Hoorn (Noord-Holland) - Alle Vestingsteden van Nederland
Hoorn (Noord-Holland) - Alle Vestingsteden van Nederland
Hoorn (Noord-Holland) - Alle Vestingsteden van Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Hoorn</strong> (<strong>Noord</strong>-<strong>Holland</strong>) 5<br />
Gedurende de 16e en 17e eeuw kende de stad haar grootste bloei, en<br />
was <strong>Hoorn</strong> een <strong>van</strong> de steden die vertegenwoordigd was in de<br />
Vereenigde Oostindische Compagnie. Ook de WIC (West-Indische<br />
Compagnie), de <strong>Noord</strong>se Compagnie (of Compagnie <strong>van</strong> Spitsbergen),<br />
de Admiraliteit <strong>van</strong> het <strong>Noord</strong>erkwartier, de Westfriese Munt<br />
(afwisselend ook in Enkhuizen) en het College <strong>van</strong> Gecommitteerde<br />
Raden <strong>van</strong> West-Friesland en het <strong>Noord</strong>erkwartier waren in <strong>Hoorn</strong><br />
gevestigd. <strong>Hoorn</strong> was daardoor de formele hoofdstad <strong>van</strong> het gebied<br />
boven het IJ. Jan Pieterszoon Coen werd in <strong>Hoorn</strong> geboren. De<br />
<strong>Hoorn</strong>se schippers Jacob le Maire en Willem Cornelisz Schouten<br />
rondden met de schepen <strong>Hoorn</strong> en Eendracht als eersten de zuidelijkste<br />
punt <strong>van</strong> Zuid-Amerika, en noemden deze Kaap <strong>Hoorn</strong>.<br />
De 18e eeuw kenmerkt zich in <strong>Hoorn</strong> door achteruitgang <strong>van</strong> de<br />
economie. De havens waren verzand geraakt, de schepen voeren door<br />
naar Amsterdam of naar de Zaandam waar, evenals in buurdorp<br />
Oostzaan, de schepen gerepareerd en voornamelijk gebouwd werden.<br />
Standbeeld <strong>van</strong> J.P. Coen op de Roode Steen Treurig dieptepunt vormde de Franse tijd, waarin Franse troepen in<br />
<strong>Hoorn</strong> gelegerd waren. In deze periode werd ook het oude stadhuis aan<br />
de Rode Steen afgebroken. <strong>Hoorn</strong> raakte in deze tijd (1795) ook zijn gewestelijke hoofdstadfuncties kwijt. Deze<br />
kwamen ook niet meer terug: in 1810 werd <strong>Holland</strong> één provincie. Toen later <strong>Noord</strong>-<strong>Holland</strong> afgescheiden werd,<br />
werd Haarlem de nieuwe hoofdstad.<br />
Toch bloeide <strong>Hoorn</strong> in de 19e eeuw weer op. Het West-Friese platteland leverde steeds meer agrarische producten en<br />
kaas, en die werden in of via <strong>Hoorn</strong> verhandeld. <strong>Hoorn</strong> was in die tijd de grootste kaasmarkt <strong>van</strong> <strong>Noord</strong>-<strong>Holland</strong>, en<br />
ook de veemarkt was om<strong>van</strong>grijk. Ook werden er in <strong>Hoorn</strong> scholen met een regionale functie gesticht, en was er een<br />
arrondissementsrechtbank. Tevens werd <strong>Hoorn</strong> garnizoensstad en een belangrijk spoorwegknooppunt. Hoewel niet<br />
formeel, werd <strong>Hoorn</strong> toch weer een functionele hoofdstad voor de regio, met alleen Alkmaar in een soortgelijke<br />
functie voor het gebied boven het IJ. De stad Zaandam deed dienst als centrum voor de Zaanstreek en Purmerend<br />
voor Waterland. Beide steden zijn ook niet zo groot als respectievelijk <strong>Hoorn</strong> en Alkmaar.<br />
De gemeente <strong>Hoorn</strong> werd in 1966 aangewezen als groeikern (eerst industrialisatiekern), wat in 1985 afliep.<br />
Sindsdien is <strong>Hoorn</strong> toch doorgegroeid. <strong>Hoorn</strong> huisvest veel forenzen, maar speelt zelf ook een belangrijke<br />
werkgelegenheidsrol met in 2007 ca. 30.700 arbeidsplaatsen.<br />
Herkomst naam <strong>Hoorn</strong><br />
Over de herkomst <strong>van</strong> de naam <strong>Hoorn</strong> - in oude spelling ook Hoern(e) of Hoirne - doen vele mythes de rondte. De<br />
naam <strong>Hoorn</strong> is volgens oude Friese legenden afgeleid <strong>van</strong> de stiefzoon <strong>van</strong> koning Radboud, met de naam Hornus.<br />
Andere verhalen dat de naam <strong>Hoorn</strong> afkomt <strong>van</strong> een uithangbord met een posthoorn, dat begin 14e eeuw aan een <strong>van</strong><br />
de etablissementen aan de Rode Steen hing. Een derde variant stelt dat de naam <strong>Hoorn</strong> afgeleid is <strong>van</strong> de hoornvorm<br />
<strong>van</strong> de eerste havens. De schrijver <strong>van</strong> de 'Origo Civitatis Hornensis' (zie blz. 256, 'Uit de schemer <strong>van</strong> <strong>Hoorn</strong>s<br />
verleden') gaat er<strong>van</strong> uit dat <strong>Hoorn</strong> <strong>van</strong> Damphoorn afgeleid is. Damphoorn is de middeleeuwse naam voor een kruid<br />
waar<strong>van</strong> men fluitjes kon maken; deze groeiden volop in het buitendijkse gebied <strong>van</strong> <strong>Hoorn</strong>. Kroniekschrijver Velius<br />
verwerpt deze verklaring omdat er geen oude vermeldingen zijn waarin <strong>Hoorn</strong> nog Damphoorn genoemd wordt: De<br />
name was <strong>van</strong> eersten af <strong>Hoorn</strong>: niet (behoudens beter oordeel) <strong>van</strong> het kruyt Damphoorn, als t'ghemeyne ghevoelen<br />
<strong>van</strong> noch heden hout. Velius verwerpt ook de verklaring dat de naam <strong>van</strong> oorsprong Dampter Horn was: een buurt<br />
<strong>van</strong> het dorp Dampten, waar<strong>van</strong> het eerste deel na verdrinking <strong>van</strong> het dorp Dampten vervallen is.