Jaarverslag 2011
Jaarverslag 2011
Jaarverslag 2011
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
30 - 31<br />
Financieel toezicht<br />
Een ander nieuw onderdeel van het toezichtbeleid dat in <strong>2011</strong> is uitgeoefend, betreft<br />
de aanpak van corporaties waarvan het afgegeven continuïteitsoordeel nuancering<br />
behoeft. Bij een zevental corporaties week het geprognosticeerde volkshuisvestelijk<br />
vermogen 2010 zoals het Fonds dat heeft bepaald op basis van de Prospectieve<br />
informatie (dPi 2010), in belangrijke mate af van het werkelijk gerealiseerde volkshuisvestelijk<br />
vermogen 2010 op basis van de Verantwoordingsinformatie (verslagjaar<br />
2010).<br />
Aanvullende onderzoeken<br />
Onderzoek Integriteit<br />
Het Fonds heeft in 2010 en <strong>2011</strong> op verzoek van de minister een vervolgonderzoek<br />
naar integriteit uitgevoerd. In het vervolgonderzoek integriteitsbeleid en -verantwoording<br />
is onderzoek gedaan naar de verbetering van het integriteitbeleid ten<br />
opzichte van de nulmeting bij 130 corporaties en is een onderzoek gedaan naar de<br />
verantwoording in het jaarverslag over integriteit bij alle corporaties. De belangrijkste<br />
conclusie is dat binnen woningcorporaties zaken rond integriteit actief worden<br />
opgepakt. Er wordt vooruitgang geboekt in zowel het beleid als het instrumentarium<br />
om integer handelen te bevorderen. Het interne toezicht is verbeterd en woningcorporaties<br />
nemen zich voor verdere verbeteringen door te voeren. Er zijn echter ook<br />
omissies te constateren. Enkele basale aspecten van het integriteitsbeleid waar een<br />
positieve score van 100% verwacht zou mogen worden, zijn niet aangetroffen. Dit<br />
betreft onder meer het niet hebben van een integriteitcode (16%), het ontbreken van<br />
een risico-inventarisatie (54%), het niet hebben van transactielimieten (16%), geen<br />
risico-inventarisatie ten aanzien van belangrijke zakenpartners (55%) en het niet<br />
doen van checks bij het Kadaster op het waardeverloop bij vastgoedtransacties (39%).<br />
Ook viel op dat ondanks herhaalde verzoeken in 2010, enkele bestuurders en/of<br />
interne toezichthouders niet wilden meewerken aan het vervolgonderzoek.<br />
Het onderzoek naar de kwaliteit van de verantwoording geeft nog een divers beeld.<br />
De positieve ontwikkeling die in eerdere jaarverslagonderzoeken over de verantwoording<br />
door de raden van toezicht te zien was, wordt voortgezet maar het proces gaat<br />
langzaam. Het gaat erom dat corporaties vanuit hun maatschappelijke taak en de<br />
intrinsieke beleving van die taak, transparant zijn over de werking van integer handelen<br />
binnen de organisatie.<br />
2.4 Onderzoek grondposities en projectontwikkeling<br />
> Het Fonds heeft in 2010 onderzoek gedaan naar de omvang en het<br />
risicobeheer bij grondverwerving en (risicovolle) projecten bij corporaties. Dat onderzoek<br />
is uitgevoerd in twee fasen. Eerst is een enquête gehouden bij 48 corporaties.<br />
Vervolgens heeft bij 16 van hen een verdiepend onderzoek plaatsgevonden. Het doel<br />
van het onderzoek was het in kaart brengen van de omvang van grondposities,<br />
het daarbij gehanteerde risicobeheer en de eventueel reeds opgetreden verliezen.<br />
Uit de rapportage blijkt dat risicobeheersing van corporaties op het gebied van<br />
grondposities en projectontwikkeling de volle aandacht van corporaties heeft, maar<br />
nog tekortkomingen kent.<br />
Grondverwerving is van belang voor de toekomstige nieuwbouwproductie en<br />
daarmee voor het kunnen voorzien in de behoefte aan betaalbare woningen voor<br />
de doelgroep op termijn. De aankoop van gronden voor de voorgenomen realisatie<br />
van nieuwbouw huur en koopwoningen brengt risico’s met zich mee. Risico’s als<br />
gevolg van de veelal lange doorlooptijd en onzekerheid bij projectontwikkeling door<br />
bijvoorbeeld een vereiste wijziging van een bestemmingsplan, mogelijke bezwaren