Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
32 Stuk 55 (2009-2010) – Nr. 2<br />
richtlijnen en voor de goedkeuring van het uiteindelijke MER. Die termijnen staan erin,<br />
maar geef de dienst MER de middelen zodat ze kunnen worden nageleefd.<br />
Ten slotte willen we een oproep doen om duidelijker te maken wanneer een MER nodig<br />
is, en wat de interactie tussen plan-MER en project-MER is. Vandaag is dat in de praktijk<br />
niet altijd duidelijk. Er is de vraag wanneer een ontheffing kan worden verkregen,<br />
en wanneer niet. Als dat duidelijker wordt gemaakt in de wetgeving, kan er tijd worden<br />
gewonnen. We kennen in Vlaanderen een aantal voorbeelden, zij het misschien niet zozeer<br />
in strategische planprocessen. De uitbreiding van het Zwin is een voorbeeld. De MERdiscussie<br />
zorgt daar voor jaren vertraging, omdat men niet weet wanneer men nu een plan-<br />
MER of een project-MER moet maken.<br />
Uit het voornoemde hebben we enkele conclusies getrokken. De problematiek overstijgt<br />
inderdaad de klassieke juridische zorgen over termijnen, inspraak en beroepsprocedures.<br />
Die discussie moet worden gevoerd, maar we mogen de zaken niet daartoe herleiden.<br />
We hebben gezien dat een voorproces, een strategisch proces, ook eigen knelpunten kent,<br />
waarvoor weliswaar oplossingsrichtingen bestaan. De kritische succesparameters situeren<br />
zich op het vlak van bestuurlijke omkadering, procesverloop, organisatieregie en draagvlakvorming.<br />
Ik wil nogmaals het belangrijke punt onderstrepen dat er een risico is op een sneeuwbaleffect<br />
qua vertragingen. De ene vertraging kan tot een andere leiden, zodat we een<br />
sneeuwbal krijgen die eigenlijk niet te stoppen is. Iedereen kan dan zijn eigen juridische<br />
argumentatie vinden, omdat studiemateriaal verouderd is, omdat bepaalde recentere evoluties<br />
niet in overweging werden genomen. Dat is echt een zeer belangrijk discussiepunt<br />
bij grotere planprocessen.<br />
We moeten niet de ambitie hebben om planprocessen heel eenvoudig te maken. Complexiteit<br />
is inherent aan planprocessen. Wel kan er naar eenvoud worden gestreefd bij het<br />
juridisch kader van die processen. Het voorbeeld van de MER-wetgeving is gegeven. Ik<br />
zou zeggen: maak het eenvoudig waar dat kan. Planprocessen zijn op zich al ingewikkeld<br />
genoeg.<br />
3.2. Bespreking<br />
De heer Ludwig Caluwé: U pleit er sterk voor om het plan-MER te beperken tot milieueffecten.<br />
Bestaat niet het risico dat er dan bijkomend sectorale rapporten zullen worden<br />
gevraagd voor die dingen die daar dan niet meer in voorkomen, zodat we meer toetsen<br />
zullen krijgen, in plaats van minder<br />
De heer Guy Janssens: De maatschappelijke kosten-batenanalyse wordt inderdaad steeds<br />
meer algemeen. Op zich is dat geen probleem, in die mate dat we experts bevoegd maken<br />
voor hun vak. Nu merk ik dat MER-deskundigen, en vervolgens ook de dienst MER,<br />
worden geconfronteerd met vragen en problemen waarvoor ze eigenlijk niet opgeleid zijn.<br />
De conclusie kan zijn dat er naast een MER misschien nog een maatschappelijke kostenbatenanalyse<br />
en wie weet ook een landbouweffectenrapport nodig is. Als die zaken parallel<br />
kunnen lopen en worden begeleid door specialisten, is dat op zich geen probleem. Nu<br />
wordt het MER overladen met gegevens die er niet per se in thuishoren en ervoor zorgen<br />
dat het MER-proces gewoon niet wordt afgerond. Sommige MER’s lopen drie, vier, vijf<br />
jaar, waarbij niemand uiteindelijk zijn zegen durft te geven aan dat MER, omdat het veel<br />
te complex wordt, en veel te beladen, zelfs met beleidsafwegingen, die er eigenlijk niet in<br />
thuishoren.<br />
V L A A M S P A R L E M E N T