Jaarverslag 2011
Jaarverslag 2011
Jaarverslag 2011
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Gert-Jan van der Vossen:‘Commissariaat is geen leuk bijbaantje meer’ De kwaliteit van het toezicht in de corporatiesector is vo<br />
Gert-Jan van der Vossen, vennoot van de Holland Consulting Group, de laatste jaren met sprongen vooruitgegaan. ‘Goed gaat h<br />
overal, maar het gaat wel steeds beter. Vergeet niet: de meeste misstanden stammen uit de periode 2005-2008, toen er maatschap<br />
‘Commissariaat<br />
druk op corporaties ontstond veel meer te investeren. Toen<br />
is<br />
zijn er<br />
geen<br />
gekke dingen gebeurd. Nu zitten de toezichthouders er<br />
veel strakker in.’Nee, Gert-Jan van der Vossen - zelf commissaris bij diverse corporaties - is er niet van geschrokken dat toezich<br />
persoonlijk aansprakelijk zijn gesteld voor de financiële schade door fraude bij woningcorporatie. Integendeel. ‘Twintig ja<br />
was ik betrokken bij onderzoek naar faillissementen en toen werden commissarissen ook al keihard aansprakelijk gesteld. Mis<br />
leuk<br />
het voor<br />
bijbaantje<br />
de corporatiesector een nieuw fenomeen, maar het is<br />
meer’<br />
naïef te denken dat, als er fouten worden gemaakt, je als verantw<br />
commissaris niet aansprakelijk zou kunnen worden gesteld. Voor een commissaris die te goeder trouw handelt is er niet voor n<br />
aansprakelijkheidsverzekering.’ Toch erkent ook hij dat het leven van een toezichthouder bij een woningcorporatie er niet een<br />
is geworden. ‘Het is interessant en boeiend werk. Maar sinds een jaar of vijf is wel voor iedereen duidelijk dat het niet zomaar<br />
leuk bijbaantje is, maar echt een parttime hoofdfunctie. Met een avondje vriendelijk met elkaar van gedachten wisselen ben je<br />
komt veel meer bij kijken. Ik zie mijn commissariaten in ieder geval als een van de vakmatige activiteiten die ik uitoefen, en wa<br />
een beloning op maatschappelijk niveau ontvang. Het vraagt veel aandacht en betrokkenheid, en brengt bovendien de nodige ri<br />
Gert-Jan<br />
van der<br />
Vossen<br />
zich mee.’ Integrale benadering Die risico’s strekken veel verder dan de aansprakelijkheidstelling. ‘Omdat een corporatie geen<br />
eigenaar heeft heb je als Raad van Toezicht (RvT) behalve met het bestuur ook met de stakeholders van doen, de belanghebben<br />
directe omgeving van de corporatie. Probleem is dat zij toch steeds vanuit hun eigen belang handelen. Een integrale benadering<br />
uitstek het domein van de RvT. Het is aan de RvT om te begrijpen hoe de diverse belangen liggen, hoe de onderlinge afhankelij<br />
zijn, hoe de processen verlopen en welke risico’s er aan verbonden zijn. Dat vereist diepgaande kennis van de organisatie en zijn<br />
Je opereert als collectief en bent dus met elkaar verantwoordelijk. Maar als een van de leden van de RvT zijn taak niet serieus n<br />
onvoldoende toezicht houdt op de onderdelen die hem zijn toegewezen zit niet alleen hij met een probleem als het fout gaat, m<br />
ik.’De toevoeging van een derde partij aan het toezichtmodel, bijvoorbeeld in de vorm van aandeelhouders, vindt Van der Vosse<br />
lastige. ‘Want wie maak je dan aandeelhouder? Alle stakeholders streven hun eigen doelstellingen na. Gemeenten hebben wel e<br />
van spreken, niet in de laatste omdat veel gemeentelijke woningbedrijven zijn opgegaan in de huidige woningcorporaties. Tege<br />
waait er echter een politieke wind door de gemeenten. In vier jaar tijd kunnen de voorkeuren zomaar veranderen, bijvoorbeeld<br />
van het verkoopprogramma, de plannen en de stedelijke vernieuwing. Dat is vervelend, omdat de planningshorizon van de corp<br />
langer is dan die vier jaar. ’Spiegel voorhouden Hij ziet daarom meer in een objectieve maatschappelijk toezichthouder, die van<br />
overheid is aangewezen. ‘Een zelfstandig bestuursorgaan, zoals het Centraal Fonds, die jaarlijks een audit doet, en een toezicht<br />
heeft met de hele RvT. Want eerlijk gezegd is het gewoon hartstikke nuttig als iemand van buiten de organisatie een spiegel vo<br />
