14.05.2015 Views

Innoveren, participeren!

Innoveren, participeren!

Innoveren, participeren!

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

agenderend<br />

1<br />

Uitvoering<br />

De ontwikkelingen hebben ook gevolgen<br />

voor het beleidsinstrumentarium. Voorheen<br />

werd het cultuurbeleid voor een belangrijk<br />

deel uitgevoerd door middel van het toekennen<br />

van subsidie aan een instelling. De door<br />

het rijk gesubsidieerde instellingen moesten<br />

als het ware uitvoering geven aan de<br />

beleidsprioriteiten van de minister. Het is de<br />

bedoeling dit type beleid steeds meer te gaan<br />

uitvoeren aan de hand van programmabudgetten.<br />

Instellingen hebben daarbij de keuze<br />

wel of niet mee te doen. Dit is vergelijkbaar<br />

met de huidige situatie bij andere overheden.<br />

Wanneer langs deze weg ook het niet-gesubsidieerde<br />

deel van het culturele bestel meer in<br />

beeld komt, zullen andere instrumenten nodig<br />

zijn voor de ontwikkeling en de uitvoering van<br />

het beleid. De Raad heeft oog voor de ratio<br />

achter deze ontwikkeling. Toch is een waarschuwing<br />

op zijn plaats voor een te ver terugtredende<br />

overheid. Cultuurbeleid was niet<br />

voor niets lange tijd instellingenbeleid. Juist<br />

in de cultuursector is in de loop van de tijd een<br />

goede betrokkenheid-op-afstand ontstaan<br />

– niet in de laatste plaats door een rijksoverheid<br />

die zich verantwoordelijk voelde voor<br />

vaak kwetsbare kunst- en cultuurinstellingen<br />

en tegelijkertijd besefte dat inhoudelijke<br />

bemoeienis uit den boze was. Die betrokkenheid<br />

mag door een bestelgeoriënteerd beleid<br />

niet verloren gaan.<br />

Die betrokkenheid blijft behouden door een<br />

intelligente vorm van decentraliseren en<br />

deconcentreren. Instellingen die zowel door<br />

het rijk als door een gemeente of provincie<br />

worden gefinancierd, hebben te maken met<br />

verschillende subsidiesystemen. Het overdenken<br />

waard is bijvoorbeeld een model waarbij<br />

de afrekening van het aandeel dat het rijk<br />

in de totale subsidie aan een instelling voor<br />

zijn rekening neemt, via stad of provincie<br />

verloopt. De desbetreffende instelling hoeft<br />

slechts eenmalig en eenduidig af te rekenen en<br />

verantwoording af te leggen. Stad of provincie<br />

rekent af met het rijk. Een voorwaarde is<br />

uiteraard dat het rijk en de andere overheden<br />

hun beleidsprogramma’s nauwgezet op elkaar<br />

afstemmen. Zo moet het ook mogelijk zijn<br />

om de zogenoemde Geldstroom Beeldende<br />

Kunst en Vormgeving in samenspraak met de<br />

desbetreffende andere overheden te verdelen<br />

over lokale of provinciale particuliere instellingen,<br />

die op hun beurt zorgen voor verdere<br />

distributie van de middelen en daarover<br />

verantwoording afleggen aan de stedelijke of<br />

provinciale overheid.<br />

Wanneer de culturele, maatschappelijke en<br />

bestuurlijke ontwikkelingen en de daaruit<br />

volgende aanbevelingen uit deze cultuuragenda<br />

en de verschillende sectoragenda’s in<br />

ogenschouw worden genomen, moet worden<br />

geconcludeerd dat het huidige instrumentarium<br />

van de rijksoverheid onvoldoende<br />

mogelijkheden biedt om daar invulling aan te<br />

geven. Zo vragen veel aanbevelingen, bijvoorbeeld<br />

die voor een innovatieprogramma en<br />

die voor het borgen van een digitaal publiek<br />

domein, om verregaande samenwerking en<br />

ontschotting tussen verschillende onderdelen<br />

van de rijksoverheid. Cultuur is een factor<br />

van betekenis op veel terreinen, maar dit<br />

krijgt door de verkokering van de rijksoverheid<br />

onvoldoende invulling. Ook binnen de<br />

cultuur- en mediasectoren is behoefte aan<br />

ontschotting – vooral als gevolg van het proces<br />

van digitalisering. Er dienen zich steeds<br />

meer interdisciplinaire vormen van cultuur<br />

aan. Voor de nieuwe generatie makers is<br />

het vanzelfsprekend om interdisciplinair te<br />

werken. De cultuurfondsen zijn daar echter<br />

nog steeds niet op ingericht. Een belangrijke<br />

voorwaarde bij de inrichting van het nieuwe<br />

Fonds voor Muziek, Theater en Dans is dan<br />

ook dat dit fonds in staat is invulling te geven<br />

aan die interdisciplinariteit, net zoals de overige<br />

fondsen dat, uiteraard, zouden moeten<br />

kunnen. Bestuurlijke samenwerking heeft<br />

in de afgelopen jaren meer vorm gekregen<br />

door convenanten en programma’s. Beide<br />

instrumenten staan echter onder druk. Met<br />

de herziening van de Cultuurnotasystematiek<br />

mag het kind niet met het badwater worden<br />

weggegooid. De gezamenlijke afspraken<br />

tussen rijk, gemeenten en provincies kunnen<br />

een meer eigentijdse invulling krijgen en een<br />

programma als het Actieplan Cultuurbereik<br />

verdient voortzetting. Overigens zijn er nog<br />

vele intelligente vormen van decentraliseren<br />

en deconcentreren mogelijk, zoals zojuist<br />

geschetst.<br />

Ten slotte: cultuur en media bevinden zich<br />

voor een belangrijk deel ook in het private<br />

domein. Marktpartijen nemen in sommige<br />

sectoren, zoals film en letteren, belangrijke<br />

functies voor hun rekening. Het bedrijfsleven<br />

is een logische partner bij innovaties, maar<br />

ook hoe langer hoe meer bij andere opgaven<br />

waar culturele instellingen voor worden<br />

gesteld. Makers willen steeds vaker op hun<br />

ondernemerschap worden aangesproken. Dit<br />

alles vraagt om uitbreidingen van het instrumentarium,<br />

dat nog te eenzijdig gericht is op<br />

subsidies.<br />

34

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!