Innoveren, participeren!
Innoveren, participeren!
Innoveren, participeren!
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
10<br />
Harm Tilman, “Architecten moeten<br />
pleitbezorgers worden voor<br />
een betere leefomgeving”.<br />
Interview met Anthony Vidler,<br />
in: De Architect 1, januari 2007,<br />
p. 18-21.<br />
beschrijvend<br />
1<br />
met name een taak voor de vakgemeenschap,<br />
om ervoor te zorgen dat aan de ontwerper<br />
de centrale rol wordt toegekend in ingewikkelde<br />
ruimtelijke transformatieprocessen.<br />
Dat vraagt van architecten een geëngageerde<br />
houding en kennis van de samenleving. Of,<br />
zoals architectuurtheoreticus Anthony Vidler<br />
het onlangs in een interview in De Architect<br />
omschreef: “Ze zouden zich weer moeten<br />
opstellen als actieve burgers die gebouwen<br />
ontwikkelen. Architecten moeten gaan opereren<br />
als de pleitbezorgers van een betere omgeving.”<br />
10 Voor een vitaal Nederland zijn de<br />
maatschappelijke opgaven, de ontwerppraktijk<br />
en de omgang met het erfgoed onverbrekelijk<br />
met elkaar verbonden. De deelnemers<br />
aan dit proces – de makers, de beheerders, de<br />
opdrachtgevers en de gebruikers – vervullen<br />
daarin als cultureel burger onmiskenbaar<br />
ieder hun eigen rol.<br />
Ook de overheid kan niet weglopen voor<br />
haar verantwoordelijkheid. De Nederlandse<br />
overheid heeft een eigen verantwoordelijkheid<br />
voor de culturele kwaliteit van grote<br />
projecten, zoals dijkaanleg, energiecentrales,<br />
Vinex-wijken, Noord-Zuidlijn, de stationsgebieden,<br />
et cetera. Als veelvuldig en invloedrijk<br />
opdrachtgever mag van de overheid een<br />
inspirerende opstelling worden verwacht, met<br />
een scherp oog voor het algemene belang van<br />
kwalitatief goede architectuur. Verantwoord<br />
opdrachtgeverschap onderscheidt zich door<br />
een krachtige visie op wat er moet worden<br />
bereikt, een grote mate van betrokkenheid bij<br />
het ontwerpproces en bereidheid tot dialoog<br />
met ontwerpers en eventuele gebruikers. Ook<br />
als vormgever en uitvoerder van architectuurbeleid<br />
zou de overheid meer rekening moeten<br />
houden met de sociale, culturele en politieke<br />
functies van architectuur (in de breedste zin<br />
van het woord).<br />
Het toenemende belang van Europa en de<br />
regio is bij de inrichting van Nederland duidelijk<br />
merkbaar. ‘De regio’ is een vloeiend begrip<br />
geworden, waarbij grensafbakening afhankelijk<br />
is van de gestelde opgave. Het rijk moet<br />
de eigen rol in het geheel opnieuw overzien<br />
en waar nodig anders invullen. Dat kan ertoe<br />
leiden dat het rijk een stap terug moet doen<br />
ten gunste van de regio en Europa.<br />
Bestuur<br />
Met het instellen van de Bataafse Republiek<br />
kwam er ruim twee eeuwen geleden een einde<br />
aan de versnippering van het landsbestuur.<br />
En hoewel er een steviger centraal gezag<br />
ontstond, bleven verschillende regionale<br />
instituties, zoals waterschappen, delen van<br />
hun macht behouden: de gedecentraliseerde<br />
eenheidsstaat deed zijn intrede. Langzaam<br />
groeide de moderne Staat der Nederlanden,<br />
en parallel daaraan ontwikkelde zich de centrale<br />
dan wel decentrale betrokkenheid van<br />
de diverse overheidslagen. Nam de centrale<br />
overheid als eerste vooral verantwoordelijkheid<br />
voor het erfgoed, de steden ontfermden<br />
zich als eerste over de kunsten, onder meer<br />
door steun aan orkesten. En nu, twee eeuwen<br />
later, is er een goede balans tussen de invloed<br />
en macht van de rijksoverheid en die van de<br />
andere bestuurslagen. Decentraal wat kan,<br />
centraal wat moet, is het adagium waarmee de<br />
Nederlanders hun polder hebben verdeeld.<br />
Andere overheden<br />
Cultureel burgerschap krijgt vorm in de eigen<br />
woon- en werkomgeving. Dat is zelden of<br />
nooit Nederland als geheel, maar bijna altijd<br />
een stad, een dorp, een streek of een regio.<br />
Cultuurbeleid is dan ook geen zaak van het<br />
rijk alleen. Het budget van de andere overheden<br />
bij elkaar is bovendien ruim twee keer zo<br />
groot als dat van het rijk. Daarom is bij het<br />
opstellen van deze cultuuragenda veel werk<br />
gemaakt van afstemming met de gedachtevorming<br />
bij de decentrale overheden. Op die<br />
manier werd ook tegemoetgekomen aan het<br />
uitdrukkelijke verzoek in de adviesaanvraag<br />
om rekening te houden met de invalshoek van<br />
steden en regio’s. Het aanknopingspunt vormden<br />
de drie grote steden en vijf landsdelen, die<br />
elke vier jaar een convenant met de bewindspersoon<br />
voor Cultuur sluiten over een gezamenlijke<br />
inzet voor het cultuurbeleid.<br />
Medio december 2006 heeft een delegatie<br />
van de Raad gesprekken gevoerd, zowel met<br />
bestuurders als met vertegenwoordigers van<br />
de cultuursector van de vijf landsdelen en<br />
de grote steden. Over het algemeen bestaat<br />
tevredenheid over de samenstelling van de<br />
landsdelen. Met uitzondering van het landsdeel<br />
West, waar de samenwerking weinig<br />
synergie oplevert. De afwezigheid van banden<br />
met de grote steden in dat gebied lijkt de<br />
belangrijkste oorzaak. Daar zal de komende<br />
periode een oplossing voor moeten komen,<br />
wat overigens niet ten koste mag gaan van de<br />
afstemming met het landelijke gebied. Ook<br />
zou het rijk in de opvatting van de landsdelen<br />
en de grote steden in de toekomst meer rekening<br />
moeten houden met de prioriteiten van<br />
het lokale en regionale cultuurbeleid.<br />
Op een ander niveau dan de landsdelen zijn er<br />
verschillende geformaliseerde gemeentelijke<br />
samenwerkingsverbanden voor cultuur. Vijf<br />
grote Brabantse steden, met elk een eigen<br />
profiel, overwegen zich als ‘Brabantstad’ te<br />
kandideren voor de verkiezing tot Europese<br />
culturele hoofdstad. In het zuiden werken de<br />
16