<br />

verstand.”


Bij de ontwikkeling van een nieuwe brandstof gebruiken<br />

we niet alleen chemische en technische kennis, maar ook<br />

een creatieve denkwijze. Want als je iets anders wilt<br />

bereiken, moet je ergens anders beginnen. In dit geval<br />

begonnen wij met schoner aardgas en hebben daar een<br />

vloeibare brandstof van gemaakt. Het resultaat?<br />

GTL-brandstof, een diesel die in de geteste auto’s 26-40%<br />

minder roetuitstoot produceerde.<br />

REAL ENERGY SOLUTIONS FOR THE REAL WORLD.<br />

SHELL.NL/REALENERGY

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!