Innoveren, participeren!
Innoveren, participeren!
Innoveren, participeren!
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
andvoorwaarden<br />
1<br />
In het tweede onderdeel, Agenda en basisinfrastructuur per sector, worden<br />
sectoraal uitgewerkte antwoorden gegeven op de vraag over de basisinfrastructuur.<br />
Een beknopte weergave van de belangrijkste punten<br />
daarvan volgt hieronder. Daar gaat aan vooraf de beschrijving van een aantal<br />
algemene randvoorwaarden ten aanzien van de volgende onderwerpen:<br />
de rijksverantwoordelijkheid voor het gehele cultuurbeleid, de samenwerking<br />
tussen overheden, integrale advisering, visitaties en fondsen. Het vervullen<br />
van deze randvoorwaarden moet mede bijdragen aan een helder en<br />
zorgvuldig veranderingsproces waarmee tevens de begrijpelijke onrust in<br />
de sector zo veel mogelijk kan worden weggenomen.<br />
Randvoorwaarden<br />
Rijksverantwoordelijkheid voor<br />
het gehele cultuurbeleid<br />
Allereerst dient helder te zijn dat de herschikking<br />
van verantwoordelijkheden voor<br />
meerjarige subsidies niet meer, maar ook niet<br />
minder inhoudt dan de overstap op een ander<br />
bestuurlijk verdelingsmodel binnen de rijksoverheid.<br />
Uitgangspunt moet zijn dat het rijk<br />
verantwoordelijk blijft voor het gehele subsidiestelsel<br />
als zodanig, te weten alle meerjarig<br />
gesubsidieerde instellingen, fondsen, instellingen<br />
met een rijkscollectie of een collectie<br />
waarvoor de Staat verantwoordelijkheid heeft<br />
genomen en bijzondere subsidieprogramma’s<br />
ter uitvoering van beleidsprioriteiten. Het<br />
door velen gewenste maatwerk in meerjarige<br />
subsidies moet evenwel niet leiden tot beleidsversnippering.<br />
Het rijk dient integraal verantwoordelijk<br />
te zijn voor dit stelsel. Dat principe<br />
moet er mede toe bijdragen dat fondssubsidies<br />
niet lager worden gewaardeerd dan de subsidies<br />
die rechtstreeks van het ministerie van<br />
OCW afkomstig zijn.<br />
Samenwerking tussen overheden<br />
Elders in dit advies heeft de Raad het belang<br />
benadrukt van de voortzetting van de convenanten<br />
op het terrein van cultuurbeleid als<br />
waardevol instrument van samenwerking<br />
tussen de drie overheden. De zogenoemde<br />
verfondsing van talrijke meerjarig gesubsidieerde<br />
instellingen dreigt de samenhang in<br />
bestuurlijke verantwoordelijkheid van steden<br />
en regio’s voor de meerjarig gesubsidieerde<br />
instellingen in hun gebied te compliceren:<br />
die overheden zullen straks met zowel de<br />
minister als met de verschillende fondsen<br />
moeten onderhandelen. De Raad acht dat<br />
een moeilijke situatie. Hij is zich er overigens<br />
van bewust dat er wel al enkele voorbeelden<br />
zijn van convenanten tussen overheden en<br />
een rijksfonds, zoals tussen het Fonds voor<br />
de Amateurkunst en Podiumkunsten en de<br />
provincie Zeeland en tussen het Fonds voor<br />
Podiumprogrammering en Marketing en<br />
de provincie Flevoland plus de gemeente<br />
Almere. Het gaat hier echter om incidentele,<br />
tijdelijke afspraken, voor een specifieke sector<br />
en gericht op een ontwikkelingsperspectief.<br />
Vanuit een oogpunt van samenhangend<br />
cultuurbeleid, dat meerdere sectoren omvat,<br />
pleit de Raad ervoor de huidige meer integrale<br />
convenanten tussen de minister en andere<br />
overheden voort te zetten en dit instrument<br />
niet te versnipperen over meerdere partijen<br />
aan de kant van het rijk. In deze zin interpreteert<br />
de Raad ook de kaderovereenkomst<br />
tussen OCW en IPO/VNG waarin wordt<br />
gesteld dat de minister een fonds opdracht<br />
kan [cursivering RvC] geven tot subsidiëring<br />
van instellingen waarover bestuurlijke overeenstemming<br />
is bereikt.<br />
Dat lost evenwel het probleem nog niet geheel<br />
op. Immers, de minister heeft helder aangegeven<br />
dat instellingen die deel uitmaken<br />
van de basisinfrastructuur direct onder haar<br />
bestuurlijke verantwoordelijkheid vallen:<br />
“Instellingen die een specifieke functie in<br />
het landelijk bestel vervullen of [cursivering<br />
RvC] een kernfunctie innemen in de regionale<br />
en stedelijke basisinfrastructuur”, aldus de<br />
adviesaanvraag van 29 september 2006. De<br />
vraag die zich nu aandient is: wie bepaalt wanneer<br />
een instelling een kernfunctie vervult in<br />
de decentrale infrastructuur?<br />
In dit advies heeft de Raad op basis van zijn<br />
inhoudelijke kennis en rekening houdend<br />
met spreiding de meest essentiële functies<br />
benoemd met bijbehorende voorzieningen die<br />
een directe financiering van het ministerie van<br />
OCW zouden moeten krijgen. Hij heeft zich<br />
daarbij zo veel mogelijk rekenschap gegeven<br />
van de essenties van de culturele basisinfrastructuur<br />
in stad en regio zonder in casuïstiek<br />
te treden en onder de kanttekening dat<br />
hij het tot zijn taak noch competentie rekent<br />
een advies uit te brengen over de specifieke<br />
stedelijke, regionale en provinciale profielen<br />
als zodanig. De Raad kan een oordeel geven<br />
over de kwalitatieve, inhoudelijke, artistieke<br />
betekenis van een instelling en over adequate<br />
36