2010-09-03-09-17 IV Audit ZH Maria Middelares - De Standaard

Sectie V.3
Patiëntendossier
• Het ziekenhuis opteert voor een eigen ontworpen elektronisch patiëntendossier. Dit is het gevolg
van negatieve ervaringen (en financiële kost) in het verleden met een extern aangekocht pakket.
Het gebruikte CPD is voornamelijk een resultatenserver: ontslagbrieven, laboresultaten,
protocols van medische beeldvorming kunnen geconsulteerd worden. Het gebruik van het CPD
is individueel zeer wisselend van arts tot arts.
De verpleegkundige en paramedische dossiers zijn papieren dossiers.
Men wil evolueren naar een volwaardig elektronisch medisch dossier, maar dat verloopt traag
o.a. omwille van de beperkte bestaffing (4 personen) van het ICT-team. (AV)
• Het medische dossier bevindt zich niet steeds op de afdeling waar de patiënt verblijft. Op de
meeste afdelingen zijn de medische dossiers niet toegankelijk voor andere zorgverleners omdat
artsen het medisch dossier niet beschikbaar stellen. Zij noteren bovendien niet steeds minimale
medische gegevens in het verpleegkundig dossier (bv. anamnese, diagnose, evolutie). (NC)
• Artsen nemen niet steeds hun volle verantwoordelijkheid bij het formaliseren van medische
orders, met inbegrip van medicatievoorschriften, in het patiëntendossier. Op sommige
afdelingen waren medische orders niet ondertekend, terwijl ze soms genoteerd waren door een
verpleegkundige. (NC)
• Het papieren verpleegkundig dossier en bijkomende documenten (bv. fixatie, DNR formulier,
…) werden uniform opgemaakt. Dit komt de herkenbaarheid, de registratie (bv. MVG),
communicatie, efficiëntie en continuïteit ten goede. Men volgt op of het verpleegdossier correct
en volledig wordt ingevuld. Jaarlijks doet men controle van 5 dossiers per afdeling. (SP)
• Het patiëntendossier is sterk versnipperd: (TK)
o Het ziekenhuis opteert voor een eigen ontworpen elektronisch patiëntendossier
(CPD). Het CPD is voornamelijk een resultatenserver: het bevat ontslagbrieven,
laboresultaten, protocols van foto’s. Het gebruik van het CPD is individueel zeer
wisselend van arts tot arts. Het CPD is niet toegankelijk voor niet-medici, waardoor
deze vaak over weinig informatie betreffende de patiënt kunnen beschikken. (TK)
o Naast het CPD hanteren de meeste artsen nog een papieren medisch dossier, dat niet
steeds toegankelijk is voor andere zorgverleners.
o De verpleegkundige en paramedische dossiers zijn aparte papieren dossiers.
o De psycholoog gebruikt een papieren dossier, dat niet toegankelijk is voor andere
zorgverleners.
24