het geval van een wat zwakkere RvT kan hij dan toch een aantal prikkels inbrengen zodat de boel weer in beweging komt.’Verd<br />
Van Vossen dat het wat eenvoudiger moet worden om te wisselen van de samenstelling van de RvT. ‘Daar worden al wel wat pog<br />
gedaan, maar die gaan mij niet ver genoeg. Ga nu eens werkelijk onderzoeken of de competenties die de RvT nodig heeft allema<br />
aanwezig zijn, of de commissarissen wel voldoende tijd hebben om het toezicht voldoende vorm en inhoud te geven en of zij van<br />
niveau zijn. Soms zou je best wel eens afscheid van iemand willen nemen, maar gebeurt dat niet omdat het niet in de traditie zi<br />
eigenlijk zou je, net zoals er van een bestuurder na een bepaalde fase afscheid kan worden genomen, ook afscheid moeten kunn<br />
van de leden van de RvT.’ Bijvoorbeeld als de integriteit in het geding is. ‘Vooropgesteld: integriteit moet bij iedere organisatie<br />
hoofdrol spelen. Maar omdat je als corporatie met publieke middelen omgaat moet je daar nog zorgvuldiger in zijn. Onbetwist<br />
zelfs. Het vraagt van alle betrokkenen een bepaald gedrag en een manier van opereren, waarbij iedereen zich realiseert waar de<br />
heden zitten. Je moet die ook regelmatig met elkaar doorspreken: hoe gaan we met bepaalde situaties om? Waar ik wel bang vo<br />
voor metaalmoeheid. Als je het voor de achtste maal in drie jaar over de relatie met aannemers hebt, komt dat de mensen op een<br />
moment toch de strot uit. Het is dan ook de taak van de RvT na te gaan hoe levend het thema is. Binnen de organisatie, maar oo<br />
de grenzen van de raad.’Gelukkig gaat het steeds beter, vindt Van der Vossen. ‘Natuurlijk, er komen behoorlijk ernstige misstan<br />
buiten. Maar de meeste daarvan stammen uit de periode 2005-2008, toen er maatschappelijke druk op corporaties ontstond om<br />
te investeren. . Toen zijn er gekke dingen gebeurd. Nu zitten de toezichthouders er gelukkig veel strakker in.’Betrouwbare info<br />
Toch zijn ook zij ook in die situatie afhankelijk van de kwaliteit van de informatie die hen wordt aangereikt. Daarover heeft V<br />
Vossen echter geen klagen. ‘Er is zo langzamerhand een heel palet aan verschillende instrumenten ontstaan waar je gebruik van<br />
maakt. De reguliere informatie vanuit de organisatie, de rapportages van het Centraal Fonds, contacten met de medewerkers en<br />
stakeholders, de media, internet. En soms is een externe audit op een specifiek onderwerp op zijn plaats. Bijvoorbeeld als iets n<br />
loopt, of bij een vermoeden van fraude. Verder denk ik dat het goed zou zijn als de commissarissen als toehoorder bij een bestu<br />
dering kunnen gaan zitten. Zodat ik kan zien, horen en voelen wat er allemaal aan de bestuurstafel ter sprake komt en hoe de b<br />
ming verloopt.’ Ook de relatie met de politiek is voor hem geen issue. ‘Eerlijk gezegd is het praktijk aan het worden dat wat er<br />
Haag komt eerst wordt gewogen. Als er een wet wordt aangekondigd die nog door het parlement moet worden geloodst bestede<br />
aandacht aan als het echt actueel is. Dat is anders dan vijf jaar geleden. Als de politiek toen een keer zuchtte sprong iedereen m<br />
Dat is niet meer de realiteit. Ik denk ook dat het heel gezond is dat de antenne weliswaar op Den Haag is gericht zodat signalen<br />
nieuwe ontwikkelingen kunnen worden opgepikt, maar dat we er niet meer zo overspannen op reageren. In dat verband vervul<br />
brancheorganisaties een goede, kanaliserende rol’ Dat laat onverlet dat diezelfde politiek sinds een aantal jaren wel voortduren<br />
verdiencapaciteit van de woningcorporaties aan het inperken is. Van der Vossen: ‘Dat vind ik misschien wel het grootste risico<br />
moment. Als ik de situatie van nu vergelijk met vijf jaar geleden dan is de wereld ingrijpend veranderd. Het is gevaarlijk dat de<br />
het aandurft om de fundamenten onder de corporatie als revolving fund weg te slaan, zonder daar eerst een brede maatschappe<br />
discussie over te voeren. Het kan allemaal best anders, hoewel ik denk dat we op dit moment een zeer fijnzinnig stelsel hebben<br />
dan eerst met elkaar de discussie aan over de effecten en de wenselijkheid ervan.’